gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 7 december 2010, locatie Raadszaal, aanvang uur, einde uur.

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Concept Griffie gemeenteraad Commissiesecretariaat Behandeld door mw. I. van Dijk Telefoon (040) Verzenddatum 14 januari 2011 VerslagCommissie Economie en Mobiliteit(cie EM) Betreft openbare vergadering van 7 december 2010, locatie Raadszaal, aanvang uur, einde uur. Uitnodiging aan Aanwezig P. van Liempd voorzitter X Mw. I. van Dijk secretaris X F. Depla PvdA X A. Raaijmakers PvdA - Y. Torunoglu PvdA X F. van den Broek VVD X Mw. M. List-de Roos VVD X M. Punte VVD X B. Bonsen D66 X M. Dubach D66 X Mw. de Rooij D66 X M. Houben CDA X Mw. T. Rojer CDA X Mw. K. Wagt CDA - M. Bouassria GroenLinks X Mw. R. Richters GroenLinks X H. van Zijl GroenLinks - Mw. A. Heesterbeek SP X Mw. B. van Kaathoven SP - E. Maas SP X E. van den Berg Ouderenappèl Eindhoven X M. van Thiel Ouderenappèl Eindhoven X M. Barten Lijst Pim Fortuyn X R. Reker Lijst Pim Fortuyn - C. Stroek Lijst Pim Fortuyn X E. de Beaumont leefbaar eindhoven X Mw. M. Frosi leefbaar eindhoven X K. Rijnders leefbaar eindhoven X tot H. van der Haghen Trots - Mede aanwezig wethouder H. Brink wethouder mw. L. Scholten

2 1 Opening en mededelingen. 1.1 Mededelingen van de voorzitter. De voorzitter opent de vergadering Tot en met vrijdag 10 december a.s. kunnen commissieleden aangeven aan welke werkbezoeken zij willen deelnemen. Er is bericht van verhindering van de heer Legrom. 1.2 Mededelingen van het college. De cliëntenraad Sociale zaken heeft zijn advies met betrekking tot het participatiebudget pas laat ingezonden waardoor het college nog niet in de gelegenheid is geweest om het van commentaar te voorzien. Het advies wordt ter vergadering ter kennisneming uitgereikt. De cliëntenraad Sociale zaken kan met het werkdeel instemmen, maar heeft bij het inburgeringsbudget enige opmerkingen over de diverse scenario s. Vanwege de kou is de eindtijd van de weekmarkt vervroegd naar uur. De ondernemers in de binnenstad zijn het daar niet mee eens; zij zien liever uur als eindtijd. Het college is daarover met hen in gesprek. Wethouder Brink is van plan om vaart te zetten achter het beheerplan, zodat het marktbeleid voor alle betrokkenen snel duidelijk wordt. De heer F. Depla vraagt zich af of het pilotproject nu als mislukt moet worden beschouwd. De wethouder legt uit dat de kou van de laatste dagen een geval van overmacht is. Los daarvan is hij van mening dat er snel duidelijkheid moet komen over de markttijden, zowel voor de ambulante handelaren als voor de winkeliers, maar niet in het minst ook voor de bezoekers van de markt. Zoals toegezegd zal de raad in januari a.s. een voorstel worden voorgelegd over de markttijden. Daarin worden de uitkomsten van een vandaag gehouden enquête onder marktkooplieden, winkeliers en bezoekers meegenomen. Mevrouw Scholten heeft in het portefeuillehoudersoverleg van het SRE de (aangenomen) motie over de taxibus aan de orde gesteld. Per heeft het SRE aangegeven, in gesprek te zullen gaan met de nieuwe vervoersmaatschappij over het vervoer van rolstoelafhankelijken op oudejaarsavond na 00:00 uur. Men wil dat alsnog mogelijk maken, maar of het lukt staat nog niet vast. De wethouder heeft hierover informeel de mening van de meeste fracties al gepeild; allen die zij sprak, stemden ermee in. Zij heeft het SRE per gemeld dat de Eindhovense gemeenteraad tevreden is met het bijzondere vervoersaanbod voor de 2

3 doelgroep, maar kritisch blijft. Ook heeft zij het SRE laten weten dat de Eindhovense raad van mening blijft dat de gehele doelgroep op oudejaarsavond bediend zou moeten worden. Het CDA vraagt de wethouder om wat meer cijfermatig inzicht; welk percentage Eindhovenaren zou met deze handreiking geholpen zijn? leefbaar eindhoven wijst erop dat de motie niet alleen oudejaarsavond betrof. Mevrouw Scholten geeft aan dat er nu prioriteit voor die avond is gesteld, maar dat het punt daarmee wat haar betreft niet is afgehandeld wordt vervolgd. 1.3 Vaststelling volgorde van de agenda. De agenda wordt vastgesteld zoals opgegeven. 2 Te behandelen in de raadsvergadering van 14 december Raadsvoorstel tot het instemmen met het Strategisch plan Ergon raadsnummer 10R4052 Volgens het college zijn er geen grote wijzigingen in de strategie van Ergon op onderdelen gaat het om operationalisering van de bestaande strategie. Het college stelt voor, in te stemmen met het plan en de door het rijk aan Eindhoven toegekende middelen voor de uitvoering van de Wsw ter beschikking te stellen aan het bestuur van de GWRE. Inspreker de heer L. Lindeman wijst erop dat de gemeente meer moet doen met minder geld; zo is het in de onderliggende stukken ook verwoord. De inspreker vraagt zich af of het de commissie bekend is dat mensen die bij Ergon werken beslist geen marktconforme vergoedingen ontvangen, waarmee het in zijn ogen onrendabele bedrijf in leven kan worden gehouden. Is er een klachtensysteem bij Ergon, of worden medewerkers met klachten simpelweg ontslagen? Inspreker de heer Van der Heijden heeft een Wsw-dienstverband. Hij adviseert de commissie om in te stemmen met het Strategisch plan van Ergon, maar wil wel de aandacht vestigen op het feit dat het ernaar uitziet dat Ergon gaat bezuinigen op bedrijfsmaatschappelijk werk, wat heel jammer is. Veel mensen met een Wsw-dienstverband bij Ergon krijgen in toenemende mate te maken met schuldenproblematiek, terwijl er een wachttijd is voor schuldhulpverlening. Ergon heeft al wel maatregelen genomen, echter nog niet voldoende. De heer Van der Heijden stelt dat het grootste kapitaal van de organisatie de mensen zelf zijn. 3

4 Commissiebehandeling De PvdA had verzocht het woord te mogen voeren, maar heeft het verzoek ingetrokken. De fractie van GroenLinks volgt de lijn van het college, maar maakt van de gelegenheid gebruik om erop te wijzen dat er nu een Strategisch plan voorligt dat van begin 2010 dateert en eigenlijk niet meer actueel is. GroenLinks verwacht dat het volgende Strategisch plan van Ergon geen niet ter discussie staand stuk zal zijn, en verzoekt het college om de raad vroegtijdig bij de discussie te betrekken. Reactie van het college De heer Brink wil de commissie een volgende keer vanaf het begin bij de procedure betrekken; het bestuur van Ergon zal er alleen maar blij mee zijn als zij door de raden van aangesloten gemeenten worden voorzien van inbreng. Conclusie. Het voorstel kan met positief advies van de commissie worden geagendeerd in de raadsvergadering van 14 december a.s., rubriek niet ter discussie. Commissieadvies Naar aanleiding van een opmerking van mevrouw Richters over het proces, heeft wethouder Brink toegezegd, middels een werkbezoek aan de Ergon of informatiebijeenkomst, de raad volgend jaar te zullen betrekken bij de beleidsveranderingen. De commissie heeft als volgt geadviseerd: PvdA: akkoord; VVD: akkoord; D66: akkoord; CDA: akkoord; GroenLinks: akkoord; SP: akkoord; OuderenAppèl: akkoord; Lijst Pim Fortuyn: akkoord; leefbaar eindhoven : akkoord; Trots Op Nederland: niet aanwezig. 2.2 Raadsvoorstel kader en prioritering Participatiebudget Raadsnummer 10R4059 Inspreker de heer L. Lindeman vraagt of er een verslag van de ambtelijke presentatie van 30 november jl. beschikbaar is. Nu dit verslag (nog?) niet in de openbaarheid is gebracht, kan de heer Lindeman zijns inziens niet 4

5 adequaat gebruik maken van zijn recht om in te spreken. Hij roept daarom op tot nietigverklaring van de vergadering. Hij dient een klacht in tegen de gang van zaken. Commissiebehandeling Het college stelt voor om te blijven investeren in alle treden van de participatieladder en in te zetten op vergroten van de uitstroom uit uitkeringen, aldus GroenLinks. Is dat wel realistisch? Het college wil voorrang geven aan mensen op de participatieladder die binnen een jaar kunnen uitstromen. Betekent dit dat het college kiest voor snel bemiddelbare, kansrijke mensen? Hoe verhoudt zich dit tot het coalitieakkoord? Wat betekent dit voor het leveren van maatwerk? GroenLinks mist een overzicht van wat er tot nu toe is bereikt met alle verschillende soorten aanpak, en hoe dat de nu te maken keuzes beïnvloedt. De effecten van voorliggend voorstel zijn niet inzichtelijk en waarom een bepaalde keuze wordt gemaakt, is niet steeds even duidelijk. Dit geldt onder andere voor de keuzes voor doelgroepen en percentages waarop het college met trajecten wil inzetten. Welke effecten heeft het bijvoorbeeld als er andere percentages worden gekozen? Zijn er alternatieven voor de doelgroep waarvoor nu nadrukkelijk niet wordt gekozen? GroenLinks mist de integrale aanpak in het voorstel, bijvoorbeeld voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt die ook nog kampen met andere complexe problemen. Wat heeft de gemeente hen te bieden? Welke invloed heeft de economische situatie op het beleid? De PvdA heeft er grote moeite mee dat er keuzes gemaakt moeten gaan worden omdat dit betekent dat er mensen teleurgesteld moeten worden. Velen hebben ondersteuning nodig bij het vinden van een baan; wie zal er ondersteund worden? In voorliggend voorstel wordt de verkeerde keuze gemaakt, zo vindt de PvdA. De fractie zou liever kiezen voor de moeilijkste doelgroep, omdat minder moeilijk plaatsbaren waarschijnlijk meer zelfredzaam zijn. Nu de granieten bestanden laten liggen, zal de problemen in de toekomst slechts vergroten. De PvdA vraagt de wethouder, de effecten van de keuzes inzichtelijk te maken. Voor 2012 zullen er opnieuw keuzes moeten worden gemaakt. De fractie dringt er bij de wethouder op aan om in Den Haag alles op alles te zetten om ervoor te zorgen dat hieraan budget wordt gekoppeld. De PvdA overweegt hiervoor een motie in te dienen en roept andere fracties op om mee te denken. Aan de voorziening Trabajo geeft de gemeente 12 miljoen uit, waarmee 18% van de Wwb-bestanden wordt bereikt. De PvdA zou graag het percentage aangescherpt zien, óf het budget verlaagd wat vindt de wethouder daarvan? De wethouder is voornemens om efficiënter te gaan werken, maar hoe gaat hij dat concreet invullen? 5

6 Ook ten aanzien van inburgering moeten er keuzes worden gemaakt; de PvdA voelt het meest voor een genuanceerd scenario 3 ( 3 min, 2 plus ), waarmee de fractie een verschil in noodzaak van inburgering wil maken en wil komen tot een gedifferentieerd aanbod. Het CDA verwijst naar de ambtelijke presentatie, waarin werd gemeld dat tekorten tot 2013 zouden worden opgevangen uit de algemene middelen. Zijn die middelen toereikend? Zie blz. 5: Uit welke budgetten wordt het verwachte tekort voor scenario 3 betaald? Het CDA vraagt in het bijzonder aandacht voor de groep dak- en thuislozen en gedetineerden. Is er met die groep rekening gehouden in de budgetten? Hebben zij nog enig perspectief? Het programma Trabajo kent een uitstroom van 70%. Voor hoe lang is dat? Wordt er ten behoeve van voldoende werkaanbod gezocht naar partners en hoe gaat dat in zijn werk? Worden klantmanagers op enige manier begeleid zodat zij betere resultaten laten zien? Welk maatschappelijk effect verwacht de wethouder van inburgeringsscenario 3? Het grootste deel van de maatregelen, wettelijke regelingen en versoberde budgetten komt uit Den Haag, zo meent de SP, en de fractie zal een eventuele motie van de PvdA dan ook steunen. In voorliggend voorstel probeert het college de aanpak zo goed mogelijk aan te passen op de nieuwe situatie; de SP heeft daar enige kritische kanttekeningen bij. 50% van het werkdeel gaat naar meer intensieve re-integratietrajecten. De SP wijst erop dat er in de re-integratiebranche heel veel geld omgaat, wat niet altijd even goed wordt besteed. Het college moet hier zeer alert op zijn. De fractie zou graag zien dat het college kritisch is en prestatieafspraken met de re-integratiebureaus maakt. GroenLinks vraagt of de SP denkt dat de genoemde 50% wordt ingezet voor de groep met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. De SP vond dit net als GroenLinks een heel lastige kwestie. Uit de stukken meent de SP op te maken dat volwasseneneducatie waar de fractie overigens groot belang aan hecht opnieuw middel wordt voor participatie in plaats van doel op zichzelf. De aanpak gaat zich meer op maatwerk richten en minder op klassen waaraan iedereen kan deelnemen. Is dat wel kostenbesparend? Is het voldoende stimulerend voor deelnemers? Klassikaal onderwijs kan naar de mening van de SP zeer stimulerend werken op participatie. Zou het college daar nog eens naar kunnen kijken? Bovendien zijn er ook nog andere manieren om te participeren dan werk alleen. In het inburgeringsgedeelte lijken harde klappen te gaan vallen. Het kabinet is voornemens om een tijdelijke verblijfsvergunning in te trekken als de kandidaat zijn of haar examen niet haalt dat zal mensen treffen die 6

7 misschien wat minder snel kunnen leren. Mensen zouden niet afgerekend moeten worden op een gebrek aan mogelijkheden. In het collegevoorstel wordt scenario 1 aangevuld met scenario 3. De SP roept het college op om zoveel mogelijk te doen met het beschikbare geld en de winst vooral te zoeken in het werken met korte lijnen. De fractie onderschrijft het pleidooi van het CDA om aandacht voor dak- en thuislozen en gedetineerden. De VVD merkt op dat Eindhoven voorheen een groot participatiebudget had in 2009 ruim 51 miljoen. Dat zal in 2011 nog maar 32 miljoen zijn. Indertijd werd het geld wel doorgeschoven, en er moest ook wel eens naar projecten worden gezocht. De VVD kan instemmen met de doelstelling om gelden efficiënter in te zetten. In de keuzes die het college maakt, ziet de fractie de pijlers uit het coalitieakkoord terug: zoveel mogelijk mensen aan werk helpen en maatwerk leveren aan mensen die dat nodig hebben. Bij interruptie geeft GroenLinks aan dat ook zij nadruk leggen op het belang van werk, maar dat zij mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt maatwerk willen bieden. Dat komt naar de mening van GroenLinks minder in voorliggend voorstel naar voren. Volgens mevrouw List worden er geen doelgroepen uitgesloten een belangrijk kader voor het participatiebudget: er worden keuzes gemaakt en prioriteiten gesteld, echter voor alle groepen binnen de kaders van het participatiebudget. Volgens mevrouw Richters legt de VVD veel nadruk op eigen verantwoordelijkheid. GroenLinks onderschrijft dat wel, maar wil eigen verantwoordelijkheid leggen bij mensen die dat kunnen dragen. In het stuk is onvoldoende duidelijk of de groep die dat kan ook de groep is waarop volledig wordt ingezet. Anderzijds zou dat ook wel begrijpelijk zijn, gezien de beperkte middelen. Wat de re-integratiebedrijven en trajecten betreft kan de VVD zich vinden in wat de SP daarover opmerkte, en heeft dat onderwerp aangedragen als mogelijk nieuw rekenkameronderzoek. Inzake het educatiedeel sluit de VVD aan bij de opmerkingen van het CDA; er is sprake van verplichte winkelnering bij het ROC. Er zou ook eens naar andere mogelijkheden (op langere termijn) gekeken moeten worden, vooropgesteld dat opleidingsinstituten hun verantwoordelijkheid kunnen en willen nemen. Inburgering: in het voorstel wordt gekozen voor de wettelijk verplichte doelgroep (scenario 1, aangevuld met alle verplichte inburgeraars uit scenario 3). Is dat mogelijk binnen de financiële kaders? Wat zal er gebeuren met in de vorige raadsperiode geprioriteerde groepen zoals moeders met kinderen? Vallen die nu buiten de regelingen? Er is nog steeds een heel groot restbestand van 2825 mensen een groot aantal omdat de gemeente zich de laatste vier jaar meer gericht heeft op vrijwillige inburgeraars. Komt er een raadsinformatiebrief met het 7

8 uitvoeringsprogramma en een jaarlijkse evaluatie? D66 merkt op dat de bezuinigingen niet zonder gevolgen zullen blijven; zij dwingen de gemeente tot een keuze voor de meest kansrijken. De fractie maakt zich zorgen over de minder kansrijken, en wil daarom graag meedenken met de motie van de PvdA. Wat betreft het educatiedeel sluit D66 zich aan bij de opmerkingen van de VVD. De keuzes in het inburgeringsdeel zijn niet geheel duidelijk voor D66. Over het geheel genomen herkent de fractie het coalitieakkoord wel in het voorstel, en men kan grotendeels instemmen met de uitgezette lijn. leefbaar eindhoven constateert dat de meeste vragen al zijn gesteld. Bij de opmerkingen over verplichte winkelnering bij het ROC heeft de fractie zijn twijfels. Wat betreft inburgering kiest leefbaar eindhoven voor scenario 1. De LPF zal het voorstel van de PvdA om een motie in te dienen nog in de fractie bespreken, en bezien of die gesteund kan worden. Reactie van het college Eindhoven is een sociale stad en moet dat blijven, zo zegt de heer Brink, echter met minder geld dan we ooit gewend waren. De grootste ambitie van het college is terugdringen van bijstandsafhankelijkheid, want dat is goed voor de vitaliteit van de stad. Minder bijstandsafhankelijkheid betekent ook minder uitgaven. Het college wil het participatiebudget dan ook inzetten om zoveel mogelijk mensen aan het werk te helpen. In het werkdeel zal er geld worden besteed op alle treden van de participatieladder, maar de meeste aandacht gaat uit naar cliënten waarvan verwacht wordt dat die binnen een jaar aan het werk kunnen en willen zijn. Bij interruptie stelt de heer Torunoglu dat juist van die mensen kan worden aangenomen dat zij eigen verantwoordelijkheid kunnen dragen. Waarom kiest het college niet voor de groep die dat, al dan niet door omstandigheden, niet kan? Die groep laten we niet vallen, zegt de wethouder, maar we zullen scherper zijn op hoe we die mensen kunnen laten participeren. Over heel Nederland is er in de afgelopen jaren 1,6 miljard besteed aan de re-integratie van mensen. Daarin kan de overheid strenger zijn, los van het feit dat er ook geld besteed moet worden om mensen die het hard nodig hebben, te laten participeren in de samenleving. Mensen die geen perspectief hebben om binnen een jaar uit te stromen naar betaald werk lijken in voorliggend voorstel de groep te zijn die buiten 8

9 de boot valt, aldus mevrouw Richters, wat doet het college voor die groep? Hoe denkt het college de in te kopen trajecten te verdelen over de participatieladder? Hoeveel mensen van trede 3 zullen er binnen een jaar uitstromen, en hoe is dat met mensen op trede 5? De precieze cijfers heeft de wethouder ter vergadering niet paraat, maar, zo merkt hij op, wat nu voorligt is een kadernota. Het uitvoeringsprogramma komt hierna en daarin zal het over de aanpak gaan. Voor bepaalde groepen zijn er ook nog andere regelingen dan alleen het participatiebudget. Mevrouw Richters blijft in het voorstel dan toch nog aanwijzingen voor een integrale aanpak missen. Ook als er uiteindelijk toch gekozen wordt voor de snel bemiddelbare groep, zou geborgd moeten zijn dat ook de kwetsbare groep ergens terecht kan. De wethouder belooft, hierop terug te komen. Hij heeft ten behoeve van de kadernota zo goed mogelijk gezocht naar een zekere balans, met inachtneming van de financiële kaders en het sociale beleid ergens moet immers een streep worden getrokken. Het uitvoeringsplan zal laten zien wat er met het beschikbare geld gebeurt, en welke doelgroep daarmee wordt bediend. Het college zal daarin ook inzicht geven in de bundeling van diverse budgetten. De maatschappelijke effecten zullen eveneens aan de orde komen in het uitvoeringsplan. Zaken aangaande de Wet educatie beroepsonderwijs zijn in het participatiebudget ondergebracht en worden nu één op één doorgezet naar het ROC. De gemeente overlegt met het ROC over een zo efficiënt mogelijke manier. Er zijn vooralsnog geen andere instanties die daarbij kunnen helpen. De wethouder zal de overwegingen rond de keuze voor maatwerk of klassikaal onderwijs met betrekking tot participatie meenemen naar het overleg met het ROC, maar wijst erop dat een en ander toch afhankelijk blijft van het beschikbare budget. Voor dak- en thuislozen zijn er ook budgetten. De gemeente zal het ook voor die groep met minder geld moeten doen, en zal dus een scherpere afweging moeten maken over de inzet daarvan. Het college is niet voornemens om iemand in de kou te laten staan, maar moet het doen met het beschikbare geld. Wethouder Brink voert regelmatig overleg met zijn collega s van de G4 en met de VNG, met als doel om er bij de ministerraad op aan te dringen dat zij duidelijk is over de consequenties van het beleid. Er wordt ook op gewezen dat dit de gemeenten problemen oplevert. Een motie hierover zal de wethouder niet op voorhand ontraden. Op de nog niet beantwoorde vragen van GroenLinks zal de wethouder schriftelijk terugkomen. Het gaat om de invloed van de economische situatie op de uitstroom van kansrijke mensen, hoe groot de kansen voor mensen op lage treden van de participatieladder zijn op uitstroom binnen een jaar, hoe het college omgaat met mensen die zelf 9

10 verantwoordelijkheid kunnen dragen voor spoedige uitstroom, hoe het kan dat de wethouder maatwerk wil leveren maar in de kaderstellende nota toch al percentages vermeldt voor het type in te zetten trajecten en of er nog integrale aanpak van en visie op participatie komt. De PvdA had gevraagd naar de Arbeidspool en Trabajo, die samen 12 miljoen krijgen en daarmee 18% van de Wwb ers bereikt. Wat zou de wethouder ervan vinden om ófwel het budget te verlagen, of het bereik te verhogen? De heer Brink geeft aan dat hierover overleg met Ergon loopt, waarin wel gesproken wordt over hoe de inzet van geld efficiënter kan. Inburgeringsdeel Met ingang van 2013 moeten inburgeraars waarschijnlijk hun eigen trajecten gaan betalen. Het ziet ernaar uit dat de gemeenten dan ook geen geld meer krijgen voor de uitvoering van de inburgering. Het college wil met het nu nog beschikbare geld zoveel mogelijk mensen bereiken en heeft gekozen voor de groep verplichte inburgeraars, ongeveer personen. Daarnaast zijn er nóg twee verplichte groepen, namelijk asielzoekers en geestelijke dienaars; zij moeten in elk geval worden geholpen. Het college heeft getracht een en ander in beeld te brengen met scenario 3. Voor de uitvoering van dit scenario is er niet voldoende geld in de bestaande budgetten. Het is dus niet mogelijk, tenzij een deel van het participatiebudget zou kunnen worden toegevoegd aan het budget inburgering. Het college wil daarmee gefaseerd aan de slag gaan. Landelijke ervaringen hebben geleerd dat een deel van de verplichte inburgeraars (het zgn. bpi-bestand) de inburgeringscursus niet nodig heeft omdat zij het vereiste niveau al op eigen kracht hebben bereikt. Ongeveer 50 à 60% van de groep heeft de cursus nodig; dat is een groep die een wat andere benadering vraagt dan de vrijwillige inburgeraars. In het kader van de uitvoering zal het college daar plannen voor maken. De wethouder is het eens met de PvdA dat bepaalde groepen voorrang zouden kunnen krijgen, bijvoorbeeld mensen waarvan kan worden aangenomen dat die een groter maatschappelijk rendement zullen opleveren. De wethouder verwacht dat ouders die geen of niet goed Nederlands spreken zo n groep is (met name moeders in de leeftijdscategorie jaar) en jongeren onder de 20 jaar. Het bpi-bestand bevat een grote groep mensen van Turkse afkomst (ongeveer personen). Het college wil de Turkse zelforganisaties inschakelen om die groep te bereiken en te motiveren. Enkele fracties vroegen naar de maatschappelijke effecten van voorliggend besluit. Een daarvan is dat bepaalde groepen niet meer in aanmerking zullen komen. Dat zijn bijvoorbeeld mensen die in de afgelopen jaren gebruikt hebben gemaakt van de mogelijkheden, waaronder mensen met werk (Polen, Roemenen) en partners van kenniswerkers. Verplichte 10

11 inburgeraars krijgen voortaan voorrang. Vooruitlopend op het kabinetsbeleid zullen andere mensen hun inburgering zelf moeten gaan regelen, of gebruik maken van de alternatieven, bijvoorbeeld inburgeringscursussen in de wijk, die niet meer door de gemeente worden aangeboden of gefinancierd. De ambitie van het college blijft een zo groot mogelijk bereik, dus er zal zeker naar aanvullende middelen worden gespeurd. Als dat niet lukt, blijft de gemeente binnen de kaders van landelijke regelgeving. Voor zestigplussers zou ook nog kunnen worden gedacht aan vrijstellingsbeleid. Mensen met beperkt leervermogen zouden ook kunnen worden vrijgesteld als zij wél de cursus volgden, maar niet het examen haalden. Een en ander zal in het kader van het uitvoeringsprogramma nader worden uitgewerkt. De raad ontvangt over de uitwerking van voorliggend besluit een raadsinformatiebrief, en kan die desgewenst agenderen. Er komt ook een verordening die in elk geval aan de raad wordt voorgelegd. Na een korte schorsing volgt een aanvullende reactie van het college. De beide wethouders constateren dat de commissie nog veel vragen heeft. Wellicht is het beter als het college het voorstel nu terugneemt en er een andere keer op terugkomt. Wethouder Brink deelt echter niet de veronderstelling van veel commissieleden dat mensen die binnen een jaar aan het werk kunnen zijn, gemakkelijk en snel bemiddelbaar zijn, of dat zij zelf hun weg wel kunnen vinden. De meesten moeten daar grote moeite voor doen, en zij hebben de lokale overheid dus hard nodig. Het college wil die mensen niet in de kou laten staan. Als het participatiebudget vooral wordt gericht op de groep die nóg minder kansrijk is, zal dat direct negatieve gevolgen hebben voor het terugdringen van bijstandsafhankelijkheid. Er stromen dan minder mensen uit bijstandsregelingen uit, wat slecht is voor die mensen zelf, maar ook voor de stad. Bovendien zal dat grote gevolgen hebben voor de gemeentelijke financiën. De wethouder wil terugkomen met een nieuw voorstel, waarin antwoorden op de vele vragen zijn verwerkt. Volgens de heer Torunoglu geeft voorliggend stuk onvoldoende inzicht. Kansrijke, competente mensen stromen naar zijn mening gemakkelijker uit de bijstand als de economie aantrekt dan kansarmen. Het verschil tussen deze groepen en de keuze die de gemeente wil maken, moet helder worden zodat de fracties een politiek oordeel kunnen vellen. Ten aanzien van het inburgeringsdeel lijkt de raad de keuze van het college wel te steunen, zo concludeert mevrouw Scholten, om met de verplichte inburgeraars te gaan beginnen. Om vrijwillige inburgeraars te kunnen afwijzen, moet het besluit tijdig gepubliceerd worden. Zij vraagt 11

12 de fracties in hun tweede termijn aan te geven of zij kunnen instemmen met publicatie van het collegebesluit. Formeel is daarvoor een positief advies van de commissie voldoende. Het uitvoeringsprogramma komt in elk geval nog opnieuw aan de orde; het gaat nu om een principiële uitspraak. Tweede termijn De voorzitter vraagt de fracties aan te geven wat zij ervan vinden om het voorstel opnieuw in de commissie te agenderen, voorzien van aanvullende informatie, en of zij de vraag van mevrouw Scholten willen beantwoorden. Hij verzoekt commissieleden die zelf nog inhoudelijke zaken aan het college willen meegeven, of toch nog vragen hebben, uiterlijk op vrijdag 10 december schriftelijk te reageren bij de commissiesecretaris. GroenLinks steunt de keus van het college voor scenario 3. Met een vervolg op de commissiebehandeling gaat de fractie eveneens akkoord, en zou dan graag de consequenties van de keuzes verhelderd willen zien, liefst uiteengezet in een aantal scenario s. De PvdA sluit hier grotendeels bij aan, en voegt daaraan toe dat een prioriteitstelling ten aanzien van groepen die het meeste maatschappelijk rendement opleveren, gewenst is. Hoe zal dat geborgd worden? Mevrouw Scholten geeft aan dat dit terugkomt in het uitvoeringsprogramma. De overige fracties stemmen eveneens in met de keuze voor inburgeringsscenario 3, op voorwaarde dat de wethouder het budget niet overschrijdt. leefbaar eindhoven heeft voorkeur voor scenario 1. De commissie is blij dat het voorstel voor het participatiebudget opnieuw op de agenda komt, met uitvoeriger informatie. D66 onderstreept dat de wethouder heeft aangegeven dat de aanpak binnen de financiële kaders blijft. Het CDA wacht de aanvullende informatie af en zal opnieuw fractieoverleg voeren. De VVD merkt op dat de wethouder heeft gezegd dat een keuze voor de scenario s 1 en 3 bij het beschikbare budget past, maar het raadsvoorstel geeft iets anders aan, namelijk dat het budget niet toereikend zal zijn. Is het dan niet beter om toch voor scenario 2 te kiezen? Mevrouw Scholten legt uit dat de gemeente in scenario 2 geld over zal houden, omdat daarin maar een beperkt deel van de verplichte inburgeraars wordt geholpen. Het college wil juist zoveel mogelijk mensen helpen voor het beschikbare geld en legt de lat hoog. Scenario 2 is te weinig ambitieus naar de mening van het college. De VVD verzoekt de wethouder, hierop expliciet in te gaan in het voorstel. Gezien de toezegging gaat de fractie akkoord. 12

13 Conclusie. De voorzitter zal het presidium op de hoogte stellen van het verloop van de commissiebehandeling. Brief aan het College van B&W: In de vergadering is afgesproken dat fracties hun openstaande vragen uiterlijk d.d. 10 december schriftelijk aanreiken bij de secretaris. Dit ten behoeve van de door de wethouder Brink toegezegde nadere toelichting. De commissie heeft aangegeven deze in commissieverband te willen bespreken. Met betrekking tot het onderdeel inburgering steunt de commissie het voorstel van het college; scenario 3. Wethouder Scholten heeft aangegeven dat de financiële kaders de ruimte bepalen en dat daarbinnen de groepen met het hoogste maatschappelijke rendement; moeders van 18 tot 40 jaar en jongeren, de prioriteit hebben. Middels een verordening wordt de uitwerking van de keuzes aan de raad voorgelegd. 3 Overige agendapunten. Geen. 4 Rondvraag en sluiting. De heer Leenders heeft een rondvraag ingediend. Het college heeft er een schriftelijk antwoord op geformuleerd; dat wordt op vrijdag 10 december a.s. aan de commissieleden verstuurd. Hierna is er niets meer aan de orde. De voorzitter bedankt de aanwezigen voor hun komst en inbreng, en sluit de vergadering. mho/ec