Accountancy en Bedrijfskunde Maandschrift vol 25, nr 3, maart 2005, pp. 5-14
|
|
- Irma Aerts
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Accountancy en Bedrijfskunde Maandschrift vol 25, nr 3, maart 2005, pp. 5-4 De FiTo -meter: een nieuwe, eenvoudige en geïntegreerde maatstaf voor de financiële toestand van een onderneming * Prof. Dr. Hubert Ooghe Christophe Spaenjers 2 Inleiding Sinds het einde van de jaren 60 is falingspredictie een van de belangrijkste onderzoeksdomeinen binnen de corporate finance. Bijna veertig jaar geleden legden Beaver (967) en Altman (968) met enkele papers inzake het gebruik van financiële ratio s de basis van een vernieuwde interesse in deze ietwat bijzondere tak binnen de bedrijfseconomie. Sinds het pionierswerk van toen hebben vele studies en onderzoeken tot doel gehad het beste model ter voorspelling van falingen te ontwerpen. Het beste model wordt algemeen gezien als datgene met het laagste percentage aan misclassificaties: falende ondernemingen die ten onrechte als lopend worden geclassificeerd en omgekeerd. Om dit te bereiken worden verschillende aspecten van de financiële situatie, die weerspiegeld worden in publiek beschikbare informatie, op basis van statistisch-empirisch onderzoek geïntegreerd tot een model dat een onderscheid maakt tussen lopende en falende ondernemingen. Dat het onderzoek in dit vakgebied zoveel aandacht krijgt, is niet verwonderlijk. Een juiste inschatting van de financiële toestand (en bij uitbreiding van de kans op faling) van een bedrijf kan voor heel wat economische agenten zeer waardevolle informatie zijn. We denken hierbij vooral aan (potentiële) klanten, leveranciers, investeerders, kredietverschaffers en werknemers. Er kunnen echter ook andere partijen baat hebben bij een accurate evaluatie van de gezondheid van een onderneming (of het ondernemingsveld in het algemeen): de overheid, de rechtbanken van koophandel, commissarissen-revisoren, etc. Bovendien werd het belang van onderzoek in het domein onlangs nog eens extra in de verf gezet door het recordaantal van 7984 faillissementen in België in 2004 (De Tijd, 4 januari 2005, p. ). Bijna 57% hiervan waren BVBA s. Sinds het begin van de jaren 80 worden in België modellen ter voorspelling van succes en faling opgesteld onder leiding van Hubert Ooghe (Vlerick Leuven Gent Management School en Universiteit Gent). De eerste modellen werden in 982 ontwikkeld door Ooghe en Verbaere en maakten gebruik van lineaire discriminantanalyse. In 99 werd een tweede generatie modellen ontworpen door Ooghe, Joos en De Vos op basis van logistieke regressie (Ooghe, Joos & De Bourdeaudhuij, 995; Ooghe & Van Wymeersch, 2003). * De auteurs bedanken Pieter Vandermoere (Vlerick Leuven Gent Management School) en Sofie Balcaen (Universiteit Gent) voor hun medewerking aan dit onderzoek. Ernst & Young professor Groeimanagement, Vlerick Leuven Gent Management School en buitengewoon hoogleraar Bedrijfsfinanciering, Faculteit Economie en Bedrijfskunde, Universiteit Gent 2 Wetenschappelijk medewerker, Faculteit Economie en Bedrijfskunde, Universiteit Gent
2 De meeste modellen ter voorspelling van succes of faling zijn grotendeels gebaseerd op statistische technieken (discriminantanalyse in zijn verschillende vormen). Dit betekent concreet dat de te gebruiken variabelen en hun coëfficiënten (= gewichten) bepaald worden via statistische analyse van een dataset en door middel van een statistische procedure. Balcaen & Ooghe (2004) geven een overzicht van de meest gebruikte statistische methodes. Hierin komen onder meer univariate analyse, multivariate discriminantanalyse en conditional probability -modellen aan bod. Niet alleen worden de verschillende technieken beschreven, ook worden de voor- en nadelen én de problemen bij toepassing besproken 3. Deze problemen worden al te vaak genegeerd bij de methodologische opzet van een model. Daarnaast zijn er in de laatste jaren ook een aantal papers verschenen die verschillende types falingspredictiemodellen vergelijken (bvb. Mossman et al, 998). Als we de verschillende statistische modellen toepassen op een zelfde steekproef, dan blijken er geen belangrijke verschillen te zijn in de voorspellingskracht (Ooghe & Balcaen, 2002). Een dominant model bestaat dus niet. In deze context is het interessant om de belangrijkste problemen te bekijken die het gebruik van statistische modellen met zich meebrengt. Na een bespreking van de belangrijkste problemen wordt er meer uitleg gegeven bij een nieuw generatie modellen op basis van ervaring en intuïtie: de simple-intuitive models. Tot slot volgen enkele concrete toepassingen.. Problemen bij het gebruik van statistische modellen Multipele discriminantanalyse wordt gebruikt voor het onderbrengen van waarnemingen (jaarrekeningen) in twee a priori gedefinieerde en elkaar uitsluitende groepen (falend of lopend) op basis van een combinatie van onafhankelijke veranderlijken (financiële ratio s). De twee meest gebruikte statistische technieken zijn multipele lineaire discriminantanalyse en multipele logistieke regressie. Multipele lineaire discriminantanalyse: D = d + d R + d R d R m m () waarbij D = discriminantscore tussen - en + ; R... R m = onafhankelijke variabelen of ratio s van het discriminantmodel; d 0 = constante term; d... d m = lineaire discriminantcoëfficiënten. Multipele logistieke regressie: L = ( b 0 + b V + b 2 V b m V m ) + e (2) 3 Deze problemen worden onderverdeeld in zes groepen: () de dichotome afhankelijke variabele; (2) de samplingmethode; (3) de instabiliteit van data; (4) de selectie van de onafhankelijke variabelen; (5) het gebruik van boekhoudinformatie en (6) de tijdsdimensie. 2
3 waarbij L = logitscore tussen 0 en ; V... V m = onafhankelijke financiële variabelen van het logitmodel; b 0 = constante term; b... b m = regressiecoëfficiënten. Men kan de problemen bij het gebruik van dergelijke modellen grofweg in twee groepen onderbrengen. Ten eerste kan men de rol van de schatting van de coëfficiënten in vraag stellen. In een recente studie van Ooghe & Balcaen (2002) wordt het duidelijk dat de herschatting van coëfficiënten kan leiden tot resultaten die zeer sterk verschillen van de oorspronkelijke. De coëfficiënten van diverse binnen- en buitenlandse modellen werden herschat op basis van een dataset van Belgische gegevens. Niet alleen werden er veranderingen in de performantie van de modellen waargenomen, ook de coëfficiënten kenden duidelijke verschuivingen. Dit kan gerelateerd worden aan het probleem van overfitting : het model wordt geoptimaliseerd in functie van een bepaalde steekproef 4. Men houdt dus geen rekening met de veranderingen bij het gebruik van gegevens van een andere tijdsperiode. Platt & Platt (990) spraken in deze context al over de verandering van financiële ratio s over de tijd heen, maar ook over instabiliteit van data als gevolg van veranderingen in inflatie, rentevoet of de fase in de conjuctuurcyclus. Ook de toepassing van een statistisch model op gegevens uit een ander geografisch gebied of een andere sector, kan tot problemen leiden. Bovendien hebben de coëfficiënten niet altijd het teken dat intuïtief mag verwacht worden. In sommige modellen krijgen de variabelen een coëfficiënt mee met een contra-intuïtief teken d.w.z. niet het teken dat men normaal verwacht op basis van common sense, expertise of de financiële literatuur. Dit is mogelijk wanneer regressietechnieken worden gebruikt, aangezien zo een model wordt opgesteld dat statistische en dus geen reële relaties legt, zowel tussen de afhankelijke variabele en de onafhankelijken als tussen de onafhankelijke variabelen onderling (multivariate context). De schatting van coëfficiënten is dus niet altijd betekenisvol en is een puur statistische procedure. Een tweede groep van problemen heeft te maken met de keuze van de variabelen. Heel dikwijls wordt er door onderzoekers eerst een hele waaier aan mogelijk te gebruiken variabelen opgesteld. Daarna wordt deze lijst gereduceerd door het uitvoeren van verschillende statistische technieken. Zo bekomt men weliswaar variabelen die voor die bepaalde gegevensbank de (statistisch) beste resultaten geven, maar die toch minder geschikt kunnen zijn wanneer men de modellen op een andere dataset wil toepassen. De selectie van de variabelen gebeurt dus zelden op basis van een algemeen kader of een aanvaarde financiële theorie. 2. Een nieuwe generatie modellen: de simple-intuitive models De theoretische evenwichtsoefening tussen de ontegensprekelijke voordelen en mogelijkheden van de huidige statistische technieken enerzijds en de problemen die ermee gepaard gaan anderzijds, vormde het startpunt van een onderzoek dat geleid heeft tot een nieuw soort falingspredictiemodellen, de simple-intuitive models. 4 Of zoals Hand (2004) het meer algemeen formuleert: [overfitting is] optimising fit to the presented problem, which is merely a single point sample from the space of possible future problems. 3
4 Er wordt onderzocht wat de invloed is van het weglaten van de coëfficiënten. Deze modellen zonder coëfficiënten 5 worden bovendien opgebouwd door middel van een niet-statistische en uitgebalanceerde selectie van variabelen, gebaseerd op financiële expertise van falende en lopende ondernemingen. Ook worden de verwachte tekens gebruikt om een modelscore te bekomen. Een hoge (lage) modelscore geeft aan dat de onderneming financieel gezond (ongezond) is en weinig (veel) kans heeft om te falen. De score wordt berekend door de waarden van de verschillende ratio s te combineren door middel van een eenvoudig rekenkundig gemiddelde. Een nieuw soort falingspredictiemodel wordt dus opgesteld dat niet alleen eenvoudiger te berekenen is dan de traditionele statistische modellen, maar ook transparanter en stabieler is. Bovendien moet het gebaseerd zijn op een theoretische kader. 3. Selectie en standaardisatie van de ratio s Als uitgangspunt wordt gesteld dat de vier basisdimensies van de financiële gezondheid van een onderneming liquiditeit, solvabiliteit, rendabiliteit, toegevoegde waarde vertegenwoordigd moeten zijn. Het kader, zoals geschetst in figuur, doet dienst als theoretische basis. Figuur : Basiselementen van de financiële situatie van de onderneming (Ooghe & Van Wijmeersch, 2003, deel I, p. 8) Liquiditeit Cashflow na belastingen Dekking financiële verplichtingen Solvabiliteit Financiële hefboom Rendabiliteit Productiviteit Toegevoegde waarde Om het model op te stellen, wordt een beperkte lijst opgemaakt met in totaal 8 ratio s. De ratio s weerspiegelen één van de vier bovenstaande financiële aspecten. Bovendien zijn ze gekozen na een zorgvuldig onderzoek naar de huidige kennis omtrent financiële indicatoren van faillissementen. Logischerwijs bevat de lijst ratio s die veel gebruikt worden door financiële analisten, waar dikwijls aandacht aan wordt besteed in de literatuur of die relevant zijn gebleken bij eerder onderzoek. Aangezien het simple-intuitive models zijn, wordt er bovendien voor gezorgd dat alle ratio s begrijpbaar en relatief eenvoudig te berekenen zijn. Tabel geeft een overzicht van 5 In principe is dit natuurlijk onmogelijk, aangezien elk model coëfficiënten heeft. Hier wordt bedoeld dat de verschillende variabelen gelijk worden gewogen. 4
5 deze ratio s. Ook worden telkens het financiële aspect dat de ratio vertegenwoordigt én het intuïtieve teken (dat gebruikt wordt om de score te berekenen) weergegeven. Tabel : Overzicht van enkele belangrijke ratio s Ratio Aspect Teken Bruto toegevoegde waarde / # personeelsleden TW + 2 Personeelskosten / # personeelsleden TW - 3 Bruto toegevoegde waarde / omzet TW/R + 4 Bruto toegevoegde waarde / personeelskosten TW/R + 5 Financiële hefboom: nettorendabiliteit totaal actief gemiddelde interestkost R + vreemd vermogen 6 Nettorendabiliteit totaal actief voor belastingen: nettoresultaat / totaal actief R + 7 Nettorendabiliteit eigen vermogen na belastingen: winst na belastingen / EV R + 8 Brutorendabiliteit eigen vermogen na belastingen: cashflow na belastingen / EV R + 9 Zelffinancieringsgraad: (reserves + overgedragen resultaat) / totaal actief R/S + 0 Graad van financiële onafhankelijkheid: eigen vermogen / totaal vermogen S + Gewaarborgde schulden / totale schulden S + 2 KT financiële schuldgraad: KT financiële schulden / KT schulden S - 3 Dekking van het vreemd vermogen door de cashflow: cashflow na belastingen / R/S + schulden 4 Vrije kasstroom / financiële schulden S + 5 Vervallen belastingsschulden en schulden t.a.v. RSZ / schulden m.b.t. S/L - belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 6 Current ratio L + 7 Kasratio: (kas + beleggingen) / totaal actief L + 8 Nettokasratio: (kas + beleggingen KT financiële schulden) / vlottend actief L + Aangezien we willen dat de ratiowaarden onderling vergelijkbaar zijn met het doel er later een gemiddelde van te kunnen nemen herschalen we deze door middel van een logittransformatie. Dit kan door de formule: logit x = ( + e x ) (3) Zo nemen alle ratio s waarden aan tussen 0 en. Enkele voorbeelden worden gegeven in tabel 2. Het zijn de logitwaarden die gebruikt worden om de modelscore te berekenen. Omdat er door de logittransformatie nog amper onderlinge verschillen zijn tussen waarden die oorspronkelijk groter zijn dan +5 of kleiner zijn dan 5, moeten de meeste waarden dan ook tussen die twee getallen liggen. Daarom worden ratio (bruto toegevoegde waarde / # personeelsleden) en ratio 2 (personeelskosten / # personeelsleden) gecorrigeerd door hen te delen door het jaargemiddelde over alle ondernemingen heen 6. 6 Ook moeten bij zowat alle ratio s enkele andere aanpassingen gebeuren bij speciale gevallen waarin de noemer nul is. 5
6 Tabel 2: Logit-transformatie: logit x = / ( + e -x ) Ratio x Logit ratio x Het beste intuïtieve model: de FiTo -meter Om een model te bouwen, wordt met verschillende aandachtspunten rekening gehouden. Ten eerste moet het model evenwichtig samengesteld zijn. De vier basisdimensies (liquiditeit, solvabiliteit, rendabiliteit, toegevoegde waarde) moeten dus vertegenwoordigd zijn. Ten tweede willen we een model dat stabiel is zowel in de tijd als in de ruimte. Daarom kiezen we ervoor om acht ratio s te gebruiken. Minder zou het model minder evenwichtig/stabiel maken 7 ; meer verhoogt de verklaringskracht niet. Bovendien heeft het gebruik van acht ratio s het voordeel dat het model grafisch gemakkelijk voor te stellen is (cf. infra). Ten derde moet het model in de praktijk zonder al te veel problemen toe te passen zijn. Om deze reden sluiten we ratio s, 2 en 3 uit: deze ratio s hebben (te) dikwijls (in België en ook in het buitenland) publiek onbeschikbare data nodig, namelijk het aantal personeelsleden en de omzet. Na het schrappen van deze ratio s is ratio 4 (toegevoegde waarde / personeelskosten) de enig overblijvende toegevoegde waarde-ratio. De bedoeling is dus een evenwichtig model op te bouwen op basis van acht ratio s, dat goed discrimineert tussen lopende en falende ondernemingen. Dit vereist de bepaling van een relevante afkapgrens. Als de berekende score groter is dan of gelijk aan de gekozen afkapgrens, wordt de onderneming op basis van de beschouwde jaarrekening als lopend geclassificeerd; indien kleiner als falend. Uiteraard worden niet alle falende of lopende ondernemingen in de juiste groep ondergebracht. Twee soorten fouten kunnen gemaakt worden: de fout dat men een in werkelijkheid falende onderneming als lopend classificeert (type I-fout van het kredietrisico) en de fout dat een in realiteit lopende onderneming als falend wordt bestempeld (type II-fout van het commercieel risico). De verhouding tussen het aantal foutief geclassificeerde ondernemingen en het totaal aantal binnen een bepaalde groep (lopend of falend) is het foutenpercentage voor die groep. Dit wordt geïllustreerd in tabel 3. 7 De score van een onderneming zou indien slechts een beperkt aantal ratio s worden gebruikt jaar-op-jaar te grote veranderingen kunnen ondergaan zonder dat daar een fundamentele verandering in de financiële toestand tegenover staat. 6
7 Tabel 3: Soorten foutenpercentages en laagste gemiddelde fout Werkelijke toestand Classificatie Lopend Falend Lopend Juist n Type I-fout n 2 Falend Type II-fout n 2 Juist n 22 Totaal n + n 2 n 2 + n 22 Foutenpercentage falend (type I) - n 2 / (n 2 + n 22) Foutenpercentage lopend (type II) n 2 / (n + n 2) - Gemiddelde foutenpercentage (Foutenpercentage type I + Foutenpercentage type II) / 2 De tekens van de ratio s in tabel zijn zodanig opgevat dat er een positief verband is tussen de score en de financiële toestand van de onderneming. Hoe hoger de score, hoe sterker de financiële toestand van de onderneming. Naarmate de afkapgrens stijgt, daalt de type I-fout van het kredietrisico en stijgt de type II-fout van het commercieel risico. Er bestaat dus een optimale afkapgrens waarbij het ongewogen gemiddelde van beide fouten minimaal is. Dit ongewogen gemiddelde bij het optimale afkappunt kan gebruikt worden als en maatstaf voor de betrouwbaarheid. Hoe lager het foutenpercentage, hoe hoger de betrouwbaarheid 8. Twintig modellen met elk acht ratio s uit diverse basiselementen worden theoretisch samengesteld en empirisch getest op hun performantie in het voorspellen van falingen. Het model met de grootste verklaringskracht is het model met de laagste ongewogen gemiddelde fout bij het optimale afkappunt. Er werden uitgebreide datasets van falende en lopende jaarrekeningen over de periode door Graydon Belgium N.V. ter beschikking gesteld. In totaal gaat het het om 5267 jaarrekeningen van falende ondernemingen jaar voor faling, 246 jaarrekeningen van falende ondernemingen 3 jaar voor faling en jaarrekeningen van lopende ondernemingen. Eén model scoort het beste en heeft dus de grootste voorspellingskracht, zowel op korte als op middellange termijn. De ratio s en de bijhorende codes worden opgesomd in tabel 4. 8 De methode van de laagste ongewogen gemiddelde fout komt overeen met D-max (het maximale verschil tussen de cumulatief lopende en de cumulatief falende verdeling in de Kolmogorov-Smirnov significantietest) en in belangrijke mate met de Gini-coëfficiënt (een maatstaf voor de ongelijkheid tussen een model en een niet-discriminerend model) (Joos, Ooghe, Sierens, 998). 7
8 Tabel 4: Het FiTo -model Ratio Code VOL Code VKT Bruto toegevoegde TW/R + (70/ ) / <62> (70/6 6/70) / <62> waarde / personeelskosten 2 Nettorendabiliteit totaal actief voor belastingen R + (70/67 67/ ) / (20/58) (70/66 66/ <65> 926 <656>) / (20/58) 3 Nettorendabiliteit eigen R + (70/67 67/70) / <0/5> (70/67 67/70) / <0/5> vermogen na belastingen 4 Graad van zelffinanciering R/S + ( ) / (0/49) ( ) / (0/49) 5 Graad van financiële S + <0/5> / (0/49) <0/5> / (0/49) onafhankelijkheid 6 KT financiële schuldgraad S - (430/8) / (42/48) (430/8) / (42/48) 7 Dekking van het vreemd vermogen door de cashflow R/S + (70/67 67/ <63/4> + <635/7> <65> <662> ) / (6 + 7/49) (70/67 67/70 + <656> <63/4> <635/7> 925) / (6 + 7/49) 8 Nettokasratio L + (50/ /58 43) / (29/58 29) (50/53 54/58 43) / (29/58 29) De totaalscore, FiTo -score genoemd, wordt berekend door de logitscores van de acht ratio s op te tellen en deze som te delen door acht. Bij de berekening van de logitscores per ratio volgens formule (3) wordt rekening gehouden met het positieve of negatieve teken van elke ratio. FiTo staat voor financiële toestand ondernemingen. Eén model blijkt dus zowel op als op 3 jaar vóór faling het meest performant te zijn. Dit heeft enkele voordelen. Ten eerste moet er maar eenmaal een score berekend worden. Dit is een niet te onderschatten voordeel in vergelijking met de vroegere modellen voor succes en faling, waarbij verschillende scores dienden berekend te worden voor de korte en voor de middellange termijn. Ten tweede integreert het model aldus zowel het korte termijn-model dat acute financiële problemen meet en het middellange termijn-model dat eerder peilt naar structurele problemen. De FiTo -score geeft dus een algemeen beeld van de financiële toestand van de onderneming. De score moet dan enkel nog met twee verschillende afkappunten vergeleken worden. Als de score van een onderneming hoger ligt dan het afkappunt op jaar voor faling / 3 jaar voor faling, dan kan men ze als financieel gezond beschouwen op die termijn. Ligt de score onder het afkappunt van jaar voor faling / 3 jaar voor faling, dan moet men ernstig rekening houden met korte-termijn acute / middellange-termijn structurele problemen. 5. Vergelijking met vorige en nieuwe statistische modellen Het model mag dan wel eenvoudig toe te passen en intuïtief juist zijn, toch moet de foutenmarge vergelijkbaar zijn met die van statistische modellen wil het ermee kunnen concurreren. Een iets grotere ongewogen gemiddelde fout is vanzelfsprekend aangezien de gewichten in het intuïtieve model niet aangepast worden in functie van de dataset. De iets hogere foutenlast moet echter gecompenseerd worden door de robuustheid, evenwichtigheid en transparantie van dit nieuwe model. We vergelijken daarom de laagste gemiddelde fout van de nieuwe FiTo -meter met die van enkele statistische modellen: 8
9 - het algemeen lineair model Ooghe-Verbaere 982 (OV82); - het logitmodel jaar en 3 jaar voor faling Ooghe-Joos-Devos 99 (OJD 9 jvf en OJD 9 3 jvf); - een nieuw lineair model met de acht ratio s van de FiTo -meter, maar met coëfficiënten op basis van een multivariate lineaire regressie (lineair M): de bedoeling was de wegingscoëfficiënten van de ratio s in dit lineaire model te vergelijken met de gelijke weging van de ratio s in het intuïtieve FiTo -model; - een nieuw logitmodel met acht ratio s gebaseerd op een forward stepwise logit-analyse (logit M): de bedoeling was na te gaan of de performantie van het logitmodel, dat volgens de statistiek als methode wordt aanbevolen, beter was dan deze van het intuïtieve FiTo -model. De vergelijking is opgenomen in tabellen 5 en 6. Tabel 5: Vergelijking van het FiTo -model met statistische modellen jaar voor faling Type I fout Type II fout Ongewogen gemiddelde fout FiTo -model 22.36% 26.5% 24.26% OV % 29.44% 22.98% OJD9 jvf 23.98% 24.52% 24.25% Lineair M 22.28% 24.87% 23.52% Logit M 25.49% 28.22% 26.85% Tabel 6: Vergelijking van het FiTo -model met statistische modellen 3 jaar voor faling Type I fout Type II fout Ongewogen gemiddelde fout FiTo -model 28.32% 38.63% 33.47% OV % 35.07% 3.2% OJD9 3jvf 24.74% 4.2% 32.93% Lineair M 23.45% 39.75% 3.60% Logit M 34.25% 35.2% 34.73% Het nieuwe model scoort niet beduidend beter of slechter dan de statistische modellen, hoewel die veel complexer en minder transparant zijn opgesteld. Deze resultaten zijn dus erg hoopgevend en zouden een nieuwe impuls kunnen geven aan het onderzoek inzake modellen ter voorspelling van succes en faling. 6. Toepassing op twee cases: Studio 00 en Sentinel In dit deel wordt het FiTo -model toegepast op twee Belgische ondernemingen, Studio 00 en Sentinel. Studio 00 is het bedrijf achter K3, Kabouter Plop, Spring, Samson en andere tv-figuren. Ook bezit het productiehuis sinds kort alle aandelen van het recreatiepark Plopsaland. In 2003 haalde Studio 00 een (geconsolideerde) omzet van 50,3 miljoen euro en een nettowinst van 4,5 miljoen euro. De onderneming groeit sterk en was al tweemaal op rij genomineerd voor de onderscheiding Onderneming van het jaar. Sentinel opereerde onder de holding Care 4 Data en produceerde diskettes, cd s en dvd s. De onderneming kon de snelle technologische evoluties in de datasector en de prijzenslag steeds moeilijker aan en bovendien bleken sommige investeringen niet te renderen zoals gehoopt. Sentinel legde eind december 2004 de boeken neer. 9
10 De berekening van de FiTo -score wordt in tabel 7 geïllustreerd volgens formule (3) voor Studio 00. De ratiowaarde wordt telkens omgevormd via een logittransformatie en van deze logitscores wordt daarna het rekenkundig gemiddelde genomen. Bij de korte termijn financiële schuldgraad geschiedt de logittransformatie met een negatieve ratio. Tabel 7: Berekening van de FiTo -score voor Studio 00 in 2003 en Ratio Logit Ratio Logit Bruto toegevoegde waarde / personeelskosten 95.29% % Nettorendabiliteit totaal actief voor belastingen 2.55% % Nettorendabiliteit eigen vermogen na belastingen 33.55% % Graad van zelffinanciering 43.53% % Graad van financiële onafhankelijkheid 44.66% % KT financiële schuldgraad (-) 0.2% % Dekking van het vreemd vermogen door de cashflow 35.06% % Nettokasratio 0.86% % FiTo -score (= som logit / 8) In de uiteindelijke voorstelling van de FiTo -score en het FiTo -kompas (zie tabel 8 voor Studio 00 en tabel 9 voor Sentinel) worden de logitscores van de individuele ratio s weggelaten, aangezien ze geen toegevoegde waarde creëren en enkel een tussenstap zijn voor de berekening van de eindscore. Wel worden percentielen toegevoegd een onderneming heeft percentiel x voor een bepaalde ratio als x% van de ondernemingen van de gekozen referentiegroep lager of gelijk scoort dan deze onderneming. (Voorbeeld: in tabel 8 betekent het percentiel 77 voor de ratio bruto toegevoegde waarde / personeelskosten in 2003 dat 77% van de ondernemingen lager of gelijk scoorden op die ratio in dat jaar.) Aldus wordt een onderneming per ratio gepositioneerd t.o.v. zijn referentiegroep. Voor de ratio KT financiële schuldgraad werd bij de logittransformatie al een negatief teken ingevoerd, zodat hier de verdeling van de logitscores gebruikt kan worden. In de tabellen 8 en 9 gebeurt de positionering tegenover alle ondernemingen die een volledig schema neerleggen. Het zijn ook deze percentielen die men gebruikt voor de grafische voorstelling in het FiTo -kompas. Elke pijl stelt een ratio voor. De lengte van de pijl wordt bepaald door de percentielscore. Hoe langer de pijl, hoe beter. Het percentiel van de totale FiTo -score wordt weergegeven door de buitenste rand van de witte cirkel: hoe groter het witte (= zonnige) gedeelte of hoe kleiner het grijze (= mistige) gedeelte, hoe sterker de financiële toestand van de onderneming in dat jaar. Het voorgaande jaar wordt weergegeven door de stippellijn.
11 Tabel 8: Toepassing op gegevens Studio Studio 00 Ratio Percentiel Ratio Percentiel Bruto toegevoegde waarde / personeelskosten 95.29% % 86 Nettorendabiliteit totaal actief voor belastingen 2.55% % 95 Nettorendabiliteit eigen vermogen na belastingen 33.55% % 92 Graad van zelffinanciering 43.53% % 85 Graad van financiële onafhankelijkheid 44.66% % 65 KT financiële schuldgraad (-) 0.2% 67 7.% 53 Dekking van het vreemd vermogen door cashflow 35.06% % 87 Nettokasratio 0.86% % 29 FiTo -score (= som logit / 8)
12 Studio 00 is op basis van zijn FiTo -score van ongeveer 0.6 in tabel 8 een financieel sterke onderneming die algemeen tot de top 5% van de Belgische ondernemingen behoort, ondanks haar zwakkere percentielscore op de KT financiële schuldgraad en de nettokasratio. Studio 00 is een zeer rendabele groeionderneming die voor de financiering van haar groei naast zelffinanciering via het niet uitkeren van winsten beroep doet op korte termijn financiering bij de banken en daardoor een relatief hoge KT financiële schuldgraad en een kleine (in 2002 zelfs negatieve) nettokasratio vertoont. Tabel 9: Toepassing op gegevens Sentinel Sentinel Ratio Percentiel Ratio Percentiel Bruto toegevoegde waarde / personeelskosten 35.27% % 46 Nettorendabiliteit totaal actief voor belastingen 7.35% 65.42% 3 Nettorendabiliteit eigen vermogen na belastingen 6.58% % 25 Graad van zelffinanciering 6.83% % 56 Graad van financiële onafhankelijkheid 3.9% % 47 KT financiële schuldgraad (-) 43.36% % 23 Dekking van het vreemd vermogen door cashflow 22.83% % 52 Nettokasratio % % 5 FiTo -score (= som logit / 8) Sentinel werd in december 2004 failliet verklaard ondanks een aanvaardbare rendabiliteit in 2003 (maar zwakkere rendabiliteit in 2002). De bankfinanciering op korte termijn was echter zeer hoog (percentiel 9 in 2003) en de nettokasratio zeer laag (percentiel 7 in 2003).
13 Naast de positionering via percentielen, kan men de FiTo -score ook vergelijken met de optimale afkappunten (cf. supra deel 4 en tabel 3): - optimaal afkappunt korte termijn: 0.530; - optimaal afkappunt middellange termijn: Studio 00 zit daar zowel in 2003 als 2004 ruim boven. Sentinel scoorde in 2002 al onder het laagste afkappunt en werd dus volgens het FiTo -model toen al als falend bestempeld op korte termijn. In 2003 was er een lichte verbetering in sommige ratio s, waardoor Sentinel net boven de afkapgrens op korte termijn scoorde. De onderneming had echter nog steeds structurele problemen, aangezien de score zich onder het afkappunt op middellange termijn bevond. Besluit De FiTo -meter is de eerste exponent van een nieuwe generatie falingspredictiemodellen, namelijk de eenvoudige-intuïtieve modellen. De variabelen worden hierbij bepaald op basis van expertise. Bovendien wordt het gebruik van verschillende coëfficiënten vermeden. Dit alles komt ten goede aan de stabiliteit en robuustheid van het model. Transparantie en eenvoud komen daardoor in de plaats van complexe statistische procedures die weinig bijbrengen en geen systematisch hogere nauwkeurigheid bieden. Referenties Altman E.I., 968, Financial ratios, discriminant analysis and the prediction of corporate bankruptcy. The Journal of Finance, Vol. 23, nr. 4, September 968, p Beaver W., 967, Financial ratios predictors of failure. Empirical Research in Accounting: Selected Studies 966, Journal of Accounting Research, Supplement to Vol. 4, p. 7- Balcaen S., Ooghe H., 2004, 35 years of studies on business failure: an overview of the classical statistical methodologies and their related problems, Working paper 04/248 Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit Gent en 2004/5 Vlerick Leuven Gent Management School De Tijd, 4 januari 2005, Net geen 8000 failliete bedrijven in 2004, p. Hand David J., 2004, Marginal classifier improvement and reality, presented on Symposium on data mining (Ghent, May ), Joos Ph., Ooghe H., Sierens N., 998, Methodologie bij het opstellen en beoordelen van kredietclassificatiemodellen. Tijdschrift voor Economie en Management, Vol. 8, nr., p Mossman Ch.E., Bell G.G., Swartz L.M., Turtle H., 998, An empirical comparison of bankruptcy models. The Financial Review, Vol. 33, nr. 2, p Ooghe H., Balcaen S., 2002, Are failure prediction models transferable from one country to another? An empirical study using Belgian financial statements, Working paper 02/32 Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit Gent en 2002/3 Vlerick Leuven Gent Management School Ooghe H., Joos P., De Bourdeaudhuij C., 995, Financial distress models in Belgium: The results of a decade of empirical research. International Journal of Accounting, Vol. 30, p Ooghe H., Van Wymeersch C., 2003, Handboek financiële analyse van de onderneming, Intersentia, Antwerpen Platt H.D., Platt M.B., 990, Development of a class of stable predictive variables: the case of bankruptcy prediction. Journal of Business Finance & Accounting, Vol. 7, nr., Spring 990, p. 3-5
Inhoud. Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... HOOFDSTUK 1 FINANCIËLE ANALYSE: INLEIDING... 1
Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... xv xix xxi HOOFDSTUK 1 FINANCIËLE ANALYSE: INLEIDING... 1 1.1. Onderneming, toegevoegde waarde en belanghebbenden... 2 1.2. Rol van de financiële
Nadere informatieHandboek financiële analyse van de onderneming
Handboek financiële analyse van de onderneming Theorie en toepassing op de jaarrekening Boekdeel 1 Prof. dr. Hubert OoGHE Emeritus buitengewoon hoogleraar aan de Vlerick Leuven Gent Management School en
Nadere informatieVERGELIJKEND ONDERZOEK VAN VERSCHILLENDE GENERATIES VAN BELGISCHE MODELLEN VOOR FALINGSPREDICTIE
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2008 2009 VERGELIJKEND ONDERZOEK VAN VERSCHILLENDE GENERATIES VAN BELGISCHE MODELLEN VOOR FALINGSPREDICTIE Masterproef voorgedragen tot
Nadere informatieINHOUD. Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... xxi
INHOUD Voor een eerste kennismaking of een inleidende cursus kunnen de delen met * weggelaten worden. Lijst van tabellen.............................................. Lijst van figuren..............................................
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE. Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... xxi
INHOUDSOPGAVE Voor een eerste kennismaking of een inleidende cursus kunnen de delen met * weggelaten worden. Lijst van tabellen.............................................. Lijst van figuren..............................................
Nadere informatieKredietadvies. Officiële gegevens
Datum: 23/09/2005 Betreft: 434360456 D.F.M. INTERNATIONAL TRADING NV RUYSEVELTSLEI 12 2950 KAPELLEN R1 Handelsrapport Kredietadvies Datum 23-09-2005 Het berekende kredietmaximum bedraagt : 1.250 EUR Het
Nadere informatieAnalyse van de faillissementen in de bouwsector
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2008 2009 Analyse van de faillissementen in de bouwsector Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de Bedrijfseconomie
Nadere informatieWest-Vlaamse bedrijven: fit, gezond en crisisbestendig?
Bekaert West-Vlaamse bedrijven: fit, gezond en crisisbestendig? Lieselot Denorme sociaaleconomisch beleid, WES Ondanks de recente economische crisis zijn de West-Vlaamse bedrijven er globaal in geslaagd
Nadere informatieFACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE. HOVENIERSBERG 24 B-9000 GENT Tel. : 32 - (0)9 264.34.61 Fax. : 32 - (0)9 264.35.
FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE HOVENIERSBERG 24 B-9000 GENT Tel. : 32 - (0)9 264.34.61 Fax. : 32 - (0)9 264.35.92 WORKING PAPER De financiële toestand van de Belgische ondernemingen 2006 Ratio s en
Nadere informatieOnderzoek naar de bruikbaarheid van falingspredictiemodellen voor dienstenondernemingen
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2014 2015 Onderzoek naar de bruikbaarheid van falingspredictiemodellen voor dienstenondernemingen Masterproef voorgedragen tot het bekomen
Nadere informatieHANDBOEK FINANCIËLE ANALYSE VAN DE ONDERNEMING BOEKDEEL 1
HANDBOEK FINANCIËLE ANALYSE VAN DE ONDERNEMING BOEKDEEL 1 HANDBOEK FINANCIËLE ANALYSE VAN DE ONDERNEMING THEORIE EN TOEPASSING OP DE JAARREKENING VOLGENS BELGIAN GAAP EN IFRS BOEKDEEL 1 Prof. dr. Hubert
Nadere informatie2. Welke onderneming heeft op basis van onderstaande gegevens de meest gunstige liquiditeitspositie?
1. Welke van onderstaande uitspraken is correct? a. Het controleverslag van de commissaris verschaft zekerheid dat er geen onjuistheden in de jaarrekening voorkomen. b. Het controleverslag van de commissaris
Nadere informatieFINANCIËLE ANALYSE VAN DE ONDERNEMING BOEKDEEL 1
FINANCIËLE ANALYSE VAN DE ONDERNEMING BOEKDEEL 1 FINANCIËLE ANALYSE VAN DE ONDERNEMING THEORIE EN TOEPASSING OP DE JAARREKENING VOLGENS BELGIAN GAAP EN IFRS BOEKDEEL 1 Prof. dr. Hubert Ooghe Vlerick Business
Nadere informatieOm de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB
1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen
Nadere informatieUITLEG EXAMEN 1E ZIT
UITLEG EXAMEN 1E ZIT 2017-2018 T5 & T6: getallen bij bedragen tijdsindexen en structuurpercentages weg, enkel nog namen en codes Wel deelpunten als getallen en bewerkingen juist zijn 1 E ZIT 2015-2016
Nadere informatieONDERZOEK NAAR DE BRUIKBAARHEID VAN FALINGSPREDICTIEMODELLEN OVER VERSCHILLENDE SECTOREN
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2012-2013 ONDERZOEK NAAR DE BRUIKBAARHEID VAN FALINGSPREDICTIEMODELLEN OVER VERSCHILLENDE SECTOREN Masterproef voorgedragen tot het bekomen
Nadere informatieStructurele ondernemingsstatistieken
1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2012 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele
Nadere informatieDOSSIER N BUDGET/FEDCOM/2015/02 - Annexe 2.4. Balanscentrale. Ondernemingsdossier
DOSSIER N BUDGET/FEDCOM/2015/02 - Annexe 2.4 Balanscentrale Ondernemingsdossier Beknopte handleiding Oktober 2008 Inleiding De Balanscentrale van de Nationale Bank van België (NBB) staat in voor de verspreiding
Nadere informatieInhoud WOORD VOORAF... 1 1. INLEIDING... 3
WOORD VOORAF.......................................................... 1 1. INLEIDING............................................................. 3 2. PUBLICATIEVERPLICHTINGEN...........................................
Nadere informatieONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN HET EIGEN VERMOGEN OP DE FALINGSKANS BIJ VLAAMSE KMO S UIT DE TECHNOLOGISCHE SECTOR
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2014 2015 ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN HET EIGEN VERMOGEN OP DE FALINGSKANS BIJ VLAAMSE KMO S UIT DE TECHNOLOGISCHE SECTOR Masterproef
Nadere informatieExamen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008
Examen Statistische Modellen en Data-analyse Derde Bachelor Wiskunde 14 januari 2008 Vraag 1 1. Stel dat ɛ N 3 (0, σ 2 I 3 ) en dat Y 0 N(0, σ 2 0) onafhankelijk is van ɛ = (ɛ 1, ɛ 2, ɛ 3 ). Definieer
Nadere informatieInhoud WOORD VOORAF... 1 1. INLEIDING... 3
Inhoud WOORD VOORAF.......................................................... 1 1. INLEIDING............................................................. 3 2. PUBLICATIEVERPLICHTINGEN..........................................
Nadere informatieVergelijkend onderzoek van het L-model, het lineair model Ooghe-Verbaere en het logit model Ooghe-Verbaere
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2015 2016 Vergelijkend onderzoek van het L-model, het lineair model Ooghe-Verbaere en het logit model Ooghe-Verbaere Masterproef voorgedragen
Nadere informatieFundamental Analyser (Bron: Reuters)
(Bron: Reuters) Deze informatie is afkomstig van derden in de zin van artikel 24.8 en 24.9 van de Algemene Voorwaarden van BinckBank en is dus niet afkomstig van BinckBank. Deze informatie is indicatief
Nadere informatieSamenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2010 2011 Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren Frederik Verplancke onder leiding van Prof. dr. Gerrit
Nadere informatieDe opstelling en het gebruik van een falingspredictiemodel
ACCOUNTANCY EN FISCALITEIT De opstelling en het gebruik van een falingspredictiemodel Carlos SIAU Abstract Corporate distress and business failure, eventually resulting in corporate bankruptcy, are a sobering
Nadere informatieHfst 6 : Solvabiliteit
Hfst 6 : Solvabiliteit De financiële draagkracht op LT wordt bekeken. Belangrijk voor de relatie tussen een onderneming en haar financiële instelling(en). 3 aspecten van solvabiliteit: 1. Statische solvabiliteit:
Nadere informatieMaha-analyse Algemene ziekenhuizen. Brussel, 10 oktober
Maha-analyse 2018 Algemene ziekenhuizen Brussel, 10 oktober 1 Scope van de studie Context Analyse Balans en investeringen Liquiditeit Solvabiliteit - Financiële schuldgraad Resultatenrekening Activiteit
Nadere informatieFINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST
FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST TOEGEPAST FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST MIEKE KIMPE CARINE COPPENS Vijfde editie Antwerpen Cambridge Financiële analyse van de jaarrekening
Nadere informatieKenmerkende gegevens DE 1. Ondernemingsdossier BE 0999.999.999 Brussel, 31 mei 2013. Balanscentrale. Ondernemingsnummer 0999.999.
Balanscentrale de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 30 01 Fax + 32 2 221 32 66 helpdesk.ba@nbb.be www.nbb.be ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel Ondernemingsdossier BE 0999.999.999
Nadere informatieStructurele ondernemingsstatistieken
Structurele ondernemingsstatistieken 1 Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2016 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele ondernemingsstatistieken beschrijven
Nadere informatieLIQUIDITEIT. + kasinkomsten (=omzet + afname handelsdebiteuren/ - toename handelsdebiteuren) - totale kasstroom van operaties : 360
LIQUIDITEIT 1. Netto bedrijfskapitaal = NBK RATIO: beperkte vlottende activa schulden op korte termijn INTERPRETATIE: in s; vergelijking (1) welke activa binnen 12 maand zullen worden omgezet in beschikbare
Nadere informatieACADEMIEJAAR 2008 2009
ACADEMIEJAAR 2008 2009 Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de bedrijfseconomie Jeroen Devriendt onder leiding van Prof. ir. Ludo Theunissen Ondergetekende verklaart dat
Nadere informatieRentabiliteitsratio s
18 Rentabiliteitsratio s Nu we de begrippen balans, resultatenrekening en kasstromentabel onder de knie hebben, kunnen we overgaan tot het meer interessante werk, nl. het onderzoek naar de performantie
Nadere informatieStatistieken over bezettingsgraden: enkele methodologische beschouwingen
Statistieken over bezettingsgraden: enkele methodologische beschouwingen Inleiding Sinds een drietal jaar kunnen hotels maandelijks cijfers doorgeven aan het steunpunt over het aantal verhuurde kamers,
Nadere informatieHOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE
HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE 1 DOEL VAN REGRESSIE ANALYSE De relatie te bestuderen tussen een response variabele en een verzameling verklarende variabelen 1. LINEAIRE REGRESSIE Veronderstel dat gegevens
Nadere informatieFINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST
FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST TOEGEPAST FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST CARINE COPPENS MIEKE KIMPE Derde editie Antwerpen Cambridge Financiële analyse van de jaarrekening
Nadere informatieHoofdstuk 6: Beoordelen
Hoofdstuk 6: Beoordelen M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H6: Beoordelen Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting
Nadere informatieLICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL
009-04-3 Links: BelgoStat On-line Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - april 009 LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL Voortaan worden de synthetische curven
Nadere informatieDe impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling
VIVES BRIEFING 2018/05 De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling Relatief verlies, absolute winst voor werknemers Yannick Bormans KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen,
Nadere informatie9 tekenen van een naderend faillissement.
9 tekenen van een naderend faillissement Graydon epaper 9 tekenen van een naderend faillissement. 9 tekenen van een naderend faillissement 2 Inhoud Inleiding 3 Check deze 9 signalen 4 Signaal 1. De liquiditeitsratio
Nadere informatieEEN SIMULATIESTUDIE VAN DE SCHEDULE CONTROL INDEX
EEN SIMULATIESTUDIE VAN DE SCHEDULE CONTROL INDEX Universiteit Gent Faculteit economie en bedrijfskunde Student X Tussentijds Rapport Promotor: prof. dr. M. Vanhoucke Begeleider: Y Academiejaar 20XX-20XX
Nadere informatieSamenvatting Nederlands
Samenvatting Nederlands 178 Samenvatting Mis het niet! Incomplete data kan waardevolle informatie bevatten In epidemiologisch onderzoek wordt veel gebruik gemaakt van vragenlijsten om data te verzamelen.
Nadere informatieBEDRIJFSWETENSCHAPPEN. 2. De investeringsbeslissing en de verantwoording ervan
BEDRIJFSWETENSCHAPPEN Hoofdstuk 2: INVESTERINGSANALYSE 1. Toepasbare beoordelingsmethodes 1.1. Pay-back 1.2. Return on investment 1.3. Internal rate of return 1.4. Net present value 2. De investeringsbeslissing
Nadere informatieStatistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013. dr. Brenda Casteleyn
Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013 dr. Brenda Casteleyn dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 2 1. Theorie Met spreiding willen we in één getal uitdrukken hoe verspreid de gegevens zijn: in hoeveel
Nadere informatieDossier regionale luchthavens. 0. Aanleiding:
Dossier regionale luchthavens 0. Aanleiding: In 2004 presenteerde het Vlaams Forum Luchtvaart een rapport en aanbevelingen aan de Vlaamse regering over de luchtvaart in Vlaanderen [2]. Belangrijk onderdeel
Nadere informatieFinanciële hefboomwerking
17 Financiële hefboomwerking Waarom gaan ondernemingen dan schulden aan, kan men zich terecht afvragen? Het antwoord ligt bij de kost van het alternatief. Schulden kosten aanzienlijk minder dan. Er werd
Nadere informatieinhoud voorwoord lijst van figuren inleiding hoofdstuk 1. de jaarrekening
inhoud 5 inhoud voorwoord 11 lijst van figuren 13 inleiding 17 hoofdstuk 1. de jaarrekening 19 1.1 Inleiding 19 1.2 De onderdelen van de jaarrekening 22 1.2.1 De balans 22 1.2.2 De resultatenrekening 23
Nadere informatieSOLVABILITEIT SOLVABILITEIT
KDT Financiele analyse P04.01 1 SOLVABILITEIT KDT Financiele analyse P04.01 2 SOLVABILITEIT In hoeverre is een onderneming in staat haar financiële verplichtingen inzake intrestbetaling en schuldaflossing
Nadere informatieOpleiding Code + officiële benaming van de module Academiejaar 2015-2016 Semester Studieomvang Totale studietijd Aantal lestijden
Opleiding Marketing Code + officiële benaming van de module C4 Financieel Management Academiejaar 2015-2016 Semester: 2 Studieomvang 4 studiepunten Totale studietijd 90 Aantal lestijden 60 Aandeel lestijden
Nadere informatieFINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST
FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST TOEGEPAST FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST MIEKE KIMPE CARINE COPPENS Vierde editie Antwerpen Cambridge Financiële analyse van de jaarrekening
Nadere informatieFinanciële winst meten, meer dan winst?! Piet Gillard Peter Bulckaert Ronald Koopman
Financiële winst meten, meer dan winst?! Piet Gillard Peter Bulckaert Ronald Koopman 20/03/2015 1 WELKOM Piet Gillard (afdeling Toezicht, agentschap Inspectie RWO) Peter Bulckaert (Visitatieraad) Ronald
Nadere informatieClassification - Prediction
Classification - Prediction Tot hiertoe: vooral classification Naive Bayes k-nearest Neighbours... Op basis van predictor variabelen X 1, X 2,..., X p klasse Y (= discreet) proberen te bepalen. Training
Nadere informatieRegionale Verschillen in Loonkosten en Arbeidsproductiviteit. Jozef Konings & Luca Marcolin
Naamsestraat 61 bus 3550 B-3000 Leuven BELGIUM Tel. 032 16 326661 vives@kuleuven.be VIVES Briefings 2013 24 MEI Regionale Verschillen in Loonkosten en Arbeidsproductiviteit Jozef Konings & Luca Marcolin
Nadere informatieGender: de ideale mix
Inleiding 'Zou de financiële crisis even hard hebben toegeslaan als de Lehman Brothers de Lehman Sisters waren geweest?' The Economist wijdde er vorige maand een artikel aan: de toename van vrouwen in
Nadere informatieHerkansing Inleiding Intelligente Data Analyse Datum: Tijd: , BBL 508 Dit is geen open boek tentamen.
Herkansing Inleiding Intelligente Data Analyse Datum: 3-3-2003 Tijd: 14.00-17.00, BBL 508 Dit is geen open boek tentamen. Algemene aanwijzingen 1. U mag ten hoogste één A4 met aantekeningen raadplegen.
Nadere informatieWKK-barometer december. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven
WKK-barometer 2016 december Zwartzustersstraat 16, bus 0102-3000 Leuven 016 58 59 97 info@ @cogenvlaanderen.be www.cogenvlaanderen.be Dit is de tweede WKK-barometer die COGEN Vlaanderen publiceert. De
Nadere informatieNationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs
Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren
Nadere informatieSamenvatting Economie Boekhouden: THEORIE
Samenvatting Economie Boekhouden: THEORIE Samenvatting door J. 1589 woorden 4 maart 2013 5,6 18 keer beoordeeld Vak Economie Economie Boekhouden Waar haalt de onderneming het geld vandaan? Financieringsbehoeften
Nadere informatieHet KMO-Rapport Vlaanderen
Het KMO-Rapport Vlaanderen De financieel-economische gezondheid van de Vlaamse KMO in beeld 2008 Het KMO-Rapport Vlaanderen De financieel-economische gezondheid van de Vlaamse KMOvennootschap en eenmanszaak
Nadere informatieGrafische sector West-Vlaanderen Werkt 2, 2009
Grafische sector West-Vlaanderen Werkt 2, 2009 De grafische sector in West-Vlaanderen Foto: : Febelgra Jens Vannieuwenhuyse sociaaleconomisch beleid, WES De grafische sector is zeer divers. Grafische bedrijven
Nadere informatieFiche 3: tewerkstelling
ECONOMISCHE POSITIONERING VAN DE FARMACEUTISCHE INDUSTRIE Fiche 3: tewerkstelling In de sector werken meer dan 29.400 personen; het volume van de tewerkstelling stijgt met een constant ritme van 3,7 %,
Nadere informatieFinanciële analyse van de jaarrekening
17 hoofdstuk Financiële analyse van de jaarrekening 17.1 B 17. C 17.3 C 17.4 A 17.5 A 17.6 C 17.7 D 17.8 D 17.9 B 17.10 D 17.11 D 17.1 C 17.13 A 17.14 C 17.15 B 17.16 C 1.000.000 / 1.500.000 = 0,08 17.17
Nadere informatieDe omzet moet ingevuld zijn (verplichte vermelding) 70 > 0
5.3.5 Definitie van de ratio's voor ondernemingen Codes die voorkomen in het A. EXPLOITATIE 1. BRUTOVERKOOPMARGE De omzet moet ingevuld zijn (verplichte vermelding) 70 > 0 Bedrijfswinst (-verlies) + 9901
Nadere informatieUitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 6. Opgave 6.1 a. Gemiddeld eigen vermogen = ( ) / 2 =
Opgave 6.1 a. Gemiddeld eigen vermogen = ( 2.600.000 + 3.000.000) / 2 = 2.800.000 REV na belasting = 400.000 100% = 14,29% 2.800.000 b. Gemiddeld totaal vermogen = ( 7.150.000 + 7.200.000) / 2 = 7.175.000
Nadere informatieInterim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit
BENCHMARK OP MAAT Inhoud pagina 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12 Bijlage 1 1 Inleiding Ons product Benchmark Op Maat is speciaal ontwikkeld
Nadere informatieRapportage Flexipol Composites B.V.
2016 Rapportage Flexipol Composites B.V. De heer S.Plaisier 4-10-2016 0 Inhoud Inleiding... 2 1 Dashboard... 3 2 Samenvatting financieringsaanvraag... 4 Winst- & Verlies rekening 2016... 4 Balans per 31-08-2016...
Nadere informatie2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN
Integrale versie 2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN In vergelijking met de vorig jaar gepubliceerde reeksen 2 over de kapitaalgoederenvoorraad (KGV) en de afschrijvingen zijn er drie methodologische aanpassingen
Nadere informatieOndernemerschap in Vlaanderen: een vergelijkende, internationale studie
Ondernemerschap in Vlaanderen: een vergelijkende, internationale studie De Global Entrepreneurship Monitor (GEM) is een jaarlijks onderzoek dat een beeld geeft van de ondernemingsgraad van een land. GEM
Nadere informatieRating-rapport. Rating Demo B.V. te Rotterdam
Rating-rapport Rating Demo B.V. te Rotterdam 04.11.2010 Certificaat URA Solvency Check Rating Demo B.V. Rotterdam URA Solvency prognose: Met een uitvalwaarschijnlijkheid van 0,24% Rating BBB- (overeenkomstig
Nadere informatieDuvel Moortgat : courante netto winst +16%
15 Maart 2000 Duvel Moortgat : courante netto winst +16% Markante feiten van 1999 Beursintroductie: Duvel Moortgat werd begin juni geïntroduceerd op de Beurs van Brussel. Participatie in Noord Amerikaanse
Nadere informatiewww.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 43 belangrijk
www.jooplengkeek.nl belangrijk 1 belangrijk Solvabiliteitskengetallen: de verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen en totaal vermogen 2 3 4 Solvabiliteitskengetallen Er zijn verschillende solvabiliteitskengetallen
Nadere informatieResultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018
Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om
Nadere informatieReële karakteristieken van beleggingscategorieën
Reële karakteristieken van beleggingscategorieën Henk Hoek ORTEC Postbus 4074 3006 AB Rotterdam Max Euwelaan 78 Tel. +31 (0)10 498 6666 info@ortec.com www.ortec.com 6 november 2008 Inleiding: nominaal
Nadere informatieRobuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid
Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De
Nadere informatieFinanciële ratio s met CASH!
Inleiding Het is belangrijk dat je als ondernemer weet hoe je onderneming er financieel voor staat. Hier kan je financiële ratio's goed voor gebruiken. Maar wat zijn ze en wat doe je ermee? Om de financiële
Nadere informatieTrendbarometer campings 2010
Trendbarometer campings 2010 Trendbarometer campings 2010 Verantwoordelijke uitgever: Steunpunt Buitenlands Beleid, Toerisme en Recreatie Spoor Toerisme en Recreatie K.U. Leuven Celestijnenlaan 200 E,
Nadere informatieTrendbarometer campings 2011
Trendbarometer campings 2011 Trendbarometer campings 2011 Verantwoordelijke uitgever: Steunpunt Buitenlands Beleid, Toerisme en Recreatie Spoor Toerisme en Recreatie K.U. Leuven Celestijnenlaan 200 E,
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. De bank heeft een onderpand/zekerheid voor de lening 1 Daphne legt eigen geld in waardoor de lening lager is 1
Opgave 1 1 maximumscore 1 Daphne maximumscore De bank heeft een onderpand/zekerheid voor de lening 1 Daphne legt eigen geld in waardoor de lening lager is 1 3 maximumscore 1 (0 x 10.754,51) 160.000 = 55.090,0
Nadere informatieTrendbarometer hotels 2012 Finaal rapport
Trendbarometer hotels 2012 Finaal rapport Trendbarometer hotels 2012 Inlichtingen Dagmar.Germonprez@toerismevlaanderen.be Tel +32 (0)2 504 25 15 Verantwoordelijke uitgever: Peter De Wilde - Toerisme Vlaanderen
Nadere informatieOnderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie
Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische
Nadere informatieFINANCIËLE ANALYSE EN RATIO S
FINANCIËLE ANALYSE EN RATIO S 1 CONTACT PARMENTIER GUY MGI BVBA Valkenlaan 31 2900 Schoten Tel: 03/685.40.07 Mail: guy@parmrev.be Guy Parmentier Bedrijfsrevisor Executive professor University of Antwerp
Nadere informatieBouwmaterialenvervoer
1 e kwartaal 2016 Zoetermeer, 31 mei 2016 INHOUDSOPGAVE Minder bedrijvigheid Groter overschot Lager omzetniveau Het gaat goed met de Nederlandse bouwsector. In het afgelopen eerste kwartaal werd een omzetgroei
Nadere informatieTechnische nota. Tevredenheid van zelfstandige ondernemers en werkbaar werk. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe
Brussel, februari 2009 Technische nota Tevredenheid van zelfstandige ondernemers en werkbaar werk Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, februari 2009 Technische
Nadere informatieSTUDIE Faillissementen 1 december Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%.
STUDIE Faillissementen 1 december 2016 Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%. 1 september 2016 2 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding
Nadere informatieBijzondere jeugdbijstand
Bijzondere jeugdbijstand Financiële analyse 2009-2011 21 januari 2013 adres Koning Albert II-laan 35 bus 31 1030 Brussel telefoon 02 553 34 34 fax 02 553 34 35 mail contact@zorginspectie.be web www.zorginspectie.be
Nadere informatieNieuw Nederlands Scoremodel
Nieuw Nederlands Scoremodel Sept, 2013 Inhoud De betekenis van de D&B Faillissementsscore Waarom een nieuwe model? Voorspelbaarheid & beschikbaarheid 2 De betekenis van de D&B Faillissementsscore Wat voorspelt
Nadere informatieJongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens
Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende
Nadere informatieOnderzoek naar de karakteristieken van falende ondernemingen
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2011 2012 Onderzoek naar de karakteristieken van falende ondernemingen Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master
Nadere informatieOnderzoek naar de verschillende financiële karakteristieken tussen de erkenningsklassen der aannemers
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIE JAAR 2008 2009 Onderzoek naar de verschillende financiële karakteristieken tussen de erkenningsklassen der aannemers Masterproef voorgedragen
Nadere informatieVoorbeeld Performance Monitor
Voorbeeld Performance Monitor pagina 1 De Performance Monitor Leveranciers in de X-branche 2014 is een uitgave van: Van Es Marketing Services Doelenstraat 4 7607 AJ Almelo tel (+31) 0546 45 66 62 fax (+31)
Nadere informatieRentezoekend Gedrag en Transfers bij Echtscheiding
0 Density.002.004.006.008 Rentezoekend Gedrag en Transfers bij Echtscheiding Auteur: Sietse Bracke i.s.m. Prof. K. Schoors en Prof. G. Verschelden Onderzoeksvraag Wordt rentezoekend gedrag gecompenseerd
Nadere informatieToets 3 HAVO 5 g Diagnostische toets 2012
Uitwerkingen/waardering Toets 3 HAVO 5 20 12 MO Onderdeel 3.1 Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Diagnostische toets 2012 Uitwerkingen/waardering Voor deze toets zijn maximaal 35 punten te behalen; De
Nadere informatieUitgave van UNIZO vzw, UCM en Graydon Belgium nv
JANUARI 2014 Uitgave van UNIZO vzw, UCM en Graydon Belgium nv 2 Redactie Gilles Vandorpe (Coördinator Onderzoek UNIZO-Studiedienst) Charlie Tchinda (Economist-Statisticus UCM Studiedienst) Begeleidingscomité
Nadere informatieFinanciële analyse. Les 3 Kengetallen. Opdracht voor volgende lesweek
Financiële analyse Les 3 Kengetallen Opdracht voor volgende lesweek 1. Ieder teamlid download de financiele gegevens en berekent voor zijn bedrijf uit elke categorie van kengetallen (liquiditeit, solvabiliteit,
Nadere informatieAlternatieve financiële prestatie-indicatoren. Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving
Alternatieve financiële prestatie-indicatoren Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving April 2014 Inhoudsopgave 1 Conclusie en samenvatting 4 2 Doelstellingen, onderzoeksopzet en definiëring
Nadere informatieMicrodataservices. Documentatierapport Baanbeëindigingen wegens faillissement (FAILONTSLAGTAB)
Documentatierapport Baanbeëindigingen wegens faillissement (FAILONTSLAGTAB) Datum :7 februari 2017 Bronvermelding Publicatie van uitkomsten geschiedt door de onderzoeksinstelling of de opdrachtgever op
Nadere informatie3de bach TEW KBM. Theorie. uickprinter Koningstraat Antwerpen ,00
3de bach TEW KBM Theorie Q www.quickprinter.be uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen 168 6,00 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be BOEK 1: ENKELVOUDIGE EN MEERVOUDIGE REGRESSIE
Nadere informatie6. Zee- en luchthavens: poorten op Europa en de wereld
6. Zee- en luchthavens: poorten op Europa en de wereld De totale toegevoegde waarde van de Vlaamse zeehavens en luchthavens nam in 2006 toe. De directe toegevoegde waarde van de zeehavens nam af, maar
Nadere informatieKasstromen II... Kijken we hieronder naar volgende balansen van onderneming Cash N.V.
20 Kasstromen II... Reeds herhaaldelijk werd gewezen op het belang van de liquiditeit en de solvabiliteit voor het voorbestaan van de onderneming. In hetgeen volgt wordt een krachtige methode uiteengezet
Nadere informatie