FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE. HOVENIERSBERG 24 B-9000 GENT Tel. : 32 - (0) Fax. : 32 - (0)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE. HOVENIERSBERG 24 B-9000 GENT Tel. : 32 - (0)9 264.34.61 Fax. : 32 - (0)9 264.35."

Transcriptie

1 FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE HOVENIERSBERG 24 B-9000 GENT Tel. : 32 - (0) Fax. : 32 - (0) WORKING PAPER De financiële toestand van de Belgische ondernemingen 2006 Ratio s en totaalscore op basis van de FiTo -meter Hubert Ooghe 1 Christophe Spaenjers 2 April /16X 1 Buitengewoon hoogleraar Bedrijfsfinanciering Vlerick Leuven Gent Management School en Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering, Faculteit Economie en Bedrijfskunde, Universiteit Gent 2 Wetenschappelijk medewerker, Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering, Faculteit Economie en Bedrijfskunde, Universiteit Gent De auteurs danken Graydon Belgium NV voor de bereidwillige medewerking bij de verzameling en verwerking van de data. D/2006/7012/3X

2 Inleiding Deze studie heeft als primaire doel de evolutie van de financiële gezondheid van de Belgische ondernemingen over een periode van 10 jaar in kaart te brengen. Het is de voortzetting van de jaarlijkse uitgave De financiële toestand van de Belgische ondernemingen (laatste editie: Ooghe, Spaenjers en Vandermoere, 2005). De studie loopt over het tijdsvak De nadruk ligt op de meest recente gegevens van Dit zijn hoofdzakelijk de jaarrekeningen afgesloten op 31 december 2004 en neergelegd in 2005 (ten laatste op 31 december 2005). Aanvullend worden ook de eerste signalen omtrent de evolutie sinds eind 2004 besproken. Dit gebeurt mede op basis van andere studies en onderzoekingen. We hebben getracht een algemeen beeld van de belangrijkste trends te schetsen. Waar nodig worden opvallende evoluties extra belicht en wordt aandacht besteed aan bepaalde groepen van ondernemingen (per regio, sector, grootteklasse en leeftijdscategorie). Bovendien kan de lezer in bijlage heel wat achtergronddata terugvinden. Inzicht in de meest recente dynamiek op het vlak van de financiële toestand van ondernemingen is voor verschillende partijen van groot belang. Hierbij denken we aan de overheid en de patronale en syndicale organisaties, maar ook aan bedrijfsleiders, bankiers, accountants en onderzoekers. Hopelijk kan dit artikel dan ook bijdragen tot een betere kennis van de Belgische ondernemingswereld. In een eerste deel wordt uitleg gegeven bij de data. Deel 2 gaat in op het aantal Belgische ondernemingen en de verdeling hiervan over verschillende sectoren en klassen. Het derde deel is de hoofdmoot van dit artikel en beschrijft de evolutie van de financiële toestand van de Belgische ondernemingen van 1995 tot en met De eerste signalen omtrent 2005 en 2006 worden toegelicht in het vierde deel. Deel 5, tenslotte, concludeert. 1. Data De data die de basis vormen van deze studie zijn de jaarrekeningen uit de databank van informatieleverancier Graydon. Alle Belgische ondernemingen die een jaarrekening neerleggen bij de Balanscentrale, zijn hierin opgenomen. Voor het boekjaar 2004 gaat het om (niet-financiële) vennootschappen. Tabel 1 geeft een overzicht van het aantal ondernemingen per jaar over de periode Tussen 1995 en 2004 zijn er ondernemingen bijgekomen, een stijging van 36%. Tabel 1: Aantal ondernemingen opgenomen in deze studie ( ) Jaar Totaal

3 Een kleine vertekening is mogelijk voor het jaar 2004, omdat zelfs eind 2005 niet alle ondernemingen hun jaarrekening voor het jaar 2004 hadden neergelegd. Het reële aantal Belgische ondernemingen ligt in 2004 dus waarschijnlijk nog iets hoger. Deze vertekening is echter quasi verwaarloosbaar, gezien de late afsluiting van onze sample (op 31 december 2005) en de steeds vroegere neerlegging van de jaarrekeningen (Graydon, 2006). De berekening van ratiowaarden en FiTo -scores (cf. infra) werd eveneens uitgevoerd door Graydon, in samenwerking met de auteurs. De bespreking van de resultaten gebeurt meestal aan de hand van de middelste onderneming of de mediaanonderneming. De mediaan wordt verkozen boven het (gewogen) gemiddelde, omdat de resultaten dan niet vertekend worden door grootteverschillen en extreme waarnemingen. Hierna wordt, waar nodig, dieper op de methodologie ingegaan. 2. Het ondernemingsveld in België De populatie van ondernemingen (cf. tabel 1) wordt ingedeeld in groepen volgens verschillende criteria, met name regio, sector, grootteklasse en leeftijdscategorie. Dit legt enkele belangrijke evoluties in het Belgische ondernemingsveld bloot. De indeling naar regio staat beschreven in tabel 2. Ongeveer 62% van de Belgische ondernemingen is gevestigd in Vlaanderen. De stijging van het totaal aantal ondernemingen in 2004 is voor een nog groter deel aan Vlaanderen toe te wijzen. Opvallend is verder het dalend aantal ondernemingen in Brussel in Brussel heeft volgens bepaalde studies de hoogste startersdichtheid (Unizo, 2005), maar ook de hoogste faillissementsgraad (Graydon, 2005b). Tabel 2: Aantal ondernemingen per regio ( ) Jaar Vlaanderen Wallonië Brussel Totaal De Belgische ondernemingen worden ook opgedeeld naar sector. Volgende vier grote sectoren worden hierna gebruikt: industrie, bouw, handel & horeca en vervoer & diensten. Voor de volledigheid vermelden we in tabel 3 ook het aantal overige (inclusief de niet-classificeerbare 4 ) ondernemingen. Een eerste opvallende vaststelling is dat het aantal Belgische industriële ondernemingen quasi constant is gebleven sinds het einde van de jaren 90. Het aantal dienstenondernemingen kent daarentegen een continue groei. Dat is niet verwonderlijk aangezien het vooral de (zakelijke) 3 In sommige jaren zijn er enkele ondernemingen waarvan de regio niet geïdentificeerd is in de databank. Hierdoor kan het totaal aantal ondernemingen zeer licht afwijken van de som van het Vlaamse, Waalse en Brusselse aantal. 3

4 dienstensector is die veel starters aantrekt (Unizo, 2005). In 2004 zijn er zelfs voor het eerst meer ondernemingen in de sector vervoer & diensten dan in de sector handel & horeca. Bij deze laatste ondernemingen zien we in 2004 een lichte daling. Tabel 3: Aantal ondernemingen per sector ( ) Jaar Industrie Bouw Handel & horeca Vervoer & diensten Overige Totaal Bij de onderverdeling naar grootte wordt in deze studie een onderscheid gemaakt tussen grote ondernemingen met personeel die een volledig jaarrekeningschema neerleggen 5 (GO), kleine ondernemingen met personeel die een verkort jaarrekeningschema opstellen (KO) en ondernemingen zonder personeel (OZP). Ondernemingen die een volledig jaarrekeningschema moeten volgen, zijn ondernemingen met een personeelsbestand waarvan het jaargemiddelde meer dan 100 werknemers bedraagt of ondernemingen die meer dan één van de volgende drie criteria overschrijden: jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50 omzet exclusief BTW: 200 miljoen BEF (boekjaren ), EUR (boekjaren ) of EUR (boekjaar ) balanstotaal: 100 miljoen BEF (boekjaren ), EUR (boekjaren ) of EUR (boekjaar 2004) Ondernemingen die deze criteria niet bereiken, dienen slechts een verkort jaarrekeningschema op te stellen. Ondernemingen zonder personeel zijn ondernemingen die een jaarrekening volgens het volledig of volgens het verkort schema openbaar maken en geen personeelskosten (code 62 uit resultatenrekening) vermelden. De post gemiddeld personeelsbestand uit de toelichting wordt dus niet gebruikt als criterium. Deze rubriek is immers vaak minder nauwkeurig ingevuld. Uit tabel 4 blijkt dat het aantal grote ondernemingen in 2004 voor het tweede jaar op rij daalt. Dit kan echter ook te maken hebben met het opschuiven van de classificatiegrenzen. Het zijn vooral de ondernemingen zonder personeel die in aantal blijven stijgen. In 1996 en 1997 was er al een spectaculaire toename van het aantal ondernemingen zonder personeel, omdat vanaf 1996 enkel de werknemers ingeschreven in het personeelsregister als personeelsleden van een onderneming worden beschouwd. Ook na de wijziging blijft het belang van deze klasse van ondernemingen echter 4 Elke onderneming die niet BTW-plichtig is en dus geen Nace-Bel-activiteitscode wordt toegekend, wordt opgenomen in deze categorie. 5 Behalve ondernemingen die verplicht een volledig schema volgen, kan het ook gaan om kleinere ondernemingen die dit vrijwillig doen. Toch geeft dit ook dan vaak een indicatie van de relatieve grootte. 6 Voor ondernemingen die hun jaarrekening afsloten op of na 31 december

5 toenemen. In 2004 maken de ondernemingen zonder personeel ongeveer 51% uit van het totaal. Bij de kleine ondernemingen zien we in 2004 een stagnatie van de groei. Tabel 4: Aantal ondernemingen per grootteklasse ( ) Jaar GO KO OZP Totaal We maken ook een opsplitsing naar leeftijdscategorie. De ondernemingen worden opgesplitst in drie categorieën: minder dan vijf jaar oud, vijf tot en met tien jaar oud en ouder dan tien jaar. De leeftijd van een onderneming wordt berekend door de afsluitingsdatum van de jaarrekening te vergelijken met de oprichtingsdatum van de onderneming. Tabel 5 toont een aantal opmerkelijke trends. De daling van het aantal jonge ondernemingen (mede veroorzaakt door het dalend aantal starters) in het midden van de jaren 90 heeft geleid tot een daling van het aantal bedrijven tussen vijf en tien jaar aan het begin van dit decennium. Tussen 1999 en 2003 groeit het aantal ondernemingen jonger dan vijf jaar terug. Het belang van de vennootschappen ouder dan tien jaar stijgt van 31,7% naar 49,6% tussen 1995 en Tabel 5: Aantal ondernemingen per leeftijdscategorie Jaar jaar jaar > 10 jaar Totaal De financiële toestand van de Belgische ondernemingen Na een analyse van het aantal ondernemingen in België, wordt in dit deel de (evolutie van de) financiële gezondheid van de doorsnee Belgische onderneming onderzocht. Hierbij wordt gebruik gemaakt van financiële ratio s. Een ratio is een verhoudingsgetal waarbij twee of meer gegevens uit de balans, resultatenrekening en/of toelichting aan elkaar gerelateerd worden om een beter inzicht te krijgen in de financiële situatie van een onderneming. De financiële analyse is in deze studie gebaseerd op ratio s die betrekking hebben op vier klassieke dimensies, met name toegevoegde waarde, rentabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit. De hierna gebruikte ratio s worden bovendien geïntegreerd in het FiTo -model (Ooghe en Spaenjers, 2005) dat aan het einde van dit deel gebruikt zal worden om een samenvattend en geïntegreerd beeld te geven van de verschillende dimensies. De berekening van de ratio s wordt gespecificeerd in appendix 1. 5

6 Zoals al eerder aangehaald, moeten de resultaten voor 2004 met enige omzichtigheid worden behandeld. Omdat ondernemingen die hun jaarrekening te laat neerleggen zich gemiddeld in een minder gunstige financiële positie bevinden (NBB, 2005), gaat het vermoedelijk om een lichte positieve vertekening. Gezien de late afsluiting van de dataverzameling is deze afwijking hoogstwaarschijnlijk miniem. 3.1 Toegevoegde waarde Het begrip toegevoegde waarde is een maatstaf voor de globale economische prestaties van een onderneming. Toegevoegde waarde kan gedefinieerd worden als de waarde van de productie, verminderd met het intermediaire verbruik (i.e. de kosten van handelsgoederen, verbruikte grond- en hulpstoffen en diensten en diverse goederen). De ratio bruto toegevoegde waarde / personeelskosten wordt gebruikt als graadmeter voor de dimensie toegevoegde waarde. Traditioneel is dit immers een ratio die sterk discrimineert tussen lopende en falende ondernemingen. Een hogere toegevoegde waarde leidt normaliter tot een stevigere concurrentiepositie, maar niet als dit gepaard gaat met een te hoge proportie (vaste) personeelskosten (Ooghe en Van Wymeersch, 2003). Figuur 1 geeft de evolutie van de verhouding van de bruto toegevoegde waarde tot de personeelskosten 7 van 1995 tot 2004 voor de drie kwartielen (25 e, 50 e en 75 e percentiel) 8. De waarde bij het 75 e percentiel is hoger dan of gelijk aan de waarde bij 75% van de Belgische ondernemingen. Het 50 e percentiel (ofwel de mediaan) is de waarde bij de middelste onderneming. Voor het 25 e percentiel is de redenering analoog. Figuur 1: Evolutie van bruto toegevoegde waarde / personeelskosten (%) 350,00 300,00 250,00 75e percentiel 50e percentiel 25e percentiel 200,00 150,00 100, ,88% De mediaanwaarde van de Belgische ondernemingen stijgt in 2004 tot 166,88%. Dit is 2,80% meer dan in Enkel in 2000 was er een hogere mediaan. Het 75 e percentiel bereikt in 2004 wel een nieuw 7 De ondernemingen zonder personeel worden hier vanzelfsprekend buiten beschouwing gelaten. 6

7 maximum (290,02%), terwijl het 25 e percentiel door de jaren heen quasi constant blijft. Dit wijst erop dat goed presterende ondernemingen er in slagen steeds meer toegevoegde waarde te creëren en dat de minder performante bedrijven achterblijven. De Vlaamse ondernemingen (in 2004 een mediaanwaarde van 172,20%) creëren beduidend meer toegevoegde waarde dan de Waalse (165,17%) en de Brusselse (146,32%) 9. Vooral de kleine (170,98%) en de jonge (180,32%) ondernemingen scoren goed. Ten slotte ligt de bruto toegevoegde waarde in verhouding tot de personeelskosten traditioneel het hoogst in de sector vervoer & diensten (170,44%). In de (arbeidsintensieve) sector bouw (146,11%) ligt de mediaanwaarde het laagst. 3.2 Rentabiliteit De rentabiliteit duidt aan of er voldoende resultaat voortvloeit uit de werking van een onderneming. Het gaat dus om een vergelijking tussen opbrengsten en kosten. Rentabiliteitsratio s hebben tot doel de resultaten van de onderneming op relatieve basis te evalueren. Hierna gebeurt dit in relatie tot de bedrijfsactiva en het eigen vermogen. De nettorentabiliteit van de bedrijfsactiva voor belastingen legt de relatie tussen bedrijfsresultaten en bedrijfsactiva vast. De ratio geeft aan welk bedrijfsresultaat (na niet-kaskosten, maar voor belastingen) er behaald wordt per 100 euro investeringen in bedrijfsactiva. Zodoende worden de resultaten gegenereerd door de financiële activa buiten beschouwing gelaten. Ook uitzonderlijke resultaten worden geweerd. De nadruk wordt dus gelegd op de prestaties op het gebied van verkoop en/of productie van goederen en diensten. In figuur 2 wordt de evolutie geschetst van de nettorentabiliteit van de bedrijfsactiva voor het geheel van de Belgische ondernemingen tussen 1995 en Eerst is er de stijgende evolutie tot Hierna volgt een negatieve groei in de moeilijke jaren Een duidelijk herstel is te zien in 2003 en vooral in De mediaan bedraagt in ,29%, een nieuw maximum. Het vorige record werd opgetekend in 2000 toen de doorsnee Belgische onderneming een rentabiliteit had van 4,93%. Ook valt de sterke stijging op van het 75 e percentiel. Die stijgt tussen 2002 en 2004 van 15,14% naar 17,40%. Dit is opnieuw een aanwijzing voor de zeer sterke prestaties in 2003 en 2004 van het bovenste kwart van de Belgische ondernemingen. Langs de andere kant zien we dat het 25 e percentiel constant uitgesproken negatief is. Voor 2004 betekent dit concreet dat 25% van de ondernemingen een negatief nettobedrijfsresultaat boekt van minstens 2 euro per 100 euro investeringen in bedrijfsactiva. Opvallend in het achterliggende cijfermateriaal is de hoge nettorentabiliteit van de jonge ondernemingen (6,52%) in Wat grootteklasse betreft, doen vooral de kleine ondernemingen 8 Het cijfermateriaal bij de figuren 1 tot en met 9 is te vinden in appendix 2. 9 Tabellen met extra data over regio s, grootteklassen en leeftijdscategorieën (in combinatie met de sector) zijn na te lezen in appendix 3. Meer informatie over de evolutie per sector zit in appendix 4. 7

8 (6,19%) het goed. Vlaanderen (5,58%) doet het net iets beter dan Wallonië (5,43%) en beide veel beter dan Brussel (3,65%). Op sectorvlak doen in 2004 vooral de ondernemingen uit de bouw (6,46%) het goed. Handel & horeca (4,51%) laat een zwakke nettorentabiliteit optekenen. Figuur 2: Evolutie van de nettorentabiliteit van de bedrijfsactiva (%) 20,00 15,00 10,00 5,00 75e percentiel 50e percentiel 25e percentiel 0,00-5, ,29% De nettorentabiliteit van het eigen vermogen na belastingen geeft aan hoeveel winst na aftrek van de financiële kost van het vreemd vermogen en na belastingen de onderneming genereert in verhouding tot haar eigen vermogen. Dit is de ultieme rentabiliteitsmaatstaf voor de aandeelhouders. In figuur 3 krijgen we een beeld van de evolutie van die nettorentabiliteit tussen 1995 en We zien voor alle kwartielen een golfbeweging, die de conjunctuur van het laatste decennium min of meer volgt. Van 1996 tot 2000 evolueren de resultaten in positieve zin. Daarna krijgen we lichte terugval, maar in 2003 en 2004 kan een opmerkelijke remonte worden waargenomen. De nettorentabiliteit van het eigen vermogen stijgt voor de Belgische mediaanonderneming van 5,38% in 2002 naar 6,59% in 2003 en 7,72% in Figuur 3: Evolutie van de nettorentabiliteit van het eigen vermogen (%) 30,00 25,00 20,00 15,00 10,00 5,00 0,00-5,00-10, e percentiel 50e percentiel 25e percentiel 7,72% In tegenstelling tot bij de nettorentabiliteit van de bedrijfsactiva doen de grote ondernemingen (9,97%) het hier beter dan de kleine ondernemingen (9,70%) in Dit kan te danken zijn aan hun beter 8

9 gebruik van de financiële hefboom. De ondernemingen zonder personeel hinken duidelijk achterop met een mediaanwaarde van 5,34%. Vlaanderen (8,10%) heeft opnieuw een hogere mediaan dan Wallonië (7,76%) en vooral Brussel (5,72%). Qua sectoren presteert ook hier de bouwsector (9,32%) opvallend goed na een sterke stijging in de rentabiliteit in 2003 en Het meest in het oog springend is echter de uitstekende prestatie van de ondernemingen jonger dan vijf jaar. Met een mediaan van 16,92% laten zij de ondernemingen tussen vijf en tien jaar (10,31%) en de ondernemingen ouder dan tien jaar (5,18%) een heel eind achter zich. Waarschijnlijk heeft het (veelal gedwongen) beperkte gebruik van eigen vermogen hier wat mee te maken (cf. infra). 3.3 Solvabiliteit Een derde dimensie die cruciaal is in de financiële beoordeling van een onderneming is de solvabiliteit. Solvabiliteit staat voor meer dan zomaar de schuldgraad van de onderneming. Het gaat ook over de meer gedetailleerde samenstelling van het passief en over het vermogen om schulden en interestkosten terug te betalen. De solvabiliteit van de Belgische ondernemingen wordt hierna gemeten aan de hand van een viertal ratio s. De zelffinancieringsgraad is een niet-traditionele ratio die nochtans sterk discrimineert tussen lopende en falende ondernemingen (Ooghe en Van Wymeersch, 2003). De ratio wordt berekend als (reserves + overgedragen resultaten) / eigen vermogen. Deze ratio kan gezien worden als een indicator van (1) de gecumuleerde rentabiliteit uit de voorbije jaren en het boekjaar zelf, (2) de dividend- en reserveringspolitiek en (3) de leeftijd van de onderneming. Een jongere, weinig rendabele onderneming zal een eerder lage zelffinancieringsgraad hebben. Een oudere onderneming met veel niet-uitgekeerde winsten uit het verleden heeft daarentegen een grotere financiële weerstand. Figuur 4 geeft de evolutie van de zelffinancieringsgraad. De mediaanwaarde stijgt constant sinds Toen bedroeg de graad van zelffinanciering nog 2,48%; in 2004 was dat al opgelopen tot 6,73%. Het 25 e percentiel heeft nog wel enkele dalingen gekend sinds 1996, terwijl het 75 e percentiel fors stijgt. Ook bij deze ratio wordt het verschil tussen het best en slechtst presterende kwart ondernemingen dus groter. Figuur 4: Evolutie van de graad van zelffinanciering (%) 9

10 40,00 30,00 20,00 10,00 75e percentiel 50e percentiel 25e percentiel 0,00-10,00-20, ,73% De mediaanwaarde voor de grote en kleine ondernemingen benadert de 10%, terwijl de ondernemingen zonder personeel een graad van zelffinanciering hebben van 3,37%. Aangezien de zelffinancieringsgraad ook een indicator is voor de historiek van de onderneming, is het niet verwonderlijk dat de ondernemingen ouder dan tien jaar (11,24%) een heel wat hogere mediaan hebben dan de jongere ondernemingen. De Vlaamse ondernemingen (8,83%) doen het ook op dit criterium heel wat beter dan de Waalse (5,32%) en de Brusselse (1,41%). Sectorieel gezien valt de slechte ratio op van de sector handel & horeca (4,22%) vooral te wijten aan de negatieve zelffinancieringsgraad in de horeca en de uitstekende ratio van de sector bouw (14,48%). De algemene graad van financiële onafhankelijkheid het eigen vermogen gedeeld door het totaal vermogen geeft een aanduiding van de mate waarin een onderneming zich meer met eigen vermogen en dus minder met vreemd vermogen financiert. Bijgevolg wijst een hoge graad van financiële onafhankelijkheid op een lage schuldgraad en omgekeerd. De graad van financiële onafhankelijkheid kan gebruikt worden als indicator voor het financieel risico van de onderneming. Hoe lager de financiële onafhankelijkheid, hoe meer schulden, hoe meer vaste betalingsverplichtingen omwille van schuldaflossing en interest en dus hoe groter het financiële risico dat deze verplichtingen niet kunnen nagekomen worden. Dat de financiële onafhankelijkheidsgraad over de jaren heen zeer stabiel is, blijkt uit figuur 5. De mediaanwaarde blijft tussen 1996 en 2003 net onder de 30% hangen en stijgt er in 2004 bovenuit (30,87%). Het 75 e percentiel schommelt rond de 60%. Bij een klein kwart van de ondernemingen worden de activiteiten voor meer dan 90% door schulden gefinancierd. Ook hier valt weinig dynamiek te bespeuren. Consistent met gegevens van de NBB (2005) heeft zo n 16% van de Belgische ondernemingen in onze databank een negatieve financiële onafhankelijkheidsgraad, wat een negatief eigen vermogen impliceert. Figuur 5: Evolutie van de algemene graad van financiële onafhankelijkheid (%) 10

11 70,00 60,00 50,00 40,00 30,00 75e percentiel 50e percentiel 25e percentiel 20,00 10,00 30,87% 0, Net zoals de zelffinancieringsgraad stijgt ook deze ratio gemiddeld gezien mee met de leeftijd van de onderneming. Ondernemingen ouder dan tien jaar hebben dan ook een mediaanwaarde van 38,57% op deze ratio. Vlaanderen doet het opnieuw beter dan de andere regio s. Wat vreemd is dat de ondernemingen zonder personeel met 36,43% een hogere graad van financiële onafhankelijkheid hebben dat de grote (28,57%) en kleine ondernemingen (27,04%). Dit kan ook te maken hebben met het feit dat ondernemingen zonder personeel moeilijker aan schuldfinanciering geraken. De horeca zorgt ervoor dat de sector handel & horeca (24,85%) opnieuw de laagste mediaanwaarde heeft. De horecasector heeft immers veel jonge en verlieslatende ondernemingen met veel schulden. Financiële schulden zijn schulden uit hoofde van financiering die niet rechtstreeks voortvloeien uit operaties van een onderneming. Meestal gaat het om bankfinanciering. In de korte termijn financiële schuldgraad worden de korte termijn financiële schulden uitgedrukt in procent van het totaal der korte termijn schulden, die ook een operationele oorzaak kunnen hebben (handelsschulden of ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen). Vooral ondernemingen die het moeilijk hebben of sterk groeien, gaan meer financiële schulden aan op korte termijn. Rendabele bedrijven financieren vooral met gereserveerde en overgedragen winsten, zonder extra financiële verplichtingen aan te gaan. Er is dus een negatief verband met de financiële toestand: hoe groter de korte termijn financiële schuldgraad, hoe zwakker de financiële situatie van het bedrijf. Er dient hiervoor opgelet te worden bij de interpretatie: een daling van de mediaan is dus positief. In figuur 6 wordt de evolutie weergegeven van de korte termijn financiële schuldgraad tussen 1995 en De mediaan daalt tussen 1996 en 2002, maar veert daarna terug een beetje op tot 13,76% in Mogelijk heeft de lage rente hier iets mee te maken. Het 75 e percentiel gaat over de jaren heen van een ruime 5% naar ongeveer 4%, terwijl het 25 e percentiel de laatste zes jaren rond de 31% schommelt. Figuur 6: Evolutie van de korte termijn financiële schuldgraad (%) 11

12 40,00 30,00 20,00 75e percentiel 50e percentiel 25e percentiel 10,00 0, ,76% Vooral grote ondernemingen hebben blijkbaar veel financiële schulden op korte termijn de mediaanwaarde van 19,07% ligt een stuk boven die van kleine ondernemingen (12,99%) en ondernemingen zonder personeel (14,58%). Opnieuw zien we een verband met de oudere ondernemingen die eveneens een hogere korte termijn financiële schuldgraad (15,11%) hebben dan de ondernemingen jonger dan tien jaar. Opvallend is ook dat Vlaanderen (14,40%) het op deze ratio slechter doet dan Wallonië (13,31%) en Brussel (12,14%). Op sectorvlak zien we geen noemenswaardige verschillen. De dekking van het totaal vreemd vermogen door de cashflow geeft aan welk percentage van het totaal vreemd vermogen uit de cashflow van een bepaald jaar kan terugbetaald worden. De teller van deze ratio omvat de cashflow na financiële kosten van het vreemd vermogen en na belastingen, die voor de terugbetaling van vreemd vermogen kan aangewend worden. Deze dekkingsratio is dus de indicator bij uitstek om de schuldaflossingcapaciteit van een onderneming te meten. Bovendien staat deze solvabiliteitsratio door de opname van cashflow in de teller ook in verband met de liquiditeit en rentabiliteit. In figuur 7 zien we de golfbeweging die we ook al bij de nettorentabiliteit van het eigen vermogen zagen: een stijging eind jaren 90, gevolgd door een mindere periode en een sterke heropleving in 2003 en De mediaan komt uit op een nieuwe recordhoogte, met name 13,11%. Concreet betekent dit dat bij een doorsnee onderneming het totaal vreemd vermogen (inclusief het vreemd vermogen op korte termijn) op minder dan 8 jaar kan worden terugbetaald, indien de cashflow constant blijft 10. Het 75 e percentiel stijgt sterk van 31,31% in 2002 naar 35,96% in Het 25 e percentiel daarentegen blijft schommelen rond de 2%. Met die cashflow duurt het dus een vijftigtal jaar om het vreemd vermogen af te lossen. Iets meer dan 20% van de ondernemingen heeft zelfs een negatieve cashflow en dus geen aflossingscapaciteit. Figuur 7: Evolutie van de dekking van het vreemd vermogen door de cashflow (%) 10 Door de ratio om te keren, krijgen we het aantal jaren dat theoretisch nodig zou zijn om het totale vreemd vermogen terug te betalen: 100% / 13,11% = 7,63. 12

13 40,00 30,00 20,00 75e percentiel 50e percentiel 25e percentiel 10,00 0, ,11% Vlaamse (13,91%) en Waalse (13,44%) ondernemingen hebben een duidelijk hogere dekkingsgraad dan Brusselse (9,07%). Verder doen vooral kleine (14,81%) en jonge (13,59%) ondernemingen het goed. Op het vlak van sectoren springt opnieuw de bouwsector (17,98%) er uit in positieve zin en de handel & horeca (10,30%) in negatieve zin. 13

14 3.4 Liquiditeit Een laatste aspect van de financiële gezondheid van een onderneming is de liquiditeit. Liquiditeit betreft de mate waarin de onderneming in staat is kasmiddelen te mobiliseren om haar kortlopende betalingsverplichtingen na te leven. In essentie gaat het dus om een vergelijking van kasinkomsten en uitgaven. De nettokasratio is een maatstaf voor de liquiditeit van een onderneming op zeer korte termijn. Deze ratio geeft aan welk percentage de nettokaspositie uitmaakt van de vlottende activa (i.e. de activa die binnen het jaar in liquiditeiten kunnen worden gerealiseerd). De nettokaspositie bestaat uit het gedeelte van de geldbeleggingen en liquide middelen dat overblijft na aftrek van de financiële schulden op ten hoogste één jaar. De nettokasratio is negatief wanneer de nettokas negatief is en de financiële schulden op ten hoogste één jaar dus groter zijn dan de som van de geldbeleggingen en de liquide middelen. De nettokasratio van de doorsnee Belgische onderneming neemt duidelijk toe. Dat is te merken in figuur 8. De mediaan stijgt van 11,82% in 1995 naar 20,19% in Opnieuw is dit een recordwaarde in het laatste decennium. De middelste onderneming beschikt dus over voldoende liquiditeiten op korte termijn. Ook het 25 e percentiel stijgt over de jaren heen van een negatieve ratio in 1995 tot een nipt positieve waarde in Figuur 8: Evolutie van de nettokasratio (%) 70,00 60,00 50,00 40,00 30,00 75e percentiel 50e percentiel 25e percentiel 20,00 10,00 0,00-10, ,19% De nettokasratio verschilt duidelijk tussen de grootteklassen. De middelste grote onderneming heeft een nettokasratio van 5,63%, terwijl de kleine ondernemingen een mediaan halen van 15,61% en de ondernemingen zonder personeel zelfs 29,50%. Dit zou te maken kunnen hebben met de noodzaak aan een absoluut minimum aan liquide middelen, dat relatief groter is voor kleinere ondernemingen. Jonge ondernemingen hebben tevens een relatief betere nettokaspositie dan oudere ondernemingen. Regionaal zien we weinig verschillen. Bij de sectoren springt de sector vervoer & diensten er uit met een mediaanwaarde van 24,49%. Bij de andere sectoren is dit telkens minder dan 14%. 14

15 3.5 De algemene financiële toestand: de FiTo -score De acht ratio s die tot nog toe gebruikt zijn, kunnen worden geïntegreerd in de FiTo -meter. Dit model combineert de acht ratio s door het rekenkundig gemiddelde te nemen van de logitwaarden 11 van de ratio s. Bij de korte termijn financiële schuldgraad wordt (omwille van het negatief verband) eerst een minteken voor de ratio gezet alvorens de logittransformatie wordt uitgevoerd. Verder is het belangrijk te weten dat er benaderende waarden gebruikt worden bij alle ratio s waar de noemer kleiner dan of gelijk is aan 0. Hier wordt telkens de mediaan van de referentiegroep 12 gebruikt. De FiTo -score geeft dus een samenvattend beeld van de financiële toestand van een onderneming in één getal tussen 0 en 1. Figuur 9 schetst de evolutie van deze maatstaf tussen 1995 en De financiële gezondheid van het doorsnee Belgische bedrijf verbeterde continu tussen 1995 en In 2001 en 2002 kende de gemiddelde onderneming een terugval, maar in 2003 en 2004 steeg de mediaan opnieuw. In 2004 is er zelfs sprake van een nieuwe recordhoogte (0,5702). Dezelfde golfbeweging zien we ook bij het 75 e en het 25 e percentiel. De algemene conjunctuur van de laatste tien jaar wordt dus duidelijk weerspiegeld in de trend van de FiTo -score. Figuur 9: Evolutie van de FiTo -score (tussen 0 en 1) 0,6200 0,6000 0,5800 0,5600 0,5400 0, e percentiel 50e percentiel 25e percentiel 0,5702 0, Regionaal steekt Vlaanderen (0,5730) boven Wallonië (0,5691) en Brussel (0,5585) uit. Een doorsnee Vlaamse onderneming verkeert dus in een betere financiële toestand dan een Waalse of een Brusselse. Ook doen de kleine ondernemingen (0,5728) het beter dan de ondernemingen zonder personeel (0,5682) en de grote ondernemingen (0,5626). Qua leeftijdscategorie zijn er anno 2004 geen grote verschillen meer waar te nemen. De jonge ondernemingen hebben zelfs een licht hogere mediaanscore. Dat de financiële kwaliteit van de 11 Door een logittransformatie wordt voor elke ratio vergelijkbare waarden tussen 0 en 1 bekomen. 12 Dit is een groep ondernemingen met dezelfde kenmerken (qua sector, grootteklasse, leeftijdscategorie en eventueel regio), maar met een positieve noemer. Bij de positieve referentiegroep is de teller groter dan 0 en bij de negatieve referentiegroep kleiner dan 0. 15

16 ondernemingen jonger dan vijf jaar er het laatste decennium sterk op is vooruitgegaan, blijkt uit figuur 10. Figuur 10: Evolutie van de FiTo -score (mediaan per leeftijdscategorie) 0,5750 0,5713 0,5700 0, jaar 5-10 jaar > 10 jaar 0,5600 0, In figuur 11 wordt de evolutie per sector bekeken. De sector vervoer & diensten heeft steeds de hoogste mediaan in 2004 bedraagt die 0,5744. Veel is hier te danken aan de hoge scores van de ondernemingen in de subsector gezondheidszorg & maatschappelijke dienstverlening, die de laatste tien jaar een enorme vooruitgang heeft geboekt. De bouwsector doet het opvallend goed, zeker in de laatste twee jaren. Handel & horeca strandt in 2004 op 0,5608 en ziet de achterstand op de andere sectoren weer wat groter worden. Figuur 11: Evolutie van de FiTo -score (mediaan per sector) 0,5800 0,5750 0,5700 0,5650 0,5600 0,5744 Vervoer & diensten Bouw Industrie Handel & horeca 0,5550 0,5500 0,5608 0, Evolutie Zoals in het vorige deel aangetoond, is er een opmerkelijke verbetering waar te nemen in de algemene financiële gezondheid van de Belgische ondernemingen in 2003 en Vraag is of deze trend zich door zal zetten in 2005 en De jaarrekeningen zijn vanzelfsprekend nog niet beschikbaar en dus is 16

17 het onmogelijk dezelfde analyses uit te voeren. Wel zijn prognoses op basis van andere (macroeconomische) data mogelijk. De sterke verbetering van zowat alle ratio s in 2003 en 2004 hangt samen met het aantrekken van de Belgische economie in die jaren. Die economie belandt echter in het vierde kwartaal van 2004 in een groeivertraging die zich doorzet in de eerste jaarhelft van 2005 (Federaal Planbureau, 2005). De Belgische ondernemingen krijgen af te rekenen met een sterk verzwakte buitenlandse vraag, mede door de sterke prijsstijging van de grondstofprijzen en de appreciatie van de euro (NBB, 2006a). Vooral de industriële sectoren kennen hierdoor een teruglopende activiteit. Deze groeivertraging aan het begin van 2005 leidt ook tot een dalend ondernemersvertrouwen. De algemene synthetische conjunctuurindicator van de NBB bereikt in juni 2005 een dieptepunt (NBB, 2006a). Wel vindt er in 2005 een ongewoon krachtige groei in de investeringen plaats na drie jaren van terughoudendheid (Federaal Planbureau, 2005). Dit kan echter tot een aantasting van de winstmarges leiden. De tweede helft van 2005 toont een herwonnen vertrouwen en een economisch herstel (De Tijd, 2005). De economische activiteit trekt terug aan (NBB, 2006a) en het ondernemersvertrouwen stijgt (NBB, 2006b). Ook zijn er meer ondernemingen die een duidelijke groei in de verkoopcijfers in vergelijking met de eerste jaarhelft (Graydon, 2005a). De Belgische beursgenoteerde ondernemingen boeken over 2005 ondanks de mindere economische situatie in de eerste jaarhelft nog recordresultaten: de gezamenlijke nettowinst van 97 beursgenoteerde bedrijven kent een stijging van 31% in vergelijking met het jaar ervoor (De Tijd, 2006b). Voor de holdings en de banken zat het extreem goede beursklimaat hier voor veel tussen, maar ook de niet-financiële beursgenoteerde ondernemingen zagen hun nettowinst met een kwart stijgen (De Tijd, 2006b). De vraag is echter in hoeverre de genoteerde ondernemingen representatief zijn voor het totale Belgische ondernemingsveld. De heropleving van de Belgische economie zet zich voort begin 2006 (NBB, 2006b). De bankiers zijn optimistisch (De Tijd, 2006a) en het ondernemersvertrouwen bereikt in februari 2006 haar hoogste peil in meer dan anderhalf jaar tijd (NBB, 2006c). Samengevat kunnen we stellen dat de sterke verbetering van de financiële toestand van de Belgische ondernemingen in 2005 waarschijnlijk stagneert. Deze evolutie is vooral beïnvloed door de trends in de industriële sectoren. Voor 2006 kan men voorzichtig optimistisch zijn en speculeren op een nieuwe lichte verbetering. 17

18 5. Conclusie Het aantal Belgische ondernemingen blijft stijgen, vooral in Vlaanderen. In 2004 zijn er voor het eerst meer ondernemingen in de sector vervoer & diensten dan in de sector handel & horeca. Ook een opvallende vaststelling is dat 51% van de Belgische ondernemingen geen personeel hebben. Voor de doorsnee Belgische onderneming was 2004 een uitstekend jaar. De nettorentabiliteit van het eigen vermogen na belastingen (de belangrijkste ratio voor de aandeelhouders) steeg sterk tot 7,72% voor de middelste onderneming. Ook de dekking van het vreemd vermogen door de cashflow en de korte termijn liquiditeitspositie kenden een opmerkelijke verbetering. Slechts één van de acht gebruikte ratio s ging zeer licht achteruit, met name de korte termijn financiële schuldgraad. De sterke prestaties worden weerspiegeld in een stijging van de FiTo -score in De Vlaamse ondernemingen doen het op zowat elk vlak beter dan de Waalse en veel beter dan de Brusselse ondernemingen. Qua grootteklasse valt de sterke prestatie van de kleine ondernemingen op. Verrassend is ook dat de jongste ondernemingen er financieel het best voorstaan. Dat is een mooie aanvulling op de conclusie van Unizo (2005) dat het slaagpercentage van starters stelselmatig stijgt. Sectorieel blijft vervoer & diensten de gezondste sector, voor bouw, industrie en handel & horeca. Op basis van macro-economische factoren verwachten we dat de sterke verbetering van de financiële toestand van de Belgische ondernemingen stagneert in Voor 2006 kan men (voorzichtig) optimistisch zijn. 18

19 Referenties De Tijd, 2005, Economisch herstel, 16 november 2005, blz. 12 De Tijd, 2006a, Ondernemersvertrouwen valt terug in januari, 25 januari 2006, blz. 1 De Tijd, 2006b, Belgische bedrijven boeken recordwinst van 18 miljard, 7 april 2006, blz. 3 Federaal Planbureau, 2005, Economische vooruitzichten 2006, september 2005, 34 blz. URL: < Graydon, 2005a, De conjunctuur: zoeken naar evenwicht, 5 blz. URL: < Graydon, 2005b, persbericht 31 december 2005, 12 blz. URL: < Graydon, 2006, persbericht 14 februari 2006, 6 blz. URL: < NBB, 2005, Verloop van de resultaten en van de financiële structuur van de ondernemingen in 2004, Economisch Tijdschrift, december 2005, blz NBB, 2006a, Productie, bestedingen en lopend verkeer in België, Jaarverslag 2005, Deel 1: Economische en financiële ontwikkeling, blz NBB, 2006b, Economische indicatoren voor België 17 maart 2006, 12 blz. URL: < NBB, 2006c, Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven maart 2006, perscommuniqué 22 maart 2006, 4 blz. URL: < Ooghe Hubert en Spaenjers Christophe, 2005, De FiTo -meter: een nieuwe, eenvoudige en geïntegreerde maatstaf voor de financiële toestand van een onderneming, Accountancy & Bedrijfskunde Maandschrift, Vol. 25, Nr. 3, maart 2005, blz Ooghe Hubert, Spaenjers Christophe en Vandermoere Pieter, 2005, De financiële toestand van de Belgische ondernemingen 2005, Intersentia, 105 blz. Ooghe Hubert en Van Wymeersch Charles, 2003, Handboek financiële analyse van de onderneming, Intersentia, blz. Unizo, 2005, Startersatlas, 10 jaar starten met een onderneming in België (update 2005), 30 blz. URL: < 19

20 Appendix 1: De FiTo -score en zijn samenstellende ratio s Ratio Definitie Teken Codes volledig schema Codes verkort schema 1 Bruto toegevoegde waarde (TW)/ personeelskosten Bruto toegevoegde waarde / personeelskosten + (70/ ) / <62> (70/61 61/70) / <62> 2 Nettorentabiliteit bedrijfsactiva (BA) vóór belastingen Nettobedrijfsresultaat / bedrijfsactiva + (70/74 + <60/64> ) / ( / / /1) (70/74 + <60/64> ) / ( / / /1) 3 Nettorentabiliteit eigen vermogen (EV) na belastingen Winst na belastingen / eigen vermogen + (70/67 67/70) / <10/15> (70/67 67/70) / <10/15> 4 Graad van zelffinanciering (Reserves ± overgedragen resultaat) / eigen vermogen + ( ) / (10/49) ( ) / (10/49) 5 Graad van financiële onafhankelijkheid Eigen vermogen / totaal vermogen + <10/15> / (10/49) <10/15> / (10/49) 6 Korte termijn financiële schuldgraad KT financiële schulden / KT schulden - (430/8) / (42/48) (430/8) / (42/48) 7 Dekking vreemd vermogen (VV) door de cashflow Cashflow na belastingen / schulden + (70/67 67/ <631/4> + <635/7> <651> <662> ) / ( /49) (70/67 67/70 + <656> <631/4> <635/7> 9125) / ( /49) 8 Nettokasratio (Kas + beleggingen KT financiële schulden) / vlottend actief + (50/ /58 43) / (29/58 29) (50/ /58 43) / (29/58 29) FiTo -score Som logitwaarden / 8 20

21 Appendix 2: Ratio s en FiTo -score Bruto TW / personeelskosten e percentiel 224,53 253,31 269,16 275,80 282,75 287,82 286,60 279,55 282,87 290,02 50e percentiel 152,01 157,97 161,67 164,47 166,27 167,71 166,14 163,19 164,08 166,88 25e percentiel 117,76 119,04 120,91 122,19 123,18 124,02 122,56 120,64 120,96 122,60 Nettorentabiliteit BA voor belastingen e percentiel 12,89 12,65 13,28 14,22 14,84 15,35 15,20 15,14 16,24 17,40 50e percentiel 4,28 4,05 4,34 4,63 4,80 4,93 4,77 4,56 4,86 5,29 25e percentiel -2,73-2,94-2,53-2,21-1,96-1,89-2,27-2,71-2,57-2,00 Nettorentabiliteit EV na belastingen e percentiel 17,02 16,87 18,73 20,73 22,51 23,11 22,03 21,39 24,02 25,72 50e percentiel 3,49 3,40 4,43 5,56 6,33 6,62 5,95 5,38 6,59 7,72 25e percentiel -6,22-6,24-4,50-3,21-2,54-2,28-3,15-3,88-2,95-1,85 Graad van zelffinanciering e percentiel 21,48 22,07 22,47 23,55 24,30 25,40 25,94 26,74 28,74 30,87 50e percentiel 2,51 2,48 2,64 3,12 3,71 4,31 4,44 4,65 5,47 6,73 25e percentiel -11,83-12,90-13,28-13,22-12,31-11,54-11,61-12,24-11,99-10,94 Graad van financiële onafhankelijkheid e percentiel 58,37 58,66 58,42 58,47 58,18 58,35 58,60 58,79 59,84 60,53 50e percentiel 28,64 28,70 28,67 28,86 28,67 28,83 29,26 29,28 29,95 30,87 25e percentiel 9,24 8,94 8,76 8,80 8,84 8,90 8,93 8,61 8,78 9,35 Korte termijn financiële schuldgraad e percentiel 5,03 5,04 4,81 4,56 4,39 4,34 4,19 4,03 4,06 4,08 50e percentiel 15,39 15,48 15,07 14,71 14,10 14,02 13,70 13,54 13,73 13,76 25e percentiel 33,10 33,20 32,82 32,47 31,57 31,36 31,06 30,96 31,23 31,37 Dekking VV door de cashflow e percentiel 29,80 29,22 29,96 31,62 32,12 32,46 31,89 31,31 33,47 35,96 50e percentiel 10,81 10,55 11,02 11,80 12,19 12,34 11,91 11,50 12,04 13,11 25e percentiel 1,06 0,94 1,30 1,74 2,05 2,10 1,70 1,21 1,37 1,98 Nettokasratio e percentiel 43,87 44,93 46,01 47,90 50,11 51,47 53,11 54,02 55,70 57,79 50e percentiel 11,82 12,14 13,01 14,22 15,79 16,48 17,36 17,55 18,55 20,19 25e percentiel -5,13-5,00-3,81-2,65-0,91-0,32 0,10 0,18 0,53 0,99 FiTo -score e percentiel 0,5919 0,5925 0,5942 0,5968 0,5986 0,5997 0,5997 0,5992 0,6026 0, e percentiel 0,5593 0,5596 0,5616 0,5637 0,5655 0,5666 0,5662 0,5652 0,5675 0, e percentiel 0,5188 0,5170 0,5186 0,5204 0,5229 0,5238 0,5223 0,5192 0,5208 0,

22 Appendix 3: Ratio s en FiTo -score 2004 per regio, grootteklasse en leeftijdscategorie Vlaanderen Wallonië Brussel Totaal Industrie Bouw H & H V & D Totaal Industrie Bouw H & H V & D Totaal Industrie Bouw H & H V & D N Bruto TW / personeelskosten 172,20 155,66 149,01 173,99 176,42 165,17 149,87 141,82 165,36 172,40 146,32 138,01 137,58 143,22 149,03 Nettorentabiliteit BA voor belastingen 5,58 5,54 6,87 4,69 6,58 5,43 4,45 5,74 4,72 6,07 3,65 3,86 5,42 3,04 4,69 Nettorentabiliteit EV na belastingen 8,10 7,91 9,78 7,98 9,27 7,76 6,74 8,20 7,46 7,89 5,72 6,11 8,81 5,21 7,30 Graad van zelffinanciering 8,83 12,87 17,25 6,07 8,96 5,32 5,66 9,97 3,39 5,19 1,41 4,08 7,45-2,16 2,80 Graad van financiële onafhankelijkheid 32,26 33,19 35,56 25,75 32,96 28,67 28,32 30,39 23,60 30,74 28,70 29,32 31,49 23,45 29,79 Korte termijn financiële schuldgraad 14,40 15,97 15,50 15,60 12,09 13,31 14,65 15,20 13,76 11,82 12,14 13,79 12,62 12,31 11,64 Dekking VV door de cashflow 13,91 15,25 19,04 10,91 15,16 13,44 12,77 16,19 10,37 14,81 9,07 10,98 13,56 7,20 10,67 Nettokasratio 20,39 11,74 14,43 12,16 25,45 19,33 9,67 12,23 13,22 23,33 20,85 13,45 12,21 13,36 22,56 FiTo -score 0,5730 0,5683 0,5743 0,5631 0,5776 0,5691 0,5601 0,5660 0,5608 0,5728 0,5585 0,5575 0,5643 0,5499 0,5648 Grote ondernemingen Kleine ondernemingen OZP Totaal Industrie Bouw H & H V & D Totaal Industrie Bouw H & H V & D Totaal Industrie Bouw H & H V & D N Bruto TW / personeelskosten 141,19 143,97 129,66 150,05 131,91 170,98 155,35 147,46 169,35 177, Nettorentabiliteit BA voor belastingen 5,45 6,37 4,46 6,10 4,78 6,19 5,36 6,82 5,10 6,80 4,19 3,47 5,77 2,93 5,77 Nettorentabiliteit EV na belastingen 9,97 9,56 8,31 12,25 9,42 9,70 7,86 9,82 8,56 10,06 5,34 4,99 8,04 4,65 7,50 Graad van zelffinanciering 9,51 11,72 11,30 10,81 6,62 9,64 12,41 16,60 6,44 8,17 3,37 2,10 9,72-0,81 5,90 Graad van financiële onafhankelijkheid 28,57 32,82 27,16 27,01 26,38 27,04 29,32 32,44 23,68 27,00 36,43 36,83 39,31 27,14 36,86 Korte termijn financiële schuldgraad 19,07 20,83 18,18 22,32 12,67 12,99 13,72 14,00 13,70 10,84 14,58 17,21 18,75 15,54 13,28 Dekking VV door de cashflow 10,95 13,89 10,10 9,90 10,82 14,81 14,94 18,44 11,62 15,97 11,35 11,84 18,55 7,77 13,20 Nettokasratio 5,63 3,23 4,48 3,93 9,91 15,61 11,70 12,29 12,37 18,92 29,50 18,48 19,06 14,99 31,39 FiTo -score 0,5626 0,5638 0,5585 0,5617 0,5641 0,5728 0,5692 0,5740 0,5656 0,5753 0,5682 0,5557 0,5673 0,5509 0, jaar 5-10 jaar > 10 jaar Totaal Industrie Bouw H & H V & D Totaal Industrie Bouw H & H V & D Totaal Industrie Bouw H & H V & D N Bruto TW / personeelskosten 180,32 167,52 168,36 168,41 172,10 177,80 164,58 153,52 176,28 180,00 159,37 147,49 138,51 163,54 165,53 Nettorentabiliteit BA voor belastingen 6,52 5,36 8,77 3,47 8,46 6,20 6,06 7,32 5,10 7,19 4,50 4,87 5,41 4,57 4,84 Nettorentabiliteit EV na belastingen 16,92 14,91 20,40 11,83 18,20 10,31 10,95 11,70 10,06 10,71 5,18 6,00 6,52 6,09 5,34 Graad van zelffinanciering 2,27 1,85 7,21-0,93 3,65 5,19 5,72 12,37 1,77 6,72 11,24 15,09 20,85 10,34 9,60 Graad van financiële onafhankelijkheid 21,57 18,70 24,14 14,99 26,02 26,28 24,48 29,29 19,70 28,63 38,57 37,16 41,15 32,46 37,81 Korte termijn financiële schuldgraad 12,35 12,77 12,87 12,50 11,87 12,24 13,32 14,14 13,28 10,78 15,11 16,66 16,81 16,04 12,81 Dekking VV door de cashflow 13,59 13,23 20,93 8,88 15,50 13,26 14,49 17,81 10,59 14,36 12,84 14,29 16,74 10,68 13,61 Nettokasratio 26,68 14,62 16,64 16,74 30,06 20,08 11,99 12,81 13,03 23,43 17,07 10,25 12,61 10,73 21,04 FiTo -score 0,5713 0,5629 0,5742 0,5558 0,5773 0,5696 0,5651 0,5708 0,5598 0,5744 0,5699 0,5656 0,5705 0,5631 0,5728 Appendix 4: Ratio s en FiTo -score per sector INDUSTRIE

23 Bruto TW / personeelskosten 142,31 146,67 150,35 151,25 152,25 153,75 151,32 149,90 150,51 152,49 Nettorentabiliteit BA voor belastingen 4,91 4,57 4,69 5,01 4,90 5,01 4,62 4,35 4,56 5,17 Nettorentabiliteit EV na belastingen 4,49 4,35 5,37 6,41 6,70 6,95 5,84 5,12 5,90 7,50 Graad van zelffinanciering 6,85 6,57 6,73 7,31 7,67 8,18 8,13 8,32 8,89 9,88 Graad van financiële onafhankelijkheid 29,41 29,34 28,97 29,16 29,03 29,30 29,47 30,02 30,82 31,38 Korte termijn financiële schuldgraad 14,99 15,42 15,39 14,95 14,48 14,54 14,68 14,90 15,15 15,51 Dekking VV door de cashflow 13,26 12,70 13,06 13,71 13,72 13,91 13,39 12,75 13,02 14,23 Nettokasratio 7,29 7,70 8,01 8,59 9,44 9,28 9,71 9,89 10,18 11,34 FiTo -score 0,5590 0,5586 0,5604 0,5614 0,5626 0,5630 0,5620 0,5607 0,5623 0,5652 BOUW Bruto TW / personeelskosten 131,31 136,85 140,64 141,47 143,04 144,56 143,95 142,51 144,67 146,11 Nettorentabiliteit BA voor belastingen 5,33 5,05 5,66 5,56 5,85 6,14 5,68 5,34 5,97 6,46 Nettorentabiliteit EV na belastingen 5,21 4,99 6,55 6,68 7,99 8,61 7,24 6,47 8,18 9,32 Graad van zelffinanciering 8,89 9,07 9,58 9,97 10,41 11,22 11,40 11,57 12,87 14,48 Graad van financiële onafhankelijkheid 32,46 32,90 32,55 32,86 31,98 32,00 31,98 32,01 32,81 33,80 Korte termijn financiële schuldgraad 15,15 15,41 15,50 15,44 14,97 14,60 15,21 15,07 15,14 15,22 Dekking VV door de cashflow 14,90 14,71 15,72 15,95 16,43 16,94 16,03 15,48 16,54 17,98 Nettokasratio 9,20 9,40 10,37 10,23 11,87 11,56 11,64 11,75 12,35 13,57 FiTo -score 0,5609 0,5617 0,5640 0,5647 0,5666 0,5679 0,5667 0,5658 0,5688 0,5714 HANDEL & HORECA Bruto TW / personeelskosten 150,40 159,42 164,79 167,94 170,03 171,95 169,99 165,89 164,85 167,19 Nettorentabiliteit BA voor belastingen 3,65 3,55 3,94 4,24 4,51 4,64 4,51 4,27 4,23 4,51 Nettorentabiliteit EV na belastingen 3,53 3,31 4,64 5,95 6,84 7,02 6,50 6,11 6,66 7,50 Graad van zelffinanciering 1,61 1,24 1,27 1,60 2,12 2,65 2,81 2,98 3,33 4,22 Graad van financiële onafhankelijkheid 22,90 22,68 22,42 22,78 22,70 22,91 23,36 23,64 24,03 24,85 Korte termijn financiële schuldgraad 16,34 16,54 16,12 15,84 15,01 14,92 14,57 14,33 14,48 14,65 Dekking VV door de cashflow 8,05 7,95 8,35 9,14 9,54 9,76 9,48 9,36 9,41 10,30 Nettokasratio 7,17 7,12 7,72 8,57 9,90 10,50 11,31 11,26 11,77 12,59 FiTo -score 0,5510 0,5519 0,5540 0,5559 0,5581 0,5594 0,5592 0,5582 0,5588 0,5608 VERVOER & DIENSTEN Bruto TW / personeelskosten 163,62 166,60 169,31 172,73 173,28 172,97 170,97 166,51 168,09 170,44 Nettorentabiliteit BA voor belastingen 5,11 4,79 5,13 5,71 5,69 5,75 5,62 5,29 5,70 6,15 Nettorentabiliteit EV na belastingen 4,09 3,99 5,15 6,82 7,41 7,73 7,08 6,18 7,41 8,66 Graad van zelffinanciering 1,82 1,81 2,10 2,90 3,65 4,35 4,60 4,76 5,55 6,90 Graad van financiële onafhankelijkheid 29,52 29,33 29,46 30,08 30,16 30,29 30,69 30,49 31,22 31,95 Korte termijn financiële schuldgraad 14,15 14,29 13,65 13,04 12,71 12,84 12,02 11,98 11,99 11,98 Dekking VV door de cashflow 12,80 12,28 12,62 13,77 14,15 14,08 13,56 12,70 13,13 14,26 Nettokasratio 15,86 16,20 17,13 18,93 20,36 20,98 21,80 22,03 22,77 24,49 FiTo -score 0,5639 0,5639 0,5660 0,5691 0,5708 0,5716 0,5709 0,5692 0,5716 0,

West-Vlaamse bedrijven: fit, gezond en crisisbestendig?

West-Vlaamse bedrijven: fit, gezond en crisisbestendig? Bekaert West-Vlaamse bedrijven: fit, gezond en crisisbestendig? Lieselot Denorme sociaaleconomisch beleid, WES Ondanks de recente economische crisis zijn de West-Vlaamse bedrijven er globaal in geslaagd

Nadere informatie

LIQUIDITEIT. + kasinkomsten (=omzet + afname handelsdebiteuren/ - toename handelsdebiteuren) - totale kasstroom van operaties : 360

LIQUIDITEIT. + kasinkomsten (=omzet + afname handelsdebiteuren/ - toename handelsdebiteuren) - totale kasstroom van operaties : 360 LIQUIDITEIT 1. Netto bedrijfskapitaal = NBK RATIO: beperkte vlottende activa schulden op korte termijn INTERPRETATIE: in s; vergelijking (1) welke activa binnen 12 maand zullen worden omgezet in beschikbare

Nadere informatie

UITLEG EXAMEN 1E ZIT

UITLEG EXAMEN 1E ZIT UITLEG EXAMEN 1E ZIT 2017-2018 T5 & T6: getallen bij bedragen tijdsindexen en structuurpercentages weg, enkel nog namen en codes Wel deelpunten als getallen en bewerkingen juist zijn 1 E ZIT 2015-2016

Nadere informatie

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB 1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen

Nadere informatie

Barometer van de verenigingen en stichtingen 28/01/19

Barometer van de verenigingen en stichtingen 28/01/19 Barometer van de verenigingen en stichtingen 28/01/19 Verenigingen en stichtingen in België in cijfers (2013-2017) Structuur van het landschap van verenigingen en stichtingen Aantal Aantal met jaarrekeningen

Nadere informatie

We gaan de winstgevendheid van een onderneming analyseren. DOEL: - hoe verliezen oplossen? - financieren met VV vanuit rentabiliteitsstandpunt?

We gaan de winstgevendheid van een onderneming analyseren. DOEL: - hoe verliezen oplossen? - financieren met VV vanuit rentabiliteitsstandpunt? Hfst 7: Rentabiliteit We gaan de winstgevendheid van een onderneming analyseren. DOEL: - hoe verliezen oplossen? - financieren met VV vanuit rentabiliteitsstandpunt? Goede rentabiliteit heeft ook z n invloed

Nadere informatie

Bijzondere jeugdbijstand

Bijzondere jeugdbijstand Bijzondere jeugdbijstand Financiële analyse 2009-2011 21 januari 2013 adres Koning Albert II-laan 35 bus 31 1030 Brussel telefoon 02 553 34 34 fax 02 553 34 35 mail contact@zorginspectie.be web www.zorginspectie.be

Nadere informatie

Polsslag Ondernemend Limburg juli 2015: +4,8 Ondernemersvertrouwen op hoogste peil in 4 jaar Nog geen hitterecords voor Limburgse economie

Polsslag Ondernemend Limburg juli 2015: +4,8 Ondernemersvertrouwen op hoogste peil in 4 jaar Nog geen hitterecords voor Limburgse economie Ieder kwartaal peilen VKW Limburg en UNIZO-Limburg naar het aanvoelen van de Limburgse ondernemers en bedrijfsleiders over de economische gang van zaken in de bedrijven. De resultaten van deze bevraging

Nadere informatie

Kenmerkende gegevens DE 1. Ondernemingsdossier BE 0999.999.999 Brussel, 31 mei 2013. Balanscentrale. Ondernemingsnummer 0999.999.

Kenmerkende gegevens DE 1. Ondernemingsdossier BE 0999.999.999 Brussel, 31 mei 2013. Balanscentrale. Ondernemingsnummer 0999.999. Balanscentrale de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 30 01 Fax + 32 2 221 32 66 helpdesk.ba@nbb.be www.nbb.be ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel Ondernemingsdossier BE 0999.999.999

Nadere informatie

DOSSIER N BUDGET/FEDCOM/2015/02 - Annexe 2.4. Balanscentrale. Ondernemingsdossier

DOSSIER N BUDGET/FEDCOM/2015/02 - Annexe 2.4. Balanscentrale. Ondernemingsdossier DOSSIER N BUDGET/FEDCOM/2015/02 - Annexe 2.4 Balanscentrale Ondernemingsdossier Beknopte handleiding Oktober 2008 Inleiding De Balanscentrale van de Nationale Bank van België (NBB) staat in voor de verspreiding

Nadere informatie

Inhoud. Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... HOOFDSTUK 1 FINANCIËLE ANALYSE: INLEIDING... 1

Inhoud. Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... HOOFDSTUK 1 FINANCIËLE ANALYSE: INLEIDING... 1 Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... xv xix xxi HOOFDSTUK 1 FINANCIËLE ANALYSE: INLEIDING... 1 1.1. Onderneming, toegevoegde waarde en belanghebbenden... 2 1.2. Rol van de financiële

Nadere informatie

Handboek financiële analyse van de onderneming

Handboek financiële analyse van de onderneming Handboek financiële analyse van de onderneming Theorie en toepassing op de jaarrekening Boekdeel 1 Prof. dr. Hubert OoGHE Emeritus buitengewoon hoogleraar aan de Vlerick Leuven Gent Management School en

Nadere informatie

Hfst 6 : Solvabiliteit

Hfst 6 : Solvabiliteit Hfst 6 : Solvabiliteit De financiële draagkracht op LT wordt bekeken. Belangrijk voor de relatie tussen een onderneming en haar financiële instelling(en). 3 aspecten van solvabiliteit: 1. Statische solvabiliteit:

Nadere informatie

Kredietadvies. Officiële gegevens

Kredietadvies. Officiële gegevens Datum: 23/09/2005 Betreft: 434360456 D.F.M. INTERNATIONAL TRADING NV RUYSEVELTSLEI 12 2950 KAPELLEN R1 Handelsrapport Kredietadvies Datum 23-09-2005 Het berekende kredietmaximum bedraagt : 1.250 EUR Het

Nadere informatie

Dossier regionale luchthavens. 0. Aanleiding:

Dossier regionale luchthavens. 0. Aanleiding: Dossier regionale luchthavens 0. Aanleiding: In 2004 presenteerde het Vlaams Forum Luchtvaart een rapport en aanbevelingen aan de Vlaamse regering over de luchtvaart in Vlaanderen [2]. Belangrijk onderdeel

Nadere informatie

Analyse van de faillissementen in de bouwsector

Analyse van de faillissementen in de bouwsector UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2008 2009 Analyse van de faillissementen in de bouwsector Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de Bedrijfseconomie

Nadere informatie

Zorgwekkende terugval in productiesector en bij grootste bedrijven

Zorgwekkende terugval in productiesector en bij grootste bedrijven Ieder kwartaal peilen VKW Limburg en UNIZO Limburg naar het aanvoelen van de Limburgse ondernemers en bedrijfsleiders over de economische gang van zaken in de bedrijven. De resultaten van deze bevraging

Nadere informatie

Een meerwaarde voor u en uw klanten! Financiële analyse. Dossier De brouwerij. Studie gerealiseerd op basis van de gegevens van de klant

Een meerwaarde voor u en uw klanten! Financiële analyse. Dossier De brouwerij. Studie gerealiseerd op basis van de gegevens van de klant Een meerwaarde voor u en uw klanten! Financiële analyse Dossier De brouwerij Studie gerealiseerd op basis van de gegevens van de klant INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 2 1. RESULTAAT... 3 1.1. RESULTATENREKENING...

Nadere informatie

Rentabiliteitsratio s

Rentabiliteitsratio s 18 Rentabiliteitsratio s Nu we de begrippen balans, resultatenrekening en kasstromentabel onder de knie hebben, kunnen we overgaan tot het meer interessante werk, nl. het onderzoek naar de performantie

Nadere informatie

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D E n 9 April - juni Trimester 2 - Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen De familie A Vastgoedactiviteit

Nadere informatie

RENTABILITEIT RENTABILITEIT. winst = continuïteit. = studie resultatenrekening = maakt onderneming voldoende winst?

RENTABILITEIT RENTABILITEIT. winst = continuïteit. = studie resultatenrekening = maakt onderneming voldoende winst? KDT Financiele analyse P05.01 1 RENTABILITEIT KDT Financiele analyse P05.01 2 RENTABILITEIT = studie resultatenrekening = maakt onderneming voldoende winst? winst = continuïteit 1 KDT Financiele analyse

Nadere informatie

Sterke groei van de Resilux kern business : stijging van de volumes met 9% zorgt voor toename Ebitda met 12%

Sterke groei van de Resilux kern business : stijging van de volumes met 9% zorgt voor toename Ebitda met 12% Sterke groei van de Resilux kern business : stijging van de volumes met 9% zorgt voor toename Ebitda met 12% Extra netto resultaat van 40 miljoen door verkoop joint venture Airolux Kerncijfers eerste halfjaar

Nadere informatie

Inhoud WOORD VOORAF... 1 1. INLEIDING... 3

Inhoud WOORD VOORAF... 1 1. INLEIDING... 3 WOORD VOORAF.......................................................... 1 1. INLEIDING............................................................. 3 2. PUBLICATIEVERPLICHTINGEN...........................................

Nadere informatie

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB). NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T3 2017 Barometer 34 MACRO-ECONOMISCH Het consumentenvertrouwen trekt sinds juli terug aan, de indicator stijgt van -2 in juni naar 2 in juli en bereikte hiermee

Nadere informatie

Ratioanalyse 2011. Lotus Bakeries

Ratioanalyse 2011. Lotus Bakeries Ratioanalyse 211 Lotus Bakeries Kerncijfers Eigen vermogen 4.6.774, 39.42.233, 41.138.39, 31.919.68, 27.23.119, 4 4 3 3 2 2 1 1 Berekening: 1/1 Omzet 148.47.79, 138.119.71, 141.838.84, 146.339.94, 123.196.137,

Nadere informatie

Ratioanalyse 2010. Lotus Bakeries

Ratioanalyse 2010. Lotus Bakeries Ratioanalyse 21 Lotus Bakeries Kerncijfers Eigen vermogen 39.42.233, 41.138.39, 31.919.68, 27.23.119, 27.78.737, 4 4 3 3 2 2 1 1 Berekening: 1/1 Omzet 138.119.71, 141.838.84, 146.339.94, 123.196.137, 114.962.163,

Nadere informatie

Omzet 148,6 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde 37,2 miljoen (+10%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) 20,2 miljoen (+12%)

Omzet 148,6 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde 37,2 miljoen (+10%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) 20,2 miljoen (+12%) Hogere volumes zorgen voor stijging toegevoegde waarde en ebitda met meer dan 10% Resultaat Resilux na belasting stijgt met meer dan 25% Resultaat JV Airolux blijft voorlopig nog negatief Kerncijfers eerste

Nadere informatie

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40%

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40% Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40% Toegenomen verlies Airolux Verder verhoging dividend Kerncijfers

Nadere informatie

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014 FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS 2014 Utrecht, november 2014 INHOUD Inleiding 5 1 Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs 7 2 Expertisecentra 10 3 Voortgezet onderwijs 12 4 Samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Inhoud WOORD VOORAF... 1 1. INLEIDING... 3

Inhoud WOORD VOORAF... 1 1. INLEIDING... 3 Inhoud WOORD VOORAF.......................................................... 1 1. INLEIDING............................................................. 3 2. PUBLICATIEVERPLICHTINGEN..........................................

Nadere informatie

Rapport Pag. FINANCIËLE INDICATOREN VAN DE HORECA 2015

Rapport Pag. FINANCIËLE INDICATOREN VAN DE HORECA 2015 Rapport 2017 13 Pag. FINANCIËLE INDICATOREN VAN DE HORECA 2015 2017 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw Deze informatie werd met de grootste zorg samengesteld. Guidea, het Kenniscentrum

Nadere informatie

Vierde kwartaal 2012. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Vierde kwartaal 2012. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland Vierde kwartaal 2012 Conjunctuurenquête Nederland Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête Nederland

Nadere informatie

Gerealiseerde investeringen en acquisities zorgen voor een groei van de toegevoegde waarde (+14.3%), de ebitda (+13.9%) en de netto-winst (+17.

Gerealiseerde investeringen en acquisities zorgen voor een groei van de toegevoegde waarde (+14.3%), de ebitda (+13.9%) en de netto-winst (+17. Gerealiseerde investeringen en acquisities zorgen voor een groei van de toegevoegde waarde (+14.3%), de ebitda (+13.9%) en de netto-winst (+17.0%) Kerncijfers 1H 2018 ten opzichte van 1H 2017 Mio 1H 2018

Nadere informatie

Grafische sector West-Vlaanderen Werkt 2, 2009

Grafische sector West-Vlaanderen Werkt 2, 2009 Grafische sector West-Vlaanderen Werkt 2, 2009 De grafische sector in West-Vlaanderen Foto: : Febelgra Jens Vannieuwenhuyse sociaaleconomisch beleid, WES De grafische sector is zeer divers. Grafische bedrijven

Nadere informatie

Ondernemersvertrouwen neemt in november zeer licht toe

Ondernemersvertrouwen neemt in november zeer licht toe 4--24 Links: BelgoStat On-line Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - november 4 Ondernemersvertrouwen neemt in november zeer licht toe De conjunctuurbarometer van de Nationale

Nadere informatie

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40%

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40% Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40% Cijfers joint venture Airolux nog niet beschikbaar Verder

Nadere informatie

Regionale verdeling van de vastgoedactiviteit

Regionale verdeling van de vastgoedactiviteit notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D n 1 Juli - september Trimester 3-211 Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen A Vastgoedactiviteit

Nadere informatie

Financiële hefboomwerking

Financiële hefboomwerking 17 Financiële hefboomwerking Waarom gaan ondernemingen dan schulden aan, kan men zich terecht afvragen? Het antwoord ligt bij de kost van het alternatief. Schulden kosten aanzienlijk minder dan. Er werd

Nadere informatie

PERSBERICHT - AANKONDIGING JAARRESULTATEN 2014. Gereglementeerde informatie. Embargo tot 17 maart 2015, 17h40. The innovative packaging company

PERSBERICHT - AANKONDIGING JAARRESULTATEN 2014. Gereglementeerde informatie. Embargo tot 17 maart 2015, 17h40. The innovative packaging company PERSBERICHT - AANKONDIGING JAARRESULTATEN 2014 Gereglementeerde informatie Embargo tot 17 maart 2015, 17h40 The innovative packaging company Stijging van de operationele resultaten en de netto winst Verhoging

Nadere informatie

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Monitoring Rapport: Januari 2012 Jan van Nispen Inleiding Sinds 2008 zijn woorden zoals crisis, financieringsproblemen, waarborgen en bailouts niet meer uit de

Nadere informatie

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL 009-04-3 Links: BelgoStat On-line Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - april 009 LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL Voortaan worden de synthetische curven

Nadere informatie

Omzet 293,7 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde (*1) 74,5 miljoen (+3%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) (*1) 40,2 miljoen (+4%)

Omzet 293,7 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde (*1) 74,5 miljoen (+3%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) (*1) 40,2 miljoen (+4%) Groei van de Resilux kern business : stijging van de volumes met 6% zorgt voor toename Ebitda met 4.4% Extra netto resultaat van 40 miljoen door verkoop joint venture Airolux Kerncijfers 2016 ten opzichte

Nadere informatie

FINANCIËLE ANALYSE EN RATIO S

FINANCIËLE ANALYSE EN RATIO S FINANCIËLE ANALYSE EN RATIO S 1 CONTACT PARMENTIER GUY MGI BVBA Valkenlaan 31 2900 Schoten Tel: 03/685.40.07 Mail: guy@parmrev.be Guy Parmentier Bedrijfsrevisor Executive professor University of Antwerp

Nadere informatie

UNIZO KMO-BAROMETER. KMO-Barometer mrt 07 jun 07. dec 06. sep 07

UNIZO KMO-BAROMETER. KMO-Barometer mrt 07 jun 07. dec 06. sep 07 UNIZO KMO-BAROMETER UNIZO-Studiedienst, tel. 02 238 05 31 - fax 02 238 07 94 www.unizo.be Voor resultaten van vroegere edities van de KMO-barometer en andere KMO-statistieken zie: www.unizo.be/statistieken

Nadere informatie

Polsslag Ondernemend Limburg januari 2015

Polsslag Ondernemend Limburg januari 2015 Polsslag Ondernemend Limburg januari 2015 VKW Limburg en UNIZO-Limburg houden vinger aan de pols van de Limburgse economie Wat is de POL? Online bevraging bij Limburgse ondernemers en bedrijfsleiders Op

Nadere informatie

4-10-2011. Wat is gezond?

4-10-2011. Wat is gezond? Wat is gezond? 1 Hoe minder schuld, hoe beter het bedrijf ervoor staat akkoord 25% geen mening 0% niet akkoord 75% n=8 Winst maken is voor een bedrijf minder belangrijk dan geld verdienen akkoord 13% niet

Nadere informatie

Een goed 2015, een aarzelend

Een goed 2015, een aarzelend Een goed 2015, een aarzelend 2016 Conjunctuurenquête Expeditiesector 1e kwartaal 2016 Een goed 2015, een aarzelend 2016 Conjunctuurenquête Expeditiesector 1e kwartaal 2016 De 3-maandelijkse conjunctuurenquête

Nadere informatie

Limburgs ondernemersvertrouwen daalt licht maar blijft op hoog niveau

Limburgs ondernemersvertrouwen daalt licht maar blijft op hoog niveau Ieder kwartaal peilen VKW Limburg en UNIZO Limburg naar het aanvoelen van de Limburgse ondernemers en bedrijfsleiders over de economische gang van zaken in de bedrijven. De resultaten van deze bevraging

Nadere informatie

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit BENCHMARK OP MAAT Inhoud pagina 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12 Bijlage 1 1 Inleiding Ons product Benchmark Op Maat is speciaal ontwikkeld

Nadere informatie

Polsslag Ondernemend Limburg januari 2017

Polsslag Ondernemend Limburg januari 2017 Polsslag Ondernemend Limburg januari 2017 VKW Limburg en UNIZO Limburg houden de vinger aan de pols van de Limburgse economie POL Themabevraging januari 2017 Outlook 2017 1 Evaluatie 2016 volgens sector

Nadere informatie

Luca Pacioli. Portret van Luca Paciolis door Jacopo de Barbari, 1495. Luca Bartolomeo de Pacioli was een Italiaans wiskundige.

Luca Pacioli. Portret van Luca Paciolis door Jacopo de Barbari, 1495. Luca Bartolomeo de Pacioli was een Italiaans wiskundige. 33. Dubbele boekhouding. 33.1 Een beetje geschiedenis. De dubbele boekhouding werd uitgevonden door kooplieden uit Venetië en voor het eerst neergeschreven in 1494 door een Italiaanse monnik Luca Pacioli.

Nadere informatie

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 43 belangrijk

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 43 belangrijk www.jooplengkeek.nl belangrijk 1 belangrijk Solvabiliteitskengetallen: de verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen en totaal vermogen 2 3 4 Solvabiliteitskengetallen Er zijn verschillende solvabiliteitskengetallen

Nadere informatie

2. Welke onderneming heeft op basis van onderstaande gegevens de meest gunstige liquiditeitspositie?

2. Welke onderneming heeft op basis van onderstaande gegevens de meest gunstige liquiditeitspositie? 1. Welke van onderstaande uitspraken is correct? a. Het controleverslag van de commissaris verschaft zekerheid dat er geen onjuistheden in de jaarrekening voorkomen. b. Het controleverslag van de commissaris

Nadere informatie

SOLVABILITEIT SOLVABILITEIT

SOLVABILITEIT SOLVABILITEIT KDT Financiele analyse P04.01 1 SOLVABILITEIT KDT Financiele analyse P04.01 2 SOLVABILITEIT In hoeverre is een onderneming in staat haar financiële verplichtingen inzake intrestbetaling en schuldaflossing

Nadere informatie

INHOUD. Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... xxi

INHOUD. Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... xxi INHOUD Voor een eerste kennismaking of een inleidende cursus kunnen de delen met * weggelaten worden. Lijst van tabellen.............................................. Lijst van figuren..............................................

Nadere informatie

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief Utrecht, december 2013 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs...

Nadere informatie

POL juli 2017: +17,7

POL juli 2017: +17,7 Ieder kwartaal peilen VKW Limburg en UNIZO Limburg naar het aanvoelen van de Limburgse ondernemers en bedrijfsleiders over de economische gang van zaken in de bedrijven. De resultaten van deze bevraging

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014 n 20 T/1 5 jaar www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 99,2 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 102,8 94,1 94,9 98,9

Nadere informatie

CONOMISCHE ANALYSE. van de sector van het bezoldigd collectief personenvervoer over de weg (2003-2007)

CONOMISCHE ANALYSE. van de sector van het bezoldigd collectief personenvervoer over de weg (2003-2007) Instituut voor de autocar en de autobus v.z.w. Institut pour l autocar et l autobus a.s.b.l. CONOMISCHE ANALYSE van de sector van het bezoldigd collectief personenvervoer over de weg (2003-2007) Economische

Nadere informatie

onderneming : Algemene informatie Naam onderneming Ondernemingsvorm (maak een keuze uit de lijst) Minimum geplaatst kapitaal 18.

onderneming : Algemene informatie Naam onderneming Ondernemingsvorm (maak een keuze uit de lijst) Minimum geplaatst kapitaal 18. bij oprichting Algemene informatie Naam onderneming Ondernemingsvorm (maak een keuze uit de lijst) Minimum geplaatst kapitaal Kapitaal volgens oprichtingsstatuten Minimum inbreng in speciën jaar 1 18.550,00

Nadere informatie

Sterke stijging Ebitda en netto resultaat Verhoging dividend

Sterke stijging Ebitda en netto resultaat Verhoging dividend Jaarresultaten 2013 Opgesteld door gedelegeerd bestuurders Dirk De Cuyper en Peter De Cuyper. Wetteren, België 17 maart 2014. Sterke stijging Ebitda en netto resultaat Verhoging dividend Kerncijfers 2013

Nadere informatie

De omzet moet ingevuld zijn (verplichte vermelding) 70 > 0

De omzet moet ingevuld zijn (verplichte vermelding) 70 > 0 5.3.5 Definitie van de ratio's voor ondernemingen Codes die voorkomen in het A. EXPLOITATIE 1. BRUTOVERKOOPMARGE De omzet moet ingevuld zijn (verplichte vermelding) 70 > 0 Bedrijfswinst (-verlies) + 9901

Nadere informatie

ECONOMISCHE ACTIVITEIT

ECONOMISCHE ACTIVITEIT UNIZO KMO-Barometer UNIZO-Studiedienst, tel. 02 238 05 31 - fax 02 238 07 94 www.unizo.be mail kmo-barometer@unizo.be Voor resultaten van vroegere edities van de KMO-barometer zie: www.unizo.be/statistieken

Nadere informatie

GROEP SPADEL: HALFJAARRESULTATEN 2013

GROEP SPADEL: HALFJAARRESULTATEN 2013 Gereglementeerde informatie 27 augustus 2013 16.30 u CET GROEP SPADEL: HALFJAARRESULTATEN 2013 Stabilisering van de omzet Het operationele resultaat (EBIT) stijgt 28 % dankzij het kostenbeheer in het kader

Nadere informatie

Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november

Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november 25--24 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - november 25 Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november Na de aanmerkelijke stijging in oktober, is

Nadere informatie

Financiële ratio s met CASH!

Financiële ratio s met CASH! Inleiding Het is belangrijk dat je als ondernemer weet hoe je onderneming er financieel voor staat. Hier kan je financiële ratio's goed voor gebruiken. Maar wat zijn ze en wat doe je ermee? Om de financiële

Nadere informatie

Tussentijdse rapportage 2016 mrt van:

Tussentijdse rapportage 2016 mrt van: Tussentijdse rapportage 216 mrt van: Tussentijdse rapportage 1 van 16 8-5-216 RESULTAAT IN EURO Ontwikkeling van opbrengsten en kosten Zoals blijkt uit de winst-en-verliesrekening bedraagt het resultaat

Nadere informatie

SOCIO-ECONOMISCHE ANALYSE VAN DE SECTOR TRANSPORTORGANISATOREN

SOCIO-ECONOMISCHE ANALYSE VAN DE SECTOR TRANSPORTORGANISATOREN TRANSPORTORGANISATOREN 2010 TRANSPORTORGANISATOREN 2010 D/2010/10.552/1 Uitgegeven in 2010 door het Belgisch Instituut der Transportorganisatoren Het geheel of gedeeltelijk overnemen of verveelvoudigen

Nadere informatie

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 6. Opgave 6.1 a. Gemiddeld eigen vermogen = ( ) / 2 =

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 6. Opgave 6.1 a. Gemiddeld eigen vermogen = ( ) / 2 = Opgave 6.1 a. Gemiddeld eigen vermogen = ( 2.600.000 + 3.000.000) / 2 = 2.800.000 REV na belasting = 400.000 100% = 14,29% 2.800.000 b. Gemiddeld totaal vermogen = ( 7.150.000 + 7.200.000) / 2 = 7.175.000

Nadere informatie

Lichte verslechtering van het ondernemersvertrouwen in augustus

Lichte verslechtering van het ondernemersvertrouwen in augustus 5-8-25 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - augustus 5 Lichte verslechtering van het ondernemersvertrouwen in augustus De conjunctuurbarometer van de Nationale

Nadere informatie

notarisbarometer 94,1 2012 Trim 1

notarisbarometer 94,1 2012 Trim 1 notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D E n 14 Juli - september Trimester 3 - Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen De familie

Nadere informatie

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk www.jooplengkeek.nl belangrijk 1 Liquiditeitskengetallen Current ratio Quick ratio Working capital (werkkapitaal) Cashflow Kengetallen Kengetallen zijn verhoudingsgetallen, ze geven de verhouding aan tussen

Nadere informatie

Jaarresultaten Hogere winst exclusief joint venture Airolux met lagere Ebitda

Jaarresultaten Hogere winst exclusief joint venture Airolux met lagere Ebitda Jaarresultaten 2012 Opgesteld door gedelegeerd bestuurders Dirk De Cuyper en Peter De Cuyper. Wetteren, België 18 maart 2013. Hogere winst exclusief joint venture Airolux met lagere Ebitda Kerncijfers

Nadere informatie

Turnhout. Financiële analyse. Erik Corluy, Lennie Oorts, Yannick Stoffelen

Turnhout. Financiële analyse. Erik Corluy, Lennie Oorts, Yannick Stoffelen Turnhout Financiële analyse Erik Corluy, Lennie Oorts, Yannick Stoffelen 2010-2011 FINANCIËLE ANALYSE ATLASCOPCO Inhoudsopgave Atlas Copco... 4 Situering van Atlas Copco in haar sector... 4 Eerste situering

Nadere informatie

Prikkels om te Ondernemen West-Vlaanderen Werkt 4, 2010

Prikkels om te Ondernemen West-Vlaanderen Werkt 4, 2010 Hoe groot is de ondernemingslust in West-Vlaanderen? Lieselot Denorme sociaaleconomisch beleid, WES Startende ondernemingen zijn voor een regio van enorm groot belang. Ze houden de economische dynamiek

Nadere informatie

POLSSLAG VLAAMSE HORECA

POLSSLAG VLAAMSE HORECA 13/06/2017 SYNTHESE: De omzetgroei vertraagt in het laatste kwartaal van 2016 bij restaurants en drinkgelegenheden. De omzetdaling bij hotels loopt ten einde. De horecaprijzen stijgen minder snel dan vorige

Nadere informatie

Voorwaarde voor het berekenen van de ratio De noemer moet positief zijn 70/74 > 0 70/74 > 0

Voorwaarde voor het berekenen van de ratio De noemer moet positief zijn 70/74 > 0 70/74 > 0 5.3.6 Definitie van de ratio's voor verenigingen en stichtingen Codes die voorkomen in het A. EXPLOITATIE 1. BRUTOMARGE OP BEDRIJFSOPBRENGSTEN (%) De noemer moet positief zijn 70/74 > 0 70/74 > 0 Bedrijfswinst

Nadere informatie

Afbrokkeling van het ondernemersvertrouwen in augustus

Afbrokkeling van het ondernemersvertrouwen in augustus 26-8-24 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - augustus 26 Afbrokkeling van het ondernemersvertrouwen in augustus De conjunctuurbarometer van de Nationale

Nadere informatie

Maha-analyse Algemene ziekenhuizen. Brussel, 10 oktober

Maha-analyse Algemene ziekenhuizen. Brussel, 10 oktober Maha-analyse 2018 Algemene ziekenhuizen Brussel, 10 oktober 1 Scope van de studie Context Analyse Balans en investeringen Liquiditeit Solvabiliteit - Financiële schuldgraad Resultatenrekening Activiteit

Nadere informatie

Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari

Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari 28-2-22 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven februari 28 Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari De stabilisering van de conjunctuurbarometer volgt

Nadere informatie

notarisbarometer 2012 : meer vastgoedtransacties in België Vastgoedactiviteit in België www.notaris.be 106,4 106,8 101,6 99,2 100 99,2 99,8

notarisbarometer 2012 : meer vastgoedtransacties in België Vastgoedactiviteit in België www.notaris.be 106,4 106,8 101,6 99,2 100 99,2 99,8 notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D E n 15 Oktober - december Trimester 4 - Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen De familie

Nadere informatie

jaarlijkse groei 15% 12% 10% 10% jaarlijkse groei 20% 15% 12% 12% jaarlijkse groei 20% 15% Percentage van de omzet 45% 45% 45% 45% 45%

jaarlijkse groei 15% 12% 10% 10% jaarlijkse groei 20% 15% 12% 12% jaarlijkse groei 20% 15% Percentage van de omzet 45% 45% 45% 45% 45% FINANCIEEL PLAN opstart 1. PROGNOSE RESULTATENREKENING Cijfers in euro Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 BEDRIJFSOPBRENGSTEN 291.500 327.530 448.381 493.094 542.276 Omzet 290.000 326.000 446.820 491.502

Nadere informatie

FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST

FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST TOEGEPAST FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST CARINE COPPENS MIEKE KIMPE Derde editie Antwerpen Cambridge Financiële analyse van de jaarrekening

Nadere informatie

Duvel Moortgat : courante netto winst +16%

Duvel Moortgat : courante netto winst +16% 15 Maart 2000 Duvel Moortgat : courante netto winst +16% Markante feiten van 1999 Beursintroductie: Duvel Moortgat werd begin juni geïntroduceerd op de Beurs van Brussel. Participatie in Noord Amerikaanse

Nadere informatie

Hoeveelheid info in de jaarrekening is wel afhankelijk van de grootte van de onderneming à maximum 1 criterium mag overschreden worden

Hoeveelheid info in de jaarrekening is wel afhankelijk van de grootte van de onderneming à maximum 1 criterium mag overschreden worden INLEIDING Analyse van de jaarrekening is enkel mogelijk als er een gepubliceerde jaarrekening is à vennootschappen met volkomen rechtspersoonlijkheid ongeacht de grootte (NV, BVBA, CVBA) Hoeveelheid info

Nadere informatie

Toename van de winst met meer dan 10% Verhoging van dividend

Toename van de winst met meer dan 10% Verhoging van dividend Jaarresultaten 2010 Opgesteld door gedelegeerd bestuurders Dirk De Cuyper en Peter De Cuyper. Wetteren, België 17 maart 2011. Toename van de winst met meer dan 10% Verhoging van dividend Kerncijfers 2010

Nadere informatie

Het ondernemersvertrouwen neemt in november verder toe

Het ondernemersvertrouwen neemt in november verder toe 27--23 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven november 27 Het ondernemersvertrouwen neemt in november verder toe Na een fors herstel in oktober is de conjunctuurbarometer

Nadere informatie

ALGEMEEN OMZET FEBRUARI 2016 16/02/2016. Boordtabellen Horeca. Synthese:

ALGEMEEN OMZET FEBRUARI 2016 16/02/2016. Boordtabellen Horeca. Synthese: FEBRUARI 2016 16/02/2016 Boordtabellen Horeca Synthese: De omzetgroei in de horeca zet door en is het sterkst in restaurants en logies. De horeca inflatie blijft op een hoog niveau. Het aantal arbeidsplaatsen

Nadere informatie

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS 1 Flexi-jobs: Synthese Tabel 1: Aantal en aandeel flexi-arbeid -2016Q4- Aantal Aandeel Werkgevers 5 223 21,4% Arbeidsplaatsen tijdens kwartaal 1 16 831 9,4% Voltijdsequivalenten

Nadere informatie

GROEP SPADEL: HALFJAARRESULTATEN 2014

GROEP SPADEL: HALFJAARRESULTATEN 2014 Gereglementeerde informatie 27 augustus 2014 16u30 CET GROEP SPADEL: HALFJAARRESULTATEN 2014 Verhoging met 15% van de omzet (9% bij constante perimeter) in een groeimarktcontext gesteund door gunstige

Nadere informatie

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 Docentenhandleiding Hoofdstuk 25 9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 a Per november 2008 wordt aan huur vooruitontvangen: 400 3 650 = 780.. b Per december wordt achteraf ontvangen: 25 3 720 = 270..

Nadere informatie

Samenvatting Economie Boekhouden: THEORIE

Samenvatting Economie Boekhouden: THEORIE Samenvatting Economie Boekhouden: THEORIE Samenvatting door J. 1589 woorden 4 maart 2013 5,6 18 keer beoordeeld Vak Economie Economie Boekhouden Waar haalt de onderneming het geld vandaan? Financieringsbehoeften

Nadere informatie

ECONOMISCHE ACTIVITEIT

ECONOMISCHE ACTIVITEIT UNIZO KMO-Barometer UNIZO-Studiedienst, tel. 02 238 05 31 - fax 02 238 07 94 www.unizo.be mail kmo-barometer@unizo.be Voor resultaten van vroegere edities van de KMO-barometer zie: www.unizo.be/statistieken

Nadere informatie

Toets 3 HAVO 5 g Diagnostische toets 2012

Toets 3 HAVO 5 g  Diagnostische toets 2012 Uitwerkingen/waardering Toets 3 HAVO 5 20 12 MO Onderdeel 3.1 Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Diagnostische toets 2012 Uitwerkingen/waardering Voor deze toets zijn maximaal 35 punten te behalen; De

Nadere informatie

Vierde kwartaal 2013. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg

Vierde kwartaal 2013. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg Vierde kwartaal 2013 Conjunctuurenquête Nederland Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête Nederland

Nadere informatie

Hfst 5: Liquiditeit. 5.1 Analyse van de liquiditeit binnen de onderneming

Hfst 5: Liquiditeit. 5.1 Analyse van de liquiditeit binnen de onderneming Hfst 5: Liquiditeit Dagelijkse activiteiten staan centraal: - heeft de onderneming genoeg werkkapitaal om haar activiteiten te financieren? - Hoeveel werkmiddelen heeft ze nodig? 5.1 Analyse van de liquiditeit

Nadere informatie

Hoofdstuk II Verticale en Horizontale analyse

Hoofdstuk II Verticale en Horizontale analyse Hoofdstuk II Verticale en Horizontale analyse De compenserende bedragen en exploitatiesubsidies (740) maken deel uit van de Andere bedrijfsopbrengsten (74) en worden in de toelichting gedetailleerd. We

Nadere informatie

Een regionale opsplitsing van de sociale balansen

Een regionale opsplitsing van de sociale balansen Een regionale opsplitsing van de sociale balansen Nationale Bank van België (2004). De sociale balans 2003, Economisch Tijdschrift 4-2004. Voor het eerst heeft de Nationale Bank van België de sociale balansen

Nadere informatie

FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST

FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST TOEGEPAST FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST MIEKE KIMPE CARINE COPPENS Vierde editie Antwerpen Cambridge Financiële analyse van de jaarrekening

Nadere informatie

FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST

FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST TOEGEPAST FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST MIEKE KIMPE CARINE COPPENS Vijfde editie Antwerpen Cambridge Financiële analyse van de jaarrekening

Nadere informatie