Schaarse goederen: Goederen die er maar voor een bepaald aantal zijn.( producten in een winkel)
|
|
- Maria Beckers
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Blok 1 Algemene economie: SWOT-analyse: -Met een SWOT- analyse kun je bij een organisatie kijken wat de sterke -en zwakke punten zijn(intern). Maar ook wat de kansen en bedreigingen zijn (extern). Dit kan een bedrijf helpen bij het bepalen van een strategie. Macro, meso, micro: Macro: De economie van een groot geheel. ( Land of werelddeel) Meso: De economie van een wat kleiner geheel.(bedrijfsectoren) Micro: De economie van een klein geheel.( Bedrijven, gezinnen) Verschillende soorten goederen: Schaarse goederen: Goederen die er maar voor een bepaald aantal zijn.( producten in een winkel) Vrije goederen: Goedereen die nooit op raken.( zonlicht, water, zuurstof) Inferieure goederen: Goederen die je minder gaat kopen naarmate je inkomen stijgt. Bijvoorbeeld goedkope kleding. Substitutionele goederen: Goederen die elkaar kunnen vervangen. Zoals kersen en sinaasappelen. Luxe goederen: Goederen die meer gaat kopen, naarmate je inkomen stijgt. Zoals duurdere kleding of een duurdere auto. Noodzakelijke goederen: Goederen die je nodig hebt Complementaire goederen: Goedereen die je beiden nodig hebt wanneer je een ervan hebt. Zoals een auto en benzine.
2 Elasticiteiten: Prijselasticiteit van de afzet: De prijselasticiteit van de afzet laat zien met hoeveel procent de verkochte hoeveelheid als de prijs met 1 procent verandert. Uitkomst tussen 0 en -1 --> inelastisch product. Uitkomst kleiner dan -1 --> elastisch product. Procentuele verandering vraag/ procentuele verandering prijs. Kruislingse prijselasticiteit: De kruislingse prijselasticiteit laat zien hoe elastisch een product is wanneer de vraag van product a verandert ten opzichte van de verandering van de prijs van product b. Uitkomst tussen 0 en 1 --> inelastisch product Uitkomst boven 1 --> elastisch product Inkomenselasticiteit De inkomenselasticiteit laat zien met hoeveel procent de verkochte hoeveelheid verandert als het inkomen met 1 procent verandert. Uitkomst tussen 0 en 1 --> inelastisch product Uitkomst boven 1 --> elastisch product Partijen en omgevingsfactoren: Partijen: Direct betrokken bij de organisatie Afnemers, leveranciers, concurrentie, vermogensverschaffers, werknemers, belangbehartigingsorganisaties, overheidsinstellingen, media. Omgevingsfactoren: Maatschappelijke context, extern Demografisch Economisch Sociaal-maatschappelijk Technologisch Ecologisch Politiek DESTEP
3 Marktvormen: Aantal aanbieders Veel Veel Weinig Weinig Aantal Vragers Aard product (homogeen of heterogeen) Is de markt transparant? Marktvorm Veel Homogeen Ja Volkomen concurrentie Veel Heterogeen Ja Monopolistische concurrentie Veel Homogeen Nee Homogeen oligopolie Veel Heterogeen Ja Heterogeen oligopolie Voorbeeld Aandelen Tv s Abonnementen Benzine Één Veel Homogeen Nee Monopolie Vervoer met de trein Het is belangrijk als onderneming te weten in welke marktvorm je je bevindt, omdat dit veel invloed heeft op de manier van ondernemen. Variabele- en constante kosten: Variabele kosten: kosten die toenemen naarmate je meer producereert. Zoals, grondstoffen. Constante kosten: kosten die altijd het zelfde zijn. Deze veranderen niet naarmate je meer of minder produceert. Een voorbeeld van constante kosten is, huurkosten. Dit is belangrijk wanneer een organisatie een duidelijk beeld van haar kosten wilt hebben. Schöndorff, R., Pleus, J.F.B., Kam, C.A. de, (2011), Onderneming en omgeving: basiskennis economie voor het hoger onderwijs (7e druk), Amersfoort, ThiemeMeulenhoff.
4 Bedrijfseconomie: Balans: Een bedrijf stelt een balans op om zo een duidelijk financieel overzicht van de organisatie te krijgen. Ook zijn externe mensen geintersseerd in de balans, hieruit kunnen zij opmaken of het bedrijf er goed voor staat. De balans bestaat uit 2 kanten. De Debet en credit zijde. Debet: De debet zijde, ook wel activa zijde genoemd, bestaat uit verschillende dingen. Namelijk: vaste activa, vlottende activa en liquide activa. Op deze zijde staan onder andere het gebouw, de inventaris, debiteuren en de kas/bank. Dit wordt ook wel de bezittingenzijde van de organisatie genoemd. Credit: Op deze kant staan het eigen vermogen en al het vreemd vermogen van de onderneming. Dit vreemd vermogen bestaat uit een lang vreemd vermogen( vreemd vermogen van langer dan één jaar) en kort vreemd vermogen( korter dan een jaar). Het lang vreemd vermogen bestaat onder andere uit een hypothecaire lening. Het kort vreemd vermogen bestaat uit crediteuren, en bijvoorbeeld nog te betalen belastingen. Bron: Reader bedrijfseconomie
5 Resultatenrekening: Op een resultatenrekening, ook wel winst- en verliesrekening of exploitatieoverzicht genoemd, staan alle opbrengsten en kosten van een bepaalde periode. Net zoals bij de balans zijn ook hier de eigenaren, banken, leveranciers, afnemers, enz. geïnteresseerd in deze rekening. Opbrengsten: Dit zijn resultaten die het eigen vermogen verhogen. Bijvoorbeeld omzet. Kosten: Dit zijn resultaten die het eigen vermogen verlagen. Bijvoorbeeld afschrijvingskosten. Wanneer er winst wordt behaald, wordt dit aan de kostenkant weergegeven. Dit wordt weergegeven doormiddel van een saldo WINST. Wanneer er verlies wordt behaaald, wordt dit aan de opbrengstenkant weergegeven. Dit wordt weergegeven doormiddel van een saldo VERLIES. Liquiditeitsoverzicht: Hierop worden alle uitgaven en ontvangsten weergegeven. Dit heeft altijd betrekking op de kas van het bedrijven. Bijvoorbeeld wanneer een bedrijf iets contant verkoopt. Hierdoor ontvangt het bedrijf geld. Dit zet zij dan op haar liquiditeitsoverzicht. Hierdoor heeft zij een goed overzicht van wat er aan ontvangsten en uitgaven gebeurd binnen het bedrijf. Als er een positief saldo is, stijgt de kas van het bedrijf. Wanneer er een negatief saldo is, daalt de kas van het bedrijf. Reader bedrijfseconomie
6 Communicatie Corporate identity mix: Het beeld dat een een organisatie van zichzelf heeft en wenst uit te stralen, oftewel de corporate identiteit Door middel van de corporate identity mix kan een organisatie deze identiteit bepalen. De corporate identity mix bestaat uit vier onderdelen: Persoonlijkheid Symboliek Gedrag communicatie Persoonlijkheid: De organisatiedoelstellingen, de producten of diensten, de organisatiestructuur, de kernwaarden, de missie, etc.. bepalen allemaal de persoonlijkheid van een organisatie. Symboliek: Onder de symboliek valt de huisstijl, het logo, de gebouwen, de bedrijfskleding, enz. van een organisatie; dus alles wat je kan zien. Als een organisatie haar structuur verandert, gaat dit vaak gepaard met een verandering van de symboliek. Gedrag: De normen en waarden vormen de basis van het gedrag van de organisatie, maar ook de doelgroepen bepalen voor een groot deel hoe de organisatie zich opstelt tegenover haar omgeving. Het is een zeer belangrijk onderdeel van de corporate identity mix omdat dit voor mensen het 'eerste contact' is met de organisatie. Communicatie: Interne en externe communicatie, kan verbaal, social media, telefoon, enz. De communicatie van een organisatie moet in overeenstemming zijn met de persoonlijkheid maar ook met het gedrag. Als een organisatie een duidelijke identiteit heeft, kunnen mensen een beeld vormen van deze organisatie. Hierdoor ontstaat er een imago van de organisatie.
7 Communicatieplan: Als een organisatie een communicatieprobleem heeft, wil ze dit natuurlijk oplossen. Hiervoor is een plan nodig: een communicatieplanhet communicatieplan bestaat uit 7 stappen: 1 Analyse van de situatie 2 Doelgroepen 3 Doelstellingen 4 Strategie 5 Inzet van middelen 6 Uitvoering 7 Evaluatiefase Communicatie theorien Er zijn verschillende communicatie theoriën. Bijvoorbeeld: -One-step-flow theorie: De zender stuurt iets naar de ontvanger. De ontvanger neemt dit gelijk aan. -Two-step-flow theorie: Hetzelfde als de one-step-flow theorie alleen dan met een opinieleider er tussen. Deze opinie leider probeert het publiek te beïnvloeden. Hierbij worden vaak bekende personen ingezet. -Agendasettingtheorie: Hierbij wordt de macht bij het medium gelegd. Media kunnen dus zelf bepalen waarover zij iets gaan vertellen. -The medium is the message: De inhoud van de boodschap is niet belangrijk, maar het medium zelf is het belangrijkst. -Uses-and-gratifications theorie: Het publiek gebruikt media om haar eigen behoeften te voorzien. -Selectieve perceptie: De ontvangers nemen waar, wat ze willen waarnemen. Essink-Matzinger, C., & Veghel, B. van, (2012), MarCom: Marketingcommunicatie in organisaties (2e druk), Amersfoort, ThiemeMeulenhoff
8 Recht: Rechtsgebieden: Publiekrecht: -strafrecht -bestuursrecht -staatsrecht Privaatrecht: -burgerlijkrecht Rechterlijke machten: -Rechtbank: Kantonrecht,lagere rechter, vaak over privaatrecht, maar ook over strafrecht. -Gerechtshof: Hier kan je in hoger beroep gaan. -Hoge raad: Beroep in cassatie, hoogste rechtscollege. Rechtsbronnen: -gewoonte -jurisprudentie -Internationaal verdrag -wet Hierarchie van wetten: Wet in formele-en materiële zin: Wet in formele zin: Dit zijn wetten die op het hoogste niveau tot stand zijn gekomen. Bijvoorbeeld door de staten-generaal.
9 Wet in materiële zin: Wetten die voor ieder persoon geldend zijn. Deze worden gemaakt door: -regering en Staten-Generaal - de regering - de minister - provinciale staten - de gemeenteraad - het bestuur van het waterschap - besturen van andere openbare lichamen, als de Sociaal-Economische Raad (SER) Formele-en materiële wetten: Materiële wet: Beschrijf rechten en plichten Formele wet: Beschrijf hoe de materiële wet wordt nageleeft. Bijvoorbeeld procedures bij het strafrecht. Klassieke- en sociale grondrechten: Janssen, L., (2013), Nederlands recht begrepen (3e druk), Den Haag, Boom Juridische uitgevers.
10 Management: Organisatiekundige stromingen Klassieke organisatiekunde Scientific management Taylor: Wetenschappelijke bedrijfsvoering (scientific management of taylorisme) is een stroming binnen de managementtheorie die het aansturen van bedrijfsprocessen rond de werkvloer op een wetenschappelijke wijze vorm wilde geven. De intellectuele drijfkracht achter de wetenschappelijke bedrijfsvoering was Frederick Taylor. Taylor wilde door nauwkeurige arbeidsstudies prestatieverbeteringen bereiken[1]. Hij streefde ernaar objectieve productienormen vast te stellen, aan de hand waarvan men prestaties kon beoordelen. Hij zag loon als belangrijkste motiverende factor. Aanhangers van deze stroming menen dat arbeid puur analytisch benaderd zou moeten worden. Beslissingen zouden niet meer op basis van vuistregels of traditie genomen moeten worden, maar uitsluitend op rationele gronden. Centraal staat hierbij het meten van prestaties. In de pure vorm heeft wetenschappelijke bedrijfsvoering in de praktijk inmiddels aan belang ingeboet. Desalniettemin worden veel inzichten die binnen de wetenschappelijke bedrijfsvoeringstroming tot ontwikkeling kwamen ook tegenwoordig nog gebruikt. Algemeen management Fayol: Uitganspunt is hoe je een organisatie van boven af het beste kunt leiden. Aanbevelingen, richtlijnen en principes geven de organisatie als geheel vorm. Richtlijnen daarbij zijn: vooruitzien en plannen, organiseren, eenheid van bevel, coördineren en controleren. Gedragskundige benadering Human relations: Human relations of het gedragsmatig managementperspectief is een perspectief waarop naar management wordt gekeken of hoe de managementdiscipline wordt opgevat. Dit perspectief of dit denken omtrent management is geleidelijk aan ontstaan in het midden van de jaren 30 van de twintigste eeuw en kende vooral een hoogtepunt binnen het management denken.
11 Revisionisme Likert: 'liking pin'-principe Bij het linkin-pin principe van Likert, is er telkens één persoon uit laag die bijspringt bij een laag boven hem. Bijvoorbeeld een persoon uit de 2 e laag, zit ook in de bovenste laag. Hierdoor kan het team beter het bedrijf regelen, omdat ze dan ook hulp hebben van andere management lagen. McGregor: X- en Y-theorie: Dit is een theorie die gaat over medewerkers. Je hebt een x en een y medewerker. Hiernaast kan je zien welke eigenschappen elke medewerker heeft, en kan je ook zien in welke categorie diegene valt. Met zijn of haar eigenschappen.
12 Blake en Mouton: 'managerial grid' De Managerial grid van Blake en Mouton, gaat over hoe manager hun bedrijf regelen. En dan vooral over hoe zij kijken naar personeel, en arbeid. In de grafiek kan je goed aflezen hoe degene denkt over hoe zij het beste het bedrijf kunnen managen. Systeembenadering Dit model gaat over hoe de input van middelen getransformeerd worden in een eindproduct. Bijvoorbeeld hoe grondstoffen doormiddel van werkzaamheden van wernemers wordt getransformeerd in een product. Contigentiebenadering Deze theorie gaat ervan uit dat geen standaardorganisatiestructuren en - managementopvattingen kunnen bestaan. Ze zijn altijd situatie gebonden.
13 Flowchart: Een bedrijf gebruikt een flowchard om daarmee gemakkelijk een proces in beeld te kunnen brengen. Bij een flowchard wordt er gebruik gemaakt van symbolen. Elk symbool geeft een stap in een process weer. Hierdoor is het zeer overzichtelijk om een proces in beeld te brengen. 7s-model( McKinsey) Het 7s-model biedt een manager een manier om een organisatie te beschrijven en te analyseren. Het 7s-model bestaat uit zeven s`en. Je hebt: -strategie -managementstijl -personeel -sleutelvaardigheden -structuur -systemen -gemeenschappelijke waarden Er zijn 'harde s'en' : Strategie, Structuur en Systeem.--> Deze zijn tastbaar En er zijn 'zachte s'en' : Gedeelde waarde, sleutelvaardigheden, managementstijl en personeel. --> menselijke kant van het management. Bijvoorbeeld personeelszaken. Weber. A., & Doelen. A., (2014), Organiseren & managen (3e druk), Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers bv.
Communicatie: Corporate identity- mix
Communicatie: Corporate identity- mix Auteur: Birkigt & Stadler Persoonlijkheid: Het geen de organisatie karakteriseert. (ziel van het bedrijf) Gedrag: Dagelijkse handelingen van medewerkers, omgaan met
Nadere informatieKENNISPORTFOLIO BEDRIJFSKUNE MER
KENNISPORTFOLIO BEDRIJFSKUNE MER Inge Wertenbroek Algemene Economie Participanten: betrokken bij of directe invloed op bedrijfsvoering. Omgevingsfactoren: Ondernemingsklimaat of maatschappelijke context.
Nadere informatieBlok P1 Kennismaken. Algemene Economie (micro) Model/Theorie
Blok P1 Kennismaken Algemene Economie (micro) Schöndorff, R., Pleus, J. F. B., Kam, F.., & Bilsen, T.. (1998). Onderneming en omgeving: Algemene economie voor het hoger onderwijs. Leiden: Spruyt. De omgevingsfactoren
Nadere informatieKennisportfolio Robbert Knevel Leerjaar
Kennisportfolio Robbert Knevel Leerjaar 1 2015-2016 Voorwoord Met het maken van dit kennisportfolio ga ik mijn eigen databank aanmaken met daarin een overzicht van de modellen en theorieën die ik op school
Nadere informatieKennisportfolio P1. Formules elasticiteit: Prijselasticiteit van de vraag: % verandering vraag (gevolg) % verandering prijs (oorzaak)
Kennisportfolio P1 Algemene economie Marktvormen Marktvormen zijn het geheel van omstandigheden waaronder ondernemingen met elkaar concurreren. De marktvorm wordt bepaald door: de aard van het product,
Nadere informatieKennisportfolio. Student: Nancy Crombeen Studentnr.: Mentor: Kris Bogaerts. Bedrijfskunde MER Avans Hogeschool
Kennisportfolio Student: Nancy Crombeen Studentnr.: 2096125 Klas: 49BKM1IV Mentor: Kris Bogaerts Bedrijfskunde MER Avans Hogeschool Laatst bijgewerkt: 5 november 2015 Inhoudsopgave Blok P1 Kennismaken...
Nadere informatieVeel aanbieders Volkomen mededinging Monopolistische concurrentie
Blok P1 Algemene Economie (micro) Model/Theorie: participanten en omgevingsfactoren Auteur: Dr. R. Schöndorff Drs. J.F.B. Pleus Vakgebied: Algemene Economie Participanten: participanten zijn de partijen.
Nadere informatie% verandering vraag % verandering inkomen
Kennisportfolio Inhoud Kennisportfolio Blok P1 Algemene Economie (micro) Model Participanten en omgevingsfactoren Dit model is te gebruiken voor extern en interne analyse. Theorie Economie Hiermee is te
Nadere informatieSamenvatting Economie Consument & Producent
Samenvatting Economie Consument & Producent Samenvatting door een scholier 1097 woorden 3 april 2003 7,7 84 keer beoordeeld Vak Economie CONSUMENT & PRODUCENT Hoofdstuk 1 de klant Marktaandeel afzet eigen
Nadere informatieSamenvatting Economie Consument en Producent
Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting door een scholier 1055 woorden 29 oktober 2004 6,1 60 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent. Hoofdstuk 1: De klant. Marktaandeel
Nadere informatie7,5. Samenvatting door R woorden 24 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De kledingmarkt. Omzet = prijs x afzet
Samenvatting door R. 1689 woorden 24 juni 2014 7,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. De kledingmarkt Omzet = prijs x afzet Omzetindex = (prijsindex x afzetindex) : 100 Afzet = verkochte
Nadere informatieConcerncommunicatie: communicatie waarbij de organisatie als geheel centraal staat. Doel: positief beeld creëren van de organisatie.
Communicatie P1 Auteurs: drs. C. Essink-Matzinger en drs. B. Van Veghel. Concerncommunicatie: communicatie waarbij de organisatie als geheel centraal staat. Doel: positief beeld creëren van de organisatie.
Nadere informatieManagen: alle activiteiten die nodig zijn om een organisatie te besturen en in verandering te brengen.
Management P1 Auteurs: André Weber en Aldert Doelen. Managen: alle activiteiten die nodig zijn om een organisatie te besturen en in verandering te brengen. Organiseren: een aantal mensen dat zich als eenheid
Nadere informatieGeeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.
Boekverslag door M. 988 woorden 11 oktober 2015 9.3 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 2 Betalingsbereidheid: Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.
Nadere informatieFinanciële aspecten van de planning
14 hoofdstuk Financiële aspecten van de planning 14.1 B 14.2 A 14.3 D 14.4 D 14.5 D 14.6 C 14.7 C 14.8 C 14.9 A 14.10 D 14.11 B 14.12 D 14.13 C 1 12 18.000 = 1.500 14.14 A 14.15 C Ontvangen wordt november,
Nadere informatieEconomie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie
3.1 Wat zijn de kosten? Toegevoegde = extra waarde die ontstaat door de bewerking van een product waarde Toegevoegde waarde = verkoopwaarde inkoopwaarde Productiefactoren = productiemiddelen die een producent
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 3/7 samenvatting
Samenva Economie Hoofdstuk 3/7 samenva Samenva door E. 2301 woorden 12 juli 2013 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie hoofdstuk 3/7 samenva HAVO 4 en 5 3.1 Markten Welke soorten markten
Nadere informatieEen overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen.
Praktische-opdracht door een scholier 3871 woorden 8 januari 2003 5,3 45 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Opdracht 1: Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid
Nadere informatieManagement & Organisatie
Management & Organisatie Hoofdstuk 1 Managen = iemand iets laten doen waarvan jij vindt dat het nodig is. Dit gaat d.m.v. communicatie. Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen die bepaalde
Nadere informatieMaterieel en formeel recht Materieel recht: Beschrijft rechten en plichten Formeel recht: Beschrijft hoe het materieel recht gehandhaafd kan worden
Recht: Recht: het geheel van overheidsregels dat de samenleving ordent. Publiekrecht: burger met overheid Privaatrecht: burger met burger (bedrijven tellen ook) Rechtsgebieden Recht is op te delen in maar
Nadere informatieDenkscholen in de organisatiekunde
Denkscholen in de organisatiekunde Er zijn 6 denkscholen te onderscheiden in het vakgebied management waarvan er 3 vallen onder overkoepelende scholen dit zijn: 1 Klassikale school 2 Human Relation school
Nadere informatieDomein D: markt (module 3) havo 5
Domein D: markt (module 3) havo 5 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte
Nadere informatieDeze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.
Basiskennis Ondernemerschap Voorbeeldexamen Belangrijke informatie Deze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. Dit voorbeeldexamen bestaat
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 2
Samenvatting Economie Module 2 Samenvatting door S. 1008 woorden 3 januari 2013 6,7 62 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Praktische economie Module 2 Economie Module 2 Eenmaal, andermaal,verkocht
Nadere informatieHoe groot is het marktaandeel van onderneming B? Vul een geheel getal in (zonder decimalen).
Basiskennis Ondernemerschap Correctiemodel Vraag 1 Toetsterm 1.1 - Beheersingsniveau: B - Aantal punten: 1 In Alkmaar wordt elke vrijdag een kaasmarkt gehouden. De kazen worden aangeleverd door de producenten
Nadere informatieUitwerkingen Basiskennis Boekhouden Convoy Uitgevers 2016
Basiskennis Boekhouden Antwoordenboek Hoofdstuk 3 Open vragen Opgave 3.1 a. Debet Balans per 5 januari Credit Inventaris 60.000 Eigen vermogen 120.000 Voorraad goederen 50.000 Lening oom 80.000 Bank 90.000
Nadere informatie2.1 De vraag naar spijkerbroeken
2.1 De vraag naar spijkerbroeken Voorbeeld 1: Q v = -0,10P + 9 met Q v = gevraagde hoeveelheid spijkerbroeken van Petra P = prijs van een spijkerbroek in euro s P 90 80 60 30 0 Q v 0 1 3 6 9 Er is een
Nadere informatieBlok P2 Managen. Overeenkomstenrecht en ondernemingsrecht
Blok P2 Managen Overeenkomstenrecht en ondernemingsrecht - Nederlands recht begrepen, 3 e druk, mr Lydia Janssen - Recht voor organisaties, 1e druk, mr R. Westra (gepubliceerd op blackboard) - Wettenbundel
Nadere informatieTOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016
TOELATINGSTOETS M&O VUL IN: Datum 14-1-2016 Naam en voorletters. Adres. Postcode. Woonplaats. Geboortedatum / / Plaats Land. Telefoonnummer. E-mail. Gekozen opleiding. OPMERKINGEN: Tijdsduur: 90 minuten
Nadere informatieEco samenvatting; hs 2 + 5
Samenvatting door Inge 1413 woorden 12 januari 2014 7,5 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Eco samenvatting; hs 2 + 5 2.1 Hoe verkoop je een product? Martkaandeel is het aandeel van een product
Nadere informatieVisie Iedereen inspireren om hun ultieme geluk te bereiken.
BUSINESSPLAN IDENTITEIT Om Matthijs Rolleman Producties meer richting te geven, is er een duidelijke identiteit ontwikkeld vanuit de theorie van Kay Morel s Identiteitsmarketing. Deze identiteit geeft
Nadere informatieInvesterings en financieringsprobleem
10 hoofdstuk Investerings en financieringsprobleem 10.1 C 10.2 B 10.3 C 10.4 B 10.5 A 10.6 D 10.7 B 10.8 A 10.9 D 10.10 C 10.11 C 10.12 B 60% van 25.000.000 = 15.000.000 10.13 C Balanstotaal 30.000.000;
Nadere informatieUitwerkingen Basiskennis Boekhouden Convoy Uitgevers 2016
Basiskennis Boekhouden ntwoordenboek Hoofdstuk 2 Open vragen Opgave 2.1 a. Het bezit Goederen neemt toe met 10.000. De schuld Crediteuren neemt toe met 10.000. Debet Balans per 6 januari Credit Gebouw
Nadere informatie1. GROOTBOEKREKENINGEN EN DE KOLOMMENBALANS
1. GROOTBOEKREKENINGEN EN DE KOLOMMENBALANS Alle financiële feiten worden door het boekhoudprogramma op grootboekrekeningen bijgehouden. Zoals u in het vorige hoofdstuk heeft kunnen vernemen, zijn grootboekrekeningen
Nadere informatie4.9. Samenvatting door K woorden 6 november keer beoordeeld Markt:
Samenvatting door K. 1250 woorden 6 november 2012 4.9 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO 1.2 - Markt: Het geheel van vraag naar en aanbod van een bepaald product of dienst. Er zijn 4 marktsvormen:
Nadere informatie1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn:
Competitieve markten van 6 COMPETITIEVE MARKTEN Marktvormen Welke verschilpunten stel je vast als je het aantal aanbieders en het aantal vragers vergelijkt op volgende markten? a/ Wisselmarkt b/ Markt
Nadere informatieSamenvatting Economie Vervoer
Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting door S. 1607 woorden 25 april 2017 5,2 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 2 : Met de taxi of met de fiets Afzet onderneming Markt Afzet= ------------------------------------
Nadere informatieUitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 4
Opgave 4.1 Balans 1 januari jaar 3 1 Vaste activa Eigen vermogen 178.500 Gebouw 150.000 Bedrijfsauto s 48.000 Lang vreemd vermogen Inventaris 16.000 214.000 Hypotheek 80.000 Vlottende activa Voorraad goederen
Nadere informatieToegepast Rekenen Opdrachten:
Toegepast Rekenen Opdrachten: Hfst 1: Rekenen Opdr. 1: a. 66 : 3 = c. -66 : (-3) = e. 12 - (+5) = b. 66 : (-3) = d. -12 + 5 = f. -12 (-5) = De omzet van een laptopwinkel is 15.000,-. De verkoopprijs per
Nadere informatieDomein Markt. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. vwo Frans Etman
Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet van 3 producten,
Nadere informatieDebet Inventaris Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 1 apr Van balans 25.000
Basiskennis Boekhouden / Elementair Boekhouden Uitwerkingen Hoofdstuk 4 Opgave 4.1 a. De eerste stap is het openen van de grootboekrekeningen vanaf de balans. Daarna werken we aan de hand van de financiële
Nadere informatieBedrijfseconomische aspecten Examennummer: 61562 Datum: 30 juni 2012 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur
Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: 61562 Datum: 30 juni 2012 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur Dit examen bestaat uit 5 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 10 open vragen (maximaal 70
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3
Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3 Samenvatting door een scholier 1298 woorden 30 november 2008 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 1. 1.1 Organisaties. Organisatie:
Nadere informatie7,1. Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september keer beoordeeld. MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie?
Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september 2004 7,1 10 keer beoordeeld Vak Economie MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie? Economie gaat over de behoeften (de wensen) van mensen. Behoeften
Nadere informatieUIT deel 2 elasticiteiten. H2 elasticiteiten. H2.1 drie kenmerken van elasticiteiten (verbanden)
H2 elasticiteiten H2.1 drie kenmerken van elasticiteiten (verbanden) Uitleg elasticiteiten. Elasticiteiten geven het verband weer tussen een prijsverandering van een goed of een dienst en de mate waarin
Nadere informatieBedrijfskunde (BDKVPAVF03) Les 1: introductie
Bedrijfskunde (BDKVPAVF03) Les 1: introductie Ten eerste... Welkom Planning Toetsing Literatuur Leerdoelen Website Waarom bedrijfskunde? Het vak bedrijfskunde geeft een oriëntatie op het vakgebied Management
Nadere informatieUIT balans en resultatenrekening
Inzicht in winst. Bedrijven zijn verplicht een bedrijfsadministratie te voren. De belangrijkste onderdelen van de bedrijfsadministratie zijn de balans en de resultatenrekening. Het gevolg van het verplaatsen
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt
Ondernemingsvormen Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt De eenmanszaak = een onderneming met één eigenaar. De vennootschap onder firma (VOF) = een onderneming waarbij enkele mensen
Nadere informatieKennisportfolio. Lisa van der Heijden. Bedrijfskunde MER Leerjaar 1: BD1AV
Kennisportfolio Bedrijfskunde MER Leerjaar 1: 2013-2014 Lisa van der Heijden 49BD1AV 17-07-2014 Inhoudsopgave Leerjaar 1 Blok P1 Blok P2 Blok P3 Blok P4 Blok P1 Algemene economie Literatuur: Onderneming
Nadere informatieDe mate waarin de gevraagde hoeveelheid van een product(qv) gevoelig is voor een verandering van de prijs van het product (p).
1. Prijselasticiteit van de vraag De mate waarin de gevraagde hoeveelheid van een product(qv) gevoelig is voor een verandering van de prijs van het product (p). %-verandering gevraagde hoeveelheid (gevolg)
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Vervoer
Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting door een scholier 2145 woorden 11 januari 2011 6,8 358 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H 1 Marktaandeel van de afzet= afzet onderneming/afzet
Nadere informatieManagement. Auteur: Mitchell Janssen Vakgebied: Management Beschrijving
Management Auteur: Mitchell Janssen Vakgebied: Management Beschrijving Alles wat we leren wordt gedaan vanuit het 7S- model van McKinsey, dit model is gebaseerd op de 500 beste bedrijven over de wereld.
Nadere informatieKamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.
Samenvatting door Sem 1018 woorden 25 januari 2018 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie hoofdstuk 3 + 4 + 5 Paragraaf 3.1 Kamer van Koophandel (KvK): hier
Nadere informatieSamenvatting Economie Consument en producent
Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 3664 woorden 3 november 2008 6,4 5 keer beoordeeld Vak Economie Consument en Producent Samenvatting. Makkelijk: * Te doen: **
Nadere informatieSamenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie
Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie Samenvatting door J. 1369 woorden 10 februari 2014 5,5 2 keer beoordeeld Vak Economie 3.1 a -werken als werknemer: in dienst van bedrijf, solliciteren
Nadere informatieLesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk
Hoofdstuk 1 1.6 C Markten 1.7 a. De prijzen zijn gestegen. Bij een gelijk volume (= afzet) leidt dit tot een omzetgroei. b. Indexcijfer volume (afzet): 105, indexcijfer prijs: 97,1. 97,1 105 = 101,96.
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. Opmerking Voor elke fout wordt 1 scorepunt in mindering gebracht.
Opgave 1 1 maximumscore 1 de Algemene Ledenvergadering 2 maximumscore 1 85 x 90 = 7.650 3 maximumscore 3 7.650 2.160 + 1.870 270 + 500 = 7.590 4 maximumscore 2 groter. De nog te vorderen contributie van
Nadere informatieBasiskennis Boekhouden / Elementair Boekhouden Uitwerkingen. Hoofdstuk 5. Opgave 5.1 en 5.2
Basiskennis Boekhouden / Elementair Boekhouden Uitwerkingen Hoofdstuk 5 Opgave 5.1 en 5.2 Proefbalans Grootboekrekening Debet Credit Debet Credit Bank 51.000 34.600 16.400 Bedrijfskosten 6.600 6.600 Crediteuren
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 5 Opgave 1 a. Bereken het netto werkkapitaal per 1-4-2018. = Nettowerkkapitaal Voorraad goederen 250.000 Debiteuren 80.000 ING bank 65.000 Kas 5.000 + 400.000 Crediteuren 60.000 Te betalen omzetbel
Nadere informatieDomein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman
Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit Uitwerking vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 Samenvatting door S. 946 woorden 2 april 2017 8,1 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De vraag naar producten Kernbegrippen 1) Individuele vraaglijn 2) Betalingsbereidheid
Nadere informatieBetalingsbereidheid: hoeveel een consument bereidt is om voor een product te betalen.
Samenvatting door A. 1304 woorden 7 februari 2017 7,6 23 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting vraag & aanbod Hoofdstuk 1 Concrete markt: vragers en aanbieders komen op bepaalde tijden
Nadere informatieDit uitwerkingenformulier bestaat uit 11 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.
Naam Examennummer Basiskennis Boekhouden (BKB ) / Elementair Boekhouden Uitwerkingenformulier voorbeeldexamen Belangrijke informatie Dit uitwerkingenformulier bestaat uit 11 pagina s, inclusief het voorblad.
Nadere informatieBedrijfseconomie. DC methode Omzet:... Variabele kosten...+ Dekkingsbijdrage... Constante kosten...-- Resultaat
Marketing Stimulus respons model Auteur: A. Kotler Beschrijving: Bij het consumeren van een product vanuit de afnemer, wordt de consument beïnvloed door verschillende factoren. Het aankoop gedrag heeft
Nadere informatieVerdieping Management en Organisatie (M&O) 3havo/vwo
Sectie economie 2012-2013 1 Verdieping Management en Organisatie (M&O) 3havo/vwo In de bovenbouw kunnen jullie in de vrije ruimte het vak M&O opnemen. Het is daarom handig om dit jaar al een aantal lessen
Nadere informatie9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2
Docentenhandleiding Hoofdstuk 25 9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 a Per november 2008 wordt aan huur vooruitontvangen: 400 3 650 = 780.. b Per december wordt achteraf ontvangen: 25 3 720 = 270..
Nadere informatieI. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.
1 / 6 I. Vraag en aanbod 1 2 fig. 1a 1 2 fig. 1b 4 4 e fig. 1c f _hoog _evenwicht _laag Q 1 Q 2 Qv Figuur 1 laat een collectieve vraaglijn zien. Een punt op de lijn geeft een bepaalde combinatie van de
Nadere informatie> Een praktijkvoorbeeld van de openingsbalans staat in de CASE achterin het boek. Rechterkant, passiva, credit Vaste activa. 7.
De openingsbalans stap voor stap uitgelegd In het onderstaande schema zie je een voorbeeld van een complete openingsbalans. In de volgende schema s wordt de openingsbalans per onderwerp uitgelegd. C >
Nadere informatieEconomie Module 2 & Module 3 H1
Economie Module 2 & Module 3 H1 Module 2 1.1 De individuele vraag Individuele vraaglijn kent een dalend verloop: als de prijs daalt, stijgt als gevolg daarvan de gevraagde hoeveelheid. Men wil voor 1 appel
Nadere informatieBedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur
Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 8 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 30 meerkeuzevragen (maximaal
Nadere informatieInventaris Kassa 1.500 Keuken 55.000 Beelden om de inrichting gezelliger te maken 5.000 Tafels en stoelen 12.000 Totaal 81.500
Opgave 1 a. Het winkelpand staat niet op de investeringsbegroting omdat Egbert dit winkelpand huurt. Alleen aankopen staan bij de vaste activa. b. De verbouwing moet in één keer door Egbert betaald worden.
Nadere informatieTA3290 Life-Cycle Modeling and Economic Evaluation 2009-2010
TA3290 Life-Cycle Modeling and Economic Evaluation 2009-2010 CiTG, minor Mining and Resource Engineering Economie college 1: Grip op Geldstromen Dr.ir. Gerard P.J. Dijkema Energy & Industry Group December
Nadere informatie2010 -- Bedrijfsadministratie 1.1 -- Deel 3a
BAD1.1 les 3 - programma Grootboek rekeningen van bezit rekeningen van schuld rekening van eigen vermogen rekening van kosten rekening van opbrengsten Resultatenrekening. Inkoopwaarde van de verkopen 66.000
Nadere informatieCollegeaantekeningen Bedrijfseconomie voor Notariëlen Week 1
Collegeaantekeningen Bedrijfseconomie voor Notariëlen Week 1 2017-2018 Bedrijfseconomie voor notariëlen week 1 HC 1, 4 september 2017 Inleiding in de jaarrekening Voor de waardebepaling van een bedrijf
Nadere informatieDomein markt: volkomen concurrentie
Domein markt: volkomen concurrentie De markt / het marktmechanisme Vraag-aanbodcurve evenwicht, surplus Elasticiteiten E v p, E v i, E v1 p2, E a p Een van de vele aanbieders Opbrengst Kosten Winst TW
Nadere informatieUitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 5
Opgave 5.1 a. Liquiditeitsbalans b. 1/1 solvabiliteitsratio = 1.570.000 = 0,48 3.240.000 31/12 solvabiliteitsratio = 1.630.000 = 0,46 3.550.000 c. 1/1 debt ratio = 1.100.000 + 570.000 = 0,52 3.240.000
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3
HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3 Opgave 3 De liquiditeitsbegroting De betaling van de verkopen Verkopen Ontvangsten Maand ex btw btw incl btw 1 maand later Januari 780.000 163.800 943.800 Februari 720.000 151.200
Nadere informatie1. Er wordt een voorraad ingekocht op rekening voor een bedrag van 10.000.
Geef van onderstaande (losstaande) feiten aan of er een mutatie optreedt op de balans en/of V&W rekening en/of liquiditeitsoverzicht. Als je kiest voor de balans, dan dien je aan te geven welke post of
Nadere informatie1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie
1 Aanbodfunctie 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie Het verband tussen prijs een aangeboden hoeveelheid kun je weergeven met een vergelijking: de aanbodfunctie. De jaarlijkse waardevermindering
Nadere informatieRuilen over de tijd (havo)
1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatie6,1. Samenvatting door M. 884 woorden 28 december keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 5
Samenvatting door M. 884 woorden 28 december 2015 6,1 5 keer beoordeeld Vak Economie Economie Hoofdstuk 5 1 Stroomgrootheden: meten tijden een bepaalde periode sparen, lenen, inkomen etc Voorraadgrootheden:
Nadere informatieDebet Balans per 10 januari Credit Inventaris 55.000 Eigen vermogen 115.000. Bank 90.000 Totaal 195.000 Totaal 195.000
Basiskennis Boekhouden / Elementair Boekhouden Uitwerkingen Hoofdstuk 3 Opgave 3.1 a. Debet Balans per 5 januari Credit Inventaris 60.000 Eigen vermogen 120.000 Voorraad goederen 50.000 Lening oom 80.000
Nadere informatie11 Correctieboekingen
Begeleidend materiaal Basiskennis bedrijfsadministratie 2B (CBA 03.3/1 en CBA 05.4/1) BA. H 11 a 3 11 Correctieboekingen 1 Voordat we de correctieboeking kunnen vaststellen, zullen we eerst de verkoopprijs
Nadere informatieKatern 2 Markten en welvaart
Katern 2 Markten en welvaart Begrippen budgetlijn = deze lijn geeft de verschillende mogelijkheden van geld uitgeven voor een consument weer ceteris paribus vraaglijn = het verband tussen de prijs en de
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 2, 3, 4
Samenvatting Economie Module 2, 3, 4 Samenvatting door een scholier 2744 woorden 2 mei 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Basiskennis: Indexcijfers Indexcijfers zijn makkelijk
Nadere informatieAntwoorden hoofdstuk 4
Antwoorden hoofdstuk 4 Opgave 4.1 Vaste activa Eigen Vermogen Pand 42.000 Aandelenvermogen 78.000 Inventaris 22.000 Reserves 37.000 Overige vaste activa 17.000 115.000 81.000 V.V. lang Vlottende activa
Nadere informatieUIT elasticiteiten
Wat is een elasticiteit. Een elasticiteit is niets anders dan een verband tussen twee variabelen (grootheden of factoren). Omdat economen erg geïnteresseerd zijn in het effect van de prijs op de hoogte
Nadere informatieBalans "Rescue Service" per 1 juli Inventaris ,- Eigen vermogen ,- Voorraad Goederen ,- Crediteuren - 60.
Het openen van de grootboekrekeningen: Kijk welke bedragen op de balans staan Maak een soort kleine balans per grootboekrekening Als het bedrag op de balans debet staat vul dat bedrag dan ook debet in
Nadere informatieLuc Aelen Pascal de Bruijn Dennis Dierx Sven Drissen Jorn Lutters Mark Peggen
Denken over organisatie en management Luc Aelen Pascal de Bruijn Dennis Dierx Sven Drissen Jorn Lutters Mark Peggen Historische Denkrichtingen Niccolo Machiavelli / Adam Smith Scientific Management General
Nadere informatieInternetopgaven hoofdstuk 3
Internetopgaven hoofdstuk 3 IO.3.1 De boekhouder van de eenmanszaak Carel Castello heeft op 31 december 013 een aantal posten op de volgende gedeeltelijke kolommenbalans samengevat: Grootboekrekeningen
Nadere informatieNumerieke antwoorden. Hoofdstuk 1. V 1.2 a a b c c d e
Numerieke antwoorden Hoofdstuk 1 V 1.2 a1 250.000 a2 290.000 b 192.500 c1 124.025 c2 133.400 d 165.975 e 156.600 V 1.3 a Omzet maximaal 11.400 (situatie 10) b Winst maximaal 4.670 (situatie 7) Hoofdstuk
Nadere informatieSamenvatting Economie Module1, H2 en H3
Samenvatting Economie Module1, H2 en H3 Samenvatting door een scholier 1851 woorden 28 maart 2006 2 2 keer beoordeeld Vak Economie Module 1, Hoofdstuk 2, Consumeren 1. Hoe consumenten in hun behoeften
Nadere informatieSamenvatting Economie Consument en producent
Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 2017 woorden 10 december 2004 7,4 24 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent H1 De klant 1.1 Het marktaandeel Het
Nadere informatieH3 Hoe werken markten
H3 Hoe werken markten 3.1 Markten marktmechanisme Organisatie door Marktmechanisme Vragers en aanbieders met eigen belang Aanbieders passen aan aan vragers. Soorten markten één, enkele of veel aanbieders
Nadere informatieInternetopgaven hoofdstuk 3
Internetopgaven hoofdstuk 3 IO.3.1 IO.3.2 IO.3.3 IO.3.4 Y. van de Voort wil periodiek informatie uit de boekhouding halen. Daarbij maakt zij gebruik van een kolommenbalans. Welke uitspraak over de kolommenbalans
Nadere informatieManagement Opdracht Denkscholen
Management Opdracht Denkscholen Naomi Kappe MM1A Management In het vakgebied Management kun je 6 denkscholen onderscheiden: 1. De klassieke school. 2. Human Relationschool. 3. Revisionisme. Overhoepelende
Nadere informatieVoorlichting Economie en M&O. David Yousufi Docent Economie en M&O
Voorlichting Economie en M&O David Yousufi Docent Economie en M&O Economie en M&O het basisverschil Economie gaat over de relatie tussen vier spelers: Consumenten Producenten Overheid Buitenland Bij Management
Nadere informatieConstante kosten - Kosten die niet afhangen van de productieomvang. Bv. Verzekeringskosten & afschrijvingskosten.
Samenvatting door D. 1289 woorden 4 oktober 2015 3,5 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 - STEEDS MEER MOBILITEIT 1 - Hoe verplaatsen we ons? Manieren van vervoeren: Fiets - Scooter - Auto - Bus
Nadere informatieBijlage HAVO. management & organisatie. tijdvak 1. Informatieboekje. HA-0251-a-13-1-b
Bijlage HAVO 2013 tijdvak 1 management & organisatie Informatieboekje HA-0251-a-13-1-b Formuleblad Voor de beantwoording van vraag 11 en 26 zijn de volgende formules beschikbaar: 11 rentabiliteit van het
Nadere informatie