Uitwerkingen Basiskennis Boekhouden Convoy Uitgevers 2016

Transcriptie

1 Basiskennis Boekhouden Antwoordenboek Hoofdstuk 3 Open vragen Opgave 3.1 a. Debet Balans per 5 januari Credit Inventaris Eigen vermogen Voorraad goederen Lening oom Bank Totaal Totaal Debet Balans per 10 januari Credit Inventaris Eigen vermogen Voorraad goederen Lening oom Bank Totaal Totaal b. Debet Inventaris Credit 1 jan Van balans jan Waterschade Debet Voorraad goederen Credit 1 jan Van balans Debet Bank Credit 1 jan Van balans jan Aflossing lening Debet Eigen vermogen Credit 10 jan Waterschade inventaris jan Van balans Debet Lening oom Credit 5 jan Aflossing per bank jan Van balans Opgave 3.2 a. Debet Balans per 5 maart Credit Bank Eigen vermogen Kas Lening vader Totaal Totaal

2 Debet Balans per 7 maart Credit Zaagmachine Eigen vermogen Bank Lening vader Kas Crediteuren Totaal Totaal Debet Balans per 8 maart Credit Zaagmachine Eigen vermogen Voorraad hout Lening vader Bank Crediteuren Kas Totaal Totaal Debet Balans per 10 maart Credit Zaagmachine Eigen vermogen Auto Lening vader Voorraad hout Crediteuren Bank Kas Totaal Totaal Debet Balans per 14 maart Credit Zaagmachine Eigen vermogen Auto Lening vader Voorraad hout Crediteuren Bank Kas Totaal Totaal b. Debet Zaagmachine Credit 7 mrt Crediteuren Debet Auto Credit 10 mrt Bank Debet Voorraad hout Credit 8 mrt Kas mrt Verkoop 750 Debet Bank Credit 1 mrt Van balans mrt Auto mrt Lening vader Debet Kas Credit 1 mrt Van balans mrt Voorraad hout mrt Verkoop

3 Debet Eigen vermogen Credit 1 mrt Van balans mrt Verkoop Debet Lening vader Credit 5 mrt Bank Debet Crediteuren Credit 7 mrt Zaagmachine Opgave 3.3 a. Debet Balans per 1 januari Credit Winkel Eigen vermogen Auto's Crediteuren Voorraad goederen Rabobank Debiteuren Totaal Totaal b. Debet Balans per 6 januari Credit Winkel Eigen vermogen Auto's Crediteuren Voorraad goederen Rabobank Debiteuren Totaal Totaal Debet Balans per 11 januari Credit Winkel Eigen vermogen Auto's Crediteuren Voorraad goederen Rabobank Debiteuren Totaal Totaal Debet Balans per 16 januari Credit Winkel Eigen vermogen Auto's Crediteuren Voorraad goederen Rabobank Debiteuren Totaal Totaal

4 Debet Balans per 21 januari Credit Winkel Eigen vermogen Auto's Crediteuren Voorraad goederen Rabobank Debiteuren Totaal Totaal Debet Balans per 26 januari Credit Winkel Eigen vermogen Auto's Crediteuren Voorraad goederen Rabobank Debiteuren ING Bank Totaal Totaal Debet Balans per 31 januari Credit Winkel Eigen vermogen Auto's Crediteuren Voorraad goederen Rabobank Debiteuren ING Bank Totaal Totaal c. Eigen vermogen op 31 januari Eigen vermogen op 1 januari Toename d. Debet Eigen vermogen Credit 26 jan Diverse kosten jan Van balans jan Verkoop op rekening jan Verkoop per kas jan Verkoop op rekening e. Debet Voorraad goederen Credit 1 jan Van balans jan Verkoop per kas jan Inkoop jan Verkoop op rekening jan Verkoop op rekening

5 f. Debet Rabobank Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving bedrag 21 jan Debiteuren jan Van balans jan Crediteuren Opgave 3.4 a. Bezittingen: Gebouw Machines Voorraad goederen Debiteuren Totale bezittingen Schulden: Hypotheek Crediteuren Rabobank Totale schulden Eigen vermogen = = b. Debet Balans per 1 juli Credit Gebouw Eigen vermogen Voorraad goederen Crediteuren Debiteuren Rabobank Totaal Totaal c. Debet Balans per 7 juli Credit Gebouw Eigen vermogen Voorraad goederen Crediteuren Debiteuren Rabobank Totaal Totaal Debet Balans per 9 juli Credit Gebouw Eigen vermogen Voorraad goederen Crediteuren Debiteuren Rabobank Totaal Totaal

6 Debet Balans per 15 juli Credit Gebouw Eigen vermogen Voorraad goederen Crediteuren Debiteuren Rabobank Kas Totaal Totaal Debet Balans per 24 juli Credit Gebouw Eigen vermogen Voorraad goederen Crediteuren Debiteuren Rabobank Regiobank Kas Totaal Totaal Debet Balans per 30 juli Credit Gebouw Eigen vermogen Voorraad goederen Crediteuren Debiteuren Rabobank RegioBank Kas Totaal Totaal d. Eigen vermogen op 31 juli Eigen vermogen op 1 juli Toename e. Debet Eigen vermogen Credit 24 jul Diverse kosten jul Van balans jul Verkoop per kas jul Verkoop op rekening f. Debet Voorraad goederen Credit 1 jul Van balans jul Verkoop per kas jul Inkoop jul Verkoop op rekening g. Debet RegioBank Credit 1 jul Van balans jul Diverse kosten

7 Meerkeuzevragen Opgave 3.5 C I en II zijn beide juist. Opgave 3.6 C I en II zijn beide juist. Opgave 3.7 B Het bezit Bank neemt toe en wordt gedebiteerd. Het bezit Debiteuren neemt af en wordt gecrediteerd. Opgave 3.8 C Het bezit Goederen neemt af met de inkoopprijs, dus wordt voor gecrediteerd. Het bezit Debiteuren neemt toe en wordt gedebiteerd voor Het eigen vermogen neemt toe en wordt gecrediteerd voor Opgave 3.9 D De lening verandert niet door interestbetaling. Het bezit Bank neemt af en wordt gecrediteerd. Het eigen vermogen neemt af en wordt gedebiteerd. Opgave 3.10 D I is onjuist, want een rekening van bezit wordt altijd credit afgesloten. II is onjuist, want een rekening van schuld wordt altijd debet afgesloten. Opgave 3.11 A Bank is een schuld. De schuld Bank neemt af, dus Bank wordt gedebiteerd. Debiteuren is een bezit. Het bezit Debiteuren neemt af, dus Debiteuren wordt gecrediteerd. Crediteuren zijn leveranciers. 7

8 Opgave 3.12 A I is juist. II is onjuist, want kosten staan debet op de winst-en-verliesrekening. Opgave 3.13 B I is onjuist, want een retourinkoop heeft geen invloed op het resultaat. Bij een retourinkoop neemt de voorraad af en daalt de schuld aan crediteuren. II is juist. Opgave 3.14 D I is onjuist. Een rekening van bezit wordt gecrediteerd bij een afname van de bezitting. II is onjuist. Een rekening van schuld wordt gecrediteerd bij een toename van de schuld. Opgave 3.15 B De lening is een schuld. De lening neemt af, dus de aflossing wordt gedebiteerd. Het bezit Bank neemt af en wordt gecrediteerd. Het eigen vermogen verandert niet bij een aflossing. 8