% verandering vraag % verandering inkomen

Transcriptie

1 Kennisportfolio Inhoud Kennisportfolio Blok P1 Algemene Economie (micro) Model Participanten en omgevingsfactoren Dit model is te gebruiken voor extern en interne analyse. Theorie Economie Hiermee is te bepalen of een prijselasticiteit elastisch of inelastisch is Dit kan worden bepaalde door de formules Prijselasticiteit: % verandering vraag % verandering prijs Kruislingse prijselasticiteit: % verandering vraag goed A % verandering prijs goed B Inkomenselasticiteit: % verandering vraag % verandering inkomen

2 Bedrijfseconomie Balans Bedrijfseconomie Een momentopname van de bezittingen en schulden van een bedrijf Simpele balans Debet Credit Activa Passiva aanschaffingen Betaling aanschaffingen Besteding vermogen Bron vermogen (fin.wijze) bezittingen Schulden kapitaal Vermogen Model/Theorie Bedrijfseconomie Hierop staan alle mutaties op het eigen vermogen Model/Theorie Bedrijfseconomie Overzicht van alle mutaties van kas en bank

3 Theorie Bedrijfseconomie Hoe maak je journaalposten.

4 Communicatie Corporate identitymix Birkigt & Stadler Communicatie Het beeld dat de organisatie van zichzelf heeft en wenst uit te stralen Hiermee kun je de identiteit van een organisatie beschrijven. Invloed van massamedia One step flow theorie/injectienaald theorie Communicatie het publiek neemt alles wat de massamedia zegt over. Invloed van massamedia two step flow theorie communicatie hetzelfde als injectienaaldtheorie, alleen heb je hier te maken met opinieleiders. Dit zijn mensen die invloed kunnen hebben op je mening omdat ze veel weten van een bepaald onderwerp. Invloed van massamedia Agendasettingtheorie communicatie De media bepaalt waarover zij schrijven en verhalen. Invloed van massamedia The medium is the message theorie Communicatie Marshall McLuhan Niet zozeer de inhoud van wat via de media verspreid wordt van belang is, als wel het medium zelf Invloed van massamedia Uses-and-gratifications theorie Communicatie Het publiek gebruikt (use) de media om in haar eigen behoeftes te voorzien (gratify). Invloed van massamedia Selectieve perceptie theorie Communicatie de ontvanger heeft alle macht, het medium zelf niet meer.

5 SMART Formuleren Algemeen te gebruiken bij doelstellingen Doelstellingen moet je SMART formuleren. Dit betekent dat ze specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden moeten zijn. Het communicatieplan Communicatie De stappen die je moet doorlopen voor het totale communicatieplan 1. Probleem 2. Analyse 3. Communicatiedoelgroepen 4. Communicatiedoelstellingen 5. Boodschap 6. Communicatiestrategie 7. Communicatiemiddelen 8. Tijdsplanning 9. Budget 10. Evaluatie

6 : Inleiding I 7S-Model Medewerkers van organisatie- en adviesbureau McKinsey. Het 7S model bied elke manager een goed handvat om een organisatie te beschrijven en te analyseren. Alle punten van het 7S-Model hangen samen. De S van Strategie, structuur en systemen worden harde S en genoemd omdat deze tastbaar, te beschrijven of in een schema te zetten. De overige S en zijn zachte S en en laten een menselijke kant van de organisatie zien. Hiermee kan een organisatie beschrijven en analyseren. Model/Theorie Algemeen Analyse omgevingsfactoren Hiermee kun je de verschillende omgevingsfactoren waar een bedrijf mee te maken heeft analyseren. 1. Demografisch 2. Economisch 3. Sociaal-maatschappelijk 4. Technologisch 5. Ecologisch 6. Politiek

7 Model Partijen Analyse voor de verschillende partijen waar een bedrijf mee te maken kan hebben. Model interne differentiatie met functionele indeling (F-indeling) Interne differentiatie met F-indeling wil zeggen dat er een hoofdproces is. Binnen dit hoofddoel zijn een aantal afdelingen die verschillende taken hebben. Een afdeling is een functioneel gebied. Dit heeft zo omdat het wordt ingedeeld op mensen die op specifieke afdelingen werken. Model interne specialisatie met product indeling (P-indeling) Interne specialisatie met product indeling, een bedrijf heeft meerdere soorten producten en heeft voor elk product aparte afdelingen.

8 Model interne specialisatie met markt indeling (M-indeling) Interne specialisatie met markt indeling, een bedrijf levert aan twee soorten markten Model interne specialisatie met geografische indeling (G-Indeling) Interne specialisatie met geografische indeling, een bedrijf deelt in op wereldgebied of provincies waar zij actief zijn. Model lijnorganisatie Een lijnorganisatie geeft leiding via een lijn. Alle beslissingen moeten genomen worden via de afdelingsleiders.

9 Model lijn-staforganisatie Lijn-staforganisatie, hierbij bevindt zich een staf van deskundigen naast de directie. Deze staf is gespecialiseerd maar staat verder buiten de organisatie. Deze staf staat de directie bij, door te adviseren en te ondersteunen. Model lijn- en functionele staforganisatie Lijn-en functionele staforganisatie, een functionele stafmedewerker mag je aansturen waarvoor je in dienst bent op alle niveaus.

10 Model ISO-Systeem ISO-systeem, betreft internationale normen van kwaliteit. Als een bedrijf gecertificeerd is met ISO betekent dit dat zij met succes het examen van ISO hebben afgelegd. Elke twee jaar moet een bedrijf een audit afleggen waarin de gestelde ISO-normen worden doorgelicht. Het verbeteren en verhogen van de kwaliteit is het doel. De normen zijn daar een middel toe. Model EFQM-model of INK-model. EFQM-Model of INK model, kent vijf organisatiegebieden. Wat en hoe moet je deze verbeteren? Deze zijn alle 5 Intern! Een intern stappenplan. Resultaatgebieden. Als de 5 zaken intern goed geregeld zijn. Dan zouden de 4 externe zaken, de buitenwereld, ook goed zijn.

11 De 5 fases waarin een bedrijf kan zitten bij het EFQM/INK-model: Fase 1: activiteit-georiënteerd -> product/productief INTERN Fase 2: Proces-georiënteerd -> proces INTERN Fase 3: Systeem-georiënteerd -> Klant EXTERN Fase 4: Keten- georiënteerd -> bedrijf georiënteerd EXTERN Fase 5: Excelleren en transformeren Maatschappij en MVO, de 3 p s EXTERN Theorie Scientific Taylor Frederick Taylor, werkzaam in staalindustrie. Wetenschappelijk management (scientific )Taylor ging kijken hoe lang het duurde voordat het duurde voordat de wagons gevuld waren. En wilde daardoor de productiviteit te verhogen van de werknemers. Zorgen dat alles sneller ging. Taylor, Productie centraal. Prestatiebeloning -> de beste werknemer werd de norm, het was voor werknemers vrijwel onmogelijk dit te halen. Elke werknemer heeft maar een paar taken. En is dus gespecialiseerd. Ook manager moet zich specialiseren, dus er komen meerdere managers. Taylor bedacht, het 8 bazenstelsel, alleen werden arbeiders hier gek van. Teveel aansturing. Theorie Algemene managmenttheorie Henry Fayol Henry Fayol, Fransman, ingenieur -> mijnbouw. Algemeen managementtheorie, het leiding geven aan het hele bedrijf Henry Fayol zei management is te leren. Iedereen kan het. is te leren, de 5 taken die zijn te leren: plannen, organiseren, bevel geven, coördineren en controleren. Je leert eerste een gedeelte, bijvoorbeeld bevel voeren, coördineren en controleren. Dit heet beleidsuitvoerend. Dit is afdelingleiders. Daarna leer je Plannen en organiseren, dit heet beleid formulerend. Gebeurd door directie. Beheers je dit allemaal dan kun je uiteindelijk directeur worden. Fayol zei: eenheid is bevel iedereen heeft 1 baas die hem of haar uitstuurt en beoordeelt.

12 Theorie Elton Mayo Elton Mayo, Wetenschapper die onderzoek deed. Onderzoek in de praktijk. De mensen staat centraal ipv het werk. Hawthorne-onderzoeken -> General Electric fabrieken. Hawthorne is de naam van de plaats van het onderzoek. Mayo wilde motivatieonderzoek doen bij medewerkers. Als een werknemer zich goed voelt werkt presteert ook goed. Hij wilde dus de arbeidsomstandigheden verbeteren. Mayo -> human relation centraal. Hawthorne-onderzoek, conclusie, de proefkonijngroep met meer licht had veel meer producten gemaakt, maar ook de groep andere groep had ook meer producten gemaakt door de teamspirit die ontstond. Aandacht geven aan werknemers helpt! Theorie Likert en linking-pin -principe Rensis Likert Likert en linking-pin -principe Rensis likert, Linking pin-principe, als manager ben je de verbinden de schakel, the linking pin, tussen de afdeling boven en onder jou. Theorie X en Y mensbeeld Douglas McGregor Douglas McGregor, X-Type, je bent en kunt niet veel als werknemer, Lui en zwak. Er wordt niet veel tijd in je gestoken. Y-Type, je bent een goede medewerker je wil veel doen voor het bedrijf. Deze types worden ingeschat door de manager van een bedrijf. Dit is heel zwart-wit gedacht. Theorie Managerial grid Robert Blake en Jane Mouton Managerial grid, deze theorie geeft de verhouding aan tussen de zorg voor productie en zorg voor mensen. Rechtsboven is het beste (9,9) Model/Theorie Systeembenadering, Externe relatie (moet als organisatie goed presteren maar je moet rekening houden wat er om je heen gebeurt (DESTEP) waarschijnlijk houden zei zich al bezig met ISO-model of INK-model Model/Theorie Contingentiebenadering, situantioneel leiderschap, je moet je als manager aanpassen bij de situatie die je aantreft bij je bedrijf.

13 Model stijlen Wat voor een soort stijl gebruikt de manager: De mate van inspraak tussen manager en medewerkers: Autocratisch, je bepaalt als manager alles zelf. Consulterend, de medeweker mag zijn mening geven maar de manager bepaald. Participatief, je laat je medewerkers bepalen hoe je iets doet. Model leiderschapsstijlen Hersey en Blanchard Hersey en Blanchard Situationeel leiderschap, een manager kan hiermee vaststellen dat hij met 4 type mensen te maken kan hebben (S1 tm S4) Als manager moet je proberen om de medewerker naar taakvolwassenheid 4 te brengen.

14 S1 Instrueren -> leiden - Medewerker is niet bekwaam, wel gemotiveerd S2 Overtuigen -> begeleiden - Medewerker is enigszins bekwaam, niet altijd gemotiveerd S3 Overleggen -> steunen - Medewerker is wel bekwaam, niet altijd gemotiveerd S4 Delegeren -> loslaten, zelf laten werken. - Medewerker is wel bekwaam en wel gemotiveerd Theorie sleutelvaardigheden Een sleutelvaardigheid / kernbekwaamheid is een unieke combinatie van kennis, vaardigheden, structuren, technologieën en processen in de onderneming die het mogelijk maken om producten of diensten te leveren die geen enkele andere onderneming op dezelfde manier op hetzelfde moment kan produceren. Dus datgene wat de organisatie onderscheidt van andere organisaties. Model waardeketen van Porter Porter Primaire activiteiten: Dit zijn de hoofdactiviteiten/het primaire processen van een organisatie. Secundaire activiteiten: Dit zijn de secundaire processen. Structurering van het bedrijf: Bestuurlijke processen. Als je het als bedrijf dit goed inricht maak je winst De dingen waar je in uitblinkt (skills) moet je zelf doen. De dingen waar je niet goed in bent moet je uitbesteden/outsource.

15 Model Elementen bedrijfscultuur Bedrijfscultuur, Dit is een mogelijke indeling van een bedrijfscultuur. Gedragspatronen en symbolen, je werkt niet bij een bedrijf maar je krijgt een indruk van het bedrijf hoe het geregeld is. Gedragsvoorschriften, hoe gaat men met elkaar om. Sleutelpersonen/verhalen, de verhalen van mensen die een voorbeeld zijn of echt iets gepresteerd worden. Waarden en normen, wat vind men echt belangrijk in een bedrijf, wat is de kern van een bedrijf, de grondbeginselen.

16 Inleiding Recht Publiekrecht Het recht tussen Burger/bedrijf overheid Privaatrecht (burgerlijk recht is synoniem) Het recht tussen Burgers/bedrijven onderling Stappenplan juridische case uitwerken Stap 1: Wie zijn de partijen? Stap 2: Wat is het juridisch leerstuk? (in maximaal 5 woorden) Stap 3: Wat is of zijn de relevante artikelen? Stap 4: Benoemen en toepassen van de criteria Stap 5: Wat is de conclusie? Verwerk in je conclusie het antwoord op de vraag. Hierbij is het van belang de belangrijke dingen te acceren.