Biologische bestrijding van bladluis in paprika

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Biologische bestrijding van bladluis in paprika"

Transcriptie

1 Biologische estrijding vn ldluis in pprik Evlutie vn nieuwe sluipwespen en gsvliegen Geren J. Messelink 1, Lxmi Kok 1, Chntl M.J. Bloemhrd 1, Hns Hoogerrugge 2 en Jeroen vn Schelt 2 1 Wgeningen UR Glstuinouw 2 Koppert Biologicl Systems Rpport GTB-1143

2 Refert Biologische estrijding vn ldluis in pprik is zeer lstig en kostr, wrdoor de estrijding in de gngre teelt nog sterk leunt op inzet vn insecticiden. De wens is om minder fhnkelijk te zijn vn deze middelen, omdt ze een risico vormen voor vervuiling vn het oppervlktewter en overschrijding vn residu-eisen vn supermrktketens. In pprik zijn de perzikluis Myzus persice (groene en rode vrinten) en oterloemluis Aulcorthum solni de meest schdelijke ldluissoorten. In dit onderzoek zijn nieuwe sluipwespen en gsvliegen eoordeeld ls estrijders vn deze ldluissoorten. De estrijding vn rode perzikluis kon nzienlijk vereterd worden met de sluipwesp Aphidius mtricrie. Het lijkt erop dt deze wespen ctiever zijn in dichte ldluiskolonies. Inmiddels is deze soort op de mrkt gercht en wordt hij volop ingezet ij ppriktelers. Voor oterloemluis is deze wesp niet geschikt. Aphidius ervi is en lijft een effectieve sluipwesp voor de estrijding vn oterloemluis. Voor de estrijding vn zowel oterloemluis en perzikluis lijkt Aphidius gifuensis interessnt. De wrde vn deze sluipwesp moet nog verder eoordeeld worden op prktijkschl. Bij de gsvliegen leken verschillende soorten zeer effectief ldluis te estrijden in kooien, voorl soorten wrvn de volwssenen ook ldluis eten. Echter, ij losltingen in kssen lijken de gsvliegen zich mr nuwelijks of heleml niet te vestigen. Voor de estrijding vn ldluishrden met gsvlieglrven lijkt de soort Chrysoperl lucsin een goede keuze te zijn. Astrct Biologicl control of phids is one of the mjor chllenges in sweet pepper. Most conventionl growers still use insecticides to control phids, ut the mrket demnds less residues. Also the risks of surfce wter pollution will force growers to switch to lterntive control mesures. The most dmging phid species in sweet pepper re the pech phid Myzus persice nd the foxglove phid Aulcorthum solni. The im of this reserch ws to evlute new prsitoids nd lcewings, in order to enhnce the iologicl control system of phids in sweet pepper. In greenhouse trils we showed tht Aphidius mtricrie ws more effective in controlling the pech phid thn the commonly used species Aphidius colemni. Control of the foxglove phid ws still most effectively done y the common species Aphidius ervi. The prsitoid Aphidius gifuensis is promising cndidte for iologicl control of oth foxglove phids nd green pech phids in sweet pepper, especilly when these phids occur together, ut this species needs further evlution in prctice. Severl lcewing species were very successful in controlling oth phid species in cge experiments, ut none of them ws le to estlish in lrger crop. The control of phids y lcewing lrve ws most effectively done y the species Chrysoperl lucsin. 211 Wgeningen, Stichting Dienst Lndouwkundig Onderzoek (DLO) onderzoeksinstituut Wgeningen UR Glstuinouw. Wgeningen UR Glstuinouw Adres : Violierenweg 1, 2665 MV Bleiswijk : Postus 2, 2665 ZG Bleiswijk Tel. : Fx : E-mil : glstuinouw@wur.nl Internet :

3 Inhoudsopgve Smenvtting 5 1 Inleiding 7 2 Evlutie vn nieuwe sluipwespen Inleiding: eschrijving vn sluipwespsoorten Opzet experimenten Bestrijdingseffecten in kooiproeven met sluipwespen vn rode perzikluis Zoekgedrg sluipwespen rode perzikluis Bestrijdingseffecten in kooiproeven met sluipwespen vn oterloemluis Zoekgedrg sluipwespen oterloemluis Tempertuurgevoeligheid sluipwespen Resultten Bestrijdingseffecten in kooiproeven met sluipwespen vn rode perzikluis Zoekgedrg sluipwespen rode perzikluis Bestrijdingseffecten in kooiproeven met sluipwespen vn oterloemluis Zoekgedrg sluipwespen oterloemluis Tempertuurgevoeligheid sluipwespen Discussie en conclusies 27 3 Bestrijding vn 2 ldluissoorten met één sluipwespsoort Inleiding Opzet experimenten Ksproef met rode perzikluis en oterloemluis Gedrgsoservties in het lortorium Resultten Ksproef met rode perzikluis en oterloemluis Gedrgsoservties in het lortorium Discussie en conclusies 33 4 Evlutie vn nieuwe gsvliegsoorten Inleiding: eschrijving vn gsvliegsoorten Opzet experimenten Effecten vn volwssen gsvliegen op rode perzikluis Effecten vn volwssen gsvliegen op oterloemluis Effecten vn gsvlieglrven op rode perzikluis en oterloemluis Evluties losltingen volwssen gsvliegen Resultten Effecten vn volwssen gsvliegen op rode perzikluis Effecten vn volwssen gsvliegen op oterloemluis Effecten vn gsvlieglrven op rode perzikluis en oterloemluis Evluties losltingen volwssen gsvliegen Discussie en conclusies 43 3

4 5 Integrtie vn estrijders Inleiding Opzet experimenten Kooiproeven met cominties estrijders vn rode perzikluis Kooiproeven met cominties vn estrijders vn oterloemluis Resultten Kooiproeven met cominties estrijders vn rode perzikluis Kooiproeven met cominties vn estrijders vn oterloemluis Discussie en conclusies 49 6 Prktijkevluties nieuwe sluipwespen Inleiding Opzet wrnemingen Resultten Discussie en conclusies 51 7 Conclusies en nevelingen 52 8 Referenties 54 4

5 Smenvtting Biologische estrijding vn ldluis in pprik is zeer lstig en wordt in de iologische teelt vn pprik ls het grootste knelpunt gezien. De twee elngrijkste ldluissoorten zijn de perzikluis Myzus persice en de oterloemluis Aulcorthum solni. Bldluis is in de gngre teelt nog een vn de ltste plgorgnismen die voorl chemisch wordt estreden. De wens is om minder fhnkelijk te zijn vn deze chemische estrijding, omdt de insecticiden tegen ldluis een risico vormen voor vervuiling vn het oppervlktewter en overschrijding vn residu-eisen vn supermrktketens. Het doel vn dit onderzoek ws om de iologische estrijding vn ldluis in pprik te vereteren met nieuwe sluipwespen en gsvliegen. Het eerste deel vn het onderzoek heeft zich gericht op het verzmelen en evlueren vn nieuwe ntuurlijke vijnden. Voor het ontwikkelen vn een goede uitzetstrtegie is gekeken nr de estrijding vn twee ldluissoorten tegelijk en nr cominties vn estrijders. Biologische estrijding vn ldluis met sluipwespen werd tot nu toe voornmelijk gedn met de soorten Aphidius colemni en Aphidius ervi, mr het is niet ekend of deze soorten wel de meeste effectieve estrijders vn perzikluis en oterloemluis in pprik zijn. In dit onderzoek zijn deze twee sluipwespsoorten vergeleken met vier nieuwe soorten, nmelijk Aphidius mtricrie, Aphidius gifuensis, Ephedrus cersicol en Pron volucre. Er is in kooi- en ksproeven gekeken nr effectiviteit en zoekgedrg vn verschillende soorten sluipwespen tegen perzikluis en oterloemluis. De estrijding vn rode perzikluis kon nzienlijk vereterd worden met de sluipwesp Aphidius mtricrie. Het lijkt erop dt deze wespen ctiever zijn in dichte ldluiskolonies. Inmiddels is deze soort op de mrkt gercht en wordt hij volop ingezet ij ppriktelers. Ook ij prktijkevluties werd deze sluipwesp goed eoordeeld. De sluipwesp A. ervi ws zeer effectief in de estrijding vn rode perzikluis in kooien. Echter, het ntl nkomelingen in de kooien ws zeer lg. Het estrijdend effect is dus voorl toe te schrijven n verstoring vn ldluishrden. De sluipwesp A. gifuensis geeft een goede estrijding vn rode perzikluis, welke vergelijkr is met A. colemni. De sluipwesp P. volucre is geen effectieve estrijder vn rode perzikluis. In de zoekproef ws P. volucre wel effectief, mr de soort kn zich niet goed ontwikkelen op deze ldluis, wrdoor er in de kooien geen goede estrijding ws, mr slechts een vertrging vn de popultieopouw vn rode perzikluis. Vn de sluipwespsoorten P. volucre, A. ervi, A. colemni, A. mtricrie en A. gifuensis, ws in de zomer (juli-ugustus) A. ervi het meest effectief in het opsporen en prsiteren vn perzikluishrden. In het njr (septemer-oktoer) ws A. colemni het meest effectief. Mogelijk dt de kortere dglengtes in het njr een negtief effect hdden op het zoekgedrg vn A. ervi. De estrijding vn oterloemluis is effectief met de sluipwespsoorten A. ervi, A. gifuensis en P. volucre. Aphidius mtricrie is niet is stt om oterloemluis te prsiteren, mr kn wel een vertrging vn de ldluisontwikkeling geven door verstoring vn hrden. Vn de sluipwespsoorten P. volucre, A. ervi en A. gifuensis, ws in de zomer (juli-hlf septemer) A. ervi het meest effectief in het opsporen en prsiteren vn oterloemluishrden. In het njr (oktoer) ws P. volucre het meest effectief. De sluipwesp E. cersicol schiet ij zowel ij oterloemluis ls rode perzikluis tekort in de estrijding. De sluipwespen A. colemni en A. mtricrie kunnen eide ij 15 o C ldluizen prsiteren. Aphidius mtricrie lijkt iets effectiever te zijn ij 15 o C dn A. colemni. De sluipwesp A. gifuensis lijkt eter te presteren ij hogere temperturen dn ij lgere. In pprik geeurt het regelmtig dt oterloemluis en perzikluis tegelijkertijd voorkomen. Bij de sluipwespen A. mtricrie en A. gifuensis is gekeken in hoeverre de nwezigheid vn één ldluissoort de estrijding vn de ndere ldluissoort met deze sluipwespen eïnvloedt. Aphidius gifuensis is een sluipwesp die zowel oterloemluis ls rode perzikluis goed prsiteert. De estrijding vn rode perzikluis ging eter in de kooien met oterloemluis en de estrijding vn oterloemluis werd niet eïnvloedt door de nwezigheid vn perzikluis. Bij A. mtricrie is er een duidelijk effect op oterloemluis wnneer er ook perzikluis nwezig is. Deze sluipwesp kn zich lleen ontwikkelen in perzikluis en niet in oterloemluis, mr de wespen die uit perzikluis komen kunnen wel de oterloemluis verstoren. Opvllend ws dt de estrijding vn rode perzikluis slechter ws in nwezigheid vn oterloemluis dn zonder oterloemluis. Een mogelijke verklring voor dit verschijnsel is dt de sluipwespen hun energie verspillen n de ongeschikte gstheer oterloemluis, wrdoor er minder popultieopouw is vn de sluipwespen en minder effect op rode perzikluis. Het is drom n te evelen om in periodes dt eide ldluizen voorkomen, een sluipwesp in te zetten die eide soorten prsiteert. Dit kn ijvooreeld met A. gifuensis of met A. ervi. 5

6 Nst sluipwespen is in dit project ook gekeken nr nieuwe gsvliegsoorten. Tot nu toe wordt lleen de groene gsvlieg Chrysoperl crne ingezet ls lrven om ldluishrden te estrijden. De volwssen gsvliegen vn deze soorten eten geen ldluis en de soort lijkt zich ook slecht te vestigen in kssen. In Europ komen tientllen ndere soorten voor, wronder gsvliegen wrvn de volwssenen ook ldluis eten. In dit onderzoek zijn 6 soorten vergeleken, nmelijk Chrysoperl ffinis (crne-complex), Chrysoperl lucsin (crne-complex), Chrysoperl rufilris, Chrysop perl, Chrysop pllens en Micromus vriegtus. In kooiproeven lijken sommige soorten zeer effectief te zijn tegen ldluis, mr tot nu toe is er nog geen goede vestiging en popultieopouw in kssen wrgenomen. De reden hiervoor is onekend. Voor de estrijding vn ldluis met gsvlieglrven, zols dt tot nu toe geruikelijk is, is het n te evelen om in plts vn C. ffinis de soort C. lucsin in te zetten, omdt het effect vn lrven eter ws dn ij C. ffinis. Verder produceerde deze soort meer nkomelingen in de kooien vn rode perzikluis dn de stndrd soort. Tot slot is in dit onderzoek gekeken nr cominties vn estrijders. Bij de comintie vn ruine gsvliegen en A. colemni werd gevonden dt deze 2 estrijders elkr goed nvullen ij de estrijding vn rode perzikluis (dditief effect). De toevoeging vn de sluipwesp A. gifuensis n A. ervi leverde geen vereterde estrijding vn oterloemluis op. Dit onderzoek lt zien dt ldluisestrijding soluut vereterd kn worden met nieuwe estrijders. Het proleem is nog wel dt een volledige iologische estrijding nog erg duur is. Verder lijven sluipwespen gevoelig voor hyperprsieten, wt de estrijding ehoorlijk kn verstoren. Het reltief dure systeem op sis vn wekelijkse losltingen vn o.. sluipwespen kn een enorme lokkde zijn voor telers die willen omschkelen nr residuvrije teeltsystemen. Het is drom zk een zodnige npk te ontwikkelen dt ook de estrijding vn ldluis zonder chemische middelen op een goedkope en etrouwre mnier gedn kn worden. Voor zo n npk is een systeemendering nodig die het totle teeltsysteem zo weerr mogelijk mkt. 6

7 1 Inleiding Biologische estrijding vn ldluis in pprik is zeer lstig en wordt in de iologische teelt vn pprik ls het grootste knelpunt gezien. De twee elngrijkste ldluissoorten zijn de perzikluis Myzus persice en de oterloemluis Aulcorthum solni. Vn de perzikluis zijn verschillende fenotypen ekend die vriëren in kleur vn donkergroen, lichtgroen, rood-groen tot felrood. Door sommigen worden deze fenotypen ook wel ls prte ondersoorten eschouwd. Deze fenotypen verschillen ook in gedrg en gevoeligheid voor sluipwespen (Gillespie et l. 29). Voorl de rode vrint, ook wel de rode luis genoemd, is hrdnekkig doordt deze sterk clusteren in de groeischeuten en loemknoppen vn de plnt (Figuur 1.). Door loemuitvl ontstt l snel oogstderving. Bovendien geeft veel honingduwfscheiding l snel vruchtvervuiling (Figuur 2.). De oterloemluis geeft ook ij lge dichtheden l snel schde doordt ze een typische plntrectie veroorzken vn sterke groeimisvormingen en gele vlekken (Figuur 3.). Dit wordt wrschijnlijk veroorzkt door de toxinen die de ldluizen fscheiden. Bij hoge dichtheden lt de plnt zelfs zijn ld vllen. Boterloemluis wordt vk onderin het gews ngetroffen, wrdoor ntsting vk ps lt wordt ontdekt. Een mogelijke reden hiervoor is dt deze ldluizen zich ij verstoring zeer snel lten vllen, wrn de plnten vnuit de plntvoet weer herkoloniseren (Figuur 4.). Bldluis is in de gngre teelt nog een vn de ltste plgorgnismen die voorl chemisch wordt estreden. Om verschillende redenen is het echter vn elng om ook in de gngre pprikteelt zwrder te gn leunen op iologische estrijding vn ldluis: 1. Boterloemluis geeft snel schde en is lstig eheersr op sommige edrijven. 2. Het geruik vn de ldluismiddelen Plenum (pymetrozine), Admire (imidcloprid) en Pirimor (pirimicr) stt sterk onder druk vnwege vnwege overschrijdingen in het oppervlktewter (Tolmn 21, Wterkwliteit glstuinouwgeied Delflnd 25-29). 3. Supermrktketens eisen steeds lgere MRL s, wrdoor er ehoefte is n lterntieven voor chemische estrijding. 4. Het is ekend dt ldluizen snel resistentie kunnen ontwikkelen. Geïntegreerde estrijding kn dit voorkomen of uitstellen. Het doel vn dit onderzoek ws om de iologische estrijding vn ldluis in pprik te vereteren met nieuwe sluipwespen en gsvliegen. Het eerste deel vn het onderzoek heeft zich gericht op het verzmelen en evlueren vn nieuwe ntuurlijke vijnden. Voor het ontwikkelen vn een goede uitzetstrtegie is gekeken nr de estrijding vn twee ldluissoorten tegelijk en nr cominties vn estrijders. 7

8 Figuur 1. Rode luis in de kop vn een pprikplnt. Figuur 2. Vervuiling vn vruchten ( vette vruchten) door honingduw vn rode luis. 8

9 Figuur 3. Groeimisvormingen in pprik, veroorzkt door oterloemluis. Figuur 4. Herkolonistie vn plntvoet door oterloemluis. 9

10 1

11 2 Evlutie vn nieuwe sluipwespen 2.1 Inleiding: eschrijving vn sluipwespsoorten Biologische estrijding vn ldluis met sluipwespen werd tot nu toe voornmelijk gedn met de soorten Aphidius colemni en Aphidius ervi. Beide wespen ehoren tot de Aphidiide en deze groep vn wespen wordt lgemeen gezien ls zeer succesvolle ldluisestrijders (Stry, 1988). Wespen uit ndere groepen, zols Aphelinus-soorten, kunnen ook een elngrijke ijdrge leveren, mr ontwikkelen zich veel trger en kunnen drdoor minder snelle een ldluispopultie onder controle rengen. Aphidius colemni is egin jren negentig op de mrkt gercht voor de estrijding vn ktoenluis in komkommer, wt destijds een groot proleem ws (Vn Steenis, 1995). Deze soort prsiteert ook perzikluis, mr géén oterloemluis. Voor de estrijding vn reltief grote ldluizen, wronder oterloemluis, wordt A. ervi ingezet. Het is duidelijk dt deze twee sluipwespsoorten niet specil geselecteerd zijn voor de ldluisestrijding in pprik. Dit ws de reden om opnieuw een ntl soorten te verzmelen en te testen ls estrijders vn zowel rode luis ls oterloemluis. Een ijkomend voordeel vn sluipwespen kn zijn dt ze lleei deze ldluissoorten prsiteren. Dit vergroot de vestigingsmogelijkheden vn deze sluipwespen, wt mogelijk een voordeel is om vroege infecties vn oterloemluis te prsiteren. In totl zijn 6 soorten getest, wrvn 4 nieuwe soorten (Tel 1.). Tel 1. Sluipwespsoorten die zijn getest tegen rode perzikluis en oterloemluis. Nm sluipwesp oorsprongsgeied Prsitering rode perzikluis Prsitering oterloemluis Aphidius colemni Zuid-oost Azië + - Aphidius ervi Nederlnd +/- + Aphidius mtricrie België, Spnje +? Aphidius gifuensis Azië (Jpn) + + Ephedrus cersicol België + + Pron volucre België + + De soort Aphidius mtricrie lijkt een elngrijke estrijder vn perzikluis te zijn, omdt deze soort dominnt nwezig ws ij veldwrnemingen in Zuid-Europ (Kvlliertos et l. 21) en in kssen in Spnje (Snchez et l. 211) en Cnd (Achempong et l. 27). Aphidius gifuensis ws de meest dominnte sluipwesp vn zowel perzikluis ls oterloemluis ij veldstudies in Jpn (Tkd, 22). In het verleden is in Noorwegen veel onderzoek gedn n Ephedrus cersicol ls prsiet vn perzikluis (Hofsvng & Hgvr, 1982), mr deze soort is nooit goed getest ls iologische estrijder in kssen. Tot slot is de soort Pron volucre getest, omdt deze soort in ntuurlijke ecosystemen en in kssen zowel oterloemluis ls perzikluis prsiteert (Kvlliertos et l. 21; Snchez et l. 211). De wespen zijn lleen goed te onderscheiden op sis vn morfologische eigenschppen onder een microscoop. Wel kunnen de mummies vn Aphidius, Ephedrus en Pron onderscheiden worden, doordt de mummies vn Ephedrus zwrt zijn en die vn Pron op een rond voetstuk stn (Figuur 5.). 11

12 Figuur 5. Mummies vn het geslcht Aphidius (links), Ephedrus (midden) en Pron (rechts). In dit project zijn ovengenoemde sluipwespen eoordeeld ls estrijder vn rode perzikluis en oterloemluis in grote insectenkooien wrinnen een ntl pprikplnten geteeld kon worden. Bij toepssing in kssen heen sluipwespen echter de keuze om weg te vliegen vn een ldluishrd, terwijl in een insectenkooi dit niet zo is. Drom zijn lle sluipwespen ook op grotere schl getest op hun vermogen om ldluishrden op te sporen en te prsiteren. Tot slot is in het lortorium nr de tempertuurgevoeligheid vn 3 soorten sluipwespen gekeken. 2.2 Opzet experimenten De effectiviteit vn sluipwespen tegen rode luis en oterloemluis is in de eerste plts eoordeeld op sis vn de estrijdingseffecten in kooiproeven en in de tweede plts op sis vn het zoekvermogen in kssen. Beide onderdelen worden hieronder per ldluissoort fzonderlijk uitgewerkt. In lle experimenten is geruik gemkt vn pprikplnten vn cv Ferrri (Enz Zden), die telkens pesticidenvrij werden opgekweekt ij een iologische plntenkweker Bestrijdingseffecten in kooiproeven met sluipwespen vn rode perzikluis Kooiproeven zijn uitgevoerd in grote inloopkooien met een fmeting vn 1*2*2 m die voorzien wren vn fijn insectengs (mswijdte,22 *,31 mm). Drdoor konden ehndelingen goed gescheiden worden vn elkr en ws het mogelijk om populties in de kooien over de tijd heen te volgen met niet-destructieve tellingen door wrnemers in de kooien. Per proef zijn 28 vn deze kooien in een ksfdeling vn 144 m 2 gepltst (Figuur 6.). Per kooi werden 4 pprikplnten geteeld in 1l-potten die gevuld wren met een mengsel vn witveen en iersveen (5:5), wrij het iersveen frctie 2 heeft (rokjes >16 mm). Dit werd stndrd eklkt en emest. Iedere plnt werd stndrd emest vi 2 druppelrs. Bij iedere plnt werden 3 stengels ngehouden. De plnten werden doorgeteeld tot ze een lengte vn ongeveer 1 meter hdden voordt ldluizen en sluipwespen werden ngercht. Per proef werden telkens 7 ehndelingen getest met 4 herhlingen, wronder een controleehndeling zonder estrijders (met uitzondering vn ksproef 2). In 3 ksproeven zijn sluipwespen tegen rode perzikluis getest (Tel 2.). Drvoor zijn ltijd sluipwespvrouwtjes geruikt vn mximl 1 dg oud. Deze vrouwtjes hdden geprd en toegng tot honingwter n het uitkomen. Bldluis werd uitgezet door verschillende stdi met een penseeltje op de ovenste lderen vn een plnt te pltsen. In de eerste proef werd op ieder stengel vn de plnt een groepje vn 1 ldluizen gepltst, wt neer komt op 12 ldluizen in totl. Dit resulteerde 2 weken n de introductie in gemiddeld 26 ldluizen per kooi. N deze voortelling werden per kooi 1 sluipwespvrouwtjes uitgezet. De verhouding sluipwesp : ldluis ws dus 1 : 26 (Tel 2.). In de tweede proef werden plnten esmet met 5 ldluizen per plnt. Dit resulteerde n 2 weken in een gemiddelde dichtheid vn 9 ldluizen per kooi. N deze voortelling werden per kooi 3 sluipwespvrouwtjes uitgezet, wt een verhouding sluipwesp : ldluis geeft vn 1 : 3 (Tel 2.). In de derde proef werden weer 1 ldluizen per plntenscheut ingezet, wt 2 weken lter resulteerde in gem. 12 ldluizen per kooi. 12

13 N deze voortelling werden per kooi 4 sluipwespvrouwtjes uitgezet, wt een verhouding sluipwesp : ldluis geeft vn 1 : 3 (Tel 2.). In deze ksproef zijn 2 lijnen vn A. colemni meegenomen in het onderzoek, de ene soort gekweekt op ktoenluis en de nder op perzikluis (Tel 2.). Verschillen tussen de soorten zijn ngegeven door te kijken nr het drooggewicht vn de sluipwespen ij de strt vn de ksproef (Tel 3.). In de 4 weken n introductie vn de sluipwespen werden wekelijks het ntl ldluizen en mummies per kooi geteld. Dit werd gedn door willekeurig 12 lderen ovenin het gews en 12 lderen onderin het gews te selecteren, verdeeld over de 4 plnten en 12 plntscheuten. Bij ieder ld werd zowel n de ovenknt ls de onderknt het totl ntl ldluizen en geprsiteerde ldluizen (mummies) geteld. Bij het tellen vn de mummies werd geen onderscheid gemkt tussen dichte en reeds uitgekomen mummies. De tellingen zijn dus cumultief. De klimtomstndigheden in de kooien vnf het moment dt de ldluizen zijn ngercht in de 3 ksproeven zijn weergegeven in Tel 2. Verschillen in ldluis- en mummiedichtheden tussen de ehndelingen werden in l deze proeven genlyseerd met een repeted mesures ANOVA, gevolg door Fishers Lest Significnt Differences (LSD) methode. Drvoor is geruik gemkt vn het sttistische softwreprogrmm Genstt. Figuur 6. Overzicht vn ks met insectenkooien. Tel 2. Overzicht vn ksproeven wrin sluipwespen tegen rode perzikluis zijn getest. Ksproef Getoetste sluipwespen Rtio sluipwesp:ldluis ij strt Periode Tempertuur ( C) RV (%) 1 A. colemni A. ervi A. mtricrie A. gifuensis E. cersicol P. volucre 1: 26 (ij A. gifuensis lg dit op 1: 33 doordt ij deze wesp minder is ingezet) mrt pril 29 Gem. 22,3 Min. 18,4 Mx. 3,5 Gem. 69 Min. 52 Mx A. colemni A. mtricrie A. gifuensis 1: 3 juli-septemer 29 Gem. 23,3 Min. 2. Mx. 33,4 Gem. 77 Min. 48 Mx A. colemni hag1 A. colemni hmp2 A. mtricrie hmp 1:3 mrt-pril 211 Gem. 21,8 Min Mx. 3, Gem. 65 Min. 29 Mx. 82 hag = host Aphis gossypii, hetgeen etekent dt de sluipwespen op ktoenluis zijn opgekweekt. hmp = host Myzus persice, hetgeen etekent dt de sluipwespen op perzikluis zijn opgekweekt. 13

14 Tel 3. Gemeten gewichten vn sluipwespen (mix vn vrouwtjes en mnnetjes) vn ksproef 3. Sluipwesp Gewicht (µg) (± s.e.m.) A. colemni hag (gekweekt op ktoenluis) (±1.44) A. colemni hmp (gekweekt op perzikluis) 64.6 (±1.46) A. mtricrie hmp (gewkeekt op perzikluis) 66.6 (±.68) Zoekgedrg sluipwespen rode perzikluis In twee ksproeven is het zoekgedrg vn sluipwespen eoordeeld, met uitzondering vn E. cersicol. Drij is gekeken over welke fstnd ze in stt zijn om nog ldluishrden op te sporen en in welke mte ze de ldluizen prsiteren. Jonge pprikplnten die vn te voren esmet wren met rode perzikluizen, werden tussen het gews gepltst. In de ks werden telkens vn iedere sluipwespsoort 2 vrouwtjes vn 1 dg oud uitgezet. Deze sluipwespvrouwtjes hdden geprd en wren gevoed met honingwter. De plnten met rode perzikluis werden 24 uur n loslten vn sluipwespen weer uit de ks gehld. Drij werd eerst gekeken of er geen sluipwespen meer op de plnten nwezig wren. Wnneer dit het gevl ws, werden deze met een spirtor opgezogen en weer teruggepltst in de ks. De verwijderde plnten werden ieder fzonderlijk in een insectenkooi (6*6*9 cm) in een prte ks gepltst. De verwijderde plnten in de ks vn de zoekproef werden vervngen door nieuwe pprikplnten met drop weer een nieuwe kolonie vn rode perzikluis. De plnten werden op exct dezelfde plek in de ks gepltst. N 48 uur zijn ook deze plnten, net ls de ndere in prte kooien gepltst. N 7-1 dgen werd per plnt het ntl mummies geteld. De twee ksproeven verschilden in opzet (Tel 4.). De eerste proef is uitgevoerd in een ks vn 144 m 2 zonder gs, omdt in de prktijk de luchtrmen over het lgemeen ook niet vn gs zijn voorzien. Echter, dit heeft ls ndeel dt ook ndere soorten ntuurlijke vijnden de ks in kunnen vliegen en drmee de proef kunnen verstoren. In de tweede ksproef is drom gekozen voor een ks met gs voor de luchtrmen. In de eerste proef zijn sluipwespsoorten wekelijks n elkr eoordeeld. De sluipwespen leven ongeveer een week, wrdoor de kns klein is dt overgeleven sluipwespen de volgende proef eïnvloeden. De serie egon en eindigde met de sluipwesp A. colemni (Tel 5.). De nnme ws dt wnneer tussen deze 2 herhlingen weinig verschil zit in de effectiviteit vn het zoekvermogen, de effecten vn klimt en dglengte en gewslengte wrschijnlijk een kleinere rol spelen. Op deze mnier kunnen wespen in de tijd vergeleken worden. Tel 5 lt duidelijk zien dt de gemiddelde kstempertuur lger wordt en dt de luchtvochtigheid toeneemt. Verder neemt de dglengte per week een hlf uur f (Tel 5.). In de tweede proef zijn verschillende soorten sluipwespen tegelijk uitgezet in een iets kleinere ks met insectengs (Tel 4.). Drdoor worden ze onder exct dezelfde condities vergeleken. Een keerzijde vn deze npk is dt de soorten elkr kunnen eïnvloeden door competitie of ndere mogelijke intercties. Deze loslting werd 4 keer in de tijd herhld, met telkens tussenpozen vn 4 weken (Tel 6.). N ieder proef werd het gews met pymetrozine (Plenum ) gespoten, om te voorkomen dt ldluizen zich in het gews zouden vestigen, wrdoor ze de sluipwespen kunnen fhouden vn de gepltste plnten met ldluis. Een ltste verschil tussen de 2 ksproeven ws dt in de eerste ksproef de wespen in het midden vn de ks zijn uitgezet (Figuur 7.), terwijl ze in de tweede ksproef in de hoek vn de ks zijn uitgezet. In het ltste gevl ontstt er een grotere fstnd tussen het uitzetpunt en de plnten met ldluis (Figuur 8.). In de eerste ksproef werd per plnt een ntl mummies verzmeld om te eplen of de mummies op de plnten ook ddwerkelijk nkomelingen wren vn de uitgezette soort. 14

15 De verzmelde mummies werden net zolng ewrd totdt de sluipwespen eruit kropen. Deze werden vervolgens in preprten gestopt voor determinties onder een microscoop. In de tweede ksproef zijn telkens lle mummies verzmeld voor determintie, omdt hier telkens een mix vn sluipwespen nwezig ws. Vn lle uitgekweekte mummies zijn sluipwesp-preprten gemkt om te kunnen eplen in welke mte de verschillende soorten sluipwespen ijdrgen n de prsitering. Mummies vn P. volucre konden direct worden geteld door het het typische uiterlijk vn de mummies (Figuur 5.). Wnneer er meer dn 1 mummies per plnt nwezig wren, werden er mximl 1 mummies verzmeld voor determintie. Vervolgens is nr rtio erekend hoeveel mummies toeehoorden n de verschillende soorten sluipwespen. Tel 4. Overzicht opzet vn twee ksproeven wrin het zoekvermogen vn sluipwespen is eoordeeld. kenmerken proef zoekproef 1, 29 zoekproef 2, 21 gews pprik, cv Ferrri pprik, cv Ferrri ksgrootte 144 m 2 98 m 2 luchtrmen zonder insectengs met insectengs (mswijdte.µm) uitzet sluipwespen per week 2 vrouwtjes vn één soort mix vn 5 soorten sluipwespen tegelijk, vn ieder soort 2 vrouwtjes uitzetplek sluipwespen in het midden in een hoek fstnd losltpunt tot ldluishrden 3 en 6 m 3, 6 en 9 m ntl lokplnten 2 series vn 8 2 series vn 8 ntl ldluis/plnt c. 4-7 c. 3-5 periode zomer-njr, wekelijks 4x met tussenpozen vn 4 weken inzet pesticiden geen spuiten pymetrzine (Plenum ) n 1 test W A2 A4 N B2 B4 x B1 2,9m B3 Z A1 6m A3 O Figuur 7. Opzet zoekproef 29 wrij sluipwespen in het midden vn de ks werden uitgezet. Plnten met ldluis (in rood) werden in cirkels met een strl vn 3 en 6 meter vnf het losltpunt gepltst. Plnten vn dg 1 en dg 2-3 werden geïsoleerd in kooien weggezet om het ntl mummies te eoordelen (foto rechts). 15

16 Tel 5. Gemiddelde kstemperturen, luchtvochtigheid en dglengtes tijdens de verschillende weken wrin het zoekgedrg vn sluipwespen is eoordeeld in 29. Per week werd één soort sluipwesp eoordeeld, wrij telkens 2 vrouwtjes zijn uitgezet. soort sluipwesp week tempertuur ( C) luchtvochtigheid (%) dglengte (uur) A. colemni A. ervi P. volucre A. gifuensis A. mtricrie A. colemni O Z X B1 3m A1 6m B2 A2 C1 9m B3 B4 C N W Figuur 8. Opzet zoekproef 21 wrij sluipwespen in de zuidhoek vn de ks werden uitgezet. Plnten met ldluis werden op 3 en 6 en 9 meter vnf het losltpunt gepltst. Tel 6. Gemiddelde kstemperturen, luchtvochtigheid en dglengtes tijdens 4 proeven wrin het zoekgedrg vn sluipwespen is eoordeeld in 21. Bij iedere proef werden 2 vrouwtjes vn 5 soorten sluipwespen uitgezet A. colemni, A. ervi, A. gifuensis, A. mtricrie en P. volucre. herhling week tempertuur ( C) luchtvochtigheid (%) dglengte (uur) gewslengte (cm)

17 2.2.3 Bestrijdingseffecten in kooiproeven met sluipwespen vn oterloemluis Het testen vn sluipwespen tegen oterloemluis ging volgens dezelfde methode ls het testen vn sluipwespen tegen rode perzikluis (zie hieroven). Pprikplnten werden in de kooien geplnt op 29 pril 29. Ndt de plnten de hoogte vn c. 1 m hdden ereikt werden ze geïnfecteerd met oterloemluis. Op 2 en 26 mei zijn respectievelijk 16 en 24 ldluizen per kooi uitzet, dus totl 4 ldluizen per kooi. Dit resulteerde in een gemiddelde ldluisdichtheid vn 4 per kooi op 2 juni. N deze voortelling werden per kooi 2 sluipwespvrouwtjes uitgezet vn 1 dg oud vn verschillende soorten (Tel 7.). Deze hdden geprd en toegng tot honingwter n het uitkomen. De verhouding sluipwesp : ldluis ws dus 1 : 2. De komende 4 weken drop werd wekelijks het ntl ldluizen en mummies per kooi geteld volgens dezelfde methode ls ij rode perzikluis. De klimtomstndigheden in de kooien vnf het moment dt de ldluizen zijn ngercht zijn weergegeven in Tel 7. Gegevens werden opnieuw met een repeted mesures ANOVA genlyseerd. Tel 7. Overzicht vn ksproef wrin sluipwespen tegen oterloemluis zijn getest. Getoetste sluipwespen A. ervi A. mtricrie België-stm A. mtricrie Spnje-stm A. gifuensis E. cersicol P. volucre Rtio sluipwesp:ldluis ij strt 1:2 mei juni 29 Periode Tempertuur ( C) RV (%) Gem. 23,4 Min. 19,6 Mx. 3,6 Gem. 75 Min. 68 Mx Zoekgedrg sluipwespen oterloemluis Vn de sluipwespen die in de kooiproeven effectief oterloemluis estreden is in 21 het zoekvermogen eoordeeld. Dit wren de soorten A. ervi, A. gifuensis en P. volucre. Deze wespen zijn op dezelfde wijze en in dezelfde ksproef eoordeeld ls wr het zoekgedrg vn sluipwespen vn rode perzikluis zijn eoordeeld, zols eschreven in prgrf In deze ksproef is de eoordeling vn sluipwespen vn rode perzikluis telkens fgewisseld met sluipwespen tegen oterloemluis, met tussenpozen vn 2 weken. Uiteindelijk is het zoekgedrg vn sluipwespen op oterloemluis 3 keer herhld (Tel 8.). Per eoordeling werden weer 2 series vn 8 plnten in de ks gepltst. De gemiddelde dichtheid oterloemluis per plnt ws 2 tot 3 individuen. In de tweede en vierde zoekproef is A. gifuensis niet uitgezet, omdt er op het moment vn uitzetten niet voldoende volwssen wespen eschikr wren. Tel 8. Gemiddelde kstemperturen, luchtvochtigheid en dglengtes tijdens 4 proeven wrin het zoekgedrg vn sluipwespen is eoordeeld in 21. Bij ieder proef werden 2 vrouwtjes vn 5 soorten sluipwespen uitgezet A. ervi, A. gifuensis en P. volucre. herhling week tempertuur ( C) luchtvochtigheid (%) dglengte (uur) gewslengte (cm)

18 2.2.5 Tempertuurgevoeligheid sluipwespen De sluipwespen A. colemni, A. mtricrie en A. gifuensis zijn vergeleken in hun gevoeligheid voor lge en hoge temperturen. Hiervoor is een eenvoudige test opgezet. Individuele vrouwtjes vn 1 dg oud zijn voor 24 uur in kjes met ldluizen gepltst in klimtcellen ij 15, 2 en 3 C ij een RV vn 7%. Per soort en tempertuur zijn 6 herhlingen ingezet. In ieder kje werden 1-15 nimfen vn het derde nymfle stdium vn rode perzikluis ngeoden (volgens Mrtinou & Wright (27) het meest geschikte stdium) op een pprikldpons (cv Ferrri). An ieder kje werd een druppeltje honing toegevoegd ls voedsel voor de sluipwespen. De wespen werden n 24 uur verwijderd en de geprsiteerde ldluizen zijn vervolgens ij dezelfde temperturen weggezet totdt nieuwe sluipwespen verschenen. Drij is de ontwikkelingsduur en reproductie eoordeeld. 2.3 Resultten Bestrijdingseffecten in kooiproeven met sluipwespen vn rode perzikluis De popultieontwikkelingen vn ldluizen en geprsiteerde ldluizen vn kooiproef 1 zijn weergegeven in de figuren 8, 9, 1 en 11. De sluipwespen P. volucre en E. cersicol hdden géén significnt effect op ldluis (Figuur 8.). Vn de overige sluipwespsoorten ws A. ervi het meest effectief. De plnten werden volledig schoon. Dit is voorl te wijden n verstoring, omdt er nuwelijks mummies werden wrgenomen (Figuur 1. en 11.). Aphidius mtricrie ws significnt eter in de estrijding vn ldluis dn de stndrd A. colemni (Figuur 8. en 9.). Opvllend ws dt ij deze soort ls eerste mummies werden gezien (Figuur 1.). De prsiteringspercentges lgen het hoogst ij deze soort (Figuur 12.). Hoewel de ldluizen ij A. gifuensis hogere dichtheden ereikten dn ij A. colemni (Figuur 9.), ws het uiteindelijke prsiteringspercentge tussen deze soorten niet significnt verschillend (Figuur 12.). Ook lten de soorten duidelijk een zelfde trend vn ldluisontwikkeling zien (Figuur 8.). Bij A. gifuensis lg deze ontwikkeling hoger dn ij A. colemni omdt er ij de strt 2% minder sluipwespen zijn uitgezet. Ksproef 2 evestigt het eeld vn ksproef 1: A. gifuensis en A. colemni heen een vergelijkr effect op rode perzikluis en A. mtricrie geeft opnieuw een significnt etere estrijding dn de nder sluipwespsoorten (Figuur 13.). Ook in deze proef is het weer opvllend dt het ntl mummies ij A. mtricrie in de eerste en tweede week nzienlijk hoger ligt dn ij A. colemni en A. gifuensis (Figuur 14.). In de derde ksproef is gekeken of de gstheer (ldluissoort) wrop de sluipwesp gekweekt wordt invloed heeft op het resultt vn de estrijding. Dit kn ijvooreeld vn invloed zijn doordt de gstheer de grootte vn de sluipwesp epld (Tel 3.) en mogelijk ook de mte wrin ze ngepst zijn n het doelorgnisme (de te estrijden ldluissoort). In de vorige proeven is de op perzikluis gekweekte A. mtricrie ltijd vergeleken met de op ktoenluis gekweekt A. colemni. In deze proef wren eide soorten gekweekt op perzikluis en hdden ze een vergelijkr gewicht ij de strt vn de proef (Tel 3.). De A. colemni vn M. persice ws ijn 2 ml zo zwr ls de oorsponkelijke lijn gekweekt op ktoenluis. De resultten vn de derde proef lten echter zien dt de etere werking vn A. mtricrie ten opzichte vn A. colemni echt een soortseffect is. Opnieuw werd gevonden dt A. mtricrie rode perzikluis significnt eter estrijdt dn A. colemni (Figuur 15.). Net ls in de vorige proeven is ook in deze proef een hogere dichtheid vn mummies te zien in de tweede en derde week n inzet vn de sluipwespen (Figuur 16.). Uiteindelijk zijn er echter meer mummies ij de ehndelingen met A. colemni omdt de ldluis dr ook hogere dichtheden ereikte (Figuur 17.). Opvllend is dt ij de eerste ldluistelling, een week n loslting vn de sluipwespen, ij de ehndeling met A. mtricrie een nzienlijk groter deel vn de ldluispopultie lg in het gews te vinden is (Figuur 18.). Dit kn er op duiden dt A. mtricrie de ldluizen ovenin het gews meer verstoort. 18

19 Bldluisdichtheid controle A. ervi A. colemni A. mtricrie E. cersicol P. volucre A. gifuensis 5 c de Tijd (weken n inzet wespen) Figuur 8. Effecten vn verschillende sluipwespsoorten in kooiproef 1op de popultieontwikkeling vn rode perzikluis, weergegeven ls gemiddelden per 24 lderen (± s.e.m.). Verschillende letters geven significnte verschillen n tussen de ehndelingen over de tijd heen (Fisher s LSD test, p <.5). 8 Bldluisdichtheid A. ervi A. colemni A. mtricrie A. gifuensis 1 c d e Tijd (weken n inzet wespen) Figuur 9. Effecten vn de 4 meest effectieve sluipwespsoorten in kooiproef 1 op de popultieontwikkeling vn rode perzikluis (dt zijn gelijk n de dt in figuur, 6, mr nu uitgezet op een ndere schl), weergegeven ls gemiddelden per 24 lderen (± s.e.m.). Verschillende letters geven significnte verschillen n tussen de ehndelingen over de tijd heen (Fisher s LSD test, p <.5). 7 6 Mummiedichtheid week 1 week 2 Figuur 1. Gemiddeld ntl mummies per sluipwespsoort per 24 lderen (± s.e.m.) de eerste 2 weken n introductie vn deze sluipwespen in kooien met pprik en rode perzikluis in kooiproef 1. 19

20 mummiedichtheid A. ervi A. colemni A. mtricrie E. cersicol P. volucre A. gifuensis Tijd (weken n inzet wespen) c d Figuur 11. Cumultieve popultieopouw vn mummies per sluipwespsoort per 24 lderen (± s.e.m.) in kooiproef 1. Verschillende letters geven significnte verschillen n tussen de ehndelingen over de tijd heen (Fisher s LSD test, p <.5). Percentge prsitering A. ervi A. colemni A. mtricrie E. cersicol P. volucre A. gifuensis c c Tijd (weken n inzet wespen) Figuur 12. Effecten vn verschillende sluipwespsoorten op de prsiteringspercentges vn rode perzikluis in kooiproef 1, weergegeven ls gemiddelden per 24 lderen (± s.e.m.). Verschillende letters geven significnte verschillen n tussen de ehndelingen over de tijd heen (Fisher s LSD test, p <.5). 12 Bldluisdichtheid A. gifuensis A. mtricrie A. colemni Tijd (weken n inzet wespen) Figuur 13. Effecten vn 3 sluipwespsoorten in kooiproef 2 op de popultieontwikkeling vn rode perzikluis, weergegeven ls gemiddelden per 24 lderen (± s.e.m.). Verschillende letters geven significnte verschillen n tussen de ehndelingen over de tijd heen (Fisher s LSD test, p <.5). 2

21 Mummiedichteheid (#/24 lderen) week 1 week 2 A. gifuensis A. mtricrie A. colemni Figuur 14. Gemiddeld ntl mummies per sluipwespsoort per 24 lderen (± s.e.m.) 1 week en 2 weken n introductie vn deze sluipwespen in kooien met pprik en rode perzikluis in kooiproef 2. 1 onehndeld 9 A. mtricrie hmp 8 A. colemni hmp 7 A. colemni hag Bldluisdichtheid (gemiddelde /ld) c Tijd (weken) Figuur 15. Effecten vn 3 sluipwespehndelingen op de popultieontwikkeling vn rode perzikluis, weergegeven ls gemiddelden per ld (± s.e.m.) (kooiproef 3). De soort A. colemni ws gekweekt op 2 soorten gstheren de ktoenluis (hag) en perzikluis (hmp), terwijl A. mtricrie lleen op perzikluis is gekweekt. Verschillende letters geven significnte verschillen n tussen de ehndelingen over de tijd heen (Fisher s LSD test, p <.5). 3 week 2 week 3 Mummiedichtheid (gemiddelde/ld) A. mtricrie hmp A. colemni hmp A. colemni hag Figuur 16. Gemiddeld ntl mummies per sluipwespsoort per ld (± s.e.m.) de eerste 2 weken n introductie vn deze sluipwespen in kooien met pprik en rode perzikluis in kooiproef 3. De soort A. colemni ws gekweekt op 2 soorten gstheren de ktoenluis (hag) en perzikluis (hmp), terwijl A. mtricrie lleen op perzikluis is gekweekt. 21

22 Mummiedichtheid (gemiddelde /ld) A. mtricrie hmp A. colemni hmp A. colemni hag Tijd (weken) Figuur 17. Toenme vn mummies vn sluipwespen in kooien met pprik en rode perzikluis in kooiproef 3. Weergegeven zijn de gemiddelden per ld (± s.e.m.). De soort A. colemni ws gekweekt op 2 soorten gstheren de ktoenluis (hag) en perzikluis (hmp), terwijl A. mtricrie lleen op perzikluis is gekweekt. Bldluispopultie lg in het gews (%) onehndeld A. mtricrie hmp A. colemni hmp A. colemni hag Figuur 18. Het percentge vn de ldluispopultie (rode perzikluis) dt één week n loslting vn de sluipwespen lg in het gews zit (indictie voor vlgedrg n verstoring door sluipwespen) Zoekgedrg sluipwespen rode perzikluis De resultten vn de zoekproef uit 29 lten zien dt er sterke verschillen zijn tussen de effectiviteit vn A. colemni in week 35 en 4 (Figuur 19.). Dus wrschijnlijk ws er toch een sterke invloed vn het klimt en dglengte op het zoekgedrg vn de sluipwespen. Drdoor kunnen de soorten niet etrouwr worden vergeleken. Uit de determinties leek dt het merendeel vn de geprsiteerde ldluizen ook ddwerkelijk geprsiteerd wren door de sluipwespsoort die ws ingezet. Alleen ij de ltste wrneming werd ook wt A. gifuensis gevonden, wt wrschijnlijk de tweede genertie wespen ws vn de loslting 2 weken drvoor. Mogelijk dt deze zijn chtergeleven in het gews op enkele perzikluizen die nr het teeltgews zijn overgelopen. 22

23 25 totl ntl mummies dg 1 dg 2-3 Figuur 19. Antl nkomelingen vn 2 vrouwtjes sluipwespen op 8 pprikplnten met rode perzikluis 1 dg of 2-3 dgen n loslting. Per week werd één soort sluipwesp uitgezet. De proef is uitgevoerd in 29. Opvllend is dt ij lle soorten meer prsitering in de eerste dg is gevonden dn op dg 2-3. Dit klopt met eerder evindingen dt deze Aphidius sluipwespen hun eieren voorl de eerste dgen leggen (vn Steenis, 1993). Verder werden ij lle sluipwespsoorten op zowel 3 ls 6 m fstnd prsitering wrgenomen. Wel ws er een trend te zien dt ij de grotere sluipwespsoorten A. ervi en P. volucre 6% vn de mummies werd gevonden op de plnten die 6 m. vn het losltpunt stonden, terwijl ij A. colemni, A. mtricrie en A. gifuensis slechts 4% vn de mummies op deze plnten ws te vinden. Bij de zoekproef vn 21 werd géén significnt effecten vn fstnd of tijd (n 1 dg of n 2-3 dgen) gevonden. Wel zijn er per proef significnte verschillen tussen de sluipwespen gevonden (Figuur 2.). In de eerste zoekproef in week 29 presteren de reltief grote sluipwespen A. ervi en P. volucre eduidend eter dn de overige Aphidius-soorten (Figuur 2.). Opvllend is dt de het ndeel vn A. ervi n het totl geleidelijk chteruit gt in de loop vn de tijd. In week 41 is het ndeel vn A. ervi gezkt nr 1 procent, terwijl het ndeel in de eerste proef 4% ws. Bij A. colemni werd het omgekeerde gevonden: in de ltere weken doet deze sluipwesp het reltief goed met een ndeel vn 4%, terwijl dit in week 29 op 1% lg (Figuur 2.). 23

24 prsitesringsndeel (%) week 27 n = 4588 prsitesringsndeel (%) week 31 n = P. volucre A. ervi A. colemni A. mtricrie A. gifuensis P. volucre A. ervi A. colemni A. mtricrie A. gifuensis week 35 n = week 39 n = 4856 prsitesringsndeel (%) prsitesringsndeel (%) c c 1 5 P. volucre A. ervi A. colemni A. mtricrie A. gifuensis P. volucre A. ervi A. colemni A. mtricrie A. gifuensis Figuur 2. Prsiteringsndeel per sluipwespsoort op pprikplnten met rode perzikluis die op 3, 6 en 9 meter fstnd vn een losltpunt wren gepltst. Weergegeven zijn de gemiddelde percentges mummies per sluipwespsoort per plnt vn totl 16 plnten (2 op 3m, 4 op 6m en 2 op 9m n 1 dg en n 2-3 dgen) per proef in de week 27, 31, 35 en 39. Verschillende letters geven significnte verschillen n tussen de sluipwespsoorten per proef (Fisher s LSD test, p <.5) Bestrijdingseffecten in kooiproeven met sluipwespen vn oterloemluis De estrijding vn oterloemluis ws zeer effectief met de sluipwespsoorten A. ervi, A. gifuensis en P. volucre (Figuur 21. en 22.). Het ntl nkomelingen (mummies) vn deze soorten ws onderling vergelijkr (Figuur 23.). Alle ndere sluipwespen lieten het fweten qu estrijding. Opvllend is wel dt A. mtricrie niet in stt ws om oterloemluis te prsiteren (Figuur 23.), mr toch een significnte vertrging gf vn de ldluisontwikkeling (Figuur 21.). 24

25 Bldluisdichtheid (#/24 lderen) controle A. ervi A. mtricrie (Spnje) A. mtricrie (België) E. cersicol P. volucre A. gifuensis c d Tijd (weken n inzet wespen) Figuur 21. Effecten vn verschillende sluipwespsoorten op de popultieontwikkeling vn oterloemluis, weergegeven ls gemiddelden per 24 lderen (± s.e.m.). Verschillende letters geven significnte verschillen n tussen de ehndelingen over de tijd heen (Fisher s LSD test, p <.5). Bldluisdichtheid (#/24 lderen) A. ervi P. volucre A. gifuensis c c d Tijd (weken n inzet wespen) Figuur 22. Effecten vn de 3 meest effectieve sluipwespsoorten op de popultieontwikkeling vn oterloemluis (dt zijn gelijk n de dt in Figuur 21., mr nu uitgezet op een ndere schl), weergegeven ls gemiddelden per 24 lderen (± s.e.m.). Verschillende letters geven significnte verschillen n tussen de ehndelingen over de tijd heen (Fisher s LSD test, p <.5). Mummiedichtheid (#/24 lderen) A. ervi A. mtricrie (Spnje) A. mtricrie (België) E. cersicol P. volucre A. gifuensis Tijd (weken n inzet wespen) c c Figuur 23. Cumultieve opouw vn mummies vn oterloemluis (geprsiteerde ldluizen) ij de verschillende sluipwespsoorten. 25

26 2.3.4 Zoekgedrg sluipwespen oterloemluis Bij de zoekproeven met sluipwespen voor oterloemluis wren de prsiteringspercentges tussen de sluipwespsoorten significnt verschillend, met uitzondering vn de vierde zoekproef in week 41 (Figuur 24.). Bij deze ltste proef werden reltief mr weinig geprsiteerde ldluizen terug gevonden. In week 29 presteerden lle sluipwespen op 3 en 6 m vn het losltpunt even goed, mr op 9 m vn het losltpunt schoot A. gifuensis duidelijk tekort (Figuur 24.). In week 33 ws A. ervi dominnt op 6 en 9 m vn het losltpunt. De effectiviteit vn A. ervi lijkt net ls ij de zoekproeven met perzikluis in de loop vn de tijd f te nemen. In week 37 wren de prsiteringspercentges vn P. volucre hoger dn A. ervi. 1 9 P. volucre A. ervi A. gifuensis week 29 n = week 33 n = 1374 P. volucre A. ervi 8 8 prsitesringsndeel (%) n.s. n.s. prsitesringsndeel (%) n.s. 1 1 som fstnden 3m 6m 9m som fstnden 3m 6m 9m 1 9 P. volucre A. ervi A. gifuensis week 37 n = P. volucre A. ervi week 41 n = 165 prsitesringsndeel (%) n.s. n.s. prsitesringsndeel (%) n.s. n.s. n.s. n.s. 1 1 som fstnden 3m 6m 9m som fstnden 3m 6m 9m Figuur 24. Prsiteringsndeel per sluipwespsoort op pprikplnten met oterloemluis die op 3, 6 en 9 meter fstnd vn een losltpunt wren gepltst. Weergegeven zijn de gemiddelde percentges mummies per sluipwespsoort per plnt vn totl 16 plnten en per fstnd (2 op 3 m, 4 op 6 m en 2 op 9 m n 1 dg en n 2-3 dgen) in week 29, 33, 37 en 41. Verschillende letters geven significnte verschillen n tussen de sluipwespsoorten per fstnd (Fisher s LSD test, p <.5). n.s. = niet significnt Tempertuurgevoeligheid sluipwespen Bij 3 C kn lleen de soort A. gifuensis zich nog ontwikkelen in rode perzikluis. Bij zowel 15 ls 2 C produceerde A. mtricrie de meeste nkomelingen. Opvllend is dt A. gifuensis ij 15 C nuwelijks nkomelingen produceert. De gemiddelde ontwikkelingsduur vn ei tot sluipwesp duurde ij 15, 2 en 3 C respectievelijk 25, 16 en 13 dgen. 26

27 14 Antl mummies per vrouwtje in 24 h A. colemni A. mtricrie A. gifuensis 15 C 2 C 3 C Figuur 25. Antl nkomelingen per sluipwespvrouwtje op rode perzikluis ij constnte temperturen vn 15, 2 of 3 C. 2.4 Discussie en conclusies De reeks vn ksproeven heen inzicht gegeven in de effectiviteit vn sluipwespen ls estrijder vn rode perzikluis en oterloemluis. De cominties vn verschillende experimenten geven een goed eeld vn de eigenschppen vn de sluipwespen. De kooiproeven lten nst het estrijdend effect ook de popultieopouw vn de sluipwespen zien. De zoekproeven lten het gedrg in grotere ruimtes zien. Smenvttend kn het volgende geconcludeerd worden: 1. De sluipwesp A. mtricrie is het meest effectief in de estrijding vn rode perzikluis in kooien. Deze sluipwesp lijkt ctiever te zijn dn de stndrd soort A. colemni, wrdoor er meer verstoring vn dichte ldluishrden is. Verder lijkt het ntl nkomelingen per vrouwtje hoger te liggen, wt kn verklren dt ij de eerste tellingen vn mummies ltijd de meeste mummies ij A. mtricrie werden gevonden. 2. De sluipwesp A. ervi ws zeer effectief in de estrijding vn rode perzikluis in kooien. Echter, het ntl nkomelingen in de kooien ws zeer lg. Het estrijdend effect is dus voorl toe te schrijven n verstoring vn ldluishrden. 3. De sluipwesp A. gifuensis geeft een goede estrijding vn rode perzikluis, welke vergelijkr is met A. colemni. 4. De sluipwesp P. volucre is geen effectieve estrijder vn rode perzikluis. In de zoekproef ws P. volucre wel effectief, mr de soort kn zich niet goed ontwikkelen op deze ldluis (Sidney et l. 211), wrdoor er in de kooien geen goede estrijding ws, mr slechts een vertrging vn de popultieopouw vn rode perzikluis. 5. De estrijding vn oterloemluis is effectief met de sluipwespsoorten A. ervi, A. gifuensis en P. volucre. 6. Aphidius mtricrie is niet is stt om oterloemluis te prsiteren, mr kn wel een vertrging vn de ldluisontwikkeling geven door verstoring vn hrden. 7. De sluipwesp E. cersicol schiet ij zowel ij oterloemluis ls rode perzikluis tekort in de estrijding. 8. De sluipwespen A. colemni en A. mtricrie kunnen eide ij 15 C ldluizen prsiteren. Aphidius mtricrie lijkt iets effectiever te zijn ij 15 C dn A. colemni (Zmni et l. 27; vn Schelt et l. 211). De sluipwesp A. gifuensis lijkt eter te presteren ij hogere temperturen dn ij lgere. 9. Alle geteste sluipwespsoorten wren in stt om hrden met ldluizen op 3, 6 en 9 m vn een uitzetpunt op te sporen en dr ldluizen te prsiteren. 27

28 1. Vn de sluipwespsoorten P. volucre, A. ervi, A. colemni, A. mtricrie en A. gifuensis, ws in de zomer (juli-ugustus) A. ervi het meest effectief in het opsporen en prsiteren vn perzikluishrden. In het njr (septemer-oktoer) ws A. colemni het meest effectief. Mogelijk dt de kortere dglengtes in het njr een negtief effect hdden op het zoekgedrg vn A. ervi. 11. Vn de sluipwespsoorten P. volucre, A. ervi en A. gifuensis, ws in de zomer (juli-hlf septemer) A. ervi het meest effectief in het opsporen en prsiteren vn oterloemluishrden. In het njr (oktoer) ws P. volucre het meest effectief. 12. Er ws géén significnt effect vn fstnd op de effectiviteit vn sluipwespsoorten te zien ij de zoekproeven met rode perzikluis. Bij de zoekproeven met oterloemluis ws A. gifuensis minder effectief in het opsporen vn hrden op 9m vn het losltpunt. 28

29 3 Bestrijding vn 2 ldluissoorten met één sluipwespsoort 3.1 Inleiding In pprik geeurt het regelmtig dt meerdere soorten ldluizen tegelijkertijd in het gews voorkomen. Met nme oterloemluis en perzikluis zijn vk gecomineerd te vinden. Het stndrd dvies tot nu toe is ltijd geweest om dn A. colemni tegen perzikluis en A. ervi tegen oterloemluis uit te zetten. Drij wordt ngenomen dt de ldluissoort die niet geschikt is ls gstheer door een sluipwesp, ook geen effect heeft op de estrijding vn de ndere ldluissoort die wel geschikt is ls gstheer. De vrg is of dit wel klopt. Kunnen sluipwespen wel eplen of een ldluis geschikt is om zich in te ontwikkelen? Als dit niet zo is, kn dit wel eens effect heen op het resultt vn de estrijding vn de geschikte soort, doordt ze dn eieren en energie verspillen n een ongeschikte gstheer. In dit onderzoek heen we gekeken of dit inderdd zo is voor de sluipwesp A. mtricrie, een soort die perzikluis prsiteert en niet oterloemluis. We heen deze vergeleken met A. gifuensis, een soort die zowel perzikluis ls oterloemluis prsiteert (Figuur 26.). A. ervi A. gifuensis A. colemni A. mtricrie Aulcorthum solni Myzus persice Figuur 26. Weergve vn effecten vn sluipwespsoorten op oterloemluis A. solni en perzikluis M. persice. Een stippellijn geeft n dt het effect voorl estt uit verstoring in plts vn prsitering. De dikte vn de pijl geeft de mte vn prsitering weer. 3.2 Opzet experimenten Ksproef met rode perzikluis en oterloemluis De effecten vn de sluipwespen A. mtricrie en A. gifuensis op perzikluis, oterloemluis of een mix drvn zijn getest in een ksproef zols deze is eschreven in prgrf 2.2. Totl wren er 6 ehndelingen in 4 herhlingen (Tel 9.). Bij de strt vn de proef zijn 5 volwssen ldluizen per plnt uitgezet. Bij de comintie vn oterloemluis en perzikluis werd om en om een plnt met een vn de ldluissoorten esmet. Doordt perzikluis zich sneller ontwikkeld dn oterloemluis, wren de rtio s sluipwesp : ldluis verschillend per ehndeling (Tel 5.). De gemiddelde ldluisdichtheid ij perzikluis ws 9/kooi, ij oterloemluis 7/kooi en in de mix 8 per kooi. In iedere kooi zijn 3 sluipwespvrouwtjes uitgezet. De wrnemingen en verwerking vn de dt zijn uitgevoerd zols eschreven in prgrf

30 Tel 9. Overzicht vn ksproeven wrin sluipwespen tegen rode perzikluis zijn getest. ehndeling Rtio sluipwesp : sluipwesp ldluis ldluis ij strt A. mtricrie of A. gifuensis perzikluis oterloemluis mix 1 : 3 1 : 23 1 : 26 Periode Tempertuur ( C) RV (%) juli-septemer 29 Gem. 23,3 Min. 2. Mx. 33,4 Gem. 77 Min. 48 Mx Gedrgsoservties in het lortorium Om het gedrg vn de sluipwespen A. mtricrie en A. gifuensis ij nwezigheid vn een mix vn oterloemluis en perzikluis te egrijpen is in het lortorium is gekeken of de wespen een voorkeur voor een vn deze ldluissoorten heen. Oservties zijn uitgevoerd in plstic kjes met drin een pprikldpons (dimeter 6 cm) op wtergr. Bldponzen werden voorzien vn 1 nimfen (stdium 2/3) vn eide ldluissoorten, dus 2 in totl. Individuele geprde sluipwespvrouwtjes werden gedurende 1 minuten in de kjes wrgenomen. In deze periode werd het ntl ontmoetingen met ldluizen (contct met ntennes) en het ntl nvllen (prikken met legoor) wrgenomen. Per sluipwespsoort werd dit 2 keer herhld met telkens een nieuwe sluipwesp en een nieuw kje met ldluizen. 3.3 Resultten Ksproef met rode perzikluis en oterloemluis Boterloemluis werd zeer goed estreden door A. gifuensis, ongecht de nwezigheid vn rode perzikluis (Figuur 27.A.). In kooien met lleen oterloemluis en A. mtricrie liepen de ldluisdichtheden hoog op, terwijl wnneer ook rode perzikluis nwezig ws de dichtheid oterloemluis niet toe nm (Figuur 27.B.). De estrijding vn rode perzikluis met A. gifuensis ws significnt eter in de kooien wr ook oterloemluis nwezig ws (Figuur 28.A.). Bij de sluipwesp A. mtricrie geeurde het omgekeerde: rode perzikluis werd volledig estreden in kooien zonder oterloemluis, terwijl in de kooien met oterloemluis de rode luis dichtheden geleidelijk opliepen (Figuur 28.B.). Het ntl mummies dt de losgelten sluipwespen vn A. gifuensis produceerde ws ij oterloemluis hoger dn ij rode perzikluis (Figuur 29.). Boterloemluisdichtheid A. gifuensis A. gifuensis in mix A

31 Boterloemluisdichtheid A. mtricrie A. mtricrie in mix Tijd (weken n inzet wespen) B Figuur 27. Popultieontwikkeling vn oterloemluis in kooien met de sluipwesp A. gifuensis (A) of A. mtricrie (B) wrij plnten met lleen oterloemluis of met zowel oterloemluis ls rode perzikluis (mix) wren esmet. Weergegeven zijn de ntllen ldluizen ls gemiddelde per 24 lderen (± s.e.m.) Verschillende letters geven significnte verschillen n tussen de ehndelingen over de tijd heen (Fisher s LSD test, p <.5). Rodeluisdichtheid A. gifuensis A. gifuensis in mix A A. mtricrie A. mtricrie in mix B Rodeluisdichtheid Tijd (weken n inzet wespen) Figuur 28. Popultieontwikkeling vn rode perzikluis in kooien met de sluipwesp A. gifuensis (A) of A. mtricrie (B) wrij plnten met lleen rode perzikluis of met zowel oterloemluis ls rode perzikluis (mix) wren esmet. Weergegeven zijn de ntllen ldluizen ls gemiddelde per 24 lderen (± s.e.m.) Verschillende letters geven significnte verschillen n tussen de ehndelingen over de tijd heen (Fisher s LSD test, p <.5). 31

32 12 1 Mummiedichtheid A. gifuensis M. persice A. solni mix Figuur 29. Antl nkomelingen vn A. gifuensis 2 weken n loslting vn de sluipwespen. Weergegeven zijn het gemiddeld ntl mummies (±s.e.m.) per 24 lderen Gedrgsoservties in het lortorium De gedrgsoservties vn sluipwespen in het lortorium lten zien dt zowel A. gifuensis ls A. mtricrie geen sterke voorkeur heen voor oterloemluis of rode perzikluis. Beide ldluissoorten worden door eide sluipwespsoorten ngevllen. Het ntl nvllen op rode perzikluis is in het lgemeen iets hoger dn ij oterloemluis (Figuur 3.). 9 M. persice A. solni 8 7 Antl nvllen A. gifuensis A. mtricrie Figuur 3. Gemiddeld ntl keer dt vrouwtjessluipwespen ldluizen nvllen (prikken met legoor) gedurende 1 minuten in kjes met zowel rode perzikluis M. persice ls oterloemluis A. solni. Vn eide soorten luis werden 1 nimfen (stdium 2/3) in een kje tegelijk ngeoden. 32

33 3.4 Discussie en conclusies Dit onderzoek lt duidelijk zien dt de twee ldluissoorten rode perzikluis en oterloemluis elkrs estrijding met sluipwespen eïnvloeden. Aphidius gifuensis is een sluipwesp die zowel oterloemluis ls rode perzikluis goed prsiteert. De estrijding vn rode perzikluis ging eter in de kooien met oterloemluis. Dit kn ermee te mken heen dt de rtio sluipwesp : ldluis lger lg dn ij de kooien met lleen rode perzikluis (Tel 5.). Een ndere verklring is dt de popultieontwikkeling op oterloemluis eter is. Het ntl mummies dt de losgelten sluipwespen produceerden lg ook hoger ij oterloemluis dn ij rode perzikluis. Verder kn het zijn dt de sluipwespen die zich ontwikkeld heen op oterloemluis een sterkere verstoring geven vn rode perzikluis dn de sluipwespen fkomstig vn rode perzikluis zelf, doordt de wespen vn oterloemluis veel groter zijn dn die vn rode perzikluis. Bij A. mtricrie is er een duidelijk effect op oterloemluis wnneer er ook perzikluis nwezig is. Deze sluipwesp kn zich lleen ontwikkelen in perzikluis en niet in oterloemluis, mr de wespen die uit perzikluis komen kunnen wel de oterloemluis verstoren. De lortoriumproef evestigt dt A. mtricrie ook oterloemluis nvlt. Dit is opvllend, omdt deze ldluissoort heleml niet geschikt is voor reproductie. Het sterke effect vn A. mtricrie op oterloemluis in nwezigheid vn perzikluis kn verklrt worden doordt oterloemluis zich snel lt vllen ij verstoring, wrdoor er veel sterfte optreedt. De nwezigheid vn rode perzikluis is dus gunstig voor de estrijding/verstoring vn oterloemluis met A. mtricrie. Opvllend ws dt de estrijding vn rode perzikluis slechter ws in nwezigheid vn oterloemluis dn zonder oterloemluis. Dit is des te meer opvllend, omdt de rtio sluipwesp: rode perzikluis veel hoger ws in de kooien met oterloemluis (1:15) in vergelijking met de kooien met lleen rode perzikluis (1:3). Het is dn logisch te verwchten dt de estrijding in de mix eter zou gn. Een mogelijke verklring voor dit verschijnsel is dt de sluipwespen hun energie verspillen n de ongeschikte gstheer oterloemluis, wrdoor er minder popultieopouw is vn de sluipwespen en minder effect op rode perzikluis. De lortoriumproef evestigt dt A. mtricrie de ongeschikte gstheer oterloemluis nvlt. Wrschijnlijk leggen de wespen wel eieren in de ongeschikte ldluizen, mr worden deze ingekpseld, wrdoor er zich géén nieuwe sluipwespen in de ldluis ontwikkelen. Dit effect wordt ook wel distrction en egg sink genoemd, en is eerder wrgenomen ij A. ervi (Meisner et l. 27). De elngrijkste conclusie vn dit onderzoek is dt de estrijding vn rode perzikluis met A. mtricrie verstoord kn worden door de nwezigheid vn oterloemluis. Het is drom n te evelen om in periodes dt eide ldluizen voorkomen, een sluipwesp in te zetten die eide soorten prsiteert. Dit kn ijvooreeld met A. gifuensis. 33

34 34

35 4 Evlutie vn nieuwe gsvliegsoorten 4.1 Inleiding: eschrijving vn gsvliegsoorten Gsvliegen (Chrysopide) worden tot nu toe op eperkte schl ingezet voor de iologische estrijding vn ldluis. De lrven worden met nme geruikt in de kruidenteelt en in lglijvende gewssen. In de pprikteelt zetten telers incidenteel lrven vn gsvliegen in om een hrd met ldluizen te estrijden (Figuur 31.). Dit is echter een reltief dure methode omdt de lrven vrij snel n inzet verpoppen en drn niet meer ijdrgen n de estrijding. Bovendien wordt er vrijwel nooit een popultieopouw in kssen wrgenomen. Het doel vn dit onderzoek ws om gsvliegsoorten te vinden die geschikt zijn om in het volwssen stdium in te zetten. Wnneer deze volwssen gsvliegen een goede estrijding vn ldluis geven en voor nkomelingen zorgen, zijn ze wellicht een goede nvulling op de ndere eschikre ldluisestrijders. In de ntuur komen verschillende soorten gsvliegen voor. En recent veldonderzoek in Zuidwest Europ leverde een lijst vn 56 soorten op (Cnrd et l. 27). De iologie en het gedrg vn deze soorten verschilt onderling sterk. Sommige soorten zijn ijvooreeld voorl in omen te vinden, terwijl ndere soorten lg in kruidlgen voorkomen. Er zijn soorten wrvn de volwssen stdi ook ldluis eten en soorten wrij lleen de lrven crnivoren zijn en de volwssenen ls vegetriërs door het leven gn doordt ze uitsluitend stuifmeel en nectr eten. De eieren worden meestl verspreid, mr soms geclusterd fgezet en meestl op steeltjes, mr soms ook niet. Verder verschillen de soorten wrschijnlijk sterk in voorkeur voor tempertuur en vochtigheid. In hoeverre l deze eigenschppen eplen of een soort wel of niet geschikt is ls ldluisestrijder in een pprikgews is onekend. Tot nu toe wordt lleen lrven vn de groene gsvlieg ingezet, welke wordt verkocht onder de nm Chrysoperl crne. Het is l lnge tijd ekend dt deze groene gsvlieg niet één soort is, mr een complex vn verschillende soorten die verschillen in morfologie en het znggedrg vn de mnnetjes (Henry, 1985; Henry 1996). Het is goed mogelijk dt ze niet lleen qu uiterlijk nders zijn, mr ook in hun gedrg en effectiviteit ls ldluisestrijder. Voor dit onderzoek zijn 6 soorten verzmeld en getest ls mogelijke estrijders vn rode perzikluis en oterloemluis (Tel 1.). De stndrd soort die wordt verkocht ls Chrysoperl crne leek Chrysoperl ffinis te zijn (identificties uitgevoerd door Professor A. Bozsik, Derecen, Hongrije). In dit onderzoek zijn zowel de lrven ls volwssen gsvliegen vergeleken in hun effecten op ldluis (Figuur 32.). Dit is gedn in kooiproeven op een vergelijkre mnier zols de sluipwespen zijn eoordeeld. Drnst zijn in verschillende grotere kssen volwssen gsvliegen uitgezet om te eplen in hoeverre ze in stt zijn eieren en lrven te produceren in teeltgewssen. Figuur 31. Lrve vn een Chrysoperl soort die zich voedt met ldluis. 35

36 Figuur. 32. Weergve vn de volwssen gsvliegen Chrysoperl lucsin (links), Chrysop perl (midden) en Micromus vriegtus (rechts). Tel 1. Eigenschppen en oorsprong vn de 6 gsvliegsoorten die zijn geëvlueerd ls estrijders vn rode perzikluis en oterloemluis in pprik. soort gsvlieg kleur + lengte dulten voedsel dulten eileg lnd vn herkomst Chrysoperl ffinis lichtgroen, 16 mm pollen, nectr verspreid Nederlnd Chrysoperl lucsin lichtgroen, 15 mm pollen, nectr verspreid Nederlnd Chrysoperl rufilris lichtgroen, 16 mm pollen, nectr verspreid VS Chrysop perl groen-luw, 18 mm ldluis, pollen nectr verspreid Tsjechië Chrysop pllens donkergroen, 23 mm ldluis, pollen nectr geclusterd Spnje Micromus vriegtus ruin, 6-8 mm ldluis, pollen nectr verspreid* Nederlnd/Cnd * De eieren vn deze soort worden direct op het ld fgezet en niet op steeltjes, zols ij de ndere soorten het gevl is. 4.2 Opzet experimenten Effecten vn volwssen gsvliegen op rode perzikluis De effecten vn volwssen gsvliegen op rode perzikluis zijn op dezelfde mnier getest ls de sluipwespen, zols eschreven in prgrf 2.2. Pprikplnten cv Ferrri werden in de kooien geplnt op 5 feruri 21. Op 16 mrt is iedere plntscheut (3/plnt) in de kooien esmet met 1 rode perzikluizen. De plnten hdden toen een hoogte vn c. 1 m ereikt. Een week lter zijn de verschillende ehndelingen met volwssen gsvliegen uitgezet (Tel 11.) en 4 kooien zijn onehndeld gelten. De ldluispopulties hdden toen een gemiddelde dichtheid vn c. 4 per kooi. Iedere ehndeling werd in 4 herhlingen ingezet, mr ij de soort C. rufillris wren niet voldoende volwssen gsvliegen eschikr, wrdoor deze ehndeling in slechts 2 herhlingen is ingezet. De 2 ndere kooien zijn toen gevuld met een lge dosering vn de soort C. perl (Tel 11.). De gsvliegen wren tussen de 4 en 9 dgen oud, wrdoor de vrouwtjes kort n loslting eieren konden fzetten op de pprikplnten (het duurt enkele dgen voordt de eileg ij vrouwtjes op gng is gekomen). Wrnemingen zijn uitgevoerd zols in de proeven met sluipwespen (prgrf 2.2.), met het verschil dt in deze proef nst ldluizen ook gsvliegeieren en lrven op de lderen zijn geteld. Alle tellingen zijn met een repeted mesures ANOVA genlyseerd. De klimtomstndigheden in de kooien vnf het moment dt de ldluizen zijn ngercht zijn weergegeven in Tel

37 Tel 11. Overzicht vn ehndelingen en klimtomstndigheden tijdens de ksproef wr verschillende soorten volwssen gsvliegen onderling zijn vergeleken in hun effect op rode perzikluis. ehndelingen periode tempertuur ( C) RV (%) onehndeld C. ffinis (6 prtjes) C. lucsin (6 prtjes) C. rufilris (6 prtjes) C. perl (6 prtjes) C. perl (3 prtjes) M. vriegtus (6 prtjes) M. vriegtus (3 prtjes) mrt - pril 21 gem min mx. 28. gem. 71 min. 38 mx Effecten vn volwssen gsvliegen op oterloemluis De effecten vn volwssen gsvliegen op oterloemluis zijn op dezelfde mnier getest zols ij rode perzikluis (prgrf 4.2.1). Nieuwe pprikplnten vn cv Ferrri werden in de kooien geplnt op 12 mei 21. Een mnd lter, op 9 juni zijn de plnten geïnfecteerd met oterloemluis door op iedere plntscheut (3/plnt) 1 ldluizen vn willekeurige leeftijd te pltsen. De plnten hdden toen een hoogte vn c. 1 m. Een week lter zijn de verschillende ehndelingen met volwssen gsvliegen uitgezet (Tel 12.). Er ws één controleehndeling, wr lleen ldluizen zijn ingezet. Iedere ehndeling werd in 4 herhlingen ingezet. De gsvliegen wren gemiddeld 1 week oud ij inzet. De wrnemingen en nlyses zijn uitgevoerd zols in de proef met rode perzikluis (prgrf 4.2.1). De klimtomstndigheden in de kooien vnf het moment dt de ldluizen zijn ngercht zijn weergegeven in Tel 12. Tel 12. Overzicht vn ehndelingen en klimtomstndigheden tijdens de ksproef wr verschillende soorten volwssen gsvliegen onderling zijn vergeleken in hun effect op rode perzikluis. ehndelingen periode tempertuur ( C) RV (%) onehndeld C. lucsin (8 prtjes) M. vriegtus (8 prtjes) M. vriegtus (12 prtjes) C. lucsin + M. vriegtus (4 + 4 prtjes) C. perl (4 prtjes) C.perl (8 prtjes) juni - juli 21 gem min mx. 36. gem. 75 min. 37 mx Effecten vn gsvlieglrven op rode perzikluis en oterloemluis In de vorige twee ksproeven met gsvliegen lg de ndruk op het eoordelen vn effecten vn volwssen gsvliegen op oterloemluis en rode perzikluis. In deze proef is nr het effect vn lrven gekeken. Het doel ws tweeledig: 1.) eoordelen welke soorten de twee ldluissoorten het este estrijden en 2.) welke soorten zich het este ontwikkelen tot volwssen gsvliegen op deze ldluissoorten. De proef is uitgevoerd in het voorjr vn 21 in de mnden pril en mei. Individuele pprikplnten vn het cv. Ferrri werden gepltst in 56 insectenkooien vn 6*6*9 cm (Figuur 32.). De helft vn de plnten werd esmet met oterloemluis en de ndere helft met rode perzikluis door telkens per plnt 3 ldluizen vn gemengde leeftijd uit te zetten. Twee weken lter werden de gsvlieglrven geïntroduceerd in dichtheden vn 2 of 4 lrven (Tel 13.). Drij werden zoveel mogelijk lrven vn het eerste lrvle stdium ingezet. Drie weken lter is de ldluisdichtheid epld door per plnt 4 lderen te eoordelen. Verder werd n 3 en 4 weken per kooi het ntl volwssen gsvliegen geteld. De gemiddelde tempertuur tijdens de proef ws 22.1 C en de gemiddelde luchtvochtigheid 58%. 37

38 Drij moet worden opgemerkt dt, in tegenstelling tot de ndere kooiproeven, de klimtgegevens in deze kooiproef niet in de kooien zelf is gemeten, omdt de kooien drvoor te klein wren. Het is vrij nnemelijk dt de gemiddelde luchtvochtigheid in de kooien hoger lg dn de gemeten wrden uiten de kooien. Tel 13. Overzicht vn soorten gsvlieglrven die zijn eoordeeld in hun effect op rode perzikluis en oterloemluis. Vn eide ldluissoorten is ook een onehndelde controle meegenomen. gsvliegsoort ntl lrven rode perzikluis oterloemluis C. ffinis 2 x x C. lucsin 2 x x C. lucsin 4 x x C. rufilris 2 x x C. rufilris 4 x C. perl 2 x M. vriegtus 2 x x Figuur 32. Overzicht vn kooiproef wr effecten vn gsvlieglrven op rode perzikluis en oterloemluis zijn getest Evluties losltingen volwssen gsvliegen In verschillende perioden en gewssen zijn volwssen gsvliegen uitgezet om te evlueren of ze n loslting ook eieren in het gews gingen fzetten (Tel 14.). In deze gewssen ws een ntuurlijke infectie vn ldluis nwezig (Figuur 33.), of een ngerchte popultie vn grnluizen op nkerplnten (Tel 14.). De gewssen werden telkens n 1 en 2 weken geïnspecteerd op nwezigheid vn de gsvliegen en eieren vn gsvliegen. 38

39 Tel 14. Overzicht vn gewssen wrin volwssen gsvliegen zijn uitgezet. periode gews ksgrootte (m 2 ) ldluissoort soort gsvlieg ntl dulten mrt-pril 21 pprik 2 rode perzikluis C. lucsin 1 novemer 21 pprik 98 (+ gs) rode perzikluis M. vriegtus C. ffinis C. lucsin C. perl C. pllens 2 prtjes per soort mei 211 uergine 144 rdppeltopluis C. pllens 6 mei 211 uergine 144 rdppeltopluis C. perl & C. lucsin 12 geprde vrouwtjes per soort juni roos 144 grnluis C. pllens + C. lucsin 4 per soort juni-juli pprik 8 oterloemluis C. perl 8x wekelijks 2 dulten septemer 211 uergine 144 rdppeltopluis M. vriegtus 4 Figuur 33. Uitzet vn C. pllens in een uerginegews met rdppeltopluis. 4.3 Resultten Effecten vn volwssen gsvliegen op rode perzikluis Vn lle geteste gsvliegsoorten gf lleen de soort Chrysop perl een goede estrijding vn rode perzikluis. Alle ndere soorten gven géén significnte reductie in ldluisontwikkeling ten opzichte vn de onehndelde controle (Figuur 34.). Onderin het gews lijkt nst Chrysop perl ook Micromus vriegtus de ldluisdichtheden te verlgen (Figuur 34.B.), mr door de grote vritie tussen de kooien is dit effect niet significnt. De eieren vn gsvliegen werden voorl de eerste week n uitzet vn de gsvliegen wrgenomen. De meeste eieren werden ij de soort M. vriegtus gevonden ovenin het gews (Figuur 35.). Bij de ndere gsvliegsoorten werd ook eifzet op het gs vn de kooien wrgenomen of op de gewsdrden. Deze werden dus niet meegenomen met de tellingen op de lderen. Lrven vn gsvliegen zijn nuwelijks wrgenomen en het merendeel hiervn ws onderin het gews te vinden. Regelmtig werden ook lrven op het gronddoek in de kooien wrgenomen, mr deze zijn niet meegenomen in de tellingen. Een nieuwe genertie gsvliegen werd in de hoogste dichtheden gevonden ij de soorten C. lucsin en M. vriegtus (Figuur 35.). 39

40 Bldluisdichtheid ovenin onehndeld Chrysoperl ffinis (stndrd) Chrysoperl lucsin Chrysoperl rufilris Micromus vriegtus Micromus vriegtus lg Chrysop perl Chrysop perl lg A Bldluisdichtheid onderin onehndeld Chrysoperl ffinis (stndrd) Chrysoperl lucsin Chrysoperl rufilris Micromus vriegtus Micromus vriegtus lg Chrysop perl Chrysop perl lg Tijd (weken) B Figuur 34. Popultieontwikkeling vn rode perzikluis op pprikplnten in kooien met verschillende soorten gsvliegen. Weergegeven zijn de gemiddelde ntllen (± s.e.m.) ldluis per 12 lderen ovenin het gews (A) en per 12 lderen onderin het gews (B). Verschillende letters geven significnte verschillen n tussen de ehndelingen over de tijd heen (Fisher s LSD test, p <.5). Gsvliegdichtheid eieren week 1 oven eieren week 1 onder lrven week 2 oven lrven week 2 onder dulten week 5 1 Chrysoperl ffinis Chrysoperl lucsin Chrysoperl rufilris Chrysop perl Micromus vriegtus Figuur 35. Gemiddeld ntl eieren, lrven en dulten vn 5 verschillende soorten gsvliegen op respectievelijk 1, 2 en 5 weken n uitzet vn 6 prtjes gsvliegen per kooi met pprikplnten met rode perzikluis. De weergegeven dichtheden eieren en lrven zijn de gemiddelden (± s.e.m.) per 12 lderen ovenin of onderin het gews. De ntllen dulte (volwssen) gsvliegen zijn de gemiddelden per kooi. 4

41 4.3.2 Effecten vn volwssen gsvliegen op oterloemluis Bij lle gsvliegehndelingen werd een sterk en significnt effect gevonden op oterloemluis (Figuur 36.). Door dit sterke effect wren er nuwelijks verschillen tussen de soorten en dichtheden vn gsvliegen. De hoge dichtheid vn M. vriegtus (12 prtjes per kooi) gf een significnt eter estrijding dn de lge dosering vn C. perl (4 prtjes per kooi). Alle overige ehndelingen verschilden onderling niet (Figuur 36.). De eifzet op de plnten ws het hoogst ij C. lucsin, gevolgd door M. vriegtus (Figuur 37.). Echter, in de drop volgende weken werden slechts enkele gsvlieglrven gevonden en nuwelijks nieuwe dulten. Deze zijn drom niet opgenomen in Figuur 37.). Bldluisdichtheid controle M. vriegtus 8p C. lucsin 8p M. vriegtus 12p C. perl 8p C. perl 4p M. vriegtus 4p + C. lucsin 4p Bldluisdichtheid M. vriegtus 8p C. lucsin 8p M. vriegtus 12p C. perl 8p C. perl 4p M. vriegtus 4p + C. lucsin 4p 1 c c Tijd (weken) Figuur 36. Popultieontwikkeling vn oterloemluis op pprikplnten in kooien met verschillende soorten gsvliegen. Weergegeven zijn de gemiddelde ntllen (± s.e.m.) ldluis per 24 lderen. De onderste Figuur is gelijk n de ovenste figuur, mr nu weergegeven op een kleinere schl zonder de controleehndeling. Verschillende letters geven significnte verschillen n tussen de ehndelingen over de tijd heen (Fisher s LSD test, p <.5). 41

42 6 Dichtheid gsvliegeieren Figuur 37. Gemiddeld ntl eieren per ehndeling 1 week n loslting vn de volwssen gsvliegen. De weergegeven dichtheden zijn het gemiddeld ntl eieren (± s.e.m.) per 24 lderen. De lge dichtheden vn C. lucsin en M. vriegtus (4 prtjes) wren gemixed nwezig in één ehndeling Effecten vn gsvlieglrven op rode perzikluis en oterloemluis Geen enkele gsvliegsoort ws in stt de ldluispopulties goed te estrijden. Bij rode perzikluis lijkt C. perl het meest effectief, mr de ehndelingen verschilden onderling niet sttistisch significnt (Figuur 38.). Bij oterloemluis konden de dichtheden niet meer etrouwr worden geteld, omdt er veel ldsterfte ws. Wrschijnlijk wren de strtpopulties ldluizen te hoog om nog enig effect te sorteren. Vn het ntl lrven dt ws uitgezet, ereikte slechts 2 tot 4 procent het volwssen stdium (Figuur 39.). Dichtheid rode perzikluis Figuur 38. Effecten vn lrven vn verschillende gsvliegsoorten op rode perzikluis. Per soort zijn 2 lrven uitgezet en ij C. lucsin is tevens een hoge dosering (H) meegenomen met 4 lrven per kooi. 42

43 Percentge lrven dt dult wordt dulten ij rode perzikluis dulten ij oterloemluis Figuur 39. Percentge vn de uitgezette gsvlieglrven dt volwssen wordt op pprikplnten met rode perzikluis of oterloemluis Evluties losltingen volwssen gsvliegen In verschillende ksfdelingen, typen gews en perioden zijn volwssen gsvliegen losgelten. Hoewel ldluis soms overvloedig nwezig ws, is slechts eperkt fzet vn eieren wrgenomen. In een grote prktijkks met pprik zijn n 8 wekelijkse losltingen vn volwssen gsvliegen vn C. perl wel lrven gevonden, mr er ws geen popultieopouw vn gsvliegen. Mogelijk dt de gsvliegen zich niet goed konden ontwikkelen op ldluis door concurrentie met sluipwespen en glmuggen. Bij de ruine gsvlieg M. vriegtus is ook eperkt eifzet en vestiging vn volwssen gsvliegen wrgenomen. 4.4 Discussie en conclusies Het doel vn dit onderzoek ws om gsvliegsoorten te vinden die geschikt zijn om ls volwssen in te zetten ls ldluisestrijders. Onze hypothese ws dt dit een goedkope mnier zou kunnen zijn om snel veel estrijders uit te zetten, doordt de gsvliegen veel eieren kunnen produceren. Bovendien zijn er soorten wrvn de volwssenen ook ldluis eten, wrdoor ze kort n uitzet kunnen ijdrgen n de ldluisestrijding. Bij de kooiproef met rode perzikluis ws lleen de gsvlieg C. perl effectief. Deze gsvlieg is vrij groot en de volwssenen eten ook ldluis. Het zou idel zijn om zo n gsvlieg ls een soort iologisch correctiemiddel te kunnen inzetten. Echter, het viel ons ij deze proeven op dt de volwssen gsvliegen vk ovenin de kooi te vinden wren, wt ngeeft dt ze grg weg willen vliegen. Bij losltingen in grotere kssen werden ze ook niet teruggevonden in het gews. Ook de resultten met de ndere gsvliegsoorten wren teleurstellend wnneer deze in kssen werden uitgezet. In geen enkel gevl is een goede vestiging of fzet vn eieren wrgenomen. Het lijkt er op dt de gsvliegen een ntuurlijke drng heen om te migreren vóórdt ze eieren fzetten. Meer onderzoek is vereist om n te gn of dit gedrg mnipuleerr is, zodt ze wel ls volwssenen ingezet kunnen worden. Qu reproductie in het gews lijken de soorten C. lucsin en M. vriegtus het este te zijn. Beide soorten zijn reltief klein, wt kn verklren dt ze met misschien minder voedsel een nieuwe genertie kunnen vormen. Bij C. perl werden nuwelijks nkomelingen gevonden, wrschijnlijk door gerek n voedsel. Echter, in de kooiproef met lrven ws er een overmt n voedsel en toch ereikte in de meeste gevllen mr 2 procent vn de lrven het volwssen stdium. Er is dus mogelijk veel sterfte vn lrven in deze ontwikkelingsfse. Een ndere verklring is dt een deel vn de lrven wegkruipt en uit de kooien ontsnpt. Volgens de litertuur heeft de ruine gsvlieg M. vriegtus een voorkeur voor lge hitts, dt wil zeggen, lg struikgews. In de kooiproef met rode perzikluis viel ook op dt de estrijding onderin het gews eter ws dn ovenin het gews. 43

44 Lter in het seizoen, wnneer pprik een lng gews wordt, zou deze eigenschp gunstig kunnen zijn voor de estrijding vn oterloemluis, die meestl lg in het gews te vinden is. Het is dn wel noodzkelijk om een goede methode te ontwikkelen voor de uitzet en ondersteuning vn deze gsvlieg. De estrijding vn oterloemluis met volwssen gsvliegen in de kooien ws zeer goed, zelfs ij ehndelingen wr de volwssen gsvliegen geen ldluis eten. Een verklring kn zijn dt de oterloemluis zich mkkelijk lt vllen ij verstoring. Mogelijk wren de gsvliegen die geen ldluis eten toch in stt de ldluizen te verstoren. Dit effect is ntuurlijk minder sterk, of zelfs heleml niet nwezig, in kssen wr volwssen gsvliegen de keuze heen om weg te vliegen. Smenvttend kunnen we concluderen dt er nog veel onderzoek nodig is om het gedrg vn gsvliegen eter te egrijpen en om drmee ook een eter resultt te ereiken in de estrijding vn ldluis. Voor de estrijding vn ldluis met gsvlieglrven, zols dt tot nu toe geruikelijk is, is het n te evelen om in plts vn C. ffinis de soort C. lucsin in te zetten, omdt het effect vn lrven eter ws dn ij C. ffinis. Verder produceerde deze soort meer nkomelingen in de kooien vn rode perzikluis dn de stndrd soort. Tot slot, ij het kweken vn deze gsvlieg viel het op dt ze nog zeer ctief zijn ij lge (< 1 grden Celsius) temperturen. Dit kn een voordeel zijn ij de estrijding vn ldluis in het vroege voorjr. 44

45 5 Integrtie vn estrijders 5.1 Inleiding Bij de iologische estrijding vn ldluis is het vk noodzkelijk om meerdere soorten estrijders uit te zetten. Het is drij goed te weten wt de onderlinge intercties tussen deze estrijders zijn, omdt ze elkr kunnen versterken, mr ook tegenwerken. In dit deelonderzoek heen we gekeken nr cominties vn sluipwespen met de ruine gsvlieg Micromus vriegtus. Sluipwespen en gsvliegen zouden elkr kunnen versterken doordt ze elkr fciliteren in de toegnkelijkheid tot ldluis. Bij rode perzikluis zijn de dichte kolonies ldluis in de groeipunten moeilijk ereikr voor sluipwespen. Wnneer gsvliegen dit verstoren kunnen wespen mogelijk eter hun werk doen. Andersom kunnen sluipwespen vlgedrg veroorzken ij ldluis en drmee predtie door gsvlieglrven onderin het gews fciliteren. Een mogelijk negtief effect is dt de gsvliegen ook geprsiteerde ldluizen eten. Bij de estrijding vn oterloemluis is gekeken nr cominties vn de sluipwespen A. ervi en A. gifuensis. Door verschillen in prsiteringsgedrg (ijv. mte vn gressiviteit en de mte wrin ze vlgedrg vn ldluis induceren) kunnen ze elkr positief of negtief eïnvloeden. In dit deelonderzoek zijn ovengenoemde cominties vn estrijders ij zowel rode perzikluis ls oterloemluis geëvlueerd. 5.2 Opzet experimenten Voor het testen vn cominties vn estrijders tegen rode perzikluis en oterloemluis is dezelfde proefopzet, wrnemingsmethodiek en sttistische verwerking ngehouden ls eschreven in prgrf 2.2. De experimenten zijn uitgevoerd in het voorjr-zomer vn 211 ij Wgeningen UR Glstuinouw Kooiproeven met cominties estrijders vn rode perzikluis Pprikplnten werden in de kooien geplnt op 8 feruri 211. Op 2 mrt is iedere plnt per kooi esmet met 1 rode perzikluizen. De plnten hdden toen een hoogte vn c. 1 m. Twee weken lter zijn de ehndelingen met estrijders uitzet (Tel 15.) en 4 kooien zijn onehndeld gelten. De ldluispopulties hdden toen een gemiddelde dichtheid vn 12 per kooi. Bij de comintieehndeling vn sluipwespen en gsvliegen zijn de uitzetdichtheden per soort gelijk gehouden n de dichtheden ij de fzonderlijke ehndelingen (lleen sluipwespen of gsvliegen), wrdoor de rtio estrijder: ldluis ij de strt nzienlijk lger lg (Tel 15.). De klimtomstndigheden in de kooien vnf het moment dt de ldluizen zijn ngercht zijn weergegeven in Tel 15. Tel 15. Overzicht vn ehndelingen en klimtomstndigheden tijdens de ksproef wr cominties vn ehndelingen onderling zijn vergeleken in hun effect op rode perzikluis. ehndelingen Aphidius colemni (4 ) Micromus vriegtus (12 p) M. vriegtus (12 p) + A. colemni (4 ) Chrysop pllens (7 p) rtio estrijder : ldluis ij strt 1:3 1:5 1:19 1:85 periode tempertuur ( C) RV (%) mrt-pril 211 gem. 21,8 min mx. 3, gem. 65 min. 29 mx

46 5.2.2 Kooiproeven met cominties vn estrijders vn oterloemluis Pprikplnten werden in de kooien geplnt op 28 pril 211. De plnten wren vrij groot ij plnting, wrdoor 3 weken lter, op 17 mei, de plnten groot genoeg wren (c. 1 m) om esmet te worden met oterloemluis. Per plntscheut zijn 1 ldluizen uitgezet. Twee weken lter zijn de ehndelingen met estrijders uitzet (Tel 16.) en 4 kooien zijn onehndeld gelten. De ldluispopulties hdden toen een gemiddelde dichtheid vn 6 per kooi (n correctie ij enkele kooien). Bij de comintieehndeling vn sluipwespen en gsvliegen zijn de uitzetdichtheden per soort gehlveerd, wrdoor de rtio s estrijders : ldluizen ij nvng ij ieder ehndeling gelijk ws (Tel 16.). De klimtomstndigheden in de kooien vnf het moment dt de ldluizen zijn ngercht zijn weergegeven in Tel 16. Tel 16. Overzicht vn ehndelingen en klimtomstndigheden tijdens de ksproef wr cominties vn ehndelingen onderling zijn vergeleken in hun effect op oterloemluis. estrijders Aphidius ervi (16 ) Aphidius gifuensis (16 ) A. ervi + A. gifuensis (8+8 ) A. ervi + A. gifuensis (2+14 ) Micromus vriegtus (8 prtjes) M. vriegtus (4 p) + A. er i (8 ) rtio estrijder: ldluis ij strt 1:38 periode tempertuur ( C) RV (%) mei-juni 211 gem. 23, min. 19,2 mx. 33,7 gem. 67 min. 24 mx Resultten Kooiproeven met cominties estrijders vn rode perzikluis De uitzetdichtheden vn zowel de gsvliegen ls sluipwespen wren niet hoog genoeg om rode perzikluis goed te kunnen estrijden. De comintieehndeling vn eide estrijders geeft een nzienlijk etere estrijding vn de fzonderlijk ehndelingen (Figuur 4.). De gsvlieg Chrysop pllens gf de este estrijding: in 3 vn de 4 kooien werd de ldluispopultie volledig opgeruimd. Bldluisdichtheid (gemiddelde /ld) onehndeld A. colemni hag M. vriegtus M. vriegtus + A. colemni hag C. pllens Tijd (weken) c Figuur 4. Effecten vn verschillende estrijders en cominties drvn op de popultieontwikkeling vn rode perzikluis, weergegeven ls gemiddelden per ld (± s.e.m.). Verschillende letters geven significnte verschillen n tussen de ehndelingen over de tijd heen (Fisher s LSD test, p <.5). 46

47 5.3.2 Kooiproeven met cominties vn estrijders vn oterloemluis De ehndeling met lleen ruine gsvliegen (M. vriegtus) hd geen effect op oterloemluis ten opzichte vn onehndeld. N de derde week gingen de plnten volledig dood door een te hoge ldluisdichtheid. De sluipwespen drentegen wren zeer effectief: ij lle ehndelingen en cominties werd oterloemluis volledig estreden. De sluipwesp A. ervi gf een snellere onderdrukking vn oterloemluis dn A. gifuensis (Figuur 41.). Zelfs de ehndeling met mr 2 vrouwtjes vn A. ervi en 14 vrouwtjes vn A. gifuensis gf een significnt etere estrijding dn de ehndeling met 16 vrouwtjes vn A. gifuensis (Figuur 42.). Door de vertrgde estrijding ij A. gifuensis werd ij deze ehndeling n 4 weken ook het hoogste ntl mummies gevonden. Opvllend is dt in de gemixte ehndeling vn A. gifuensis en A. ervi, het ndeel A. ervi in de popultie sluipwespen gedurende de proef toenm. De ehndeling die strtte met 12% A. ervi eindigde met een ndeel vn 33% en de ehndeling met 5% A. ervi groeide nr 87% A. ervi (Figuur 43.). Bldluisdichtheid (gemiddelde /ld) onehndeld Aphidius ervi (16 ) Aphidius gifuensis (16 ) A. ervi + A. gifuensis (8+8 ) A. ervi + A. gifuensis (2+14 ) Micromus vriegtus (8 p) M. vriegtus (4 p) + A. ervi (8 ) Tijd (weken) Figuur 41. Effecten vn verschillende cominties vn estrijders op de popultieontwikkeling vn oterloemluis, weergegeven ls gemiddelden per ld (± s.e.m.). In de vierde week zijn géén tellingen gedn ij de onehndelde plnten en plnten met lleen M. vriegtus, omdt in deze ehndelingen de plnten stierven door een overevolking oterloemluis. Bldluisdichtheid (gemiddelde /ld) c c Aphidius ervi (16 ) Aphidius gifuensis (16 ) A. ervi + A. gifuensis (8+8 ) A. ervi + A. gifuensis (2+14 ) Tijd (weken) Figuur 42. Effecten vn verschillende cominties vn de sluipwespsoorten A. ervi en A. gifuensis op de popultieontwikkeling vn oterloemluis, weergegeven ls gemiddelden per ld (± s.e.m.). Verschillende letters geven significnte verschillen n tussen de ehndelingen over de tijd heen (Fisher s LSD test, p <.5). 47

48 mummiedichtheid (gemiddelde /ld) Aphidius ervi (16 ) Aphidius gifuensis (16 ) A. ervi + A. gifuensis (8+8 ) A. ervi + A. gifuensis (2+14 ) 33% A. ervi 67% A. gifuensis 87% A. ervi 13% A. gifuensis Tijd (weken) Figuur 43. Cumultieve opouw vn mummies vn oterloemluis (geprsiteerde ldluizen) ij de verschillende cominties vn de sluipwespsoorten A. ervi en A. gifuensis, weergegeven ls gemiddelden per ld (± s.e.m.). 5.4 Discussie en conclusies De hypothese ij de strt vn dit onderzoek ws dt verschillende estrijders elkr kunnen nvullen of versterken. Bij de comintie vn ruine gsvliegen en A. colemni werd inderdd gevonden dt het gezmenlijke effect vn de 2 estrijders op rode perzikluis groter is dn het effect vn de fzonderlijke estrijders. Het effect ws dditief (1+ 1 = 2) en niet synergistisch (1+1= 3). Het kn zijn dt synergistische effecten zols predtor fcilittion werden opgeheven door negtieven effecten vn gsvliegen die geprsiteerde ldluizen eten. Bij oterloemluis kon dit comintie-effect niet worden ngetoond, omdt de ruine gsvliegen door een onverklrre oorzk geen enkel effect op oterloemluis lieten zien. De comintie vn A. ervi en A. gifuensis lijkt niet gunstig uit te pkken voor A. gifuensis. Bij uitzet vn gemengde populties vn deze sluipwespen neemt A. ervi lngzm de overhnd. In deze proeven ws A. ervi duidelijk meer effectief dn A. gifuensis in de estrijding vn oterloemluis, terwijl dt in de eerder kooiproeven (prgrf ) niet zo ws. Het viel in deze proef op dt de sluipwespen vn A. gifuensis zeer klein wren, mr dt de generties fkomstig vn oterloemluis nzienlijk groter wren. Mogelijk dt wnneer A. gifuensis op een grotere gstheer wordt gekweekt, de effecten op oterloemluis ook veel eter zijn. 48

49 6 Prktijkevluties nieuwe sluipwespen 6.1 Inleiding In mrt 21 is de sluipwesp A. mtricrie door Koppert Biologicl Systems op de mrkt gezet (vn Schelt & Messelink, 21). Op diverse edrijven is vnf toen geëxperimenteerd met de uitzet vn deze sluipwesp. Voor de sluipwesp A. gifuensis is een ontheffing ngevrgd, mr de prktijkintroducties zijn eperkt geleven, omdt de msskweek nog niet voldoende ws ontwikkeld. Hieronder geven we enkele impressies weer vnuit de prktijk. 6.2 Opzet wrnemingen Tijdens een workshop met telers in het njr vn 21 is ij 9 iologische en 3 gngre ppriktelers geïnventriseerd welke ldluissoorten nwezig wren en estrijders op de edrijven zijn uitgezet. Bij 4 iologische telers zijn gedurende de teelt geprsiteerde ldluizen verzmeld om te eplen welke deel vn de luizen door welke sluipwespsoort ws geprsiteerd. 6.3 Resultten De nieuwe sluipwesp A. mtricrie is volop ingezet door de ppriktelers (Tel 17.). Bij de Biologische telers ws het ntl soorten estrijders veel groter dn ij de gngre telers. Op de edrijven wr emonsterd is werden ldluizen teruggevonden die nst A. ervi en A. colemni ook door A. mtricrie wren geprsiteerd. Het ntl sluipwespen dt uit mummies werd teruggevonden lg vk erg lg door hyperprsitering (prsieten die de geprsiteerde ldluizen prsiteren). Bij teler G ws et l. vroeg in het seizoen een hoge plgdruk vn groene perzikluis. Begin pril zijn toen, nst de eerdere losltingen vn A. ervi en A. colemni extr sluipwespen vn A. mtricrie uitgezet. Op dit edrijf zijn op 1 en 15 pril en 16 juni dichte mummies verzmeld om te eplen welke sluipwespen de ldluizen hdden geprsiteerd. Op 15 pril en 16 juni leek dt 7 tot 9% vn de ldluizen geprsiteerd ws door A. mtricrie. Tel 17. Overzicht vn ldluissoorten en uitgezette estrijders op iologische en gngre pprikedrijven. ldluissoort ldluiswespen ldluispredtoren tripspredtoren spint overig perzik rood perzik groen oterloem rdppeltop overig A. ervi A. colemni A. mtricrie Aphelinus Pron (spontn) glmuggen zweefvliegen Adli Hrmoni gsvliegen O. levigtus O. mjusculus A. swirskii N. cucumeris I. degenerns P. persimilis N. clifornicus Feltiell Mcrolophus teler eko A x x x x x x x x x x x x x x x B x x x x x x x x x x x x x x C x x x x x x x x x x x x x x D x x x x x x x x x x x x x x x x E x x x x x x x x x x x x x x x x F x x x x x x x x x x x x x x x x x G x x x x x x x x x x x x x x x H x x x x x x x x x x x x x x x I x x x x x x x x x x x x teler gngr J x x x x x x x x x x K L x x x x x x x x x x Frnkliniell 49

50 Percentge vn mummies Aphidius colemni n = 47 n = 52 Aphidius mtricrie Aphidius ervi n = 24 1-pr 15-pr 16-jun dtum (21) Figuur 44. Percentge mummies vn perzikluis dt in het voorjr vn 21 op een prktijkedrijf (G) is geprsiteerd door de 3 soorten sluipwespen. 6.4 Discussie en conclusies De prestties vn de nieuwe sluipwespen A. mtricrie en A. gifuensis ten opzichte vn stndrd soorten A. colemni en A. ervi zijn tot nu toe eperkt geëvlueerd op prktijkedrijven. De komende jren is het n te evelen om structureel te eplen welke wespen het meest effectief zijn onder welke omstndigheden. De studies in dit onderzoek geven n dt tempertuur en mogelijk lichtintensiteit de effectiviteit vn sluipwespen eïnvloedt. Inmiddels is A. mtricrie reed toegepst in de prktijk en deze sluipwespsoort lijkt een goede nvulling te zijn op het pkket estrijders tegen perzikluis. Angetekend moet worden dt in deze studie lle testen zijn gedn op de rode vorm vn perzikluis. Het verdient neveling om in de toekomst ook de groene vorm in het onderzoek te etrekken omdt deze meer en meer gevonden wordt in de prktijk en ndere eigenschppen kn heen. 5

51 7 Conclusies en nevelingen Sluipwespen vn het geslcht Aphidius stn ekend ls een vn de meest effectieve en specilistische vijnden vn ldluis. Biologische ppriktelers zetten sluipwespen dn ook stndrd wekelijks in. Tot voor kort werd voorl Aphidius colemni ingezet tegen kleinere ldluissoorten en Aphidius ervi tegen de grotere soorten. De vrg is echter of dit wel de este sluipwespen zijn voor de ldluissoorten in pprik. In pprik zijn de perzikluis Myzus persice (groene en rode vrinten) en oterloemluis Aulcorthum solni de meest schdelijke ldluissoorten. Afgelopen 3 jr heeft Wgeningen UR Glstuinouw smen met Koppert Biologicl Systems een ntl nieuwe sluipwespsoorten onderzocht. Er is in kooi- en ksproeven gekeken nr effectiviteit en zoekgedrg vn verschillende soorten sluipwespen tegen perzikluis en oterloemluis. De estrijding vn rode perzikluis kon nzienlijk vereterd worden met de sluipwesp Aphidius mtricrie. Het lijkt erop dt deze wespen ctiever zijn in dichte ldluiskolonies. Inmiddels is deze soort op de mrkt gercht en wordt hij volop ingezet ij ppriktelers. Voor oterloemluis is deze wesp niet geschikt. Aphidius ervi is en lijft een effectieve sluipwesp voor de estrijding vn oterloemluis. Voor de estrijding vn zowel oterloemluis en perzikluis lijkt Aphidius gifuensis interessnt. Het geeurt nog wel eens dt eide ldluissoorten nwezig zijn. Wnneer A. gifuensis zich kn vestigen op perzikluis kn dit een voordeel zijn voor de estrijding vn oterloemluis. De wrde vn deze sluipwesp moet nog verder eoordeeld worden op prktijkschl. Nst sluipwespen is in dit project ook gekeken nr nieuwe gsvliegsoorten. Tot nu toe wordt lleen de groene gsvlieg Chrysoperl crne ingezet ls lrven om ldluishrden te estrijden. De volwssen gsvliegen vn deze soorten eten geen ldluis en de soort lijkt zich ook slecht te vestigen in kssen. In Europ komen tientllen ndere soorten voor, wronder gsvliegen wrvn de volwssenen ook ldluis eten. Afgelopen 2 jr zijn diverse soorten uit Europ getest. In kooiproeven lijken sommige soorten zeer effectief te zijn tegen ldluis, mr tot nu toe is er nog geen goede vestiging en popultieopouw in kssen wrgenomen. Hoe moet het verder? Het onderzoek lt zien dt ldluisestrijding soluut vereterd kn worden met nieuwe estrijders. Het proleem is nog wel dt een volledige iologische estrijding nog erg duur is. Verder lijven sluipwespen gevoelig voor hyperprsieten, wt de estrijding ehoorlijk kn verstoren. Het reltief dure systeem op sis vn wekelijkse losltingen vn o.. sluipwespen kn een enorme lokkde zijn voor telers die willen omschkelen nr residuvrije teeltsystemen. Het is drom zk een zodnige npk te ontwikkelen dt ook de estrijding vn ldluis zonder chemische middelen op een goedkope en etrouwre mnier gedn kn worden. Voor zo n npk is een systeemendering nodig die het totle teeltsysteem zo weerr mogelijk mkt. Dit kn ijvooreeld door inzet vn effectieve generlistische predtoren, weerre plnten die ldluizen remmen in de ontwikkeling en systemen die de vestiging vn ntuurlijke vijnden ondersteunen. Verder is het goed te kijken welke estrijders elkr goed nvullen (ipv tegenwerken) en is er ehoefte n een selectief iologisch correctiemiddel. 51

52 52

53 8 Referenties Achempong, S., D. R. Gillespie, nd D. Quiring. 27. Prsitoids of Myzus persice nd Aulcorthum solni on pepper crops in British Columi. Journl of Insect Science 7:2-2. Cnrd, M., A. Letrdi, nd D. Thierry. 27. The rre Chrysopide (Neuropter) of southwestern Europe. Act Oecologic-Interntionl Journl of Ecology 31: Gillespie, D. R., D. J. M. Quiring, R. G. Foottit, S. P. Foster, nd S. Achempong. 29. Implictions of phenotypic vrition of Myzus persice (Hemipter: Aphidide) for iologicl control on greenhouse pepper plnts. Journl of pplied entomology 133: Henry, Ch.S., The prolifertion of cryptic species in Chrysoperl green lcewings through song divergences. The Florid Entomologists, 68: Henry, Ch.S., Brooks, S.J., Johnson, J.B. & Duelli, P Chrysoperl lucsin (Lcroix): distinct species of green lcewing, confirmed y cousticl nlysis (Neuropter: Chrysopide). Systemtic Entomology, 21 : Hofsvng, T. nd E. B. Hgvr Comprison etween the prsitoid Ephedrus cersicol Stry nd the predtor Aphidoletes phidimyz (Rondni) in the control of Myzus persice (Sulzer). Zeitschrift Fur Angewndte Entomologie-Journl of Applied Entomology 94: Kvlliertos, N. G., Z. Tomnovic, P. Stry, V. Zikic, nd O. Petrovic-Ordovic. 21. Prsitoids (Hymenopter: Brconide: Aphidiine) ttcking phids feeding on Solncee nd Cucuritcee crops in Southestern Europe: Aphidiine-phid-plnt ssocitions nd key. Annls of the Entomologicl Society of Americ 13: Mrtinou, A. F. nd D. J. Wright. 27. Host instr nd host plnt effects on Aphidius colemni. Journl of pplied entomology 131: Meisner, M., J. P. Hrmon, nd A. R. Ives. 27. Presence of n unsuitle host diminishes the competitive superiority of n insect prsitoid: distrction effect. Popultion Ecology 49: Snchez, J. A., M. L-Spin, J. M. Michelen, A. Lcs, nd A. H. de Mendoz Ecology of the phid pests of protected pepper crops nd their prsitoids. Biocontrol Science nd Technology 21: Stry, P Prsites. Pges in A. K. Minks nd P. Hrrewijn, editors. Aphids, their iology, nturl enemies nd control. Elsevier, Amsterdm. Sidney, L. A., V. H. P. Bueno, L. H. R. Pereir, D. B. Silv, J. C. Lins, nd J. C. v. Lenteren Qulity of Myzus persice (Hem.: Aphidide) s host for Pron volucre (Hym.: Brconide: Aphidiine). IOBC/wprs 68: Tkd, H. 22. Prsitoids (Hymenopter : Brconide, Aphidiine; Aphelinide) of four principl pest phids (Homopter : Aphidide) on greenhouse vegetle crops in Jpn. Applied Entomology nd Zoology 37: Tolmn, Y. 21. Wterkwliteit glstuinouwgeied Delflnd Rpport Hoogheemrdschp vn Delflnd, 53 pp. Vn Schelt, J & G.J. Messelink. 21. Aphidius mtricrie: een nieuw wpen tegen rode luis. Onder Gls 7: vn Schelt, J., H. Hoogerrugge, N. Becker, G. Messelink, nd K. Bolckmns Compring Aphidius colemni nd Aphidius mtricrie on Myzus persice ssp. nicotine in sweet pepper. IOBC/ wprs 168:

54 vn Steenis, M. J Intrinsic rte of increse of Aphidius colemni Vier. (Hym., Brconide), prsitoid of Aphis gossypii Glov. (Hom., Aphidide), t different tempertures. Journl of pplied entomology 116: vn Steenis, M. J Evlution of four phidiine prsitoids for iologicl control of Aphis gossypii. Entomologi Experimentlis Et Applict 75: Zmni, A. A., A. Tlei, Y. Fthipour, nd V. Bnimeri. 27. Effect of temperture on life history of Aphidius colemni nd Aphidius mtricrie (Hymenopter : Brconide), two prsitoids of Aphis gossypii nd Myzus persice (Homopter : Aphidide). Environmentl Entomology 36:

55

56 Projectnummer: PT nummer: 13392

Screening van middelen ter bestrijding van Phytophthora infestans in tomaat

Screening van middelen ter bestrijding van Phytophthora infestans in tomaat Screening vn middelen ter bestrijding vn Phytophthor infestns in tomt 2014 Proef nummer: 14938 14074 C. Oostingh Proeftuin Zwgdijk Tolweg 13 1681 ND Zwgdijk Phone +31 (0)228 56 31 64 Fx +31 (0)228 56 30

Nadere informatie

Opdrachten bij hoofdstuk 2

Opdrachten bij hoofdstuk 2 Opdrchten ij hoofdstuk 2 2.1 Het vullen vn je portfolio In hoofdstuk 2 he je gezien op welke mnier je de informtie kunt verzmelen. An de hnd vn die informtie kun je de producten mken wrmee jij je portfolio

Nadere informatie

Nakomelingen van rendieren kunnen een paar uur na de geboorte al met de kudde meerennen. Zijn rendieren nestvlieders of nestblijvers?

Nakomelingen van rendieren kunnen een paar uur na de geboorte al met de kudde meerennen. Zijn rendieren nestvlieders of nestblijvers? Route A 1 Bosrendieren en korstmossen Rendieren zijn de enige herten wrvn zowel mnnetjes ls vrouwtjes een gewei drgen. Vroeger dcht men dt het gewei geruikt werd om sneeuw weg te schuiven zodt ze ij het

Nadere informatie

Rapportage Enquête ondergrondse afvalinzameling Zaltbommel

Rapportage Enquête ondergrondse afvalinzameling Zaltbommel Rpportge Enquête ondergrondse fvlinzmeling Zltommel Enquête ondergrondse fvlinzmeling Zltommel VERSIEBEHEER Versie Sttus Dtum Opsteller Wijzigingen Goedkeuring Door Dtum 0.1 onept 4-11-09 VERSPREIDING

Nadere informatie

Effect van bladsnijregiem bij Anthurium andreanum op productie en kwaliteit.

Effect van bladsnijregiem bij Anthurium andreanum op productie en kwaliteit. Effect vn ldsnijregiem ij Anthurium ndrenum op productie en kwliteit. M.G. Wrmenhoven N. Grcí N. vn Mourik Prktijkonderzoek Plnt & Omgeving B.V. Business Unit Glstuinouw juni 2005 PPO nr. 41717068 2005

Nadere informatie

Om welke reden heeft een kwak relatief grote ogen?

Om welke reden heeft een kwak relatief grote ogen? Route K - Volière en fznterie Strt ij de volière; de vrgen 1 t/m 6 gn over een ntl grote Europese vogels. De vrgen over de ndere dieren vn deze route hoeven niet in de juiste volgorde te stn. Dt komt omdt

Nadere informatie

Werkblad TI-83: Over de hoofdstelling van de integraalrekening

Werkblad TI-83: Over de hoofdstelling van de integraalrekening Werkld TI-8: Over de hoofdstelling vn de integrlrekening. Inleiding We ekijken chtereenvolgens in onderstnde figuren telkens de grfiek vn een functie f met in het intervl [; ]. f ( ) = f ( ) = + y = 5

Nadere informatie

Recente resultaten uit het onderzoek aan trips in de sierteelt onder glas

Recente resultaten uit het onderzoek aan trips in de sierteelt onder glas Recente resultten uit het onderzoek n trips in de sierteelt onder gls Wt heen we ereikt en hoe verder? Ad Lemn, Rent vn Holstein-Sj, Rolnd Vijvererg, Geren Messelink Wgeningen University & Reserch, BU

Nadere informatie

In dit hoofdstuk introduceren we de hoofdrolspelers van het college: eindige automaten.

In dit hoofdstuk introduceren we de hoofdrolspelers van het college: eindige automaten. 9 2 Eindige utomten In dit hoofdstuk introduceren we de hoofdrolspelers vn het college: eindige utomten. 2.1 Deterministische eindige utomten We eginnen met een vooreeld. Vooreeld 2.1 Beschouw het volgende

Nadere informatie

1a Een hoeveelheid stof kan maar op één manier veranderen. Hoe?

1a Een hoeveelheid stof kan maar op één manier veranderen. Hoe? Oefenopgven over Stoffen en Mterilen Uitwerking en ntwoord op elke opgve stt n de ltste opgve. Gegevens kunnen worden opgezoht in de tellen hterin. Als de zwrteftor niet vermeld is mg je 9,81 N/kg nemen.

Nadere informatie

Bijlage agendapunt 7: Inhoudelijke planning overlegtafels 2015

Bijlage agendapunt 7: Inhoudelijke planning overlegtafels 2015 Bijlge gendpunt 7: Inhoudelijke plnning overlegtfels 2015 In de Ontwikkelgend (ijlge 5 ij de Deelovereenkomst mtwerkvoorziening egeleiding 18+) zijn 7 them s en 31 suthem s opgenomen die in 2015 tijdens

Nadere informatie

Route F - Desert. kangoeroerat

Route F - Desert. kangoeroerat Route F - Desert Voor deze route, moet je eerst nr de Bush. Dr moet je even zoeken nr de tunnel die nr de Desert leidt. Geruik onderstnd krtje voor de Desert. Begin ij nummer 1. 1 Kngoeroertten Kngoeroertten

Nadere informatie

Grasklaver domineert meerjarige bemesting in biologische prei

Grasklaver domineert meerjarige bemesting in biologische prei Grsklver domineert meerjrige emesting in iologische prei Auteurs: Brm Vervisch, Annelies Beeckmn & Lieven Delnote In de iologische teelt is een goede odemvruchtrheid het resultt vn een doordchte gewsrottie,

Nadere informatie

Getallenverzamelingen

Getallenverzamelingen Getllenverzmelingen Getllenverzmelingen Ntuurlijke getllen Het getlegrip heeft zih wrshijnlijk ontwikkeld op een wijze die overeenkomt met de mnier wrop u zelf de getllen geleerd het. De sis is het tellen.

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 BASISBEGRIPPEN

HOOFDSTUK 1 BASISBEGRIPPEN I - 1 HOOFDSTUK 1 BASISBEGRIPPEN 1.1. Het egrip krcht 1.1.1. Definitie vn krcht Een stoffelijk punt is een punt wrn een zekere mss toegekend wordt. Dit punt is meestl de voorstellende vn een lichm. Zo

Nadere informatie

6.4 Rekenen met evenwichtsreacties

6.4 Rekenen met evenwichtsreacties 6.4 Rekenen met evenwihtsreties An de hnd vn een reeks vooreelden zullen we het rekenwerk ehndelen n evenwihtsreties. Vooreeld 6.2 We estuderen het gsevenwiht: A(g) + B(g) C(g) + D(g) In een ruimte vn

Nadere informatie

gefragmenteerde bestanden Bestand Bestand Bestand Bestand Bestand a Bestand a Bestand a Bestand a Bestand Bestand Bestand Bestand c Bestand a

gefragmenteerde bestanden Bestand Bestand Bestand Bestand Bestand a Bestand a Bestand a Bestand a Bestand Bestand Bestand Bestand c Bestand a Terrorisme, dgelijks het onderwerp in de medi. Er kn niet omheen gekeken worden, de komende jren zl de strijd tegen terreurorgnisties ls IS en DAESH het onderwerp vn gesprek vormen. Tl vn nslgen werden

Nadere informatie

Breuken en verhoudingen

Breuken en verhoudingen WISKUNDE IN DE BOUW Breuken en verhoudingen Leerdoelen N het estuderen vn dit hoofdstuk moet je in stt zijn om: te rekenen met reuken en verhoudingen; reuken toe te pssen in erekeningen vn onder ndere

Nadere informatie

Moderne wiskunde: berekenen zwaartepunt vwo B

Moderne wiskunde: berekenen zwaartepunt vwo B Moderne wiskunde: erekenen zwrtepunt vwo B In de edities 7 en 8 ws er in de slotdelen vn VWO B ruimte genomen voor een prgrf over het erekenen vn een zwrtepunt. In de negende editie is er voor gekozen

Nadere informatie

Bouwstenen voor tripsbestrijding in chrysant

Bouwstenen voor tripsbestrijding in chrysant Bouwstenen voor tripsestrijding in chrysnt Anton vn der Linden, Amir Grosmn, Mrieke vn der Stij en Geren Messelink Rpport GTB-1243 Refert De Clifornische trips, Frnkliniell occidentlis is een moeilijk

Nadere informatie

Praktische opdracht Optimaliseren van verpakkingen Inleidende opgaven

Praktische opdracht Optimaliseren van verpakkingen Inleidende opgaven Prktische opdrcht Optimliseren vn verpkkingen Inleidende opgven V, WB Opgve 1 2 Gegeven is de functie f ( x) = 9 x. Op de grfiek vn f ligt een punt P ( p; f ( p)) met 3 < p < 0. De projectie vn P op de

Nadere informatie

Jaarlijks vinden er arbeidsongevallen plaats. Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen en voorkom dat je gewond raakt.

Jaarlijks vinden er arbeidsongevallen plaats. Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen en voorkom dat je gewond raakt. Persoonlijke eschermingsmiddelen Jrlijks vinden er 230.000 reidsongevllen plts. Geruik persoonlijke eschermingsmiddelen en voorkom dt je gewond rkt. JEZELF BESCHERMEN Werken in trnsport en logistiek kn

Nadere informatie

Effectiviteit van middelen tegen Rhizoctonia in sla en radijs. J. D. Hofland Zijlstra, P. Paternotte, J. Janse & M. van Slooten

Effectiviteit van middelen tegen Rhizoctonia in sla en radijs. J. D. Hofland Zijlstra, P. Paternotte, J. Janse & M. van Slooten Effectiviteit vn middelen tegen Rhizoctoni in sl en rdijs J. D. Hoflnd Zijlstr, P. Pternotte, J. Jnse & M. vn Slooten Wgeningen UR Glstuinouw, Bleiswijk juni 2008 2008 Wgeningen, Wgeningen UR Glstuinouw

Nadere informatie

26 oktober 2016 V O O R A G R A R I S C H E D E S K U N D I G H E I D I N R & D T R A J E C T E N

26 oktober 2016 V O O R A G R A R I S C H E D E S K U N D I G H E I D I N R & D T R A J E C T E N 26 oktober 2016 V O O R A G R A R I S C H E D E S K U N D I G H E I D I N R & D T R A J E C T E N 1 Zit er verschil in effectiviteit vn producten tegen trips bij verschillende toepssingstijdstippen? 3

Nadere informatie

INTERVIEWEN 1 SITUATIE

INTERVIEWEN 1 SITUATIE INTERVIEWEN drs. W. Bontenl 1 SITUATIE Een interview vlt te omshrijven ls een gesprek tussen één of meerdere personen - de interviewers - en een ndere persoon (of diverse nderen) - de geïnterviewden -

Nadere informatie

Welke van de volgende beweringen over de kromme snavel is of welke zijn juist voor jonge flamingo's? Maak het hokje met een juiste bewering zwart.

Welke van de volgende beweringen over de kromme snavel is of welke zijn juist voor jonge flamingo's? Maak het hokje met een juiste bewering zwart. Route I 1 Flmingo's Flmingo's zeven met hun kromme snvel voedsel uit het wter. Jonge flmingo's heen een rehte snvel. De jonge dieren zeven niet zelf voedsel uit het wter, mr worden door de ouders gevoerd.

Nadere informatie

best practices voor de bestrijding van trips Gerben Messelink, Wageningen UR Glastuinbouw

best practices voor de bestrijding van trips Gerben Messelink, Wageningen UR Glastuinbouw est prctices voor de estrijding vn trips Geren Messelink, Wgeningen UR Glstuinouw PlntgezondheidsEvent 10 mrt 2016 invsie Frnkliniell occidentlis in Europ Wr zitten de prolemen? Pprik verrssend goed: sinds

Nadere informatie

Beheersing van meikeverengerlingen. Fase 2

Beheersing van meikeverengerlingen. Fase 2 Beheersing vn meikeverengerlingen. Fse 2 Eindrpportge Auteur: Ivonne Elerse Prktijkonderzoek Plnt & Omgeving B.V. Sector Bloemollen, Boomkwekerij en Fruit PPO nr. 32 340259 00/PT nr. 12546.02 Lisse, mrt

Nadere informatie

ja, studentaccount is groter dan standaard account en nog steeds gratis. Wel moet je mail adres van school en website van school invoeren ter controle

ja, studentaccount is groter dan standaard account en nog steeds gratis. Wel moet je mail adres van school en website van school invoeren ter controle Werken met Prezi Infolok Prezi: www.prezi.om prijs ipd pp geshikt voor leerling voordeel Stp 1: het nmken vn een ount. - G nr de wesite. - Kies voor 'Sign Up. grtis j presentties en mindmppen j, studentount

Nadere informatie

Wat is goed voor een mooie, gezonde huid? Kruis de goede antwoorden aan. weinig slaap. buitenlucht goede voeding. ontspanning veel fruit eten

Wat is goed voor een mooie, gezonde huid? Kruis de goede antwoorden aan. weinig slaap. buitenlucht goede voeding. ontspanning veel fruit eten DE HUID 1 Bouw en functie O: 12/1 Wt is goed voor een mooie, gezonde huid? Kruis de goede ntwoorden n. weinig slp uitenlucht goede voeding ontspnning veel fruit eten innen zitten ptt met myonise eten in

Nadere informatie

Keuze van het lagertype

Keuze van het lagertype Keuze vn het lgertype Beschikbre ruimte... 35 Belstingen... 37 Grootte vn de belsting... 37 Richting vn de belsting... 37 Scheefstelling... 40 Precisie... 40 Toerentl... 42 Lgergeruis... 42 Stijfheid...

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Beslissen onder risico en onzekerheid

Hoofdstuk 8 Beslissen onder risico en onzekerheid Hoofdstuk 8 Beslissen onder risico en onzekerheid 8.5 Tectronis Tectronis, een friknt vn elektronic, kn vn een nder edrijf een éénjrige licentie verkrijgen voor de fricge vn product A, B of C. Deze producten

Nadere informatie

REKENEN MACHTEN MET. 5N4p EEBII 2013 GGHM

REKENEN MACHTEN MET. 5N4p EEBII 2013 GGHM REKENEN MET MACHTEN Np EEBII 0 GGHM Inhoud Herhlin: Eponentiele roei... Netieve Mchten... Geroken mchten... Etr Oefeninen... 9 Hoere-mchts functies... 0 Overzicht vn de reels... Herhlin: Eponentiële roei

Nadere informatie

Van welke diensten van AWHoreca Adviesgroep B.V. maakt u gebruik? U kunt op één of meerdere manieren in contact staan met AWHoreca Adviesgroep B.V.

Van welke diensten van AWHoreca Adviesgroep B.V. maakt u gebruik? U kunt op één of meerdere manieren in contact staan met AWHoreca Adviesgroep B.V. U heeft te mken met AWHorec Adviesgroep B.V. AWHorec Adviesgroep B.V is een NVMmkelr/txteur. In deze privcyverklring wordt uitgelegd hoe er met uw gegevens wordt omgegn. In deze verklring wordt ook uitgelegd

Nadere informatie

6.0 INTRO. 1 a Bekijk de sommen hiernaast en ga na of ze kloppen. 1 2 0 3 = 2 2 3 1 4 = 2 3 4 2 5 = 2 4 5 3 6 = 2 5 6 4 7 = 2...

6.0 INTRO. 1 a Bekijk de sommen hiernaast en ga na of ze kloppen. 1 2 0 3 = 2 2 3 1 4 = 2 3 4 2 5 = 2 4 5 3 6 = 2 5 6 4 7 = 2... 113 6.0 INTRO 1 Bekijk de sommen hiernst en g n of ze kloppen. Schrijf de twee volgende sommen uit de rij op en controleer of deze ook ls uitkomst 2 heen. c Schrijf twee sommen op die veel verder in de

Nadere informatie

HOEVEEL KEREN WIJ UIT? 5.1 Keren we altijd alles uit? WANNEER KEREN WIJ NIET UIT? WAT DOEN WIJ BIJ FRAUDE? 9.1 Wat zijn de gevolgen van fraude?

HOEVEEL KEREN WIJ UIT? 5.1 Keren we altijd alles uit? WANNEER KEREN WIJ NIET UIT? WAT DOEN WIJ BIJ FRAUDE? 9.1 Wat zijn de gevolgen van fraude? VOORWAARDEN Overlijdensrisicoverzekering Delt Lloyd Levensverzekering NV Amsterdm MODEL 2401 U wilt uw finnciële zken goed geregeld heen. Ook ij overlijden. Drom het u een overlijdensrisicoverzekering

Nadere informatie

Privacyverklaring Irene van Aken Makelaardij

Privacyverklaring Irene van Aken Makelaardij Privcyverklring Irene vn Aken Mkelrdij U heeft te mken met Irene vn Aken Mkelrdij. Mkelr Irene vn Aken is een NVMmkelr/txteur. In deze privcyverklring wordt uitgelegd hoe er met uw gegevens wordt omgegn.

Nadere informatie

Formeel Denken. Herfst 2004. Contents

Formeel Denken. Herfst 2004. Contents Formeel Denken Hermn Geuvers Deels geseerd op het herfst 2002 dictt vn Henk Brendregt en Bs Spitters, met dnk n het Discrete Wiskunde dictt vn Wim Gielen Herfst 2004 Contents 1 Automten 1 1.1 Automten

Nadere informatie

1 De onderneming in de wereldeconomie

1 De onderneming in de wereldeconomie 1 De onderneming in de wereldeconomie Meerkeuzevrgen 1.1 Glolisering is een proces vn wereldwijde economische integrtie door een sterke toenme vn de interntionle hndel en investeringen. wrij de wereldproductie

Nadere informatie

8 Kostenverbijzondering (I)

8 Kostenverbijzondering (I) 8 Kostenverijzondering (I) V8.8 Speelgoedfriknt Autoys BV heeft onlngs de Jolls Joye ontwikkeld: een plsti speelgoeduto voor peuters in de leeftijdstegorie vn twee tot vijf jr. De produtie voor 2009 wordt

Nadere informatie

Privacyverklaring Rien Treur Makelaardij

Privacyverklaring Rien Treur Makelaardij Privyverklring Rien Treur Mkelrdij U heeft te mken met mkelrdij Rien Treur. Mkelr M. Treur is een NVMmkelr/txteur. In deze privyverklring wordt uitgelegd hoe er met uw gegevens wordt omgegn. Overl wr in

Nadere informatie

JOB-monitor 2016 Vragenlijst

JOB-monitor 2016 Vragenlijst JOB-monitor 2016 Vrgenlijst (versie met wijzigingen t.o.v. 2014) JOB in smenwerking met ReserchNed 2015 JOB. Geen vn de mterilen die onderdeel uitmken vn de JOB-monitor 2016 mogen zonder voorfgnde schriftelijke

Nadere informatie

De tijdens de training aangeboden ski-imitaties gebruiken we zowel als middel maar ook als doel.

De tijdens de training aangeboden ski-imitaties gebruiken we zowel als middel maar ook als doel. 15 Ski-eroics Hoofdstuk 15, Pgin 1 vn 5 15.1 Inleiding Het is elngrijk om SneeuwFit triningen gevrieerd te houden. Proeer het nod vn ctiviteiten zo verschillend mogelijk te houden. Een vooreeld hiervn

Nadere informatie

Werkkaarten GIGO 1184 Elektriciteit Set

Werkkaarten GIGO 1184 Elektriciteit Set Werkkrten GIGO 1184 Elektriiteit Set PMOT 2006 1 Informtie voor de leerkrht Elektriiteit is één vn de ndhtsgeieden ij de nieuwe kerndoelen voor ntuur en tehniek: 42 De leerlingen leren onderzoek doen n

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1987-1988 : Eerste Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1987-1988 : Eerste Ronde. Vlmse Wiskunde Olympide 987-988 : Eerste Ronde De eerste ronde estt steeds uit 0 meerkeuzevrgen, opgemkt door de jury vn VWO Het quoteringssysteem werkt ls volgt: een deelnemer strt met 0 punten, per goed

Nadere informatie

De route van de Ocean start in de Bush. Volg de bordjes naar de Ocean. De vragen staan in chronologische volgorde.

De route van de Ocean start in de Bush. Volg de bordjes naar de Ocean. De vragen staan in chronologische volgorde. Route L - Oen 1 De route vn de Oen strt in de Bush. Volg de ordjes nr de Oen. De vrgen stn in hronologishe volgorde. Kwllen Dt er lngs de Nederlndse kust kwllen voorkomen, is lgemeen ekend. De oorkwl kun

Nadere informatie

Werkloosheid, armoede, schooluitval en criminaliteit. Er zal veel belastinggeld nodig zijn om al die problemen op te lossen.

Werkloosheid, armoede, schooluitval en criminaliteit. Er zal veel belastinggeld nodig zijn om al die problemen op te lossen. vk Mtshppijleer them Multiulturele smenleving onderwerp Het multiulturele drm vn P. Sheffer ntwoorden ij de vrgen over het rtikel kls Hvo 5 dtum jnuri 2014 1 2 3 4 5 6 7 8 De vrg hoe de slehte werk-, woon-

Nadere informatie

Riante bouwkavel met ruime bebouwingsmogelijkheden

Riante bouwkavel met ruime bebouwingsmogelijkheden Rinte ouwkvel met ruime eouwingsmogelijkheden gelegen n de krkteristieke strt Berg te Nuenen Koopprijs 682.000,00 v.o.n. Groot 1.748 m² 1. Algemene eschrijving Op een prchtige plek, nij het centrum vn

Nadere informatie

De formule van het opslagpercentage voor alle producten luidt:

De formule van het opslagpercentage voor alle producten luidt: 4.3 Verkoopprijs erekenen Om een product of een dienst met winst te verkopen, moet je eerst goed weten wt de kosten zijn. Als je dt weet, dn kun je de verkoopprijs eplen. Kosten De kostprijs vn een product

Nadere informatie

Boek 2, hoofdstuk 7, allerlei formules..

Boek 2, hoofdstuk 7, allerlei formules.. Boek, hoofdstuk 7, llerlei formules.. 5.1 Evenredig en omgekeerd evenredig. 1. y wordt in beide gevllen 4 keer zo klein, je noemt dt omgekeerd evenredig. b. bv Er zijn schoonmkers met een vst uurloon.

Nadere informatie

Praktische Opdracht Lineair Programmeren V5

Praktische Opdracht Lineair Programmeren V5 Prktische Opdrcht Lineir Progrmmeren V5 Bij deze prktische opdrcht g je n het werk met een ntl prolemen die je door middel vn Lineir Progrmmeren kunt oplossen. Je werkt lleen of in tweetllen. De prktische

Nadere informatie

MEETKUNDE 2 Lengte - afstand - hoeken

MEETKUNDE 2 Lengte - afstand - hoeken MTKUN 2 Lengte - fstnd - hoeken M7 Lengtemten en meetinstrumenten 186 M8 Lengte en fstnd 187 M9 Gelijke fstnden 194 M10 Hoeken meten en tekenen 198 185 M7 1 Titel Lengtemten en meetinstrumenten 579 Vul

Nadere informatie

fonts: achtergrond PostScript Fonts op computers?

fonts: achtergrond PostScript Fonts op computers? fonts: chtergrond PostScript Fonts op computers? Tco Hoekwter tco.hoekwter@wkp.nl bstrct Dit rtikel geeft een korte inleiding in de interne werking vn PostScript computerfonts en hun coderingen. Dit rtikel

Nadere informatie

Zelfstudie practicum 1

Zelfstudie practicum 1 Zelfstudie prtium 1 1.8 Gegeven is de volgende expressie:. () Geef de wrheidstel vn deze expressie. () Minimliseer de gegeven expressie. () Geef een poort implementtie vn de expressie vn onderdeel ().

Nadere informatie

1.3 Wortels. x x 36 6 = x = 1.5 Breuken. teller teller noemer noemer. Delen: vermenigvuldig met het omgekeerde.

1.3 Wortels. x x 36 6 = x = 1.5 Breuken. teller teller noemer noemer. Delen: vermenigvuldig met het omgekeerde. Voorereidende opgven Stoomursus Tips: Mk de volgende opgven het liefst voorin in één vn de A4-shriften die je gt geruiken tijdens de ursus. Als een som niet lukt, werk hem dn uit tot wr je kunt en g verder

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling Dienstreizen Wageningen UR

Uitvoeringsregeling Dienstreizen Wageningen UR Uitvoeringsregeling Dienstreizen Wgeningen UR Vstgesteld door het College vn Bestuur d.d. 11 ugustus 2003* Gelet op rtikel 3.21 lid 1 su vn de CAO Nederlndse Universiteiten en rtikel 8.5 vn de CAO Stichting

Nadere informatie

Contactgegevens: Sportparklaan 2103 VR 1 Heemstede

Contactgegevens:   Sportparklaan 2103 VR 1 Heemstede Thuis-Totl Mkelrs Thuis-Totl Mkelrs, gevestigd n Sportprkln 2103 VR Heemstede, is verntwoordelijk voor de verwerking vn persoonsgegevens zols weergegeven in deze privcyverklring. Contctgegevens: WWW.THUIS-TOTAAL.NL

Nadere informatie

WELK LICHTSCHERM MOET IK GEBRUIKEN VOOR INLOOPBEVEILIGING?

WELK LICHTSCHERM MOET IK GEBRUIKEN VOOR INLOOPBEVEILIGING? ICK KEUZEHULP WELK LICHTCHERM MOET IK GEBRUIKEN VOOR INLOOPBEVEILIGING? Voor inloopeveiliging geldt onder meer de norm EN 13855. Dit is de norm voor het eplen vn de veiligheidsfstnd. Deze fstnd is fhnkelijk

Nadere informatie

CO 2 bemesting lelie. Casper Slootweg, Hans Kok en Hans van Aanholt

CO 2 bemesting lelie. Casper Slootweg, Hans Kok en Hans van Aanholt CO 2 emesting lelie Csper Slootweg, Hns Kok en Hns vn Anholt Prktijkonderzoek Plnt & Omgeving, onderdeel vn Wgeningen UR PPO - Bloemollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr. 32 360979 00/ PT 13812 Novemer 2010

Nadere informatie

edatenq is een toepassing die de ondernemingen de mogelijkheid biedt om hun statistische aangiften in te vullen en door te sturen via internet.

edatenq is een toepassing die de ondernemingen de mogelijkheid biedt om hun statistische aangiften in te vullen en door te sturen via internet. Inleiding edatenq is een toepssing die de ondernemingen de mogelijkheid iedt om hun sttistishe ngiften in te vullen en door te sturen vi internet. Het etreft een door de FOD Eonomie volledig eveiligde

Nadere informatie

Privacyverklaring Donné Vastgoed

Privacyverklaring Donné Vastgoed Privyverklring Donné Vstgoed U heeft te mken met Donné Vstgoed. Donné Vstgoed is een Verhuur mkelr. In deze privyverklring wordt uitgelegd hoe er met uw gegevens wordt omgegn. Overl wr in deze verklring

Nadere informatie

Hoe koud heeft een weekhuidmijt het in de frigo? (Theoretische benadering)

Hoe koud heeft een weekhuidmijt het in de frigo? (Theoretische benadering) Hoe koud heeft een weekhuidmijt het in de frigo? (Theoretische endering) Gil Luypert Studiedg Azle 15 26/2/15 Weekhuidmijt, Polyphgotrsonemus ltus Symptomen vn schde ij zle vk onder wrme omstndigheden

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwaarden Hypotheek SpaarVerzekering Model 10052. Delta Lloyd Levensverzekering NV. 1 Wat bedoelen wij met? 3

Inhoudsopgave. Voorwaarden Hypotheek SpaarVerzekering Model 10052. Delta Lloyd Levensverzekering NV. 1 Wat bedoelen wij met? 3 Voorwrden Hypotheek SprVerzekering Model 10052 Delt Lloyd Levensverzekering NV Inhoudsopgve 1 Wt edoelen wij met? 3 2 Wnneer strt uw verzekering? 3 3 Wnneer stopt uw verzekering? 3 3.1 Kunt u de verzekering

Nadere informatie

Privacyverklaring Begijn Bedrijfsmakelaardij en Taxaties

Privacyverklaring Begijn Bedrijfsmakelaardij en Taxaties Privcyverklring Begijn Bedrijfsmkelrdij en Txties U heeft te mken met Begijn Bedrijfsmkelrdij en Txties. Mkelr Ing. A.P.F. BEGIJN RT is een NVM-edrijfsmkelr/txteur. In deze privcyverklring wordt uitgelegd

Nadere informatie

Privacyverklaring Kitty Blank Makelaars

Privacyverklaring Kitty Blank Makelaars Privyverklring Kitty Blnk Mkelrs Uw privy is elngrijk voor ons. Wij grnderen dt persoonlijke informtie, die u n ons vershft, zols nmen, e-mildressen en telefoonnummers, et. vertrouwelijk wordt ehndeld.

Nadere informatie

Snelstartgids Access Online: Betalingen en Rapportage

Snelstartgids Access Online: Betalingen en Rapportage Snelstrtgids Access Online: Betlingen en Rpportge Snel op weg met Access Online Voor het geruik vn de pplictie De meest geruikte functies in overzichtelijke stppen Snelstrtgids Access Online: Betlingen

Nadere informatie

Van welke diensten van de NVM-makelaar/taxateur maakt u gebruik? U kunt op één of meerdere manieren in contact staan met de NVM-makelaar/taxateur.

Van welke diensten van de NVM-makelaar/taxateur maakt u gebruik? U kunt op één of meerdere manieren in contact staan met de NVM-makelaar/taxateur. Privyverklring Bröring Mkelrs o/g U heeft te mken met Bröring Mkelrs o/g. Bröring mkelrs o/g is een NVM-mkelr/txteur. In deze privyverklring wordt uitgelegd hoe er met uw gegevens wordt omgegn. Overl wr

Nadere informatie

14 Effectevaluatie van de Strafrechtelijke Opvang Verslaafden (SOV)

14 Effectevaluatie van de Strafrechtelijke Opvang Verslaafden (SOV) Smenvtting Op 1 pril 2001 trd de wet SOV in werking. Op grond vn deze wet kunnen justitibele verslfden die n een ntl in de wet genoemde voorwrden voldoen, in het kder vn een strfrechtelijke mtregel, voor

Nadere informatie

1 De watersnoodramp van 1953

1 De watersnoodramp van 1953 1 De wtersnoodrmp vn 1953 In de ncht vn 31 jnuri nr 1 februri 1953 ws het springvloed. Dn stt het wter in de zee extr hoog. Bovendien ws er een zwre noordwesterstorm (orkn, windkrcht 12). Het wter in de

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 20 mei 13.30 16.30 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 20 mei 13.30 16.30 uur Wiskunde B Profi Exmen VWO Voorereidend Wetenschppelijk Onderwijs Tijdvk Donderdg 20 mei 3.30 6.30 uur 9 99 Dit exmen estt uit 5 vrgen. Voor elk vrgnummer is ngegeven hoeveel punten met een goed ntwoord

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Voorkennis: Algerïshe ewerkingen ldzijde 9 V- d e 9 V- 9 V- + + + V- + + 9 d + + + + e + + + + f + g Hoofdstuk - Funties en lger + + + + + + + ldzijde 9 V- + ( + ) + ( )( ) of + of of of ( ) d p p ( p

Nadere informatie

HANDLEIDING FOKWAARDEN 2014. Informatie & Inspiratie document Met uitleg over het hoe en waarom van de fokwaarden

HANDLEIDING FOKWAARDEN 2014. Informatie & Inspiratie document Met uitleg over het hoe en waarom van de fokwaarden HANDLEIDING FOKWAARDEN 2014 Informtie & Inspirtie document Met uitleg over het hoe en wrom vn de fokwrden Missie Al ruim 25 jr ondersteunt ELDA bedrijven in de grrische sector, en het is voor ons een belngrijke

Nadere informatie

Bekijk onderstaand algoritme recalg. Bepaal recalg(5) en laat zien hoe u het antwoord hebt verkregen.

Bekijk onderstaand algoritme recalg. Bepaal recalg(5) en laat zien hoe u het antwoord hebt verkregen. Vooreeldtentmen 1 Tentmen Dtstructuren en lgoritmen (T641 en T6741) OPGAVE 1 c d Bekijk onderstnd lgoritme recalg. Bepl recalg() en lt zien hoe u het ntwoord het verkregen. Wt erekent recalg in het lgemeen?

Nadere informatie

Hoe maak je een huiswerkplanning?

Hoe maak je een huiswerkplanning? PLANNEN HOE MAAK JE EEN HUISWERKPLANNING? Hoe mk je een huiswerkplnning? Wt he je ern? In deze les leer je hoe je een huiswerkplnning mkt. Dt is hndig, wnt zo g je goed voorereid n de slg en kun je sneller

Nadere informatie

Makelaarschap B.V. Privacyverklaring

Makelaarschap B.V. Privacyverklaring Privyverklring Mkelrshp U heeft te mken met Mkelrshp. Mkelrshp is een NVM-mkelr/txteur. In deze privyverklring wordt uitgelegd hoe er met uw gegevens wordt omgegn. Overl wr in deze verklring NVM-mkelr

Nadere informatie

Geïntegreerde bestrijding van plagen in de sierteelt onder glas

Geïntegreerde bestrijding van plagen in de sierteelt onder glas Geïntegreerde estrijding vn plgen in de sierteelt onder gls Een systeemendering met preventieve iologische estrijding ls sis Geren Messelink 1, Ad Lemn 1, Somyyeh Ghsemzdeh 1, Chntl Bloemhrd 1, Rent vn

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1994 1995 : Eerste Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1994 1995 : Eerste Ronde. Vlmse Wiskunde Olmpide 994 995 : Eerste Ronde De eerste ronde bestt uit 30 meerkeuzevrgen, opgemkt door de jur vn VWO Het quoteringsssteem werkt ls volgt : een deelnemer strt met 30 punten Per goed ntwoord

Nadere informatie

Reguliere Expressies en Automaten: Overzicht

Reguliere Expressies en Automaten: Overzicht Reguliere Expressies en Automten: Overzicht Alfetten Tekenrijtjes over een lfet Tlen over een lfet Reguliere Uitdrukkingen Reguliere Operties Herkenners voor Reguliere Ptronen Deterministische utomten

Nadere informatie

Hoofdstuk 0: algebraïsche formules

Hoofdstuk 0: algebraïsche formules Hoofdstuk 0: lgebrïsche formules Dit hoofdstuk hoort bij het eerste college infinitesimlrekening op 3 september 2009. Alle gegevens over de cursus zijn te vinden op http://www.mth.uu.nl/people/hogend/inf.html

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-II

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-II Opgve 1 Goud 1 mximumscore 2 een uitleg dt goud economische indingen tussen mensen kn versterken, met een toepssing vn economische indingen en drvn een vooreeld uit de eerste line vn de inleiding 1 een

Nadere informatie

Aanvulling Oefenboek rijbewijs B 20 e druk

Aanvulling Oefenboek rijbewijs B 20 e druk rijshoolservie Anvulling Oefenoek rijewijs B 20 e druk Nr nleiding vn reties vnuit de mrkt zijn we vn mening dt enkele vrgen ngesherpt of vereterd moeten worden. In deze nvulling stn vrgen en ntwoorden

Nadere informatie

Natuurlijke getallen op een getallenas en in een assenstelsel

Natuurlijke getallen op een getallenas en in een assenstelsel Turf het ntl fouten en zet de resultten in een tel. Vlmingen Nederlnders resultt ntl resultt ntl 9 9 en nder tlstelsel U Ontijfer de volgende hiërogliefen met ehulp vn het overziht op p. in het leerwerkoek.........................

Nadere informatie

opgaven formele structuren procesalgebra

opgaven formele structuren procesalgebra opgven formele struturen proeslger Opgve 1. (opgve 3.3.7 op p.97 vn het ditt 2005) Een mier moet vn links voor onder nr rehts hter oven op een kuus, met ties (rehts), (hter), en (oven). Uitwerking vn opgve

Nadere informatie

Wat maak jij. morgen mee MBO. Loonwerk (Groen, grond en infra)

Wat maak jij. morgen mee MBO. Loonwerk (Groen, grond en infra) Wt mk jij morgen mee MBO Loonwerk (Groen, grond en infr) Morgen is groen bij AOC Oost Morgen is groen bij AOC Oost. En dt is mr goed ook. We hebben een groene wereld nodig, wrin jij en je omgeving goed

Nadere informatie

Het Poincarévermoeden in dimensie 2 Erik Visse

Het Poincarévermoeden in dimensie 2 Erik Visse Het Poincrévermoeden in dimensie 2 Erik Visse An het egin vn de eeuw ewees Grigori Perelmn het Poincrévermoeden uit 1904 en loste drmee het eerste milleniumproleem op. Het Poincrévermoeden geeft criteri

Nadere informatie

Route J. Een gier heeft naar verhouding een lange nek. Wat is het voordeel hiervan? vale gier

Route J. Een gier heeft naar verhouding een lange nek. Wat is het voordeel hiervan? vale gier Route J 1 Vle gieren Over het lgemeen zijn gieren niet bepld de meest geliefde dieren. Hun kle kop en hls en hun gedrg zijn dr vk de oorzk vn. Welke reden kun je bedenken voor het feit dt op de kop en

Nadere informatie

Docentenhandleiding. Leerlingenmateriaal DELFSTOFFEN IN NEDERLAND. Niveau. Inhoud. Opdracht 2. Inleiding. Opdracht 3. Opdracht 1

Docentenhandleiding. Leerlingenmateriaal DELFSTOFFEN IN NEDERLAND. Niveau. Inhoud. Opdracht 2. Inleiding. Opdracht 3. Opdracht 1 111122952X_Geokrnt 58 05-09-2005 08:24 Pgin 6 6 Docentenhndleiding Inhoud In Nederlnd worden op dit moment rdgs, rdolie en steenzout vnuit grote diepte omhoog gehld. Drnst worden er zogenmde oppervlktedelfstoffen,

Nadere informatie

Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus

Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus Voorbereidende opgven Kerstvkntiecursus Tips: Mk de volgende opgven het liefst voorin in één vn de A4-schriften die je gt gebruiken tijdens de cursus. Als een som niet lukt, kijk dn even in het beknopt

Nadere informatie

Verschil zal er zijn hv bovenbouw WERKBLAD

Verschil zal er zijn hv bovenbouw WERKBLAD Vershil zl er zijn hv ovenouw WERKBLAD 1. Hoe heet de gemeente wr jij in woont? 2. Hoeveel inwoners heeft je gemeente in 2010? 3. Is het ntl inwoners in jouw gemeente sinds 2010 gestegen of gedld? 4. In

Nadere informatie

StyleView Scanner Shelf

StyleView Scanner Shelf StyleView Scnner Shelf User's Guide Mximl gewicht: 2 ls ( kg) SV Crt & Hoofdeenheid Optie - LCD Crts Optie 2 Lptop Crts Optie 3 Rils n de muur Optie 4 Achterknt SV Crt 3 6 7 Reduce Reuse Recycle of 8 Overzicht

Nadere informatie

edatenq is een toepassing die de ondernemingen de mogelijkheid biedt om hun statistische aangiften in te vullen en door te sturen via internet.

edatenq is een toepassing die de ondernemingen de mogelijkheid biedt om hun statistische aangiften in te vullen en door te sturen via internet. Hndleiding edatenq Mndelijkse enquête toerisme en hotelwezen Inleiding edatenq is een toepssing die de ondernemingen de mogelijkheid iedt om hun sttistische ngiften in te vullen en door te sturen vi internet.

Nadere informatie

Privacyverklaring Beleef wonen met Jacqueline Makelaars

Privacyverklaring Beleef wonen met Jacqueline Makelaars Privyverklring Beleef wonen met Jqueline Mkelrs In deze privyverklring wordt uitgelegd hoe er met uw gegevens wordt omgegn. In deze verklring wordt ook uitgelegd welke gegevens n derden worden verstrekt

Nadere informatie

Krommen en oppervlakken in de ruimte

Krommen en oppervlakken in de ruimte (HOOFDSTUK 60, uit College Mthemtis, door Frnk Ares, Jr. nd Philip A. Shmidt, Shum s Series, MGrw-Hill, New York; dit is de voorereiding voor een uit te geven Nederlndse vertling). Krommen en oppervlkken

Nadere informatie

Inhoud leereenheid 13. Integreren. Introductie 125. Leerkern 126. Samenvatting 149. Zelftoets 150

Inhoud leereenheid 13. Integreren. Introductie 125. Leerkern 126. Samenvatting 149. Zelftoets 150 Inhoud leereenheid 3 Integreren Introductie 5 Leerkern 6 Integrl ls oppervlkte 6 De functie ls fgeleide vn zijn oppervlktefunctie 3 3 Primitieven 33 4 Beplde en oneplde integrl 35 5 Oneigenlijke integrlen

Nadere informatie

Het kwadraat van een tweeterm a+b. (a+b)²

Het kwadraat van een tweeterm a+b. (a+b)² Merkwrdig producten: Het kwdrt vn een tweeterm + (+)² Even herhlen Wnneer een getl of een lettervorm met zichzelf vermenigvuldigd wordt, dn duid je dt n door dt getl of die lettervorm één keer te schrijven

Nadere informatie

V2.1 Eerlijk verdeeld?

V2.1 Eerlijk verdeeld? Wie verdient wt? v2 Mkt geld gelukkig? L Voor je sisehoeften zols eten, woonruimte en kleding en je l guw dit edrg kwijt. Bedenk mr eens wt de mndhuur is. En hoeveel etl je voor vste lsten 1s gs, liht

Nadere informatie

Henk Pijls Korteweg-de Vries Instituut voor Wiskunde Universiteit van Amsterdam

Henk Pijls Korteweg-de Vries Instituut voor Wiskunde Universiteit van Amsterdam Jn vn de Crts Henk Pijls De kromme gevormd door de toppen vn de prolen door drie gegeven punten NAW 5/9 nr. mrt 08 9 Jn vn de Crts Korteweg-de Vries Instituut voor Wiskunde Universiteit vn Amsterdm j.vndecrts@uv.nl

Nadere informatie

De oppervlakte van de rechthoek uit de vorige opgave hangt van dezelfde variabelen af.

De oppervlakte van de rechthoek uit de vorige opgave hangt van dezelfde variabelen af. Opgve 1 Vn twee korte en twee lnge luifers is een rehthoek geleg. Omt je geen fmetingen weet hngt e omtrek vn eze rehthoek f vn twee vrielen, nmelijk lengtekorteluif er en lengtelngeluif er. Welke formule

Nadere informatie

Medicatieveiligheid voor kwetsbare groepen in de langdurige zorg en zorg thuis onvoldoende

Medicatieveiligheid voor kwetsbare groepen in de langdurige zorg en zorg thuis onvoldoende Medictieveiligheid voor kwetsre groepen in de lngdurige zorg en zorg thuis onvoldoende Verpleeghuizen en verzorgingshuizen moeten nog punten vereteren; gehndicptenzorg en thuiszorg moeten snel veiliger

Nadere informatie

TECHNISCH RAPPORT SECTORHOOFDSTUK PRIMAIR ONDERWIJS. De Staat van het Onderwijs 2015/2016. April 2017

TECHNISCH RAPPORT SECTORHOOFDSTUK PRIMAIR ONDERWIJS. De Staat van het Onderwijs 2015/2016. April 2017 TECHNISCH RAPPORT SECTORHOOFDSTUK PRIMAIR ONDERWIJS De Stt vn het Onderwijs 2015/2016 April 2017 Inleiding 3 Sectorspred primir onderwijs 4 Representtiviteit 6 1 Toezichtrrngementen 7 1.1 Dtestnden 7 1.2

Nadere informatie