betekent een voor de goederenvervoerders aanvaardbare gebruiksheffing voor de Betuweroute en het invoeren van een vergoeding voor het reserveren van

Transcriptie

1 Aan: De projectorganisatie Dienstregeling spoor 2007 Per adres: De directie van de NS NS Hoofdkantoor De heer B. Meerstadt Postbus HA Utrecht Datum: 22 november 2005 Ons kenmerk: Onderwerp: Dienstregeling 2007 Contactpersoon: W. Boer Provincie Noord-Brabant, Directie Economie en Mobiliteit Telefoon: (073) Fax: (073) Geachte directie, Op 22 januari van dit jaar stuurden wij, als portefeuillehouders Verkeer en Vervoer van BrabantStad, de in het project Dienstregeling 2007 samenwerkende partijen (NS, Prorail en Railion) een brief over de dienstregeling spoor Daarin hebben wij onder andere verwoord welke zorgpunten toen bij ons leefden over de ontwikkelingen rond de dienstregeling spoor Wij roepen in het kort in uw herinnering de belangrijkste punten die wij toen naar voren brachten: - ons pleidooi om het goederenvervoer via de Brabantroute terug te dringen door de Betuweroute optimaal te gebruiken; - de naar ons oordeel te lage groeiambitie van de NS, zeker in vergelijking met de goederensector; - in het algemeen onze wens om de kwaliteit van het personenvervoer per trein te verbeteren. In uw antwoord van 14 april 2005 geeft u aan dat ook de NS potentie ziet in de Brabantse spoormarkt en dat u bij wil dragen om klantenwensen te realiseren. Daarbij merkt u op dat dit streven in evenwicht moet worden gebracht met maakbaarheid en betaalbaarheid van oplossingen voor knelpunten. Uit het proces dat sinds die tijd rond de dienstregeling 2007 is gevolgd wordt steeds duidelijker hoe die nieuwe dienstregeling er uit zal zien. Naar wij hebben begrepen zult u op 19 december aanstaande, samen met uw partners in dit project, wederom een belangrijk besluit nemen over het vervolg van het proces rond de nieuwe dienstregeling.

2 Op 7 oktober jongstleden hebben wij met u en met Prorail samenwerkingsovereenkomsten gesloten. Daarin hebben wij afspraken gemaakt over hoe wij samen het personenvervoer per spoor in onze regio zullen verbeteren. Wij constateren verheugd dat deze afspraken nu al effect sorteren als we kijken naar bijvoorbeeld de informatie-uitwisseling over de dienstregeling De inhoud van deze brief hebben wij dan ook al op directeurenniveau gewisseld. Vanwege de impact van het op 19 december te nemen besluit, hechten wij er evenwel aan onze zienswijze op de op dit moment voorliggende dienstregeling op papier te zetten zodat ook de andere relevante partijen daarvan kennis kunnen nemen. Omdat het zwaartepunt van onze opmerking betrekking heeft op het personenvervoer, richten wij deze brief aan de NS als vertegenwoordiger en ons aanspreekpunt van het project Dienstregeling Wij verzoeken u deze informatie door te geleiden naar uw partners in het project, Prorail en Railion. Voor de volledigheid zullen ook wij hen een afschrift van deze brief sturen. Een aantal aspecten van de nieuwe dienstregeling kan rekenen op onze instemming. Dit betreft de door de projectorganisatie voorziene groei van het personenvervoer, uitgedrukt in reizen en reizigerskilometers, de geprognosticeerde toename van het aantal reizigers op de grotere stations en bijvoorbeeld de toename van het aantal treinen tussen s-hertogenbosch en Tilburg. Wij realiseren ons dat de provincie Noord-Brabant, in vergelijking tot enkele andere regio s, daarin goed scoort. Desalniettemin zijn er punten waartegen wij grote bezwaren hebben. Dit betreft: - De voor het goederenvervoer beschikbare capaciteit. o Uit onze eerder genoemde briefwisseling is duidelijk geworden dat de NS weliswaar een ambitie heeft om het personenvervoer te laten groeien maar dat die op dit moment achterblijft bij onze ambitie. De nu voorliggende dienstregeling wordt gemaakt voor de periode tot ca 2012; de nu vast te leggen capaciteitsverdeling tussen personen en goederen zal echter ook effecten hebben voor de periode daarna. Onze visie op de ontwikkeling van het personenvervoer tot 2020 hebben wij neergelegd in het plan OV-netwerk BrabantStad. De NS zal haar visie voor die periode nog ontwikkelen. Wij verwachten dat het toekomstbeeld van de NS dicht zal liggen bij dat volgens het OV-netwerk BrabantStad. Dat betekent dat het personenvervoer na ca 2012 aanzienlijk zal moeten groeien terwijl de railcapaciteit naar verwachting niet of nauwelijks toe zal nemen. Daarom dringen wij er op aan dat de nu overeen te komen capaciteitsverdeling tussen personen en goederen ruimte laat voor die noodzakelijke toekomstige groei van het personenvervoer. o Tijdens het proces rond de dienstregeling 2007 werd ons steeds duidelijker dat de Betuweroute niet of nauwelijks zal leiden tot een vermindering van het aantal goederentreinen door onze provincie. Het aantal goederenpaden (ruimte voor goederentreinen) in de dienstregeling 2007 ligt praktisch op hetzelfde niveau als nu. Dit is op zijn zachtst gezegd bijzonder teleurstellend. Ons inziens wordt dit onder andere veroorzaakt door de gebruiksvergoeding zoals die naar verwachting zal gelden voor de Betuweroute en door het gegeven dat voor het reserveren van goederenpaden nu geen kosten in rekening gebracht worden. Deze twee zaken maken het voor de goederenvervoerders aantrekkelijk en mogelijk om een groot aantal goederenpaden te claimen en daarmee, zonder kosten, veel flexibiliteit te verkrijgen. Dat terwijl de ervaring leert dat slechts een (klein) deel van de goederenpaden ook daadwerkelijk gebruikt wordt. Dit gaat evenwel ten koste van de capaciteit voor het personenvervoer. Daarom dringen wij er op aan dat het voor de goederenvervoerders financieel aantrekkelijk wordt gemaakt om de Betuweroute optimaal te benutten en daarmee het aantal goederentreinen door Noord-Brabant te verminderen. Dat

3 betekent een voor de goederenvervoerders aanvaardbare gebruiksheffing voor de Betuweroute en het invoeren van een vergoeding voor het reserveren van goederenpaden. o Uit de informatie zoals die de laatste tijd tot ons komt begrijpen wij dat er technische en financiële problemen zijn rond de beveiliging van de locomotieven die op de Betuweroute zullen rijden. Wij dringen er bij de verantwoordelijke partijen op aan deze problemen zo snel mogelijk op te lossen. - De stoptreinen Venlo - Helmond - Eindhoven. Deze gaan van een frequentie van drie per uur naar twee per uur. De stroom reizigers tussen de stoptreinstations in Helmond en Eindhoven, beide BrabantStad-steden, achten wij belangrijk genoeg voor een verbinding met HOV-kwaliteit, lees een frequentie van minimaal 4 maal per uur. Daarbij komt dat juist bij de start van de dienstregeling 2007 het station Helmond Brandevoort wordt geopend. U zult begrijpen dat het voor de regio zeer teleurstellend is dat tegelijk de bediening van de stoptreinstations achteruit zal gaan. Wij doen daarom een dringend beroep op u om de frequentie van de stoptreinen op dit traject niet te verlagen. Wij zijn bereid om samen met u een nader onderzoek te laten verrichten naar de mogelijkheden om de frequentie van de stoptreinen te brengen naar 4 keer per uur. - De stoptreinbediening tussen Breda en Tilburg. Op de stations Tilburg West en Gilze- Rijen zullen minder treinen stoppen dan nu het geval is, bovendien zal de geplande stoptrein veel minder directe verbindingen bieden dan de huidige lijnen. Wij pleiten er voor dat de bediening van de stations Gilze-Rijen en Tilburg West op minimaal hetzelfde kwaliteitsniveau zal blijven als nu geboden wordt en het kwaliteitsniveau op Tilburg Reeshof wordt verbeterd. Het is daarbij essentieel dat de stoptrein op de stations Breda, Tilburg en s-hertogenbosch goed wordt aangesloten op de intercity's. - Aansluitingen en ligging van treinen in het uur. Nog niet geheel duidelijk is hoe de treinen op de Brabantse trajecten over het uur verdeeld zullen zijn en hoe de treinen onderling zullen aansluiten. Dit laatste betreft niet alleen de overstap tussen de intercity s onderling maar ook die tussen de stoptreinen en de intercity s. Zowel de verdeling van treinen over het uur als de overstapmogelijkheden zijn van cruciaal belang voor een goed treinproduct. Wij dringen er bij u op aan ook op deze punten het spoorproduct te verbeteren. Wij zijn van oordeel dat hierbij het personenvervoer een hogere prioriteit moet worden toegedicht dan het goederenvervoer. - Kwaliteit van de verbinding tussen BrabantStad en de zuidelijke Randstad. Breda zal in de loop van 2007 door middel van de HST-shuttles een nieuwe, snelle verbinding krijgen met de Zuidelijke Randstad. Deze ontwikkeling juichen wij vanzelfsprekend toe. De kwaliteit van de bestaande verbinding baart ons echter zorgen. Door het hogere tarief van de shuttletreinen zullen deze niet voor alle reizigers een aanvaardbaar alternatief zijn. Er moet een volwaardig alternatief tegen redelijke kosten beschikbaar zijn. Dat betekent dat ook over het bestaande net snelle intercitytreinen moeten blijven rijden tussen BrabantStad en de zuidelijke Randstad. - Grensoverschrijdende verbinding Roosendaal Antwerpen. Wij weten dat deze verbinding geen deel uitmaakt dan de dienstregeling 2007 maar daar wel direct mee samenhangt. De ingebruikname van de HSL-zuid en het als gevolg daarvan opheffen van de Beneluxtrein via Roosendaal zal grote gevolgen hebben voor de ontsluiting van West- Brabant en Zeeland in de richting van Antwerpen en Brussel. Om de kwaliteit van deze verbinding op een aanvaardbaar niveau te houden is een vervanging van de Beneluxtrein, ook op dit traject, noodzakelijk. De provincie, als regionale vervoersautoriteit, pleit er voor dat zij nauw betrokken wordt bij het overleg over deze verbinding tussen de NS en de NMBS.

4 Zoals u bekend is streven wij er naar om het vervoer van gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk terug te dringen. Dat onderwerp staat evenwel op de agenda van een andere overlegtafel waar wij met de ministeries van V&W en van VROM praten over het aspect externe veiligheid. Hier laten wij dit onderwerp daarom verder buiten beschouwing. Uw besluit van 19 december aanstaande zal een grote impact hebben op de toekomst van het openbaar vervoer en daarmee op de ontwikkeling van BrabantStad als tweede stedelijk netwerk van Nederland. Daarom doen wij een klemmend beroep op u om de kwaliteit van het personenvervoer per spoor waar mogelijk te verbeteren en onze hiervoor genoemde bezwaren zoveel mogelijk weg te nemen. Wij vertrouwen er verder op dat wij onze samenwerking zullen voortzetten en zullen concretiseren in het samen zoeken naar mogelijkheden om de dienstregeling, in het bijzonder de frequenties voor het OV-netwerk BrabantStad, te verbeteren. Een afschrift van deze brief sturen wij naar uw spoorpartners Prorail en Railion en verder naar de Directeur-generaal Goederenvervoer en de Directeur-generaal Personenvervoer van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, de leden van de Vaste Kamercommissie voor Verkeer en Waterstaat, het LOCOV, het ROB (ReizigersOverleg Brabant) en de verschillende GGA s (GebiedsGerichte Aanpak) in Noord-Brabant. Portefeuillehouders Verkeer en Vervoer van BrabantStad: Voorzitter bestuurlijk B5 Verkeer en Vervoer, gedeputeerde Noord-Brabant, E.J. Janse de Jonge Gemeente Breda, wethouder A.M. van Blerck Gemeente Eindhoven, wethouder M. Schreurs Gemeente Helmond, wethouder R.A.C. van Heugten

5 Gemeente s-hertogenbosch, wethouder R.J. van de Mortel Gemeente Tilburg, wethouder C.J.M. Aarts-Engbers Samenwerkingsverband Regio Eindhoven, lid dagelijks bestuur, P.H.M Smetsers