Ben Immers. Mobiliteitsontwikkeling Amsterdam

Transcriptie

1 Ben Immers Mobiliteitsontwikkeling Amsterdam

2 Mobiliteitsontwikkeling in Nederland 2

3 Mobiliteitsgroei sinds autokm BNP OV-km inwoners Auto-km BNP OV-km Inwoners

4 Samenstelling mobiliteitsgroei bevolkingsgroei x 1,5 # verplaatsingen pppd x 1,0... gemiddelde verplaatsingsafstand x 6,5 totale mobiliteitsgroei sinds 1960 x

5 Stress op het netwerk Index 1980 = Never before in this century, except during the two world wars, has the country s transportation system been as stressed as it is now Washington Post 5/15/01 Vehicle travel up 72% Road Miles, up 1% USA No longer a big city problem- Congestion in small areas grew 300% Nederland VMT (millions) Lane Mile Index Totaal Duitsland België Lengte wegennet Vervoersvraag

6 Stress op het netwerk (etmaalintensiteiten) België 2005 UZ-Jette - Zellik 46, Engeland (2004) M1 - South of M6 junction M25 - Western links from A1(M) to M (2003) M Duitsland (2005) A3 Köln Dellbrück Kreuz Köln-Ost A100 Dreieck Funkturm Kurfürstendamm Nederland(2005) A1 Muiderslot Muiderberg A4 Sloten Badhoevedorp A4 Pr. Clausplein Ypenburg A10 Amsterdam S108 De Nieuwe Meer A12 Kanaleneiland Hoograven A13 Ypenburg Delft Noord A16 Rotterdam C. R dam Feijenoord A20 Rotterdam C. Rotterdam Crooswijk A27 Lunetten Rijnsweerd

7 Groei congestie Index VVU In file VVU in file (in minuten) Groeipercentage per jaar ( VVU) 17% -8% 3% 8% 8% 11% 7

8 Verwachting voor de toekomst Verdere groei mobiliteit (weg, lucht, personen, goederen) Economische groei Toename autobezit Toename mobiliteit ouderen Toename mobiliteit vrouwen Toename mobiliteit allochtonen Bevolkingsgroei Verlaging leeftijd rijbewijsbezit Toename snelheid transportsysteem (introductie snellere vervoerwijzen) ICT als stimulans voor mobiliteitsgroei Ruimtelijk-functionale ontwikkelingen Zeer beperkte uitbreiding wegcapaciteit Prestatie van het systeem neemt af 8

9 Verdeling van vervoerwijzekeuze naar rijbewijsbezit. Op basis van verplaatsingskilometers; bron: KIM 9

10 Mobiliteit oudere bevolkingsgroepen; Bron: KIM 10

11 Kenmerken Mobiliteit (bron: Het scheiden van de markt KIM) 11

12 Mobiliteit in Nederland,

13 Aandelen van auto, ov en (brom)fiets alleen verplaatsingen >10 km, OS = ochtendspits (aankomst u), RD = rest dag, 5GGA = aankomst in 5 grootste grootstedelijke agglomeraties. 13

14 Aandeel OV 1 miljoen mensen per dag 22 miljard reizigerkm s per jaar 14

15 Mobiliteit Amsterdam (bron: Het scheiden van de markt KIM) 15

16 Modal split per regio, (verplaatsingen) 16

17 Modal split per regio, (kilometers) 17

18 Ontwikkelingen Stadsregio Amsterdam (bron: KIM) 18

19 Differentiatie naar typen verplaatsingen (bron: Het scheiden van de markt KIM) 19

20 Tien typen verplaatsingen 20

21 Tien typen verplaatsingen SS = Binnen één stedelijk gebied SS = Tussen twee stedelijke gebieden CC = Binnen centrum in stedelijk gebied CC = Tussen de centra van twee stedelijke gebieden CS = Tussen centrum en rest stedelijk gebied, binnen 1 stad CS = Tussen centrum en stedelijk gebied, tussen 2 steden SP = Tussen stedelijk gebied en perifeer gebied CP = Tussen centrum in stedelijk gebied en perifeer gebied PP = Tussen perifeer gebied en perifeer gebied ER = Herkomst of bestemming buiten de regio 21

22 Aandeel (in %) van elk type verplaatsing Type verplaatsing Noordvleugel Zuidvleugel Brabantstad Arnhem - Nijmegen SS SS CC CC CS CS SP CP PP ER

23 Aantal verplaatsingen per etmaal per type relatie in 2000 en

24 Ontwikkeling modal split per type relatie, (in %-punten) 24

25 Substitutie auto - OV (bron: Het scheiden van de markt KIM) 25

26 Reistijdverhouding OV-auto 26

27 Aantal autoverplaatsingen per afstandsklasse, onderverdeeld naar reistijdverhouding. In miljoenen autoverplaatsingen per gemiddelde werkdag. 27

28 Aandeel van OV per afstandsklasse en reistijdverhouding 28

29 Substitutie auto - OV Autogebruik moeilijk te vervangen vanwege flexibiliteit, gebruiksgemak en betrouwbaarheid; maar auto is niet voor iedereen beschikbaar OV is maar in een beperkt aantal gevallen een alternatief (beperkte service, kris-kras relaties, auto nodig voor werk, etc.) Parkeerbeleid heeft gunstig effect op gebruik OV (ook via P&R) Bundelen van functies rond stations verbetert de OV-bereikbaarheid, vooral omdat voor- en/of natransport verbeteren Toename files betekent verschuiving naar OV (kruiselasticiteiten), maar op korte afstanden is de reistijdverhouding erg ongunstig Afnemende filedruk betekent verschuiving naar auto (latente automobilisten) 29

30 Sturen Mobiliteit 30

31 Het beleidsveld verkeer en vervoer Te verrichten activiteiten Verplaatsingsmarkt Ruimtelijke ordening vervoermarkt verkeersmarkt Vervoerpatronen Verplaatsingspatronen Vervoermiddelen Verkeersinfrastructuur Verkeersafwikkeling 31

32 Het beleidsveld verkeer en vervoer Te verrichten activiteiten Verplaatsingsmarkt Ruimtelijke ordening Keuze van de bestemming vervoermarkt Keuze van de vervoerswijze verkeersmarkt Keuze van de route Vervoerpatronen Verplaatsingspatronen Vervoermiddelen Verkeersinfrastructuur Verkeersafwikkeling 32

33 Sturen automobiliteit De N-dimensionale mobiliteitsruimte Mobiliteit 33

34 Sturen automobiliteit Mobiliteit 34

35 Sturen automobiliteit Mobiliteit 35

36 Sturen automobiliteit Waarom wil je sturen (groei automobiliteit beperken)? In welke mate kun je je een dergelijk beleid permitteren? Wees beducht voor perverse effecten! Sturingsmaatregelen Quasi effectief Beter (sneller, frequenter) openbaar vervoer (VF factor) Plaats- en tijdgebonden beprijzen (nivelleren spits) Effectief Verdichten rond stations (kansen voor OV) Beperken autobezit (kansen voor fiets en OV) Snelheid transportsysteem (kansen voor de fiets) 36

37 Conclusies Mobiliteitsgroei in combinatie met beperkte uitbreiding capaciteit wegennet leidt tot gestrest netwerk Mobiliteitsgroei is in belangrijke mate toe te schrijven aan toename verplaatsingslengte Rol OV in faciliteren mobiliteit is en blijft beperkt Er is wel een prominente rol voor het OV in stedelijke gebieden en op corridors (gunstige VF-factor) Helaas heeft het OV een sterke positie op zwakke relaties (weinig verplaatsingen, bijv. verplaatsingen tussen centra). Auto en fiets zijn dominant op sterke (omvangrijke) relaties De verplaatsingen binnen één stedelijk gebied en van/naar perifere gebieden zijn het belangrijkst. Deze laatste groeien ook het hardst richting Veel (goedbedoelde) maatregelen vergroten de mobiliteitsruimte in plaats van dat ze de groei van de mobiliteit beperken Kansrijke maatregelen situeren zich op de verplaatsingsmarkt, de vervoersmarkt en de verkeersmarkt maatwerk gevraagd 37

38 Ik dank u voor uw aandacht 38