Verslag openbare vergadering commissie Mens & Samenleving d.d. 25 en 27 februari 2014

Transcriptie

1 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens & Samenleving Postadres Postbus CE Utrecht Telefoon Fax Verslag openbare vergadering commissie Mens & Samenleving d.d. 25 en 27 februari 2014 Verslag door: Geertjan Benus (in opdracht van de griffie, eindredactie vóór aanbieding van het verslag aan de griffie). Datum verslag: 6 maart 2014 Vaststelling verslag: De commissie stelt dit verslag definitief vast in de vergadering van 1 en 3 april Eventuele wijzigingen op dit verslag worden verwerkt in het verslag van die vergadering. Aanwezig: 25 februari s middags: De voorzitter, de heer W. Buunk, de burgemeester de heer J. van Zanen en de wethouder mevrouw M. de Rijk en voorts de leden: mevrouw De Boer (GroenLinks), mevrouw P.C.E. Wijntuin (GroenLinks), de heer P. H. van Corler (GroenLinks), de heer S. Koopmans (PvdA), mevrouw M. Haage (PvdA), mevrouw S. Baş (D66), de heer R.W. Rollingswier (D66), de heer J. Flipse (D66), mevrouw C. Hakbijl (CDA), de heer E. Smid (CDA), de heer Wijmenga (ChristenUnie) de heer K. Geldof (VVD), de heer M.H. Dijk (VVD), de heer V. Oldenborg (Stadspartij Leefbaar Utrecht), de heer M. Eggermont (SP), de heer D. Tegelberg (Groen Rechts). Bovendien is de heer M. Kiewik (commissiegriffier) aanwezig. 25 februari s avonds: De voorzitter, de heer P. Zwanenberg, de wethouders de heren J. Kreijkamp, F. Lintmeijer en G. Isabella voorts de leden: mevrouw B. Paardekooper (GroenLinks), de heer B. Işik (PvdA), de heer S. Koopmans (PvdA), de heer L.A. Roodenburg (D66), mevrouw C. Hakbijl (CDA), de heer V. Oldenborg (Stadspartij Leefbaar Utrecht), de heer Tegelberg (Groen Rechts), de heer T. Schipper (SP), de heer K. Geldof (VVD). Overigens is aanwezig van de griffie, de heer M. Kiewik (commissiegriffier). 27 februari s middags: De voorzitter, de heer V. Oldenborg, de wethouders mevrouw M. de Rijk, de heren V. Everhardt en H. Spigt, en de leden, mevrouw G. Bouazani (PvdA), mevrouw S. Bottse (GroenLinks), mevrouw A.P. Vink (D66), de heer J. Rijpma (VVD), de heer E. Smid (CDA), de heer M. van Ooijen (ChristenUnie), mevrouw M. Peetoom (Stadspartij Leefbaar Utrecht), mevrouw N.M. van Gemert (SP). Voorts is aanwezig de heer M. Kiewik (commissiegriffier). En overigens: Ambtelijke vertegenwoordigers van gemeentelijke afdelingen. Niet aanwezig: Agenda: 0. Inhoudsopgave 1. Opening en mededelingen Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten Verslagen van de commissie Mens en Samenleving Ingekomen stukken Mogelijkheid tot het stellen van rondvragen aan de portefeuillehouders Ontwerpraadsvoorstel nota reserves en voorzieningen Ontwerpraadsvoorstel kader geldverstrekkingen Opmerkingen toezeggingenlijst beantwoording rondvragen Initiatiefvoorstel GroenLinks; veilig aangifte bij publiekszaken en politie voor ongedocumenteerde migranten in Utrecht Commissiebrief criminaliteitscijfers Commissiebrief stijging bedrijfsinbraken SV 2013/137 inzake automatenhallen (schriftelijke vragen) Opmerkingen toezeggingenlijst beantwoording rondvragen Opmerkingen toezeggingenlijst beantwoording rondvragen Commissiebrief onderzoeken vastgoedbeheer Commissiebrief Verder via B Raadsbrief initiatieven Commissie brief 2 meting Wijkgericht Werken Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvragen Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvragen SV 2013/155 inzake bescherming persoonsgegevens (schriftelijke vragen) Pagina 1 van 44

2 Commissiebrief en evaluatie EYOF Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvragen Lijst van toezeggingen Opening en mededelingen Opening 25 februari in de middag De voorzitter, de heer Buunk, opent de vergadering omstreeks uur en heet de aanwezigen welkom. Hij verklaart de van de andere vergaderingen afwijkende opstelling van raad, college en ambtenaren in de raadzaal aan de voortgaande werkzaamheden voor vervanging van de geluidsinstallatie. De agendapunten van burgemeester Van Zanen en wethouder De Rijk zijn in dit deel van de vergadering aan de orde. De burgemeester zal de herdenking van de Februaristaking in Amsterdam bijwonen. Om die reden is de afhandelingvolgorde van de agenda gewijzigd. De raadsvoorstellen die de commissie de A-status geeft, zullen behandeld worden in de raadsvergadering van 6 maart, agendapunten met de B-status in de raadsvergadering van 10 april. De geplande vergadering van 20 maart zal geen doorgang vinden. Mededelingen burgemeester Geen Mededelingen vanuit de commissie Geen. Heropening 25 februari in de avond De voorzitter, de heer Zwanenberg, heropent de vergadering en heet alle aanwezigen welkom. De agendapunten van de wethouders Lintmeijer en Kreijkamp staan op de agenda. De eerstvolgende reguliere vergadering van deze commissie vindt plaats op 1 en 3 april Een bericht van verhindering is ontvangen van de heer Wijmenga van de ChristenUnie, en van de heer Tegelberg van Groen Rechts. De heer Tegelberg is aan het begin van de vergadering aanwezig en zal de vergadering na ongeveer een uur verlaten. Mededelingen vanuit de commissie Mevrouw Hakbijl (CDA) maakt van de gelegenheid gebruik de commissie te informeren over de expertmeeting over Passend Onderwijs. Die zal 26 februari plaatsvinden in de week van het Passend Onderwijs. Op verzoek van de ouders, verenigd in Autipassend Onderwijs, zal aan het slot van de meeting rond uur een petitie worden aangeboden aan de raadsleden die de meeting hebben georganiseerd. Ook andere raadsleden zijn welkom de petitie mede in ontvangst te nemen. Mevrouw Paardekooper (GroenLinks) spreekt vanavond in de plaats van mevrouw Mos. Mededelingen van de wethouders Geen. 90 Heropening 27 februari in de middag De voorzitter, de heer Oldenborg, opent de vergadering omstreeks uur. Hij heet alle aanwezigen welkom en in het bijzonder de studenten van de school voor Journalistiek. De punten van de wethouders Everhardt en Spigt staan op de agenda, ook het onderdeel sport dat gewoonlijk op de dinsdagmiddag op de agenda staat. Mededelingen Geen. 100 Ingekomen stukken Geen. 2. Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten Inventarisatie van de te bespreken agendapunten in de middagvergadering van 25 februari 2014 De voorzitter stelt vast dat de commissie de agendapunten 6, 7, 8 en 9, en 10 en 11 in samenhang zal bespreken. Agendapunt 12 zal worden doorgeschoven naar een volgende vergadering. De commissie heeft geen bezwaar tegen de behandeltijden. De commissie gaat akkoord met de geraamde spreektijden. Inventarisatie van de te bespreken agendapunten in de avondvergadering van 25 februari 2014 Pagina 2 van 44

3 110 De voorzitter stelt vast dat de commissie de agendapunten 15, 16, 17 en 18 aan de orde zal stellen. De commissie gaat akkoord met de geraamde spreektijden. Inventarisatie van de te bespreken agendapunten in de middagvergadering van 27 februari 2014 De voorzitter stelt vast dat de commissie de agendapunten 21 en 22 aan de orde zal stellen. De commissie gaat akkoord met de geraamde spreektijden. 3. Verslagen van en voor de commissie Mens en Samenleving a. Verslag van de openbare vergadering van de Commissie Mens en Samenleving van 21 en 23 januari februari in de middag De pagina s 1 t/m 10. Dit deel van het verslag wordt conform vastgesteld februari in de avond De pagina s 29 t/m 35 Dit deel van het verslag wordt conform vastgesteld. 27 februari 2014 in de middag De pagina s 11 t/m 29 en 36 t/m 73. Dit deel van het verslag wordt conform vastgesteld. 130 b. Verslag van de vergadering van de subcommissie Controle en Financiën van 25 november 2013 Het verslag is ter kennisgeving aangenomen. 4. Ingekomen stukken 25 februari 2014 s middags Geen ingekomen stukken. 25 februari 2014, s avonds Geen ingekomen stukken. 27 februari 2014, s middags Geen ingekomen stukken Mogelijkheid tot het stellen van rondvragen aan de portefeuillehouders. Middagvergadering 25 februari 2014 De heer Geldof (VVD) stelt de beantwoording van zijn schriftelijke vragen uit november aan de orde over de aanbesteding verhuisdiensten. Het laatste antwoord van de wethouder betrof een aangespannen kort geding. Hij vraagt of dat geding in de tussentijd gediend heeft, en welke uitkomst het had. Vond de gunning plaats van de verhuisdiensten? Is de opdracht vergund aan de oorspronkelijk geselecteerde? Mevrouw Baș (D66) las in een bericht in Binnenlands Bestuur dat de vier grote gemeenten 40 miljoen euro minder ontvangen uit het Gemeentefonds. Kan de wethouder dit bevestigen? Kan zij zeggen hoeveel miljoen minder euro Utrecht dan zal ontvangen? De heer Oldenborg (Stadspartij Leefbaar Utrecht) merkt op dat de raad ongeveer half augustus vorig jaar een e- mail ontving van bewoners aan het Lepelenburg. Zij hadden enkele klachten verzameld over het gebruik van het park. De bewoners ontvingen een ontvangstbevestiging van de gemeente. Deze is niet beantwoord. De e- mail die de bewoners nú hebben gestuurd, heeft betrekking op de zorgen die zij zich maken over de ontwikkelingen die zich in het park Lepelenburg voordeden, vooral in het najaar. De bewoners vragen de aandacht van het stadsbestuur voor toezicht en handhaving. Hij vraagt het college hiervoor aandacht te hebben en of hij de wil opsporen die vorig jaar is gestuurd om een antwoord te geven waarmee de vraagsteller mogelijk nog iets kan. De heer Dijk (VVD) vraagt wanneer de paaltjes tegen autoverkeer op het Janskerkhof weer teruggeplaatst zullen worden. De heer Wijmenga (ChristenUnie) brengt een toezegging in herinnering uit 2013 over dat de raad ieder half jaar geïnformeerd zal worden over de situatie op de Amsterdamsestraatweg, als eerste in november 2013 na afronding van een Plein. Hij vraagt of die brief in aantocht is en wanneer de raad die kan ontvangen. Pagina 3 van 44

4 Binnenkort behandelt de gecombineerde commissie S&R en M&S de voorstellen voor raamprostitutie in Utrecht. Ter voorbereiding daarop krijgt zijn fractie graag meer inzage in de ontwikkelingen rond illegale prostitutie in de stad sinds de sluiting van het Zandpad. Is bij het OM en de politie een toename daarvan geconstateerd? Mevrouw Baș (D66) brengt onder de aandacht dat vorige week de heer Kone is uitgezet naar Guinee. Hij is ziek en vorig jaar bij de Utrechtse noodopvang opgepakt. Ondanks alle inspanningen van deze raad en het college, is hij toch uitgezet. Haar fractie is geschokt over de gang van zaken bij deze uitzetting. Zij schetst die. Eerder stelden de fracties van D66, PvdA, GroenLinks, de ChristenUnie, en de SP meerdere keren vragen aan het college over deze zaak. Op een van de laatste vragen zegde het college toe bereid te zijn om met staatssecretaris Teeven over deze zaak te spreken en over de naleving van de rechterlijke uitspraak waarin de heer Kone een voorlopige voorziening was toegewezen. Nog voordat de rechtbank met de staatssecretaris heeft kunnen overleggen heeft de IND een verzoek ingediend bij dezelfde rechtbank om de voorlopige voorziening in te trekken. Als reden werd opgegeven dat bij aankomst in Guinee de Titre de Voyage op 21 februari bleek te zijn verlopen. Een nieuw reisdocument aanvragen zou wrijving met de Guineese autoriteiten veroorzaken. De genoemde fracties vinden de situatie zorgelijk. D66 stelt namens GroenLinks, PvdA, ChristenUnie daarom de volgende vragen: Heeft de burgemeester inderdaad gesproken met de staatssecretaris? Wanneer heeft dat gesprek plaatsgevonden? Hoe heeft de staatssecretaris gereageerd? Wist de burgemeester dat Justitie de toegekende voorlopige voorziening aan de heer Kone ongedaan probeerde te maken zo dat hij toch uitgezet kon worden? Deelt de burgemeester de mening van deze fracties dat de geschetste situatie op zijn zachtst gezegd inhumaan en onterecht is? Is de burgemeester bereid zich nader te informeren over de overwegingen van de staatssecretaris voor zijn keuze voor uitzetting ondanks dat in een andere zaak met ook een verlopen reisdocument een immigrant niet is uitgezet. Hoe beoordeelt de burgemeester de houding van de staatssecretaris in het licht van de Utrechtse opvang van ongedocumenteerden op humanitaire gronden? Weet de burgemeester aan wie de heer Kone is overgedragen op het vliegveld in Guinee? Weet de burgemeester ook hoe de staatssecretaris aan het reisdocument is gekomen? Op welke wijze is in de toekomst te voorkomen dat Utrechtse burgers voor wie de gemeente een zorgplicht heeft, kunnen worden opgepakt zonder een strafbaar feit te hebben gepleegd. De heer Flipse (D66) heeft vernomen dat twee jongens van 14 en 16 jaar opgepakt zijn wegens inbraak. Eén van de jongens heeft het Downsyndroom. Bij de arrestatie zou nogal veel geweld zijn gepleegd door de politie. De jongen zou ontkleed zijn en in zijn ondergoed in de cel vastgezet zijn. D66 vraagt of het juist is dat er geweld is gebruikt bij de arrestatie, ook tegen de jongen met het syndroom van Down. Is het juist dat de jongen in zijn ondergoed in de cel moest zitten? Was de politie ervan op de hoogte dat het om een jongen met het syndroom van Down ging? Vindt de burgemeester dat de politie deze jongen op een juiste manier heeft behandeld? Zo ja, waarom? Zo nee, zijn dan excuses op zijn plaats richting de betrokkenen? In de afgelopen raadsperiode is de behoefte geuit aan een drive-in afgiftepunt voor wiet buiten de stad. De hele procedure duurt erg lang. Nu leek het er echt van te komen. Echter in publicaties in de pers laat de gemeente afgelopen december weten dat het woord Drive-in niet meer wordt gebruikt omdat er dan verwarring zou kunnen ontstaan. Het lijkt erop als communiceert de gemeente dat een Drive-in coffeeshop niet zal worden gerealiseerd. D66 wil graag weten of het college nog een Drive-in coffeeshop zal realiseren. Zo ja, waarom communiceert de gemeente op deze wijze? Zo nee, waarom wordt plotseling afgeweken van een concept dat raadsbrede consensus heeft? Hoe lang duurt het nog voordat de Drive-in coffeeshop gerealiseerd zal zijn? Avondvergadering 25 februari 2014 De heer Koopmans (PvdA) vraagt de wethouder Lintmeijer namens zijn college mevrouw Kroes wat het college er aan denkt te doen om het Nederlands filmfestival te behouden voor de gemeente Utrecht als de geruchten waar zijn dat de directeur van het festival zich voorneemt om zich elders te vestigen nu de bouw van de Bieb++ niet doorgaat. Een tijd geleden zegde wethouder Lintmeijer toe nog voor de verkiezingen een deel van de evaluate van de Vrede van Utrecht openbaar te maken. De financiële gegevens zouden moeten wachten op de jaarrekeningen. Kan de wethouder zeggen of de raad deze informatie nog kan verwachten? Mevrouw Paardekooper (GroenLinks) stelt vragen aan wethouder Kreijkamp. Zij vernam van een bewoner in de Raadsinformatieavond dat het voor bewoners met een uitkering lastig is om een aanvraag te doen uit het Leefbaarheidbudget. Dat budget wordt op de rekening van de aanvrager gestort. De aanvrager krijgt dan vervolgens problemen met de sociale dienst omdat er meer inkomen is dan afgesproken. Daardoor kunnen mensen met een uitkering geen aanvraag doen uit het Leefbaarheidbudget. Is de wethouder het met haar fractie eens dat dit een onnodig bijeffect is? Is de wethouder bereid hiervoor een praktische oplossing te zoeken, bijvoorbeeld de middelen uit het Leefbaarheidbudget te stationeren op de rekening van het wijkbureau? Het besturingssysteem Windows XP zal vanaf 8 april 2014 niet meer ondersteund worden. Het schijnt dat de gemeente pas na de zomer helemaal zal overgaan op een nieuw systeem. Daarmee loopt de gemeente Beveiligingsrisico's omdat na 8 april geen beveiligingsupdates meer ontvangen zullen worden. Hoe zal de gemeente veiligheidsproblemen voorkomen? Pagina 4 van 44

5 Mevrouw Hakbijl (CDA) stelt namens de fractie van de ChristenUnie namens de heer Wijmenga een tweetal vragen aan wethouder Kreijkamp. Op de gemeentelijke website is sinds kort beperkte ruimte voor het doen van meldingen over de openbare ruimte. Vroeger was er ruimte voor enkele zinnen om situaties te omschrijven. Nu geeft de website minder ruimte dan één Twitterbericht, namelijk 90 tekens. Melders melden meer tekens nodig te hebben om een duidelijk bericht achter te kunnen laten. De heer Wijmenga vraagt waarom die ruimte zo beperkt is en of er een mogelijkheid is meer ruimte toe te staan zodat mensen een duidelijke omschrijving kunnen geven van de melding die zij willen doen? Naar aanleiding van het overleg van de ChristenUnie over de aanpassing van de gemeentelijke website aan de eisen van drempelvrij kwam vandaag een nieuwe layout van de website online. De ChristenUnie vraagt of dit betekent dat de website nu echt drempelvrij is. Zo nee, op welke termijn zal die wel drempelvrij zijn? De heer Roodenburg (D66) sluit zich namens zijn collega de heer Rollingswier aan bij de vragen van de PvdA over de evaluatie van de Vrede van Utrecht. Hij vraagt wethouder Kreijkamp namens mevrouw Baș hoe het staat met de toezegging met betrekking tot de voorlichting op scholen over seksuele diversiteit. De wethouder zegde toe in overleg te gaan met wethouder Everhardt over hoe afspraken te maken met schoolbesturen voor de borging van deze aandacht. Middagvergadering 27 februari 2014 Mevrouw Bouazani (PvdA) brengt in herinnering dat anderhalf jaar geleden vragen zijn gesteld over een aanpassing van de verordening lichtontheffing, van belang voor tennisclubs. Tot op heden zag haar fractie daarop nog geen reactie. Zij vraagt namens alle politieke partijen naar de stand van zaken en naar wanneer de commissie daarover iets zal vernemen. 250 De heer Smid (CDA) vraagt naar aanleiding van de toezeggingenlijst op bladzijde 20 naar de structurele houdbare oplossing voor de Vechtse Banen. Destijds vroeg de raad aan het college vóór 1 maart 2014 een voorstel voor een structureel financieel houdbare oplossing aan de raad voor te leggen. De commissie ontving de voortgangsbrief vlak voor de kerst. Hij vraagt naar de stand van zaken van het voorstel. 6. Ontwerpraadsvoorstel nota reserves en voorzieningen De behandeling zal plaatsvinden in twee termijnen De heer Wijmenga (ChristenUnie) kan instemmen met de uitgangspunten in de nota. In de nota financiële verordening staat expliciet dat de vierjaarlijkse bijstelling van de nota samen met de Voorjaarsnota aan de raad wordt aangeboden en dat de vaststelling van die nota eveneens gelijktijdig met de vaststelling van de Voorjaarsnota plaatsvindt. Hij is daarom benieuwd waarom de raad het voorstel nu krijgt. De vast te stellen spelregels hebben betrekking op de komende raadsperiode In zijn optiek zou er een stevige reden moeten zijn om nu af te wijken van de spelregels die raad en college met de financiële verordening zichzelf oplegden. Hij vraagt naar de reden voor de timing. Hij zou het logisch willen vinden wanneer de volgende raad dit vaststelt, zeker in het licht van de financiële verordening. Hij vindt het interessant te zien dat in zes jaar tijd de hoogte van de totale som Reserves en Voorzieningen met 150 miljoen euro is afgenomen. Uit bijlage 3 bij de nota is op te maken dat een schuif heeft plaatsgevonden van Algemene Reserves naar Vaste Activa Reserves. In die bijlage staat een kryptische zin: In 2011 is er, net als in 2010, ook een sterke stijging van de Vaste Activa Reserve. Die komt voor 66 miljoen euro door overheveling van de categorie bestemmingsreserves naar de Vaste Activa Reserve. Die forse hoeveelheid middelen was per abuis bij de verkeerde categorie ondergebracht. De heer Wijmenga is benieuwd te weten of het hier gaat om één project of om meerdere. Die opheldering krijgt hij graag bij het stuk. De heer Geldof (VVD) dankt het college voor deze nota. Hij sluit zich aan bij de vragen van de ChristenUnie. Deze nota is ook behandeld in de Subcommissie Financiën. In die commissie zijn a-politieke punten ingebracht. In deze commissie M&S vindt de politieke discussie plaats. In het verleden kwam het voor dat de middelen niet voor de oorspronkelijk bedoelde doelen beschikbaar bleven. Het ging dan om de egalisatiereserves, rioolrecht, de afvalstoffen- en de bouwleges. Daarom vindt zijn fractie dat egalisatiereserves niet afgeroomd mogen worden, ook al zouden ze boven het maximum uitkomen zoals in de nota is voorzien. De VVD is dan van mening dat dit geld via de tarieven teruggesluisd moet worden wanneer de gemeente de reserve wil verlagen. Dat staat niet in de uitgangspunten. De VVD ziet graag dat uitgangspunt opgenomen in de onderhavige nota. Hij vraagt hierop de reactie van de wethouder. Met betrekking tot de Vaste Activa Reserves zijn veel vragen gesteld. De opbouw van de Vaste Activa Reserves moet zijns inziens goed in beeld komen. Dat is van belang voor de kaderstellende rol van de raad. Met betrekking tot bijlage 3 ziet hij het getotaliseerde niet terug in kolommen in de tabellen. In de plaats daarvan ziet hij streepjes en sterretjes. Hij vraagt daarop een aanpassing Pagina 5 van 44

6 De heer Rollingswier (D66) is benieuwd naar het antwoord op de vraag van de ChristenUnie over de timing. Hij sluit zich aan bij de vraag van de VVD over de Vaste Activa Reserve. D66 wil graag weten van de onderdeelreserves of het college bevoegd is die reserves in te stellen. Zijn die reserves aan dezelfde regels gebonden als de normale? Wanneer voelt het college zich genoodzaakt om de raad daarover al of niet te informeren. De heer Eggermont (SP) merkt op dat de egalisatiereserve een politieke keuze is uit het verleden. Daarmee was de SP het destijds niet eens, in ieder geval met betrekking tot het rioolrecht en de afvalstoffenheffing. De SP vindt het van belang om te weten dat het hier gaat om vaste bedragen die zwaarder wegen op minder draagkrachtige huishoudens in de stad. Zijn fractie is van mening dat de gemeente hiermee niet op die manier moet omgaan. En ook dat wanneer de gemeente teveel geld heeft gevraagd aan betrokkenen, het teveel niet doorgesluisd moet worden naar de Algemene Reserve. Feitelijk geldt dat ook voor de bouwleges. Wat de SP betreft kunnen die egalisatiereserves worden afgeschaft. Daarvoor is zijns inziens een hervorming van het lokale belastingstelsel noodzakelijk. Hij licht toe hoe hij dat ziet. Met betrekking tot Vaste Activa Reserve wordt in het overzicht een verschil gemaakt tussen de reserves en de voorzieningen en wordt bij de reserves gezegd dat de raad de bestemming kan wijzigen. Dat ligt zijns inziens anders bij de Vaste Activa Reserves. Zijn fractie vraagt zich af of het handiger is dit op een andere manier vorm te geven. Deze reserve wijkt af van de andere. Als het gaat om de rentebijschrijving gaat de gemeente ook met de Vaste Activa Reserve anders om. Deze reserve is niet zoals de andere reserves te gebruiken. Ten derde vraagt de heer Eggermont de wethouder of het wellicht handig is om de bedragen die zijn opgenomen in de revolverende fondsen aan te vullen tot wat feitelijk in die fondsen zou moeten zitten, zoals uitgezet. Dit gaat niet ten koste van de Algemene Reserve. Het rentevoordeel dat de gemeente zou hebben, wordt niet daarop geboekt maar gebruikt voor het revolverend fonds. De heer Geldof (VVD) brengt de discussies in herinnering over de dekking van de kosten voor de herinrichting van het Domplein. Destijds werd ook gekeken naar een revolverend fondsachtige bron. Het geld was uitgeleend, dus behoorde dit niet tot de mogelijkheden. Wanneer hij nu de fractie van de SP hoort, gaat de gemeente een andere kant uit: een reserve van een bedrag x terwijl 2x is uitgeleend. Het was binnen het budgetrecht de beleidskeuze van de raad om x uit te lenen en niet 2x. Hij verneemt daarop graag toelichting van de wethouder; hoe het kan zijn dat buiten de kaders is geopereerd. Hoe redresseert het college dit? Dan is om te beginnen niet het aanvullen van de reserve al noodzakelijk, maar ook nog een uitleg van hoe dit zo kon. Hij vindt dit niet toelaatbaar. De heer Van Corler (GroenLinks) is het eens met het voorstel van het college. Hij vindt de voorgestelde wijzigingen logisch. Uiteraard is hij benieuwd naar de antwoorden op de al gestelde vragen, vooral het antwoord op de vraag over de onderdeelreserves. De heer Koopmans (PvdA) stemt ook in met het voorstel Mevrouw Hakbijl (CDA) sluit zich aan bij de opmerking van de ChristenUnie over de timing. In aanvulling daarop, de argumentatie van het college volgend, merkt zij op dat het college ook nog aangeeft dat het vaststelling nu nodig vindt om de effecten te kunnen bekijken bij de Voorjaarsnota. Zij vraagt of het realistisch is aan te nemen dat dit goed te beoordelen is over drie maanden. Waarom zou dit niet fictief zonder vaststelling van de nota beoordeeld kunnen worden? Zij doelt hierbij vooral op de vraag over de ondergrens van euro zoals in het voorstel voorgesteld. Waarom zou dat effect nu niet al de te berekenen zijn? Mocht zij dit verkeerd interpreteren, verneemt ze dat graag. Zij sluit zich aan bij de vragen van de VVD. Aanvullend gaat zij in op de voorgestelde grens van vier jaar. Zodra vier jaar lang geen mutatie heeft plaatsgevonden, vindt een heroverweging plaats. Zij vraagt waarom niet ieder jaar bij de Voorjaarsnota een heroverweging op zijn plaats is met daarbij de egalisatiereserve uitgezonderd als het gaat om de afroming. Mevrouw Hakbijl kan zich voorstellen dat het gemeentebestuur elk jaar deze heroverweging laat plaatsvinden. Dan zou wat haar betreft de Voorjaarsnota een goed moment zijn. Zij verneemt hierop graag de reactie van het college. Wethouder De Rijk leek het netjes dat zodra het college deze nota had vastgesteld de raad de nota ook zou ontvangen. Het is wat het college betreft geen enkel probleem wanneer de raad besluit dit bij de Voorjaarsnota vast te stellen. Het college wilde op deze manier alvast gaan werken, ook om na te gaan of dat veranderingen tot gevolg heeft. Het is geen enkel probleem wanneer de raad de besluitvorming wil uitstellen. In antwoord op de vraag van de ChristenUnie over de 66 miljoen euro, zet de wethouder uiteen dat het college in de voorbereiding al aan het sparen is. Dit zat per ongeluk in de bestemmingreserves in plaats van in de vaste activa. Het gaat hier om een technische fout die al jaren in deze gemeente werd gemaakt en die rondom 2010/2011 hersteld is. Het is aan de politiek om iets te vinden van wat met de egalisatiereserves moet gebeuren. Het lijkt de wethouder goed nu stevig te regelen wanneer de reserves niet boven het maximum staan, afromen niet toe te staan. De raad Pagina 6 van 44

7 gaat uiteindelijk hierover. De afroming van de reserves boven het maximum zal nooit plaatsvinden zonder de goedkeuring van de raad. Daarnaast ziet de raad lang van tevoren aankomen dat de egalisatiereserves naar het maximum toegaan. Ook dan kan de raad besluiten de tarieven te verlagen in plaats van de egalisatiereserve verder te laten oplopen. Het lijkt de wethouder geen punt de desbetreffende tekst te handhaven. Uiteindelijk gaat de raad er over of het bestuur ze (a) in dat geval laat oplopen en (b) vervolgens ook wil afromen. Nu regelt het college dat de reserves niet afgeroomd mogen worden wanneer ze niet boven het maximum staan. De heer Rollingswier (D66) verneemt van de wethouder bevestiging op de vraag of bij afroming het eerst wordt voorgelegd aan de raad waarbij de raad het besluit neemt waar het geld naar toe gaat. De heer Geldof (VVD) merkt op dat de raad altijd een beetje achter de feiten aanloopt als het gaat om de vraag of de gemeente iets heeft overgehouden of niet. De raad zal dus geconfronteerd worden met wat is overgebleven en tegelijkertijd met een afroomvoorstel. De raad kan dan nooit preventief handelen. Hij vraagt of de wethouder bereid is het stuk aan te passen in die zin dan dat egalisatiereserves nooit afgeroomd worden. Wethouder De Rijk zou dan van meerdere partijen willen weten of dit hun wens is. Het gaat hier om een mogelijkheid die het college achter de hand houdt. Het college hoeft het niet te doen. De raad kan tijdens de rit zien of de egalisatiereserve oploopt. In die zin kan de raad ook altijd ingrijpen. De wethouder zou de mogelijkheid willen laten bestaan. Wanneer de raad dat liever niet heeft, haalt de wethouder die mogelijkheid er uit. De heer Eggermont (SP) was zijns inziens over het waarom van zijn wens duidelijk in zijn eerste termijn. Het gaat hem er ook om hoe de raad met financiële regels omgaat. Wanneer alle fracties kunnen terugverwijzen naar het beleidsstuk waarin staat dat de egalisatiereserve kan worden afgeroomd wanneer de reserve boven het maximum uitkomt, ziet hij in dat vervolgens niet meer zal worden nagedacht over de soort van de reserve en in hoeverre de reserve afwijkt van andere. Om die reden wil de SP dat deze beleidsregel wordt aangepast. De heer Van Corler (GroenLinks) merkt op dat het de taak is van de raad om ervoor te zorgen dat de egalisatiereserve niet boven het maximum uitkomt door vanuit de tarieven daar goed naar te kijken. Het is voor zijn fractie niet nodig om in deze nota op voorhand vast te leggen wat daarmee gaat gebeuren op het moment waarop de gemeente wel boven het maximum uitkomt. De heer Rollingswier (D66) vraagt of wanneer het voorstel gevolgd wordt van de heer Geldof de egalisatiereserve maar door kan groeien. Dit is nu niet in het beleid opgenomen. De heer Geldof (VVD) merkt op dat elk jaar de tarieven worden vastgesteld. Pas na een jaar is dan bekend waartoe dat heeft geleid. Stel dat het tot meer inkomsten heeft geleid dan de gemeente eigenlijk nodig had, zijn bijvoorbeeld voor een aantal jaren de tarieven te verlagen. Over die en dergelijke zaken gaat raad dan. Dan is het geld beschikbaar. Anders zal een ander mooi plan voor het geld bedacht zijn dat dan aan de raad wordt voorgelegd. Hij wil dat de raad hierover zeggenschap krijgt. De heer Rollingswier (D66) begrijpt dat dan het voorstel is niet af te romen maar de tarieven te verlagen. Hij is van mening dat daarover dan een duidelijke regel opgenomen moet worden. Hij vindt het voorstel van de VVD dan nu net iets te vaag. De heer Geldof (VVD) lijkt dat een uitstekende aanvulling: egalisatiereserves niet af te romen. Egalisatiereserves komen weer op de 100% via tarievenaanpassingen voor het volgende jaar of voor opvolgende jaren. De heer Rollingswier (D66) begrijpt dat de heer Geldof het met hem eens is. De heer Koopmans (PvdA) kan met beide leven omdat dit een verantwoordelijkheid van de raad blijft. Hij wacht daarover de nadere discussie in zijn fractie af. Mevrouw Hakbijl (CDA) sluit zich aan bij het voorstel van de VVD met aanvulling van het voorstel van D66. Wethouder De Rijk ziet uit naar de nadere informatie van de PvdA. De voorzitter merkt op dat een meerderheid in de raad voorstander is van de besproken aanpassing. Wethouder De Rijk bevestigt de vraag in alle openheid te hebben gesteld. Zij zegt toe op basis van deze beraadslaging het voorstel in de besproken zin te zullen aanpassen. Het detail (een van de lijnen) in bijlage 3 is inderdaad in zwart/wit print niet zichtbaar. Op de I-Pad of in kleurenprint is dat detail wel te zien. De regels voor de onderdeelreserves zal de raad te zien krijgen bij de bestedings- en dekkingsvoorstellen. Het college stelt ze vast, de raad krijgt ze altijd te zien. De vraag van de VVD over de opbouw van de Vaste Activa Reserve beantwoordt de wethouder met de commissie te informeren over dat het hier gaat om ongeveer 200 projecten. Zij legt de vraag voor of de raad dat nuttig vindt om te zien. Daarin valt niet te schuiven. Het ligt vast. Is het dan een aanvulling voor de raad om te zien waaruit deze is opgebouwd? De heer Geldof (VVD) bevestigt dat het om veel projecten gaat. Hij zou dit ook niet in de jaarstukken als zodanig meenemen. Hij vindt dat de informatie voor raadsleden wel beschikbaar moet zijn op het moment waarop de raadsleden deze informatie willen hebben. De raadsleden kunnen dan zien wat ze kunnen en willen veranderen in projecten. Dit zal ook moeten binnen het apparaat. Wethouder De Rijk bevestigt dat de raad deze informatie mag hebben wanneer hij deze informatie nodig heeft. Zij vervolgt haar beantwoording. De fractie van de SP merkte op dat in de Vaste Activa Reserve niet te schuiven is. De wethouder noemt dat een vaststelling. Toch benoemt iedereen deze reserve op deze wijze. Daarom blijft het college deze reserve ook zo noemen. Dat neemt niet weg dat hierin is te schuiven door onder meer de raad. Pagina 7 van 44

8 De wethouder zal schriftelijk terugkomen op de vragen over de revolverende fondsen. Wanneer het gaat om startersleningen heeft het college ook werkelijk een bedrag gereserveerd om deze fondsen te kunnen ophogen. Het college geeft nu niet méér uit dan ooit zou zijn toegestaan. Zij zal schriftelijk terugkomen op hoe het precies zit met de miljoenen. De heer Eggermont (SP) wil graag precies weten waar het over gaat wanneer de wethouder hierop schriftelijk terugkomt. Hij zet uiteen dat een tweetal zaken op pagina 10 wordt onderscheiden: (1) de gemeente heeft 25 miljoen extra ter beschikking gesteld bovenop de 11,8 miljoen. (2) Aan de andere kant wordt gezegd dat de rentekosten worden opgevangen binnen de beschikbare budgetten. Hij vindt dat vaag. Hij vraagt de wethouder in haar antwoord vooral ook daarop in te gaan en of het dan handig is het fonds op te hogen zodat de juiste middelen op de juiste plek staan. Wethouder De Rijk zal dit meenemen in haar schriftelijke beantwoording, en zij vervolgt haar mondelinge. Het CDA heeft gevraagd of het bestuur niet beter ieder jaar het nodige kan bijstellen in de Reserve bij de Voorjaarsnota. De gemeente heeft een dergelijke reserve omdat het college verwacht op een zeker moment daarvoor een bepaalde bestemming te hebben. Dat zeker moment moet dan binnen vier jaar zijn. Het college wil dit met opzet niet ieder jaar. Het zegt hiermee eigenlijk dat het iets wil zeggen wanneer blijkt dat vier jaar lang hieruit niet is geput. Dan moet het bestuur een hele goede reden hebben om de bestemmingsreserve op zijn plek te kunnen houden. Er zijn regelmatig jaren waarin het bestuur daaruit niet heeft geput maar waarin het bestuur het nog steeds nuttig vindt om de reserve te hebben. Om die reden heeft het college de regel om de reserve af te romen wanneer na vier jaar nog steeds daarmee niets is gebeurd, tenzij Mevrouw Hakbijl (CDA) vraagt waarop de periode van vier jaar is gebaseerd. Zij kan zich een andere termijn voorstellen. Zij vraagt hiervoor een onderbouwing. Wethouder De Rijk antwoordt dat het college van de termijn van vier jaar ook drie of vijf jaar had kunnen maken. Wat dat betreft is het een keuze. Een zekere termijn wordt gezocht om vast te stellen of er beweging in zit. Het college is van mening dat het bestuur zich scherp moet houden in het beeld van de reserves: wordt daarmee iets gedaan of niet? Mevrouw Hakbijl (CDA) vindt de mogelijke associatie met de termijn van een raadsperiode minder gelukkig. Dat zou voor haar fractie het pleidooi zijn om hiervoor een andere termijn te kiezen. Wethouder De Rijk zet uiteen dat wanneer een college een reserve heeft ingesteld, en het college nooit langer zitting heeft dan vier jaar, een volgend college altijd beslist over of de reserve nog steeds nuttig is. Hiermee is de check gegarandeerd dat een volgend college hier altijd nog naar kijkt. De heer Geldof (VVD) vindt dit ook een reden om te kunnen leven met die termijn van vier jaar. Dit gaat over een regel waardoor het bestuur er inderdaad naar gaat kijken. Gedurende een collegeperiode kan middenin of aan het eind bij een bepaalde bestemmingsreserve besloten worden de reserve op te heffen met verplaatsing van de middelen. De raad houdt die vrijheid. Hij kan hiermee leven in het besef dat in ieder geval naar de reserve wordt gekeken na de termijn van vier jaar. Wethouder De Rijk deelt mee hiermee haar beantwoording te hebben afgerond. De voorzitter stelt vast dat hiermee de eerste termijn van de bespreking is afgerond. Hij recapituleert de gedane toezeggingen. Tweede termijn Mevrouw Hakbijl (CDA) merkt op dat de wethouder nog een semitoezegging heeft gedaan; dat het besluit is uit te stellen en de behandeling kan plaatsvinden bij de Voorjaarsnota. Zij vraagt of zij goed heeft beluisterd dat feitelijk nu al gewerkt wordt met de voorstellen zoals die nu voorliggen. Wat is de reden de behandeling van dit agendapunt op dit moment en niet bij de Voorjaarsnota? 460 De heer Wijmenga (ChristenUnie) kan ermee leven wanneer dit onderwerp in de raad aan de orde komt dan bij de vaststelling van de Voorjaarsnota. Ook omdat de spelregels betrekking hebben op de periode na deze raad, , lijkt het hem fair om dit te agenderen voor de raad na 19 maart. Wanneer het college toch een wijziging moet aanbrengen, zal de behandeling automatisch plaatsvinden na 19 maart. De heer Eggermont (SP) stelt voor dit agendapunt de B-status mee te geven, juist omdat hij vindt dat de nieuwe raad hierover moet beslissen. Dit heeft wat hem betreft vooral te maken met de afroming van de egalisatiereserve aangezien daarover een politieke botsing heeft plaatsgevonden in de afgelopen periode. Hij wil duidelijk krijgen wat rond de rentelasten precies gebeurt. Zolang hij hierover geen duidelijkheid heeft kan hij niet zeggen of hij tevreden is met het antwoord. Bovendien kan hij dan niet zeggen of hij iets anders wil. De heer Rollingswier (D66) gaat mee met de redenering van de heren Wijmenga en Eggermont. 470 De voorzitter ziet de anderen ook ja knikken. Pagina 8 van 44

9 Wethouder De Rijk beantwoordt de vraag nog een keer waarom de behandeling nu plaatsvindt. Wanneer het college er al mee zou willen werken, leek het het hem netjes om dit ook aan de raad voor te leggen. Zij heeft zoals gezegd geen probleem met uitstel De voorzitter constateert dat deze nota doorgaat met de B-status naar de raadsvergadering van 10 april. Voorafgaand aan de behandeling ontvangt de commissie nog nadere informatie. De wethouder brengt een kleine wijziging aan in het voorstel. De nieuwe raad kan dan naar bevind van zaken daarover oordelen. Hiermee rondt hij de behandeling van dit agendapunt af. 7. Ontwerpraadsvoorstel kader geldverstrekkingen De commissie heeft op 27 januari de commissiebrief ontvangen over geldverstrekkingen en schuldnormering van de subcommissie Controle en Financiën. De subcommissie doet verslag van haar reactie op de inbreng vanuit de raad op dit stuk. Het gaat om verschillende manieren van publieke geldverstrekkingen van de gemeente aan derden in allerlei vormen, onder meer in de vorm van subsidies. De behandeling vindt plaats in twee termijnen. De heer Geldof (VVD) merkt op dat dit onderwerp ook in de subcommissie is behandeld. Hij complimenteert het college met het voorliggende stuk. Het stuk komt voort uit één van de aanbevelingen van de onderzoekscommissie Subsidies. Dat dit nu in één kader is gevat, is goed voor de organisatie. Hiermee kan het bestuur tot een afweging komen over op welke manier geld wel en niet is uit te geven en als de gemeente het geld uitgeeft, op welke wijze. Hij vindt het daartoe een uitstekend stuk. Zonder dat het uitmaakt voor de inhoud, maakt de heer Geldof de aantekening dat ergens in het raadsvoorstel geschreven is dat de inhoud niet nieuw is. Hij bevestigt de juistheid ervan. Op heel veel vlakken bestonden her en der regelingen. Het gaat ook om de toepassing daarvan. Juist de onderzoekscommissie subsidies deed deze aanbeveling. De inhoud is goed op een rij gezet. Zijn fractie kan hiermee instemmen. De heer Rollingswier (D66) sluit zich aan bij de complimenten van de heer Geldof voor dit heldere stuk. Hij las geen enkele kaders voor incidentele subsidieverstrekking. Hierdoor kunnen eenmalige subsidies zonder grondslag en beleid of beleidsregel worden verstrekt. Hij vraagt hoe de raad dan daarover wordt geïnformeerd? Welke afwegingen horen daarbij? Over garanties is gezegd dat de voorkeur uitgaat naar garanties boven leningen. Vervolgens leest hij dat het college terughoudend omgaat met het verstrekken van garanties. Zijn reactie daarop is dat het dan gaat om het een of het ander: of de voorkeur aan leningen en dan is het college terughoudend met garanties, of de voorkeur aan garanties en dan terughoudend zijn met leningen. Hij wil graag weten hoe het college daarin staat. Welke afweging maakt het college hierin? Hij krijgt daarop graag de reactie van de wethouder. De heer Van Corler (GroenLinks) sluit zich graag aan bij de complimenten van de voorgaande sprekers. Rondom subsidies bestaat een subsidieregister. In dat register is voor iedereen helder waar het een en ander naar toe gaat. Hij vraagt of het college mogelijkheden zoekt om met alle andere geldverstrekkingen en garanties een soortgelijk publiceren voor elkaar te krijgen. Mevrouw Hakbijl (CDA) merkt op dat een en ander voortvloeit uit een van de 25 adviezen van de onderzoekscommissie. De onderzoekscommissie doelde op de inperking van het aantal soorten geldverstrekkingen. Deze kadernota geeft een duidelijke uitleg rondom de verschillende vormen. In haar optiek is de inperking nog niet inzichtelijk gemaakt. Haar fractie vindt de formulering dat met deze kadernota de rechtmatige besteding van de publieke middelen geborgd wordt, iets te vérstrekkend. Het gaat uiteindelijk om de handelwijze. Het moge helder zijn dat de kadernota daartoe een aanzet geeft. Het college geeft nadrukkelijk aan dat de beslisboom niet bedoeld is als keuzeschema. De CDA-fractie is daarmee gelukkig. Het is een instrument voor het maken van een goede afweging. Het gaat niet om een invuloefening om tot de financieringsvorm te komen. Mevrouw Hakbijl wil dan wel graag weten hoe de verankering binnen de gemeente wordt geregeld zo dat het juiste instrument wordt gehanteerd. Zij doelt hierbij op een Raadsinformatieavond die recentelijk is gehouden over het sociale domein, de aanbesteding en de inkoop daarvan. Daarbij konden vanuit de gemeente de vormen vrij beperkt worden opgevat zonder onderbouwing voor de voorkeur voor het instrument. De CDA-fractie is in die zin nog op zoek naar de verankering. Het gevaar bestaat dat deze lijsten gehanteerd worden als afvinklijsten. Zij vindt dat het college dat moet voorkomen. De heer Koopmans (PvdA) sluit zich ook aan bij de complimenten en bij de conclusie dat het goed is dat dit nu voorligt. Hij is nieuwsgierig naar de antwoorden op de vragen van mevrouw Hakbijl. 530 De heer Eggermont (SP) merkt op dat de discussie destijds voor een deel ging over in hoeverre het Leefbaarheidbudget op een andere wijze gezien moest worden dan andere geldverstrekkingen. Hij is blij dat in deze nota het hele woord Leefbaarheidbudget niet meer voorkomt. Hij neemt dan ook aan dat die vormen van geldverstrekkingen nu ook breed worden gezien als een subsidie. Hij gaat er vanuit zich geen vragen meer te Pagina 9 van 44

10 hoeven stellen naar aanleiding van de destijds gevoerde discussie. Hij beschouwt zijn inbreng als aanvullend op de inbreng van zijn collega's De heer Wijmenga (ChristenUnie) merkt op dat de meeste vragen al gesteld zijn. Rest hem nog één te stellen. Hij leest met betrekking tot het behoedzaam omgaan met leningen dat in voorkomende gevallen de gemeenteraad tijdig geïnformeerd wordt. Hij geeft de voorkeur aan voorafgaand aan het verstrekken van de lening. Hij vraagt hoe hij voorkomende gevallen moet opvatten. Gaat het dan om alle gevallen? Hij vraagt hierover volledige duidelijkheid. Wethouder De Rijk gaat in op de vraag van D66 over garanties en leningen. Garanties hebben de voorkeur van het college omdat ze minder geld kosten dan een lening. Daarmee drukken ze minder op de gemeentelijke begroting, al dan niet via het weerstandsvermogen. Dat betekent niet dat het college voor iedereen die dat zou willen een garantie afgeeft. Om die reden heeft het college de zin opgenomen terughoudend te zijn met het afgeven van garanties. Het college is nog terughoudender met het verstrekken van leningen. De gemeente is geen bank. Zij moet een goede reden hebben om een garantie af te geven. De vraag in hoeverre de raad op de hoogte gesteld wordt van eenmalige subsidies beantwoordt de wethouder via de ambtelijke ondersteuning dat die eenmalige subsidies terug te vinden zijn in de subsidiestaat. De heer Geldof (VVD) merkt op dat deze vraag ging over dat toch een subsidie wordt gegeven ondanks dat het desbetreffende niet is opgenomen in de subsidiestaat. De wet geeft daartoe de mogelijkheid. Hij kan zich voorstellen dat het dan nooit kan gaan om een subsidie waarover niet eerder is gesproken in de raad en waarvoor toch geld is vrijgemaakt. Hij geeft dit het college mee. Wethouder De Rijk zet uiteen dat wanneer de subsidie eenmaal is gegeven de raad die te zien krijgt. De raad krijgt altijd een overzicht van alle verstrekte subsidies, ook wanneer die subsidies niet van tevoren zijn geregeld in de te verstrekken mogelijke subsidies. De gemeenteraad stelt bij de programmabegroting vast voor welke doelstelling welk geld bestemd is. Het gaat hierbij alleen over middelen en niet over doelen. De gemeenteraad stelt daarbij het geld vast. Wanneer het doel met het middel subsidie wordt bereikt, ziet de raad dat in het overzicht van verstrekte subsidies. De heer Rollingswier (D66) las het desbetreffende anders. Hij vraagt de wethouder om verduidelijking. Hij redeneert als volgt: wanneer gedurende het jaar waarin een partij een incidenteel subsidieverzoek indient, hij de tekst zo leest dat voor die verstrekkingen geen kaders bestaan en geen grondslag in beleid. Dan toch kan het college subsidie verstrekken. In theorie is het mogelijk dat het college euro eenmalig aan een bepaalde organisatie geeft. Dat zal dan achteraf opgenomen worden in de subsidiestaat. Juist daar zaten zijn zorgen. Is zijn zorg terecht? Of zit in het systeem een borging dat dit niet zomaar mogelijk is omdat het college altijd binnen de doelstellingen van de programmabegroting moet blijven? Wethouder De Rijk bevestigt dat het college altijd binnen de doelstellingen van de programmabegroting moet blijven. Wanneer dan enkel het verstrekken van subsidie de handigste manier is om de doelstelling te bereiken, zou het college dat doen. Dan krijgt de raad dit te zien in het desbetreffende overzicht. Bij de heer Geldof (VVD) gaan nu de alarmbellen af. De raad stelt een begroting vast met een subsidiestaat. In die begroting staat wat voor subsidie in aanmerking kan komen. Dan bestaat een bepaald programma lopende het jaar en is budget beschikbaar om iets te bereiken zonder dat daarbij van tevoren subsidie is bedacht. Wanneer iemand dan van buiten een mooi idee heeft en daarvoor subsidie aanvraagt, zou het college daartoe kunnen besluiten en zal de raad dat achteraf gaan zien omdat het uiteindelijk in de verstrekte staat van subsidies terecht komt. De wet geeft de uitzonderingsgrond voor de incidentele subsidies (tabel op bladzijde 6, tekstblok met getal 121 daarvoor). De heer Geldof denkt dat wanneer het college zo iets dergelijks overweegt, de raad daarover van tevoren moet worden geïnformeerd zodat hij daarmee nog iets kan doen. Hij vindt dat noodzakelijk. De heer Eggermont (SP) vraagt verheldering van de VVD. Wanneer de raad het budget heeft vrijgegeven terwijl het bedrag niet in de subsidiestaat is opgenomen, is dat zijns inziens waarschijnlijk via bijvoorbeeld inkoop gedaan en niet via subsidie. Hij vraagt de heer Geldof of dat dan per se eerst terug moet naar de raad omdat het een subsidie werd inplaats van inkoop. Hij wordt nu ook nieuwsgierig naar wat op de inkooplijsten wordt gezet. Hij houdt het voor mogelijk dat daartussen in zijn beoordeling ook subsidies zitten. Waar is de heer Geldof exact op uit? De heer Geldof (VVD) antwoordt dat hij als volgt redeneert. Wanneer de raad het budgetrecht heeft, zet de raad van tevoren het budget voor een programma neer en wat daarbinnen beschikbaar is voor subsidies voor bepaalde doelstellingen. Wanneer het college het kennelijk wijs vindt om uit de middelen die niet bestemd waren voor subsidies, toch incidentele kortdurende subsidies te verstrekken, wil hij dat de raad dat weet. Wanneer de SP aanvullende vragen heeft met betrekking tot zaken die op inkoop betrekking hebben, vindt hij het ook fantastisch. Wanneer het om dit punt gaat, wil hij eerst zekerheid krijgen hoe het college daarmee omgaat. In beginsel kan budget worden omgezet van gewoon uitgeven naar subsidie geven. Dan gaat het om geld wegzetten in de plaats van dat de gemeente het werk zelf doet. Hij wil dat de raad daarover dan eerst geïnformeerd wordt. Wethouder De Rijk zet uiteen dat over het algemeen de raad in een programmabegroting vaststelt wat hij wil bereiken, zonder daarbij alle middelen vast te stellen om het doel te bereiken. Het is mogelijk dat de raad op de hoogte gesteld wordt van geld dat de vorm gaat krijgen van subsidie. De raad gaat daarover zelf. De wethouder denkt dat de raad dat niet zou moeten willen. Dat geeft een enorme vertraging. Stel het college geeft iets als Pagina 10 van 44

11 opdracht, hoeft de raad dat niet te weten. Stel het gaat om een subsidie, dan wil de raad dat weten. Dit lijkt de wethouder niet heel erg logisch. Wanneer de raad dit altijd wil weten, is dat mogelijk. Dan ontstaat een totale vermenging van college en raad. Dan is niet de één uitvoerder en de andere controleur maar dan vatten beide colleges het bestuur op. De wethouder ziet de logica niet eenmalige subsidies altijd eerst aan de raad te moeten voorleggen. Zij vermoedt dat in de praktijk als volgt zal worden gehandeld wanneer het om forse bedragen gaat. Zij noemt als voorbeeld het fonds Stimulering Lokale Economie. Van tevoren is niet precies afgesproken wat een subsidie is, wat een opdracht en wat de gemeente zelf doet. Het college zoekt per keer het handigste middel om het desbetreffende doel te bereiken. Ging het om grote subsidies, bijvoorbeeld in dit geval aan Danone, dan krijgt de raad die alsnog te zien en geeft de raad zijn fiat daaraan. Zij vermoedt daarom dat het wel los zal lopen in de praktijk, behalve dan wanneer het gaat om hele kleine bedragen. De voorzitter merkt op dat centraal in deze discussie, subsidies staan, zonder grondslag en beleid. Hij heeft de indruk dat in de beantwoording de wethouder die focus niet handhaaft. In haar beantwoording staan nu veel zaken centraal waarvoor wel een beleidsdoel is. De voorzitter vraagt of hij dit juist ziet. Wethouder De Rijk kreeg in de discussie de indruk dat het college een zin moet aanpassen. Natuurlijk kan dit alleen wanneer in het beleid hiervoor grondslag is. Met deze zin is dan bedoeld dat het college te maken heeft met een niet van tevoren vastgestelde subsidieregeling. Wanneer dat onduidelijkheden schept, moet het college het nodige aanpassen. Zij zal dat doen. De voorzitter concludeert dat het college duidelijkheid gaat scheppen in de zinsnede: subsidie zonder grondslag en beleid. De wethouder geeft daarbij aan dat dit zo kan zijn. Het kan wel gaan om het instrument dat is gekozen: de keuzevrijheid van het college tussen subsidie of anderszins bij een beleidsdoel. Hij vraagt de commissie of nu daarover alle helderheid bestaat. De heer Rollingswier (D66) dankt de wethouder voor deze toezegging. Daar zat zijn probleem. Het moet niet mogelijk zijn om subsidie te geven voor het doel sporten als de aanvraag komt van individuen buiten het gebied sport met het doel om te sporten. Dat is niet mogelijk. Daarom gaat het hem. De heer Geldof (VVD) heeft begrepen dat wanneer er een beleidsdoel is en er een bepaald bedrag over is voor subsidie, het op zichzelf geen punt is - daar kunnen eenmalige subsidies bij zitten. Het gaat hem erom dat er een beleidsdoel is, dat er budget is, zonder dat daarover een subsidieregeling is opgenomen in de subsidiestaat. Hij zet uiteen dat een subsidie een heel ander karakter heeft. Daarbij gaat het niet over afdwingbare prestaties. Hij leest dat ook in dit stuk. Dit wijkt af van het geven van opdrachten. Bij subsidies geeft het college de zekerheid uit handen dat er gebeurt wat de gemeente wil dat er gebeurt. Dan is het college afhankelijk. Zodra iets niet is opgenomen in de subsidiestaat, het college niet beschikt over beleidsregels en het van mening is op een bepaald beleidsterrein het beste iets kan doen met een subsidie, benadrukt de heer Geldof dat hij wil dat de raad dat weet. De vraag die daaraan vooraf gaat, is of de raad daarmee akkoord gaat of niet. Zodra het om een beleidsdoel gaat, is achteraf verantwoording mogelijk. Wethouder De Rijk stelt voor dat het college een andere zin zal aanleveren. Naar zij hoopt stelt die zin de raad tevreden. Zo niet verneemt ze dat in de raad. Het CDA wees op het woord geborgd. Zij bevestigt dat de heer Smid daarin gelijk heeft: in woorden is het geborgd, maar uiteindelijk hangt het allemaal af van gedrag. Zij koppelt dit ook aan andere inbreng in verband met het sociale domein. Zij is ervan overtuigd dat veel ambtenaren betrokken moeten worden bij dit kader, zodat ook alle ambtenaren uit het sociale domein weten dat het college hiermee werkt en dat op ieder moment weer een echte afweging gemaakt dient te worden en niet zozeer een lijst nagelopen moet worden om af te vinken welk instrument de gemeente in welke gevallen kiest. GroenLinks stelde de vraag of de raad een register kan ontvangen van garanties en andere vormen. De wethouder zal nagaan of dit register er al is. Uiteindelijk krijgt de raad heel veel te zien in de verantwoording. Mochten daarin nog gaten zitten, lijkt het haar prima om een overzicht te maken. Wethouder bevestigt richting de ChristenUnie dat tijdig vooraf is in alle gevallen, en niet in voorkomende gevallen. De voorzitter recapituleert de gedane toezeggingen. Hij stelt vast dat de commissie dit agendapunt de B-status geeft voor behandeling in de raadsvergadering op 4 maart. Hiermee rondt de voorzitter de bespreking van punt 7 af Opmerkingen toezeggingenlijst beantwoording rondvragen wethouder De Rijk Wethouder De Rijk beantwoordt de vraag aan de burgemeester over de paaltjes op Janskerkhof. Voor zover zij kon nagaan, hadden die paaltjes er moeten staan. Ze zullen zo snel mogelijk worden teruggeplaatst. De vraag van de VVD over de aanbesteding van de verhuisdiensten beantwoordt de wethouder met de commissie te informeren over dat de rechter de gemeente op alle punten in het gelijk heeft gesteld. Inmiddels is die verhuisdienst ook definitief gegund aan Mondial Movers. De uitspraak van de rechter is ook openbaar en te vinden op De partij die in beroep was gegaan was de firma Van Deudekom. Naarnaast de huidige verhuizer van de gemeenten de firma Hulshof de zogeheten tussenkomende partij. De firma Hulshof heeft afgezien van hoger beroep. Pagina 11 van 44