De beginnende leerkracht in het basisonderwijs

Transcriptie

1 De beginnende leerkracht in het basisonderwijs 1. Hoe pak je de aanvangsbegeleiding aan? 1.1 De taken en de aanpak van de aanvangsbegeleiding werden opgesteld en/of besproken met alle personeelsleden die rechtstreeks betrokken zijn bij de aanvangsbegeleiding. 1.2 Alle personeelsleden zijn op de hoogte van de taakverdeling en de globale aanpak van de aanvangsbegeleiding. 1.3 De taken en de aanpak van de aanvangsbegeleiding zijn besproken met de participatieorganen (schoolraad, pedagogische raad, LOC, ) 1.4 De taken en de aanpak van de aanvangsbegeleiding zijn formeel vastgelegd (draaiboek, SWP, schoolbeleidsplan, ) 1.5 De scholengemeenschap ondersteunt de school bij het uitstippelen van het beleid inzake aanvangsbegeleiding. 1.6 De aanvangsbegeleiding wordt opgevolgd door de directeur of een gemandateerde. 1.7 De formele ondersteuning van een beginnend leraar behoort tot de kerntaken van de school. 1.8 Er worden extra middelen vrijgemaakt voor de begeleiding van beginnende leraren. 1.9 Beginnende leraren krijgen een haalbare opdracht (geen klastitularis, ambulante opdracht, ) 1.10 De taak van begeleider (mentor) wordt toegekend aan een personeelslid met voldoende jaren (onderwijs)ervaring De aangestelde begeleidende personeelsleden krijgen voldoende kansen tot professionalisering, specifiek voor aanvangsbegeleiding De school doet een beroep op externe deskundigheid voor de ondersteuning van de personeelsleden die verantwoordelijk zijn voor de begeleiding van de beginnende leerkracht Er bestaat een functiebeschrijving voor de begeleidende personeelsleden (mentor, meter/peter,...) 1.14 De begeleiding gebeurt op vraag van de beginner De begeleiding gebeurt op initiatief van de school De school/sg duidt een mentor (of begeleider) aan voor de ondersteuning van de beginner De school/sg voorziet in individuele begeleiding De school/sg voorziet in groepsbegeleiding: schoolintern. 1

2 1.19 De school/sg voorziet in groepsbegeleiding: schooloverstijgend De school voorziet in groepsbegeleiding: schoolextern De school stelt een (aanvangs)begeleidingstraject op. 2

3 2. Hoe onthaal je de beginner(s) bij de start van het schooljaar? 2.1 De directeur heeft een inleidend gesprek met de beginner. 2.2 De beginner krijgt een rondleiding in de school. 2.3 De beginner wordt formeel voorgesteld aan andere personeelsleden (vb. tijdens de eerste personeelsvergadering). 2.4 De beginner krijgt mondelinge informatie over de schoolorganisatie (structuur, cultuur, taken, ). 2.5 De beginner krijgt schriftelijke documentatie over de schoolorganisatie (structuur, cultuur, taken, ). 2.6 De beginner krijgt mondelinge informatie over de beschikbare ondersteuningsmogelijkheden. 2.7 De beginner krijgt schriftelijke documentatie over de beschikbare ondersteuningsmogelijkheden. 2.8 De school voorziet doorheen het jaar in één of meer formele activiteiten van aanvangsbegeleiding. 3

4 3. Wat is de inhoud van de begeleiding en wie is er bij betrokken? 3.1 De school/sg voorziet in ondersteuning met betrekking tot leerplanaspecten. 3.2 De school/sg voorziet in ondersteuning met betrekking tot pedagogisch- didactische aspecten. 3.3 De school/sg voorziet in ondersteuning met betrekking tot aspecten van leerlingenbegeleiding/leerlingenzorg. 3.4 De school/sg voorziet in ondersteuning met betrekking tot aspecten van evaluatie, remediëring, rapportering. 3.5 De school/sg voorziet in ondersteuning met betrekking tot professioneel functioneren (taakopvatting,motivatie, zelfbeeld, reflectiemogelijkheden ). 3.6 De school/sg voorziet in ondersteuning met betrekking tot integratie in de school (cultuur, organisatie, ). 3.7 De school/sg voorziet in ondersteuning met betrekking tot relationele aspecten (communicatie, sociale vaardigheden, ) 3.8 De school/sg voorziet in ondersteuning met betrekking tot praktisch- administratieve aspecten. 3.9 De ondersteuning gebeurt door een individuele collega De ondersteuning gebeurt door een groep collega s De ondersteuning gebeurt door een externe begeleider De ondersteuning gebeurt door een groep van externe begeleiders. 4

5 4. Hoe ziet het begeleidingstraject voor beginnende leraren er uit? 4.1 Het begeleidingsproces loopt over meer dan één schooljaar. 4.2 Het begeleidingsproces gebeurt voor iedereen op dezelfde wijze. 4.3 Het begeleidingsproces gebeurt op maat en dus in samenspraak met de beginnende leerkracht. 4.4 Het begeleidingstraject omvat een verplicht minimumpakket van groeps- en individuele bijeenkomsten. 5

6 5. Hoe verloopt de aanvangsbegeleiding? 5.1 De beginnende leraar hospiteert bij een ervaren leerkracht. 5.2 De beginnende leraar reflecteert over zijn functioneren door middel van reflectie-, supervisiegesprekken, een logboek, een portfolio, De mentor (of ander begeleidend personeelslid) woont lessen van de beginnende leerkracht bij. 5.4 De mentor (of ander begeleidend personeelslid) geeft geregeld feedback. 5.5 De beginnende leerkracht wordt geregeld bevraagd over zijn ondersteuningsnoden en het begeleidingsaanbod. 5.6 De mentor (of ander begeleidend personeelslid) organiseert geregeld reflectiemomenten. 5.7 Er vinden één of meer functioneringsgesprekken plaats met de beginnende leerkacht. 6

7 6. Hoe evalueer je de aanvangsbegeleiding? 6.1 De reflectiemomenten gaven reeds aanleiding tot bijsturing van het ondersteuningsaanbod. 6.2 De school/sg evalueert jaarlijks het proces/de aanpak van de aanvangsbegeleiding. 6.3 De school/sg evalueert jaarlijks de bereikte effecten van de aanpak. 7

8 7. Hoe bekwaam was de beginnende leerkracht bij de start van het schooljaar? 7.1 De beginner koos de lesdoelen en formuleerde ze accuraat en op maat van de lerende(n). 7.2 De beginner bepaalde een aangepaste methodische werkvorm en paste deze toe op maat van de lerende(n). 7.3 De beginner koos aangepaste leermiddelen. 7.4 De beginner zette een aangepaste evaluatie op. 7.5 De beginner creëerde een positief leerklimaat. 7.6 De beginner speelde gepast in op leerlingen die zorg behoeven. 7.7 De beginner beheerste de leerinhouden basiskennis en vaardigheden. 7.8 De beginner wendde de verworven kennis en vaardigheden aan in zijn pedagogisch-didactische handelen. 7.9 De beginner beheerste de vaardigheden voor het realiseren van een goed tijd- en klasmanagement De beginner bracht vernieuwende elementen aan en wendde ze aan De beginner stelde zijn eigen functioneren in vraag en stuurde bij indien nodig De beginner communiceerde adequaat met ouders en verzorgers over het functioneren van hun kind op school De beginner overlegde en werkte samen binnen het schoolteam De beginner kwam de schooleigen afspraken na De beginner was ICT-vaardig De beginner stelde zich flexibel op (aanapssen aan schoolcultuur en -organisatie) De beginner was assertief (kwam op voor zichzelf) De beginner hanteerde adequate en correcte mondelinge en schriftelijke communicatievormen met lerenden, ouders, leden van het schoolteam en externen. AAN WELKE DRIE BEKWAAMHEDEN uit bovenstaande lijst hecht je het MEEST BELANG? (schrijf de nummers in vak AAN WELKE DRIE BEKWAAMHEDEN uit bovenstaande lijst hecht je het MINSTE AANDACHT? (schrijf de nummers in het vak 8

9 BELEIDSOPTIES EN PLANNING LOOPBAANBEGELEIDING BEGINNENDE LEERKRACHT. 9