Proteus Basiscoachdiktaat ( Inhoud

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Proteus Basiscoachdiktaat (http://www.proteus.tudelft.nl/pages.cfm/410) Inhoud"

Transcriptie

1 Proteus Basiscoachdiktaat ( Inhoud HOOFDSTUK 1: COACHEN ALGEMEEN 1.1. Coachen, hoe pak je het aan 1.2. Het principe 1.3. Trainingsopbouw 1.4. Het observeren van de roeibeweging 1.5. Het observatiemodel 1.6. Het verbeteren van de roeitechniek 1.7. Roeioefeningen 1.8. Blessures en kledingtips 1.9. Tenslotte HOOFDSTUK 2: HET HAALBEELD 2.1. Het haalbeeld van Proteus 2.2. Stuwen 2.3. Houding 2.4. De haal HOOFDSTUK 3: HET BEGIN 3.1. Waar te beginnen 3.2. De eerste roeilessen 3.3. Hoe verder 3.4. Daarna 3.5. Samenvattend HOOFDSTUK 4: BAKKEN EN ERGOMETEREN 4.1. Bakken, waarom? 4.2. Ergometeren, waarom? HOOFDSTUK 5: FOUTENANALYSE 5.1. De meest voorkomende fouten HOOFDSTUK 6: OEFENINGEN OP EEN RIJTJE 6.1. Welke oefening wordt waarvoor gebruikt? HOOFDSTUK 7: VOORBEELD TRAININGSSCHEMA 7.1 Trainingsschema HOOFDSTUK 8: VEILIGHEID OP HET WATER 8.1. Drukte 8.2. De stuur 8.3. Regels 8.4. Slotopmerkingen Coachen algemeen 1.1 Coachen, hoe pak je het aan? Bij het coachen is het belangrijk dat je systematisch te werk gaat om snel resultaat te krijgen. De ploeg die je aan het begin van je coach carrière krijgt zal in veel gevallen nog nooit in een roeiboot hebben gezeten. Je eigen ervaring, hoe beperkt ook, is dus veel groter dan die van je leerlingen. Ga er tegenover hen vanuit dat jij het weet, kom je er niet uit dan lopen er op de vereniging genoeg mensen rond om je te helpen. Een goede roei-opleiding is de basis van een goed roeiende vereniging. In dit hoofdstuk staat de visie op het coachen redelijk uitgebreid beschreven. Haal eruit wat je voor jezelf belangrijk acht. Zo zal bijvoorbeeld een coach van een KMT-ploegje andere dingen belangrijk achten dan een coach voor een clubploeg.

2 1.2 Het principe Om je ploeg te kunnen uitleggen hoe ze moeten roeien, moet je zelf een goed beeld hebben van een juiste roeibeweging. Die staat verderop in dit diktaat beschreven. Iedere roeier zal in het begin ver af zitten van de ideale roeibeweging. Laat je daardoor niet ontmoedigen, werk alle punten in volgorde van belangrijkheid af. Behandel per training het liefst maar een aandachtspunt. De rest laat je gewoon zitten tot een volgende training. Je zal merken dat je zo effectief werkt! Je moet de roeier niet overstelpen met aanwijzingen die hij niet kan verwerken. Wees kritisch voor jezelf, controleer of je aanwijzingen effect hebben. Heeft een aanwijzing geen effect dan moet je gewoon een andere bedenken. Ga in geen geval verder met een ander aandachtspunt voordat je een duidelijke verbetering ziet. Geduld is erg belangrijk. Het komt vaak voordat je een hele, of zelfs meerdere trainingen moet besteden aan een, voor jou, eenvoudige fout. Werk de roeifouten af naar belangrijkheid. Houding en volgorde (trappen, rug, armen ) komen op de eerste plaats. Deze fouten geven snel aanleiding tot blessures en zijn later steeds lastiger te corrigeren. Je begint met het verbeteren van fouten in de uitpikhouding. De roeier zit daar het makkelijkst om fouten in de houding te verbeteren. Bovendien, een goede uitpik staat borg voor een stabiel liggend schip tijdens het oprijden wat weer voorwaarde is om goed te kunnen inpikken en dat heb je nodig voor een effectieve haal. Dus: een goede uitpikhouding en waterwerk is de basis van je roeibeweging! 1.3 Trainingsopbouw Aan het begin van de training vertel je de ploeg wat er gaat gebeuren en wat je wilt verbeteren. De roeiers weten dan waar ze op moeten letten. Jij hebt dan voor jezelf de zaken ook beter op een rij gezet, zodat je gestructureerd aan de gang kan gaan. Houd altijd een vaste opbouw aan voor je training. Voor jezelf moet je drie fasen in het trainingsplan aan houden. De eerste fase heet de voortoets. Na de uitleg aan de kant kijk je hoe de ploeg dat vanzelf al oppakt. In de meeste gevallen zal dat al beter zijn dan het was omdat de roeier zelf al beter op zijn fouten let. De tweede fase is de leerweg fase. Je geeft oefeningen en aanwijzingen om de beoogde verbetering door te voeren. Na de leerweg houd je de natoets: de derde fase. Dat kan bijvoorbeeld een stukje harder roeien zijn. Dan kan je het resultaat van je werk zien, gaat het beter dan tijdens de voortoets? Is dit voldoende om verder te gaan met een ander punt of moet ik nog een oefening geven? In het laatste geval beland je dus weer in de tweede fase. Als het nodig is om tijdens het roeien extra aanwijzingen te geven, zorg dan dat de boot stil ligt. Er kan dan beter naar je verhaal geluisterd worden. 1.4 Het observeren van de roeibeweging Als je begint met coachen is het moeilijk om een goed beeld te krijgen van wat er in een roeibeweging goed en fout is. Het observatie model is een hulpmiddel om dat efficiënt te doen. Het voorkomt dat je belangrijke dingen over het hoofd ziet. Ook helpt het als je voelt dat er iets niet goed gaat en je niet direct ziet wat het is. De bedoeling is om de tien observatie punten op volgorde af te werken. Onderscheid daarbij voor jezelf de inpik, de recover, de inpik en de haal Wat je ziet vergelijk je met het hierboven beschreven haalbeeld of videobeelden van goed roeien. Je krijgt dan een beeld van de techniek van een roeier. Beantwoord de vraag: "Wat gaat er goed?" en "Wat gaat er fout?". Pas dan ben je in staat een goede oefening te bedenken om de roeier te helpen zijn techniek te verbeteren.

3 1.5 Het observatie model De observatie punten zijn: 1 het blad 2 de dol 3 handen en polsen 4 ellebogen 5 schouders 6 nek en hoofd 7 rug 8 bekken en bankje 9 knieën 10 voeten en voetenboord Daarnaast moet je letten op: A ritme B algemene coördinatie C balans D gelijkheid Het moeilijkste van het coachen is het verband tussen de verschillende fouten, oorzaken en gevolg te vinden. Een roeier kan bijvoorbeeld de elleboog langs het lichaam houden omdat hij denkt dat dat zo moet. Het is dan onmogelijk om hoog en krachtig aan te halen. Als coach aan de kant zie je dan dat het blad uit het water loopt en er slordig wordt uitgepikt. Het is dan zinloos om de roeier te vertellen dat hij hoger moet aanhalen of niet naar zijn pik moet trekken. Een beginneling kan daar niets mee! Het trainingsresultaat is dan een wanhopige roeier en een radeloze coach. Als je de roeier meteen verteld had dat hij zijn elleboog bij de uitpik in het lengte van zijn paal moet houden had je niet alleen een houdingsfout -dus belangrijk- verbeterd, maar waarschijnlijk ook de uitpik. Het idee is dus dat je logisch moet nadenken en combineren. Je zult merken dat je een verkeerde aanwijzing geeft als je ziet dat het geen effect heeft. Let daar dus op. en zoek de fout dan in eerste instantie bij jezelf! Nog even kort: Waar begin ik mee. Je moet beginnen die fouten te corrigeren waar je snel blessures mee op loopt. Dus: met kromme polsen roeien als eerste, dan houding zoals recht in de boot zitten. Met de rug inpikken of de rug te vroeg meenemen zijn ook zaken die je er zo vroeg mogelijk uit moet halen. Dat moet in de bak gebeuren. Dit soort fouten geeft vaak aan dat de baksessie niet effectief genoeg was. Geeft allemaal niets, gewoon nog een keer over doen, daar wordt je een succesvolle coach van! Als een roeier al deze fouten tegelijk maakt -gebeurt vaak- zit dan niet bij de pakken neer maar probeer ook niet alles tegelijk te verbeteren. Zeker in het begin geldt: alles punt voor punt afwerken in bovenvermelde volgorde. Een mogelijk trainingsschema voor een beginnend KMT-ploegje vind je verderop in dit diktaat. 1.6 Het verbeteren van de roeitechniek Er zijn grofweg drie manieren om een roeier iets te leren. 1 Uitleg, vertel een roeier wat er fout gaat en hoe je graag wilt dat hij het gaat doen. 2 Voordoen, laat zien vanaf de kant of in de bak, wat er is gaat en daarna hoe het zou moeten.

4 3 Voelen, doormiddel van een oefening in de boot of een baksessie. Het is goed je uitleg aan de kant te begeleiden met een beetje show. Ga bijvoorbeeld in het gras zitten en laat zien wat de bedoeling is. Dat werkt veel duidelijker en motiverender dan voorover geleund op het stuur van je fiets je praatje afsteken. Laat de roeiers niet alleen luisteren en kijken. Met een stil liggende boot kan ieder om de beurt de juiste beweging proberen terwijl de rest van de boot balans houdt. In de bak kan je je roeiers makkelijk een fout laten voelen en laten oplossen. Doe eerst altijd voor wat er fout gaat, dan hoe het moet. Laat daarna de roeier even zijn gang gaan om het zelf uit te vinden. Corrigeer dan pas door de roeier in de juiste houding te zetten. Wees niet te verlegen om hem daarbij aan te raken, het is gewoon je werk als coach. 1.7 Roeioefeningen Het doel van oefeningen is de roeier te helpen zijn beweging te verbeteren. Een oefening kan daarbij op verschillende manieren werken. Overtreffende fout: Laat een roeier bewust een verkeerde beweging maken tegengesteld aan de fout die hij op dat moment maakt. Bijvoorbeeld: extreem langzaam glijden of juist heel snel, met de inzetten of juist door het bankje trappen. Het mooiste is om de oefening in te zetten en dat vanzelf laten vervagen. Met een beetje geluk kom je dan in het midden -dus goed- uit. Accent: Door de stuurman de in- of uitpik te laten aangeven wordt niet alleen gelijkheid verbeterd maar ook de bewegingen worden gestroomlijnd. Dit kan werken tegen bijvoorbeeld stilzitten. Let er wel op dat de stuurman het accent echt aangeeft. Dat is iets anders dan uit roepen als de slag toevallig aan het uitpikken is, dan ben je te laat en heeft het weinig zin meer. Het accent dus eerder geven. Rustpunt: Een derde stop geeft een moment om na te denken of om goed te gaan zitten voor de inpik. De roeier heeft mogelijkheid zijn vorige haal te evalueren en de volgende gedachte te maken. Zo kan hij zelf aan zijn fouten werken. Gebruik bij beginnende ploegen alleen de derde stop, tweede en eerste stoppen vragen erg veel bootbeheersing om die goed uit te voeren. Slecht uitgevoerde eerste en tweede stoppen geven aanleiding tot het maken van nieuwe fouten zoals laag aanhalen en stilzitten. Beletten: Bijvoorbeeld de roeiers die met de binnenarm trekken kunnen worden gecorrigeerd door die arm op de rug te laten leggen. Denk er aan dat je steeds uitlegt waarom je de oefening geeft en wat het doel is. Het doen van roeioefeningen is leuk, het breekt even het vaste ritme. Oefeningen verhogen het bootgevoel en de algemene roeivaardigheid van de ploeg. Het helpt ook om de concentratie vast te houden. Probeer je trainingen te verlevendigen door het geven van gerichte, inventieve oefeningen van een oplopende moeilijkheidsgraad. Als je gewend bent om veel verschillende oefeningen goed uit te voeren ben je ook in staat om je beweging aan te passen voor een andere wedstrijd of een andere ploeg, je verhoogt daarmee je marktwaarde als roeier!

5 In dit diktaat is ook een hoofdstuk "Foutenanalyse" opgenomen. Daarin vind je verschillende oefeningen die verschillende fouten kunnen verhelpen. 1.8 Blessures en kledingtips Veel blessures kunnen worden voorkomen door het maken van de juiste roeibeweging, dat is jouw verantwoordelijkheid als coach! Vraag dan ook op tijd om assistentie bij de ervaren coaches of de Toercie als er iets niet lukt. Laat enthousiaste ploegen de eerste maanden niet te hard trekken tijdens de training. Om de roeibeweging te leren is een "vijftig procent haal" prima. Laat alleen hard roeien als jij dat aangeeft voor een drie op tien of om een vijfhonderd-meter-tijd te trekken. Als het kouder wordt moet je er op letten dat de roeiers goed gekleed zijn. Zij hebben daar immers geen ervaring mee en jij wel. Het shirt moet goed in de broek zitten en geen stukjes rug bloot laten. Laat op tijd met sweater en lange broek roeien als dat nodig is. De sweater moet ook lang genoeg zijn. zowel bij romp als bij de armen. Er mag geen lang stuk onderarm uitsteken tijdens het roeien. Laat daar bij aanschaf op letten. Tegen de winter wordt het verstandig om met moffen om de polsen te roeien. Afgeknipte wollen sokken voldoen prima. Dat voorkomt polsblessures en houdt de handen warm. 1.9 Tenslotte Gedraag je zelf zoals je wilt dat je roeiers zich gedragen. Je zal merken dat jouw enthousiasme door de ploeg wordt overgenomen. Denk er aan dat dat ook opgaat in negatieve zin. Je kan het ploeggevoel versterken door het -laten- houden van ploegemaaltijden en andere nonroeiactiviteiten. Probeer jouw ploeg actief aan het verenigingsgebeuren deel te laten nemen met borrels en maaltijden. Als jij ze niet leert hoe gezellig Proteus-Eretes kan zijn zullen ze dat vaak ook niet zelf ontdekken. Door te coachen leer je niet alleen anderen hoe ze moeten roeien, je zal merken dat het ook goed is voor je eigen roeitechniek. Coachen is leuk, je bent buiten met gezellige mensen om je heen. Geloof het of niet: een coachblik geeft echt meer voldoening dan dat je zelf wint! Tot slot willen wij nog een aantal punten aandragen die jou kunnen helpen bij het coachen en bij het vormen van een leuk en gezellig ploegje dat graag lid zal worden bij Proteus-Eretes aan het einde van de vijf weken KMT. Probeer niet teveel dingen tegelijk aan te pakken. Dat schept alleen maar verwarring. Zorg voor gezelligheid. Thee en koekjes!!!! Vertel vooraf altijd wat je gaat doen en doe dit dan ook voor. Let op met binnenvaarders e.d. Zeg altijd waarom je een bepaalde oefening gaat doen. Bijvoorbeeld: "We gaan nu hoogspoelen om jullie inpik wat directer te maken." Vertel hoe leuk wedstrijden zijn en dat het heel leuk is om hieraan mee te doen. Zorg dat er ploegenkleding komt, ook voor de coaches. Bereid samen met je ploegje de KMT-test voor. Laat je ploeg het Matciebezoek e.d. afleggen. Wees enthousiast: leer je ploeg niet alleen roeien maar laat de roeiers ook kennismaken met de andere kant van Proteus-Eretes. Zorg dat er ploegenmaaltijden komen, wissel tentamens uit, etc. Maak duidelijk dat de roeiers altijd moeten doen wat de stuur zegt. Als de coach zegt laat lopen, doen de roeiers dat pas als de stuur het aangeeft. Gewoon doorroeien als de coach iets zegt!!!!! Het haalbeeld

6 2.1 Het haalbeeld van Proteus Van het ideale haalbeeld dat binnen proteus wordt nagestreefd worden hier de belangrijkste elementen benadrukt. De belangrijkste zijn wel het stuwen en de houding van de roeier. 2.2 Stuwen Het is belangrijk dat de eerstejaars goed leren afstuwen en uitpikken, voor er aan de inpik gewerkt gaat worden. Door de druk tot het eind van de haal vast te houden, wordt het makkelijker om schoon uit te pikken en terug te veren (zie "houding"). Als uitpik en wegzetten/inbuigen gelijk gaan heeft de ploeg daar een heel goed ritmisch houvast aan. Dit ritme moeten ze na verloop van tijd kunnen dromen, om het ook tijdens lange afstand wedstrijden vast te kunnen houden. De inpik wordt dan meestal vrij kort voor de wedstrijd nog wat aangescherpt. Druk vast houden betekent een versnellende beweging uitvoeren, want de boot gaat tijdens de haal ook steeds sneller lopen. Dit kan vergeleken worden met het aantrekken van een grasmaaier of buitenboordmotor, waarbij erop gelet moet worden, dat de versnelling gelijkmatig is, dus niet ontaardt in een extra harde ruk aan het eind van de haal. Laat de roeier voelen dat de druk op zijn voetenboord steeds hetzelfde/aanwezig blijft, ook tijdens overnemen met de rug en daarna de armen. Dus nooit beginnen met coachen op bijvoorbeeld water naderen en explosief trappen. 2.3 Houding Tegenwoordig horen bij een verhaal over houding de kreten sterk zitten en bekkenstand Sterk zitten betekent: niet in elkaar zakken bij de uitpik, maar de rug juist aktief gebruiken, niet krom zitten tijdens het oprijden en bij de inpik de beentrap met iets aangespannen rug op kunnen vangen. Hierbij hoort ook het veren na de inpik, wat inhoudt: niet te ver doorvallen, aan de buikspieren hangen en met behulp van dezelfde spieren keren. De bekkenstand: een roeier kan tijdens het oprijden achter of voor op zijn billen zitten ofwel met achterover of recht tot voorover gekanteld bekken. Laat dit voelen door de roeier op zijn bankje over zijn "zitknobbels" heen te laten rollen. De bedoeling is nu, dat de roeier tijdens de haal en vooral bij de uitpik, op die botjes blijft zitten en er dus niet naar achterover heen rolt (onderuitzakt). 2.4 De haal 1. Klaar voor de inpik - schenen vertikaal ( er zeker niet voorbij), hoek met bovenbenen ± 45 - bekken voorover gekanteld - natuurlijke, lichte kromming van de rug - net geen contact tussen romp en bovenbenen 2. De inpik - blad vanuit schouders laten vallen - na het plaatsen gaan trappen 3. De doorhaal - rug en armen brengen eerst allen kracht van benen op paal over, rug houdt dezelfde stand als voor de inpik - als de benen zo goed als uitgetrapt zijn, kan de rug er tegenin komen - als de paal ongeveer loodrecht op de boot staat, of de handen boven de knieën zijn, kunnen de armen mee gaan werken

7 - het blad beweegt gedurende de hele haal net onder het wateroppervlak, voor het blad een berg, erachter een dal 4. De eindhaal en uitpik - blad tot einde haal bedekt houden, dus hoog aanhalen en druk vasthouden - armen en rug maken samen de haal af en zijn tegelijk klaar - roeier zit trots (stoer zitten) maar niet overdreven gespannen, schouders worden naar achteren en naar beneden getrokken - ± 20 doorvallen, goed op je bekken blijven zitten - uitpik vanuit de ellebogen, binnenhand draait 5. De recover (= herstellen) - handen wegzetten, rug er vrij snel achteraan, waarbij aanhaalsnelheid = wegzetsnelheid - inbuigen vanuit de heupen, dus niet in eerste instantie vanuit de rug (krom zitten), niet plat liggen - wegzetten + inbuigen is dus nog niet aktief - buitenarm leidt wegzetten, binnenarm ontspannen (trekt echter wel degelijk mee tijdens de haal) - handen weer door een horizontaal vlak, als bij aanhalen - volledig inbuigen, rustig vertrekken en eenparig glijden - begin glijden goed aanknopingspunt om blad te draaien 6. Door naar de volgende haal - roeier zit tijdens het oprijden al helemaal klaar voor de inpik en hoeft dus niets meer aan zijn houding te veranderen - schouders voor bekken en achter of net boven de knieën Het begin 3.1 Waar te beginnen Je kunt het coachen van een KMT-ploegje op vele verschillende manieren aanpakken. De meningen over de juiste aanpak zijn nogal verdeeld. Wij leveren je hier een voorbeeld van hoe het zou kunnen, waar je kunt beginnen. Dit is dus niet de enige juiste methode, maar op deze manier heb je in ieder geval enige houvast. 3.2 De eerste roeilessen Je begint met je nieuwe ploegje kennis te maken. Zorg dat je de namen van je ploegje weet. Probeer te weten te komen wat hun sportieve voorgeschiedenis is. Hebben ze al eerder geroeid, veel aan sport gedaan of heeft iemand een blessure die mogelijk problemen geeft. Dat kan belangrijk zijn bij het opvoeren van de trainingsintensiteit. Je zal ook merken dat mensen die gewend zijn veel aan sport te doen sneller de goede roeibeweging oppakken terwijl mensen met minder bewegingservaring daar meer moeite mee zullen hebben. Vervolgens laat je laat de roeiers zien hoe je met het materiaal om moet gaan (voorzichtigheid geboden!), hoe er getild moet worden, je legt de commando s die de stuur kan geven uit. Ook de regels die bij Proteus gelden over wanneer je wel en niet mag roeien i.v.m. wind (tot windkracht 7 mag je varen met een acht, tot windkracht acht mag je varen met de rest), mist (als het zicht minder is dan 200 meter is het te mistig), onweer (bij onweer onmiddellijk het water af) en vorst (als er ijs ligt niet meer roeien, anders mag er tot -2 graden luchttemperatuur worden geroeid. In de overnaadse boten mag tot 0 graden luchttemperatuur worden geroeid) worden verteld. Verder kunnen vragen als wat is tubben? alvast beantwoord worden. De fysieke training begint in de bak, de beginners zijn dan onder handbereik om gecorrigeerd te worden. Bijkomend voordeel is dat je niet kan worden overvaren...

8 De volgorde (benen, rug armen en armen, rug, benen) wordt nog eens verteld en voorgedaan, evenals de commando s slagklaar maken, laten lopen, houden, strijken, klapjes op en rondmaken. Trek daar zeker 5 minuten voor uit. Je zal merken dat je de neiging hebt na tien halen te stoppen; "Het is toch zo eenvoudig nietwaar?" Maak toch de vijf minuten vol zodat de beginneling de beweging goed in zich op kan nemen. Geef geen commentaar of tips daarbij, het alleen om jouw roeibeweging! Ook de roeiers zelf komen aan de beurt: laat ze even rustig wennen aan het gevoel van de roeibeweging zonder het schommelen van de boot. Laat ook hem zeker vijf minuten aanmodderen, geeft niet hoe, laat hem dat zelf maar uitzoeken. Roeien is best moeilijk -weet je nog- het kost tijd om dat voor jezelf even uit te vinden. Pas na vijf minuten zal je zien dat de beginner vaste fouten maakt die hij zelf niet kan corrigeren. Dat kan door een verkeerde voorstelling van zijn eigen beweging of omdat hij denkt dat zo van jouw te hebben gezien. Vaak zie je dat de beginner de fouten van zijn coach akelig goedweet te imiteren, zorg dus voor een goed voorbeeld! Neem de fouten die je leerling maakt goed in je op maar geef nog geen commentaar. Stap dan zelf weer in de bak en doe het nog een keer voor. Laat daarna zien wat de roeier in jouw ogen niet goed doet en hoe jij het wil hebben. De beginner gaat weer de bak in, geef hem even de tijd om zichzelf te corrigeren. Dan kan je hem aanwijzingen geven hoe hij het beter kan doen. Zet bijvoorbeeld krom getrokken polsen recht, kneedt hem in de goede uitpikhouding net zolang tot het goed genoeg gaat. Wees niet bang om je roeiers aan te raken, dat is een essentieel voordeel van de bakinstructie. Maak daar dus gebruik van. Ga in geen geval vanaf de kant, met je handen in de zakken vertellen hoe het moet, dat heeft geen zin. Soms zal je merken dat de roeier een heel scala aan fouten maakt. Laat je juist dan niet ontmoedigen, dat ligt niet altijd aan jou. Je begint dan bij het begin: de uitpik. Zet de roeier in de goede houding. Begeleid je roeier -zonodig- bij zijn schouder door de hele beweging, laat hem dan voelen bij zichzelf hoe de juiste beweging is. Laat hem in geen geval deelbewegingen uitvoeren, zoals alleen in- of uitpikken, alleen heen en weer rijden of iets dergelijks. Dat doe je eventueel bij gevorderde roeiers, niet bij beginners! Als de roeibeweging goed wordt uitgevoerd laat je de roeier dat nog even een tijdje volhouden om de beweging in te slijpen. Die tijd kan je gebruiken om de elementaire roeicommando s aan te leren: Slag klaar maken! Laat lopen! stuurboord of bakboord houden! Het is namelijk erg lastig als er verkeer aan komt op de Schie en je roeiers weten niet wat ze moeten doen. Als laatste deel van de training wordt er natuurlijk ook nog in de boot gevaren. Dit om het leuk te houden. Veel tubben en afhankelijk van hoe goed het gaat het laatste deel van de training nog even met zijn vieren varen (bv. het laatste kwartier). Tijdens de eerste training is vooral de volgorde van belang. Ga dus niet op allerlei andere dingen coachen, dat is veel te verwarrend. Probeer altijd één puntje tegelijk te behandelen! Laat de eerste keer op het water ook de ploeg een tijdje zelf aanmodderen met het roeier voordat je wat gaat zeggen. Je maakt het jezelf makkelijk, veel problemen lossen zichzelf namelijk op. Leg dan de boot stil voor nadere aanwijzingen, een derde stop is prima om wat gelijkheid te oefenen en de roeier de tijd te geven om na te denken. Een stukje tubben is ook goed, kortom bedenk eenvoudige oefeningen, maar laat de roeier vrij om zelf de beweging uit de bak te copiëren. De tweede les ga je ook weer in de bak beginnen, herhaal alles nog een keer en ga dan pas het water op. Ben je met twee coaches, laat dan een sturen en de ander meefietsen. Bakoefeningen aan het begin van de training zijn goed om individuele fouten te verbeteren. Doe dat tijdens de KMT dan ook vaak. Je moet dan van de vorige training goed onthouden -opschrijven dus- wie wat fout deed. Anders wijs je de roeiers op fouten die ploeggenoten maken, dat is niet de bedoeling.

9 Het belangrijkste blijft toch geduld, geef jouw roeiers altijd ruim de tijd om zelf de juiste beweging te ontdekken. Als je even niet weet wat je verder moet doen probeer dan niet met losse flodders opmerkingen toch wat te zeggen. Denk rustig zelf na en bekijk de roeibeweging nog eens en kom dan met een zinnige opmerking. Juist hier: spreken is zilver en zwijgen is goud! 3.3 Hoe verder De eerste trainingen blijf je voorafgaand aan het roeien nog steeds bakken. Dit hoeft niet lang te zijn, bijvoorbeeld een half uurtje per ploeg, maar dan kan de roeier weer even rustig wennen. Als de volgorde na enige trainingen goed zit kun je verder: begin dan bij de derde stop. Via deze weg kun je zorgen dat er gelijkheid in de boot ontstaat. Gelijkheid in het oprijden en in de uitpik. Veel stopjes doen!!! 3.4 Daarna Heb je met je ploegje een aanvaardbare mate van gelijkheid bereikt, dan kun je verder naar de haal. Door veel uit te lengen van achteren kunnen het afstuwen achterin en de uitpik benadrukt worden. Voor het eerste deel van de haal en de inpik is de oefening Pimenov zeer geschikt. 3.5 Samenvattend Samenvattend kan dus gezegd worden: 1. begin bij de volgorde (benen-rug-armen, armen-rug-benen). Let op dat mensen geen dingen zo fout doen dat zij blessures kunnen oplopen: dit meteen corrigeren! 2. daarna door naar gelijkheid in het oprijden en in de uitpik. 3. dan door naar gelijkheid in de inpik en een goede stuwende haal. Bakken en ergometeren 4.1 Bakken, waarom? Bakken lijkt vaak een saai onderdeel van de training. Toch is het bakken uiterst nuttig, niet alleen voor mensen die voor het eerst in een boot gaan stappen. Ook voor mensen die al langer roeien kan het heel verduidelijkend werken. De coach staat dicht bij de roeier en kan fouten meteen corrigeren en zelf voordoen hoe het wel moet. De bak benadert daarnaast de boot beter dan een ergometer, omdat je in de bak beschikt over een paal. Voor mensen die de eerste keer gaan roeien is de bak een fijn hulpmiddel, want: de coach kan eerst voordoen wat de bedoeling is (instappen, volgorde, uitstappen, commando s van de stuur, oefeningen, etc.) in de bak kan de coach roeiers in de juiste houding zetten. de roeier zit rustig in zijn eentje, een bak schommelt niet zo als een boot wat het concentreren wat makkelijker maakt. Verder kun je alles in een bak doen wat je ook in een boot doet, behalve natuurlijk testen hoe snel je gaat. Oefeningen, techniek, de spiegel kan erbij gehaald worden. Als je als coach met een nieuwe oefening komt bij de KMT ers, doe deze oefening dan altijd eerst voor in de bak voordat deze geïntroduceerd wordt op het water!!! 4.2 Ergometeren, waarom? De KMT ers vinden het ergometeren vaak al interessanter. Hiermee kun je zien hoe sterk je bent en je meten met de concurrentie of met je ploeggenoten. Toch is ook het ergometeren voor meer dingen een goed hulpmiddel. Er geldt eigenlijk hetzelfde als voor de bak, met de volgende verschillen:

10 bij het ergometeren beschik je over hele grote spiegels waarin de roeier precies kan zien wat hij doet en dus ook kan zien hoe iets eruit ziet als het fout gaat en hoe dat eruit ziet als het goed gaat. op de ergometer kun je ook trainingen draaien. je kunt de krachten van de roeiers individueel meten. met de ergometers kan ook goed in ploegverband worden geroeid: je zet er een aantal naast elkaar en kunt dan heel goed kijken of iedereen hetzelfde doet. bepaalde oefeningen zijn niet uit te voeren in verband met het missen van een paal (bijvoorbeeld specifieke in- en uitpikoefeningen zoals eerste stop). op de ergometer kun je beter dan in de bak de drukopbouw oefenen: bij een ergometer kun je heel goed horen of dit goed gaat, je moet echt horen dat het vliegwiel aangetrapt wordt. Foutenanalyse In dit hoofdstuk wordt een aantal veel voorkomende fouten bij het KMT-roeien behandeld. De fouten zijn gerangschikt naar een onderverdeling van de roeibeweging: fouten tijdens de recover, tijdens de inpik, tijdens de haal, tijdens de uitpik en tijdens de wegzet. Telkens wordt gebruik gemaakt van een verduidelijkend plaatje en per fout worden na het bespreken van mogelijke gevolgen en oorzaken oefeningen aanbevolen die kunnen helpen om de fout te verbeteren. Bij het ontdekken en verbeteren van fouten moet je altijd uitgaan van de volgende basisregel: het is belangrijker de goede dingen erin te coachen dan de slechte dingen eruit. 1. DE RECOVER Fout a Te weinig buigen - De haal wordt te kort en er wordt geen goede stuwing bereikt. - De roeier zit te rechtop. - Bij het wegzetten blijft het bovenlichaam te lang achterover. - Derde stop: zorg dat de roeier goed klaarzit voordat hij gaat oprijden. - Zelf voordoen hoe vanuit het bekken gekanteld moet worden: dit kun je doen door even langs te kant te gaan zitten en de beweging te maken. Fout b Extreem ver buigen voorin - Moeilijk om goed de kracht van het voetenboord over te brengen op de paal (onderuittrappen). - Plotseling afremmen van het bankje voor het plaatsen. - Oefening sinaasappelsap: om ervoor te zorgen dat de roeier rustig genoeg oprijdt laat je hem tijdens het oprijden extreem langzaam het woord sinaasappelsap hardop zeggen. Pas als dit woord geheel uitgesproken is mag de roeier voorin aangekomen zijn. - Derde stop: zorg dat de roeier na de derde stop zeer rustig oprijdt en zijn rug niet meer verder inbuigt. Fout c Met de handen de boot in duiken voor de inpik - Het water wordt gemist. - Het blad gaat te diep onder water wat kan leiden tot snoeken. - De effectieve haal wordt te kort en de stuwing is minder effectief.

11 - Gespannen schouders, bij het plaatsen zijn de schouders niet los genoeg. - Roeien met een backsplash: laat de roeier proberen het water te raken. - Aansturen met vast blad. - Laat de roeier een vast punt nemen op de rug van zijn voorganger waarnaar hij dan zijn handen kan toesturen. 2. DE INPIK Fout a Te veel bewegen met de armen bij het plaatsen - Te diep met het blad in het water (kan leiden tot snoeken). - Te hard aantrappen voorin. - Te gespannen armen en schouders - Choppen: de roeier moet vanuit de inpikbeweging een paar keer achter elkaar alleen zijn blad in het water laten vallen, zonder daarbij teveel met zijn schouders en armen te bewegen. Het blad valt door het gewicht van de paal vanzelf in het water. - Het blad gewoon in het water laten vallen en laten volgen door een spoelhaal. Fout b Trappen voor het plaatsen - De haal wordt minder effectief. - Niet goed plaatsen. - Het plaatsen gebeurt met de rug in plaats van vanuit de schouders. - Het "paaltjesverhaal" vertellen: in het water staan allemaal paaltjes. Als je vooruit wil komen met je roeiboot moet je je voorstellen dat je je blad tijdens elke haal achter deze paaltjes moet steken. Je blad blijft dus op hetzelfde punt terwijl je de boot vooruit-duwt. Fout c Te laat of te soft (te langzaam) inpikken - Ongelijkheid in de ploeg. - De roeier reageert teveel op wat degene voor hem doet, in plaats van dat hij zelf aanvoelt wanneer hij moet inpikken. - Variabele inpik: laat de stuur (of doe dit zelf) op willekeurige momenten na de derde stop het commando "in" geven. Op dit commando moeten de roeiers meteen hun blad in het water plaatsen. - Verbaal corrigeren: "Fel inpikken!" (Let er dan wel op dat de roeier niet gaat hakken. De inpik moet wel een felle beweging zijn in de zin van snel in het water zitten, maar het blad moet niet keihard in het water worden gesmeten). - Hoogspoelen: in spoelhaal roeien en extreem snel oprijden. Voorin moet de roeier meteen plaatsen en dan meeglijden (echt geen kracht!). Let op het op tijd plaatsen! 3. DE HAAL Algemeen: vaak is de drukopbouw in de haal verkeerd. In veel gevallen zorgt dit ervoor dat er

12 bijvoorbeeld veel gesnoekt wordt en de boot niet lekker doorloopt. Het juist opbouwen van de druk kun je op de volgende manier proberen uit te leggen: vergelijk de haal met het openen van een hele zware kluisdeur. Als je zo n deur probeert te openen lukt dat niet door er keihard tegenaan te gaan trappen. De eerste beweging wordt bereikt door met je voeten heel subtiel tegen de deur te duwen en deze beweging steeds harder door te zetten. Je gaat steeds harder duwen. Met een roeihaal is dit hetzelfde: de meeste snelheid bereik je door subtiel aan te nemen en hard door te zetten. Door hard te trappen voorin leg je de boot alleen maar stil (de kluisdeur gaat daarmee ook niet open!) Fout a Onderuittrappen - Bevordert een te extreme rugzwaai en niet goed blijven hangen. - Niet goed hangen. - Extreem inbuigen voorin. - Te sterk of te vroeg de armen gebogen. - Uitlengen vanaf de inpik: eerst alleen ¼ bank trappen, dan ½ bank, dan ¾ bank, dan hele bank. - Drukopbouw: eerst roeien in een 0-40 procentshaal (beginnen met 0 % kracht en eindigen in 40%), dan roeien in een procentshaal en eindigen in een procentshaal. Laat de roeiers goed de druk zoeken en opbouwen. Fout b Te vroeg komen met de romp - Verkeerde krachtoverdracht, de benen worden niet goed benut. - Bevordert het met de romp over de paal heen vallen bij de eindhaal. - Voor het plaatsen al de romp laten opkomen. - Het hoofd tijdens het halen in de nek leggen. - Pimenov: leg deze oefening goed uit, eerst in de bak of op de ergometer zelf voordoen (alleen benen, benen en rug, benen en rug en armen). Fout c Te laat met de armen komen - Rukken in de eindhaal. - Gespannen arm- en schouderspieren. - Overstrekte armen in de beginhaal. - Uitlengen van achter: eerst roeien met alleen armen vanuit de uitpikhouding, dan rug erbij, dan ook de benen. Fout d Te vroeg met de armen komen - Slechtere eindhaal. - Verkrampte armspieren. - Gebogen armen bij het plaatsen.

13 - Pimenov: wederom de oefening goed uitleggen. - Roeien in spoelhaal: vaak wordt te vroeg gekomen met de armen omdat geen druk gevoeld wordt. In spoelhaal moet dit niet ter zake doen. Fout e Omhoogtrekken van de schouders in de middenhaal - Met het blad te diep in de middenhaal (de zgn. Obelix-haal). - Te sterke arminzet met verkrampte schouders. - Verkeerde houding van het hoofd: roeier kijkt naar het voetenboord i.p.v. recht vooruit. - Uitlengen van achter: eerst roeien met alleen armen vanuit de uitpikhouding, dan rug erbij, dan ook de benen. - In de bak de roeier in de goede houding zetten: sterk maar ontspannen zitten, borst naar voren. Fout f Diepen (met het blad te diep door het water, de zgn. Obelix-haal) - De roeier gaat snoeken. - Het blad gaat moeilijk uit het water bij de uitpik. - De boot gaat scheef liggen. - Extreem hoogteverschil tussen de handen tijdens de haal en de handen tijdens de recover (de boot induiken voorin). - Op één hoogte aan laten halen: geen verticale bewegingen tijdens de haal, alleen horizontale. - Na de inpik de paal loslaten en de roeier mee laten glijden: zo kan de roeier zien welke hoogte de juiste is. - Oefening pimenov: goed uitleggen van te voren. Fout g Uit het boord hangen - Onregelmatige drukopbouw. - Het hoofd wordt scheefgehouden. - Er wordt vooral met de binnenhand getrokken i.p.v. met de buitenhand (de binnenarm is dan ook vaak gestrekt i.p.v. ontspannen). - Meekijken over de buitenschouder: tijdens het maken van de haal moet de roeier proberen naar degene achter hem te kijken, over de buiten-schouder. - Met de binnenhand op de rug roeien: zodoende kan alleen maar met de buitenhand worden getrokken. Fout h Te vroeg afbreken van de doorhaal - Het blad "loopt eruit" in de eindhaal. - Op het einde van de haal wordt de druk gemist. - De haal wordt voor het lichaam afgebroken. - De hendel wordt naar de bovenbenen aangehaald. - Het blad wordt onder water al gedraaid.

14 - Het blad blijft hangen bij de uitpik. - Te langzaam keren achterin. - Hoog aanhalen: de stuur geeft commando hoog aanhalen naar achter toe. Doe dit op de kant ook voor. - Meekijken naar het blad: zo kan de roeier zien dat zijn blad eruit loopt en kan hij door uit te proberen dit verbeterd zien. - Verbaal corrigeren: "Je blad loopt uit het water", "Je haalt naar je pik aan". - In de bak de roeier in de juiste uitpikhouding zetten: de roeier ziet dan goed de juiste hoogte. Fout i Te weinig doorvallen - Te korte haal. - Ineffectief gebruik van de rug. - Verkeerde inzet van de schouder- en rompspieren. - De roeier in de bak in de juiste uitpikhouding zetten. - Vanuit deze uitpikhouding uitlengen van achter: eerst alleen armen, dan armen en rug, dan benen erbij. Fout j Reupen (in de eindhaal wordt de paal naar het lichaam gerukt) - De haal wordt minder effectief. - Niet op één hoogte de haal maken (de handen blijven gedurende de haal niet op één hoogte). - Goede drukopbouw: begin in 0-40%-haal, dan 20-60%-haal en eindigen in 40-80%-haal. - Verbaal corrigeren: "Je doet teveel/alles met je armen". - Pimenov: voor de juiste volgorde van de roeibeweging. Fout k Te ver doorvallen - Bevordert snel wegrijden. - Vlot doorkeren met de romp achterin wordt bemoeilijkt. - Te veel nadruk op de eindhaal terwijl de begin- en middenhaal te zwak worden uitgevoerd. - De roeier in de bak in de juiste uitpikhouding zetten. - Vanuit deze uitpikhouding uitlengen van achter: eerst alleen armen, dan armen en rug, dan benen erbij. - Verbaal corrigeren: "Op tijd uitpikken!" 4. DE UITPIK Fout a De paal tegen de bovenbenen aandrukken - De roeier zet niet op één hoogte weg, wat instabiliteit tot gevolg heeft. - Geen goede fasering: de roeier rijdt al op voordat hij zijn armen volledig gestrekt heeft en ingebogen is.

15 - Oefening tweede en derde stop: bij tweede stop zijn alleen de armen gestrekt, bij derde stop komt de rug erbij. Laat de roeier de goede wegzethoogte voelen. Fout b Snoeken (blijven hangen in het water) - De boot gaat scheef liggen, wordt afgeremd en slaat in het ergste geval om. - Met de handen de boot induiken bij de inpik. - Diepen (het maken van een zgn. Obelix-haal). - Eerste stop: laat de roeier goed verticaal uitpikken. -Goede drukopbouw laten maken: begin in een 0-40%-haal, dan naar een 20-60%-haal en eindigen in een 40-80%-haal. Zodoende moet goed gevoeld kunnen worden hoe de druk opgebouwd kan worden. - Verbaal corrigeren: "Eerder uitpikken!", "Goed in je buikspieren hangen (zo wordt ruimte voor de uitpik gecreëerd)". Fout c Het blad uit het water draaien - De haal wordt minder effectief. - Te ver doorhalen, de roeier heeft dan geen ruimte meer om een juiste uitpikbeweging te maken. - Roeien met vast blad. 5. DE WEGZET Fout a Het bovenlichaam valt over de paal - De haal wordt niet goed doorgenomen. - Te weinig gebruik van de romp. - Het hoofd buigt naar het voetenboord. - Te langzaam keren achterin. - Voorovertrekken van de romp in de eindhaal. - Tweede en derde stop: laat de roeier de goede houdingen voelen en onthouden. - Oefening extreem snel wegzetten: laat de roeiers een aantal halen extreem snel wegzetten achterin. 6. DE RECOVER Fout a Onrustige en ongelijke hendelvoering - Uit het boord hangen. - Balansmoeilijkheden. - Moeilijkheden met het draaien van de paal in de dol. - In de eindhaal wordt met de binnenhand aange-haald i.p.v. met de buitenhand.

16 - Roeien met vast blad: laat de roeier met het blad dichtbij het water blijven tijdens de recover. - Sliveren: met het blad plat op het water naar voren glijden in een rechte lijn, zo merkt de roeier hoe een rechte lijn aanvoelt. Fout b Plotseling afremmen van het bakje voor het plaatsen - Nastrekken van het bovenlichaam voor het plaatsen. - Plotseling en te snel oprijden. - Oefening sinaasappelsap: om ervoor te zorgen dat de roeier rustig genoeg oprijdt laat je hem tijdens het oprijden extreem langzaam het woord sinaasappelsap hardop zeggen. Pas als dit woord geheel uitgesproken is mag de roeier voorin aangekomen zijn. - Roeien met een backsplash: "Probeer degene achter je maar nat te maken". Laat de roeier heel duidelijk plaatsen tijdens het oprijden. - Verbaal corrigeren: "Probeer eenparig op te rijden!". Fout c Nastrekken van het bovenlichaam voor het plaatsen - Een luchthaal maken (het blad bevindt zich niet in het water tijdens het trappen). - De persoon gaat vlaggen, vlak voor het plaatsen wordt het blad eerst nog omhoog gestuurd i.p.v. direct het water te naderen. - Er wordt achterin al weggereden voordat het bovenlichaam opgericht is. - Plotseling afremmen van het bakje door te snel oprijden. - Derde stop: vanuit de derde stop goed de rug vasthouden - De inpikhouding laten voelen door de roeier in de bak in de goede houding neer te zetten. - Aansturen: voor de inpik het blad het water laten naderen. Fout d Plotseling en te snel oprijden (racen) - Schokkerig afremmen voorin. - Voor het plaatsen het bovenlichaam nog nastrekken. - Te laat weg met het bankje achterin. - Te langzaam keren achterin. - Te langzaam overeindkomen met de rug achterin. - Te langzaam doorhalen naar achteren toe. - Oefening sinaasappelsap: om ervoor te zorgen dat de roeier rustig genoeg oprijdt laat je hem tijdens het oprijden extreem langzaam het woord sinaasappelsap hardop zeggen. Pas als dit woord geheel uitgesproken is mag de roeier voorin aangekomen zijn. - Derde stop: zorg dat de roeier na de derde stop zeer rustig oprijdt (en zijn rug ook niet meer verder inbuigt). De oefeningen op een rijtje 6.1 Welke oefening wordt waarvoor gebruikt?

17 Er zijn verschillende oefeningen die in hoofdstuk 1 meer dan eens voorkwamen. Om een beetje overzicht te geven in de bedoeling van deze oefeningen volgt hier nogmaals een opsomming. 1. Inpikhouding en uitpikhouding goedzetten in de bak of op de ergometer Om de roeier in de juiste houding te krijgen. De houding is voor vele zaken van belang, alleen met een juiste houding kan een effectieve haal op het water gezet worden. 2. Choppen Ook het choppen (=vanuit de inpik- of uitpikhouding het blad een aantal keer in het water laten vallen en meteen weer uitpikken) is ervoor om de roeier in de juiste houding te krijgen. Bij deze oefening kan meteen gekeken worden of er niet teveel gedaan wordt met de in- en uitpik (niet teveel extra bewegingen). 3. Eerste stop Voor een verticale uitpik. Het blad kan zo niet uit het water worden gedraaid. 4. Tweede stop Voor de volgorde: eerst uitpikken en dan pas wegzetten. Ook voor het snelle wegzetten achterin en hiermee niet de paal tegen de benen aan drukken. 5. Derde stop Voor de timing, zodat de hele boot tegelijk gaat oprijden. Ook voor de volgorde: vanaf dit punt worden de armen en de rug niet meer bewogen. 6. Uitlengen (van voren of van achteren) Voor de houding en voor de volgorde. Deze oefening benadrukt de uitpik en de wegzet. 7. Pimenov Om de inpik te oefenen, een goede drukopbouw te bereiken en om te laten voelen hoe je goed moet hangen (de armen goed gestrekt houden tijdens het roeien met alleen benen en benen plus rug). 8. Hoogspoelen Om een felle inpik te bereiken. 9. Spoelhaal Voor een betere beheersing en om even de techniek weer aan te scherpen. Er wordt niet gelet op het krachtzetten, dus kan alle aandacht naar de techniek van het roeien. 10. Roeien met vast blad Zorgt ervoor dat het blad bij de uitpik niet uit het water wordt gedraaid. Tevens wordt door het roeien met vast blad duidelijk welke hoogte bij de recover de juiste is: zo wordt bij het inpikken de juiste hoogte gekozen en kan er beter worden aangestuurd.

18 Trainingsschema 7.1 Mogelijk trainingsschema Wij zullen hier een mogelijk trainingsschema voor een KMT-ploegje aanbieden. Je kunt dit schema gebruiken als je geen idee hebt hoe je het coachen wil aanpakken, maar zoals al eerder gezegd: dit is niet de enige juiste manier! 1. In dit schema wordt uitgegaan van twee trainingen van één tot anderhalf uur per week Week 1 Roeien met vast blad Veel uitleggen & bakken: 1 uur. Nadruk op de volgorde. Roeien: ½ uur. Nadruk op de volgorde. tubben, om de tien halen wisselen laatste kwartier met zijn vieren Week 2 Roeien met vast blad Bakken: ½ uur. Nadruk op de volgorde. voordoen oefening sinaasappelsap Roeien: ½ of 1 uur. Nadruk op de volgorde. tubben, vaak wisselen hameren op het rusitg oprijden: oefening sinaasappelsap laatste deel training met zijn vieren Week 3 Roeien met vast blad Bakken: ½ uur. voordoen oefening derde stop laten zien wat bedoeld wordt met tweede deel beentrap Roeien: 1 uur. Nadruk op gelijkheid. tubben met oefening derde stop met zijn vieren met oefening derde stop gelijk weg uit de stopjes en héél rustig oprijden de roeiers uit! laten roepen bij hun eigen uitpik (klinkt het gelijk?) voor de stuwing oefening 0-100%-haal en 100-0%-haal. Deze tegenstelling maakt heel duidelijk hoe het niet moet (100-0%) en hoe het wel moet (0-100%) Week 4 Roeien met vast blad Bakken: ½ uur. Doorbouwen naar de uitpik. voordoen oefening uitlengen voordoen eerste en tweede stop Roeien: 1 uur. Nadruk op het uitlengen en de uitpik.

19 tubben met eerste, tweede en derde stop tubben met uitlengen met zijn vieren met eerste, tweede en derde stop de roeiers uit! laten roepen bij hun eigen uitpik (klinkt het gelijk?) Aan het einde van deze week kan begonnen worden met het draaien van het blad: alleen met de binnenhand draaien en let er op dat de bladen niet het water uitgedraaid worden. Week 5 Roeien met gedraaid blad Bakken: ½ uur. Nadruk op inpik. voordoen oefening Pimenov voordoen startje (3 maal ¾ of ¾, ½, ¾, heel) Roeien: 1 uur. Nadruk op inpik en wedstrijdvoorbereiding. tubben met Pimenov de roeiers in! laten roepen bij hun eigen inpik (klinkt het gelijk?) met zijn vieren choppen startjes oefenen Dit is de laatste week voor de eerste wedstrijd: de eerste onderlinge. Leg aan je ploegje uit wat zo n wedstrijd voorstelt en maak duidelijk dat ze met zijn vieren 500 meter ondanks wat dan ook door moeten gaan. 8.1 Veiligheid op het water 1. Drukte Doordat het op de Schie steeds drukker wordt met binnenvaart is het uiterst belangrijk dat je voorzichtig bent op het water. In dit hoofdstuk wordt behandeld hoe je de veiligheid op het water zoveel mogelijk kunt waarborgen. 2. De stuur De stuurman wordt vaak gezien als een lastig aanhangsel, vooral door het gedoe dat het regelen van een stuur met zich meebrengt. Toch is de stuurman uiterst belangrijk. Wettelijk gezien heeft hij de eindverantwoording voor boot en bemanning en zal hij zich moeten kunnen verantwoorden als er zich een ongeval voordoet. Luister dan ook altijd naar de stuur en handel direct naar zijn commando s. 8.3 Regels In het algemeen geldt: 1. Blijf altijd aan stuurboordwal. 2. Verander niet van koers indien daarbij een ander vaartuig gehinderd wordt. 3. Kleine vaartuigen moeten grote vaartuigen de ruimte geven die deze nodig hebben om koers te houden en te manoeuvreren. Verwacht dus niet dat ze voor jou aan de kant gaan. Bij inhalen geldt: 1. Als een ander schip opgelopen wordt, naar bakboord uitwijken. Dus nooit binnendoor inhalen.

20 2. Wordt je zelf opgelopen, geef dan voldoende ruimte en ga eventueel lichte haal roeien. 3. Als je overig verkeer hindert is het verboden om naast elkaar te gaan varen. Denk hieraan als je gaat sparren! 4. Bij twijfel nooit inhalen, maar lichte haal gaan varen. Bij rondmaken geldt: 1. Een schip mag alleen keren als zeker is dat dit zonder gevaar kan gebeuren en zonder dat andere schepen genoodzaakt worden hun koers of snelheid te wijzigen. Dus niet in bochten rondmaken (bv. bij de Kolk of Overschie). Bij bruggen geldt: 1. Bij bruggen met maar één bruggat (zoals de Hambrug), hangt meestal in het midden een geel rond licht of een geel ruitvormig bord. Deze geeft aan dat er tegenliggend verkeer mogelijk is. 2. Bij twee bruggaten (bv. de Kruithuisbrug), is er een gat met twee ronde gele lichten of twee ruitvormig gele borden en een gat met een rond rood licht of een rechthoekig roodwit-rood bord. De eerste situatie houdt in dat dit de aanbevolen doorvaart is en dat er geen tegenliggend verkeer te verwachten is. De tweede situatie houdt in dat dit de verboden doorvaartopening is. 8.4 Slotopmerkingen 1. Bedenk dat een binnenvaartschipper vaak slecht zicht op de rivier heeft, het kan voorkomen dat hij pas veertig meter voor zijn boeg op het water kan kijken. Hou er dus rekening mee dat hij jou misschien niet kan zien. 2. In de dagelijkse roeipraktijk is slechts één geluidssignaal van belang: de lange stoot. Dit is het attentie-signaal. Meestal betekent dit dat je in het vaarwater van een binnenvaarder zit. Geef altijd gehoor aan dit signaal en zorg dat je zo snel mogelijk aan de kant gaat. 3. Op het moment dat het echt fout gaat en je roeiers dreigen in de schroef van een binnenvaarder te verdwijnen, maak dan de binnenschipper duidelijk dat hij de motor uit moet zetten en spring over boord.

Instructie comporoeien eerste deel

Instructie comporoeien eerste deel Instructie comporoeien eerste deel Duur: 3 weken (15 oktober 5 november) Aandachtspunt techniek: positie handen en voeten, functie handen; gelijkheid van bewegen: recovery In dit eerste deel van het comporoeien

Nadere informatie

Referentiepunten gebruiken voor analyse. Lichaams Houding. Bewegingsvolgorde

Referentiepunten gebruiken voor analyse. Lichaams Houding. Bewegingsvolgorde Referentiepunten gebruiken voor analyse Lichaams Houding Bewegingsvolgorde Referentie Punten Inpik Details: De rug is ontspannen gestrekt Het hoofd staat recht op de romp Schouders zijn ontspannen Handen

Nadere informatie

Bijlage H: Foutencorrectie en blessures Pagina 74. Bijlage H: Foutencorrectie en blessures

Bijlage H: Foutencorrectie en blessures Pagina 74. Bijlage H: Foutencorrectie en blessures Bijlage H: Foutencorrectie en blessures Pagina 74 Bijlage H: Foutencorrectie en blessures Voor de roeiers zelf is het soms lastig te beoordelen of zij de roeibeweging goed uitvoeren en, zo nee, hoe zij

Nadere informatie

Hoe moeten de roeiers instappen?

Hoe moeten de roeiers instappen? Hoe moeten de roeiers instappen? Schuif de boot iets van het vlot af. Houdt met de vlothand het vlot en de rigger vast. Zet het rolbankje halverwege de slidings. Het instapcommando is: instappen gelijk;

Nadere informatie

Instructie comporoeien 4 e deel 8 jan 28 jan

Instructie comporoeien 4 e deel 8 jan 28 jan Instructie comporoeien 4 e deel 8 jan 28 jan Duur: 3 weken Aandachtspunten techniek: hangen en finish In het vierde deel van het comporoeien wordt de nadruk gelegd op hangen en het afmaken van de haal.

Nadere informatie

Oefeningen voor versnelling in de haal

Oefeningen voor versnelling in de haal Techniek Bij dit stuk techniek komt versnellen van de boot aan de orde. Daarbij hoort hangen, maar ook het bewust blijven duwen tegen het water en voor je gevoel steeds harder. Daarom deze keer wederom

Nadere informatie

Instructie comporoeien 5 e deel 28 jan 25 feb

Instructie comporoeien 5 e deel 28 jan 25 feb Instructie comporoeien 5 e deel 28 jan 25 feb Duur: 4 weken, met Gyas Hunze race na 2 e week Aandachtspunten techniek: versnellende halen, recovery In het vijfde deel van het comporoeien wordt de nadruk

Nadere informatie

Lesprogramma Scullen/sturen 2

Lesprogramma Scullen/sturen 2 Lesprogramma Scullen/sturen 2 Programmadoelen (exameneisen): Scullen: Eisen scullen 1 Technisch goede roeihaal Slippend strijken Commando s juist en direct opvolgen Melden van schade Sturen: Eisen sturen

Nadere informatie

Instructie comporoeien tweede deel

Instructie comporoeien tweede deel Instructie comporoeien tweede deel Duur: 3 weken Aandachtspunten techniek: inpik en eerste deel van de haal. In dit tweede deel van het comporoeien na het introroeien wordt de nadruk gelegd op het beginnen

Nadere informatie

KENNISMAKINGSLESSEN. Sportactie

KENNISMAKINGSLESSEN. Sportactie KENNISMAKINGSLESSEN Sportactie 2018 Deze handleiding dient als leidraad voor kennismakingslessen dit keer in het kader van de AH Sportactie en is tot stand gekomen dankzij de medewerking van Wouter Weerheijm.

Nadere informatie

Instructeur cursus. 1. Beginnende roeiers

Instructeur cursus. 1. Beginnende roeiers Instructeur cursus 1. Beginnende roeiers Agenda Avond 1 Roeitechniek haalbeeld Opbouw eerste roeilessen Exameneisen Avond 2 Oefeningen voor de verschillende delen van de haal en recover Kijken naar en

Nadere informatie

Roeien Roeitechniek voor nieuwe leden Versie: 12 april 2005

Roeien Roeitechniek voor nieuwe leden Versie: 12 april 2005 Roeien Roeitechniek voor nieuwe leden Versie: 12 april 2005 Handleiding instructie nieuwe leden 1 Beste roeier, Leuk dat je bij Viking gaat roeien (of al roeit)! Deze handleiding geeft je een beeld van

Nadere informatie

Instructie comporoeien 3 e deel 26 nov 8 jan

Instructie comporoeien 3 e deel 26 nov 8 jan Instructie comporoeien 3 e deel 26 nov 8 jan Duur: 6 weken/4 weken (kerstvakantie) Aandachtspunten techniek: 2 e deel van de haal en hangen In het derde deel van het comporoeien wordt de nadruk gelegd

Nadere informatie

ROEITECHNIEK INLEIDING

ROEITECHNIEK INLEIDING ROEITECHNIEK INLEIDING Een atleets technische vermogen, conditie en motivatie bepaalt het niveau van zijn of haar prestatie. Hoewel techniek bij alle sporten een rol speelt, vergt roeien een aanzienlijke

Nadere informatie

Instructie. Roeien. Sturen. Omslaan-avond. Theorie-avond

Instructie. Roeien. Sturen. Omslaan-avond. Theorie-avond Instructie Laat de leerling een extra set droge roei- dan wel burgerkleding en schoenen bij zich hebben. Laat de bril afzetten of vastmaken met een touwtje. Het traject van de opleiding tot het Sc 2 niveau

Nadere informatie

De roeier die het dichtst bij de stuurman zit. Tevens de roeier die het tempo aangeeft

De roeier die het dichtst bij de stuurman zit. Tevens de roeier die het tempo aangeeft Dit is een kort overzicht van de belangrijkste begrippen en commando s die tijdens de introductiecursus van ISALA aan de orde komen. Dus geen compleet overzicht... er zijn er nog veel meer! Als je besluit

Nadere informatie

Wintercursus Verdieping lesgeven

Wintercursus Verdieping lesgeven Wintercursus Verdieping lesgeven Onderwerpen Oorzaak gevolg Vanuit de stuurstoel Display ergometer Oorzaak gevolg Vervolg op lesavonden m.b.t. lesopbouw en verbeterpunten - naar filmpjes - Onderwerpen

Nadere informatie

Jeugdcoaches op de fiets

Jeugdcoaches op de fiets Jeugdcoaches op de fiets De roeihaal: waarnemen en begrijpen 1. Welkom, voorstellen, doel 2. Waarnemen 3. DVD s bekijken 4. Discussie Roeihaal 5. Afsluiting (uiterlijk 22 uur) De 5 zintuigen HOREN ZIEN

Nadere informatie

Coach boekje BLIK 2016

Coach boekje BLIK 2016 Coach boekje BLIK 2016 Esmee Nobel Commissaris Coaching BLIK 2016 Beste Coach, Dit bestand kun je gebruiken als leidraad gedurende de BLIK periode. Bedenk je, met name bij de eerste trainingen, dat voor

Nadere informatie

Roeicommando s. Bij de commando s worden de volgende termen gebruikt:

Roeicommando s. Bij de commando s worden de volgende termen gebruikt: Roeicommando s In de roeisport is het gebruik van commando s nodig om de boot bestuurbaar en hanteerbaar te houden. Op het water zijn de roeiers de motor van de boot. Zij moeten samenwerken om vooruit

Nadere informatie

Hemus Instructeurs Cursus Roeitechniek en analyse van de roeibeweging

Hemus Instructeurs Cursus Roeitechniek en analyse van de roeibeweging Hemus Instructeurs Cursus Roeitechniek en analyse van de roeibeweging Pagina 1 De roeibeweging De roeibeweging is een doorlopende cyclische beweging, die in dienst staat om de bootsnelheid zo efficiënt

Nadere informatie

3 Oefeningen Voor Strakke Benen & Billen

3 Oefeningen Voor Strakke Benen & Billen 3 Oefeningen Voor Strakke Benen & Billen Vooraf 1. Lees eerst de algemene trainingsinstructies, deze vind je als bijlage bij dit schema. 2. Doe altijd een warming up van 10 minuten voordat je gaat trainen.

Nadere informatie

Wedstrijden. zoals de Head of the River. Leonie Walta

Wedstrijden. zoals de Head of the River. Leonie Walta Wedstrijden zoals de Head of the River Leonie Walta Regels Gewicht: heren/jongensploeg = min 55 kg dames/meisjesploeg = min 50 kg Stuur juniorenploeg moet junior zijn Stuur moet minimaal 12 jaar zijn (nieuwe

Nadere informatie

Succes en veel plezier toegewenst!

Succes en veel plezier toegewenst! Voorwoord HOE VOER JE EEN OEFENING GOED UIT? Ten eerste door de beweging correct uit te voeren. Dat wil zeggen gecontroleerd en beheerst. Dat wil zeggen eerst de spieren opwarmen ('warming up'). Nooit

Nadere informatie

Roeitechniek. Door Ruud Hoeben

Roeitechniek. Door Ruud Hoeben Roeitechniek Door Ruud Hoeben Inhoud Doelen stellen De roeihaal Coach5ps Opbouw training Overige technische problemen+oplossingen Blesssurepreven5e Hard roeien+jaarschema Voorbeeldtrainingen Doelen stellen

Nadere informatie

Instructie. Roeien. Sturen. Omslaan-avond. Theorie-avond

Instructie. Roeien. Sturen. Omslaan-avond. Theorie-avond Instructie Laat de leerling een extra set droge roei- dan wel burgerkleding en schoenen bij zich hebben. Laat de bril afzetten of vastmaken met een touwtje. Het traject van de opleiding tot het Sc 2 niveau

Nadere informatie

Algemeen: Roeicommando s, pg. 1/7

Algemeen: Roeicommando s, pg. 1/7 Beste leerlingen, bijgaand de belangrijkste bevelen bij het sturen: Probeer je bij het lezen van onderstaande in te denken dat je daadwerkelijk is de boot zit, zodat je de bevelen kan visualiseren. Algemeen:

Nadere informatie

ROEI-INSTRUCTIE 2005 VAN FRED VLOTMAN

ROEI-INSTRUCTIE 2005 VAN FRED VLOTMAN ROEI-INSTRUCTIE 2005 VAN FRED VLOTMAN Fred Vlotman is zaterdag's roeiend-instructeur op de mooie rivier de VECHT. Met behulp van het onderstaande probeert hij de roeivaardigheid van nieuwe (en oude) leden

Nadere informatie

3 Super Oefeningen Voor Je Buik

3 Super Oefeningen Voor Je Buik 3 Super Oefeningen Voor Je Buik Vooraf 1. Lees eerst de algemene trainingsinstructies, deze vind je als bijlage bij dit schema. 2. Doe altijd een warming up van 10 minuten voordat je gaat trainen. 3. Sluit

Nadere informatie

Doel: vergemakkelijken van bepaalde bewegingen en andere oefeningen.

Doel: vergemakkelijken van bepaalde bewegingen en andere oefeningen. Roeioefeningen Hier wordt een ruim overzicht gegeven van alle mogelijke soorten oefeningen voor bij het roeien. Het aantal oefeningen dat je met je ploeg kunt doen is echter oneindig. Creatieve coaches

Nadere informatie

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest 2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof Oefeningen voor een gezond lichaam en geest De Soldaat Dit is de eerste van de vier warming up oefeningen waarbij het doel is de hartslag te verhogen

Nadere informatie

Uiteraard speelt de coach ook een rol. Hij/zij maakt vaak het raceplan en bespreekt dit met de roeiers en daarvoor alvast apart met de stuur.

Uiteraard speelt de coach ook een rol. Hij/zij maakt vaak het raceplan en bespreekt dit met de roeiers en daarvoor alvast apart met de stuur. Handreiking Sturen op roeiwedstrijden In dit document beschrijf ik het verloop van een roeiwedstrijd aan de hand van veel voorkomende en handige technische accenten. Daarnaast vindt de lezer van dit document

Nadere informatie

i1-coachcursus Roeitechniek Keuze uit: Eerste les Bakles (maximaal 20 ) Introductie

i1-coachcursus Roeitechniek Keuze uit: Eerste les Bakles (maximaal 20 ) Introductie i1-coachcursus HIC (1 ) huishoudelijk (1 ) roeitechniek t.b.v. eerste les (20 ) roeitechniek t.b.v. rest vd intro (30 ) pauze (15 ) interactief coachen (50 ) Roeitechniek Haalbeeld Wat kan een Hiccer minimaal

Nadere informatie

ROEIEN DOE JE MET GEVOEL BLIJF OP DE HOOGTE VAN DE ROEITECHNIEK VERTAAL MET JE GEVOEL DE ROEITECHNIEK IN EEN VLOEIENDE RENDABELE BEWEGING IN DE BOOT

ROEIEN DOE JE MET GEVOEL BLIJF OP DE HOOGTE VAN DE ROEITECHNIEK VERTAAL MET JE GEVOEL DE ROEITECHNIEK IN EEN VLOEIENDE RENDABELE BEWEGING IN DE BOOT Een club met visie die leeft naar zijn doelstelling ( zie hieronder ) is het aan zijn leden verplicht om de nodige aandacht te besteden aan het roei technisch aspect. Zie hieronder enkele nuttige technische

Nadere informatie

Over de arm en hand wrijven

Over de arm en hand wrijven Over de arm en hand wrijven Doel: stimuleren van aangedane hand en arm, aandacht op de arm. 1 Leg de niet-aangedane hand op de aangedane arm. Kijk naar uw arm. 2 Wrijf met hand over de arm tot aan de schouder

Nadere informatie

Oefeningen ter Verbetering van je Lichaamshouding

Oefeningen ter Verbetering van je Lichaamshouding Oefeningen ter Verbetering van je Lichaamshouding Verkeerde lichaamshoudingen veroorzaken klachten. Eén van de meest voorkomende verkeerde houdingen, wordt veroorzaakt door een naar vorend hangend hoofd,

Nadere informatie

Lage Rugpijn, Aspecifieke Lage Rugpijn, Lumbago, Spit,

Lage Rugpijn, Aspecifieke Lage Rugpijn, Lumbago, Spit, Lage Rugpijn, Aspecifieke Lage Rugpijn, Lumbago, Spit, Wat is lage rugpijn? Lage rugpijn zit onderin de rug. Soms straalt de pijn uit naar de billen of naar een of beide bovenbenen. De pijn kan plotseling

Nadere informatie

TRAININGSSCHEMA 300 KILOMETER

TRAININGSSCHEMA 300 KILOMETER Onderstaand trainingsschema is geschikt voor beginnende fietsers die binnen vijf maanden 100 tot 300 kilometer willen. Het schema is gebaseerd op je Hmax, dit is je maximale hartslag. Dit kun je berekenen

Nadere informatie

Les 1 Voor de meeste leerlingen de eerste kennismaking met de sport roeien en met roeiboten. Het programma voor zo'n eerste les kan zijn;

Les 1 Voor de meeste leerlingen de eerste kennismaking met de sport roeien en met roeiboten. Het programma voor zo'n eerste les kan zijn; Roeien in 5 lessen Inleiding Deze handleiding voor het leren roeien in slechts 5 lessen is speciaal geschreven voor een apart evenement, het Nationaal School Roei Kampioenschap. Ervaren jeugdroeiers kunnen

Nadere informatie

Roeiboek Bijlage D. de C4* beoordeling door 2 examinatoren (instructeur of coach op stuur-niveau) Aandachtspunten:

Roeiboek Bijlage D. de C4* beoordeling door 2 examinatoren (instructeur of coach op stuur-niveau) Aandachtspunten: Examenspecificaties De leden van afroeicommissie beoordelen de vaardigheid waarmee iemand roeit en/of stuurt. Het afroeien voor een brevet wordt door twee leden van de afroeicommissie afgenomen. Bij MWC

Nadere informatie

3 Super Oefeningen Voor Je Schoudergordel

3 Super Oefeningen Voor Je Schoudergordel 3 Super Oefeningen Voor Je Schoudergordel Vooraf 1. Lees eerst de algemene trainingsinstructies, deze vind je als bijlage bij dit schema. 2. Doe altijd een warming up van 10 minuten voordat je gaat trainen.

Nadere informatie

Hakken en Zagen. Instructiegids Ten behoeve van instructeurs van Roeivereniging de Compagnie

Hakken en Zagen. Instructiegids Ten behoeve van instructeurs van Roeivereniging de Compagnie Hakken en Zagen Instructiegids Ten behoeve van instructeurs van Roeivereniging de Compagnie Roeibeweging, observatie, analyse en instructie met overzicht van veel voorkomende fouten en oefeningen te verbetering

Nadere informatie

Roeien op de Vereeniging (versie 6 mei 2015)

Roeien op de Vereeniging (versie 6 mei 2015) Roeien op de Vereeniging (versie 6 mei 2015) Hieronder wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste elementen van de roeitechniek. Dit is de zogenaamde Loosdrecht-haal, d.w.z. de haal zoals

Nadere informatie

Het houden van een spreekbeurt

Het houden van een spreekbeurt Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat

Nadere informatie

Roeicommando s. Yole de Mer

Roeicommando s. Yole de Mer Roeicommando s Yole de Mer oktober 2010 Roeicommando's en de uitvoering ervan Commando s Uitvoering Bij het wegvaren Slippen en uitzetten gelijk! Slagklaar maken! Slagklaar? Af! Afduwen van de wal, eerst

Nadere informatie

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren PECTUS REVALIDATIE Het doel van de pectus revalidatie (training borst- en rugspieren) is het versterken van de spieren van de borst en de rug en hiermee het verbeteren van je lichaamshouding. De volgende

Nadere informatie

Borstcrawl keerpunt: - De benadering - De rol - Voeten plaatsen / afzet - Handbeweging

Borstcrawl keerpunt: - De benadering - De rol - Voeten plaatsen / afzet - Handbeweging Borstcrawl keerpunt: - De benadering - De rol - Voeten plaatsen / afzet - Handbeweging De benadering Bij de benadering is het belangrijk dat er met zoveel mogelijk snelheid het keerpunt ingegaan wordt.

Nadere informatie

Dit trainingsschema is ontwikkeld i.s.m. Michael Zijlaard (o.a. ploegleider en coach van team AA Drink/Leontien.nl) en Dick Siliakus (fysiotherapeut)

Dit trainingsschema is ontwikkeld i.s.m. Michael Zijlaard (o.a. ploegleider en coach van team AA Drink/Leontien.nl) en Dick Siliakus (fysiotherapeut) Inleiding trainingsschema Onderstaand trainingsschema is geschikt voor beginnende fietsers die binnen vijf maanden 100 tot 300 kilometer willen fietsen. Het schema is gebaseerd op je Hmax, dit is je maximale

Nadere informatie

Commando s. Boot naar buiten brengen

Commando s. Boot naar buiten brengen Commando s Stuurboord Bakboord Boeg Slag Boegen Slagen Eén, twee, enz. : vanuit stuurplaats gezien rechts : vanuit stuurplaats gezien links : roeier die het dichtst bij de punt zit : roeier die het verst

Nadere informatie

3 Super Oefeningen Voor Je Buik

3 Super Oefeningen Voor Je Buik 3 Super Oefeningen Voor Je Buik Vooraf 1. Lees eerst de algemene trainingsinstructies, deze vind je als bijlage bij dit schema. 2. Doe altijd een warming up van 10 minuten voordat je gaat trainen. 3. Sluit

Nadere informatie

TRAININGSPLAN STRETCHBANDEN

TRAININGSPLAN STRETCHBANDEN TRAININGSPLAN STRETCHBANDEN FITNESSBANDENSET TRAININGSHANDLEIDING Let op: Wees er voor de training van verzekerd dat uw training bij uw fysieke conditie aansluit. Consulteert u, bij twijfel, de huisarts.

Nadere informatie

E-BOOK. Krachtschema. Wil jij fitter en sterker worden? DOE MEE. Voor 1 dag

E-BOOK. Krachtschema. Wil jij fitter en sterker worden? DOE MEE. Voor 1 dag E-BOOK Wil jij fitter en sterker worden? DOE MEE Krachtschema Voor 1 dag Hi, super leuk dat je mijn E-book hebt aangevraagd! Wil jij graag fitter en sterker worden? Met dit krachtschema voor 1 dag help

Nadere informatie

Om en om uitstappen. Achterste knie naar de grond duwen. Borst open en trots. Buikspieren aanspannen. Kracht zetten vanuit je voorste hak.

Om en om uitstappen. Achterste knie naar de grond duwen. Borst open en trots. Buikspieren aanspannen. Kracht zetten vanuit je voorste hak. 1. plank Let op de houding van de rug. Buikspieren en bilspieren aanspannen. Handen onder de schouders en de ellebogen uit het slot. Makkelijker maken: vanaf de knieën Moeilijker maken: voeten op een verhoging

Nadere informatie

De 11+ Een compleet warming-up programma

De 11+ Een compleet warming-up programma De 11+ Een compleet warming-up programma Deel 1 & 3 A A }6m Deel 2 B A: Hardlopen B: Jog terug B! ORGANISATIE A: Running OP HET exercise VELD B: Jog back Het parcours bestaat uit 6 paren evenwijdig geplaatste

Nadere informatie

Roeicommando s Gig. Bakboord. Voor-schip. Pilot. Stuur. Mid. Achter-schip Stuurboord Stuurboord. oktober 2010

Roeicommando s Gig. Bakboord. Voor-schip. Pilot. Stuur. Mid. Achter-schip Stuurboord Stuurboord. oktober 2010 Roeicommando s Gig Bakboord Stuur 6 Slag 5 4 Mid 3 2 Boeg 1 Pilot Voor-schip Achter-schip Stuurboord Stuurboord oktober 2010 Roeicommando's en de uitvoering ervan Commando s Uitvoering Bij het wegvaren

Nadere informatie

TRAININGSSCHEMA 500 KILOMETER

TRAININGSSCHEMA 500 KILOMETER Onderstaand trainingsschema is geschikt voor gevorderde fietsers die al 100 km kunnen fietsen en willen trainen voor 200 tot 500 km. Het schema is gebaseerd op je Hmax, dit is je maximale hartslag. Dit

Nadere informatie

Cambridge Health Plan Benelux BV

Cambridge Health Plan Benelux BV Wanneer doet u deze oefeningen? Doe deze minstens 3 keer per week en al vrij snel voelt u verandering in uw lichaam. Ook krijgt u meer zelfvertrouwen. Naast deze oefeningen zorgt een dagelijkse wandeling

Nadere informatie

Dit trainingsschema is ontwikkeld i.s.m. Michael Zijlaard (o.a. ploegleider en coach van team AA Drink/Leontien.nl) en Dick Siliakus (fysiotherapeut)

Dit trainingsschema is ontwikkeld i.s.m. Michael Zijlaard (o.a. ploegleider en coach van team AA Drink/Leontien.nl) en Dick Siliakus (fysiotherapeut) Inleiding trainingsschema Onderstaand trainingsschema is geschikt voor gevorderde fietsers die al 100 km kunnen fietsen en willen trainen voor 200 tot 500 km. Het schema is gebaseerd op je Hmax, dit is

Nadere informatie

Oefening 1. Oefening 3 Oefening Oefening. Oefening 2 Oefening 2

Oefening 1. Oefening 3 Oefening Oefening. Oefening 2 Oefening 2 Oefening 1 Doe deze ligoefeningen met rust en aandacht. Concentreer op wat je waarneemt in je lichaam en wees bewust van waar je grenzen liggen. Is een oefening te zwaar pas deze desnoods aan, of doe deze

Nadere informatie

Hartelijk dank voor je interesse in het Pullbands.nl E-Book.

Hartelijk dank voor je interesse in het Pullbands.nl E-Book. Inhoudsopgave Inleiding... 3 Oefening 1: Chest press... 4 Oefening 2: Buikspieren en rug... 5 Oefening 3: Squat en sholderpress... 6 Oefening 4: Donkey kicks... 7 Oefening 5: Schuine en rechte buikspieren...

Nadere informatie

O m t e b e g i n n e n : V e i l i g h e i d s r e g e l s : G e n i e t e n f o r c e e r n i e t s!

O m t e b e g i n n e n : V e i l i g h e i d s r e g e l s : G e n i e t e n f o r c e e r n i e t s! Wanneer doet u deze oefeningen? Doe deze minstens 3 keer per week en al vrij snel voelt u verandering in uw lichaam. Ook krijgt u meer zelfvertrouwen. Naast deze oefeningen zorgt een dagelijkse wandeling

Nadere informatie

Lenig worden. Inhoud: Inleiding Warming up Stretchen Cooling-down Poses. M.koning

Lenig worden. Inhoud: Inleiding Warming up Stretchen Cooling-down Poses. M.koning Lenig worden Inhoud: Inleiding Warming up Stretchen Cooling-down Poses M.koning Inleiding: Leniger worden, dat willen we allemaal wel. Maar hoe word je nou eigenlijk lening? En wat is de beste manier om

Nadere informatie

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen!

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen! Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen! Astrid Witte zomer 2014 Even vooraf: - Deze oefeningen zijn bedoeld voor gezonde volwassenen - Heb je klachten, overleg dan

Nadere informatie

MINDFUL. Abs Challenge

MINDFUL. Abs Challenge WEEK 1 WEEK 2 WEEK 3 WEEK 4 MINDFUL Abs Challenge Een sterkere en strakkere core: daar heb je maar één maand voor nodig. Met een sterkere core-stability verbeter je je sportprestaties en je houding. Bovendien

Nadere informatie

Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis

Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Inleiding U bent patiënt op de afdeling neurologie van het IJsselland Ziekenhuis. Er

Nadere informatie

COMPETITIE COACHBUNDEL

COMPETITIE COACHBUNDEL U.S.R. Triton Competitie Coachbundel COMPETITIE COACHBUNDEL Sep Tolboom Competitie Hoofdcoach der U.S.R. "Triton" 2014-2015 Jaargang 2014-2015 Versie 1.1 U.S.R. Triton 2 Competitie Coachbundel Waarde lezer,

Nadere informatie

Fitnessbal training. Kern training / Core stability

Fitnessbal training. Kern training / Core stability Fitnessbal training Kern training / Core stability De spieren van je buik, billen en onderrug vormen de 'kern'. Deze zone is verantwoordelijk voor alle acties waarbij je draait, reikt en buigt en is het

Nadere informatie

G e b r u i k s a a n w i j z i n g v o o r h e t W a v e b o a r d V a n S t r e e t S u r f i n g

G e b r u i k s a a n w i j z i n g v o o r h e t W a v e b o a r d V a n S t r e e t S u r f i n g G e b r u i k s a a n w i j z i n g v o o r h e t W a v e b o a r d V a n S t r e e t S u r f i n g I n h o u d s o p g a v e 1. I n t r o d u c t i e B l z. 2 2. D e f i n i t i e s B l z. 2-3 2.1 StreetSurfing

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Hoe ga je met dit boekje om? 7. 2 Lichaamsseintjes waaraan merk jij dat je zenuwachtig wordt? 17

Inhoudsopgave. Hoe ga je met dit boekje om? 7. 2 Lichaamsseintjes waaraan merk jij dat je zenuwachtig wordt? 17 Inhoudsopgave Waarom dit boekje? 6 Hoe ga je met dit boekje om? 7 1 Wat is stotteren? 9 2 Lichaamsseintjes waaraan merk jij dat je zenuwachtig wordt? 17 3 Zenuwachtig? Zet je buikademhaling aan! 19 4 Onzekerheid

Nadere informatie

TRAININGSPLAN STABILITEIT

TRAININGSPLAN STABILITEIT TRAININGSPLAN STABILITEIT Stabiliteitstraining Om goed te kunnen bewegen en/of te kunnen sporten is een sterke romp noodzakelijk. In een rechtop staande houding moet de romp het lichaam te allen tijde

Nadere informatie

TRAININGSPLAN. Buikspieren

TRAININGSPLAN. Buikspieren TRAININGSPLAN Buikspieren Buikspieren, waarom zijn deze spieren belangrijk? Al een lange tijd benadrukken fitnessexperts het belang van een sterke kern. Dat houdt in: sterke buik- en rugspieren. Bewegingsexperts

Nadere informatie

Techniek Pieter v/d Hoogenband Stap voor Stap.

Techniek Pieter v/d Hoogenband Stap voor Stap. Borstcrawl techniek Pieter van den Hoogenband Bon: zwemtrainer.nl, bewerkt door Mark Eligh op 15-3-2013 Techniek Pieter v/d Hoogenband Stap voor Stap. Algemeen geldt voor een goede zwemtechniek dat die

Nadere informatie

2. De V-Beweging De V-Beweging of V-sit is een oefening waarmee je vrijwel alle buikspieren goed kunt trainen.

2. De V-Beweging De V-Beweging of V-sit is een oefening waarmee je vrijwel alle buikspieren goed kunt trainen. 1. De Halve Banaan De halve banaan is een van de meest populaire buikspieroefeningen. Het is voor beginners een prima oefening om uit te voeren. Hierbij kun je er zelf voor kiezen hoever je bovenlichaam

Nadere informatie

kijkwijzers. De voortgezet onderwijs leefstijl cursus voor in de gymles!

kijkwijzers. De voortgezet onderwijs leefstijl cursus voor in de gymles! Schouders Ga met je linkervoet goed stevig op de dynaband staan en houd met je rechterhand de dynaband vast. Strek je arm naar de rechterzijkant uit tot boven je schouder en kijk je rechterhand na. Breng

Nadere informatie

Waarom doe je die oefening? Als je niet weet wat je er mee wilt bereiken niet doen

Waarom doe je die oefening? Als je niet weet wat je er mee wilt bereiken niet doen Waarom doe je die oefening? Als je niet weet wat je er mee wilt bereiken niet doen Waarom doe ik? Ik kijk naar een loper(ster) Wat zie ik aan afwijking van ideaal? Wat is de oorzaak van die afwijking?

Nadere informatie

Ga op de rug liggen. Buig de knieën en zet de voeten plat op de grond. Klap beide knieën naar één kant.

Ga op de rug liggen. Buig de knieën en zet de voeten plat op de grond. Klap beide knieën naar één kant. BUIKSPIEREN Klap beide knieën naar één kant. Beweeg de kin naar de borst en kom met de romp een klein stukje recht omhoog. Houd 4 tellen vast en ga langzaam weer terug. Bij nekklachten, nek ondersteunen

Nadere informatie

ROEITECHNIEK. A. Biomechanische principes

ROEITECHNIEK. A. Biomechanische principes A. Biomechanische principes Drukopbouw De druk wordt opgebouwd met de benen, maar wordt via de rug op het blad overgebracht. Wanneer de benen in een sterke positie zijn in de eerste helft van de trap moet

Nadere informatie

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs.

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs. R.K. Basisschool Anselderlaan 10 6471 GL Eygelshoven Tel: 045-5351434 De fijne kneepjes van het voorlezen Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de

Nadere informatie

Algemene criteria examens / exameneisen

Algemene criteria examens / exameneisen RV JASON Algemene criteria examens / exameneisen Enkele algemene criteria, geldend voor ieder examen. Goed en beheerst met het roeimateriaal omgaan. Goede en beheerste roeitechniek, passend bij het boottype

Nadere informatie

Beginnerscursus Roei- en Zeilvereniging Daventria In 10 weken op weg naar 3 e klas havenbevoegdheid C

Beginnerscursus Roei- en Zeilvereniging Daventria In 10 weken op weg naar 3 e klas havenbevoegdheid C Beginnerscursus Roei- en Zeilvereniging Daventria In 10 weken op weg naar 3 e klas havenbevoegdheid C Inleiding e roeileden zonder (of met minimale) roei-ervaring krijgen bij Daventria een roeicursus aangeboden

Nadere informatie

Trainingsprogramma Spierkrachtversterking

Trainingsprogramma Spierkrachtversterking Trainingsprogramma Spierkrachtversterking Ook zonder blessures kun je bepaalde spieren of spiergroepen te versterken. Als spierversterkende oefeningen deel uitmaken van een trainingsprogramma met als einddoel

Nadere informatie

De Tien Geboden van de RIT

De Tien Geboden van de RIT De Tien Geboden van de RIT I. Willen Roeien II. Houd Alles Heel III. Bereid Je Voor IV. Doe Een Warming-Up V. Roeien VI. Testen en Afstippen VII. Je Leeft Voor Wedstrijden VIII.Sturen Is Ook Roeien IX.

Nadere informatie

Core Stability - serie 1

Core Stability - serie 1 Inleiding Schaatsers zijn vaak zeer eenzijdig ontwikkeld, omdat veel trainingen die we voor het schaatsen doen, vooral gericht zijn op het verbeteren van de beenspieren. Met Core Stability train je je

Nadere informatie

Zomerfit Pagina 1 van 5

Zomerfit Pagina 1 van 5 Zomerfit Pagina 1 van 5 1. Brug in ruglig met calf raises Neem plaats in ruglig met de kniëen gebogen, waarbij de voeten plat op de mat staan. Til het bekken op tot een brugpositie en ga op de tenen staan.

Nadere informatie

Op schoot en in een stoeltje. Algemeen

Op schoot en in een stoeltje. Algemeen Als uw baby in de eerste levensmaanden een voorkeurshouding heeft, kan hij een afgeplat hoofd krijgen. Deze folder geeft u tips om dit te verhelpen. Wat is er aan de hand? Voorkeurshouding is een probleem

Nadere informatie

Ik ga je wat vertellen, je hoeft alleen maar te volgen wat ik zeg, mijn stem is nu het enige wat voor jou belangrijk is om te volgen.

Ik ga je wat vertellen, je hoeft alleen maar te volgen wat ik zeg, mijn stem is nu het enige wat voor jou belangrijk is om te volgen. Oefening 1: Nodig: 2 personen en een boom of een huisdier: Zoek een plek op bij een boom of in de buurt bij je paard of ander huisdier waar je even niet gestoord wordt en veilig even je ogen dicht kunt

Nadere informatie

Stenose- en/of herniaoperatie Oefeningen voor herstel

Stenose- en/of herniaoperatie Oefeningen voor herstel Stenose- en/of herniaoperatie Oefeningen voor herstel H15.016-01 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Vóór de operatie... 2 Thuis oefenen... 2 Lees deze adviezen vast goed door... 2 De dag van de operatie... 3

Nadere informatie

Yogales maart 2019!! Bewust staan

Yogales maart 2019!! Bewust staan Yogales maart 2019 Bewust staan Ga staan met je voeten heupbreedte, voorvoeten licht naar binnen, voel hoe de hiel van je voet contact maakt met de grond, voel de buitenkanten van de voet op de grond voel

Nadere informatie

7 HEERLIJKE ONTSPANNINGSOEFENINGEN

7 HEERLIJKE ONTSPANNINGSOEFENINGEN 7 HEERLIJKE ONTSPANNINGSOEFENINGEN VOOR THUIS OF OP JE WERK Kom tot rust met deze eenvoudige ontspanningsoefeningen Door te ontspannen krijgt je lichaam de mogelijkheid om zich te herstellen van de dagelijkse

Nadere informatie

Oefeningen nekklachten. Paramedischcentrum Landauer

Oefeningen nekklachten. Paramedischcentrum Landauer Oefeningen bij nekklachten Paramedischcentrum Landauer Rekken: Buig je hoofd naar een zijde, hand andere zijde hoofd en lichte druk tegen hoofd naar de zijde waar naar toe gebogen wordt. Breng geheel zover

Nadere informatie

Weet wat je kan Samenvatting op kaarten

Weet wat je kan Samenvatting op kaarten Samenvatting op kaarten 16 kaarten met samenvattingen van de inhoud van de module, psychoeducatie over een Lichte verstandelijke Beperking (LVB) voor cliënten en hun naasten. De kaarten 1 14 volgen de

Nadere informatie

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport Sanne Gielen Inleiding Starten met een nieuwe sport is voor iedereen spannend; Hoe zal de training eruit zien? Zal de coach aardig zijn? Heb ik een klik met mijn teamgenoten? Kán ik het eigenlijk wel?

Nadere informatie

Belangrijke aanwijzingen voordat u met de oefeningen begint:

Belangrijke aanwijzingen voordat u met de oefeningen begint: Belangrijke aanwijzingen voordat u met de oefeningen begint: Rek/Strek oefeningen mogen nooit pijn veroorzaken. Mocht u pijn krijgen stop dan onmiddellijk met de oefening. Het is belangrijk om de rek niet

Nadere informatie

KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT IJSHOCKEYTRAINER/COACH 2 (Teambegeleider) HOOFDSTUK 2. TECHNIEKANALYSE

KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT IJSHOCKEYTRAINER/COACH 2 (Teambegeleider) HOOFDSTUK 2. TECHNIEKANALYSE KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT 2012 IJSHOCKEYTRAINER/COACH 2 (Teambegeleider) HOOFDSTUK 2. TECHNIEKANALYSE TECHNIEKANALYSE Als coach draagt u de verantwoordelijkheid om de spelers te vertellen of zij de ijshockeytechnieken

Nadere informatie

Onderdeel 5: 10 cm of minder 3 punten; 11 t/m 20 cm = 2 punten; 21 cm of meer = 1 punt.

Onderdeel 5: 10 cm of minder 3 punten; 11 t/m 20 cm = 2 punten; 21 cm of meer = 1 punt. ZEILBOOTDIPLOMA 1. Van zwemmen naar voortbewegende technieken a.25 m rugcrawl, de hele baan zonder onderbreking uitzwemmen. b.25 m borstcrawl, de hele baan zonder onderbreking uitzwemmen. 2. Stuwen a.stuwen

Nadere informatie

Hoe kunt u ons bereiken?

Hoe kunt u ons bereiken? Beste trainers, leiders en sporters, De voorbereiding voor het nieuwe seizoen is waarschijnlijk al geschreven en de eerste trainingen gaan weer van start. Het sportseizoen begint weer! Heb je gedacht aan

Nadere informatie

Oefeningen bij schouderklachten

Oefeningen bij schouderklachten Oefeningen bij schouderklachten Uw behandelend arts heeft u geadviseerd oefeningen te doen om uw schouderklachten te helpen verminderen. Het is, in eerste instantie, niet nodig om de oefeningen onder begeleiding

Nadere informatie

De modulaire methode Theorievragen

De modulaire methode Theorievragen De modulaire methode Theorievragen Roeivereniging Naarden Jeroen Brinkman De modulaire methode Theorievragen 1 Inhoud Ten geleide... 3 De modulaire methode... 4 1. Theorievragen voor de roeier... 5 2.

Nadere informatie

Oefenprogramma revalidatie rechterzijde

Oefenprogramma revalidatie rechterzijde Oefenprogramma revalidatie rechterzijde Dit oefenprogramma ontvangt u van uw revalidatiearts. Oefen dit programma bij voorkeur 2x per dag. Oefeningen moet u pijnvrij kunnen doen, en adem door! In de oefengids

Nadere informatie

ONTSPANNINGSOEFENINGEN

ONTSPANNINGSOEFENINGEN OEFENING 1: VOEL JE LICHAAM Neem even de tijd jouw lichaam te voelen. Waar zit de spanning? Kan je de spanning beetje bij beetje loslaten? 1. Zorg ervoor dat je even niet gestoord wordt en ga rustig op

Nadere informatie