Verstening van het platteland!?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verstening van het platteland!?"

Transcriptie

1 Verstening van het platteland!? Quick scan naar de effecten van VABs op de kwaliteit en vitaliteit van het buitengebied in vijf gemeenten in Noord- en Zuidoost Brabant 20 mei 2014

2

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Samenvattende conclusies, effecten & aanbevelingen 3 3. Wat is er aan de hand 7 a) Agrarische sector in ontwikkeling: stoppende boeren en schaalvergroting 7 b) Emissies door de agrarische sector 16 c) Actorenanalyse 19 d) Beleid- en regelgeving Bijlagen 23

4 Inleiding Het buitengebied in Nederland is aan het veranderen. Er komt langzaamaan meer ruimte voor nieuwe, vaak buitengebied gebonden, sectoren zoals het toerisme. Een platteland van en voor agrariërs is niet meer vanzelfsprekend. In de gemeente Deurne zijn deze tendensen ook gesignaleerd. De afgelopen jaren zijn relatief veel boerenbedrijven gestopt. Onder meer door een gebrek aan opvolging of gebrek aan perspectief op groei door de locatie van het bedrijf. De zogenaamde vrijkomende agrarische bebouwing (VAB) heeft een nieuwe invulling nodig. Daar tegenover staat de groep agrariërs die juist willen groeien om een efficiënte bedrijfsvoering te kunnen handhaven. Ook speelt steeds vaker een scherpe maatschappelijke discussie over de agrarische sector. De samenleving kijkt met een kritische blik naar verstening, dierenwelzijn, gezondheidseffecten en de milieubelasting. Draagvlak Een centraal probleem op dit moment is een gebrek aan vertrouwen tussen de agrarische sector en (een deel van) de burgers in het buitengebied. Gezien de ontwikkelingen moet de agrarische sector veranderen, maar het lukt de partijen niet tot een gezamenlijke missie te komen. Het draagvlak ontbreekt nog om een transitie in het buitengebied samen mogelijk te maken en de kwaliteit en vitaliteit te versterken. Werkgroep In de nota Boeren met Buren; hoe kan een VAB bijdragen aan een Vitaal Platteland (november 2013) heeft de gemeente Deurne een analyse gemaakt van de ontwikkeling in de agrarische sector in Deurne. Ook is daarin gekeken naar kansrijke oplossingen om verstening tegen te gaan zoals staldering (nieuwbouw koppelen aan afbraak) en de mogelijkheden voor nieuwe invullingen van VABs. Als vervolgstap hebben de gemeenten Deurne en St. Oedenrode, Fontys Hogeschool en beeckk adviseurs besloten samen de situatie in het buitengebied vanuit een breder perspectief in beeld te brengen. Ook de provincie Noord-Brabant is als adviseur aangehaakt. Quick scan Eerste stap is het uitwerken van een probleemanalyse. Kloppen de ontwikkelingen die hierboven geschetst zijn? Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen en welke omvang hebben deze? Welke partijen en belangen herkennen we in dit speelveld? Is de problematiek in verschillende gemeenten vergelijkbaar? Door middel van een quick scan maken we dit inzichtelijk. We hanteren daarbij als invalshoek de ontwikkelingen in de agrarische sector en welke invloed deze hebben op het buitengebied in Noord- en Zuidoost Brabant. Specifiek gaan we in op vijf gemeenten in deze regio s. De uitkomsten bieden een basis om aan oplossingen te werken om de vraagstukken aan te pakken. Onderzoeksvraag In de quick scan worden de volgende onderzoeksvragen beantwoord: 1. Wat is de omvang en het effect van de ontwikkelingen in het buitengebied met betrekking tot vrijkomende agrarische bebouwing en schaalvergroting in de agrarische sector in de gemeenten Deurne, Someren, Oirschot, Eersel en St. Oedenrode? 1

5 2. Zijn er op dit moment netto al voldoende stenen in het buitengebied aanwezig? Ofwel, is het aantal m2 bebouwing dat de komende jaren vrijkomt door een afnemend aantal agrariërs voldoende om de gewenste extra bebouwing voor agrarische bedrijven die een schaalsprong maken te faciliteren? Onderzoeksopzet Om de onderzoeksvragen te beantwoorden is de ontwikkeling van het aantal stoppende agrariërs en schaalvergroting onderzocht in de vijf gemeenten. Ook is gekeken naar de ontwikkeling van de veestapel, de milieuemissies en de omvang van de bouwblokken. Deze gegevens zijn gebruikt om de verwachtingen voor 2020 inzichtelijk te maken en een raming te berekenen voor het aantal m2 agrarische bebouwing dat vrijkomt en/of nieuw wordt gerealiseerd. Aanvullend is een actorenanalyse uitgevoerd en is het huidige beleid- en regelgeving vanuit de provincie samengevat. De focus in deze quick scan ligt op de vijf specifieke gemeenten die in de onderzoeksvraag zijn benoemd. Het zijn vijf gemeenten met een omvangrijk buitengebied, met wel enig verschil in ligging en omvang. Wij denken dat deze vijf gemeenten een representatief beeld vormen voor de regio s Zuidoost- en Noordoost Brabant. Daar waar mogelijk en relevant is daarom ter vergelijking ook gekeken naar ontwikkelingen op regionaal of provinciaal niveau. Leeswijzer Als eerste worden de samenvattende conclusies weergegeven. Vervolgens wordt in deel A ingegaan op VABs, schaalvergroting, bouwblokken, de veestapel, de verwachtingen voor 2020 en het risico op verstening in het buitengebied. Deel B bevat een analyse van de ontwikkelingen rondom de milieuemissies door de agrarische sector. In deel C is de actorenanalyse uitgewerkt. Er wordt hier vooral ingegaan op de thema s die door de verschillende partijen als belangrijk worden gezien. Tot slot is in deel D het huidige beleid vanuit de provincie en het Brabantberaad rondom de veehouderij in beeld gebracht. 2

6 SAMENVATTENDE CONCLUSIES, EFFECTEN EN AANBEVELINGEN Conclusies De ontwikkelingen in de agrarische sector en de gevolgen daarvan zijn onderzocht in de gemeenten Deurne, St. Oedenrode, Eersel, Someren en Oirschot. Deze gemeenten laten vergelijkbare tendensen zien als het gaat om de afname van het aantal agrarische bedrijven, schaalvergroting, omvang van de veestapel en milieuemissies. De belangrijkste conclusies uit de quick scan zijn hieronder in schema s inclusief toelichting weergegeven. DE CIJFERS* Vrijkomende agrarische bebouwing (VAB) In de periode is het aantal agrarische bedrijven met 17% gedaald. De verwachting is dat tot 2020 nog eens circa 30% van de agrariërs stopt. Voor Deurne betekent dat een daling van 400 naar 280 agrarische bedrijven tussen Momenteel tellen de vijf gemeenten in totaal 616 inactieve agrarische bedrijven (geen dieren meer aanwezig). Het huidig aantal m2 vrijgekomen agrarische bebouwing in de gemeente Deurne wordt geschat op m2. Tot 2020 komt in Deurne naar verwachting nog eens m2 stal vrij door stoppende bedrijven. *De cijfers in de schema s gaan, tenzij anders vermeld, in op de totalen of het gemiddelde van de vijf onderzochte gemeenten tezamen. De afname van het aantal agrarische bedrijven zet gestaag door in de onderzochte gemeenten. Er is al een aanzienlijke hoeveelheid VABs en dit aantal blijft groeien. Bij een inventarisatie in Deurne heeft 20% van de veehouders nu al aangegeven uiterlijk in 2020 waarschijnlijk het bedrijf te beëindigen. Door de toenemende vergrijzing en gebrek aan opvolging is de verwachting dat dit aantal feitelijk oploopt tot circa 30%. In Deurne komt dat neer op 120 stoppers. Dit resulteert in m2 vrijkomende agrarische bebouwing. DE CIJFERS Schaalvergroting De gemiddelde economische omvang van agrarische bedrijven steeg tussen van 85 naar 128 nge. Someren en Deurne kennen relatief wat grotere agrarische bedrijven. Gemiddeld 145 nge in Someren en 135 nge in Deurne. Eersel volgt met 125 nge en St. Oedenrode en Oirschot met 112 nge. Het aandeel grote bedrijven steeg tussen van 12% naar zo n 20% en groeit naar circa 30% in Op basis van schaalvergroting wordt de vraag naar nieuwe stallen tot 2020 in Deurne geraamd op maximaal m2. Tegenover de trend van een afnemend aantal agrariërs staan de bedrijven die doorgroeien. Gemeten in economische omvang is duidelijk sprake van schaalvergroting in de sector. Het aantal grote bedrijven (>220 nge) stijgt dan ook en omdat deze tendens zich naar verwachting doorzet zal in 2020 circa 30% van de 3

7 bedrijven groter zijn dan 220 nge. Om deze groei te faciliteren is circa m2 aan extra bebouwing nodig. Gezien het aantal m2 stal dat vrijkomt door stoppende agrariërs is er netto al voldoende agrarische bebouwing aanwezig. Zeker als daar het aantal m2 dat op dit moment al leeg staat bij wordt opgeteld. Om verstening van het platteland te voorkomen is het daarom noodzakelijk ervoor te zorgen dat oude stallen gesloopt worden. Overschot aan agrarische bebouwing: Het netto overschot aan agrarische bebouwing tot 2020 in Deurne wordt geraamd op m2. DE CIJFERS Emissies De totale veestapel is nagenoeg gelijk, wel is sprake van meer dieren op één locatie door schaalvergroting. De uitstoot van ammoniak is tussen met 10% afgenomen. De totale geuremissie is vanaf 2000 ongeveer hetzelfde gebleven. De uitstoot van fijn stof is tussen met 14% gestegen, vanaf 2009 is sprake van een evenwicht. In de Peel en Kempen zijn relatief veel overbelaste gebieden. Dit zijn gebieden waar op lokaal niveau concrete overlast is door emissies vanuit de agrarische bedrijven. De gemiddelde geuremissie per agrarisch bedrijf is in Deurne en Someren Ou/s. In de overige gemeenten ligt de emissie tussen de en Ou/s. De gemeenten Deurne en Someren hanteren een maximale geurnorm van 14 Ou/s (voorgrondbelasting), terwijl de overige gemeenten een lagere norm hebben vastgesteld (7 of 10 Ou/s) Een belangrijkere constatering is dat in de Peel en Kempen relatief veel overbelaste situaties zijn op lokaal niveau. In deze specifieke gebieden is concrete overlast door de negatieve effecten van de veehouderij zoals geurhinder. In het tweede schema is te zien dat Deurne en Someren economisch gezien relatief wat grotere bedrijven kennen. Gevolg daarvan is dat er in deze gemeenten gemiddeld gezien per bedrijf ook meer dieren en meer geuruitstoot is. Wat bovendien opvalt is dat in Deurne en Someren een hogere geurnorm wordt gehanteerd dan elders. In deze gemeenten zijn er op dit moment meer groeimogelijkheden voor agrarische bedrijven qua milieunormering. 4

8 Effecten Vrijkomende agrarische bebouwing Door het afnemende aantal agrariërs is er nu, maar ook in 2020, een overschot aan m2 agrarische bebouwing. Indien er niets met deze stallen gebeurt dreigt leegstand en daarmee verrommeling en verstening van het buitengebied. Gezien het grote aantal VABs en het feit dat stallen lang niet altijd geschikt zijn voor andere buitengebied gebonden functies is het onvermijdelijk oude stallen te slopen om verstening tegen te gaan. Een kansrijk middel om sloop mogelijk te maken is staldering. In ruil voor ontwikkelruimte worden oude stallen, eventueel elders in het gebied, gesloopt. Er zijn bij staldering meerdere varianten mogelijk. Gezien de problematiek is het interessant om de verschillende mogelijkheden te verkennen en nader uit te werken. Het afnemend aantal agrarische bedrijven betekent ook dat in sommige delen van het buitengebied de landbouw/veehouderij verdwijnt als economische drager. Om de vitaliteit van deze gebieden te versterken is het van belang op zoek te gaan naar nieuwe, buitengebiedgebonden, functies. Herontwikkeling van VABs is nodig, evenals een open grondhouding vanuit overheden tegenover nieuwe initiatieven. Dit concludeert de universiteit van Wageningen in haar onderzoek naar leegstand in de agrarische sector 1. Zij verwachten dat voor circa 50% van de VABs herontwikkeling mogelijk is. Dit betekent echter ook dat sanering van agrarische bebouwing onontkoombaar is. Zorgvuldige veehouderij Het effect van enerzijds minder agrarische bedrijven en anderzijds schaalvergroting is dat er sprake kan zijn van een totale afname van de veestapel en milieuemissies. Op lokaal niveau kunnen echter nog steeds overschrijdingen plaatsvinden. Ondanks dat schaalvergroting kan leiden tot meer moderne stallen met minder emissies. De negatieve effecten van de veehouderij zorgen voor maatschappelijke discussies over schaalvergroting en heeft ertoe geleidt dat de aanpak van overbelaste gebieden, de urgentiegebieden, hoog op de agenda staat. Bovendien worden thema s als volksgezondheid, duurzaamheid, leefbaarheid en dierenwelzijn steeds belangrijker. De noodzaak blijft daarom tot een duurzame en zorgvuldige veehouderij te komen om de negatieve effecten van de agrarische sector te beperken. Met de nieuwe Verordening Ruimte en instrumenten als de urgentiegebieden en Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV) is dit traject vanuit de provincie en het Brabantberaad nadrukkelijk in gang gezet. 1 Vrijkomende agrarische bebouwing in het landelijk gebied, Alterra Wageningen UR (maart 2014), p. 34 5

9 Aanbevelingen Op basis van de uitkomsten van de quick scan is het van belang ten minste de volgende sporen verder te onderzoeken om de kwaliteit en vitaliteit van het buitengebied te borgen: a) Hoe wordt verdere verstening van het platteland door een toename van bebouwing voorkomen? Vanuit de conclusie dat het saneren van oude, vrijgekomen stallen onvermijdelijk is wordt het cruciaal instrumenten zoals te ontwikkelen die sloop kunnen stimuleren en faciliteren. Hierbij zijn in grote lijn twee sporen mogelijk; o Aan de voorkant, bij het verlenen van bouwvergunningen, afspreken dat het gebouw weer afgebroken wordt zodra het niet meer de functie heeft zoals bij de vergunning was afgesproken. Het voordeel van deze optie is dat er een duurzame oplossing ontstaat voor dit zich steeds herhalende probleem (door dat er steeds weer stoppende bedrijven zijn). o Aan de achterkant stimuleren dat bij het einde van de functie het gebouw wordt afgebroken, hier zijn onder andere de volgende mogelijkheden denkbaar: Door een aantrekkelijke herbestemming mogelijk te maken kan een win/win worden bereikt door als tegenprestatie te verlangen dat een gedeelte gesloopt moet worden. Buitengebiedgebonden bedrijven die uitbreidingsruimte vragen krijgen deze mits zij op locatie of elders een zelfde oppervlakte slopen (zelf, of via een sloopfonds). Bij deze mogelijkheden is nog geen oplossing geboden voor de ruime mogelijkheden die vergunningvrij bouwen bieden en ook tot verstening kunnen leiden. b) Herontwikkeling van VABs met nieuwe, buitengebied gebonden, functies is niet alleen nodig om verstening te voorkomen, maar ook om de vitaliteit van het buitengebied te versterken. Om herontwikkeling kansrijk te maken is het van belang het volgende in beeld te brengen: o Wat zijn haalbare ontwikkelmodellen die passen bij nieuwe economische activiteiten voor het platteland? o Hoe verbind je als overheid betrokken partijen met elkaar en creëer je een uitnodigend perspectief dat mensen stimuleert met nieuwe initiatieven te komen? 6

10 Wat is er aan de hand? In vier stappen wordt hier op ingegaan: A. Agrarische sector in ontwikkeling: stoppende boeren en schaalvergroting B. Emissies door de agrarische sector C. Actorenanalyse D. Beleid- en regelgeving A. Agrarische sector in ontwikkeling: stoppende boeren en schaalvergroting In dit eerste deel van de quick scan worden de belangrijkste ontwikkelingen in beeld gebracht. Het gaat om aantallen (stoppende) bedrijven, aantal dieren, milieubelasting en het aantal stenen in het buitengebied. We kijken naar de tendens van de afgelopen periode, maar ook naar het verwachte toekomstbeeld voor Ontwikkeling agrarische sector in relatie met aantallen bedrijven, stenen en dieren. Een cruciaal thema is de ontwikkeling van een afnemend aantal agrarische bedrijven aan de ene en schaalvergroting aan de andere kant die al sinds jaar en dag aan de gang is. Duurzaamheid is hierbij in de wetgeving nauwelijks geborgd. Bij de ontwikkeling van een bedrijf mag op maagdelijke grond gebouwd (stenen) gebouwd worden en geur en ammoniak uitgestoten worden. Als het bedrijf vervolgens stopt, dan is niet afgesproken dat de gebouwen (stenen) worden afgebroken en de vergunning moet worden ingetrokken. Een en ander heeft veel invloed op de ontwikkeling van het platteland op het gebied van het aantal stenen, dieren en milieuemissies. Ook spelen hier thema s als kwaliteit en vitaliteit van het platteland een belangrijke rol. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de vrijkomende agrarische bedrijven? En is er wel ruimte voor bedrijven om te groeien? 1. Aantal agrarische bedrijven Het aantal agrarische bedrijven neemt al jaren af. Vuistregel is een jaarlijkse afname van circa 3%. Onderstaande tabel geeft de ontwikkeling vanaf 2000 weer in de vijf onderzochte gemeenten. Tabel 1. Ontwikkeling aantal agrarische bedrijven (Bron: CBS) 7

11 De tabel geeft duidelijk de tendens weer van een afnemend aantal bedrijven. Gemiddeld is tussen 2006 en 2013 het aantal agrarische bedrijven met 17% afgenomen. In totaal zijn dat 263 gestopte boeren in de vijf gemeenten. In de gemeente Oirschot is de daling het laagst met 13% en in St. Oedenrode juist het sterkst met 20%. Deze gemiddelden zijn vergelijkbaar met de cijfers voor Zuidoost Brabant (afname van 17%), Noord- Brabant (16%) en heel Nederland (15%). Vrijkomende agrarische bebouwing (VAB) Zoals gezegd zijn er in de vijf onderzochte gemeenten vanaf 2006 in totaal 263 agrarische bedrijven gestopt. Voor de regio Zuidoost Brabant gaat het zelfs om 647 bedrijven. Als we de cijfers van het BVB erbij pakken komen we voor de vijf gemeenten momenteel op 616 inactieve veehouderijen. Dit zijn agrarische bouwblokken met een vergunning, maar waar op basis van het BVB momenteel geen dieren meer worden gehouden. Het afnemend aantal agrarische bedrijven resulteert in een aanzienlijke hoeveelheid vrijgekomen agrarische bebouwing (VAB). Deze VABs brengen een aantal problemen met zich mee: o Stoppen betekent niet dat de agrarische bestemming en vergunning vervalt Als een agrarisch bedrijf stopt dan is het niet zo dat de agrarische bestemming en de vergunning voor het houden van dieren automatisch vervalt. De planologische mogelijkheden voor een veehouderij blijven gekoppeld aan de locatie en dus bestaan. Door het Activiteitenbesluit is het bovendien niet langer dat een vergunning vervalt na 3 jaar van inactiviteit of dat een vergunning vanuit de gemeente ingetrokken kan worden. Ander aandachtspunt is dat een agrariër vaak op de locatie blijft wonen, waardoor een strijdigheid met het bestemmingsplan ontstaat. Wonen is immers niet toegestaan in een bedrijfswoning zonder bedrijf. o Leegstaande stallen Als een agrariër stopt blijven de stallen vaak staan. Ook al zijn deze volledig afgeschreven, de stallen vertegenwoordigen voor de boer gevoelsmatig een economische waarde waardoor deze niet gesloopt worden. Aan de voorkant is er, bij het toekennen van een bouwvergunning, ook geen afspraak over het saneren van stallen op het einde van hun levensduur. Via regelingen als een sloopfonds en ruimte voor ruimte verdwijnt wel een (klein) deel van de oude stallen. Omdat niet iedereen hier gebruik van maakt blijft er echter ook veel m2 stal leeg staan en ligt verloedering en verstening van het buitengebied op de loer. Het is voor overheden, maar ook voor burgers, een doorn in het oog dat door schaalvergroting er nieuwe stallen bij komen maar dat de oude, leegstaande bebouwing niet gesloopt wordt. Aan de volgende oplossingen kan worden gedacht: o Vergunningen Bij nieuwbouw van een stal dient deze meestens in 20 jaar bij de bank te worden afgelost. Het verdienmodel is hier op gebaseerd. In feite ontstaat dus na 20 jaar de ruimte om nieuwe investeringen te doen. Dat kan dan ook een goed moment zijn om de milieuvergunning aan de nieuwste ontwikkelingen te toetsen en bij te stellen. 8

12 o Staldering Een kansrijke oplossing voor het slopen van leegstaande agrarische bebouwing is staldering. Hierbij zijn in grote lijn twee sporen mogelijk; aan de voorkant, bij het verlenen van bouwvergunningen, afspreken dat het gebouw weer afgebroken wordt zodra het niet meer de functie heeft zoals bij de vergunning was afgesproken. Het voordeel van deze optie is dat er een duurzame oplossing ontstaat voor dit zich steeds herhalende probleem (door dat er steeds weer stoppende bedrijven zijn). Aan de achterkant stimuleren dat bij het einde van de functie het gebouw wordt afgebroken, hier zijn onder andere de volgende mogelijkheden denkbaar: o Door een aantrekkelijke herbestemming mogelijk te maken kan een win/win worden bereikt door als tegenprestatie te verlangen dat een gedeelte gesloopt moet worden. o Buitengebiedgebonden Bedrijven die uitbreidingsruimte vragen krijgen deze mits zij op lokatie of elders een zelfde oppervlakte slopen (zelf, of via een sloopfonds). Er zijn meerdere varianten mogelijk die het waard zijn om nader uit te werken. Het gaat dan met name om het in beeld brengen van de verschillende mogelijkheden, de juridisch/ planologische borging, financiële modellen en de eventuele risico s van staldering. Bij deze mogelijkheden is nog geen oplossing geboden voor de ruime mogelijkheden die vergunningvrij bouwen bieden en dus ook tot verstening leiden. o Herontwikkeling: wat kan wel en wat kan niet? Stoppende agrariërs gaan op zoek naar een nieuwe functies voor een VAB. Bekend zijn de bed & breakfasts, caravanstallingen en zorgboerderijen. Het is echter niet mogelijk alle VABs met dezelfde nieuwe functies te herontwikkelen. De universiteit van Wageningen geeft in haar onderzoek aan te verwachten dat voor 50% van de VABs herontwikkeling mogelijk is 2. Met het in sommige delen verdwijnen van de agrarische sector is het voor de vitaliteit van het buitengebied belangrijk dat nieuwe initiatieven van de grond komen. Deze bieden perspectief op nieuwe bedrijvigheid, maar ook op het oplossen van knelpunten. Denk bijvoorbeeld aan het principe van staldering. In ruil voor de ontwikkelruimte worden oude stallen gesloopt. In de praktijk werkt het nu al zo. Nieuwe functies worden toegestaan indien de oude bebouwing gesaneerd wordt. 2 Vrijkomende agrarische bebouwing in het landelijk gebied, Alterra Wageningen UR (maart 2014), p. 5 9

13 2. Schaalvergroting agrarische sector De ontwikkeling van schaalvergroting en intensivering is al jaren bezig in de agrarische sector. Gemeten in economische omvang constateren we vanaf 2000 de volgende ontwikkeling in de vijf gemeenten 3. Tabel 2. Ontwikkeling gemiddelde economische omvang agrarische bedrijven in NGE (Bron:BVB) Deurne St. Oedenrode Someren Oirschot Eersel In de onderzochte gemeenten is een duidelijke tendens te zien van schaalvergroting bij agrarische bedrijven. Het totaal aantal bedrijven neemt af, maar de gemiddelde omvang neemt toe. In 2000 was het gemiddeld aantal nge van een bedrijf 86. Dit is gegroeid naar 95 nge in 2006 en 128 nge in Te zien is dat met name tussen 2006 en 2013 een versnelde ontwikkeling heeft plaatsgevonden. In Noord-Brabant als geheel is op basis van cijfers van het CBS becijferd dat de standaardopbrengst (SO) van agrarische bedrijven tussen 2006 en 2013 met 35% is toegenomen. In 2006 was de SO ,- tegenover ,- in 2013 (incl. inflatiecorrectie). Hieronder is voor de gemeente Deurne de schaalvergroting nog eens in beeld gebracht. De taartpunt van de omvangrijke bedrijven wordt duidelijk groter, terwijl het aantal kleine bedrijven vermindert. In Deurne is het aandeel bedrijven dat in klasse 4 en 5 valt tussen 2006 en 2013 gegroeid van 5% naar 18%. In de andere vier gemeenten zien we een vergelijkbare ontwikkeling (zie ook bijlage 3). Tabel 3. Ontwikkeling economische omvang agrarische bedrijven Deurne in NGE (Bron:BVB) Klasse 1 Klasse 2 Klasse 3 Klasse 4 Klasse 5 Legenda 0-30 nge SO nge SO nge SO nge SO >400 nge > nge 3 De cijfers zijn afkomstig uit het Bestand Veehouderij Bedrijven (BVB). Dit is een openbaar bestand dat wordt bijgehouden op basis van gemeentelijke cijfers. Hierin zijn gegevens van de veehouderijen in Brabant geïnventariseerd. NGE is een economische maat dat de economische omvang van een bedrijf weergeeft. Eén NGE staat voor 1.400,- aan standaard opbrengst (SO) van een bedrijf. 10

14 3. Bouwblokken Door schaalvergroting/intensivering neemt de economische omvang en het aantal dieren per bedrijf toe. De verwachting is dan ook dat de omvang van benutte bouwblokken en bebouwingspercentages eveneens groeit omdat grotere bedrijven meer ruimte nodig hebben. Dit blijkt ook uit onderstaande grafieken waarin de gemiddelde omvang van de bouwblokken en bebouwingspercentages zijn gecategoriseerd naar omvang van de bedrijven 4. Agrarische bouwblokken mogen vanuit regelgeving een maximale omvang hebben van 1.5 ha. Tabel 4. Gemiddelde omvang bouwblok in ha. (Bron: BVB) 1,8 1,6 1,4 Tabel 5. Gemiddeld bebouwing%. bouwblok (Bron:BVB) ,2 Deurne 30 Deurne 1 Oirschot 25 Oirschot 0,8 0,6 0,4 Someren Eersel St. Oedenrode Someren Eersel St. Oedenrode 0,2 5 0 < 70 nge nge >220 nge 0 < 70 nge nge >220 nge 4. Aantal dieren In onderstaande grafieken is de ontwikkeling van het aantal dieren weergegeven. Wat opvalt is dat zowel in de Peel als in de Kempen de veestapel tussen 2000 en 2006 is afgenomen, maar is gevolgd door een kleine toename richting Op gemeenteniveau is er meer verschil. Zo zien we in de gemeenten Someren, St. Oedenrode en Oirschot een vergelijkbare ontwikkeling. De veestapel in Eersel is daarentegen steeds verder toegenomen, terwijl Deurne een licht dalende trend laat zien. Gesteld kan worden dat de veestapel de laatste jaren ondanks wat fluctuaties gemiddeld gezien nagenoeg gelijk blijft. Kanttekening hierbij is dat een pluimveehouder veel meer dieren houdt dan een varkenshouder, waarbij één kip in de vergelijking gelijkgesteld wordt aan één varken. Hierdoor kan een vertekend beeld ontstaan in de vergelijking van het aantal dieren per gemeente. De trends van stoppers versus schaalvergroting leidt in totaal niet tot meer dieren. Wel betekent het gemiddeld meer dieren per bedrijf. 4 De gegevens zijn op basis van de beschikbare cijfers uit het BVB geïnventariseerd. Deze cijfers zijn niet volledig representatief omdat het merendeel van de gegevens van bedrijven uit extensiveringsgebieden afkomstig is. Door te categoriseren in economische omvang is dit probleem opgelost. Grote bedrijven zitten vooral in de andere gebieden. 11

15 Tabel 6. Ontwikkeling veestapel totaal x (Bron: CBS) Tabel 7. Ontwikkeling veestapel totaal x (Bron: CBS) De Kempen De Peel Someren Deurne Sint-Oedenrode Oirschot Eersel Overige ontwikkelingen: stilzitters, 2 e locaties en diversificatie In de agrarische sector gaat het niet alleen om bedrijven die stoppen óf groeien. Er is ook een groep van zogenaamde stilzitters. Deze boeren zijn (nog) niet van plan te stoppen, maar groeien ook niet (door ligging, financiën, gebrek aan opvolging of motivatie). Groot nadeel is dat deze groep vaak niet investeert in nieuwe technologie om emissies terug te dringen (behalve als het wettelijk bepaald is) en daardoor vaak blijft werken met verouderde stallen. Een andere trend is dat agrariërs die op een bepaalde locatie niet meer mogen groeien een tweede locatie overnemen. Bijvoorbeeld een stopper/vab. Op die manier kan het bedrijf toch door ontwikkelen. Voordeel is dat een oplossing wordt gevonden voor een VAB. Tot slot zijn er bedrijven die overgaan tot diversificatie. Ze richten zich op meerdere bedrijfstakken. Dit kan in de agrarische sector zijn, maar ook in een aanverwante sector. Voordeel is dat dergelijke constructies nieuw elan aan een bedrijf geven, vaak tot een verbinding tussen de boer en zijn omgeving leiden en ook kansen biedt op innovatie. Aandachtspunt is dat nieuwe diensten aansluiten op het gebruik van het buitengebied. De nieuwe wetgeving biedt veel ruimte tot vergunningvrij bouwen. Binnen een bouwvlak mag, mits het gebouw lager is dan 5 meter, vrijwel onbeperkt gebouwd worden. Dit druist in tegen de gewenste sturing om per saldo geen extra verstening te krijgen. 12

16 6. Wat verwachten we richting 2020? Recent onderzoek van de Wageningen Universiteit 5 voorspelt een toenemende leegstand van agrarische bebouwing. In hun onderzoek trekken zij de tendens van 3% afname van bedrijven door en komen op basis daarvan tot een leegstand in Nederland van 32 miljoen m2 in In Brabantse gemeenten als Deurne en Boekel wordt echter een versnelde toename van het aantal stoppers verwacht. Dit komt onder meer door de Stoppersregeling Actieplan Ammoniak Veehouderij. Deze regeling maakt het voor intensieve veehouderijen mogelijk om hun bedrijf in de periode nog enkele jaren voort te zetten zonder een emissiearm stalsysteem zoals vereist in het Besluit Huisvesting. Richting 2020 gaan deze bedrijven echter waarschijnlijk stoppen, waardoor het percentage stoppers stijgt. Op basis van de bedrijfsontwikkelplannen wordt voor de gemeente Deurne duidelijk dat 20% van de veehouders zo goed als zeker gaat stoppen voor De gemeente Boekel kwam na een rondgang bij de boeren zelfs tot zo n 40%. Het CBS heeft berekend dat in 2012 bij circa 50% van de agrarische bedrijven het bedrijfshoofd ouder is dan 55 jaar. Hiervan heeft 65% geen opvolger 6. Dit gebrek aan opvolging speelt vooral bij kleinere bedrijven (80%), terwijl 70% van de grote bedrijven wel een opvolger heeft. Op grond van deze gegevens is het aannemelijk dat er nog meer agrarische bedrijven noodgedwongen moeten stoppen dan de 20% die dit al van plan zijn. Een afname van het aantal agrariërs met 30%, of misschien wel 40% zoals in Boekel, is daardoor een realistische aanname. Tegenover deze afname van het aantal bedrijven staat de schaalvergroting. Het aandeel grote bedrijven in Deurne is in % tegenover 5% in Deze tendens is ook zichtbaar in de andere vier onderzochte gemeenten. Hier varieert het aandeel in 2013 overigens tussen de 9% en 23%, met een gemiddelde van 16%. Als deze trend doorzet dan is het aandeel grote bedrijven in 2020 rond de 30%. Immers, de kleine bedrijven stoppen terwijl de middelgrote/grote doorgroeien. In onderstaande tabel is per 100 agrarische bedrijven de verdeling in kleine, middelgrote en grote bedrijven weergegeven voor Deurne in Daarnaast is, op basis van de genoemde ontwikkelingen, doorgerekend hoe deze verdeling in 2020 eruit ziet. Eerste uitgangspunt is 30 stoppende agrariërs. Dit zullen voornamelijk kleine bedrijven zijn en een paar middelgrote. We gaan uit van 25 kleine en 5 middelgrote bedrijven. Op grond van de verwachte schaalvergroting stijgt het aandeel grote bedrijven naar 30. Dit komt neer op een opschaling van 12 middelgrote bedrijven naar een grote onderneming ten opzichte van de huidige situatie in Het aantal middelgrote bedrijven daalt van 47 naar 30. Er stoppen er 5 en 12 groeien door tot een groot bedrijf. Tabel 8. Ontwikkeling agrarische bedrijven naar 2020 gemeente Deurne in procenten (Bron: CBS/BVB) Kleine bedrijven (>70 nge) Middelgrote bedrijven ( nge) Grote bedrijven (>220 nge) Stoppers / VABs 30 Totaal Vrijkomende agrarische bebouwing in het landelijk gebied, Alterra Wageningen UR (maart 2014)

17 7. Is er netto al voldoende m2 agrarische bebouwing aanwezig? Om te berekenen of er nu al voldoende m2 agrarische bebouwing aanwezig is in de gemeente Deurne maken we gebruik van de gegevens uit tabel 8 en koppelen deze uit de informatie uit paragraaf 1.3 over de omvang van de bouwblokken en bebouwingspercentages. Op die manier kan berekend worden hoeveel m2 bebouwing er vrij komt (door VABs) en er nog nodig is (door schaalvergroting). De berekening is gebaseerd op 100 agrarische bedrijven en de gemiddelden van de vijf onderzochte gemeenten wat betreft de omvang van de bouwblokken. Berekeningmethodiek per 100 bedrijven; Hoeveel m2 agrarische bebouwing komt vrij door VABs? Een klein agrarisch bedrijf heeft gemiddeld een bouwblok van ±0,85 ha en een bebouwingspercentage van ±20%. Het aantal m2 bebouwing komt daarmee op 1.700m2. Bij een middelgroot bedrijf gaat het om 22% bebouwing op 1,2 ha. Dit komt neer op 2.640m2. Als er 25 kleine bedrijven (25*1.700m2) en 5 middelgrote bedrijven (5*2.640m2) stoppen dan komt er in totaal m2 agrarische bebouwing vrij. Hoeveel m2 aan nieuwe agrarische bebouwing is nodig door schaalvergroting? Grote bedrijven hebben gemiddeld een bouwblok van 1,5ha en een bebouwingspercentage van circa 30%. Dat is 4.500m2 bebouwing. Door regelgeving is een bouwblok groter dan 1,5ha in principe niet mogelijk. Het bebouwingspercentage kan theoretisch wel groeien. Wij denken dat een maximaal bouwblokpercentage van 50% realistisch is. Vanwege de benodigde ontsluiting, het erf en de vorm van een bouwblok zijn hogere percentages slechts incidenteel aan de orde. Als aangenomen wordt dat 12 middelgrote bedrijven doorgroeien tot grote bedrijven met 1,5 ha bouwblok en gemiddeld een bebouwingspercentage van 45% dan is er maximaal m2 nieuwe stal nodig tot (Deze bedrijven hebben nu al 2.640m2 bebouwing en groeien door naar m2 (45% van 1,5ha). Dit komt neer op 4.110m2 * 12 is m2. ) Huidige leegstand in Deurne en doorkijk naar 2020 De afgelopen 6 jaar zijn er in Deurne circa 80 agrarische bedrijven gestopt. Gemeten vanaf 2000 zijn het er zelfs 200. Het BVB telt momenteel 183 inactieve agrarische bedrijven in Deurne. Locaties met een agrarische bestemming waar geen dieren meer worden gehouden. Het is niet precies duidelijk wat er is gebeurd met deze gestopte bedrijven en hun bebouwing. In algemeenheid zijn bijvoorbeeld via de ruimte-voor-ruimte regeling al wel stallen gesloopt. Veel stallen worden echter niet meer gebuikt of dienen als tijdelijke opslagplaats. Deze staan dus feitelijk niet leeg, maar worden niet langer voor agrarische doeleinden gebruikt 7. De Universiteit van Wageningen stelt dat circa 50% van de VABs herontwikkeld wordt 8. Als we deze aanname hanteren voor de 80 bedrijven die de laatste 6 jaar zijn gestopt is er al m2 agrarische bebouwing vrijgekomen die niet is herbestemd/gesloopt (40*1.700m2 als we de cijfers voor kleine bedrijven hanteren). 7 Vrijkomende agrarische bebouwing in het landelijk gebied, Alterra Wageningen UR (maart 2014), p Vrijkomende agrarische bebouwing in het landelijk gebied, Alterra Wageningen UR (maart 2014), p. 5 14

18 Als we de berekeningen vertalen naar de situatie in Deurne dan komen we tot de conclusie dat er tot 2020 een overschot is van circa m2 aan agrarische bebouwing. Dit geeft duidelijk aan dat het essentieel is ervoor te zorgen oude stallen te saneren om verstening in het buitengebied te voorkomen. De cijfers voor Deurne zijn gebaseerd op het huidige aantal agrarische bedrijven (400). De gegevens per 100 bedrijven uit het kader van de vorige pagina zijn x4 genomen en afgerond op hele duizendtallen. Tabel 9. Conclusie vrijkomende en benodigde agrarische bebouwing in Deurne op basis van 400 agrarische bedrijven. Conclusie voor gemeente Deurne Aantal m2 vrijkomende agrarische bebouwing in Deurne tot m2 Huidige geschatte leegstand m2 agrarische bebouwing in Deurne m m2 Aantal m2 agrarische bebouwing nodig voor groei in Deurne tot m2 - Overschot aan agrarische bebouwing in Deurne in m2 Het aantal m2 bebouwing dat vanwege stoppende agrarische bedrijven vrijkomt is genoeg om de verwachte groei door schaalvergroting te compenseren. Daar komt nog bij dat er al leegstand is op het platteland. De conclusie is dat er op dit moment netto al ruim voldoende m2 agrarische bebouwing aanwezig is in het buitengebied. Bovendien laten de cijfers zien dat als er niets gebeurt met de vrijkomende bebouwing er een forse verstening van het buitengebied dreigt. Er komt immers bijna 20 ha nieuwe stal bij tot 2020, terwijl het onzeker is wat er gebeurt met de stallen die vrij komen. Overige gemeenten In bijlage 2 hebben we voor de andere gemeenten dezelfde berekening uitgevoerd als voor Deurne. Conclusie is dat ook in de andere gemeenten Someren ( m2), St. Oedenrode ( m2), Oirschot (55.000) en Eersel ( m2) een netto overschot aan m2 agrarische bebouwing wordt verwacht in Voor de gemeenten St. Oedenrode en Oirschot hebben we de uitgangspunten voor de berekening iets aangepast omdat deze gemeenten relatief meer kleinschalige agrarische bedrijven tellen. Bovendien was voor de overige gemeente minder informatie beschikbaar waardoor de berekeningen uit bijlage 2 vooral als een indicatie gezien moeten worden. Op basis van specifiekere informatie kunnen deze berekeningen nader uitgewerkt worden. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de desbetreffende bijlage. 15

19 B. Emissies door de agrarische sector De milieubelasting door de agrarische sector is een belangrijk aspect in de discussie over ontwikkelruimte en schaalvergroting. Geurhinder is een bron van overlast voor omwonenden en fijn stof vormt een risico voor de volksgezondheid. Er wordt al lange tijd geprobeerd deze negatieve effecten van de landbouw in te perken. Een voorbeeld is de afwaartse beweging waarbij vanuit de reconstructie het doel was de intensieve veehouderij zoveel mogelijk te verplaatsen naar duurzame locaties. Dit was destijds vooral ingegeven vanuit de geur en ammoniak uitstoot. De indeling in LOG, verweving-, en extensiveringsgebied heeft nieuwe problemen opgeworpen. Met name concentraties in de LOG s en extensiveringsgebieden nabij burgerwoningen leiden tot ervaren overbelasting. Op dit moment wordt een werkwijze met urgentiegebieden uitgewerkt. Dit zijn gebieden waar overbelasting is door fijn stof en geur en er door de bewoners concrete overlast wordt ervaren. Deze plekken hebben prioriteit om tot een oplossing voor de hinder te komen. Later in deze quick scan gaan we dieper in op de urgentiegebieden. Nu kijken we eerst naar de ontwikkeling van de emissies in de afgelopen jaren. Tabel 10. Ontwikkeling emissies agrarische sector vijf gemeenten totaal (Bron:BVB) Geur Fijnstof Ammoniak *De gehanteerde schaal in tabel 10 is als volgt. Geur x Ou/s, Fijn stof x kg, Ammoniak x kg. Fijn stof Wat betreft de toename van fijn stof moet de nuancering worden gemaakt dat deze vooral tussen 2004 en 2009 plaatsvond en daarna redelijk constant is gebleven. Tabel 11. Vergunde emissie fijn stof in Noord-Brabant 9 Het is op basis van de regelgeving lang mogelijk geweest voor een bedrijf om, ook bij een te hoge fijn stof belasting in het gebied, uit te breiden en meer fijn stof uit te stoten. Dit in verband met de drempelwaarde waarbinnen een uitbreiding vergunbaar was. Hierdoor konden verdere overschrijdingen en nieuwe knelpunten ontstaan. 9 GESPREKSNOTITIE VERVOLGONDERZOEKSTURINGSMOGELIJKHEDEN OMVANG VEESTAPEL (2012), Arcadis, p

20 Geur De meest relevante verandering voor de geuremissie is de invoering van de Wet geurhinder en veehouderij in (Wgv) Gemeenten kunnen op grond van deze Wgv binnen een bepaalde bandbreedte variëren met de bescherming van geurgevoelige objecten. Hierbij dient de gemeente rekening te houden met de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van een gebied. Als een gemeente geen gebruik maakt van de bevoegdheid eigen afwijkende geurnormen vast te stellen, gelden de vaste wettelijke normen. Tabel 12. Gemiddelde geuremissie per bedrijf in Ou/s (x100) Tabel 13. Totale geuremissie Ou/s (x ) Bron: BVB Deurne St. Oedenrode Someren Oirschot Eersel Deurne St. Oedenrode Someren Oirschot Eersel Wat opvalt is een stijging in de gemiddelde geurbelasting per bedrijf. De totale geuremissie daalt echter licht. Zeker als we kijken naar de periode Dit sluit aan bij de schaalvergroting in de agrarische sector inclusief een gelijke omvang van de veestapel. Daarvoor, tussen 2000 en 2006, is in met name Deurne een toename van de geuremissie tot stand gekomen. In St. Oedenrode is dan weer een lichte stijging te zien tussen 2006 en Ook de verschillen tussen de gemeenten zijn te verklaren. Deurne heeft de meeste agrarische bedrijven en bovendien, samen met Someren, ook bedrijven met een grotere economische omvang. Het is daarom te verklaren dat de totale uitstoot hoger is in Deurne en dat in Someren en Deurne de uitstoot per bedrijf het hoogst is. In onderstaande tabel zien we de geurnormen (achtergrondbelasting) die de verschillende gemeenten hanteren in het buitengebied. Hier valt op dat Deurne en Someren, de gemeenten met de meeste uitstoot vanwege meer/grotere agrarische bedrijven ook de hoogste norm toepassen. Op basis van dit onderzoek valt niet te zeggen of dit verband met elkaar houdt. Wel is duidelijk dat er qua geuruitstoot meer ruimte voor uitbreiding is in deze gemeenten. Ook is het denkbaar dat juist hierdoor in deze gemeente veel maatschappelijke weerstand is tegen geuroverlast. Tabel 14. Geurnormen achtergrondbelasting buitengebied per gemeente in Oue/M Overbelaste gebieden Geurnorm in Oue/M3 17

21 De cijfers richten zich op een groot gebied. Een afname van de totale emissies wil niet zeggen dat er lokaal geen overbelaste situaties bestaan. Een overbelast gebied wil zeggen dat de gestelde uitstootnorm wordt overschreden. In onderstaande kaarten kleuren de overbelaste gebieden wat betreft ammoniak donker. In Noord-Brabant bevinden zich in de regio s de Peel en de Kempen relatief veel overbelaste plekken ten opzichte van elders in de provincie. Moderne stallen Als een bedrijf groeit moeten nieuwe stallen voldoen aan allerlei wettelijke eisen om de uitstoot van geur en fijn stof te verminderen. Met name luchtwas-systemen staan erom bekend de emissies te beperken. Zo bedraagt op dit moment het reductiepercentage voor ammoniak 70 tot 80%, voor geur gemiddeld 45% en voor fijn stof 60 tot 75% 10. Schaalvergroting (lees: steeds meer moderne stallen) in combinatie met een evenwicht in de omvang van de totale veestapel zou daarmee tot een reductie van de milieuemissies moeten leiden. Investeren in de groei van een bedrijf, waarbij naast een toename van het aantal dieren ook de nieuwste technologie wordt toegepast, hoeft niet te leiden tot meer uitstoot op die locatie. Integendeel zelfs. Gezien de ontwikkeling van het aantal stoppende agrariërs zou de totale uitstoot daarom steeds verder beperkt kunnen worden. Doordat er geen plafond is gesteld aan emissies kan de uitstoot van een bedrijf, ondanks moderne stallen, toch vermeerderen. Conclusie Belangrijke ontwikkelingen voor de milieu-uitstoot zijn meer moderne stallen en een dalende (of op zijn minst gelijk blijvende) veestapel. Ondanks de positieve tendens bij bijvoorbeeld de uitstoot van ammoniak ligt er nog steeds een opgave de emissies verder terug te dringen. Er zijn een groot aantal lokale situaties die te kampen hebben met overbelasting. Ook hier moet de situatie verbeteren om de leefbaarheid van het buitengebied te versterken. 10 Informatiedocument luchtwassystemen veehouderij (2013); Miniserie I&M, p

22 C. Actorenanalyse Veel partijen zijn betrokken bij de ontwikkelingen in het buitengebied. Het gaat om de overheden die verantwoordelijk zijn voor het behoud en versterken van de vitaliteit en kwaliteit van het platteland, maar natuurlijk ook de ondernemers die daar actief zijn. En dat zijn niet alleen ondernemers in de agrarische sector. Daarnaast wonen steeds meer mensen in het buitengebied die belang hechten aan de leefbaarheid en zijn er verschillende belangenorganisaties actief. We hebben de verschillende actoren in kaart gebracht en gekeken naar hun visies op het buitengebied. In onderstaand schema zijn de belangrijkste thema s die in deze visies terugkomen weergegeven. De onderwerpen die het meest centraal staan voor veel partijen zijn donkerder gekleurd. Dit zijn thema s die (bijna) iedereen belangrijk vindt en daarmee een verbindende factor zijn tussen de verschillende actoren. De uitgebreide analyse van de partijen en hun belangen is als bijlage opgenomen (bijlage 1). Financiering Innovatie Schaalsprong Kwaliteit buitengebied Ontwikkelruimte Duurzaamheid Leegstand Verstening Zorgvuldige Veehouderij Vitaal en leefbaar buitengebied Geur- en fijn stof emissie Volksgezondheid Wet en Regelgeving Vitaal en leefbaar buitengebied De overkoepelende kernwaarde, die door alle partijen onderschreven wordt, is een vitaal en leefbaar buitengebied. Er moet ruimte zijn om te ondernemen, maar ook om te wonen en te recreëren. Kwaliteit staat voorop, evenals het terugdringen van (milieu)overlast. Een vitaal en leefbaar platteland is de rode draad die partijen met elkaar kan verbinden. 19

23 Zorgvuldige veehouderij Een ander centraal thema dat door veel partijen belangrijk wordt gevonden is de zorgvuldige veehouderij. Iedereen lijkt het erover eens dat zorgvuldigheid en duurzaamheid de kernpunten zijn voor de transitie in de agrarische sector. Over de invulling van deze termen en de route er naar toe is nog niet iedereen het eens. Vanuit het Brabantberaad is een eerste invulling gegeven via de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (hierover later meer). Een partij als de Brabantse Milieu Federatie stelt echter vraagtekens bij de vastgestelde criteria van deze BZV. Zijn zien graag een grotere rol voor de volksgezondheid in het geheel. Ontwikkelruimte Ook belangrijk is het onderwerp ontwikkelruimte. De term staat centraal in de nieuwe denklijn van de provincie, ontwikkelruimte moet je verdienen en is niet onbegrensd. Het gaat hier om ontwikkelruimte voor de veehouderij. Deze blijft van belang om investeringen in duurzaamheid mogelijk te maken. Ontwikkelruimte is echter ook cruciaal in de problematiek van de VABs. Initiatieven zijn nodig om de vitaliteit en kwaliteit van het platteland te borgen. Het gaat dan om nieuwe bedrijvigheid, maar ook om ontwikkelruimte waarvoor als tegenprestatie oude stallen worden afgebroken. Maatschappelijke weerstand In de huidige maatschappij worden thema s als duurzaamheid, leefbaarheid, volksgezondheid en dierenwelzijn steeds belangrijker. Dit uit zich bijvoorbeeld in consumenten die steeds kritischer zijn op hun aankopen en bereid zijn meer te betalen voor biologische producten. Iedereen kent tegenwoordig de term plofkip en de Partij van de Dieren heeft twee zetels in de 2 e kamer. Ook op lokaal niveau spelen soms scherpe discussies. Megastallen worden niet zomaar geaccepteerd en burgers klagen over stank. Sommigen van hen organiseren zich in actiegroepen zoals Stop de stank in Deurne. Discussies zijn emotioneel waarbij de beleving van mensen een grote rol speelt. Dit maakt de dialoog tussen de partijen lastig. 20

24 D. Beleid- en regelgeving De veranderingen in het Brabantse buitengebied zijn de provincie, gemeenten en de andere actoren in de agrarische sector niet ontgaan. Belangrijke opgaven zijn het verder terugdringen van milieuemissies, de volksgezondheid, vrijkomende agrarische bebouwing en het op een duurzame wijze doorontwikkelen van de agrarische sector. Het sleutelwoord hierin is de zorgvuldige veehouderij. Om invulling te geven aan deze term is in februari 2013 het Brabantberaad bijeen geroepen. De provincie Noord-Brabant heeft daarvoor circa 70 organisaties uitgenodigd om over de opgaven in het buitengebied van gedachte te wisselen. Inmiddels is het Brabantberaad uitgegroeid tot een netwerk waarbij betrokken partijen gezamenlijk als doel hebben tot een zorgvuldige en duurzame veehouderij te komen. Brabantberaad In haar slotverklaring stelt het Brabantberaad dat zij in Brabant streven naar een transitie van industrial naar community farming. Dit wil zeggen dat boeren én burgers samen de dragers zijn van de voedselproductie, leefbaarheid, beleving en beheer van het landschap. Een transitie die vraagt om een gedragsverandering bij alle schakels, zowel agrariërs als consumenten. Leidend zijn gezondheid en een integrale benadering van duurzame landbouw en gezonde voeding. Eén van de doelstellingen is het terugbrengen van overbelaste situaties en gebieden via wet- en regelgeving en de omgevingsdialoog. Nieuwe denklijn De denklijn van gedeputeerde staten ontwikkelruimte moet je verdienen en is niet onbegrensd wordt door alle partijen van het Brabantberaad onderschreven. Op gebiedsniveau komt per streek een maatschappelijk gedragen gebiedsprofilering tot stand vanuit het gekozen perspectief en de kansen die er liggen. Groei voor bedrijven is mogelijk binnen het volume van stoppende bedrijven. Duurzaamheid en innovatie staan daarbij voorop. Voor overbelaste situaties zoals in de Peel moet de overbelasting verminderen voor alle aspecten die met de veehouderij samenhangen. De verwachting is dat het volume van de veestapel in Brabant verder zal dalen maar dit is geen garantie. Met name door de afschaffing van de melkquotering ontstaat immers het risico dat de melkveestapel gaat toenemen. Ook in de Peel is het nodig die ontwikkeling en het beschermingsniveau van de omgeving zorgvuldig te monitoren en zo nodig interventies voorstellen om de verwachte ontwikkeling te borgen. Verordening Ruimte In de Verordening Ruimte die in januari 2014 is vastgesteld staat de hierboven geschetste denklijn ontwikkelruimte moet je verdienen en is niet onbegrensd centraal. Dit betekent dat ontwikkelingsruimte alleen mogelijk is als dit bijdraagt aan de transitie naar een zorgvuldige veehouderij. Voor deze transitie zijn drie sporen benoemd: - ontwikkelruimte is alleen mogelijk als dit op bedrijfsniveau bijdraagt aan een verdere verduurzaming door het treffen van (bovenwettelijke) maatregelen; - de som van het effect van alle bedrijven in een gebied mag de draagkracht van een gebied niet te boven gaan; - door het bieden van een economisch perspectief aan de landbouw en agrofood door meer toegevoegde waarde van het product, transparantie en nieuwe verdienmodellen. 21

25 Een andere voorwaarde is dat een zorgvuldige dialoog gevoerd moet zijn tussen ondernemers en hun omgeving. Die dialoog is specifiek gericht om in een vroeg stadium van elkaars standpunten op de hoogte te zijn en mensen bij de ontwikkeling te betrekken. Tot slot blijven bouwblokken gemaximeerd tot 1,5 ha. Uitzondering is als extra ruimte een specifiek knelpunt oplost. Brabantse Zorgvuldigheidscore Veehouderij (BZV). In de VR is de bevoegdheid opgenomen voor GS om nadere regels te stellen voor zorgvuldige veehouderij. Deze nadere regels staan inmiddels bekend als de Brabantse Zorgvuldigheidscore Veehouderij (BZV). De BZV maakt het handelen van de veehouder op het gebied van volksgezondheid, dierenwelzijn en fysieke leefomgeving inzichtelijk. Wanneer de veehouder relevante aspecten beter regelt dan de wet voorschrijft haalt hij een hoge BZV-score en kan daarmee ontwikkelruimte verdienen. De veehouder wordt op deze manier geprikkeld om te investeren. In veel gevallen is de veehouder dan genoodzaakt tot uitbreiding, om zo de kosten te kunnen terugverdienen. Dit is waar de provincie heen wil. Veehouders willen uitbreiden en gemeenten en provincie willen meer duurzame en schonere bedrijven. Urgentiegebieden Een ander belangrijk punt vanuit het Brabantberaad is de overbelasting van specifieke gebieden door de veehouderij. De missie is dat er in 2020 geen overbelaste situaties meer zijn in Brabant. Dit zijn gebieden waar de kwaliteit van de woonomgeving en/of de gezondheidssituatie onder de maat zijn en worden aangemerkt als urgentiegebieden. Afgesproken is dat de gemeenten voor de zomer van 2014 een overzicht van deze urgentiegebieden voorleggen aan het Brabantberaad. De indicatoren hiervoor zijn tenminste geurhinder, fijn stof belasting en de beleving van de bewoners. Binnen ieder urgentiegebied wordt een impactgebied bepaald waar de overlast zich laat gelden. Belangrijk is het in beeld brengen van de oorzaken, stimuleren van innovatie en het ondersteunen van potentiele stoppers, omschakeling, verplaatsing en sanering. Verder is afgesproken dat in impactgebieden geen ontwikkelingen plaatsvinden, tenzij deze bijdragen aan de oplossingen van de problematiek. In afwachting van de definitieve vaststelling breidt de veestapel in de urgentiegebieden niet uit. Tot slot worden verbeterplannen waar mogelijk afgestemd en gecombineerd met de aanpak van de ammoniakproblematiek. Conclusie Conclusie is dat op provinciaal niveau al concrete stappen zijn gezet om tot een transitie in de agrarische sector en daarmee het buitengebied te komen. Deze stappen zijn op basis van de dialoog tussen veel betrokken partijen tot stand gekomen en inmiddels al vertaald in de provinciale beleidskaders. Er is een gezamenlijke missie geformuleerd en met de BVZ en urgentiegebieden wordt al invulling gegeven aan een concrete aanpak op gebiedsniveau. Hier ligt nu ook de vervolgstap. Het doorvertalen van de aanpak naar de verschillende regio s en gemeenten, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van deze gebieden. Van belang is ook op dit kleiner schaalniveau weer samen met de relevante actoren tot planvorming en uitvoering daarvan te komen. 22

26 Bijlagen Bijlage 1. Actorenanalyse Actor Belang Huidig handelen Gemeenten Gemeenten hebben als doel de kwaliteit en vitaliteit van het Gemeenten orienteren zich momenteel op de ontwikkelingen en landelijk gebied te behouden/versterken. Ook thema's als economie en volksgezondheid staan centraal. Belangrijk is het omgaan met de effecten van ontwikkelingen als stoppende agrariers en opschaling. Verstening wil men tegengaan, maar er zal ook voldoende bedrijvigheid moeten blijven. Bovendien spelen zowel de belangen van agrariers, burgers als andere ondernemers. zijn het beleid hierop aan het formuleren (of hebben dat al gedaan). Belangrijke thema's daarin zijn het voorkomen van verstening en het toestaan van meer mogelijkheden voor buitengebied gebonden activiteiten op het platteland. Ook voor de bedrijven die een schaalsprong willen maken wordt gekeken naar mogelijkheden. Belangrijk uitgangspunt voor gemeenten is het toepassen van maatwerk op basis van gemeente specifieke eigenschappen en belangen. Provincie Brabantse Milieufederatie Actorenanalyse Net als de gemeenten kiest de provincie voor een vitaal en mooi landelijk gebied. Het versterken van de 'groenblauwe mantel', robuuste natuur- en watersystemen, is een hoofdpunt. Wat betreft agrarische bedrijven staat het ontwikkelingen van een 'zorgvuldige veehouderij' centraal. Provinciale staten heeft voor veehouderijen de denklijn vastgesteld 'Ontwikkelruimte moet je verdienen en is niet onbegrensd'. Om ontwikkelruimte te verdienen moet sprake zijn van een (een ontwikkeling naar) een zorgvuldige veehouderij. De Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij bevat hier nadere regels voor. Verder is een agrarisch bouwblok gemaximeerd op 1,5ha. Groter kan alleen als dat een specifiek knelpunt oplost. Voor VABs heeft de provincie onder meer de RvR-regeling. De BMF gaat voor duurzame plattelandsontwikkeling. Het De komende tijd krijgen 'landbouw en klimaat' (o.a. werkveld omvat land- en tuinbouw, kwaliteit buitengebied, voedselcampagne, energie, broeikasgassen) en 'landbouw en leefbaarheid en streekeconomie. Daarbij kijkt de BMF ook volksgezondheid' (o.a. fijnstof, MRSA, Q-koorts) prioriteit. Ook zit naar factoren als ruimtegebruik, het beslag van de landbouw de BMF in het Brabantberaad. op de brandstofvoorraad (voor o.a. kunstmest, transport) en andere grondstoffen, de productie van bio-brandstoffen, het gebruik van water en de productie en verwerking van afval. Brabantberaad Het Brabantberaad is een netwerk van circa 70 organisaties In het netwerk worden via de dialoog tussen partijen dat vooral inzet om te komen tot een zorgvuldige veehouderij oplossingen bedacht om te komen tot een zorgvuldige in Brabant. Bovendien is het doel in 2020 alle overbelaste veehouderij. Op dit moment is er de BZV en de aanpak door situaties qua milieuuitstoot op te lossen. middel van urgentiegebieden. Dorps- en wijkraden Voor dorps- en wijkraden is leefbaarheid in brede zin het belangrijkste thema. De ontwikkelingen in het buitengebied hebben effect op de leefbaarheid van met name kleine kernen. Wijk- en dorpsraden denken graag mee en behartigen de belangen van de bewoners. Stoppende agrariers Agrariers Burgers wonend in het buitengebied Burgergroepen: bv.vereniging Stop de Stank Door een gebrek aan opvolging, groeiruimte of onvoldoende rendement, besluiten veel agrariers om hun bedrijf te beëindigen. In veel gevallen blijft de agrarier in het huis wonen en komt de agrarische bebouwing leeg te staan. Een deel van de agariers wil een schaalsprong maken om zowel een efficiente bedrijfsvoering te waarborgen als te kunnen voldoen aan wet- en regelgeving (vooral op gebied van milieu). Burgers hebben in algemeenheid vooral moeite met de schaalsprong die agrarische bedrijven maken. Dit vanwege de geur- en fijnstofemissie, maar ook vanuit gezondheidseffecten (o.a. door uitbraak Q-koorts). Ook de onbekendheid van wat er achter de dichte gebouwen gebeurt leidt tot ongerustheid. Dit leidt ook tot polarisatie tussen agrariers en burgers in het landelijk gebied. Doel van Stop de Stank is het bevorderen van de kwaliteit van het leefmilieu in de meest brede zin. Het streven naar een optimale kwaliteit van lucht, voedsel, bodem en water. Het stimuleren van leeefbaarheid en duurzaamheid. 23 Veel agrariers hebben het gevoel dat de leegstaande stallen nog altijd een economische waarde vertegenwoordigen (ook al is de bebouwing al volledig afgeschreven). Ook brengt sloop kosten met zich mee. Sloop komt eerder ter sprake als daar iets tegenover staat zoals ruimte voor een andere ontwikkeling (RvR bijv). Functieverandering wordt bijvoorbeeld gezocht in de recreatieve sector (o.a. B&B's), zorgboerderijen of caravanstalling. De agrariers die een schaalsprong willen maken komen met uitbreidingsplannen naar de gemeente. Veel van de mogelijkheden wordt bepaald door de ligging van het bedrijf en de milieuzoneringen. Indien uitbreiding op de eigen locatie maar beperkt mogelijk is kiezen agrariers tegenwoordig ook voor een tweede locatie elders. Bijvoorbeeld door een bedrijf van een stopper over te nemen. Burgers letten streng op ontwikkelingen in het buitengebied. Zeker als het gaat om zogenaamde megastallen. Belangrijk middel is het bezwaar maken tegen planologische procedures. Ook is er sprake van organisatie van burgers in (actie)verenigingen die gezamenlijk uiting geven aan de maatschappelijke weerstand tegen ontwikkelingen die zij niet zien zitten. Het stoppen van de groei van het aantal dieren en een ontwikkeling naar een duurzame veehouderij staat voor hen centraal. Informeert burgers over feiten en ontwikkelingen, organiseert informatie- en discussiebijeenkomsten, spreekt politici aan op beleid, dient zienswijzen in / voert procedures, werkt samen met regionale en provinciale milieuorganisaties

27 24

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Ontwerp. Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Ontwerp. Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten Veehouderij en geur Ontwerp geurgebiedsvisie en geurverordening 2016 Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten Asten Historie: reconstructie, afwaartse beweging ammoniakreductie prioriteit

Nadere informatie

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Brede Dialoog 20 oktober 2015 Heusden

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Brede Dialoog 20 oktober 2015 Heusden Veehouderij en geur geurgebiedsvisie en geurverordening 2015 Brede Dialoog 20 oktober 2015 Heusden Geursituatie 2015 Overbelaste locaties Heusden Ommel Concentratie Intensieve veehouderij ten zuiden van

Nadere informatie

Duurzame Veehouderij Hilvarenbeek

Duurzame Veehouderij Hilvarenbeek Duurzame Veehouderij Hilvarenbeek Inleiding De Brabantse veehouderij vervult een koploperpositie in de wereld en levert een belangrijke bijdrage aan de economische positie van Brabant. Anderzijds zijn

Nadere informatie

Wet plattelandswoning

Wet plattelandswoning Wet plattelandswoning Presentatie themabijeenkomst agrofood en gezonde leefomgeving Son en Breugel, 26 maart 2015 Aanleiding Illegale bewoning van agrarische bedrijfswoningen door derden, die niet aan

Nadere informatie

Stand van zaken duurzaam veehouderijbeleid. 5 november 2013

Stand van zaken duurzaam veehouderijbeleid. 5 november 2013 Stand van zaken duurzaam veehouderijbeleid 5 november 2013 Inhoud Rijksoverheid provincie Noord Brabant Beleid Oirschot Toetsingsinstrument gezondheid bij veehouderijen Beleid rijksoverheid Dierrechten/mestoverschot

Nadere informatie

Leegstand agrarisch vastgoed

Leegstand agrarisch vastgoed Leegstand agrarisch vastgoed Aard, omvang, duiding en oplossingsrichtingen 26 mei 2016, Edo Gies, Alterra Wageningen UR 2 Een stille revolutie op het platteland Dynamiek in de landbouw (1950 2016) 4 x

Nadere informatie

Bedrijfsontwikkeling-uitbreiding

Bedrijfsontwikkeling-uitbreiding Hoe kan ik mijn bedrijf slim uitbreiden? Ondernemersdag intensief 18 november 2014 Bedrijfsontwikkeling-uitbreiding Door : Jos Commissaris Adviseur Omgeving ZLTO Kern van het komende uur: Wat heb je als

Nadere informatie

Aard,omvang en oplossingsrichtingen huidige en toekomstige leegstand agrarische vastgoed Nederland

Aard,omvang en oplossingsrichtingen huidige en toekomstige leegstand agrarische vastgoed Nederland Agrarisch Vastgoed Aard,omvang en oplossingsrichtingen huidige en toekomstige leegstand agrarische vastgoed Nederland 9 maart 2017, Edo Gies, Wageningen Environmental Research (Alterra) 2 Agrarische ontwikkeling

Nadere informatie

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening ** Vastgesteld oktober 2014 Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening Visie verplaatsing nietagrarische bedrijven binnen het buitengebied Status: vastgesteld door de gemeenteraad van Houten d.d.

Nadere informatie

Verordening ruimte en BZV. Agrivaknet 17 april 2014 Jan de Groot a.j.m.de.groot@dlv.nl 06-83905420

Verordening ruimte en BZV. Agrivaknet 17 april 2014 Jan de Groot a.j.m.de.groot@dlv.nl 06-83905420 Verordening ruimte en BZV Agrivaknet 17 april 2014 Jan de Groot a.j.m.de.groot@dlv.nl 06-83905420 DLV DLV kantoren Landelijke dekking met regiokantoren te: - Uden (Zuid-Nederland) - Deventer (Oost-Nederland)

Nadere informatie

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat Kenmerk: BELEIDSREGEL OMGEKEERDE WERKING: WOON- EN LEEFKLIMAAT. Aanleiding. Er zijn meerdere redenen aanwezig om een beleidsregel omgekeerde werking

Nadere informatie

Actualisatie gemeentelijke geurverordening gemeente Sint Anthonis. Informatieve bijeenkomst gemeenteraad maandag 14 september 2015

Actualisatie gemeentelijke geurverordening gemeente Sint Anthonis. Informatieve bijeenkomst gemeenteraad maandag 14 september 2015 Actualisatie gemeentelijke geurverordening gemeente Sint Anthonis Informatieve bijeenkomst gemeenteraad maandag 14 september 2015 Rode draad van deze toelichting In dit overleg focus op actualisatie gemeentelijke

Nadere informatie

POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg

POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg Bestuursafspraken CONCEPT versie 27 november 2015 1. Inleiding Het landelijk gebied van de regio Noord-Limburg is divers van karakter; bestaande uit beekdalen,

Nadere informatie

LOG Montfort - Maria Hoop

LOG Montfort - Maria Hoop LOG Montfort - Maria Hoop Notitie Milieuruimte Definitief Gemeenten Roerdalen en Echt-Susteren Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 8 januari 2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PLANTLOON BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PLANTLOON BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PLANTLOON BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN Vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 5 juni 2014 1. INLEIDING Het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied:

Nadere informatie

RAADSINFORMATIEBRIEF

RAADSINFORMATIEBRIEF RAADSINFORMATIEBRIEF Onderwerp: Registratienummer: 00538382 Datum: 20 maart 2015 Portefeuillehder: Steller: Nummer: RIB BeterBuitenGebied no. 3 Feiten en cijfers ontwikkeling veehderij Deurne N. Lemlijn

Nadere informatie

Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV)

Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV) Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV) Jos van Lent Provincie Noord Brabant NVTL studiedag 10 maart 2015 Zorgvuldige Veehouderij 2020 2013 Afspraken Ruwenberg Innovatie Nieuwe verdienmodellen

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Fijnstof. Jos van Lent, provincie Noord Brabant

Informatiebijeenkomst Fijnstof. Jos van Lent, provincie Noord Brabant Informatiebijeenkomst Fijnstof Jos van Lent, provincie Noord Brabant Overzicht presentatie Omvang problematiek Brabantse aanpak Saneringsopgave Voorkomen nieuwe overschrijdingen Voorlichting & stimulering

Nadere informatie

Programma Leegstand Pilot Vab s - gemeenten

Programma Leegstand Pilot Vab s - gemeenten Programma Leegstand Pilot Vab s - gemeenten In samenwerking met: gemeenten Oss, Boxmeer, Gemert-Bakel en Hilvarenbeek 22 mei 2016 Marc van de Ven mpjvdven@brabant.nl Programma Leegstand Experimenten (detailhandel

Nadere informatie

De Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014 vast te stellen.

De Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014 vast te stellen. Datum: 13-05-14 Onderwerp Evaluatie geurverordening veehouderij Boxtel Status Besluitvormend Voorstel De Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014

Nadere informatie

Veehouderij 2012 Bedrijfsontwikkelingen, ammoniak, geur en fijnstof

Veehouderij 2012 Bedrijfsontwikkelingen, ammoniak, geur en fijnstof Provincie Noord-Brabant Veehouderij 2012 Bedrijfsontwikkelingen, ammoniak, geur en fijnstof Auteur U.M.Henkel Datum 1 april 2014 2 Samenvatting De Rapportage Veehouderij 2012 bevat informatie over de ontwikkelingen

Nadere informatie

Vrijkomende agrarische bebouwing in het buitengebied

Vrijkomende agrarische bebouwing in het buitengebied Vrijkomende agrarische bebouwing in het buitengebied LTO NOORD SHARONA DE KLERK 1 JULI 216 SAMENVATTING De problematiek omtrent Vrijkomende Agrarische Bebouwing zal de komende jaren toenemen. Dat schreef

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Structuurvisie Ruimtelijke Ontwikkeling en Verordening Ruimte 2014

Informatiebijeenkomst Structuurvisie Ruimtelijke Ontwikkeling en Verordening Ruimte 2014 Informatiebijeenkomst Structuurvisie Ruimtelijke Ontwikkeling en Verordening Ruimte 2014 Programma 09.00-09.30 uur ontvangst 09.30-10.15 uur plenair gedeelte 10.30-11.30 uur parallelsessie 1 11.30-11.45

Nadere informatie

Gemeente Boekel. Vrijkomende Agrarische bedrijfsgebouwen. Seminar. 26 mei Ted van de Loo Wethouder grondgebiedzaken

Gemeente Boekel. Vrijkomende Agrarische bedrijfsgebouwen. Seminar. 26 mei Ted van de Loo Wethouder grondgebiedzaken Gemeente Boekel Seminar 26 mei 2016 Vrijkomende Agrarische bedrijfsgebouwen Ted van de Loo Wethouder grondgebiedzaken Gemeente Boekel Gemeente Boekel Gemeente Boekel Kenmerken van Boekel Onze context:

Nadere informatie

CONCEPT regels Verordening ruimte 2014 naar aanleiding van de dialoog Brabants mestbeleid

CONCEPT regels Verordening ruimte 2014 naar aanleiding van de dialoog Brabants mestbeleid Bijlage 2 Bij statenmededeling Brabants Mestbeleid d.d. 15 november 2016 CONCEPT regels Verordening ruimte 2014 naar aanleiding van de dialoog Brabants mestbeleid 1. Definities Hokdierenhouderij Het houden

Nadere informatie

Bijlage 3 Knelpuntenanalyse en -aanpak veehouderij-gerelateerde knelpunten

Bijlage 3 Knelpuntenanalyse en -aanpak veehouderij-gerelateerde knelpunten Bijlage 3 Knelpuntenanalyse en -aanpak veehouderij-gerelateerde knelpunten a. Algemeen Het oplossen van de knelpunten vergt maatwerk. In deze paragraaf is per provincie en per gemeente uiteengezet welke

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

AANGETEKEND Provincie Noord-Brabant Gedeputeerde Staten Postbus MC s-hertogenbosch

AANGETEKEND Provincie Noord-Brabant Gedeputeerde Staten Postbus MC s-hertogenbosch AANGETEKEND Provincie Noord-Brabant Gedeputeerde Staten Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Onderwerp: sommatie maatregelenpakket zorgvuldige veehouderij [Plaats invullen], [datum invullen] Hoogedelgestrenge

Nadere informatie

Statenmededeling. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van Actuele ontwikkelingen rondom mestbeleid in Noord-Brabant

Statenmededeling. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van Actuele ontwikkelingen rondom mestbeleid in Noord-Brabant Statenmededeling Onderwerp Mestbewerking in Noord-Brabant Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van Actuele ontwikkelingen rondom mestbeleid in Noord-Brabant Aanleiding In maart 2014 hebben

Nadere informatie

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening'

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening' 'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening' Kenmerk: BELEIDSREGEL OMGEKEERDE WERKING: WOON- EN LEEFKLIMAAT, TWEEDE HERZIENING Aanleiding. Op 22 april 2014 heeft de gemeenteraad

Nadere informatie

Werkbijeenkomst landelijk gebied 20 april 2016

Werkbijeenkomst landelijk gebied 20 april 2016 Beleid vrijkomende bedrijfsbebouwing buitengebied Werkbijeenkomst landelijk gebied 20 april 2016 Agenda 1. Welkom 2. Inleiding (huidig beleid) 3. VAB s in Wierden - (Jochem Besten) 4. Leegstand perspectief

Nadere informatie

VAB; en hoe nu verder? Erwin Haveman Projectadviseur LTO Noord

VAB; en hoe nu verder? Erwin Haveman Projectadviseur LTO Noord VAB; en hoe nu verder? Erwin Haveman Projectadviseur LTO Noord Huidige omvang van VAB LTO Noord voerde in 2016 een second opinion uit, naar aanleiding van het rapport van Alterra, Wageningen UR in 2014

Nadere informatie

Onderwerp Regeling verplaatsen agrarische bedrijfswoningen gemeente Venray 2019

Onderwerp Regeling verplaatsen agrarische bedrijfswoningen gemeente Venray 2019 B en W Adviesnota Onderwerp Regeling verplaatsen agrarische bedrijfswoningen gemeente Venray 2019 Zaaknummer Teammanager Margon van den Hoek B & W datum 28 Januari 2019 Afdeling/Team Stad Dorpen en Wijken/Ruimtelijke

Nadere informatie

Notitie Achterhoekse uitwerking provinciale Omgevings verordening niet-grondgebonden veehouderij.

Notitie Achterhoekse uitwerking provinciale Omgevings verordening niet-grondgebonden veehouderij. Notitie Achterhoekse uitwerking provinciale Omgevings verordening niet-grondgebonden veehouderij. Poho RO/Plato 9 juli 2015. Provinciaal omgevingsbeleid. Artikel 2.5.6.2 van de provinciale verordening

Nadere informatie

Plan van aanpak afronding Actieplan Ammoniak Stoppersregeling 1 januari 2020 september 2017

Plan van aanpak afronding Actieplan Ammoniak Stoppersregeling 1 januari 2020 september 2017 Plan van aanpak afronding Actieplan Ammoniak Stoppersregeling 1 januari 2020 september 2017 Afronding Actieplan Ammoniak (stoppersregeling 1 januari 2020). Versie: 8 september 2017 Inleiding. Momenteel

Nadere informatie

Transitie Zorgvuldige Veehouderij 2020. Deel 3: Wat moet je weten? Vooral voor degenen die een gesprek aangaan met de ondernemer!

Transitie Zorgvuldige Veehouderij 2020. Deel 3: Wat moet je weten? Vooral voor degenen die een gesprek aangaan met de ondernemer! Transitie Zorgvuldige Veehouderij 2020 Deel 3: Wat moet je weten? Vooral voor degenen die een gesprek aangaan met de ondernemer! Programma Opening en Terugblik Verordening ruimte (waaronder normen geur

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Gevolgen van megabedrijven in de intensieve veehouderij voor milieu en landschap

Gevolgen van megabedrijven in de intensieve veehouderij voor milieu en landschap Gevolgen van megabedrijven in de intensieve veehouderij voor milieu en landschap Themabijeenkomst grootschaligheid in de veehouderij, 31 oktober 2008 Statencommissie voor het Fysieke Domein, provincie

Nadere informatie

Bijlage 9 Toelichting op 1 e Begrotingswijziging 2018

Bijlage 9 Toelichting op 1 e Begrotingswijziging 2018 Bijlage 9 Toelichting op e 208 PS-vergadering: 0 november 207 Onderwerp e 208 Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Toelichting Na vaststelling van het ontwerpbesluit III (behorend bij beslispunt 0

Nadere informatie

Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp SP Cuijk Postbus AB Cuijk

Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp SP Cuijk Postbus AB Cuijk Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp 8 5431 SP Cuijk Postbus 88 5430 AB Cuijk 0485-338300 info@odbn.nl www.odbn.nl Datum 22 maart 2016 Aan Gemeente Haaren, de heer Van Nuland Van De heer

Nadere informatie

toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid

toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid Zoönosen aandachts punt voor GGD Streefwaarden 10 ou woonkernen

Nadere informatie

Benadering van VAB s. Crijns Rentmeesters bv. Bianca Göertz. Rentmeester van nu. Klanten

Benadering van VAB s. Crijns Rentmeesters bv. Bianca Göertz. Rentmeester van nu. Klanten Benadering van VAB s Crijns Rentmeesters bv Bianca Göertz Rentmeester van nu Rentmeester: traditioneel beheerder onroerend goed Rentmeester van nu: ook ontwikkeling onroerend goed All-round adviseur ontwikkeling

Nadere informatie

Rode draad van deze toelichting

Rode draad van deze toelichting Rode draad van deze toelichting Achtergronden van de wetgeving Gemeentelijke geurnormen Aanhoudingsbesluit en actualisatie gemeentelijke geurverordening Ontwikkelingen regelgeving Achtergronden van de

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 9.5. Doetinchem, 17 april 2013. MER bestemmingsplan Buitengebied - 2012

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 9.5. Doetinchem, 17 april 2013. MER bestemmingsplan Buitengebied - 2012 Aan de raad AGENDAPUNT NR. 9.5 MER bestemmingsplan Buitengebied - 2012 Voorstel: 1. In het bestemmingsplan Buitengebied - 2012 aan de wijzigingsbevoegdheid voor het veranderen van de vorm of het vergroten

Nadere informatie

Aan de voorzitter en leden van Provinciale Staten van Limburg

Aan de voorzitter en leden van Provinciale Staten van Limburg Aan de voorzitter en leden van Provinciale Staten van Limburg Cluster RMT Behandeld E.H.J. Roos Ons kenmerk 2016/69221 Telefoon +31 43 389 88 04 Uw kenmerk - Maastricht 13 september 2016 Bijlage(n) 1 Verzonden

Nadere informatie

Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB)

Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) Niels Crooijmans, advocaat bij Goorts & Coppens Advocaten in Deurne, houdt zich bezig met de ontwikkelingen in het buitengebied en met name de transitie van dit buitengebied.

Nadere informatie

Toetsingskader en aanpak fijn stof bij veehouderijen

Toetsingskader en aanpak fijn stof bij veehouderijen Toetsingskader en aanpak fijn stof bij veehouderijen Diederik Metz Tom Kierkels (Nederweert) Toetsingskader: onderscheid naar type woning In Monitoring 2013 is gemeenten gevraagd om per TBO aan te geven

Nadere informatie

Plan van Aanpak Aandachtslocaties Bergeijk 2016

Plan van Aanpak Aandachtslocaties Bergeijk 2016 Plan van Aanpak Aandachtslocaties Bergeijk 2016 Afdeling Beleid & Ontwikkeling 18 mei 2016 1 Inhoud 1 Voorgeschiedenis en doelstelling 3 2 Advisering ankbordgroep en urgentieteam 4 3 Verzamelen van informatie

Nadere informatie

Raadsvergadering d.d. : 30 maart 2017 Agendanr.: : Bouwen, wonen en milieu

Raadsvergadering d.d. : 30 maart 2017 Agendanr.: : Bouwen, wonen en milieu Raadsvergadering d.d. : 30 maart 2017 Agendanr.: Afdeling : Beleid en Ontwikkeling Portefeuillehouder : Wethouder S.C.A. Luijten Wethouder M.M. Kuijken Onderwerp : vaststellen Verordening geurhinder en

Nadere informatie

EVALUATIE GEURGEBIEDSVISIE GEMEENTE SOMEREN 2017

EVALUATIE GEURGEBIEDSVISIE GEMEENTE SOMEREN 2017 NORMEN ACHTERGRONDGEURBELASTING EN BESTEMMEN BURGERWONINGEN 6 juni 2017 NORMEN ACHTERGRONDGEURBELASTING EN BESTEMMEN BURGERWONINGEN gemeente Someren Fred Stouthart, Anita Michiels, Marij Aben en Frank

Nadere informatie

Gemeente Boekel AB/ Z/

Gemeente Boekel AB/ Z/ Nota van Zienswijzen behorende bij bestemmingsplan Burgt 15 d.d. 29 maart 2012 Gemeente Boekel Ontwerpbesluit d.d. 13 september 2011 Ontwerp bestemmingsplan d.d. 14 september 2011 Ter visie van 21 september

Nadere informatie

Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018

Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018 Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018 Aanleiding De provincie Noord Brabant en de regio s Zuidoost en Noordoost Brabant vinden het belangrijk om de handen in één

Nadere informatie

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, eerste herziening'

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, eerste herziening' 'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, eerste herziening' Kenmerk: BELEIDSREGEL OMGEKEERDE WERKING: WOON- EN LEEFKLIMAAT, EERSTE HERZIENING Aanleiding. Op 22 april 2014 heeft de gemeenteraad

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016 Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016 Zomerstaete Holding B.V. De heer L. Flier Provincialeweg 7d 3271 LW Mijnsheerenland Inleiding In gevallen dat een besluit of plan betrekking heeft op activiteiten

Nadere informatie

Bijlage 11 Omgevingsdialoog

Bijlage 11 Omgevingsdialoog Bijlage 11 Omgevingsdialoog INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMENE INFORMATIE 1 2 VOORBEREIDING 1 3 OMGEVINGSDIALOOG 2 4 VRAGEN VANUIT DE BUREN 3 1 ALGEMENE INFORMATIE Overzicht Locatie Gespreksverslag omgevingsdialoog

Nadere informatie

Op weg naar een zorgvuldige veehouderij in 2020 Ruimte voor initiatieven? Die moet je verdienen!

Op weg naar een zorgvuldige veehouderij in 2020 Ruimte voor initiatieven? Die moet je verdienen! Op weg naar een zorgvuldige veehouderij in 2020 Ruimte voor initiatieven? Die moet je verdienen! De samenleving stelt steeds hogere eisen aan de productie van vlees. Smaak en prijs zijn niet meer maatgevend.

Nadere informatie

VOORSTEL WERKWIJZE DIALOOG 5 juni 2013

VOORSTEL WERKWIJZE DIALOOG 5 juni 2013 VOORSTEL WERKWIJZE DIALOOG 5 juni 2013 1. Aanleiding In dit voorstel wordt invulling gegeven aan het begrip dialoog zoals vermeld in het dossier Transitie naar een zorgvuldige veehouderij 2020. Dit dossier

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 19 oktober Nummer 2730

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 19 oktober Nummer 2730 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 19 oktober 2012 Nummer 2730 Onderwerp Grotere bouwvlakken dan 2 ha veehouderij. Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting In een

Nadere informatie

Begrenzing Primair agrarisch gebied (Primag)

Begrenzing Primair agrarisch gebied (Primag) Begrenzing Primair agrarisch gebied (Primag) 1.1 Inleiding Het buitengebied van de gemeente Deurne, dat behalve de kernen van Deurne, Vlierden, Liessel, Neerkant en Helenaveen, het gehele grondgebied van

Nadere informatie

Achterstraat 13a en 15, Randwijk

Achterstraat 13a en 15, Randwijk Onderzoek agrarische geurhinder Achterstraat 13a en 15, Randwijk De Milieuadviseur Datum: 18 mei 2017 Projectnummer: 17034 Samenvatting Op de locatie Achterstraat 13a-15 te Randwijk wordt voormalige agrarische

Nadere informatie

Meer ruimte voor ruimte?

Meer ruimte voor ruimte? Meer ruimte voor ruimte? St. Centrale Dorpenraad Landelijk Noord 2011 St. Centrale Dorpenraad Landelijk Noord Dorpsweg Ransdorp 35 1028 BK Ransdorp Tel 020-4904437 www.centraledorpenraad.nl Meer ruimte

Nadere informatie

Discussienotitie Plattelandswoning

Discussienotitie Plattelandswoning Discussienotitie Plattelandswoning Nummer 1, januari 2015. Wethouder Nicole Lemlijn Beleidsmedewerker plattelandsontwikkeling Wendela de Ridder Inhoudsopgave 1. Uitgangssituatie 3 1.1. Inleiding 3 1.2.

Nadere informatie

Besluit van de gemeenteraad d.d. 22 maart 2016, nr. 15B, tot gewijzigd vaststellen van het schuur voor schuur-beleid aanpassing van het KGO-beleid.

Besluit van de gemeenteraad d.d. 22 maart 2016, nr. 15B, tot gewijzigd vaststellen van het schuur voor schuur-beleid aanpassing van het KGO-beleid. Gemeenteblad van de gemeente Dinkelland Jaargang: 2016 Nummer: 24 Uitgifte: 5 april 2016 Besluit van de gemeenteraad d.d. 22 maart 2016, nr. 15B, tot gewijzigd vaststellen van het schuur voor schuur-beleid

Nadere informatie

Toelichting * 4 4 284 7* Inleiding. Bestemmingsplan en ruimtelijk beleid

Toelichting * 4 4 284 7* Inleiding. Bestemmingsplan en ruimtelijk beleid * 4 4 284 7* Inleiding Toelichting De heer Van de Kamp heeft een verzoek ingediend voor het aanpassen van de bestemming van het perceel Knapzaksteeg 15. Het plan is om hier de volgende dieren te gaan houden:

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Gemert-Bakel Buitengebied, herziening juli 2014

Bestemmingsplan. Gemert-Bakel Buitengebied, herziening juli 2014 Bestemmingsplan Gemert-Bakel Buitengebied, herziening juli 2014 2 Toelichting Status: vastgesteld Datum: 2 oktober 2014 3 4 Inhoud Hoofdstuk 1. Achtergrond en opzet... 6 1.1 Aanleiding... 6 1.2 Planopzet...

Nadere informatie

Instrumentenkoffer urgentiegebieden veehouderij

Instrumentenkoffer urgentiegebieden veehouderij Instrumentenkoffer urgentiegebieden veehouderij (Versie 1: 3 juni 2014) Inleiding Voor u ligt de eerste versie van de notitie Instrumentenkoffer urgentiegebieden veehouderij. Wij hebben geprobeerd om de

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 13. Datum: 12 augustus 2014. Decosnummer: 226. E. m.borkent@dalfsen.nl T.

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 13. Datum: 12 augustus 2014. Decosnummer: 226. E. m.borkent@dalfsen.nl T. Raadsvoorstel Status: Besluitvormend Agendapunt: 13 Onderwerp: Geurverordening Datum: 12 augustus 2014 Portefeuillehouder: dhr. N.L. Agricola Decosnummer: 226 Informant: Marco Borkent E. m.borkent@dalfsen.nl

Nadere informatie

Bijlage 1: kwaliteitsverbetering

Bijlage 1: kwaliteitsverbetering Bijlage 1: kwaliteitsverbetering Aanleiding De kwaliteit van het landelijk gebied is belangrijk voor een hoogwaardig leef- en vestigingsklimaat en draagt daardoor bij aan de economische ontwikkeling van

Nadere informatie

Toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid

Toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid Toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid Inhoud Toelichting toetsingsinstrument Proces Keuze indicatoren

Nadere informatie

Aanbevelingen voor een sloopregeling

Aanbevelingen voor een sloopregeling Aanbevelingen voor een sloopregeling Noodzaak om te slopen? Hoe groot is het probleem? 32 mln. m2 totaal tot 2030 8 mln. m2 blijft bewoond 4 mln. m2 wordt weer agrarisch verkocht (erven na 2000) 20% wordt

Nadere informatie

Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Gemeenteraad Raadsvergadering van 9-2-2017. Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Samenvatting: Uw raad heeft in 2008 een geurgebiedsvisie en geurverordening

Nadere informatie

De Marke III te Hengevelde

De Marke III te Hengevelde Onderzoek geurhinder veehouderijbedrijven De Marke III te Hengevelde Gemeente Hof van Twente Datum: 26 november 2013 Projectnummer: 120218 Auteur: Projectleider: Project: SAB Postbus 479 Projectnummer:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 29 383 Regelgeving Ruimtelijke Ordening en Milieu 28 973 Toekomst veehouderij Nr. 295 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Nadere informatie

Vitaal buitengebied Boekel - Arthur Hermans -

Vitaal buitengebied Boekel - Arthur Hermans - Vitaal buitengebied Boekel - Arthur Hermans - 18 september 2012 AB/009296 Inhoud 1. Achtergrond 2. Positie beleidsvisie 3. Gelopen proces 4. De visie - inhoud 1. Strategie 2. Kwaliteitsgids 3. Waardering

Nadere informatie

Herziening Bestemmingsplan buitengebied Bergeijk 2016

Herziening Bestemmingsplan buitengebied Bergeijk 2016 Herziening Bestemmingsplan buitengebied Bergeijk 2016 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 augustus 2016 / projectnummer: 3127 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De gemeente Bergeijk

Nadere informatie

GEUR EN FIJN STOF IN DE GEMEENTE HILVARENBEEK

GEUR EN FIJN STOF IN DE GEMEENTE HILVARENBEEK GEUR EN FIJN STOF IN DE GEMEENTE HILVARENBEEK ONDERZOEK NAAR DE BELASTING 28 oktober 2015-2 - GEUR EN FIJN STOF IN DE GEMEENTE HILVARENBEEK ONDERZOEK NAAR DE BELASTING In opdracht van gemeente Hilvarenbeek

Nadere informatie

Beleidsnotitie nieuwe denkrichting Vrijkomende (Agrarische) Bebouwing (VAB) in het buitengebied

Beleidsnotitie nieuwe denkrichting Vrijkomende (Agrarische) Bebouwing (VAB) in het buitengebied Beleidsnotitie nieuwe denkrichting Vrijkomende (Agrarische) Bebouwing (VAB) in het buitengebied 1. Inleiding In het buitengebied is een groot aantal voormalige agrarische locaties en woningen waar veel

Nadere informatie

Bijdrageregeling woningbouw en sloopvergoeding in het kader van Buitengebied in Ontwikkeling CONCEPT

Bijdrageregeling woningbouw en sloopvergoeding in het kader van Buitengebied in Ontwikkeling CONCEPT Bijdrageregeling woningbouw en sloopvergoeding in het kader van Buitengebied in Ontwikkeling CONCEPT Uden, juni 2009 Inhoudsopgave blz 1. Inleiding 3 2. Stimuleren ontwikkelingen in het landelijk gebied

Nadere informatie

Vergelijking wijzigingsbevoegdheden en gedelegeerde bevoegdheden

Vergelijking wijzigingsbevoegdheden en gedelegeerde bevoegdheden Vergelijking wijzigingsbevoegdheden en gedelegeerde bevoegdheden In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de meest belangrijke wijzigingen in bevoegdheden en procedures die worden toegepast

Nadere informatie

Dialoog veehouderij Venray

Dialoog veehouderij Venray Dialoog veehouderij Venray aanbevelingen dialoog veehouderij gemeente Venray Datum 21 december 2016 Portefeuillehouder Martijn van der Putten Team RO Naam steller Jos Kniest De onderstaande aanbevelingen

Nadere informatie

EVALUATIE GEURBELEID Gemeente Boxtel

EVALUATIE GEURBELEID Gemeente Boxtel EVALUATIE GEURBELEID 2013 Gemeente Boxtel 0 0 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 1 2. Situatie... 3 3. Uitgangspunten van de berekeningen... 4 3.1 Rekenmodel... 4 3.2 Onderzoeksgebied... 4 3.3 Bronnen en geurgevoelige

Nadere informatie

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014 Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014 Achtergrondinformatie Fijnstof is een vorm van luchtverontreiniging die een negatief effect kan hebben op de gezondheid van de mens. Kortstondige blootstelling

Nadere informatie

Kadernota bestemmingsplanherziening Buitengebied 2016 Module mestbeleid

Kadernota bestemmingsplanherziening Buitengebied 2016 Module mestbeleid Kadernota voor het Bestemmingsplan Buitengebied 2016 Gemeente Boekel Module plattelandswoning Kadernota bestemmingsplanherziening Buitengebied 2016 Module mestbeleid Gemeente Boekel Versie 2.3 module plattelandswoning

Nadere informatie

1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER)

1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) 1 De gemeente Gemert-Bakel wil een nieuw bestemmingplan voor het buitengebied vaststellen. Belangrijk uitgangspunt is om de inhoud af te stemmen op de provinciale

Nadere informatie

Bijlage 3 Knelpuntenanalyse en -aanpak veehouderijen

Bijlage 3 Knelpuntenanalyse en -aanpak veehouderijen Bijlage 3 Knelpuntenanalyse en -aanpak veehouderijen a. Algemeen Het oplossen van de knelpunten vergt maatwerk. In deze paragraaf is per provincie en per gemeente uiteengezet welke acties ondernomen zijn

Nadere informatie

Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert

Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert Bestemmingsplan: Oud bestemmingsplan: Gemert-Bakel Buitengebied 2006 Bouwblok: Agrarisch bedrijf, met de aanduiding Intensieve

Nadere informatie

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. *17it.02805* Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon heeft van 5 oktober tot en met 15 november 2017 ter inzage gelegen. Gedurende

Nadere informatie

Nota functieverandering buitengebied Oost Gelre

Nota functieverandering buitengebied Oost Gelre Nota functieverandering buitengebied Oost Gelre ROBGB-1100019 maart 2011 Nota functieverandering buitengebied Oost Gelre 1. Samenvatting Oost Gelre heeft beleid voor functieverandering van vrijkomende

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk Nationale landschappen: aandacht en geld nodig! 170610SC9 tk 7 Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk De Rekenkamer Oost-Nederland heeft onderzoek

Nadere informatie

Ledenbrief Stopdestank Deurne Vereniging voor bescherming van volksgezondheid, leefbaarheid en milieu nummer 45 mei 2015

Ledenbrief Stopdestank Deurne Vereniging voor bescherming van volksgezondheid, leefbaarheid en milieu nummer 45 mei 2015 Ledenbrief Stopdestank Deurne Vereniging voor bescherming van volksgezondheid, leefbaarheid en milieu nummer 45 mei 2015 In deze ledenbrief informatie over het indienen van zienswijzen tegen de Geurgebiedsvisie

Nadere informatie

Geuronderzoek. Bandijk 33 datum 7 oktober BK Lathum opsteller ing. D.J. (Dick) Hengeveld locatie Bandijk 33a telefoon

Geuronderzoek. Bandijk 33 datum 7 oktober BK Lathum opsteller ing. D.J. (Dick) Hengeveld locatie Bandijk 33a telefoon Geuronderzoek opdrachtgever VOF Den Hartog Van Beek status Definitief Bandijk 33 datum 7 oktober 2014 6988 BK Lathum opsteller ing. D.J. (Dick) Hengeveld locatie Bandijk 33a telefoon 088 888 66 61 Lathum

Nadere informatie

Verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij voor de gemeente Dongeradeel

Verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij voor de gemeente Dongeradeel Verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij voor de gemeente Dongeradeel Nota van toelichting ten aanzien van de verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder

Nadere informatie

Inloopavond Ontwikkelperspectief Buitengebied. 24 april 2019

Inloopavond Ontwikkelperspectief Buitengebied. 24 april 2019 Inloopavond Ontwikkelperspectief Buitengebied 24 april 2019 Wat gaan we doen? 1. Welkom door wethouder Frits van der Wiel 2. Wat haalden we op? 3. Waar lopen we tegenaan? 4. Hoe gaan we het anders doen?

Nadere informatie

Aanleiding Adviesvraag Beoordeling

Aanleiding Adviesvraag Beoordeling Betreft : Advies luchtkwaliteit bp agrarische enclave en Speuld Ermelo Locatie : Garderenseweg 135, De Beek 75 en Garderensweg 155 in Ermelo Bevoegd gezag: gemeente Ermelo Ons kenmerk : Z-15-00811 Uw kenmerk

Nadere informatie

Betreft : Quickscan geur ontwikkelingslocaties 01 t/m 05, 10 t/m 12, 18,23 en 32

Betreft : Quickscan geur ontwikkelingslocaties 01 t/m 05, 10 t/m 12, 18,23 en 32 Hoevestein 20b Postbus 4156 4900 CD Oosterhout tel.: 0162-456481 fax.: 0162-435588 email: info@ageladviseurs.nl internet: www.ageladviseurs.nl Memo Datum : 8 maart 2011 Bestemd voor : Gemeente Landerd

Nadere informatie

Intensieve veehouderij en gezondheid. Henk Jans, arts MG/chemicus Renske Nijdam 15 juni 2009

Intensieve veehouderij en gezondheid. Henk Jans, arts MG/chemicus Renske Nijdam 15 juni 2009 Intensieve veehouderij en gezondheid Henk Jans, arts MG/chemicus Renske Nijdam 15 juni 2009 Inhoud presentatie Actualiteit Componenten Beleving Kansen en bedreigingen Onderzoeksvoorstel Actualiteit Handtekeningenactie

Nadere informatie

Beleidsnota Schuur voor schuur gemeente Dinkelland

Beleidsnota Schuur voor schuur gemeente Dinkelland CVDR Officiële uitgave van Dinkelland. Nr. CVDR401610_1 10 april 2019 Beleidsnota Schuur voor schuur gemeente Dinkelland De raad van de gemeente Dinkelland, gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Economisch hart van de Kempen

Economisch hart van de Kempen 1 Gemeente B lade 1 Economisch hart van de Kempen Nummer : R2015.016 Onderwerp : Beleid urgentiegebieden Aan de raad Samenvatting Op 6 november 2014 heeft uw raad kennis genomen van het plan van aanpak

Nadere informatie