Raadsvoorstel. Vergadering d.d. 19 april 2016 Agendapunt: Datum B&W 15 maart 2016 Portefeuillehouder T. Antonis. S. Langenbach / Kempen

Transcriptie

1 Raadsvoorstel Vergadering d.d. 19 april 2016 Agendapunt: Datum B&W 15 maart 2016 Portefeuillehouder T. Antonis Document-nr Onderwerp Uitvoering Participatiewet in de Kempen. Opsteller S. Langenbach / Kempen Voorstel Uw raad wordt gevraagd om: 1. In te stemmen met het dienstverleningsmodel voor de uitvoering van de Participatiewet; 2. In te stemmen met het participatie scenario 3 (100% doelgroep bereik in 2019); 3. Kennis te nemen van het dekkingsvoorstel om het tekort op het participatie voor 2016 en 2017 te dekken uit de algemene reserves van de WVK; 4. In te stemmen met het voorstel om de dekking van het tekort op het participatie voor 2018 en verder te bezien in de totale inkomsten en uitgaven in het sociale domein; 5. In te stemmen met de inzet voor realisatie van één garantiebaan voor Reusel-De Mierden in 2016, oplopend tot 2,5 in 2020 en 3,36 in 2023; 6. Voor de kosten van de garantiebaan in 2016 een op te nemen van structureel en het e voor de jaren 2017 en volgende (structureel nog ) op te nemen op de lijst nieuw beleid voor de begroting ; 7. Tegenover het gestelde onder 5 en 6 een verhoging van ontvangsten uit de BUIG-uitkering te ramen van in 2016 en voor de jaren 2017 en volgende nog Inleiding/aanleiding Met ingang van 1 januari 2015 is de Invoeringswet Participatiewet in werking getreden. Het betreft hier in feite de voortzetting van de WWB (Wet werk en bijstand), aangevuld met een aantal nieuwe instrumenten, zoals loonkostensubsidie en beschut werken. Per 1 januari 2015 is de toegang tot de Wsw (Wet sociale werkvoorziening) voor nieuwe cliënten geblokkeerd en zijn de toegangscriteria voor nieuwe gevallen in de Wajong (Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten) aangescherpt. Als gevolg hiervan zal de komende jaren een beroep gedaan worden op de Participatiewet. Burgers, die door de veranderde regelgeving van de Wsw en Wajong niet meer kunnen instromen in die regelingen, zullen zich voor een deel tot de gemeente wenden voor een uitkering en/of ondersteuning bij het vinden van een arbeidsplaats. Om inzicht te verkrijgen in de financiële en niet financiële aspecten die verband houden met de uitvoering van de Participatiewet en de nieuwe instrumenten die deze wet biedt, hebben de Colleges van de vier Kempengemeenten een bestuursopdracht vastgesteld. De gemeente Oirschot heeft de bestuursopdracht niet vastgesteld, maar wel geparticipeerd bij de uitvoering van de bestuursopdracht. De Bestuursopdracht luidt als volgt: 1. Breng de gevolgen zoals onder andere de financiële consequenties, de specifieke doelgroepen, de participatie mogelijkheden van deze doelgroepen, de maatschappelijke effecten en consequenties in beeld in het kader van de invoering van de Participatiewet. Een en ander in samenhang tot de transities Zorg en Jeugdhulp. 2. Adviseer de opdrachtgever over de optimale vormgeving van het re-integratiebeleid en participatiebeleid voor de gehele doelgroep Participatiewet en biedt daar waar mogelijk verschillende scenario s aan. 1

2 3. In verband met de inzet op de breedte van het sociale domein (drie transities) en de participatie van alle inwoners van de Kempen dienen nieuwe concepten, combinaties en mogelijkheden te worden aangeboden c.q. geadviseerd. 4. Maak een financiële doorrekening van de inzet van de diverse in te zetten instrumenten en geef inzicht in de niet-financiële (maatschappelijke) effecten van het al dan niet inzetten van deze instrumenten. 5. Onderzoek de (financiële) haalbaarheid van de inzet van de instrumenten structurele loonkostensubsidie en beschut werken, zowel voor wat betreft deze instrumenten zelf als voor wat betreft de inzet daarvan in relatie tot de re-integratieverplichtingen voor de gehele doelgroep Participatiewet. Betrek hierbij de opgedane ervaringen in de regionale pilot loonkostensubsidie (loopt tot 1 september 2016). 6. Maak inzichtelijk wat de consequenties zijn op midden-lange termijn voor de ISD de Kempen en de WVK-groep in relatie tot bovenstaande keuzes. De resultaten van de verschillende onderdelen zijn u gepresenteerd tijdens een raadsinformatiebijeenkomst op 20 januari In de bijlagen vindt u nadere informatie ter onderbouwing van dit raadsvoorstel. In bijlage 3 tot en met 8 vindt u het resultaat van een aantal beschrijvende vragen uit de bestuursopdracht. U wordt verzocht van deze bijlagen kennis te nemen. De bijlagen 9 tot en met 13 dienen ter ondersteuning van de punten waarover u een besluit dient te nemen. De bijlagen 14 tot en met 17 betreffen adviezen over dit voorstel. De bijlagen 18 tot en met 20 zijn achtergrond informatie en bevatten eerder door uw raad vastgestelde kaders. In dit voorstel zijn 3 scenario s uitgewerkt. Onder argument 2.1 treft u ons voorstel aan. Onder de alternatieven treft u twee alternatieven aan. Wettelijk en/of beleidskader Het wettelijk kader bestaat uit: Participatiewet Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten De uitgangspunten, die de raden van de Kempengemeenten in twee beleidsdocumenten hebben vastgesteld, liggen aan de bestuursopdracht ten grondslag: Beleidskader Samenhang Sociaal Domein Krachten bundelen waar nodig (vastgesteld mei 2014) Visie Participatiewet van de vier Kempengemeenten (vastgesteld mei 2015) Tevens is de uitwerking van de bestuursopdracht gebaseerd op de strategienota die het algemeen bestuur van WVK-groep in april 2014 heeft vastgesteld. Samenvattend betekenen de uitgangspunten uit bovenstaande documenten dat we de hele doelgroep voor de Participatiewet als volgt benaderen: We bepalen per klant de beoogde maatschappelijke effecten bij de intake. Op basis van de mogelijkheden en competenties van de klant wordt een keuze gemaakt voor de in te zetten instrumenten. Hierbij wordt kosten-baten analyse gemaakt; De effecten worden gemonitord en gerapporteerd in de reguliere instrumenten van de Planning & Control cyclus. Doelstelling is dat iedereen naar vermogen participeert in de samenleving. Dat kan zijn door het verrichten van betaald werk, maar ook door participatie bijvoorbeeld door middel van (arbeidsmatige) dagbesteding, vrijwilligerswerk of door het opdoen van werkervaring bij een (SW-)bedrijf. Argumenten 1.1 Het dienstverleningsmodel sluit aan bij de leidende principes uit de visienota. De leidende principes uit de visienota zijn: werk gaat boven inkomen, eigen kracht burgers, passende hulp en ondersteuning waar nodig, effectief en efficiënt, betaalbaar, minder bureaucratie, handhaven huidige toegang, integrale intake (3D benadering), gemeentelijke regie, sturen op passend aanbod en 2

3 een optimale werkgevers-dienstverlening. Op basis hiervan is een dienstverleningsmodel ontwikkeld (zie bijlage 9). Voor burgers en werkgevers blijft de toegang herkenbaar en kan de dienstverlening geleverd blijven via het Werkplein en Kempenplus. De intake gaat in eerste instantie uit van een 1D benadering, maar indien nodig kan een integraal plan worden opgesteld met zorg en jeugdhulp. Het doel van het dienstverleningsmodel is om burgers met een bepaald potentieel te ontwikkelen gericht op participatie/arbeid. Werkgevers kunnen worden ondersteund in hun maatschappelijke verantwoordelijkheid voor het personeelsbestand. Dit alles in samenwerking met vele partijen zoals: onderwijs, organisaties die re-integratietrajecten kunnen bieden, de WVK, economische zaken, IMK en het Regionaal Werkbedrijf ZO- Brabant. Het gepresenteerde dienstverleningsmodel vormt de basis voor de uitvoering en het te kiezen organisatiemodel. 2.1 Door scenario 3 te kiezen wordt de gehele doelgroep bereikt met een groter maatschappelijk effect In die zin dat alle klanten een intake krijgen en een diagnose/plan. Zij krijgen passende ondersteuning om te kunnen participeren op basis van maatwerk. Dit betekent dat we in 2019 het uitgangspunt hanteren om 100% van de doelgroep bereiken. Dit gebeurt via een gefaseerde opbouw: Aantal cliënten in traject bij scenario 3 (Kempen, inclusief Oirschot) % cliënten in traject 67% 77% 89% 100% aantal cliënten aantal in traject Voor dit scenario geldt dat er middelen nodig zijn voor traject- en uitvoeringskosten. De Colleges van de Kempen stellen voor om voor scenario 3 te kiezen omdat de positieve maatschappelijke effecten van participatie aanzienlijk zijn. Mensen die werken of anderszins participeren in de samenleving voelen zich vaak gezonder, hebben meer zelfvertrouwen, minder financiële problemen, enzovoort. Dit heeft weer een positief effect op het welbevinden van de inwoners waardoor er ook minder een beroep zal worden gedaan op andere voorzieningen. Bij de andere scenario s worden minder mensen actief ondersteund bij het vinden van werk of zinvolle dagbesteding. Hierdoor kunnen onder andere wachtlijsten ontstaan. 3.1 en 4.1 Op dit moment bestaat er nog veel onduidelijkheid over de vraag of de gemeentelijke ten voor het sociaal domein (3D) toereikend zijn. Dekking uit de algemene reserves van de WVK betekent tijd om vanaf 2018 te komen tot een structurele dekking in de gemeentebegrotingen. Ter dekking van de meerkosten van scenario 3 zijn 3 opties mogelijk: 1. dekken uit het gemeentelijk beschikbaar /stelpost van het sociaal domein, 2. dekken uit de algemene reserves van de WVK en 3. dekken uit de reguliere exploitatie van de gemeente. Het jaar 2015 is het eerste jaar waarin de drie transities in het sociale domein door de gemeenten zijn uitgevoerd. De 3D begroting kent nog steeds een aantal onduidelijkheden en financiële risico s. Enerzijds omdat de transities nog niet geheel doorgevoerd konden worden (mensen hadden nog oude rechten, her-indicaties moesten nog plaatsvinden), anderzijds omdat het nieuwe materie betrof met name wat betreft jeugdhulp en begeleiding. Bij de behandeling van de jaarrekening 2015 zal duidelijker worden of de ten toereikend zijn voor alle e voorzieningen in het sociale domein. De WVK-groep heeft de komende periode ( ) een positief verdienmodel en nog voldoende algemene reserves om de e kosten te kunnen dekken. Omdat het incidentele middelen zijn, worden alleen de kosten van de eerste twee jaar (2016 en 2017) uit de algemene reserves van de WVK gedekt. In deze periode hopen wij voldoende duidelijkheid te hebben over de totale kosten en uitgaven in het sociale domein en de dekking voor 2018 en volgende jaren. 1 Aantal cliënten o.b.v. prognose ISD. 3

4 5.1 Goed voorbeeld doet goed volgen De gemeente verwacht van werkgevers dat ook zij hun steentje bijdragen door te voldoen aan de banenafspraak. Als werkgever dient de gemeente daarom het goede voorbeeld te geven. De taakstelling (naar rato van inwonertal) voor garantiebanen die de Kempengemeenten voor 2023 dienen te realiseren is 2 : Bergeijk: 4,83 Bladel: 5,25 Eersel: 4,81 Oirschot: 4,76 Reusel-De Mierden: 3,36 Door aan de banenafspraak te voldoen toont de gemeente zich een gelijkwaardige partner bij gesprekken over de invulling bij garantiebanen. Opgedane ervaringen kunnen worden gedeeld met bedrijven die te maken krijgen met deze regeling. Daarnaast biedt de gemeente als sociale werkgever ondersteuning aan iemand met een afstand tot de arbeidsmarkt door een garantiebaan in te vullen. Bovendien is het hebben van werk een belangrijke aanjager voor het sociaal welbevinden voor iemand met een afstand tot de arbeidsmarkt. Voor een verdere uitwerking van deze argumenten zie bijlage De kosten voor één garantiebaan zijn bruto ,- per jaar. Rekening houdend met een gemiddeld Loonkostensubsidie van bedragen de kosten op jaarbasis. Deze kunnen gedekt worden uit het structurele begrotingssaldo. Ook voor de uitbreiding van het aantal garantiebanen tussen 2017 en 2023 (via nieuw beleid begroting ) kan dekking plaatsvinden uit het structurele begrotingssaldo. Alternatieven/Consequenties 2.1 Kiezen voor scenario 1 dat uitgaat van kosten-neutraliteit en waarbij 59% van het klantenbestand wordt ondersteund. In scenario 1 is een kostenneutrale berekening gemaakt, hierbij kan voor het beschikbare (slechts) 59% van het klantenbestand worden ondersteund in het kader van participatie. Voordeel: er zijn geen middelen nodig. Nadelen: 41% van de klanten wordt niet ondersteund bij het vinden van werk of andere sociaal maatschappelijke participatie. Zij kunnen niet geholpen worden bij het loket en mogelijk leidt dit tot wachtlijsten. Als deze inwoners niet geholpen kunnen worden dan worden zij hierdoor geraakt door negatieve maatschappelijke effecten op meerdere leefdomeinen, zoals niet werken of anderszins participeren, slechtere gezondheid, minder zelfvertrouwen en meer financiële problemen. Dit leidt ook tot een groter beroep op andere voorzieningen. Dit scenario betekent dat degene die het eerst komt ondersteund zal worden. Als het streefpercentage bereikt is, zullen de mensen die bij ons aankloppen voor participatie en/of werk niet meer ondersteund kunnen worden voor het onderdeel (arbeids)participatie en alleen ondersteund kunnen worden op het gebied van rechtmatigheid en voorzieningen. 2.2 Kiezen voor scenario 2 met als uitgangspunt dat in % van het klantenbestand kan worden ondersteund in het kader van de participatie. Deze norm komt uit de visie Participatiewet van de vier Kempengemeenten Voordelen: er moeten middelen worden gezocht om 80% van het klantenbestand te ondersteunen, maar dit is minder kostbaar dan als 100% van de klanten ondersteund wordt in het kader van participatie. Een grotere groep wordt beïnvloed door positieve maatschappelijke effecten op meerdere leefdomeinen, zoals werken of anderszins participeren, betere gezondheid, meer zelfvertrouwen en minder financiële problemen. Ook zal dit scenario ertoe leiden dat een grotere groep minder snel een beroep zullen doen op andere voorzieningen. Nadelen: er zal per Kempengemeente structureel gezocht moeten worden naar middelen om 80% van het klantenbestand te ondersteunen bij het vinden van werk of anderszins te participeren. Dit scenario houdt in dat 20% van het klantenbestand niet ondersteund kan worden in het kader van de participatie. Zij kunnen niet geholpen worden bij het loket en zullen hierdoor geraakt door negatieve maatschappelijke effecten op meerdere leefdomeinen, zoals niet werken of anderszins participeren, slechtere gezondheid, minder zelfvertrouwen en meer financiële problemen. 2 Bovenstaande berekening betreft alleen de taakstelling voor de gemeenten. De taakstelling die de gemeenschappelijke regelingen als eigen rechtspersoon hebben, zijn hierin niet meegenomen. 4

5 3.1 en 4.1 Indien uw raad ervoor kiest om voor 2016 en 2017 niet de algemene reserves van de WVK in te zetten voor de tekorten in de verschillende Kempengemeenten dan dienen deze tekorten per Kempengemeente bij geraamd te worden in de gemeentebegroting. 5.1 De gemeente kiest niet voor garantiebanen of creëert in 2016 één baan en laat het daarbij. Wanneer de gemeente niet voldoet aan de banenafspraak kan de quotumheffing toegepast worden. Het is nu nog onduidelijk of en hoe deze heffing uitgevoerd zal worden. Wanneer de quotumheffing wordt toegepast onder de voorwaarden die genoemd worden in de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten, betekent het dat er een heffing van per niet ingevulde garantiebaan opgelegd kan worden. Risico s De bestuursopdracht bestrijkt de periode Binnen deze periode (en vlak daarna) is een aantal ontwikkelingen (nog) niet te overzien: De omvang van de doelgroep. Er wordt op basis van de huidige gegevens een lichte stijging van het BUIG-bestand verwacht voor de Kempen. Hierin is bijvoorbeeld niet meegenomen het aantal vluchtelingen dat mogelijk in de Kempen gehuisvest gaat worden; Het succes van onze inspanningen valt of staat met de mogelijkheid om banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. Hierin zijn we afhankelijk van de mogelijkheden op de arbeidsmarkt en de mogelijkheden bij werkgevers. Deze laatsten worden nog beperkt door wet- en regelgeving. Bijvoorbeeld de no-risk-polis kan maar voor een periode van vijf jaar worden afgesloten. De omvang van het totale sociaal domein. We streven naar een integrale benadering en daarmee een integrale financiering in het sociale domein (3D model). Onduidelijk is nog hoe de stand van zaken is met betrekking tot de uitputting van de Wmo- en jeugdhulpten. Dit wordt pas duidelijk bij de behandeling van de jaarrekening In ons voorstel wordt geadviseerd om een gedeelte van de meerkosten van de uitvoering van scenario 3 (100% van de doelgroep is in traject vanaf 2019) voor de eerste twee jaren te bekostigen uit de algemene reserve WVK. Voor de jaren daarna moeten we nog bezien of we de meerkosten gedekt krijgen en uit welke ten. (in 2019 betreft dit een bedragen ). Het aantal SW-ers neemt verder af. Op een gegeven moment komt er bij gelijkblijvende omstandigheden een omslagmoment waarop de WVK-groep in de rode cijfers komt. Het verdienmodel met 50 plaatsen dagbesteding en 50 werkervaringsplaatsen voldoet dan niet meer. Het bonus wordt voor de komende jaren ingezet. Hierna zullen we alternatieven moeten zoeken. Financieel 2.1 Voor de uitvoering van scenario 3 (100% van de doelgroep bereikt in 2019) is nodig (zie onderstaand overzicht). Hierbij is een globale inschatting gemaakt van de verwachte trajecten bij de doelgroep, die de ISD de komende jaren verwacht, waarbij rekening is gehouden met het ingroeipad. Onderstaande cijfers zijn indicatief. Het betreft voornamelijk kosten voor inhuur van arbeidsbegeleiding, en zullen aan die gemeente worden toegekend waar de betreffende cliënt woonachtig is. 5

6 % cliënten in traject 67% 77% 89% 100% aantal cliënten aantal in traject totaal Bergeijk Bladel Eersel Oirschot Reusel-De Mierden totaal Kosten van een garantiebaan Uitgaande van het huidige wettelijk minimumloon ( per maand) en een opslag voor werkgeverslasten van 30%, bedragen de kosten per 1 fte op jaarbasis Kosten per garantiebaan ad 25,5 uur zijn daarom ( : 36 uur x 25,5 uur) per jaar. Afgerond Afhankelijk van de loonwaarde van de werknemer kan er loonkostensubsidie vanuit het BUIG- ontvangen worden. Loonkostensubsidie kan de loonwaarde van een werknemer aanvullen tot het wettelijk minimumloon. De loonwaarde zal na aanvang van de werkzaamheden bepaald worden. Op dit moment loopt er nog een pilot met betrekking tot de loonkostensubsidie. Resultaten hiervan worden in september 2016 verwacht. Bij een loonwaarde van 40% of 70% bedragen de werkgeverslasten respectievelijk circa of voor een werknemer ouder dan 23 jaar. Vooralsnog wordt voorgesteld om rekening te houden met een loonwaarde van 60%, hetgeen een gemiddelde werkgeverslast betekent van circa Gelet op de taakstelling voor Reusel-De Mierden van 3,36 garantiebanen van 25,5 uren in 2023 wordt voorgesteld om in 2016 met één baan rekening te houden. (Kosten: 1 x x = ) Voor de begrotingsperiode wordt voorgesteld om dit aantal te laten groeien naar 2,5 in En vervolgens naar 3,36 in (Kosten: 2,36 x ,36 x = Afgerond ) Communicatie/Participatie De WZW adviescommissie heeft op 1 maart 2016 geadviseerd. Dit advies en de reactie van de gemeente daarop vindt u in de bijlagen 14 en 15. De Cliëntenplatform van de ISD heeft op 5 maart 2016 geadviseerd. Dit advies vindt u in bijlage 16. De Wsw-raad van de WVK heeft op 8 maart geadviseerd. Dit advies vindt u in bijlage 17. 6

7 Planning De resultaten van de bestuursopdracht zullen via de Maraps van de ISD gevolgd worden. Van de resultaten van de pilot loonkostensubsidie wordt u in september 2016 op de hoogte gesteld. Er is een opdracht verstrekt om een advies uit te brengen over het meest geschikte organisatiemodel voor de uitvoering van de Participatiewet in de Kempen. Hiervoor worden verschillende modellen met elkaar vergeleken. Daarnaast is gevraagd om aanbevelingen te doen om de sturingsaspecten (governance) op een voor de Kempen passende manier vorm te geven. Er volgt een afzonderlijk raadsvoorstel voor dit onderdeel. Na het vaststellen van het raadsvoorstel voor de garantiebanen wordt P&O in stelling gebracht om het voorstel uit te voeren. Teneinde te komen tot feitelijke invulling van de taakstelling zal bezien moeten worden welke taken / werkzaamheden ondergebracht kunnen worden in een garantiebaan en welke persoon of personen deze taken kunnen uitvoeren. Dit zal in samenwerking geschieden door de afdeling P&O, gemeenten en Werkplein De Kempen. In september 2016 eindigt de pilot loonkostensubsidie. Aan de hand van de bevindingen en ervaringen van deze pilot wordt verder vorm gegeven aan het beleid rond beschut werken. Na september zullen de raden hierover geïnformeerd worden. Bijlagen 1. Oplegvel bestuursopdracht uitvoering Participatiewet de Kempen 2. Oplegvel bij bijlage 3 tot en met 8 3. De definiëring van de doelgroepen 4. Het overzicht van de productbeschrijvingen 5. De maatschappelijke effecten van de 3D-aanpak 6. Beschikbare middelen in 3D perspectief 7. Het verdienmodel WVK 8. Stand van zaken pilot loonkostensubsidie 9. Het voorgestelde dienstverleningsmodel voor de uitvoering van de participatiewet 10. Het voorgestelde scenario 3 participatie (100% doelgroep bereik in 2019) 11. Besluit WVK: de inzet van de bestemmingsreserve WVK om het tekort op het participatie voor 2016 en 2017 te dekken en voor 2018 en verder de dekking te bezien in de totale inkomsten en uitgaven in het sociale domein 12. Realisatie van één garantiebaan per Kempengemeente in Verdere uitwerking argumenten voor realisatie één garantiebaan 14. Advies WZW adviescommissie 15. Reactie gemeente op het advies van de WZW adviescommissie 16. Advies cliëntenplatform ISD 17. Advies Wsw-raad 18. Beleidskader Samenhang Sociaal Domein Krachten bundelen waar nodig Visie Participatiewet van de vier Kempengemeenten Strategienota WVK-groep Reusel, 5 maart 2016 Burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden, de secretaris (wnd), de burgemeester (wnd), drs. J.H.J. Sanders drs. H.W.S.M. Nuijten 7

8 Raadsbesluit R 16- De raad van de gemeente Reusel-De Mierden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2016; b e s l u i t : 1. In te stemmen met het voorgestelde dienstverleningsmodel voor de uitvoering van de Participatiewet; 2. In te stemmen met het voorgestelde participatie scenario 3 (100% doelgroep bereik in 2019); 3. Kennis te nemen van het dekkingsvoorstel om het tekort op het participatie voor 2016 en 2017 te dekken uit de algemene reserves van de WVK; 4. In te stemmen met het voorstel om de dekking van het tekort op het participatie voor 2018 en verder te bezien in de totale inkomsten en uitgaven in het sociale domein; 5. In te stemmen met de inzet voor realisatie van één garantiebaan voor Reusel-De Mierden in 2016, oplopend tot 2,5 in 2020 en 3,36 in 2023; 6. Voor de kosten van de garantiebaan in 2016 een op te nemen van structureel en het e voor de jaren 2017 en volgende (structureel nog ) op te nemen op de lijst nieuw beleid voor de begroting ; 7. Tegenover het gestelde onder 5 en 6 een verhoging van ontvangsten uit de BUIG-uitkering te ramen van in 2016 en voor de jaren 2017 en volgende nog Aldus besloten door de raad van de gemeente Reusel-De Mierden in zijn openbare vergadering van 19 april de griffier, de voorzitter (wnd), J.C.M. van Berkel drs. H.W.S.M. Nuijten 8