DEEL I WISKUNDIGE LOGICA
|
|
- Pieter de Coninck
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 DEEL I WISKUNDIGE LOGICA Inhoud Hoofdstuk I : De propositielogica Hoofdstuk II : De predikatenlogica Hoofdstuk III : Onbeslisbaarheid en de onvolledigheidsstelling van Gödel Aanbevolen literatuur - J. Barwise, J. Etchemedy, Language, Proof and Logic, CSLI publications (2002) - J. van Benthem, H. van Ditmarsch, J. Ketting, W. Meyer-Viol, Logica voor informatici, Addison Wesley Nederland (1994). 1 Typeset by AMS-TEX
2 2 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA Inleiding (kort historisch overzicht) De Griekse wijsgeer Aristoteles ( v.c.) was de eerste die de regels van het correct redeneren ontleedde. Leibniz (Duits wiskundige en wijsgeer ( )) stelde voor de regels van het redeneren met wiskundige middelen te bestuderen. Maar zelf heeft hij dat programma nooit uitgewerkt. Op het einde van de 19 de eeuw begonnen Boole, Peano, Frege, Russell, en anderen met de wiskundige studie van de redeneerregels (symbolische of mathematische logica) (voordien was de logica het domein van wijsgeren). Hun doel was de wiskunde op meer exacte wijze te funderen, om zo een aantal paradoxen weg te werken die te wijten waren aan een te slordige fundering (Grondslagenonderzoek). Sinds Gödel (1930) is de wiskundige logica meer dan de studie der redeneerregels en grondslagenonderzoek (zie Hoofdstuk III). De wiskundige logica heeft implicaties voor de filosofie, zuivere wiskunde, computerwetenschappen, kunstmatige intelligentie en de taalkunde. Een belangrijke toepassing in de informatica is software die het mogelijk maakt computers te laten redeneren. Daarover zullen we in deze cursus meer te weten komen... Notatie In deze tekst maken we gebruik van de volgende standaard notaties : N = {0, 1, 2, 3, } (de natuurlijke getallen), N 0 = N\{0}, Z = {0, 1, 1, 2, 2, 3, 3, } (de gehele getallen), Q = {a/b a, b Z, b 0} (de rationale getallen), R = de verzameling der reële getallen. Bovendien gebruiken we de volgende afkortingen : Geg. Gegeven T.B. Te Bewijzen Bew. Bewijs V.T.B. Voldoende Te Bewijzen. We schrijven A B om aan te duiden dat A een deelverzameling is van B; dit sluit niet uit dat A = B.
3 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA 3 HOOFDSTUK I DE PROPOSITIELOGICA 1. De propositielogicataal - We voeren een kunstmatige taal in : de propositielogicataal (prop-taal). - De symbolen van de prop-taal bestaan uit 1. de propositiesymbolen : p 0, p 1, p 2, (oneindig veel) 2. de connectieven : (en) (conjunctie) (of) (disjunctie) (niet) (negatie) (als...dan) (implicatie) (asa) (equivalentie) 3. de hulpsymbolen : ( ) [ ] { } (haakjes). - Een zin van de prop-taal is een rij symbolen van de prop-taal die kan bekomen worden door herhaaldelijke toepassing van de volgende regels : 1. Elk propositiesymbool is een zin van de prop-taal. 2. Als A en B zinnen van de prop-taal zijn, dan zijn ook (A B) (A B) (A B) (A B) A zinnen van de prop-taal. Hetzelfde geldt ook voor ( ) vervangen door [ ], of door { }. -Voorbeelden : zijn zinnen van de prop-taal. Maar (p 0 p 1 ) ( p 7 ( p 1 p 125 )) ( p 1 p 3 ) ( p 0 p 1 )p 1 p 2 ) Typeset by AMS-TEX
4 4 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA zijn geen zinnen van de prop-taal. - Hierboven worden de symbolen A, B, C, gebruikt om zinnen van de prop-taal aan te duiden. Dus als A, B zinnen van de prop-taal aanduiden, dan duidt (A B) een zin van de prop-taal aan, maar met meestal meer dan 5 symbolen. Dus A, B, zijn hier op te vatten als variabelen, zoals in de algebra x, y geen echte getallen zijn, maar variabelen om getallen aan te duiden. - Men noemt A het antecedens van de implicatie A B, en B het consequens. - Meer algemeen mag men voor de propositiesymbolen ook andere symbolen of tekenreeksen gebruiken dan p 0, p 1, op voorwaarde dat men dan eerst een expliciete lijst van deze symbolen of tekenreeksen geeft. - We maken nu nog een aantal afspraken om het geheel meer overzichtelijk te maken : Weglaten van haakjes Als geen misverstand mogelijk is, zullen we gemakkelijkheidshalve haakjes weglaten: We spreken af dat we dit mogen doen in de volgende situaties: -de buitenste haakjes : A B in plaats van (A B). -herhaalde disjunctie: (A B C) in plaats van (A (B C)), of in plaats van ((A B) C), omdat de laatste twee zinnen altijd dezelfde waarheidswaarde hebben. We laten dit ook toe voor meer dan 3 disjuncten. -herhaalde conjunctie: idem als voor herhaalde disjunctie maar nu met in plaats van. Merk op dat in de zin ( p 1 p 2 ) geen haakjes weggelaten zijn. Inderdaad deze zin wordt bekomen door toepassing van de regels 1 en 2 op de voorgaande pagina. In paragraaf 2 zullen we zien dat deze zin geinterpreteerd wordt door ((niet p 1 ) of p 2 ). We spreken af dat we (ter verduidelijking) steeds haakjes mogen toevoegen indien dit de betekenis niet verandert. Dus in plaats van p 1 p 2 mogen we ook schrijven ( p 1 ) p 2. We mogen ook haakjes weglaten op basis van de volgende voorrangsregels: 1/ bindt sterker dan alle andere connectieven. 2/ bindt sterker dan bindt sterker dan bindt sterker dan. 3/ Voor identieke connectieven wordt de binding sterker van links naar rechts. Voorbeelden: P Q R in plaats van P (Q R) P Q R in plaats van (P Q) R P Q R S in plaats van P (Q R) S P Q R S in plaats van (P Q R) S P Q R in plaats van (P Q) R P Q R S in plaats van (P Q) (R S) P Q R in plaats van (P Q) R P Q R in plaats van P (Q R) P Q R in plaats van P (Q R) Men is niet verplicht om zoveel mogelijk haakjes weg te laten. In de cursustekst
5 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA 5 zullen we zelden haakjes weglaten op basis van de voorrangsregels, maar in de oefeningen zullen we dit vaker doen wanneer we met ingewikkelde formules werken. Conventie: Wanneer we zinnen van de prop-taal aanduiden met letters A, B, C, P, Q, en we bouwen daarmee een andere zin op, bijvoorbeeld A B, dan veronderstellen we (hierboven en in het vervolg) altijd (zonder dat expliciet te vermelden) dat er in A, B, C,, P, Q, geen buitenste haakjes weggelaten zijn. Anders zou het kunnen dat de opgebouwde zin een heel andere betekenis krijgt dan verwacht. Inderdaad indien A de zin p 0 p 1 is, en B de zin p 2, dan is A B letterlijk hetzelfde als p 0 p 1 p 2, wat volgens onze voorrangsregels een totaal andere betekenis heeft dan (p 0 p 1 ) p 2. Dit willen we dus vermijden.
6 6 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA 2. Interpretatie (= semantiek) van de propositielogicataal - Zij A een zin van de prop-taal. Indien we p 0, p 1, p 2, interpreteren als uitspraken die ofwel waar, ofwel vals zijn (=proposities), dan kunnen we A ook interpreteren als een uitspraak die ofwel waar, ofwel vals is, door,,,, te interpreteren als respectievelijk en, of, niet, als...dan, asa (asa is de afkorting van als en slechts als ). We spreken hierbij af dat we de negatie altijd laten slaan op de kleinste deelzin die op volgt. Dus bijvoorbeeld A B interpreteren we door (niet A) of B. - Symbolisch duiden we vals aan met 0, en waar met 1. - Indien de waarheidswaarde (dit wil zeggen waar of vals ) w(a) van A en w(b) van B gekend is, dan wordt de waarheidswaarde van A B, A B, A, A B, A B gegeven (per definitie) door de volgende waarheidstabel : w(a) w(b) w(a B) w(a B) w( A) w(a B) w(a B) Enigermate problematisch is de definitie van de waarheidswaarde van A B. Als B waar is, is het redelijk te definiëren dat A B waar is. Als A waar is, en B is vals, dan is natuurlijk A B vals. Per afspraak definiëren we dat A B waar is in t geval dat A en B beiden vals zijn. Dus per definitie hebben we ((A B) is vals) asa (A is waar en B is vals). Het kan zijn dat dit niet helemaal overeenkomt met ons taalgevoel in het dagelijks leven. Bekijk bijvoorbeeld de uitspraak Als vandaag de zon schijnt dan is logica een belangrijk vak. Aannemende dat logica inderdaad een belangrijk vak is, besluiten we dat volgens onze definitie van als...dan de uitspraak waar is. Nochtans zou men kunnen opmerken dat het weer van de dag niets te maken heeft met de belangrijkheid van het vak logica. Op die grond zouden sommige mensen mischien verwachten dat de uitspraak vals is, maar volgens onze afspraken is de uitspraak waar. Alleszins is de uitspraak wel misleidend... Bekijk vervolgens de uitspraak Als de maan een dampkring heeft dan is het vak logica onbelangrijk. Daar de maan geen dampkring heeft is de uitspraak waar. Weer zou men dezelfde kritiek kunnen uiten als hierboven. - Definitie van Tautologie (intuïtief geformuleerd). Een zin A van de prop-taal heet een tautologie (of logisch waar ) als A waar is voor om het even welke waarheidswaarde voor p 0, p 1,. - We willen echter deze definitie op een meer exacte wijze formuleren, daarom voeren we eerst een andere definitie in : Definitie. Een waardering w is een afbeelding w : {A A is een zin van de prop-taal} {0, 1},
7 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA 7 die voor alle zinnen A, B voldoet aan bovenstaande tabel. Dus w(a) is volledig bepaald van zodra men w(p 0 ), w(p 1 ), w(p 2 ), kent. Definitie van Tautologie (exact geformuleerd). Een zin A van de prop-taal heet een tautologie (of logisch waar ) als w(a) = 1 voor elke waardering w. Definitie. Twee zinnen A, B van de prop-taal heten logisch equivalent als A B een tautologie is. Een zin B heet een logisch gevolg van de zinnen A 1,..., A n als (A 1... A n ) B een tautologie is. Voorbeeld. Zij A, B, C zinnen van de prop-taal. Dan is [(A B) C] [(A C) (B C)] een tautologie. We verifiëren dit door de waarheidstabel op te stellen : A B C (A B) (A B) C A C B C (A C) (B C) (A B) C (A C) (B C) Voorbeeld. Zij A, B zinnen van de prop-taal. Dan zijn A B, en A B, logisch equivalent. We verifiëren dit door de waarheidstabel op te stellen : A B A B A A B (A B) ( A B) We kunnen voor een zin van de prop-taal altijd nagaan of het een tautologie is door de waarheidstabel op te stellen.
8 8 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA 3. Enkele belangrijke tautologieën - Zij A, B, C, D zinnen van de prop-taal, dan zijn de volgende zinnen (1)-(17) tautologieën. Dit kan bewezen worden door de waarheidstabel op te stellen. (1) (A B) (B A), (A B) (B A) (commutativiteit) (2) [(A B) C] [A (B C)] (associativiteit) [(A B) C] [A (B C)] (3) [A (B C)] [(A B) (A C)] (distributiviteit van t.o.v. ) [A (B C)] [(A B) (A C)] (distributiviteit van t.o.v. ) (4) (A A) A, (A A) A (idempotentie) (5) A A, A A (dubbele ontkenning), (uitgesloten derde) (6) (A B) ( A B) (wetten van De Morgan) (A B) ( A B) (7) (A B) ( A B) (uitdrukking van pijl in, ) (8) (A B) ( B A) (contrapositie) (9) (A A) B (uit een contradictie volgt alles) (10) [ A (B B)] A (bewijs uit het ongerijmde) (11) (A B) (A B) (negatie van de pijl) (12) [(A B) (B C)] (A C) (transitiviteit van de pijl) (13) (A B) [(A B) (B A)] (uitdrukking van in twee pijlen) (14) (A B) ( A B) (contrapositie) (15) [(A B) (B C)] (A C) (transitiviteit van ) (16) [A (B C)] [(A B) C] (17) [A (B (C D))] [(A B C) D] - Verder hebben we ook nog de volgende vanzelfsprekende regels : (18) Als A en A B tautologieën zijn, dan is B een tautologie. (19) Als A en B tautologieën zijn, dan is A B een tautologie. (20) Als A een tautologie is, en als we in A op elke plaats de propositievariabele p 0 door een zelfde zin B vervangen, dan bekomen we opnieuw een tautologie. (zelfde resultaat voor p 1, p 2, enz.) Voorbeeld : (p 0 p 1 ) p 0 is een tautologie, dus ook [(p 3 p }{{} 5 ) p 1 ] (p 3 p 5 ) is een tautologie. }{{} B B (21) Zij A een zin, en zij B een deelzin van A (dit wil zeggen een deelrij van opeenvolgende symbolen van A die zelf een zin van de prop-taal is). Zij C een zin van de prop-taal, die logisch equivalent is met B. Als we in A de deelzin B vervangen door C, bekomen we een zin D die logisch equivalent is met A. Als A een tautologie is, dan is D ook een tautologie. Voorbeeld : We hebben de volgende tautologie (volgens (16)) (p 0 (p 1 p }{{} 2 )) ((p 0 p 1 ) p 2 ). B Volgens (8) is p 1 p 2 }{{} B logisch equivalent met p 2 p 1 }{{} We bekomen dus de volgende tautologie (p 0 ( p 2 p 1 )) ((p 0 p 1 ) p 2 ). }{{} C C.
9 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA 9 Stelling. Zij A een zin van de prop-taal. Dan is A logisch equivalent met een zin B die bestaat uit disjuncties van conjuncties van propositiesymbolen of negaties van propositiesymbolen. (We zeggen dat B in disjunctieve normaalvorm is.) Voorbeeld : (p 0 p 1 ) (p 3 p 4 ) is niet in disjunctieve normaalvorm. We hebben echter de volgende logische equivalenties : (p 0 p 1 ) (p 3 p 4 ) ( p 0 p 1 ) (p 3 p 4 ) De Morgan [( p 0 p 1 ) p 3 ] [( p 0 p 1 ) p 4 ] distributiviteit [( p 0 p 3 ) ( p 1 p 3 )] [( p 0 p 4 ) ( p 1 p 4 )] ( p 0 p 3 ) ( p 1 p 3 ) ( p 0 p 4 ) ( p 1 p 4 ) De laatste zin is in disjunctieve normaalvorm. Bewijs : Door gebruik te maken van (13) kunnen we de wegwerken. Door gebruik te maken van (7) kunnen we de pijlen wegwerken. Door gebruik te maken van de wetten van De Morgan, kunnen we de negaties doorschuiven tot vlak voor de propositiesymbolen. Tenslotte gebruiken we de distributiviteit van t.o.v.. Voorbeeld : (p 0 p 1 ) (p 2 p 1 ) is niet in disjunctieve normaalvorm. We hebben echter de volgende equivalenties : (p 0 p 1 ) (p 2 p 1 ) [ (p 0 p 1 ) (p 2 p 1 )] [(p 2 p 1 ) (p 0 p 1 )] [(p 0 p 1 ) (p 2 p 1 )] [ (p 2 p 1 ) (p 0 p 1 )] [ ( p 0 p 1 ) (p 2 p 1 ) ] [ (p 2 p 1 ) ( p 0 p 1 )] [ p 0 p 1 p 2 ] [( p 2 p 1 ) (p 0 p 1 )] [( p 0 p 1 p 2 ) ( p 2 p 1 )] [( p 0 p 1 p 2 ) (p 0 p 1 )] ( p 0 p 2 p 1 ) (p 1 p 2 p 1 ) (p 2 p 2 p 1 ) ( p 0 p 0 p 1 ) ( p 0 p 1 p 2 ) (p 0 p 1 p 2 ) De laatste zin is in disjunctieve normaalvorm. (p 1 p 0 p 1 ) (p 2 p 0 p 1 ) Oefening : Breng in disjunctieve normaalvorm [(p 0 p 2 ) p 1 ] (p 1 p 2 ). Oplossing : [ (p 0 p 2 ) p 1 ] (p 1 p 2 ) [ p 0 p 2 p 1 ] (p 1 p 2 ) [ p 0 (p 1 p 2 )] [ p 2 (p 1 p 2 )] [ p 1 (p 1 p 2 )] ( p 0 p 1 ) ( p 0 p 2 ) ( p 2 p 1 ) ( p 2 p 2 ) ( p 1 p 1 ) ( p 1 p 2 ) ( p 0 p 1 ) ( p 0 p 2 ) ( p 2 p 1 ) ( p 1 p 2 ). Stelling. Zij A een zin van de prop-taal. Dan is A logisch equivalent met een zin B die bestaat uit conjuncties van disjuncties van propositiesymbolen of negaties van propositiesymbolen. (We zeggen dat B in conjunctieve normaalvorm is.)
10 10 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA Inderdaad de situatie is hier volledig analoog met wat we hierboven gezien hebben voor de disjunctieve normaalvorm: het bewijs, de voorbeelden en de oefeningen kunnen aangepast worden op een voor de hand liggende wijze.
11 4. Praktische methoden DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA 11 We hebben reeds opgemerkt dat het opstellen van de waarheidstabel een algemene methode (algorithme) geeft, om na te gaan of een zin van de prop-taal een tautologie is. Als de zin n propositiesymbolen bevat, moeten we in de waarheidstabel 2 n verschillende waarderingen beschouwen. Dit geeft dus ontzaglijk veel werk als n groot is. In speciale gevallen kan men soms veel sneller werken door gebruik te maken van de resultaten van 3 of door het gezond verstand te gebruiken. In volgende oefeningen stellen A, B, C, D, E zinnen van de prop-taal voor. Oefening 1. Toon aan dat (A B) (A B) een tautologie is, zonder een waarheidstabel op te stellen. Oplossing. Het linkerlid is logisch equivalent met A B (formule (7) van 3). Het rechterlid is logisch equivalent met A B (De Morgan). Oefening 2. Toon aan dat (A (B C)) ((A B) C) een tautologie is, zonder een waarheidstabel op te stellen. Oplossing. (1ste werkwijze) Het linkerlid is logisch equivalent met A (B C) (formule (7) van 3). Het rechterlid is logisch equivalent met (A B) C (formule (7) van 3 ) ( A B) C (De Morgan) A (B C). Oplossing. (2de werkwijze) a) Om aan te tonen dat [A (B C)] [(A B) C] een tautologie is, moeten we het volgende aantonen : Gegeven : w(a (B C)) = 1, w(a B) = 1. Te bewijzen : w(c) = 1. Bewijs : Uit w(a B) = 1, volgt w(a) = 1 en w(b) = 0. Dus uit w(a (B C)) = 1, volgt nu dat w(b C) = 1. Dus w(c) = 1, daar w(b) 1. b) We tonen ook aan dat [(A B) C] [A (B C)] een tautologie is. Gegeven : w((a B) C) = 1, en w(a) = 1. Te bewijzen : w(b C) = 1. Bewijs : Veronderstel w(b) = 0. Dan w(a B) = 1, dus w(c) = 1. Dus w(b C) = 1. Oefening 3. Toon aan dat [(A B) C] [(A C) B] een tautologie is, zonder een waarheidstabel op te stellen. Oplossing.
12 12 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA Het linkerlid is logisch equivalent met (A B) C (formule (7) van 3) A B C (De Morgan) Het rechterlid is logisch equivalent met (A C) B (formule (7) van 3) A C B (De Morgan) A B C Oefening 4. Toon aan dat {[D ((A B) C)] [D C]} {D (A B)} een tautologie is, zonder een waarheidstabel op te stellen. Oplossing. We moeten dus eigenlijk het volgende bewijzen : Gegeven : (1) (2) (3) (4) w[d ((A B) C)] = 1, w(d C) = 1, w(d) = 1, w(a) = 1. Te bewijzen : w(b) = 1. Bewijs. Uit (3) en (2) volgt w(c) = 0. Uit (3) en (1) volgt w((a B) C) = 1. Uit dit laatste en w(c) = 0, volgt w(a B) = 0. Uit dit laatste en w(a) = 1, volgt w( B) = 0. Dus w(b) = 1. Opmerking. Indien we oefening 4 zouden willen oplossen met een waarheidstabel, dan zouden we veel meer werk hebben, omdat we dan 2 4 = 16 waarderingen zouden moeten beschouwen. Oefening 5. Toon aan dat de zin (17) in 3 een tautologie is, zonder een waarheidstabel op te stellen. Oplossing. We hebben de volgende tautologieën : [A (B E)] [(A B) E] ( 3 (16)) [A (B (C } {{ D } ))] [(A B) (C } {{ D } )] E E ( 3 (16)) Het gevraagde volgt nu uit 3 (21). [((A B) C) D].
13 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA 13 Oefening 6. Toon aan dat ( E D) {(B C) [(E A) (( (B C) E) (D A))]} een tautologie is. Oplossing. We moeten dus eigenlijk het volgende bewijzen : Gegeven : (1) w( E D) = 1, (2) w(b C) = 1, (3) w(e A) = 1. Te bewijzen : (4) w[ (B C) E] = 1 en (5) w(d A) = 1. Bewijs : Uit (2) volgt (4). Als w(e) = 1, dan volgt uit (1) dat w(d) = 1, en als w(e) = 0, dan volgt uit (3) dat w(a) = 1. Dus in elk geval hebben we w(d A) = 1. Dit bewijst (5). De volgende oefening toont aan hoe we de propositielogica kunnen gebruiken in de elementaire verzamelingenleer. Oefening 7. Zij X, Y, Z deelverzamelingen van U. Het complement van bv. X in U duiden we aan met X, dus X = U\X. Toon aan dat : Als Z X, dan X Y X (Y Z). Oplossing. Zij x een willekeurig element van U. We moeten bewijzen dat Maar er is gegeven dat x (X Y ) x (X (Y Z)) [x } {{ X } (x } {{ Y } )] [x } {{ X } (x } {{ Y } x }{{ Z } )]. p 0 p 1 p 0 p 1 p 2 x Z }{{} p 2 Het is dus voldoende te bewijzen dat x } {{ X }. p 0 (p 2 p 0 ) {(p 0 p 1 ) [p 0 (p 1 p 2 )]} een tautologie is. Dit is gemakkelijk, want deze zin is logisch equivalent met [(p 2 p 0 ) (p 0 p 1 )] [p 0 (p 1 p 2 )] [(p 0 p 2 ) (p 0 p 1 )] [p 0 (p 1 p 2 )] [p 0 ( p 2 p 1 )] [p 0 ( p 1 p 2 )] [p 0 ( p 1 p 2 )] [p 0 ( p 1 p 2 )].
14
15
16
17 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA 17 HOOFDSTUK II DE PREDIKATENLOGICA 0. Inleidend voorbeeld - Zij M de verzameling van de mensen die nu leven of ooit geleefd hebben. Op die verzameling M beschouwen we de relatie is op een vroeger tijdstip geboren dan. We duiden die relatie hier aan met OUDERDAN. Wiskundig bekeken is die relatie eigenlijk een verzameling van koppels (geordende paren), namelijk: {(x, y) x M, y M, x is op een vroeger tijdstip geboren dan y}. - Dit voorbeeld illustreert de volgende algemene definitie. Een binaire relatie (of relatie met twee argumenten) op een verzameling A is een deelverzameling van de verzameling A 2 van alle koppels (x, y) met x en y in A. En meer algemeen: Een relatie met n argumenten op een verzameling A is een deelverzameling van de verzameling A n van alle geordende n-tallen (x 1, x 2,, x n ) met x 1, x 2,, x n in A. Een relatie met 1 argument op een verzameling A is per definitie eender welke deelverzameling van A. - We keren nu terug naar ons voorbeeld over de relatie OUDERDAN op M. Bovendien beschouwen we ook nog twee functies 1 van M naar M, namelijk de functie VADER : M M : x de vader van x, en de functie MOEDER : M M : x de moeder van x. (We nemen hier aan dat elke mens die ooit geleefd heeft een menselijke vader en moeder had, wat in werkelijkheid niet kan...) Tenslotte beschouwen we ook nog een speciaal element van M, namelijk Jan Zonder Vrees, graaf van Vlaanderen van 1405 tot 1419 (tevens hertog van Bourgondië). We duiden Jan Zonder Vrees kortweg aan door JAN. Het geheel bestaande uit de verzameling M, de relatie OUDERDAN (met 2 argumenten), de twee functies VADER (met 1 argument) en MOEDER (met 1 argument), en het speciale element JAN van M, is een voorbeeld van een structuur met signatuur < 2; 1, 1; 1 > (zie volgende paragraaf). We duiden die structuur aan door M = < M; OUDERDAN; VADER, MOEDER; JAN >, 1 In deze cursus is functie een synoniem van afbeelding, en bij een functie van een verzameling A naar een verzameling B moet er in elk element van A juist 1 pijl vertrekken. Typeset by AMS-TEX
18 18 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA en noemen M het universum van M. - We voeren nu een kunstmatige taal L in, waarmee we allerlei beweringen over de structuur M kunnen formuleren. Dit is de predicatenlogicataal met één relatieidentifier OUDERDAN (met 2 argumenten), met twee functie-identifiers VADER (met 1 argument) en MOEDER (met 1 argument), en met één constante-identifier JAN. We geven nu een aantal voorbeelden van zinnen in die taal: (1) ( x)( y)(jan = VADER(x) (x = VADER(y) x = MOEDER(y)) ) (2) ( x)( OUDERDAN(x,JAN) VADER(x) = VADER(JAN) MOEDER(x) = MOEDER(JAN) ) (3) ( x)( y)( VADER(y) = JAN MOEDER(y) = x) Als we de zin (1) interpreteren in de structuur M dan beweert die zin dat Jan Zonder Vrees een kleinkind heeft. Zin (2) beweert dat Jan Zonder Vrees een oudere broer of oudere zus heeft. Zin (3) beweert dat alle kinderen van Jan Zonder Vrees dezelfde moeder hebben. Als we een zin van een predikatenlogicataal interpreteren in een structuur, dan betekent ( x) dat er een x in het universum van die structuur bestaat zodat. En ( x) betekent dat voor elke x in het universum geldt dat. We spreken af dat een kwantor altijd slaat op de kleinste deelformule die erachter volgt, zie paragraaf 2. Dus ( y)( VADER(y) = JAN MOEDER(y) = x) heeft een gans andere betekenis dan ( y) VADER(y) = JAN MOEDER(y) = x. Een uitdrukking zoals VADER(JAN), of MOEDER(VADER(x)), noemen we een term. Een term stelt een element van het universum M voor, we kunnen er geen waarheidswaarde (waar of vals) aan toekennen. We kunnen zinnen zoals (1), (2), en (3) hierboven ook interpreteren in andere structuren, bijvoorbeeld in de structuur die men bekomt door in het voorgaande het universum M te vervangen door alle voorouders van Filips de Goede (een zoon van Jan Zonder Vrees). De interpretatie van zin (1) is duidelijk vals in die nieuwe structuur, alhoewel Filips de Goede een zoon heeft (Karel de Stoute). De idee dat we zinnen van een predikatenlogicataal in heel veel verschillende structuren kunnen interpreteren zal verderop heel belangrijk worden.
19 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA Structuren - Definitie. Zij n 1, n 2,, n k, m 1, m 2,, m r, κ N 0. Een structuur D met signatuur < n 1,, n k ; m 1,, m r ; κ > bestaat uit: (i) Een niet lege verzameling D, het universum van D genoemd, (ii) Voor elke i = 1, 2,, k een relatie R i op D met n i argumenten. Dus R i is een deelverzameling van D n i = D D D = {(x }{{} 1,, x ni ) x 1 D,, x ni D}. n i keren (iii) Voor elke j = 1, 2,, r een afbeelding (=functie) F j : D m j D. De afbeelding F j heeft dus m j argumenten. (iv) Voor elke l = 1,, κ een element d l D. Zo een element d l wordt een constante genoemd. Notatie : D =< D ; R 1, R 2,, R k ; F 1, F 2,, F r ; d 1, d 2,, d κ >. Een relatie met 1 argument is gewoon een deelverzameling van D. De relaties R 1, R 2, hoeven niet onderling verschillend te zijn, de afbeeldingen F 1, F 2, hoeven niet onderling verschillend te zijn. Ook de elementen d 1, d 2, van D hoeven niet onderling verschillend te zijn. We kunnen ook structuren beschouwen met signatuur <; m 1,, m r ; κ >, dus zonder relaties : < D; ; F 1,, F r ; d 1,, d κ >, signatuur < n 1,, n k ; ; κ >, dus zonder functies : < D; R 1,, R k ; ; d 1,, d κ >, signatuur < n 1,, n k ; m 1,, m r >, zonder constanten : < D; R 1,, R k ; F 1,, F r >, signatuur <; m 1,, m r >, alleen maar functies : < D; ; F 1,, F r >, signatuur <; ; κ > zonder relaties en functies : < D; ; ; d 1,, d κ >, signatuur < n 1,, n k >, zonder functies en constanten: < D; R 1,, R k >. Voorbeelden. We hebben bijvoorbeeld de volgende structuren: < {alle mensen} ;...is ouder van...,...is een vrouw > signatuur < 2, 1 > < {alle mensen} ; jonger ; moeder, vader ; JanDenef > signatuur < 2; 1, 1; 1 > < N ; < > signatuur < 2 > < N ; < ; ; 0, 1 > signatuur < 2; ; 2 > < N ; < ; ; 2, 5, 3, 11, 2 > signatuur < 2; ; 5 > < N ; ; +, ; 0, 1 > signatuur <; 2, 2; 2 > < N ; < ; +, ; 0, 1 > signatuur < 2; 2, 2; 2 > < N; <, > signatuur < 2, 2 > < R; <, Z > signatuur < 2, 1 > - In 2 gaan we voor elke gegeven signatuur kunstmatige talen invoeren waarin we over elke structuur met die gegeven signatuur kunnen spreken. Eerst gaan we
20 20 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA zo een taal bekijken zonder rekening te houden met wat de zinnen van die taal betekenen. In 3 zullen we dan exact definiëren hoe we die zinnen kunnen interpreteren (= semantiek).
21 2. De predikatenlogicatalen DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA 21 - Met een identifier bedoelen we in deze cursus een eindige rij symbolen die begint met een letter en waarbij elk symbool een letter of een cijfer is. Een letter mag een hoofdletter of een kleine letter zijn. Voorbeeld: Jan507tjeJoris7 is een identifier. Opmerking: identifier is een Engels woord en dient zo uitgesproken te worden. - Zij P 1, P 2,, P k, G 1, G 2,, G r, c 1, c 2,, c κ een rij waarvan de elementen onderling verschillende identifiers aanduiden. Dus P 1 duidt een identifier aan, P 2 duidt een identifier aan, en zo verder. - Zij n 1, n 2,, n k, m 1,, m r, κ een rij getallen in N 0. - We gaan nu een kunstmatige taal L invoeren, namelijk de predikatenlogicataal L met relatie-identifiers P 1 met n 1 argumenten, P 2 met n 2 argumenten,, P k met n k argumenten, met functie-identifiers G 1 met m 1 argumenten, G 2 met m 2 argumenten,, G r met m r argumenten, en met constante-identifiers c 1, c 2,, c κ. - We gebruiken de volgende notatie om die taal L op ondubbelzinnige wijze te karakteriseren: L = < (P 1, n 1 ), (P 2, n 2 ),, (P k, n k ) ; (G 1, m 1 ),, (G r, m r ) ; c 1, c 2,, c κ >, en we zeggen dat < n 1,, n k ; m 1,, m r ; κ > de signatuur is van L. Soms zullen we het nogal lange woord predikatenlogicataal afkorten tot pred-taal. Indien een relatie-identifier slechts uit één symbool bestaat, dan zullen we dat soms een relatiesymbool noemen. Op dezelfde wijze zullen we ook spreken over functiesymbolen en constantesymbolen. In de meeste boeken en artikels wordt een relatie-identifier eigenlijk een relatiesymbool genoemd, zelfs als de relatie-identifier uit meerdere symbolen bestaat. Dezelfde opmerking geldt voor functie-identifiers en constante-identifiers. - De symbolen en identifiers van L bestaan uit 1. De relatie-identifiers : P 1, P 2,, P k 2. De functie-identifiers : G 1, G 2,, G r 3. De constante-identifiers : c 1, c 2,, c κ 4. De variabelen : v 0, v 1, v 2, (oneindig veel) 5. De connectieven :,,,, 6. De kwantoren :, 7. Gelijkheidssymbool : = 8. Hulptekens : ( ) [ ] { } (haakjes) en, (de komma) We laten ook toe eender welke identifiers te gebruiken als variabelen op voorwaarde dat die verschillend zijn van de relatie-identifiers, functie-identifiers en constanteidentifiers. We moeten erg oppassen dat we onderscheid maken tussen de variabelen en de constante-identifiers. - Een term van L is een rij symbolen van L die kan bekomen worden door herhaaldelijke toepassing van de volgende regels : 1. Elke variabele is een term van L. 2. Elke constante-identifier van L is een term van L.
22 22 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA 3. Als t 1, t 2, t 3, termen zijn van L dan zijn G 1 (t 1, t 2,, t m1 ) G 2 (t 1, t 2,, t m2 ). G r (t 1, t 2,, t mr ) termen van L. (De getallen m 1, m 2,, m r hangen af van de signatuur van L.) Hetzelfde geldt ook voor ( ) vervangen door [ ], of door { }. Voorbeeld. G 2 (G 1 (G 2 (v 1, v 2, c 1 ), G 1 (v 1, c 2 )), c 1, c 2 ) is een term in eender welke pred-taal met signatuur < 1; 2, 3, 5; 3 >, maar G 2 (v 1, v 2 ) is geen term in die taal. - Een formule van L is een rij symbolen van L die kan bekomen worden door herhaaldelijke toepassing van de volgende regels : 1. Als t 1, t 2, t 3, termen zijn van L dan zijn P 1 (t 1, t 2,, t n1 ) P 2 (t 1, t 2,, t n2 ). P k (t 1, t 2,, t nk ) formules van L. (De getallen n 1, n 2,, n k hangen af van de signatuur van L.) Hetzelfde geldt ook voor ( ) vervangen door [ ], of door { }. 2. Als t 1 en t 2 termen zijn van L dan is t 1 = t 2 een formule van L. 3. Als A en B formules van L zijn, dan zijn ook (A B) (A B) (A B) (A B) A formules van L. Hetzelfde geldt ook voor ( ) vervangen door [ ], of door { }. 4. Als A een formule van L is en als x een variabele is, dan zijn formules van L. ( x)a ( x)a - Opmerking. n i wordt het aantal argumenten van de relatie-identifier P i genoemd, en m i wordt het aantal argumenten van de functie-identifier G i genoemd. De formules bekomen door 1 en 2 heten atomische formules.
23 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA 23 - Opmerking. De lezer moet er zich van bewust zijn, dat de bovenstaande definities (en bijna alle definities in deze cursus) vatbaar zijn voor vele variaties, en dat elk handboek over logica een verschillend stel definities gebruikt. - Opmerking. Een relatie wordt ook wel eens een predikaat genoemd, vandaar de naam predikatenlogica. Daarom spreekt men soms over predikaat-identifiers en predikaatsymbolen in plaats van relatie-identifiers en relatiesymbolen. - Voorbeeld : Zij < 2, 3, 4; 1, 2; 1 > de signatuur van L, dan zijn (P 1 (v 0, v 112 ) ( v 0 )P 2 (v 0, v 10, G 2 (c 1, G 1 (v 0 ))) ) ( v 1 ) (P 3 (v 0, v 1, v 5, v 2 ) ( v 3 ) (P 1 (v 1, v 2 ) P 2 (v 1, v 2, v 3 ))) ( v 1 )P 1 (v 0, v 0 ) ( v 0 ) (( v 0 )P 2 (v 0, v 2, v 9 ) ( P 1 (v 0, v 0 ))) formules van L. - Voorbeeld : Beschouw de pred-taal met slechts één relatie-identifier OUDERDAN, met 2 argumenten, met twee functie-identifiers MOEDER en VADER, elk met één argument, en met één constante-identifier JAN. Dus deze taal heeft signatuur < 2; 1, 1; 1 > en wordt aangeduid met < (OUDERDAN, 2); (MOEDER, 1), (VADER, 1); JAN >. Dit is de taal die we in paragraaf O bekeken hebben. atomische formule in deze taal is Een voorbeeld van een OUDERDAN(MOEDER(JAN), JAN). - Hierboven gebruikten we de symbolen A, B, C, om formules van L aan te duiden. De symbolen x, y, z, worden soms gebruikt om variabelen (dus elementen van {v 0, v 1, v 2, }) aan te duiden. Dus als bijvoorbeeld A, B formules van L aanduiden, en als x een variabele aanduidt, dan duidt (( x)a B) een formule van L aan, maar de rij van deze 9 symbolen is zelf geen formule van L. - Soms gaan we een formule van L aanduiden met A(x), om er de aandacht op te vestigen dat de variabele x mag voorkomen in de formule. Weglaten van haakjes De afspraken aangaande het weglaten van haakjes, die we in hoofdstuk I 1 gemaakt hebben, blijven we gebruiken in de predikatenlogica. Dus mogen we schrijven in plaats van P 1 (v 0, v 112 ) ( v 0 )P 2 (v 0, v 10, v 2 ) (P 1 (v 0, v 112 ) ( v 0 )P 2 (v 0, v 10, v 2 )) omdat we de buitenste haakjes mogen weglaten. Zoals in hoofdstuk I 1 mogen we ook haakjes weglaten op grond van de daar ingevoerde voorrangsregels, bijvoorbeeld: P 1 (v 1, v 2 ) P 1 (v 1, v 1 ) ( v 3 )P 2 (v 3, v 3, v 3 )
24 24 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA in plaats van: (P 1 (v 1, v 2 ) P 1 (v 1, v 1 )) ( v 3 )P 2 (v 3, v 3, v 3 ). Bovendien spreken we af dat de kwantoren sterker binden dan de connectieven, dus mogen we schrijven: in plaats van ( v 1 )( v 2 )P 1 (v 1, v 2 ) ( v 1 )P 1 (v 1, v 1 ) ( v 3 )P 2 (v 3, v 3, v 3 ) ( ( v 1 )( v 2 )P 1 (v 1, v 2 ) (( v 1 )P 1 (v 1, v 1 ) ( v 3 )P 2 (v 3, v 3, v 3 )) ). We mogen steeds haakjes toevoegen, op voorwaarde dat dit de betekenis niet verandert. Dus in plaats van de laatste formule hierboven mogen we ook schrijven: ( ( v 1 )( v 2 )P 1 (v 1, v 2 ) ) (( v 1 )P 1 (v 1, v 1 ) ( v 3 )P 2 (v 3, v 3, v 3 )). Merk op dat er in de formule (( v 1 )P 1 (v 1, v 1 ) ( v 1 )( v 2 )( v 3 )P 2 (v 1, v 2, v 3 )) geen haakjes zijn weggelaten, inderdaad die formule wordt bekomen door de vormingsregels (in de definitie van wat een formule is) toe te passen. Men is niet verplicht om zoveel mogelijk haakjes weg te laten. In de cursustekst zullen we zelden haakjes weglaten op basis van de voorrangsregels voor de connectieven, maar in de oefeningen zullen we dit vaker doen wanneer we met ingewikkelde formules werken. Conventie: Wanneer we formules van de pred-taal aanduiden met letters A, B, of A(x), B(y), en we bouwen daarmee een andere formule op, bijvoorbeeld ( v 1 )A, dan veronderstellen we (hierboven en in het vervolg) altijd (zonder dat expliciet te vermelden) dat er in A, B,, A(x), B(y), geen buitenste haakjes weggelaten zijn. Anders zou het kunnen dat de opgebouwde formule een heel andere betekenis krijgt dan verwacht. Inderdaad indien A de formule P 1 (v 1, v 2 ) P 2 (v 1, v 2, v 3 ) is, dan is ( v 1 )A letterlijk hetzelfde als ( v 1 )P 1 (v 1, v 2 ) P 2 (v 1, v 2, v 3 ), wat een totaal andere betekenis heeft dan ( v 1 )(P 1 (v 1, v 2 ) P 2 (v 1, v 2, v 3 )). Dit willen we dus vermijden. Notatie: Om het geheel overzichtelijker te maken zullen we dikwijls t 1 t 2 schrijven in plaats van t 1 = t 2, wanneer t 1 en t 2 termen zijn van L. We beschouwen v 1, v 2, als zijnde hetzelfde als v 1, v 2,. Inderdaad indices worden dikwijls aangeduid door een underscore. Definitie van vrije en gebonden variabelen Een formule A van L is een rij van symbolen. Een deelrij van opeenvolgende symbolen van A die zelf een formule is (en die niet start of eindigt binnen een identifier), wordt een deelformule van A genoemd. Voorbeeld : ( v 1 )(P 3 (v 0, v 1, v 5, v 2 ) ( v 3 )(P 1 (v 1, v 2 ) P 2 (v 1, v 2, v 3 )) ) P 1 (v 5, v 5 ) }{{} deelformule
25 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA 25 Maar anderzijds is JORIS = JORIS geen deelformule van JANJORIS = JORIS. Het is ook onderverstaan dat v 1 = v 12 geen deelformule is van v 1 = v Zij x een variabele, en veronderstel dat de kwantor ( x) op een bepaalde plaats voorkomt in de formule A. Het bereik van de kwantor ( x) op die plaats, is de kleinste deelformule van A die direct volgt na die kwantor ( x). Op dezelfde wijze definiëren we het bereik van een kwantor ( x). Voorbeeld : ( v 1 ) (P 1 (v 0, v 1 ) P 2 (v 0, v 1 )) P 3 (v 1 ) }{{} bereik Veronderstel dat de variabele x op een bepaalde plaats in de formule A voorkomt. We zeggen dat x gebonden is op die plaats in A, als x op die plaats voorkomt in een kwantor ( x) of ( x) of in het bereik ervan. We zeggen dat x vrij is op die plaats in de formule A, als ze daar niet gebonden is. Voorbeeld : ( v }{{} 0 )(P 2 ( gebonden P 1 (v 0, v }{{ 1 ) ( } vrij gebonden {}}{ v 0, v 1, v }{{ 1 ) ( } vrij gebonden {}}{ v 0 )P 2 ( v 0, v 0 }{{} gebonden, vrij {}}{ v 1 ) gebonden {}}{ v 1 ) P 3 ( v 0, v 1 }{{} gebonden vrij {}}{, v 2, v 3 )) Het is dus mogelijk dat een variabele in een formule op sommige plaatsen vrij is en op andere plaatsen gebonden is. (Dit is soms hinderlijk maar het loont niet de moeite om het te verbieden.) Definitie. Een zin (of gesloten formule) van L is een formule van L zonder vrije variabelen. Voorbeeld : (met c 1 een constantesymbool) ( v 0 )( v 1 )( v 3 )(P 1 (v 0, v 1 ) P 2 (c 1, v 1, v 3 )) ( v 0 )(P 1 (v 0, v 1 ) P 2 (v 0, v 1, v 3 )) ( v 1 )( v 2 )P 1 (v 0, v 2 ) is geen zin. is een zin. is geen zin. Unicode-syntax versus ASCII-syntax De ASCII-karakters zijn de letters, cijfers en symbolen die te vinden zijn op de Amerikaanse toetsenborden voor computers (samen met een aantal controlekarakters). De symbolen,,,,,,, zijn geen ASCII-karakters. Het zijn wel Unicode-karakters. Meerdere tekstverwerkers en clients bieden niet de mogelijkheid met deze unicode-karakters te werken. Voor deze redenen is het soms belangrijk de symbolen,,,,, te vervangen door de ASCII karakters /\, \/,, >, < >, <>.
26 26 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA Indien we bovendien de kwantoren in uitdrukkingen van de vorm ( x)c(x), en ( x)c(x), overal herschrijven onder de vorm A x C(x), en E x C(x), dan bekomen we een nieuwe schrijfwijze voor onze formules die we ASCII-syntax noemen. De spatie achter een kwantor en achter de variabele na een kwantor, is verplicht in ASCII-syntax. De schrijfwijze die we aanvankelijk hadden ingevoerd noemen weunicode-syntax. Met de software-tool LogicPalet kun je gemakkelijk vertalen van Unicode-syntax naar ASCII-syntax en omgekeerd. Nog enkele andere schrijfwijzen Een andere schrijfwijze voor kwantoren die in sommige boeken wordt gebruikt is van de vorm x : en x :. Bij het gebruik van de dubbelpunt acher een variabele na een kwantor is de conventie dat de kwantor slaat op al wat achter de dubbelpunt volgt, tenzij haakjes het anders bepalen. Tenslotte vermelden we nog de Spass-syntax die gebruikt wordt door de software SPASS. Die syntax is totaal verschillend van de hiervoor behandelde schrijfwijzen. Bijvoorbeeld: A B wordt in Spass-syntax and(a,b), en ( x)a(x) wordt forall([x], A(x)). Met de software-tool LogicPalet kun je gemakkelijk vertalen van Unicode-syntax naar Spass-syntax. Probeer met enkele voorbeelden en dan zul je zien hoe de andere connectieven is Spass-syntax geschreven worden.
27 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA Interpretatie (=semantiek) van de predikatenlogicatalen - Zij L de predikatenlogicataal L = < (P 1, n 1 ), (P 2, n 2 ),, (P k, n k ) ; (G 1, m 1 ),, (G r, m r ) ; c 1, c 2,, c κ >. Deze taal heeft signatuur < n 1,, n k ; m 1,, m r ; κ >, en heeft relatie-identifiers P 1,, P k, functie-identifiers G 1,, G r, en constante-identifiers c 1,, c κ. Zij D =< D; R 1,, R k ; F 1,, F r ; d 1,, d κ > een structuur met zelfde signatuur. Zij A een zin van L. We kunnen A interpreteren in D : interpreteer P i door R i, G j door F j, c l door d l, interpreteer = door de gelijkheidsrelatie, interpreteer de connectieven,,,, door en, of, implicatie, asa, niet, en interpreteer ( x) door er bestaat een x in het universum D zodanig dat, en interpreteer ( x) door voor alle x in het universum D geldt. We spreken hierbij af dat een kwantor altijd slaat op zijn bereik, dus op de kleinste deelformule achter de kwantor. Op deze wijze bekomen we een bewering aangaande de structuur D die ofwel waar is (we zeggen dan dat A waar is in D, notatie D A), ofwel vals is. We zullen een nauwkeurige definitie geven van het zojuist geschetste begrip, maar eerst een voorbeeld : Voorbeeld 1. Zij L de pred-taal < (P 1, 2) >. Zij D 1 =< Z ; < >, D 2 =< Q ; < >. Zij A de zin ( v 1 )( v 2 ) (P 1 (v 1, v 2 ) ( v 3 )(P 1 (v 1, v 3 ) P 1 (v 3, v 2 ))). Dan is A vals in D 1 maar waar in D 2. - We kunnen niet zeggen of een formule met vrije variabelen ( bijvoorbeeld P 1 (v 1, v 2 ) in voorbeeld 1 hierboven) waar of vals is in de structuur D. Daarvoor moeten we eerst de vrije variabelen vervangen door elementen van het universum D. Daarom maken we de volgende definitie : Definitie : Een bedeling s voor een structuur D is een afbeelding s: {v 0, v 1, v 2, } D : v i s(v i ), van de verzameling 2 van de variabelen naar D. Zij nu A een formule van L met vrije variabelen v i, v j,. We zeggen dat A waar is in D onder de bedeling s (notatie D, s A) als de formule waar is in D nadat men de vrije variabelen v i, v j, vervangen heeft door s(v i ), s(v j ),. Vooraleer we een exacte definitie geven, bekijken we nog een voorbeeld : Voorbeeld 2. Zij L en D 1 zoals in voorbeeld 1. Zij s een bedeling met s(v 1 ) = 1, s(v 2 ) = 2. Zij s een bedeling met s (v 1 ) = 2, s (v 2 ) = 4. Zij B de formule ( v 3 )(P 1 (v 1, v 3 ) P 1 (v 3, v 2 )). Dan hebben we dat ( betekent : niet ). D 1, s B en D 1, s B. 2 We nemen hier stilzwijgend aan dat v 0, v 1, v 2, de enige variabelen zijn. Als er ook andere variabelen gebruikt worden dan moet men de uitleg hier op evidente wijze aanpassen.
28 28 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA - Exacte definitie van Zij L de predikatenlogicataal L = < (P 1, n 1 ), (P 2, n 2 ),, (P k, n k ) ; (G 1, m 1 ),, (G r, m r ) ; c 1, c 2,, c κ >, zoals op de vorige pagina. Deze taal heeft signatuur < n 1,, n k ; m 1,, m r ; κ >. Zij D =< D; R 1,, R k ; F 1,, F r ; d 1,, d κ > een structuur met zelfde signatuur. Zij s een bedeling voor D. Alvorens aan de eigenlijke definitie van te beginnen, voeren we nog een notatie in : Notatie : Zij j N, r D, en zij s een bedeling voor D. Met s(v j r) duiden we een nieuwe bedeling voor D aan, die gedefinieerd is door { r s(v j r): {v 0, v 1, v 2, } D : v i s(v i ) als i = j als i j. - Zij t een term van L. Onder de bedeling s kunnen we de term t op evidente wijze interpreteren door een element s(t) D. Dit element wordt bekomen door de variabelen van t te vervangen door de waarde die de bedeling daaraan associeert en door de functie-identifiers en constante-identifiers G 1,, G r, c 1,, c κ te interpreteren door F 1,, F r, d 1,, d κ. Men noemt s(t) de interpretatie van t in D onder de bedeling s. Een exacte definitie van s(t) door inductie op het aantal symbolen van t is als volgt : 1. Als t de variabele v i is, dan s(t) = s(v i ). 2. Als t de constante-identifier c i is, dan s(t) = d i. 3. Als t de term G i (t 1,, t mi ) is, met t 1,, t mi termen, dan s(t) = F i (s(t 1 ),, s(t mi )). - Zij A een formule van L. Intuïtief is het duidelijk wat we bedoelen met de formule A is waar in D onder de bedeling s (notatie D, s A). Inderdaad, de termen die in A voorkomen moeten geïnterpreteerd worden zoals hierboven. Een exacte definitie, door inductie op het aantal symbolen van A, is als volgt : 1. Zij t 1,, t ni termen van L, dan D, s P i (t 1,, t ni ) asa (s(t 1 ),, s(t ni )) voldoet aan de relatie R i. 2. Zij t 1 en t 2 termen van L, dan 3. Zij A en B formules van L, dan D, s t 1 = t 2 asa s(t 1 ) = s(t 2 ). D, s (A B) asa D, s A en D, s B D, s (A B) asa D, s A of D, s B D, s (A B) asa D, s A of D, s B D, s (A B) asa D, s A asa D, s B D, s A asa D, s A.
29 4. Zij A een formule van L, dan DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA 29 D, s ( v j )A asa er bestaat een r D zodat D, s(v j r) A, D, s ( v j )A asa voor elke r D geldt D, s(v j r) A. Volgens de conventie in paragraaf 2 veronderstellen we hier dat er in A geen buitenste haakjes zijn weggelaten, dus het bereik van de vooropstaande kwantor is A. Die veronderstelling is nodig: Bijvoorbeeld als A de formule P 1 (v j ) P 2 (v j ) is, dan geldt het bovenstaande niet. Voor de bondigheid hebben we hierboven alleen maar gewerkt met kleine haakjes, maar de definities met [ ] en { } zijn natuurlijk volledig analoog. Eigenschap 1. Zij C een formule van L, en zij s en s bedelingen voor D. Veronderstel dat s(v) = s (v) voor elke variabele v die vrij voorkomt in C. Dan D, s C asa D, s C. Dus, de waarheidswaarde van C is onafhankelijk van de waarde van de bedeling op die variabelen die niet voorkomen in C of die alleen gebonden voorkomen in C. Inderdaad, uit 4 hierboven volgt dat we voor een gebonden variabele v j de bedeling vervangen door s(v j r), zodat de waarde s(v j ) geen rol speelt. Definitie. Zij A een zin van L (dus een formule zonder vrije variabelen). We zeggen A is waar in D (Notatie D A) asa D, s A voor minstens één (en dus voor elke!) bedeling s. Oefening 1. Zij L, D 1, en D 2 zoals in voorbeeld 1. Zij A de formule Voor welke bedelingen s geldt (a) D 1, s A (b) D 2, s A. ( v 0 ) (v 1 = v 0 ( v 1 )(P 1 (v 0, v 1 ) P 1 (v 1, v 2 ))). Belangrijke definities. Zij A een formule van de predikatenlogicataal L. We zeggen dat A logisch waar is (notatie A) asa D, s A voor elke structuur D met zelfde signatuur als L en voor elke bedeling s voor D. Twee formules A, B van de predikatenlogicataal L heten logisch equivalent asa de formule A B logisch waar is. Een theorie T in L is een verzameling zinnen van L. We zeggen dat de structuur D een model is voor T ( notatie D T ) asa D B voor elke B T. Zij A 1,, A l en B zinnen van L. We zeggen dat B een logisch gevolg is van A 1,, A l, asa de zin (A 1 A 2 A l ) B logisch waar is. Dit geldt asa B waar is in elke structuur (met zelfde signatuur als L) waarin A 1,, A l waar zijn.
30 30 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA Voorbeelden - De formule ( v 0 )P 1 (v 0, v 1 ) ( v 0 )P 1 (v 0, v 1 ) is logisch waar. Om dit in te zien moet je gebruik maken van het feit dat het universum van een structuur minstens één element bevat (per definitie D ). - De zin ( v 0 )( v 1 )v 1 = v 0 is niet logisch waar. Inderdaad, deze zin is waar in een structuur D asa het universum van D bevat slechts één element. - Dus ook de zin ( v 0 )( v 1 )v 1 = v 0 is niet logisch waar. - Deze voorbeelden tonen aan dat A niet impliceert dat A. Oefening 2. - Beschouw de pred-taal met relatie-identifiers OuderVan (met 2 argumenten) en Vrouw (met 1 argument). De verzameling van de mensen (die nu leven of ooit geleefd hebben) is het universum van een structuur met signatuur < 2, 1 > en relaties... is ouder van... en... is een vrouw. Vertaal in die pred-taal de volgende beweringen over die structuur: a) Niemand is vader van iedereen. b) Iedereen heeft een moeder. c) Wie een dochter heeft, heeft een zoon. - Definieer in die pred-taal de volgende relaties in twee argumenten (je moet dus een formule in die pred-taal vinden (met twee vrije variabelen) wiens interpretatie de opgegeven relatie is) d)... is grootouder van... e)... is zuster van... f)... is oom van... Oefening 3. - Beschouw de pred-taal met signatuur < 1, 2; 1, 1 >, met twee relatie-identifiers Vrouw (met 1 argument), en OuderDan (met twee argumenten), en met twee functie-identifiers moeder en vader (elk met één argument). De verzameling van de mensen (die nu leven of ooit geleefd hebben) is het universum van een structuur met signatuur < 1, 2; 1, 1 >, met relaties... is een vrouw, en... is ouder dan... en functies de moeder van... en de vader van.... (We nemen hier aan dat elke mens die ooit geleefd heeft een menselijke vader en moeder had, wat in werkelijkheid niet kan...) Vertaal in die pred-taal de volgende beweringen over die structuur: a) Niemand is vader van iedereen. b) Iedereen heeft een moeder die ouder is dan zijn vader. c) Wie een dochter heeft, heeft een zoon. g) Sommige vaders zijn ouder dan de moeder van sommige van hun kinderen. (opgepast: met sommige... bedoelen we minstens één... ) - Definieer in die pred-taal de volgende relaties in twee argumenten (je moet dus een formule in die pred-taal vinden (met twee vrije variabelen) wiens interpretatie de opgegeven relatie is) d)... is grootvader van... e)... is zuster van... f)... is oom van... - Is de volgende zin van die pred-taal al dan niet logisch waar: ( v 0 ) OuderDan(moeder(v 0 ), v 0 )
31 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA 31 Antwoord: niet logisch waar, want om logisch waar te zijn moet de zin waar zijn als men OuderDan interpreteert door t is eender welke relatie in twee argumenten en moeder door t is eender welke functie in één argument. Opmerkingen. - In de vorige twee oefeningen definiëren we niet exact wat we bedoelen met vertalen, maar het is intuitief wel duidelijk wat hier bedoeld wordt. In het kader van de Tarski-werelden zullen we hieronder aan de notie vertalen een specifieke betekenis geven (die echter niet van toepassing is op de situatie hierboven). - Met sommige... bedoelen we steeds minstens één, alhoewel achter de uitdrukking sommige steeds een meervoudsvorm komt. Dus als we zeggen sommige mensen hebben de eigenschap..., dan bedoelen we dat minstens één mens eigenschap... heeft.
32 32 DEEL I. WISKUNDIGE LOGICA Tarski-werelden - Een Tarski-wereld bestaat uit figuren (minstens 1) die zich op een schaakbord met 8x8 velden bevinden (zie tekening 1 verderop). Elke figuur is ofwel een driehoek, ofwel een vierkant, ofwel een vijfhoek. Zo een figuur kan groot, klein, of middelmatig zijn. Sommige van de figuren hebben eventueel een naam a, b, c, d, e, f, g, h, i, j, k, l, m, n, o, p, of q. Een figuur mag niet meer dan één naam hebben, en de namen van de figuren moeten onderling verschillend zijn. De namen moeten duidelijk op de tekening aangegeven worden. - Aan een Tarski-wereld associëren we een structuur (in de zin van de predikatenlogica): Het universum is de verzameling van de figuren op het schaakbord, en de relaties zijn de volgende:... is een driehoek Triangle(...)... is een vierkant Square(...)... is een vijfhoek Pentagon(...)... is klein Small(...)... is middelmatig Medium(...)... is groot Large(...)... is (strikt) kleiner dan... Smaller(...,...)... is (strikt) groter dan... Larger(, )... is meer naar links gelegen dan... LeftOf(...,...)... is meer naar rechts gelegen dan... RightOf(, )... is meer naar voor gelegen dan... FrontOf(...,...)... is meer naar achter gelegen dan... BackOf(, )... bevindt zich tussen... en... Between(...,...,...) De constanten van de structuur zijn de figuren die een naam hebben, op alfabetische volgorde. Er zijn geen functies. Figuren die op verschillende velden van het schaakbord staan worden altijd beschouwd als verschillende elementen van het universum. - De Tarski-wereld-pred-taal heeft de hierboven (in de rechtse kolom) vermelde relatie-identifiers en de volgende constante-identifiers: a, b, c, d, e, f, g, h, i, j, k, l, m, n, o, p, q. Een zin in de Tarskiwereld-pred-taal kunnen we op de voor de hand liggende wijze interpreteren (waar of vals) in een Tarski-wereld, op voorwaarde dat er voor elk constantesymbool dat voorkomt in die zin, een figuur in die Tarski-wereld aanwezig is met dezelfde naam. We spreken af om in formules van de Tarski-wereld-pred-taal alleen maar de variabelen r, s, t, u, v, w, x, y, z te gebruiken, omwille van de te gebruiken software-tool. - Sommige van onze relaties moeten nog nauwkeuriger gedefinieerd worden: We zeggen dat een figuur x meer naar links gelegen is dan een figuur y, dus LeftOf(x,y), asa de kolom waartoe x behoort aan de linkerkant gelegen is van de kolom waartoe y behoort (deze kolommen mogen dus zeker niet dezelfde zijn). De zinswendingen x bevindt zich links van y, x ligt links van y, x links van y beschouwen we als synoniemen van LeftOf(x,y). De definitie van RightOf(x,y) is analoog. We zeggen dat een figuur x meer naar voor gelegen is dan een figuur y, dus FrontOf(x,y), asa de rij waartoe x behoort meer naar voor gelegen is dan de rij waartoe y behoort (deze rijen mogen dus zeker niet dezelfde zijn). De zinswendingen x bevindt zich voor y, x ligt voor y, x voor y beschouwen we als synoniemen van FrontOf(x,y). De definitie van BackOf(x,y) is analoog. We zeggen dat een figuur z zich bevindt tussen de figuren x en y, dus Between(z,x,y), asa z gelegen is tussen x en y in eenzelfde kolom, rij of diagonaal. Dan moeten die drie figuren alleszins op drie
OEFENEN MET TARSKI-WERELDEN
OEFENINGEN TARSKI-WERELDEN 1 OEFENEN MET TARSKI-WERELDEN Samenvatting - Een Tarski-wereld bestaat uit figuren (minstens 1) die zich op een schaakbord met 8x8 velden bevinden (zie tekening 1 verderop).
Nadere informatiePROPOSITIELOGICA. fundament voor wiskundig redeneren. Dr. Luc Gheysens
PROPOSITIELOGICA fundament voor wiskundig redeneren Dr. Luc Gheysens PROPOSITIELOGICA Een propositie of logische uitspraak, verder weergegeven door een letter p, q, r is een uitspraak die in een vastgelegde
Nadere informatieMededelingen. TI1300: Redeneren en Logica. Waarheidstafels. Waarheidsfunctionele Connectieven
Mededelingen TI1300: Redeneren en Logica College 4: Waarheidstafels, Redeneringen, Syntaxis van PROP Tomas Klos Algoritmiek Groep Voor de Fibonacci getallen geldt f 0 = f 1 = 1 (niet 0) Practicum 1 Practicum
Nadere informatieCaleidoscoop: Logica
Caleidoscoop: Logica Non impeditus ab ulla scientia K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 3 October, 2007 Overzicht 1 2 Negaties We gaan rekenen met proposities (beweringen). Bedenker: George Boole
Nadere informatiePropositielogica. Evert De Nolf Delphine Draelants Kirsten Storms Evelien Weyn. 24 augustus Universiteit Antwerpen
Propositielogica Evert De Nolf Delphine Draelants Kirsten Storms Evelien Weyn Universiteit Antwerpen 24 augustus 2006 Propositionele connectoren Negatie Conjunctie Disjunctie Implicatie Equivalentie Propositionele
Nadere informatieTentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica
TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Tentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica 21 Januari 2011, 8.30 11.30 uur LEES DEZE OPMERKINGEN AANDACHTIG DOOR
Nadere informatieVerzamelingen. Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 5 Verzamelingen In de meest uiteenlopende omstandigheden kan het handig zijn om een stel objecten, elementen, of wat dan ook, samen een naam te geven. Het resultaat noemen we dan een verzameling.
Nadere informatieSemantiek 1 college 10. Jan Koster
Semantiek 1 college 10 Jan Koster 1 Vandaag Vorige keer: conceptuele structuur en semantische decompositie Vandaag: inleiding in de formele semantiek Gebruikt notaties uit formele logica plus de daar gehanteerde
Nadere informatieLogic for Computer Science
Logic for Computer Science 06 Normaalvormen en semantische tableaux Wouter Swierstra University of Utrecht 1 Vorige keer Oneindige verzamelingen 2 Vandaag Wanneer zijn twee formules hetzelfde? Zijn er
Nadere informatieMededelingen. TI1300: Redeneren en Logica. Metavariabelen Logica, p Minder connectieven nodig
Mededelingen TI1300: Redeneren en Logica College 5: Semantiek van de Propositielogica Tomas Klos Algoritmiek Groep Tip: Als ik je vraag de recursieve definitie van een functie over PROP op te schrijven,
Nadere informatieJe hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015
Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. Elk vraagstuk is maximaal 10 punten waard. Begin elke opgave op een nieuw vel papier. µkw uitwerkingen 12 juni 2015 Vraagstuk 1. We kunnen
Nadere informatieWiskundige beweringen en hun bewijzen
Wiskundige beweringen en hun bewijzen Analyse (en feitelijk de gehele wiskunde) gaat over het bewijzen van beweringen (proposities), d.w.z. uitspraken waaraan de karakterisering waar of onwaar toegekend
Nadere informatiePropositionele logica
Logic is the beginning of wisdom, not the end. Captain Spock, Star Trek VI (1991) Hoofdstuk 1 ropositionele logica 1.1 Uitspraken Het begrip uitspraak. We geven hier geen definitie van het begrip uitspraak
Nadere informatieTegenvoorbeeld. TI1300: Redeneren en Logica. De truc van Gauss. Carl Friedrich Gauss, 7 jaar oud (omstreeks 1785)
Tegenvoorbeeld TI1300: Redeneren en Logica College 3: Bewijstechnieken & Propositielogica Tomas Klos Definitie (Tegenvoorbeeld) Een situatie waarin alle premissen waar zijn, maar de conclusie niet Algoritmiek
Nadere informatieProposities. Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 2 Proposities In de wiskunde en in de informatica, en ook in veel andere disciplines, is er behoefte aan redeneren. Om dat goed te kunnen doen moet men allereerst beschikken over een arsenaal
Nadere informatieLogica voor Informatici najaar 2000 Opgaven en Oplossingen Hoofdstuk 2
Logica voor Informatici najaar 2000 Opgaven en Oplossingen Hoofdstuk 2 2.1 Geef de volgende zinnen weer in propositionele notatie: i Als de bus niet komt, komen de tram en de trein We voeren de volgende
Nadere informatieLogica voor Informatica
Logica voor Informatica 10 Predikatenlogica Wouter Swierstra University of Utrecht 1 Vorige keer Syntax van predikatenlogica Alfabet Termen Welgevormde formulas (wff) 2 Alfabet van de predikatenlogica
Nadere informatieZomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008
Katholieke Universiteit Leuven September 2008 Logica, verzamelingenleer, functies en bewijstechnieken (versie 9 juli 2008) Inleiding Omdat de behandelde topics niet of nauwelijks meer aan bod komen in
Nadere informatieLogica voor Informatica. Propositielogica. Normaalvormen en Semantische tableaux. Mehdi Dastani
Logica voor Informatica Propositielogica Normaalvormen en Semantische tableaux Mehdi Dastani m.m.dastani@uu.nl Intelligent Systems Utrecht University Literals Een literal is een propositieletter, of de
Nadere informatieInhoud leereenheid 1. Inleiding. Introductie 13. Leerkern 13. 1.1 Wat is logica? 13 1.2 Logica en informatica 13
Inhoud leereenheid 1 Inleiding Introductie 13 Leerkern 13 1.1 Wat is logica? 13 1.2 Logica en informatica 13 12 Leereenheid 1 Inleiding I N T R O D U C T I E Studeeraanwijzing Deze leereenheid is een leesleereenheid.
Nadere informatieSamenvatting. TI1306 Redeneren & Logica Review Guide 2014 Door: David Alderliesten. Disclaimer
Samenvatting TI1306 Redeneren & Logica Review Guide 2014 Door: David Alderliesten Disclaimer De informatie in dit document is afkomstig van derden. W.I.S.V. Christiaan Huygens betracht de grootst mogelijke
Nadere informatieLogic for Computer Science
Logic for Computer Science 07 Predikatenlogica Wouter Swierstra University of Utrecht 1 Vrijdag Aanstaande vrijdag is geen hoorcollege of werkcollege. De tussentoets is uitgesteld tot volgende week dinsdag.
Nadere informatieFormeel Denken. Herfst 2004
Formeel Denken Herman Geuvers Deels gebaseerd op het herfst 2002 dictaat van Henk Barendregt en Bas Spitters, met dank aan het Discrete Wiskunde dictaat van Wim Gielen Herfst 2004 Contents 1 Propositielogica
Nadere informatieKennisrepresentatie & Redeneren. Piter Dykstra Instituut voor Informatica en Cognitie
Kennisrepresentatie & Redeneren Piter Dykstra Instituut voor Informatica en Cognitie www.math.rug.nl/~piter piter@math.rug.nl 30 april 2007 INLEIDING Kennisrepresentatie & Redeneren Week1: Introductie
Nadere informatieOEFENINGEN LOGICA 1 OEFENINGEN LOGICA
1 Opmerking. Indien je werkt met Windows 95, 98, 2000,,XP (niet met Linux) dan kun je alle formules met copy-paste vanuit dit pdf document (klik op T in de werkbalk bovenaan het pdf venster) overbrengen
Nadere informatieHoofdstuk 4. In dit hoofdstuk wordt een aantal uiteenlopende eigenschappen van de propositielogica
Hoofdstuk 4 Stellingen over de Propositielogica In dit hoofdstuk wordt een aantal uiteenlopende eigenschappen van de propositielogica behandeld. In x4.1 wordt het begrip meta-stelling gentroduceerd en
Nadere informatieBEWIJZEN EN REDENEREN
BEWIJZEN EN REDENEREN voor Bachelor of Science in Fysica en Wiskunde Academiejaar 2012/2013 Arno KUIJLAARS Departement Wiskunde, Katholieke Universiteit Leuven, Celestijnenlaan 200 B, 3001 Heverlee Inhoudsopgave
Nadere informatieSemantiek 1 college 4. Jan Koster
Semantiek 1 college 4 Jan Koster 1 Uitgangspunt sinds vorige week Semantiek is representationeel (en niet referentieel), gebaseerd op interpretaties van sprekers en hoorders Geen scherpe scheiding tussen
Nadere informatieLogica als een oefening in Formeel Denken
Logica als een oefening in Formeel Denken Herman Geuvers Institute for Computing and Information Science Radboud Universiteit Nijmegen Wiskunde Dialoog 10 juni, 2015 Inhoud Geschiedenis van de logica Propositielogica
Nadere informatieAanvullingen bij Hoofdstuk 8
Aanvullingen bij Hoofdstuk 8 8.5 Definities voor matrices De begrippen eigenwaarde eigenvector eigenruimte karakteristieke veelterm en diagonaliseerbaar worden ook gebruikt voor vierkante matrices los
Nadere informatieRuimtemeetkunde deel 1
Ruimtemeetkunde deel 1 1 Punten We weten reeds dat Π 0 het meetkundig model is voor de vectorruimte R 2. We definiëren nu op dezelfde manier E 0 als meetkundig model voor de vectorruimte R 3. De elementen
Nadere informatieVERZAMELINGEN EN AFBEELDINGEN
I VERZAMELINGEN EN AFBEELDINGEN Het begrip verzameling kennen we uit het dagelijks leven: een bibliotheek bevat een verzameling van boeken, een museum een verzameling van kunstvoorwerpen. We kennen verzamelingen
Nadere informatieExamen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07
Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30 Auditorium L.00.07 Geef uw antwoorden in volledige, goed lopende zinnen. Het examen bestaat uit 5 vragen.
Nadere informatieNotatie van verzamelingen. Lidmaatschap. Opgave. Verzamelingen specificeren
Overzicht TI1300: Redeneren en Logica College 10: Verzamelingenleer Tomas Klos Algoritmiek Groep Colleges 1 2: Bewijstechnieken Colleges 3 9: Propositielogica Vandaag en morgen: Verzamelingenleer Colleges
Nadere informatieEigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element.
Hoofdstuk 2 De regels van het spel 2.1 De gehele getallen Grof gezegd kunnen we de (elementaire) getaltheorie omschrijven als de wiskunde van de getallen 1, 2, 3, 4,... die we ook de natuurlijke getallen
Nadere informatieLogica 1. Joost J. Joosten
Logica 1 Joost J. Joosten Universiteit Utrecht (sub)faculteit der Wijsbegeerte Heidelberglaan 8 3584 CS Utrecht Kamer 158, 030-2535579 jjoosten@phil.uu.nl www.phil.uu.nl/ jjoosten (hier moet een tilde
Nadere informatieInleiding Wiskundige Logica
Inleiding Wiskundige Logica Yde Venema 2017/2018 c YV 2018 Institute for Logic, Language and Computation, University of Amsterdam, Science Park 904, NL 1098XH Amsterdam E-mail: yvenema@uvanl Voorwoord
Nadere informatie1 Rekenen in eindige precisie
Rekenen in eindige precisie Een computer rekent per definitie met een eindige deelverzameling van getallen. In dit hoofdstuk bekijken we hoe dit binnen een computer is ingericht, en wat daarvan de gevolgen
Nadere informatieLogica voor Informatica. predikatenlogica. Syntax van predikatenlogica. Mehdi Dastani Intelligent Systems Utrecht University
Logica voor Informatica predikatenlogica Syntax van predikatenlogica Mehdi Dastani m.m.dastani@uu.nl Intelligent Systems Utrecht University Redenering in Propositie Logica Als Jan zijn medicijnen neemt
Nadere informatieGetallensystemen, verzamelingen en relaties
Hoofdstuk 1 Getallensystemen, verzamelingen en relaties 1.1 Getallensystemen 1.1.1 De natuurlijke getallen N = {0, 1, 2, 3,...} N 0 = {1, 2, 3,...} 1.1.2 De gehele getallen Z = {..., 4, 3, 2, 1, 0, 1,
Nadere informatieMaak automatisch een geschikte configuratie van een softwaresysteem;
Joost Vennekens joost.vennekens@kuleuven.be Technologiecampus De Nayer We zijn geïnteresseerd in het oplossen van combinatorische problemen, zoals bijvoorbeeld: Bereken een lessenrooster die aan een aantal
Nadere informatieLogEX: gebruikershandleiding
LogEX: gebruikershandleiding ALGEMENE BESCHRIJVING Met de LogEX-applicatie kunt u drie soorten opgaven oefenen: het herschrijven van een logische expressie naar de disjunctieve normaalvorm In elke volgende
Nadere informatieLogica Les 1 Definities en waarheidstabellen. (Deze les sluit aan bij les 1 van de syllabus Logica WD_online)
Logica Les 1 Definities en waarheidstabellen (Deze les sluit aan bij les 1 van de syllabus Logica WD_online) Definities Een propositie is een bewering die waar of onwaar is (er is geen derde mogelijkheid).
Nadere informatieLogica voor Informatica. predikatenlogica. Syntax van predikatenlogica. Mehdi Dastani Intelligent Systems Utrecht University
Logica voor Informatica predikatenlogica Syntax van predikatenlogica Mehdi Dastani m.m.dastani@uu.nl Intelligent Systems Utrecht University Syllogistische redeneringen Syllogistische redeneringen zoals
Nadere informatieHoofdstuk 1. Inleiding. Het binomiaalgetal ( n
Hoofdstuk 1 Inleiding Het binomiaalgetal ( n berekent het aantal -combinaties van n elementen; dit is het aantal mogelijkheden om elementen te nemen uit n beschikbare elementen Hierbij is herhaling niet
Nadere informatieRAF belangrijk te onthouden
RAF belangrijk te onthouden Auteur: Daan Pape Hoofdstuk 1 symbool omschrijving lees als negatie (ontkenning) p niet p het is niet zo dat p conjunctie p q p en q disjunctie p q p of q implicatie p q als
Nadere informatieIII.2 De ordening op R en ongelijkheden
III.2 De ordening op R en ongelijkheden In de vorige paragraaf hebben we axioma s gegeven voor de optelling en vermenigvuldiging in R, maar om R vast te leggen moeten we ook ongelijkheden in R beschouwen.
Nadere informatieVerzamelingen deel 3. Derde college
1 Verzamelingen deel 3 Derde college rekenregels Een bewerking op A heet commutatief als voor alle x en y in A geldt dat x y = y x. Een bewerking op A heet associatief als voor alle x, y en z in A geldt
Nadere informatieHoofdstuk 3. behandeld. In de paragrafen 3.1 en 3.2 worden de noties valuatie, model en
Hoofdstuk 3 Semantiek van de Propositielogica In dit hoofdstuk wordt de semantiek (betekenistheorie) van de propositielogica behandeld. In de paragrafen 3.1 en 3.2 worden de noties valuatie, model en logisch
Nadere informatiePredicaten. Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 4 Predicaten Tot nu toe hebben we ons beziggehouden met proposities, en gezien hoe we daarmee moeten omgaan. Proposities zijn echter niet toereikend om daarin alle overwegingen te formuleren
Nadere informatieLogica. Oefeningen op hoofdstuk Propositielogica
Oefeningen op hoofdstuk 1 Logica 1.1 Propositielogica Oefening 1.1. Stel dat f en g functies zijn waarvoor f(x)dx = g(x)+c niet waar is. Als Elio Di Rupo paarse sokken heeft, bepaal dan de waarheidswaarde
Nadere informatieGetaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1)
Lesbrief 1 Getaltheorie I De getaltheorie houdt zich bezig met het onderzoek van eigenschappen van gehele getallen, en meer in het bijzonder, van natuurlijke getallen. In de getaltheorie is het gebruikelijk
Nadere informatieLogica voor Informatica. Propositielogica. Syntax & Semantiek. Mehdi Dastani Intelligent Systems Utrecht University
Logica voor Informatica Propositielogica Syntax & Semantiek Mehdi Dastani m.m.dastani@uu.nl Intelligent Systems Utrecht University Wat is Logica? Afleiden van conclusies uit aannames Jan Sara Petra Schuldig
Nadere informatieLogica voor Informatica
Logica voor Informatica 13 Prolog Wouter Swierstra University of Utrecht 1 Programmeren met Logica Propositielogica is niet geschikt voor programmeren er is nauwlijkst iets interessants uit te drukken.
Nadere informatieII.3 Equivalentierelaties en quotiënten
II.3 Equivalentierelaties en quotiënten Een belangrijk begrip in de wiskunde is het begrip relatie. Een relatie op een verzameling is een verband tussen twee elementen uit die verzameling waarbij de volgorde
Nadere informatieBewijs door inductie
Bewijs door inductie 1 Bewijs door inductie Vaak bestaat een probleem erin aan te tonen dat een bepaalde eigenschap geldt voor elk natuurlijk getal. Als je wilt weten of iets waar is voor alle natuurlijke
Nadere informatieHoofdstuk 15. In dit hoofdstuk geven we een inleiding op het gebied van het automatisch bewijzen
Resolutie in de Propositielogica Hoofdstuk 15 In dit hoofdstuk geven we een inleiding op het gebied van het automatisch bewijzen van theorema's. Het idee daarbij is dat een computerprogramma nagaat of
Nadere informatieHoe Gödel de wiskunde liet schrikken
p. 1/1 Hoe Gödel de wiskunde liet schrikken Stefaan Vaes CENTRE NATIONAL DE LA RECHERCHE SCIENTIFIQUE K.U.Leuven C.N.R.S. Paris p. 2/1 De leugenaarsparadox Ik ben aan het liegen p. 2/1 De leugenaarsparadox
Nadere informatieGödels Onvolledigheidsstellingen
Gödels Onvolledigheidsstellingen Jaap van Oosten Department Wiskunde, Universiteit Utrecht Symposium A-eskwadraat, 11 december 2014 De Onvolledigheidsstellingen van Gödel zijn verreweg de beroemdste resultaten
Nadere informatieLOGICA OP HET MENU DEEL 2. Dr. Luc Gheysens en Daniël Tant
LOGICA OP HET MENU DEEL 2 Dr. Luc Gheysens en Daniël Tant Augustus De Morgan (180 1871) was een Britse wiskundige die vooral bekend is gebleven voor zijn werk op het gebied van de logica en meerbepaald
Nadere informatieUitwerkingen Tentamen Wat is Wiskunde (WISB101) Donderdag 10 november 2016, 9:00-12:00
Uitweringen Tentamen Wat is Wisunde (WISB101) Donderdag 10 november 2016, 9:00-12:00 Docenten: Barbara van den Berg & Carel Faber & Arjen Baarsma & Ralph Klaasse & Vitor Blåsjö & Guido Terra-Bleeer Opgave
Nadere informatie3.2 Vectoren and matrices
we c = 6 c 2 = 62966 c 3 = 32447966 c 4 = 72966 c 5 = 2632833 c 6 = 4947966 Sectie 32 VECTOREN AND MATRICES Maar het is a priori helemaal niet zeker dat het stelsel vergelijkingen dat opgelost moet worden,
Nadere informatieOpmerking. TI1300 Redeneren en Logica. Met voorbeelden kun je niks bewijzen. Directe en indirecte bewijzen
Opmerking TI1300 Redeneren en Logica College 2: Bewijstechnieken Tomas Klos Algoritmiek Groep Voor alle duidelijkheid: Het is verre van triviaal om definities te leren hanteren, beweringen op te lossen,
Nadere informatieFormeel Denken 2014 Uitwerkingen Tentamen
Formeel Denken 2014 Uitwerkingen Tentamen (29/01/15) 1. Benader de betekenis van de volgende Nederlandse zin zo goed mogelijk (6 punten) door een formule van de propositielogica: Als het regent word ik
Nadere informatierh265e 0 true. In onze schrijfwijze wordt dat dus: (de bewering) [ P ] is even waar als (de bewering) P = true.
rh265e 0 Elementaire Predikatenrekening 0 Inleiding Dit is een samenvatting 0 van de rekenregels voor proposities en predikaten, zoals behandeld in het vak Logica & Verzamelingen. Enige vertrouwdheid met
Nadere informatieDossier 1 SYMBOLENTAAL
Dossier 1 SYMBOLENTAAL basis voor wiskundige communicatie Dr. Luc Gheysens Wiskundigen hebben een eigen symbolentaal waarmee ze onderling communiceren, redeneringen en bewijzen neerschrijven, mathematische
Nadere informatieDossier 2 LOGICA. Dr. Luc Gheysens. fundament voor wiskundig redeneren
Dossier 2 LOGICA fundament voor wiskundig redeneren Dr. Luc Gheysens Inleiding: logische puzzels Wiskundigen houden meestal van logische puzzels. Dit soort puzzels vormt niet alleen een uitdaging, maar
Nadere informatiePredikaatlogica, modellen en programma s
Logica in actie H O O F D S T U K 4 Predikaatlogica, modellen en programma s De taal van de propositielogica is voor veel toepassingen te arm. Dat bleek al in de Klassieke Oudheid, waar logici allerlei
Nadere informatieBespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007)
Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007) Vooraf: Zoals het stilletjes aan een traditie is geworden, geef ik hier bedenkingen bij het examen van deze septemberzittijd. Ik zorg ervoor dat deze tekst op
Nadere informatieV.2 Limieten van functies
V.2 Limieten van functies Beschouw een deelverzameling D R, een functie f: D R en zij c R. We willen het gedrag van f in de buurt van c bestuderen. De functiewaarde in c is daarvoor niet belangrijk, de
Nadere informatieOplossingen oefeningen logica en eindige automaten 12 december Het bestand oplnoef12dec.zip bevat de.sen en.fa bestanden met de oplossingen.
Oplossingen oefeningen logica en eindige automaten 12 december 2003 Het bestand oplnoef12dec.zip bevat de.sen en.fa bestanden met de oplossingen. Oefening 1 Deel 1: Logica Vertaal de volgende zinnen in
Nadere informatieLogica 1. Joost J. Joosten
Logica 1 Joost J. Joosten Universiteit Utrecht (sub)faculteit der Wijsbegeerte Heidelberglaan 8 3584 CS Utrecht Kamer 158, 030-2535579 jjoosten@phil.uu.nl www.phil.uu.nl/ jjoosten (hier moet een tilde
Nadere informatieAndere grote namen van wiskundigen en/of filosofen: Plato, Socrates, Descartes (Cartesius), Spinoza, Kant, Russell, Hilbert, Tarski en Brouwer
Formele Logica Grondlegger Aristoteles (384/322 voor Chr.), filosoof. Andere grote namen van wiskundigen en/of filosofen: Plato, Socrates, Descartes (Cartesius), Spinoza, Kant, Russell, Hilbert, Tarski
Nadere informatieLogica voor Informatici najaar 2000 Opgaven en Oplossingen Hoofdstuk 3
Logica voor Informatici najaar 2000 Opgaven en Oplossingen Hoofdstuk 3 3.1 Stel ϕ, ψ α, β γ, en ψ, α, γ χ. Indien nu bovendien bekend wordt dat χ onwaar is, maar ψ en β waar, wat weet u dan over ϕ? oplossing:
Nadere informatieInleiding logica Inleveropgave 3
Inleiding logica Inleveropgave 3 Lientje Maas 30 september 2013 Ik (Rijk) heb verbeteringen in rood vermeld. Deze verbeteringen meegenomen zijn dit correcte uitwerkingen van de derde inleveropgaven. 1
Nadere informatieOver Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten
1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor
Nadere informatieOefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A
Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A Jaap van Oosten 2007-2008 1 Kardinaliteiten Opgave 1.1. Bewijs, dat R N = R. Opgave 1.2. Laat Cont de verzameling continue functies R R zijn. a) Laat zien dat
Nadere informatieLogica 1. Joost J. Joosten
Logica 1 Joost J. Joosten Universiteit Utrecht (sub)faculteit der Wijsbegeerte Heidelberglaan 8 3584 CS Utrecht Kamer 158, 030-2535579 jjoosten@phil.uu.nl www.phil.uu.nl/ jjoosten (hier moet een tilde
Nadere informatieGetallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte
Getallenleer Inleiding op codeertheorie Liliane Van Maldeghem Hendrik Van Maldeghem Cursus voor de vrije ruimte 2 Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal
Nadere informatie1 Logica. 1.2.1 a. tautologie -1-
1 Logica 1.1.1 a. neen: de spreker bedoelt met "hier" de plek waar hij op dat moment is, maar "warm" is subjectief; vgl.: "het is hier 25 graden Celsius". b. ja: de uitspraak is onwaar (=120 uur). c. neen:
Nadere informatieInleiding Analyse 2009
Inleiding Analyse 2009 Inleveropgaven A). Stel f(, y) = In (0, 0) is f niet gedefinieerd. We bestuderen y2 2 + y 4. lim f(, y). (,y) (0,0) 1. Bepaal de waarde van f(, y) op een willekeurige rechte lijn
Nadere informatieDe partitieformule van Euler
De partitieformule van Euler Een kennismaking met zuivere wiskunde J.H. Aalberts-Bakker 29 augustus 2008 Doctoraalscriptie wiskunde, variant Communicatie en Educatie Afstudeerdocent: Dr. H. Finkelnberg
Nadere informatie2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s.
Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal is een natuurlijk getal groter dan 1 dat slechts deelbaar is door 1 en door zichzelf. Om technische redenen wordt
Nadere informatieZomercursus Wiskunde. Module 15 Logica, verzamelingenleer, functies en bewijstechnieken (versie 29 april 2011)
Katholieke Universiteit Leuven September 2010 Module 15 Logica, verzamelingenleer, functies en bewijstechnieken (versie 29 april 2011) Inhoudsopgave 1 De symbolische logica 2 1.1 Wiskundige beweringen...........................
Nadere informatieI.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules.
I.3 Functies Iedereen is ongetwijfeld in veel situaties het begrip functie tegengekomen; vaak als een voorschrift dat aan elk getal een ander getal toevoegt, bijvoorbeeld de functie fx = x die aan elk
Nadere informatieVolledige inductie. Hoofdstuk 7. Van een deelverzameling V van de verzameling N van alle natuurlijke getallen veronderstellen.
Hoofdstuk 7 Volledige inductie Van een deelverzameling V van de verzameling N van alle natuurlijke getallen veronderstellen we het volgende: (i) 0 V (ii) k N k V k + 1 V Dan is V = N. Men ziet dit als
Nadere informatieJordan normaalvorm. Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 7 Jordan normaalvorm Zoals we zagen hangt de matrix die behoort bij een lineaire transformatie af van de keuze van een basis voor de ruimte In dit hoofdstuk buigen we ons over de vraag of er
Nadere informatieTentamen IN1305-I Fundamentele Informatica 1, deel I: Logica
TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Tentamen IN1305-I Fundamentele Informatica 1, deel I: Logica 27 oktober 2008, 9.00 12.00 uur Dit tentamen bestaat uit 5
Nadere informatieSupplement Verzamelingenleer. A.J.M. van Engelen en K. P. Hart
Supplement Verzamelingenleer A.J.M. van Engelen en K. P. Hart 1 Hoofdstuk 1 Het Keuzeaxioma Het fundament van de hedendaagse verzamelingenleer werd in de vorige eeuw gelegd door Georg Cantor. Cantor gebruikte
Nadere informatieStelling. SAT is NP-compleet.
Het bewijs van de stelling van Cook Levin zoals gegeven in het boek van Sipser gebruikt niet-deterministische turing machines. Het is inderdaad mogelijk de klasse NP op een alternatieve wijze te definiëren
Nadere informatieLineaire Algebra voor ST
Lineaire Algebra voor ST docent: Judith Keijsper TUE, HG 9.3 email: J.C.M.Keijsper@tue.nl studiewijzer: http://www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/2ds6 Technische Universiteit Eindhoven college 6 J.Keijsper (TUE)
Nadere informatieVoortgezette Logica, Week 2
Voortgezette Logica, Week 2 Joost J. Joosten Universiteit Utrecht (sub)faculteit der Wijsbegeerte Heidelberglaan 8 3584 CS Utrecht Kamer 164, 030-2535575 jjoosten@phil.uu.nl www.phil.uu.nl/ jjoosten (hier
Nadere informatieUnitaire en Hermitese transformaties
Hoofdstuk 11 Unitaire en Hermitese transformaties We beschouwen vervolgens lineaire transformaties van reële en complexe inproductruimten die aan extra eigenschappen voldoen die betrekking hebben op het
Nadere informatieBreuklijnvrije Betegelingen Een Stelling van R. L. Graham
Radboud Universiteit Nijmegen Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica Breuklijnvrije Betegelingen Een Stelling van R. L. Graham Bachelor scriptie Wiskunde Auteur: Annemiek van Hoorn
Nadere informatieDe Resolutiemethode (Logica, hoofdstuk 15) Robinson (1965) TI1300 Redeneren en Logica
De Resolutiemethode (Logica, hoofdstuk 15) Robinson (1965) TI1300 Redeneren en Logica College 7: Resolutie Tomas Klos Algoritmiek Groep De Resolutiemethode De resolutiemethode is een methode waarmee je
Nadere informatieLogica voor Informatica
Logica voor Informatica 12 Normaalvormen Wouter Swierstra University of Utrecht 1 Vandaag We hebben gezien dat er verschillende normaalvormen zijn voor de propositionele logica. Maar hoe zit dat met de
Nadere informatieTentamentips. Tomas Klos. 14 december 2010
Tentamentips Tomas Klos 14 december 010 Samenvatting In dit document vind je een aantal tentamen tips. Het gaat om fouten die ik op tentamens veel gemaakt zie worden, en die ik je liever niet zie maken.
Nadere informatieOefening 2.2. Welke van de volgende beweringen zijn waar?
Oefeningen op hoofdstuk 2 Verzamelingenleer 2.1 Verzamelingen Oefening 2.1. Beschouw A = {1, {1}, {2}}. Welke van de volgende beweringen zijn waar? Beschouw nu A = {1, 2, {2}}, zelfde vraag. a. 1 A c.
Nadere informatieExamen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde. vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30
Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30 Naam: Geef uw antwoorden in volledige, goed lopende zinnen. Het examen bestaat uit 5 vragen.
Nadere informatieFaculteit Wetenschappen Vakgroep Wiskunde. Baire ruimten. Bachelor Project I. Wouter Van Den Haute. Prof. Eva Colebunders
Faculteit Wetenschappen Vakgroep Wiskunde Baire ruimten Bachelor Project I Wouter Van Den Haute Promotor: Prof. Eva Colebunders Academiejaar 2011-2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Ruimten van eerste en
Nadere informatie