Convenant Werkbedrijf Fryslán Werkt! Kennisnemen van: van het convenant regionaal werkbedrijf 'Fryslân Werkt' en Marktbewerkingsplan 2016

Transcriptie

1 GEMEENTE HARLINGEN Raadsinformatiebrief GEMEENTE HARLINGE II III II III IIIIIIII III III GR Openbaar Verzonden aan de raad op: a Î?m Onderwerp: Convenant Werkbedrijf Fryslán Werkt! Kennisnemen van: van het convenant regionaal werkbedrijf 'Fryslân Werkt' en Marktbewerkingsplan 2016 Beste raadsleden, Inleiding Op 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. Het doel van de wet is om meer mensen, ook mensen met een arbeidsbeperking, aan de slag te krijgen. In de arbeidsmarktregio Fryslân wordt gewerkt aan een inclusieve arbeidsmarktbenadering. Om mensen zoveel mogelijk en duurzaam te laten meedoen is het nodig dat er keuzes worden gemaakt. De keuzes zijn uitgewerkt in de samenwerkingsovereenkomst Regionaal Werkbedrijf Fryslân werkt! Deze samenwerkingsovereenkomst is in bijzijn van de staatssecretaris ondertekend op 8 april Regionale samenwerking werkgeversbenadering Het nu voorliggende convenant is een volgende stap in de doorontwikkeling en concretisering van de regionale samenwerking. Het vervangt de genoemde samenwerkingsovereenkomst. In het stuk zijn de samenwerkingsafspraken vastgelegd en is de basis gelegd voor het marktbewerkingsplan (als bijlage bijgevoegd). Het convenant wordt gesloten tussen de Friese gemeenten, het UWV en werkgevers- en werknemersorganisaties. Bijlagen Beide documenten zijn ter informatie als bijlage bijgevoegd. Met vriendelijke groet, Burgemeester en wethouders van Harlingen, de secretaris- deibungemeester J.S.W. Ozen

2 Bijlagen: 1. Convenant regionaal werkbedrijf Fryslân Werkt! 2016 ev 2. Marktbewerkingsplan 2016

3 J J f regionaal werkbedrijf fryslân werkt! Convenant Regionaal Werkbedrijf Fryslân Werkt! 2016 ev De provincie Friesland vormt de geografische afbakening van Arbeidsmarktregio Fryslân, één van de 35 arbeidsmarktregio's in Nederland. In Friesland wordt gewerkt aan een inclusieve arbeidsmarkt waarin mensen zoveel mogelijk en duurzaam meedoen, niet kijkend naar beperkingen maar naar de mogelijkheden. Het regionale Werkbedrijf Fryslân Werkt! is tot stand gekomen vanuit de invoeringswet Participatiewet. Het Werkbedrijf is een netwerkorganisatie, een samenwerkingsverband tussen gemeenten, UWV, SW-bedrijven, werkgevers, vakbonden en het onderwijs. Deze ketenpartners maken afspraken over de wijze waarop er extra werk gerealiseerd wordt voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Op 7 november 2014 heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken, in een brief aan de Tweede kamer aangekondigd, tijdelijk middelen aan alle arbeidsmarktregio's via de centrumgemeenten beschikbaar te zullen stellen. Leeuwarden is op grond van de Centrumregeling samenwerking sociaal domein Friese gemeenten aangewezen als centrumgemeente in de arbeidsmarktregio Fryslân. Op 8 april 2015 is door de Friese gemeenten, het UWV en de sociale partners (aangeduid als 'partijen') een samenwerkingsovereenkomst getekend als volgende stap in de doorontwikkeling en concretisering van de regionale samenwerking. Dit convenant Regionaal Werkbedrijf Fryslân Werkt! 2016 ev vervangt de genoemde samenwerkingsovereenkomst. Het convenant wordt gesloten tussen de Friese gemeenten, het UWV en de sociale partners (in deze overeenkomst aangeduid als 'partijen'). Partijen, overwegende: 1. dat de vorming van het regionale Werkbedrijf Fryslân Werkt! is verankerd in de Invoeringswet Participatiewet. Hierbij is in artikel 10a van de Wet SUWI bepaald dat er bij of krachtens algemene maatregel van bestuur (AMvB) regels worden gesteld over de samenwerking tussen gemeenten, UWV en sociale partners. Deze AMvB Regionale Werkbedrijven vormt het toetsingskader van dit convenant; 2. dat in het sociaal akkoord is afgesproken dat extra banen gecreëerd worden voor mensen met een arbeidsbeperking (Baanafspraakbanen). Voor Friesland betekent dit in 2015 en extra banen, waarvan er 450 door de private sector worden gerealiseerd en 280 door de overheid. Bij de vorming van het Werkbedrijf is het realiseren van de baanafspraakbanen het uitgangspunt; 3. dat het Werkbedrijf ook een coördinerende rol zal spelen in de dienstverlening voor andere doelgroepen die ondersteuning nodig hebben van gemeenten en UWV bij het vinden van werk; 4. dat partijen de regisseur van hun eigen aanpak zijn. Ze blijven verantwoordelijk voor de eigen resultaten. Lokaal wordt gedaan wat lokaal kan. Van belang is dat de SW bedrijven betrokken zijn. Zij hebben immers waardevolle kennis en ervaring en hebben in enkele regio's een belangrijke taak gekregen in de uitvoering van de Participatiewet. Dit samenwerkingsconvenant stimuleert het delen van 'best practices' en versterkt daarmee de lokale aanpak; 5. dat er een financiële noodzaak is tot een meer effectieve aanpak van de werkeloosheid, namelijk beperking van de uitgaven vanuit het inkomensdeel;

4 6. dat arbeidsmarktuitdagingen zich niet houden aan gemeentegrenzen. Regionale vraagstukken vragen om een regionale aanpak. Samenwerking, eikaars uitdagingen en kansen kennen en de bereidheid om samen op te trekken is cruciaal; 7. dat dat dit convenant enkel uitvoeringsafspraken betreft en geen basis biedt tot het nemen van besluiten in de zin van artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht. Indien men een dergelijk besluit wenst zal dit door de afzonderlijke colleges van B en W van de deelnemende gemeenten genomen dienen te worden. Komen het volgende overeen: A'tikel 1. Samenwerkingsvorm Het regionale Werkbedrijf Fryslân Werkt! is een netwerkorganisatie, een samenwerkingsverband tussen gemeenten, UWV, SW-bedrijven, werkgevers, vakbonden en onderwijs Artikel 2. Bestuur 1. Het bestuur van het Werkbedrijf wordt gevormd door de voorzitter van het portefeuillehouderoverleg Werk en Inkomen, een vertegenwoordiger uit de F4 gemeenten, een bestuurlijke afvaardiging vanuit de drie SW regio's, de sociale partners en het UWV. Daarnaast is een afgevaardigde van het onderwijs en de provincie als adviseur aan het bestuur toegevoegd. 2. De voorzitter van het bestuur is de wethouder van centrumgemeente Leeuwarden. 3. Het bestuur heeft de rol van aanjagen, elkaar aanspreken op en het monitoren van de voortgang van de regionale samenwerkingsafspraken (vastgelegd in het marktbewerkingsplan) en het ervoor zorg dragen dat de afspraken gerealiseerd worden. 4. Het bestuur heeft geen mandaat in de zin van de Algemene wet bestuursrecht; het nemen van besluiten en het vaststellen van beleid blijft de verantwoordelijkheid van de deelnemende colleges en gemeenteraden. Gemeenten houden de mogelijkheid om een eigen lokale karakteristieke invulling te geven. 5. Besluitvorming binnen het bestuur vindt plaats op basis van consensus. Als dit niet wordt bereikt wordt er geen besluit genomen maar een passend alternatief gezocht. Artikel 3. Taken Werkbedrijf het Werkbedrijf heeft de volgende taken: 1. realiseren van de landelijk gemaakte baanafspraken; 2. ontwikkelen van een gecoördineerde aanpak waarbij werkgevers centraal staan met één gezamenlijk aanspreekpunt en één gezamenlijke propositie; 3. het ondersteunen en stimuleren dat alle doelgroepen van UWV en gemeenten participeren op de arbeidsmarkt en het daarmee bevorderen van een inclusieve arbeidsmarkt in Friesland; 4. het bevorderen van de ontwikkeling van een regionaal beleid met betrekking tot instrumenten zoals benoemd in de Participatiewet. Hierbij gaat het om loonkostensubsidie, no-risk polis, beschut werken, jobcoaching en proefplaatsingen; 5. stimuleren en initiëren van collegiale samenwerking: inzichten in eikaars best practices worden gedeeld, vacatures worden regionaal opgeschaald; 6. deskundigheidsbevordering door het organiseren van voorlichtingen, opleiding, cursussen; 7. afstemming, samenwerking en coördinatie bij social return (SROI), ESF-financiering, Pact van het Noorden (of Banenplan Noord Nederland), aansluiting Arbeidsmarkt en Onderwijs; 8. monitoring van de samenwerking door het stellen van een gezamenlijk doel en het evalueren van de gezamenlijke resultaten;

5 9. het zorg dragen voor één regiobreed toegepast systeem van registratie van vacatures en (competenties van) werkzoekenden, zoals wettelijk is verankerd in artikel 10 van de wet SUWI. Hierbij wordt zo veel als mogelijk gebruik gemaakt van de systemen WBS en Sonar; 10. het jaarlijks opstellen van een marktbewerkingsplan. Artikel 4. Marktbewerkingsplan In het marktbewerkingsplan staan de gezamenlijke doelstellingen beschreven, de wijze waarop deze worden gerealiseerd en welke instrumenten daarbij kunnen worden ingezet. In dit markbewerkingsplan is ook een kwalitatieve en kwantitatieve beschrijving opgenomen van de personen die behoren tot de doelgroepen van UWV en gemeenten en is een analyse opgenomen van de arbeidsmarkt en de verwachte ontwikkelingen daarin. In het marktbewerkingsplan staan de kaders voor het werkbedrijf beschreven. Binnen deze kaders bevindt zich de beoordelingsruimte van het bestuur. Het marktbewerkingsplan is een dynamisch document. Beleidsmedewerkers en de managers van zowel de gemeenten als de SW bedrijven worden actief betrokken bij de uitwerking en stemmen binnen de eigen organisatie af. Artikel 5. Financiering 1. Het Werkbedrijf streeft ernaar om de uitvoeringskosten minimaal te houden. Elke partij draagt zijn eigen kosten voor zover het de participatie in het bestuur en de ondersteuningsstructuur van het Werkbedrijf betreft (zoals tijdsinzet ten behoeve van vergaderingen, de voorbereiding daarvan, reiskosten en deelname aan diverse activiteiten). 2. Het kabinet heeft voor het opzetten van het Werkbedrijf 1 miljoen euro ter beschikking gesteld aan de centrumgemeente, verdeeld in tranches van C (2014), C (2015) en C (2016). 3. Het bedrag wordt aangewend om het Werkbedrijf te realiseren. Dat impliceert dat het geld wordt aangewend voor projectgebonden kosten. Het bedrag dient niet ter dekking van eventuele structurele uitvoeringskosten. 4. Het beheer van de middelen is aan de centrumgemeente. Het bestuur van de Werkbedrijf biedt de centrumgemeente jaarlijks een begroting aan. Per kwartaal doet het bestuur aan de centrumgemeente verslag van de gedane uitgaven. De Centrumgemeente zorgt ervoor dat de nog niet bestede middelen van de C 1 miljoen beschikbaar blijven voor realisatie van het Werkbedrijf. Voordat geld wordt besteed wordt een investeringsplan ter goedkeuring voorgelegd aan het bestuur van het Werkbedrijf. De regiocoördinatoren, namens de centrumgemeente belast met het realiseren van het Werkbedrijf, kunnen tot C per opdracht uitgaven doen, waarbij het bestuur achteraf wordt geïnformeerd. Artikel 6. Informatie, verantwoording en evaluatie 1. Het Werkbedrijf brengt minimaal één keer per jaar verslag uit aan alle colleges van B&W in Friesland en aan de besturen van de overige deelnemende partijen aan het Werkbedrijf. Dit schriftelijke verslag over ieder kalenderjaar wordt uitgebracht binnen 6 weken na afsluiting van dat kalenderjaar. Een financiële paragraaf maakt onderdeel uit van het verslag. 2. Elk jaar zal dit convenant in het laatste kwartaal worden geëvalueerd en getoetst aan de actualiteit. Indien nodig worden gemaakte afspraken gewijzigd of aangevuld. Artikel 7. Ambassadeurschap Partijen treden op als ambassadeur van het Werkbedrijf binnen hun eigen organisatie en in hun contacten met bedrijven en instellingen en scholen. Zij vervullen actief hun rol om werkgevers

6 en onderwijsbestuurders te verleiden mensen met een arbeidsbeperking bij hun bedrijf of instelling werkgelegenheid te bieden en te houden. Artikel 8. overige bepalingen 1. Dit convenant treedt in werking op 1 januari 2016 en heeft een werkingsduur van 1 jaar. 2. Dit convenant wordt elk jaar stilzwijgend verlengd telkens met een periode van 1 jaar. 3. Indien partijen geen verlenging wensen dienen zij dit uiterlijk 2 maanden voor het einde van de lopende periode schriftelijk bij het bestuur te melden. 4. Het bestuur besluit vervolgens op het verzoek tot beëindiging. 5. Dit convenant kan enkel in zwaarwegende omstandigheden gewijzigd worden. Hiertoe dient vooraf door het bestuur van het Werkbedrijf consensus te worden bereikt. Het bestuur doet vervolgens een voordacht tot wijziging aan alle partijen. Enkel indien alle partijen schriftelijk instemmen met dit schriftelijk verzoek tot wijziging zal het convenant gewijzigd worden. Aldus overeengekomen d.d /.../... te Leeuwarden, De gemeente Achtkarspelen, vertegenwoordigd door Mevrouw Gerda Postma De gemeente Ameland, vertegenwoordigd door mevrouw Linda van der Deen Ce gemeente Dantumadiel, vertegenwoordigd door de heer Roelof Bos Ce gemeente De Friese Meren, vertegenwoordigd door mevrouw Janny Schouwerwou De gemeente Dongeradeel, vertegenwoordigd door de heer Albert van der Ploeg De gemeente Ferwerderadiel, vertegenwoordigd door de heer Jelle de Vries De gemeente Franekeradeel, vertegenwoordigd door de heer Thiadrik Twerda De gemeente Harlingen, vertegenwoordigd door de heer Hein Kuiken De gemeente Heerenveen, vertegenwoordigd door mevrouw Coby van der Laan De gemeente Het Bildt, vertegenwoordigd door mevrouw Boukje Tol 0e gemeente Kollummerland, vertegenwoordigd door de heer Paul Maasbommel

7 De gemeente Leeuwarden, vertegenwoordigd door de heer Andries Ekhart De gemeente Leeuwarderadeel, vertegenwoordigd door de heer Cees Vos De gemeente Littenseradiel, vertegenwoordigd door mevrouw Marja Reijndorp De gemeente Menameradiel, vertegenwoordigd door de heer Arend Dijkstra De gemeente Ooststellingwerf, vertegenwoordigd door wethouder Frans Kloosterman De gemeente Opsterland, vertegenwoordigd door de heer Wietze Kooistra De gemeente Schiermonnikoog, vertegenwoordigd door de heer Willem Meerdink De gemeente Smallingerland, vertegenwoordigd door mevrouw Nieske Ketelaar De gemeente Súdwest-Fryslân, vertegenwoordigd door mevrouw Stella van Gent De gemeente Terschelling, vertegenwoordigd door mevrouw Jeltje Hoekstra De gemeente Tytsjerksteradiel, vertegenwoordigd door mevrouw Houkje Rijpstra De gemeente Vlieland, vertegenwoordigd door de heer Henk Visser De gemeente Weststellingwerf, vertegenwoordigd door wethouder Frans Kloosterman VNO-NCW I MKB Nederland, vertegenwoordigd door de heer Sjoerd Galema CNV, vertegenwoordigd door mevrouw Henrike Huetink FNV, vertegenwoordigd door mevrouw Marike Langebeek UWV, vertegenwoordigd door de heer Jitze Bok

8 regionaal werkbedrijf fryslân werkt! Marktbewerkingsplan 2016 Samen zorgen we in Fryslân voor meer werk Inleiding In 2015 is het Werkbedrijf Fryslân Werkt! opgericht. De belangrijkste pijler onder het Werkbedrijf is de intensieve samenwerking tussen alle betrokkenen. Deze samenwerking is sinds 2012 gestart en in 2015 doorontwikkeld. Daardoor kon in korte tijd enorm veel werk verzet worden en zijn er in Fryslân in 2015 ruim 500 mensen aan het werk geholpen met een baanafspraakindicatie. Er is een toolkit werkgeversbenadering ontwikkeld met instrumenten om werkgevers te faciliteren. Het beleid achter de instrumenten is in 2015 regionaal geharmoniseerd. Daarnaast is de website gelanceerd en zijn er leaflets en factsheets ontwikkeld om werkgevers te informeren over de dienstverlening. Gedurende het jaar hebben de gemeenten, het UVW, de sociale partners en de WSW-bedrijven elkaar beter leren kennen en elkaar beter weten te vinden. Het Werkbedrijf is het platform geworden van waaruit ESF-activiteiten en SROI worden ontwikkeld. Er is echter nog veel te doen. In 2016 wordt verder gewerkt aan een gezamenlijke aanpak met gezamenlijke doelstellingen. De werkgever blijft centraal staan in de aanpak in De focus daarbij is om alle belemmeringen die een aanbod van geschikt personeel in de weg staan weg te nemen. Dat betekent een volgende stap in een gezamenlijk geautomatiseerd informatiesysteem, gedegen marketing- en communicatiemiddelen en een continue deskundigheidsbevordering. De samenwerking zal nog verder worden geïntensiveerd, werkend naar één gezamenlijke regionale doelstelling. In dit marktbewerkingsplan vindt u onze ambitie voor het regionale Werkbedrijf Fryslân Werkt! voor De wijze waarop we deze ambitie verwezenlijken wordt uitgewerkt in uitvoeringsplannen per deelgebied. Vertrouwen is de basis onder het Werkbedrijf. Daarom zal in 2016 nog verder worden geïnvesteerd het leren kennen van eikaars diensten, eikaars contacten, eikaars aanpak. 1. Wat vraagt de werkgever? In de afgelopen jaren is met vele honderden werkgevers gesproken. Hieruit komt naar voren dat van de overheid het volgende wordt verlangd: Gelijkwaardige deskundige gesprekspartner Bereikbaar (vindbaar) en beschikbaar Heldere eenduidige informatievoorziening en dito dienstverlening Laagdrempeligheid: geen onnodige bureaucratie en gedoe. Om dit te realiseren zal het Werkbedrijf in 2016 de volgende randvoorwaarden verder invullen:

9 a) Transparante informatievoorziening Door te werken vanuit één informatiesysteem met een regionaal afgestemd werkproces zal informatie makkelijker worden gedeeld, zal werkgeversbenadering beter afgestemd worden en zal managementinformatie verkregen kunnen worden. De implementatie van de ondersteunende systemen WBS en Sonar is in 2015 gestart en zal aan het begin van 2016 worden afgerond. b) Heldere communicatie vanuit en met het Werkbedrijf Communicatie naar werkgevers vindt primair plaats door persoonlijk contact door accountmanagers. Zij gaan op pad met door het Werkbedrijf ontwikkelde en beschikbaar gestelde relevante brochures of flyers. Werkgevers vinden hun informatie op De interne communicatie wordt ondersteund door de website De periodieke uitvoeringsbijeenkomsten binnen de deelgebieden of op regionaal niveau, de regionale beleidsoverleggen, managersoverleggen en portefeuillehouder overleggen (VFG) zijn de plaatsen waar informatie wordt gedeeld. Daarnaast worden naar behoefte bijeenkomsten georganiseerd samen met sociale partners, onderwijs en/of andere betrokkenen. c) Deskundigheidsbevordering Er wordt in 2016 verder gewerkt aan een resultaatgerichte aanpak, waarbij de werkgever centraal staat. De wijze waarop dat gebeurt wordt uitgewerkt in de uitvoeringsplannen. Thema's daarbinnen zijn jobcarving, vraag ombuigen, intervisie, enz. d) Focus op het ontzorgen van werkgevers Werkgevers hebben één vast aanspreekpunt. Dat is degene met actieve contacten met die werkgever, vastgelegd in het gezamenlijke systemen. De regelingen en instrumenten van de verschillende gemeenten zijn ten aanzien van de werkgeversdienstverlening op elkaar afgestemd. Plaatsingen worden gerealiseerd met de benodigde instrumenten, met minimale rompslomp. 2. De arbeidsmarkt in Fryslân Nu de economie herstelt, trekt ook de arbeidsmarkt weer aan. Het aantal banen neemt toe, maar niet in de collectieve sector. Ook ontstaan er weer meer vacatures. Daarnaast spelen er lange termijn ontwikkelingen op de arbeidsmarkt zoals flexibilisering, vergrijzing en vraag naar hoger opgeleiden. Jaarlijks brengt UWV Regio in Beeld uit, waarin per arbeidsmarktregio een overzicht van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt wordt gegeven. Hierop is onderstaande schets van de arbeidsmarkt van Friesland gebaseerd. Groei banen en vacatures in 2016 Het aantal banen in Friesland neemt in 2015 en 2016 verder toe. Dit betreft banen in de narktsectoren zoals de zakelijke dienstverlening en de handel. Uitzondering hierop zijn de

10 landbouw, industrie en financiële dienstverlening. In de collectieve sectoren krimpt de werkgelegenheid. Met name in zorg ĩt welzijn en het openbaar bestuur, maar in 2016 betreft dit ook de onderwijssector. Naast het aantal banen, neemt ook het aantal vacatures weer toe. In 2014 is het aantal vacatures al gestegen, in 2015 en 2016 verwacht UWV een verder stijging van het aantal vacatures. Door vervangingsvraag ontstaan ook in de krimpsector zorg veel vacatures. De vacatures voor laagopgeleiden bevinden zich met name in detailhandel, zakelijke diensten en zorg 6t welzijn. Voor middelbaar opgeleiden zijn er met name vacatures in zorg 6t welzijn, zakelijke diensten en onderwijs. Hogeropgeleiden kunnen vooral vacatures vinden in zorg ã welzijn, zakelijke diensten en onderwijs. Structurele ontwikkelingen Naast de ontwikkelingen in banen en vacatures, kent de Friese arbeidsmarkt structurele ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld de flexibilisering. Deze trend wordt zichtbaar in een toename van tijdelijke en uitzendcontracten en een afname van vaste contracten voor werknemers. In Friesland stroomt 3996 vanuit de WW naar de uitzendsector. De uitzendsector is hiermee van groot belang voor de Friese arbeidsmarkt. Een volgende structurele ontwikkeling betreft de opleidingseisen aan werkzoekenden. Er komen meer vacatures voor hoogopgeleiden en het aantal vacatures voor laagopgeleiden neemt af. Ook vergrijzing is een trend die gevolgen voor de arbeidsmarkt heeft. De vergrijzing treft in Friesland met name het openbaar bestuur en onderwijs, waardoor de noodzakelijke krimp wellicht met minder ontslagen gepaard kan gaan. Uitdagingen Ondanks de positieve ontwikkelingen in het aantal banen en vacatures blijft de arbeidsmarkt in Friesland ruim. Krapte is er alleen op hoog opleidingsniveau in bepaalde beroepen binnen het onderwijs en de zorg. Daarnaast liggen er kansen op wetenschappelijk niveau in technische, economische en juridische beroepen. Voor een grote groep werkzoekenden liggen kansrijke beroepen niet binnen handbereik. De uitdaging is om te zoeken naar functies die binnen het haalbare liggen, maar wel betere perspectieven bieden. Friesland kent een relatief hoog Wajong-percentage en ook een hoger WWB percentage dan het landelijk gemiddelde. Deze groepen hebben over het algemeen een grotere afstand tot de arbeidsmarkt dan voor personen in de WW het geval is. Voor deze groepen is extra aandacht nodig. In 2016 zullen de applicaties WBS en Sonar in gebruik worden genomen. In aanvulling daarop kan worden gewerkt met een 'Business Intelligence Tool' waarmee een gedetailleerde uitvraag uit de bestanden met werkzoekenden kan worden gedaan. Met hulp van deze Bl-tool kan de discrepantie tussen vraag en aanbod worden verkleind doordat het zeer gerichte zoek- en acquisitieacties kunnen worden uitgevoerd. 3. (Kritieke) prestatie Indicatoren (KPľs) Werkbedrijf Fryslân Werkt! 2016 De primaire doelstelling is het realiseren van de baanafspraakbanen (BAB-banen). In 2015 en 2016 samen dienen er in Fryslân tenminste 730 BAB-banen gerealiseerd te worden. Het Werkbedrijf streeft verder naar een maximale uitstroom naar werk van mensen die vallen onder de Participatiewet, de (oude) Wajong, de WSW en de WW.

11 KPI BAB-plaatsingen definitie Realisatie 2015 Doelstelling 2016 Aantal geplaatste BAB geïndiceerden in de marktsector Aantal geplaatste BAB geïndiceerden overheidssector Wajong, WSW, WIW/ID, geïndiceerden uit P-Wet, geplaatst in private sector Wajong, WSW, WIW/ID, geïndiceerden uit P-Wet, geplaatst bij overheid Realisatie Reguliere plaatsingen Aantal plaatsingen definitie Realisatie 2015 Doelstelling 2016 Het aantal geplaatste mensen die behoren tot de doelgroepen van de P-wet, Wajong en de WSW. Er is sprake van een plaatsing als een kandidaat aan het werk gaat, tegen loon of een detacheringsvergoeding voor tenminste drie maanden gedurende minimaal 12 uur per week KPI Vacatures definitie Realisatie 2015 Doelstelling 2016 Vervullingsquote vacatures *) *) zodra WBS Sonar in gebruik is. Het percentages van alle vacatures dat wordt vervuld Niet gemeten bq7o 4. Baanafspraakbanen In mei 2014 is door de Werkkamer de definitieve verdeling van de garantiebanen uit de banenafspraak naar arbeidsmarktregio's en sectoren bekend gemaakt. Voor Fryslân betekent dat een realisatie van tenminste 730 baanafspraakbanen in 2015 en Van deze 730 banen dient de overheid er 280 voor haar rekening te nemen en de private werkgevers 450. In de uitvoeringsplannen per deelgebied worden concrete acties beschreven hoe deze doelgroepen naar werk worden begeleid. 5. Instrumenten In Fryslân is een aantal instrumenten beschikbaar voor werkgevers. Over de wijze waarop die worden ingezet zijn regionaal afspraken gemaakt. Het gaat tenminste om de volgende instrumenten en arrangementen (Zie bijlage - flyer): «Werving, selectie, detachering en bemiddeling «Proefplaatsing ' Loonkostensubsidie I Loondispensatie «Werkgeversscan» Premiekorting jongeren

12 » Mobiliteitsbonus arbeidsgehandicapten/ouderen (premiekorting)» Jobcoaching» No-risk Polis» Werkplekaanpassingen Ët voorzieningen De nadere uitwerking van deze instrumenten is te vinden in de regionale toolkit. 6. Financiering Het Werkbedrijf streeft ernaar om de uitvoeringskosten minimaal te houden. Elke partij draagt zijn eigen kosten voor zover het de participatie in het bestuur en de ondersteuningsstructuur van het Werkbedrijf betreft. De kosten van re-integratie worden door de individuele gemeenten gedragen. Kosten voor coördinatie door de centrumgemeente zijn gedekt vanuit de centrumregeling. Het Werkbedrijf kent dus geen eigen financiële administratie voor de uitvoering. Het kabinet heeft voor het opzetten van het Werkbedrijf aan de centrumgemeente 1 miljoen euro ter beschikking gesteld voor de jaren 2014 (C ), 2015 (C ) en 2016 (C ). Dit bedrag wordt besteed aan het opzetten en inrichten van het Werkbedrijf en dient dus niet ter dekking van structurele uitvoeringskosten. Aan het Bestuur wordt jaarlijks een grofmazige begroting voorgelegd. Voor bedragen boven de C wordt vooraf een plan ter goedkeuring aan het bestuur voorgelegd. De middelen worden aangewend voor de realisatie van het Werkbedrijf. In 2016 zal vooral worden geïnvesteerd in communicatie (werkgeverscampagne, ontwikkeling materialen, content management, werkgeversbijeenkomsten), om de geautomatiseerde informatievoorziening op het gewenste niveau te krijgen en in deskundigheidsbevordering. De uitwerking hiervan wordt gedaan in de uitvoeringsplannen van de deelgebieden, maar een grofmazige begroting is als volgt: Omschrijving: Indicatie behoefte middelen Marketing, PR Deskundigheidsbevordering Werkgeversbenadering (congres enz) Samenwerking Naast de werkgevers en ondernemers (potentiële klanten en bestaande klanten) die binnen de markt opereren en waar de medewerkers actief mee werken, zijn er ook andere actoren die van belang zijn in de werkwijze: «De afdelingen Economische Zaken van de diverse gemeenten hebben een goed netwerk waar bij aangehaakt wordt. * SW-bedrijven met hun specifieke kennis en expertise kunnen ondersteunen in de begeleiding van de doelgroep én het ontzorgen van de werkgevers.

13 ' Uitzendbureaus hebben het netwerk, de kennis, expertise en ervaring om creatief mensen aan het werk te helpen. * De onderwijsinstellingen zijn essentieel om de juiste mensen op de juiste plek te leveren. * Er is een nauwe samenwerking met de Social Return aanpak in Fryslân. * In maart 2016 zal een BAB congres worden georganiseerd door de samenwerkingspartners * Vanuit de programmaraad worden voorbeelden gedeeld. Zie ook * In 2016 wordt er in de vier deelregio's vanuit VNO-NCW een regionale voortrekker aangesteld als BAB-aanjager 8* Sociale partners Een belangrijke rol is weggelegd voor de sociale partners. Zij hebben zich in het Sociaal Akkoord gecommitteerd aan het realiseren van extra banen. VNO-NCW communiceert, landelijk en regionaal naar werkgevers om de kansen en mogelijkheden die de medewerkers uit de prioritaire doelgroep bieden te laten zien. Hiertoe wordt gepubliceerd, worden social media ingezet, maar ook groot- en kleinschalige evenementen georganiseerd, allemaal ten doel om werkgevers te informeren en te enthousiasmeren. Centraal in deze communicatie is de website De vakbonden zijn een belangrijke partner waar het onder andere gaat om handhaving van cao afspraken. Er zijn bijvoorbeeld veel cao's waarin afspraken gemaakt zijn over inzet van Wajongeren. Ook leveren de bonden een bijdrage aan bijeenkomsten en praktijkcases als het 'maatjesproject'. Via de bonden heeft het Werkbedrijf toegang tot de dienstverlening van deskundigen, zoals het S3CM (instrumenten voor de doelgroep, functiecreatie, werkgeversbenadering (website 'Onbeperkt ondernemen"), onderzoek hoe plaatsing wordt ervaren door werkgevers en werknemers (Human Capital, Hanzehogeschool/Kenniscentrum Arbeid en bijvoorbeeld het onderzoek van Sociale Geneeskunde over Wajong en P-wet. 9. Aansturing en monitoring Dit marktbewerkingsplan wordt afgestemd met het bestuur en aan de individuele colleges ter informatie aangeboden. Zij worden van harte uitgenodigd mee te denken mee te helpen. Het bestuur, zoals gedefinieerd in het convenant, jaagt aan, monitort en legt verantwoording af aan de Friese gemeenten. 10. Uitvoering in 2016 Per deelgebied worden de commerciële acties en activiteiten uitgewerkt in deelplannen. hierdoor wordt rekening worden gehouden met de lokale situatie op de arbeidsmarkt, de werkzoekenden en het lokale bedrijfsleven. De voor de acties worden benodigde mix van communicatie-instrumenten wordt ook in de deelplannen opgenomen.