Honderd jaar Nederlandse Vereniging voor Heelkunde. VIII. Chirurgische oncologie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Honderd jaar Nederlandse Vereniging voor Heelkunde. VIII. Chirurgische oncologie"

Transcriptie

1 17 Halhali A, Tovar AR, Torres N, Bourges H, Garabedian M, Larrea F. Preeclampsia is associated with low circulating levels of insulinlike growth factor I and 1,25-dihydroxyvitamin D in maternal and umbilical cord compartments. J Clin Endocrinol Metab 2000;85: Seely EW, Wood RJ, Brown EM, Graves SW. Lower serum ionized calcium and abnormal calciotropic hormone levels in preeclampsia. J Clin Endocrinol Metab 1992;74: Ray J, Vasishta K, Kaur S, Majumdar S, Sawhney H. Calcium metabolism in pre-eclampsia. Int J Gynaecol Obstet 1999;66: Taufield PA, Ales KL, Resnick LM, Druzin ML, Gertner JM, Laragh JH. Hypocalciuria in preeclampsia. N Engl J Med 1987; 316: Cruikshank DP, Chan GM, Doerrfeld D. Alterations in vitamin D and calcium metabolism with magnesium sulfate treatment of preeclampsia. Am J Obstet Gynecol 1993;168: Cholst IN, Steinberg SF, Tropper PJ, Fox HE, Segre GV, Bilezikian JP. The influence of hypermagnesemia on serum calcium and parathyroid hormone levels in human subjects. N Engl J Med 1984;310: Mountokalakis TH, Tsiotras S, Skopelitis P, Alivisatos J. Hypocalcemia following magnesium sulfate therapy. JAMA 1972;221: Monif GR, Savory J. Iatrogenic maternal hypocalcemia following magnesium sulfate therapy. JAMA 1972;219: Aanvaard op 26 april 2002 Geschiedenis der geneeskunde Honderd jaar Nederlandse Vereniging voor Heelkunde. VIII. Chirurgische oncologie m.f.von meyenfeldt In september 1981 werd de Nederlandse Vereniging voor Chirurgische Oncologie opgericht. In de jaren daarvoor hadden de adjuvante medicamenteuze behandeling en de adjuvante radiotherapie hun intrede gedaan. Aanvankelijk werd de adjuvante chemotherapie door de chirurg zelf toegepast. Al snel kreeg de behandeling van maligniteiten waarbij het belang van adjuvante medicamenteuze behandeling en radiotherapie bewezen was (of moest worden), een multidisciplinair karakter. De chirurg ging de zorg voor de patiënt met een solide maligniteit delen met de medisch oncoloog en de radiotherapeut. De behoefte om een zo goed mogelijk niveau van expertise in te brengen in die multidisciplinaire behandeling van maligniteiten leidde ertoe dat chirurgen met belangstelling voor de behandeling van patiënten met kanker zich verenigden in de Nederlandse Vereniging voor Chirurgische Oncologie. Mogelijk hebben ook defensieve motieven een rol gespeeld. De medicamenteuze behandeling en adjuvante radiotherapie waren immers nieuw en om die reden aantrekkelijk, terwijl chirurgie gevestigd was en om die reden oud en routineus. Chirurgie is echter, tot op de dag van vandaag, voor solide tumoren de enige behandelingsmethode met curatieve opties. Sinds 1981 is de ontwikkeling snel gegaan: de chirurgen die zich met kankerbehandeling bezighouden, hebben zich tot in de kleinere ziekenhuizen verenigd in samenwerkingsverbanden met gelijkgerichte collegae, terwijl het aantal chirurgen dat zich voltijds bezighoudt met kankerbehandeling zich heeft uitgebreid van slechts enkelen in 1981 tot aanzienlijke aantallen vandaag. Academisch Ziekenhuis, afd. Heelkunde, Postbus 5800, 6202 AZ Maastricht. Prof.dr.M.F.von Meyenfeldt, chirurg. samenvatting De chirurgisch oncologen hebben zich in 1981 verenigd in de Nederlandse Vereniging voor Chirurgische Oncologie met het doel een zo goed mogelijk niveau van expertise in te brengen in de zich toen juist ontwikkelende multidisciplinaire behandeling van kanker. Sinds die tijd hebben vele ontwikkelingen bijgedragen aan de verbetering van de uitkomst van zorg voor de patiënt met een maligniteit. Chirurgen hebben daarin vaak een initiërende rol en een spilfunctie gehad. Daarnaast is er in de laatste jaren een sterk kwaliteitsbewustzijn ontwikkeld, leidend tot samenwerkingsverbanden waarin intensieve contacten bestaan. Tegelijkertijd is er een ontwikkeling gaande in de chirurgisch-oncologische zorg: die verandert van een aandachtsgebied waarin de breedte van de zorg voor de patiënt met een maligniteit centraal staat in een vorm van zorg per orgaansysteem, waardoor in multidisciplinaire zin veel meer diepgang ontwikkeld kan worden. Dit houdt tegelijkertijd het gevaar in van versnippering en het verlies van identiteit van de chirurg(-oncoloog). Bindend element blijft de spilfunctie die de chirurgisch oncoloog, misschien wel meer dan enige andere subspecialist, in de zorg voor de patiënt met een solide maligniteit heeft. Tegenwoordig wordt de chirurgisch oncoloog omschreven als een kankerspecialist met een chirurgische achtergrond die de diagnostiek van een kankerprobleem kan initiëren of uitvoeren, die in staat is patiënten over kankerbehandeling te adviseren, die het chirurgische element in die kankerbehandeling uitvoert, die in de begeleiding van het postoperatieve beloop een belangrijke rol speelt en die ook aan de palliatieve behandeling kan bijdragen. De chirurgisch oncoloog heeft deze positie verworven op basis van belangrijke ontwikkelingen in de laatste twintig jaar. Die ontwikkelingen hebben geleid tot een verbetering van de resultaten van (chirurgische) behandeling, door de toepassing van experimen Ned Tijdschr Geneeskd augustus;146(31)

2 tele vormen van behandeling en door de uitvoering van preventieve chirurgie. a b figuur 1. Een moment tijdens de schildwachtklierprocedure: (a) axillaire wond, waarin met behulp van de gamma- probe radioactiviteit in de inmiddels opgespoorde (blauw aangekleurde) schildwachtklier wordt gemeten; (b) gammacamera die de hoge counts weergeeft van de gemeten radioactiviteit in de schildwachtklier. verbetering van het resultaat van (chirurgische) behandeling Verbetering van de resultaten van behandeling kan op twee manieren worden gedefinieerd. Enerzijds kunnen resultaten van behandeling, gemeten naar overleving of verkregen locoregionale ziektecontrole, ongewijzigd blijven, maar verkregen worden met ingrepen die minder belastend zijn of minder mutilatie tot gevolg hebben. Anderzijds kan een beter behandelingsresultaat worden verkregen doordat nieuwe (combinaties van) behandelingen effectiever blijken. Het is niet altijd mogelijk elke verbetering aan één van beide elementen in de ontwikkeling van de chirurgische behandeling toe te schrijven. Voorbeelden van ontwikkelingen waardoor met minder mutilatie eenzelfde behandelingsresultaat wordt geboekt zijn te vinden in de mammacarcinoombehandeling. Kleinere mammacarcinomen kunnen vaak veilig mammasparend worden behandeld. Dit is zeker belangrijk voor de groep patiënten die zich, na screening op mammacarcinoom, presenteert met een niet-palpabele afwijking. De introductie van de schildwachtklierprocedure, waarmee de lymfeklier wordt geïdentificeerd die het tumorgebied als eerste draineert (figuur 1), heeft het mogelijk gemaakt om het klassieke okselkliertoilet achterwege te laten bij patiënten bij wie geen tumor in de schildwachtklier werd aangetroffen. Hoewel alle chirurgische procedures rondom diagnostiek, stagering en behandeling niet altijd in één chirurgische interventie kunnen worden gecombineerd, neemt de totale morbiditeit bij de mammacarcinoombehandeling verder af zonder dat de effectiviteit van de klassieke behandeling geweld wordt aangedaan. Een andere ontwikkeling is de introductie van stereotactische biopten bij de diagnostiek van niet-palpabele mamma-afwijkingen. Hierbij wordt op geleide van het beeldvormend onderzoek (mammografie of echografie van de mamma) met een dikke naald weefsel voor histopathologisch onderzoek verkregen. Diagnostiek van niet-palpabele mamma-afwijkingen langs deze minimaal invasieve weg leidt tot een afname van het aantal draadgeleide mammabiopsieën. Een bijkomend voordeel is dat de uiteindelijke chirurgische behandeling van de gediagnosticeerde afwijking frequenter in één operatieve ingreep slaagt. Deze ontwikkelingen leiden dus tot een afname van de belasting voor de patiënt en tot een toename van de efficiëntie van het operatiekamergebruik. 12 Weer een ander voorbeeld betreft het resultaat van voortschrijdend inzicht in het ontstaan van het adenocarcinoom van de slokdarm, één van de twee carcinoomtypen in de oesofagus; deze aandoening treedt in toenemende frequentie op. Er wordt aangenomen dat een verandering van het celtype in de oesofagus ter hoogte van de oesofagus-maagovergang daar debet aan is. Dit celtype vertoont kenmerken van het darmslijmvlies; het wordt Barrett-slijmvlies genoemd, en men denkt dat het ontstaat bij chronische (duodeno)gastrooesofageale reflux. Vooral de kennis van de volgorde van veranderingen in die slijmvliescellen in de slokdarm van metaplasie via steeds ernstiger dysplasie naar adenocarcinoom zou de mogelijkheid creëren om, door endoscopische bewaking, slokdarmkanker bij patiënten met Barrett-slijmvlies in de oesofagus te diagnosticeren in zo n vroeg stadium dat curatie van deze in het algemeen incurabele ziekte een optie wordt. Aanvullend werk blijft nodig om de effectiviteit van deze technieken in het perspectief van kosten en overlevingsvoordeel te plaatsen. 34 Door een beter begrip van de pathofysiologie van kanker en meer kennis over de gastheer kan men kankerbehandeling gerichter uitvoeren. Een voorbeeld daarvan is de kennis van het metastaseringspatroon van rectumcarcinoom (figuur 2): er treedt ook metastasering op naar lymfeklieren die distaal van het carcinoom in het mesorectale vet zijn gelegen. Daarmee lijkt verklaard dat de klassieke resectie van het carcinoom tot juist voorbij de tumor leidt tot hoge percentages locoregio- Ned Tijdschr Geneeskd augustus;146(31) 1457

3 vetweefsel vesiculae seminalis mesorectale sacrum fascie rectumtumor mesorectale fascie figuur 2. Transversale MRI-opname die een gedetailleerde afbeelding toont van een rectumtumor en de relatie tot de mesorectale fascie. Onder in het beeld is nog een randje van het sacrum zichtbaar, boven in het beeld zijn de beide vesiculae seminales te zien, die achter de blaas liggen. nale recidieven (tot 30%). Door een totale mesorectale excisie (TME) uit te voeren kan men dat percentage locoregionale recidieven terugbrengen tot rond of onder de Ander retrospectief onderzoek naar de resultaten van maagkankerchirurgie leidde tot de overtuiging dat een uitgebreide lymfeklierdissectie bij de chirurgische behandeling, zoals in Japan gepraktiseerd, meer rekening zou houden met het metastaseringspatroon van het maagcarcinoom en om die reden tot een betere locoregionale ziektecontrole en mogelijk tot een betere overleving zou leiden. In sommige landen is die uitgebreide lymfeklierdissectie daarom tot standaard verheven. De op deze bevindingen volgende prospectief gerandomiseerde studies naar de effecten van de uitgebreidere lymfeklierdissectie toonden echter geen of slechts een marginaal effect op de overleving in de uitgebreid geopereerde patiëntengroep. 6 Collaterale ontwikkelingen van de chirurgie in met name de intensive care, in anesthesiologische technieken, maar ook in de metabole verzorging van patiënten, hebben geleid tot mogelijkheden om grotere en uitgebreidere chirurgie uit te voeren die door de patiënt goed werd getolereerd. Ervan uitgaande dat betere lokale controle van een maligniteit moet leiden tot een verbetering van de overleving, hebben chirurgisch oncologen zich ingespannen combinaties van behandelingsmethoden te onderzoeken op hun mogelijkheid om dat te bereiken. Zo is met betrekking tot het rectumcarcinoom aangetoond dat preoperatieve radiotherapie, in combinatie met optimale chirurgie (TME), leidt tot een afname van het percentage locoregionale recidieven. 5 Terwijl de indicaties voor radiotherapie van de aangedane mamma bij de borstsparende behandeling van mammacarcinoom gevestigd waren, heeft nadere analyse van behandelingsresultaten geleid tot de identificatie van factoren die het locoregionale recidief voorspellen. Daarmee zijn scherpere indicaties geformuleerd voor regionale radiotherapie. 7 In al deze ontwikkelingen hebben chirurgen ofwel het initiatief genomen ofwel zoveel bijgedragen dat die ontwikkelingen succesvol waren en daarmee gingen behoren tot de standaardzorg. experimentele vormen van behandeling In een poging de uitgebreidheid van (en daarmee de morbiditeit bij) de behandeling van maligne wekedelentumoren te verminderen, dan wel chirurgische behandeling überhaupt mogelijk te maken, heeft men een techniek ontwikkeld om in geïsoleerde delen van het lichaam door middel van een infusie van tumordodende stoffen tumorreductie te bewerkstelligen. Daardoor worden chirurgische opties mogelijk of aantrekkelijk. 8 Deze techniek betreft veelal extremiteiten, maar ook organen in het kleine bekken en de lever zijn doelwit van deze ontwikkeling. Zo is langzamerhand deze geïsoleerde perfusie van het in een extremiteit gelegen sarcoom of melanoom een geaccepteerde behandelingsvorm geworden, terwijl de geïsoleerde perfusie van de lever wegens tumoren die tot de lever beperkt zijn, maar niet gereseceerd kunnen worden, een vorm van behandelen is die zijn plaats nog moet vinden. In een andere nog experimentele vorm van behandeling van in principe irreseceerbaar uitgebreide, maar tot de peritoneale holte beperkte kwaadaardige ziekte wordt na een debulking, waarbij alle grotere tumorlokalisaties worden verwijderd, hyperthermie toegepast (welke bereikt wordt door verwarming van vloeistoffen die door de geopende buikholte worden gespoeld), in combinatie met intraperitoneaal toegediende chemotherapie. In pilotonderzoek lijkt deze behandeling een goede palliatie op te leveren die bovendien langer duurt. Of dat ook werkelijk het geval is, wordt in gerandomiseerd onderzoek uitgezocht. 9 Bij de chirurgische behandeling van het oesofaguscarcinoom heeft uitgebreide re Ned Tijdschr Geneeskd augustus;146(31)

4 gionale lymfeklierdissectie, met name uitgevoerd door Japanse artsen, in ongecontroleerd onderzoek een betere locoregionale ziektecontrole en bijgevolg een betere overleving gesuggereerd, net als bij het maagcarcinoom. Of deze ingreep met aanvaardbare perioperatieve morbiditeit uitvoerbaar is en leidt tot een betere overleving dan de klassieke transhiatale operatietechniek, die met een geringer chirurgisch trauma gepaard gaat, is onderwerp van gerandomiseerd klinisch onderzoek. 10 Op verschillende terreinen zijn modellen ontwikkeld die de effectiviteit van vaccinatie met tumorstoffen en daarmee de bijdrage van het immuunapparaat aan de tumorcontrole analyseren. In veel van het genoemde onderzoek hebben oncologisch chirurgen een initiërende rol. Daarnaast spelen zij een centrale rol in de opzet en uitvoering van klinisch vergelijkend onderzoek. preventieve chirurgie Door de almaar toenemende kennis van de genetische defecten die samenhangen met de ontwikkeling en progressie van kwaadaardige ziekten, gecombineerd met de uitbreiding van de mogelijkheden van chiptechnologie in de moleculaire celbiologie, kunnen dragers van een maligniteit of voorlopers daarvan al vroeg worden geïdentificeerd. Vervolgens kunnen de doelorganen van zulke maligne nieuwvormingen chirurgisch verwijderd worden. Dit behandelingsconcept staat nog in de kinderschoenen, maar het ontwikkelt zich snel. Het is al dagelijkse praktijk geworden bij vrouwen bij wie een BRCA1- of BRCA2-genmutatie is vastgesteld, welke leidt tot een hoog risico op het ontstaan van mammaen/of ovariumcarcinoom; verder wordt het behandelingsconcept toegepast bij leden van families met familiair voorkomende dikkedarmpoliepen, leidend tot een verhoogd risico op coloncarcinoom; en het concept wordt gebruikt bij leden van families met multipele endocriene neoplasie type 2 (MEN-2), bij wie zich al in de kinderjaren het medullaire schildkliercarcinoom ontwikkelt. optimaliseren van de chirurgisch-oncologische zorg Optimaliseren van de chirurgisch-oncologische zorg is mogelijk door actieve participatie van chirurgisch oncologen in richtlijnontwikkeling in multidisciplinaire werkgroepen. Dit gebeurt onder andere bij het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, waarmee invulling wordt gegeven aan het streven om evidencebased zorg te verlenen. Optimaliseren van de chirurgisch-oncologische zorg heeft als doel te bereiken dat in elke kliniek in Nederland optimale zorg wordt verleend aan de patiënt met een maligniteit. Door adequate diagnostiek en stagering kan een passende therapie worden gedefinieerd, die wordt geleverd in samenwerkingsverbanden die daartoe het meest geëigend zijn, op de geschiktste plaats. Heel concreet betekent dit dat de chirurgisch oncoloog in verschillende verbanden samenwerkt met andere oncologen. Tot die samenwerkingsverbanden, die in vrijwel elke Integraal-Kankercentrum(IKC)-regio bestaan, behoren de Chirurgisch-Oncologische Netwerken. Chirurgisch-oncologische zorg wordt binnen de IKC-regio s door intensieve samenwerking verdeeld, zodat de patiënt op de beste plaats de voor de betreffende kwaadaardige aandoening optimale behandeling krijgt. Dit houdt niet altijd in dat deze behandeling in een centrumziekenhuis moet plaatsvinden. Binnen de Chirurgisch-Oncologische Netwerken worden niet alleen werkafspraken gemaakt over de verdeling van zorg, maar ook over metingen voor het vaststellen van de uitkomst van zorg. Dat soort gegevens kan gebruikt worden in toetsingsverband. Die toetsing is bedoeld als een vorm van continue educatie die leidt tot optimale inzet van mensen en middelen op de daarvoor geschiktste plaats. 11 Andere samenwerkingsverbanden zijn de oncologiecommissies, die in elk ziekenhuis functioneren, en de tumorwerkgroepen, die per IKC en soms ook in de grotere ziekenhuizen georganiseerd zijn. In zulke samenwerkingsverbanden worden, multidisciplinair, therapieprotocollen afgesproken en men stelt er individuele casussen voor om de beste therapiestrategie te bepalen. de rol van de chirurgisch oncoloog bij de behandeling van de patiënt met kanker Twintig jaar geleden, toen de multidisciplinaire aanpak van de kankerbehandeling juist zijn intrede had gedaan, bleek dat een combinatie van behandelingsvormen tot een betere behandelingsuitkomst kon leiden. Daarna heeft de enorme toename van zowel diagnostische als therapeutische mogelijkheden ertoe geleid dat aandacht in de breedte voor het gehele scala van maligniteiten is vervangen door concentratie op een groep maligniteiten. Terwijl in het recente verleden een kwaadaardige ziekte de basis vormde voor concentratie van aandacht en energie, zijn door de hier beschreven ontwikkeling de orgaangerelateerde maligne aandoeningen in het middelpunt van de belangstelling komen te staan. Waar dus nog maar twintig jaar geleden de chirurgisch oncoloog zich, vanuit het veld van de algemene heelkunde, profileerde op het gebied van de behandeling van maligniteiten en dat deed in multidisciplinair verband, kan thans een ontwikkeling in de richting van orgaangerelateerde multidisciplinaire behandelingsverbanden worden waargenomen. Deze ontwikkeling heeft zich ook binnen perifere praktijken voorgedaan, zodat binnen die praktijken de behandeling van bepaalde aandoeningen is geconcentreerd bij één persoon. Zo is degene die de rectumcarcinomen opereert niet noodzakelijkerwijs ook degene die in dezelfde praktijk de mammacarcinomen opereert. Deze ontwikkelingen kunnen tezamen leiden tot enorme fragmentatie van de zorg voor de kankerpatiënt en daarmee potentieel tot verlies van de zorgkwaliteit, die zo moeizaam bevochten was in multidisciplinaire behandelteams. De participatie van veel disciplines in de behandeling van de patiënt met kanker kan tot anonimiteit van de behandelaar voor de patiënt leiden doordat het team de behandelaar is. Waarom zou nu de chirurg de ideale persoon zijn om een leiderschapsrol op zich te nemen in deze ontwikkeling? Chirurgen stel- Ned Tijdschr Geneeskd augustus;146(31) 1459

5 len frequent de diagnose, zijn qua karakter en training leiders en zijn in het bezit van technieken die, met name bij de behandeling van solide tumoren, de effectiefste en vaak de enige behandelingsvorm van de maligniteit vormen. Van alle patiënten met solide tumoren is er in essentie niet één die wordt genezen zonder bijdrage van een chirurgische interventie. tot slot De rol van de chirurg als spil in de behandeling van kanker krijgt een extra dimensie in de zorg voor de patiënt. De patiënt is degene die de ziekte bij zich draagt en als er geen zorg is voor deze patiënt, is er niet de wil om de diagnose zo snel mogelijk te stellen, is er niet de zorg om zeker te maken dat, in voorkomende gevallen, familieleden gescreend zullen worden op een genetische predispositie voor de ziekte, en is er niet de betrokkenheid wanneer het niet goed gaat. Zorg voor de patiënt behelst juist al die dingen: zorg begint bij het begin en eindigt bij het einde. Dat einde kan en zal niet altijd aantrekkelijk zijn. Juist in die fase, waar palliatieve behandeling en behoud van de kwaliteit van leven centraal staan, dreigt versnippering van de zorg. De chirurg moet hier zijn of haar taak als spil in de zorg voor de patiënt met kanker opnemen. Het goede antwoord aan de patiënt met kanker in de eindfase is dus niet: Ik kan niets meer u voor doen, maar: Een operatieve ingreep is op dit moment niet aangewezen, maar ik zal voor u blijven zorgen. abstract One hundred years of the Association of Surgeons in the Netherlands. VIII. Surgical oncology. The Dutch surgical oncologists founded the Dutch Society for Surgical Oncology in 1981 with the aim of providing the best possible level of expertise in the multidisciplinary approach to the treatment of cancer, which at that time was a new development in cancer care. Since then, many developments have contributed to improving the outcome of care for the patient suffering from malignant disease. Surgeons have often played an initiating and pivotal role in these developments. Furthermore, in recent years there has been a strong development in quality awareness. This has led to a greater degree of cooperation in which intensive contacts exist. At the same time developments have taken place in surgical oncology: the care provided has developed from a broadly based care of the patient with a malignancy to a care system concentrating on organ systems. As a result of this, the multidisciplinary therapeutic approach to the patient with cancer has been further developed. This might however lead to a fragmentation of oncological care and a loss of identity for the surgical oncologist, who possibly more than any other sub-specialist plays a pivotal role in caring for the patient with a solid malignancy. literatuur 1 Verkooijen HM, Peeters PH, Buskens E, Koot VC, Borel Rinkes IHM, Mali WP, et al. Diagnostic accuracy of large-core needle biopsy for nonpalpable breast disease: a meta-analysis. Br J Cancer 2000;82: Verkooijen HM. Stereotactic large-core needle biopsy for nonpalpable breast disease [proefschrift]. Utrecht: Universiteit Utrecht; Kruyt PhM, Sandick JW van, Lanschot JJB van, Offerhaus GJA, Tytgat GNJ, Obertop H. Barrett-oesofagus en Barrett-carcinoom. Ned Tijdschr Geneeskd 1997;141: Sandick JW van. Early detection and surgical treatment of adenocarcinoma of the oesophagus or oesophagogastric junction [proefschrift]. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam; Kapiteijn E, Marijnen CA, Nagtegaal ID, Putter H, Steup WH, Wiggers T, et al. Dutch Colorectal Cancer Group. Preoperative radiotherapy combined with total mesorectal excision for resectable rectal cancer. N Engl J Med 2001;345: Bonenkamp JJ, Hermans J, Sasako M, Velde CJ van de. Extended lymph-node dissection for gastric cancer. Dutch Gastric Cancer Group. N Engl J Med 1999;340: Jager JJ, Volovics L, Schouten LJ, Jong JM de, Hupperets PS, Meyenfeldt MF von, et al. Loco-regional recurrences after mastectomy in breast cancer: prognostic factors and implications for postoperative irradiation. Radiother Oncol 1999;50: Lienard D, Eggermont AM, Koops HS, Kroon B, Towse G, Hiemstra S, et al. Isolated limb perfusion with tumour necrosis factoralpha and melphalan with or without interferon-gamma for the treatment of in-transit melanoma metastases: a multicentre randomized phase II study. Melanoma Res 1999;9: Witkamp AJ, Bree E de, Goethem R van, Zoetmulder FA. Rationale and techniques of intra-operative hyperthermic intraperitoneal chemotherapy. Cancer Treat Rev 2001;27: Hulscher JB, Tijssen JG, Obertop H, Lanschot JJ van. Transthoracic versus transhiatal resection for carcinoma of the esophagus: a metaanalysis. Ann Thorac Surg 2001;72: Nota Chirurgische oncologie in Nederland. Beleidsnota van de Nederlandse Vereniging voor Chirurgische Oncologie, Ned Tijdschr Heelkd 2001;10:128, Brennan MF. George Adlington Syme Oration. The surgeon as a leader in cancer care. Aust N Z J Surg 1998;68: Brennan MF. The surgeon as a leader in cancer care: lessons learned from the study of soft tissue sarcoma. J Coll Surg 1996;182: Aanvaard op 16 mei 2002 Bladvulling In plaats van sanatoria von Fetzer daarentegen verlangt hervormingen in de wonings- en fabriekshygiëne, bevordering der goedkoopheid en deugdelijkheid der noodzakelijke levensbehoeften, zorg voor reconvalescenten, krachtige bestrijding van het drankmisbruik, voorzorgen ten behoeve der zoo voor tuberculose ontvankelijke kinderen en der meer ontwikkelde jeugd, eindelijk verplichte aangifte der sterf- en ziektegevallen aan tuberculose; behalve deze laatste, dus alle maatregelen van prophylactischen aard die gericht zijn op verhooging van het individueele weerstandsvermogen, en ik geloof inderdaad dat indien wij in den strijd tegen de tuberculose ooit iets wezenlijks zullen presteeren, en niet als met het ontijdig uit het laboratorium ontsnapte tuberculine een treurig fiasco willen maken en opgewekte hoop op teleurstelling en ontgoocheling zal uitloopen, wij voor- en bovenal op dergelijke maatregelen het oog hebben te vestigen. (Wetenschappelijke Mededeelingen. Ned Tijdschr Geneeskd 1902;46II:444-5.) 1460 Ned Tijdschr Geneeskd augustus;146(31)

chirurgische behandeling van kanker

chirurgische behandeling van kanker chirurgische behandeling van kanker p1 chirurgische behandeling van kanker p2 geen how I do it p3 wet van de afnemende meeropbrengst 2009 p4 chirurgische oncologie trends laatste 100 jaar meer is beter

Nadere informatie

Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom

Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Disclosures Ik heb geen belangenverstrengeling in relatie tot deze presentatie Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Bij

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008

Nadere informatie

NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting

Nadere informatie

Echogeleide chirurgie voor mammacarcinoom

Echogeleide chirurgie voor mammacarcinoom Echogeleide chirurgie voor mammacarcinoom Een prospectief gerandomiseerd onderzoek N.M.A. Krekel M.H. Haloua M.P. van den Tol S. Meijer Chirurgische oncologie VU Universitair Medisch Centrum Incidentie

Nadere informatie

Oncologie 2015 Handboek met indicatoren en normen voor tien oncologische aandoeningen. Versie juli 2014

Oncologie 2015 Handboek met indicatoren en normen voor tien oncologische aandoeningen. Versie juli 2014 Oncologie 2015 Handboek met indicatoren en normen voor tien oncologische aandoeningen Versie juli 2014 VGZ kiest voor kwaliteit VGZ staat voor zorg van goede medische kwaliteit, die klantvriendelijk en

Nadere informatie

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Factsheet NABON Breast Cancer Audit () [1.0.; 15-09-] Registratie gestart: 2011 Als algemene voorwaarde voor het meenemen van een patiënt in de berekening van de kwaliteitsindicatoren is gesteld dat ten

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Registratie gestart: 2009 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Primaire mammacarcinomen waarbij de volgende tumorsoorten geïncludeerd worden: Alle tumorstadia,

Nadere informatie

Nederlandse introductie en samenvatting voor niet-ingewijden

Nederlandse introductie en samenvatting voor niet-ingewijden Nederlandse introductie en samenvatting voor niet-ingewijden 157 Introductie In de Westerse wereld is het aantal mensen dat slokdarmkanker krijgt de laatste jaren sterk toegenomen. In 1989 werd de diagnose

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.3 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 23-10-2017 2017.1 Vrijwillig/ verplicht toegevoegd DICA 27-11-2017 2017.2 Schrappen van indicatoren

Nadere informatie

Dutch Surgical Colorectal Audit (DSCA)

Dutch Surgical Colorectal Audit (DSCA) Dutch Surgical Colorectal Audit (DSCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA.

Nadere informatie

Cover Page. Author: Dikken, Johannes Leen Title: Gastric cancer : staging, treatment, and surgical quality assurance Issue Date:

Cover Page. Author: Dikken, Johannes Leen Title: Gastric cancer : staging, treatment, and surgical quality assurance Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19858 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Dikken, Johannes Leen Title: Gastric cancer : staging, treatment, and surgical

Nadere informatie

Less is More, More is Better?

Less is More, More is Better? Less is More, More is Better? Concentratie en Regionalisatie van zorg voor de patiënt met slokdarm- en maagkanker: Chirurgisch Perspectief Grard Nieuwenhuijzen, Chirurg PP-ON-NL-0011 Disclosures Medtronic:

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NBCA 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05-11- 2015]

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NBCA 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05-11- 2015] Factsheet en NABON Breast Cancer Audit () 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05112015] Inclusiecriteria Nabon Breast Cancer Audit Inclusie Alle primaire invasieve mammacarcinomen volgens de WHO classificatie

Nadere informatie

Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg

Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg Geen Disclosures Locally advanced rectum carcinoom Definitie o.b.v. MRI ct3 MRF+ ct4a/b

Nadere informatie

ONCOLOGIE- en MILESTONEDAGEN

ONCOLOGIE- en MILESTONEDAGEN NEDERLANDSE VERENIGING voor ONCOLOGIE ONCOLOGIE- en MILESTONEDAGEN De Oncologiedagen worden georganiseerd door: NVvO, NKI-AVL en ERASMUS MC 1. Larynx- en hypofarynxafwijkingen 09-05-1970 2. Hormonen en

Nadere informatie

Kwaliteitsnormen. Blaascarcinoom

Kwaliteitsnormen. Blaascarcinoom Kwaliteitsnormen Blaascarcinoom Versie 6 September 2018 Achtergrond herziening 2017 De NVU heeft eind 2010 de eerste kwaliteitsnormen blaascarcinoom openbaar gemaakt en deze in 2012 en 2014 herzien. Sinds

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.2 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen

Nadere informatie

Aanvraag gegevens bij de DSCA (dd.08-11-2012)

Aanvraag gegevens bij de DSCA (dd.08-11-2012) Aanvraag gegevens bij de DSCA (dd.08-11-2012) Gegevens Aanvragers: Drs. Verena N.N.Kornmann (Heelkunde; St.Antoniusziekenhuis, Nieuwegein) Dr. Anke B. Smits (Heelkunde; St.Antoniusziekenhuis, Nieuwegein)

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2014 [2.5; 14-11- 2014] Registratie gestart: 2011 Nr. Type Uitvraag over Bron indicator (jaar) 1. Aantal nieuwe patiënten met een slokdarm- of maagcarcinoom.

Nadere informatie

Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom

Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom Mark I. van Berge Henegouwen Chirurg, slokdarm en maagchirurgie Amsterdam UMC, locatie AMC GIOCA GE oncologisch congres, AMC 18 jan 2019

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2015 [ ; 05-11- 2015] Registratie gestart: 2011 pagina 1 van 15 Nr. Type Uitvraag over Bron WV indicator (jaar) 2. Aantal geopereerde patiënten met een

Nadere informatie

MRI: more is less? Emiel Rutgers

MRI: more is less? Emiel Rutgers Het 9e NKI-AVL mammacarcinoom symposium Less is more? Minder overbehandeling voor meer borstkankerpatiënten MRI: more is less? Emiel Rutgers Indicaties MRI mammae Opsporen van onbekende primaire bij patiënten

Nadere informatie

De gidsbijprostaatkanker -Uroloog Roderick van den Bergh St Antonius Ziekenhuis, Utrecht

De gidsbijprostaatkanker -Uroloog Roderick van den Bergh St Antonius Ziekenhuis, Utrecht De gidsbijprostaatkanker -Uroloog 4-6-2019 Roderick van den Bergh St Antonius Ziekenhuis, Utrecht Inhoud Wat zijn de stappen die de patiënt doorloopt als mogelijk sprake is van prostaatkanker. 1. Incidentie

Nadere informatie

Oncologische zorg bij ouderen

Oncologische zorg bij ouderen Oncologische zorg bij ouderen Balanceren tussen over- en onderbehandeling Johanneke Portielje, HagaZiekenhuis Kring ouderenzorg AMC & partners 12 juni 2013 mamma carcinoom

Nadere informatie

CJH van de Velde, KCMJ Peeters. The gastric cancer treatment controversy. J Clin Oncol Jun 15;21(12):2234-6

CJH van de Velde, KCMJ Peeters. The gastric cancer treatment controversy. J Clin Oncol Jun 15;21(12):2234-6 List of publications 201 LIST OF PUBLICATIONS CJH van de Velde, KCMJ Peeters. The gastric cancer treatment controversy. J Clin Oncol. 2003 Jun 15;21(12):2234-6 KCMJ Peeters, E Kapiteijn, CJH van de Velde.

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Registratie gestart: 2009 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Primaire mammacarcinomen waarbij de volgende tumorsoorten geïncludeerd worden: Alle tumorstadia,

Nadere informatie

10 e NKI AvL Mammasymposium

10 e NKI AvL Mammasymposium 10 e NKI AvL Mammasymposium Een decennium lokalisatie van het niet palpabele mammacarcinoom M.T.F.D. Vrancken Peeters, Chirurg Netherlands Cancer Institute Antoni van Leeuwenhoek Hospital Amsterdam, The

Nadere informatie

endometrium carcinoom in Nederland

endometrium carcinoom in Nederland endometrium carcinoom in Nederland 2012-2016 voorwoord Door informatie over variatie in diagnostiek en behandelingen periodiek met elkaar te bespreken, kunnen we samen de kwaliteit van zorg voor vrouwen

Nadere informatie

behandelingen-bij-borstkanker/

behandelingen-bij-borstkanker/ https://www.isala.nl/patientenfolders/6682-borstkanker-pid-h3- behandelingen-bij-borstkanker/ Borstkanker (PID): H3 Behandelingen bij borstkanker Als borstkanker is vastgesteld, bespreekt een team van

Nadere informatie

Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET

Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET F.J. van Oost 1, J.J.M. van der Hoeven 2,3, O.S. Hoekstra 3, A.C. Voogd 1,4, J.W.W. Coebergh

Nadere informatie

Slokdarmresectie - Fit aan de Start. Feike Kingma Arts-onderzoeker Chirurgie, UMC Utrecht

Slokdarmresectie - Fit aan de Start. Feike Kingma Arts-onderzoeker Chirurgie, UMC Utrecht Slokdarmresectie - Fit aan de Start Feike Kingma Arts-onderzoeker Chirurgie, UMC Utrecht Slokdarmkanker Slokdarmkanker zit vrijwel altijd in de thoracale slokdarm Jaarlijks aantal nieuwe gevallen per 100.000

Nadere informatie

Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA)

Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA) Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De

Nadere informatie

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date:

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/46445 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for

Nadere informatie

az groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP²

az groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP² az groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP² We zijn als ziekenhuis trots op onze goede resultaten, maar we hebben ook aandacht voor enkele punten waar we minder dan gemiddeld lijken

Nadere informatie

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn : Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009

Nadere informatie

5.4 Gastro-intestinaal

5.4 Gastro-intestinaal 5.4 Gastro-intestinaal 5.4.1 Indicator: Deelname aan de Dutch UpperGI Cancer Audit (DUCA) De mortaliteit en morbiditeit van de chirurgische behandeling van slokdarmkanker heeft de laatste jaren veel aandacht

Nadere informatie

Aanvraag gegevens ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek

Aanvraag gegevens ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek Aanvraag gegevens ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek Registratie waarvan gegevens worden opgevraagd: DSCA Contactpersoon: Naam: Mw. Drs. J. t Lam - Boer Centrum/ziekenhuis: Radboud umc Adres: Postbus

Nadere informatie

Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut

Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom M. van der Sangen, radiotherapeut Borstkanker in perspectief Borstkanker in Nederland Nieuwe borstkankers per jaar: 15.000 Metastasen bij diagnose: 750 (5%)

Nadere informatie

Snelle mutatiescreening bij borstkanker. Dr. Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMC Utrecht

Snelle mutatiescreening bij borstkanker. Dr. Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMC Utrecht Snelle mutatiescreening bij borstkanker Dr. Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMC Utrecht Erfelijke borstkanker Tenminste 5% van de patiënten met mammacarcinoom Dominante overerving Oorzaak:

Nadere informatie

Datum ontvangst aanvraag. Aanvraag op website. DOI/Notities/reden niet akkoord. Nummer Ziekenhuis Titel aanvraag GOEDGEKEURD

Datum ontvangst aanvraag. Aanvraag op website. DOI/Notities/reden niet akkoord. Nummer Ziekenhuis Titel aanvraag GOEDGEKEURD GOEDGEKEURD DUCA201501 LUMC/ De toepassing van (neo)adjuvante behandeling bij patiënten die geopereerd worden vanwege een maagcarcinoom: inzicht in de verschillen tussen ziekenhuizen en in de besluitvorming

Nadere informatie

11 april Annemarie Haverhals Leider programma

11 april Annemarie Haverhals Leider programma 11 april 2017 VBHC@Santeon Annemarie Haverhals Leider VBHC@Santeon programma Santeon: zeven topklinische ziekenhuizen 2 Samen circa 13% van nationale zorg 2,56 miljard omzet 26.600 werknemers 1580 medisch

Nadere informatie

Borstkanker indicatoren - Resultaten voor

Borstkanker indicatoren - Resultaten voor Borstkanker indicatoren - Resultaten voor 2009-2011 AZ Sint-Jozef Malle maakt samen met AZ Klina Brasschaat deel uit van de Borstkliniek Voorkempen. Recent werden vanuit het Vlaams Indicatoren Project

Nadere informatie

21. Multipele Endocriene Neoplasie Type 1 (MEN1)

21. Multipele Endocriene Neoplasie Type 1 (MEN1) 21. Multipele Endocriene Neoplasie Type 1 (MEN1) Expert opinion Diagnostische criteria Vaststelling van een mutatie in het MEN1-gen Combinatie van hyperplasie of adenomen van de bijschildklieren, neuroendocriene

Nadere informatie

Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling

Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Status bepaling: 99,4% Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Vóór het starten van de behandeling

Nadere informatie

Een melanoom, wat nu?

Een melanoom, wat nu? Een melanoom, wat nu? Aanvullende diagnostiek Is er op gericht om aan te tonen dat er sprake is van gelokaliseerde ziekte Gelokaliseerde ziekte = een primair melanoom met ten hoogste satelliet-, intransit-

Nadere informatie

Mammacarcinoom en zwangerschap. PJ Westenend Laboratorium voor Pathologie Dordrecht

Mammacarcinoom en zwangerschap. PJ Westenend Laboratorium voor Pathologie Dordrecht Mammacarcinoom en zwangerschap PJ Westenend Laboratorium voor Pathologie Dordrecht Relatie met zwangerschap Zwangerschap en risico later mammacarcinoom te krijgen Mammacarcinoom tijdens de zwangerschap

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008)

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Algemene informatie In dit rapport vindt U de resultaten van de kwaliteitsindicatoren voor borstkankertumoren van AZNikolaas. Hierbij

Nadere informatie

Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?

Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC? Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC? Nina Bijker, radiotherapeut AMC BBB symposium 7 september 2017 No conflict of interest Focus op postmastectomie radiotherapie (PMRT)

Nadere informatie

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008 Project Kwaliteitsindicatoren 2007-2008 De borstkliniek: Iedere nieuwe diagnose van een borsttumor dient door de borstkliniek te worden geregistreerd bij het Nationaal Kankerregister. Het Project Kwaliteitsindicatoren

Nadere informatie

Analyse en behandeling bij verdenking op maligniteit bij de oudste ouderen

Analyse en behandeling bij verdenking op maligniteit bij de oudste ouderen Dr. M.E. Hamaker Klinisch geriater mhamaker@diakhuis.nl Analyse en behandeling bij verdenking op maligniteit bij de oudste ouderen Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst

Nadere informatie

Jaarverslag Ketenzorg ovariumcarcinoom Regio zuidwest Nederland. Augustus 2015

Jaarverslag Ketenzorg ovariumcarcinoom Regio zuidwest Nederland. Augustus 2015 Jaarverslag 2014 Ketenzorg ovariumcarcinoom Regio zuidwest Nederland Augustus 2015 Direct betrokken ziekenhuizen: Albert Schweitzer Ziekenhuis Bravis Ziekenhuis Erasmus MC Maasstad Ziekenhuis Sint Franciscus

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Inclusie & exclusie criteria DUCA. DUCA 2017 Registratie gestart: 2011

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Inclusie & exclusie criteria DUCA. DUCA 2017 Registratie gestart: 2011 Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2017 Registratie gestart: 2011 Inclusie & exclusie criteria DUCA Inclusie Primaire tumoren (slokdarm, slokdarm-maagovergang, maag) Recidief tumoren (slokdarm,

Nadere informatie

De unieke Maastro-behandeling van niet uitgezaaide longkanker

De unieke Maastro-behandeling van niet uitgezaaide longkanker De unieke Maastro-behandeling van niet uitgezaaide longkanker Deze folder is bedoeld voor onze patiënten en de mensen in hun omgeving. Wij willen u graag informeren over onze succesvolle behandelingsmethode

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingen binnen de MDL-oncologie. Paul Fockens, MDL-arts AMC

Nieuwe ontwikkelingen binnen de MDL-oncologie. Paul Fockens, MDL-arts AMC Nieuwe ontwikkelingen binnen de MDL-oncologie Paul Fockens, MDL-arts AMC Nieuwe ontwikkelingen MDL-oncologie De termen van 2012: Minimally invasive Patient centered Multi-modality Ageing population (Neo-)adjuvant

Nadere informatie

Comorbiditeit en oncologische zorg voor ouderen

Comorbiditeit en oncologische zorg voor ouderen Comorbiditeit en oncologische zorg voor ouderen Huub Maas, klinisch geriater TweeSteden ziekenhuis Tilburg IKZ Eindhoven Rotterdam 19-11-2008 Definities Comorbiditeit: bijkomende ziekte(n) naast de index

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Chapter IX De schildwachtklier is de eerste lymfklier waarop een kwaadaardige tumor draineert. Deze lymfklier zal als eerste zijn aangedaan, wanneer de tumor via de lymfbanen

Nadere informatie

Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen

Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen 85% via de axilla Mammaria interna alleen aantasting is zeldzaam

Nadere informatie

Vlaams Indicatoren Project VIP²: borstkankerindicatoren

Vlaams Indicatoren Project VIP²: borstkankerindicatoren Vlaams Indicatoren Project VIP²: borstkankerindicatoren Op initiatief van de Vlaamse Vereniging van Hoofdartsen, Icuro, Zorgnet Vlaanderen en de Vlaamse overheid, is het Vlaamse VIP 2 -indicatorenproject

Nadere informatie

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van

Nadere informatie

Meer sparend bestraling van de axilla? Less is more (than enough) Nicola Russell

Meer sparend bestraling van de axilla? Less is more (than enough) Nicola Russell Meer sparend bestraling van de axilla? Less is more (than enough) Nicola Russell Techniek tot nu toe Conventionele simulatie Virtuele simulatie Techniek voor okselbestraling Klier levels I III Plexus brachialis

Nadere informatie

Vroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling. Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017

Vroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling. Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017 Vroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017 Disclosures spreker (potentiële) belangenverstrengeling Nothing to disclose Voor

Nadere informatie

BORSTKANKER INDICATOREN

BORSTKANKER INDICATOREN BORSTKANKER INDICATOREN Deze set van indicatoren geven de resultaten over borstkankerpatiëntes voor diagnose, behandeling en overleving. Het betreft geaggregeerde cijfers van 2007+2008 voor GZA Ziekenhuizen.

Nadere informatie

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J J. Mamma aandoeningen nhoudsopgave 1 J 2 J 3 J 4 J 5 J 6 J 7 J 8 J 9 J 1 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J Screening: vrouwen jonger dan 4 jaar zonder genetisch risico... 1 Screening: vrouwen

Nadere informatie

Minder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie?

Minder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie? Minder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie? Frederieke van Duijnhoven, chirurg-oncoloog Marie-Jeanne Vrancken Peeters, principal investigator MICRA studie 1 GEEN DISCLOSURES 2 NEOADJUVANTE SYSTEMISCHE

Nadere informatie

Eline Deurloo Correlation of diagnostic breast imaging data and pathology: application to diagnosis and treatment

Eline Deurloo Correlation of diagnostic breast imaging data and pathology: application to diagnosis and treatment [Proefschriften] Eline Deurloo Correlation of diagnostic breast imaging data and pathology: application to diagnosis and treatment Mammacarcinoom is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen in

Nadere informatie

Vlaams Indicatoren Project VIP²

Vlaams Indicatoren Project VIP² Vlaams Indicatoren Project VIP² Op initiatief van de Vlaamse Vereniging van Hoofdartsen, Icuro, Zorgnet Vlaanderen en de Vlaamse overheid, is het Vlaamse VIP 2 -indicatorenproject opgericht. Samen met

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING In dit proefschrift is de voorspellende waarde van magnetic resonance imaging (MRI)-parameters voor het optreden van een lokaal recidief larynxcarcinoom

Nadere informatie

Overbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens

Overbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens Overbehandeling in radiotherapie Prof. Dr. Caroline Weltens 29-09-2018 veilig de lokale therapie verminderen zonder de uitkomst te compromiteren Juiste balans tussen benefit en neveneffecten Bij combinatie

Nadere informatie

Desmoïd-type fibromatose

Desmoïd-type fibromatose Desmoïd-type fibromatose 25-05-2019 Patiëntendag Platform Sarcomen Milea J.M. Timbergen, arts onderzoeker Kees Verhoef (chirurg) Dirk Grünhagen (chirurg) Stefan Sleijfer (oncoloog) Erik Wiemer (bioloog)

Nadere informatie

Oplegger indicatorset Mammacarcinoom verslagjaar 2016

Oplegger indicatorset Mammacarcinoom verslagjaar 2016 Zorginstituut Nederland Kwaliteitsinstituut Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 20 Transparantiekalender@zinl.nl Oplegger indicatorset Mammacarcinoom

Nadere informatie

NOTA ORGANISATIE VAN DE GYNAECOLOGISCH ONCOLOGISCHE ZORG, DEEL II. Versie 2.0

NOTA ORGANISATIE VAN DE GYNAECOLOGISCH ONCOLOGISCHE ZORG, DEEL II. Versie 2.0 NOTA ORGANISATIE VAN DE GYNAECOLOGISCH ONCOLOGISCHE ZORG, DEEL II Versie 2.0 Datum Goedkeuring 11-05-2012 Methodiek Evidence based Discipline Verantwoording Monodisciplinair NVOG Behandeling van het ovariumcarcinoom

Nadere informatie

SAMEN VERDER NA KANKER TRANSMURALE ONCOLOGISCHE NAZORG

SAMEN VERDER NA KANKER TRANSMURALE ONCOLOGISCHE NAZORG SAMEN VERDER NA KANKER TRANSMURALE ONCOLOGISCHE NAZORG Wat is het beste voor de patiënt? Carla M.L. van Herpen, internist-oncoloog 14-10-2014 Nazorg en controle na kanker EXPERTISE Wat wil de patiënt?

Nadere informatie

22. Multipele Endocriene Neoplasie Type 2 (MEN2)

22. Multipele Endocriene Neoplasie Type 2 (MEN2) 22. Multipele Endocriene Neoplasie Type 2 (MEN2) Expert opinion Diagnostische criteria Vaststelling van een mutatie in het RET-proto-oncogen Er zijn drie subtypen beschreven: MEN2A, MEN2B en Familiair

Nadere informatie

Tumor eruit, patiënt beter? Sieger Leenstra Neurochirurg

Tumor eruit, patiënt beter? Sieger Leenstra Neurochirurg Tumor eruit, patiënt beter? Sieger Leenstra Neurochirurg Tumor eruit Ruime resectie in de neurochirurgie veelal niet mogelijk Dus: wanneer kunnen we spreken van geheel verwijderd Is dit altijd van belang?

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Orale leukoplakie een klinische, histopathologische en moleculaire studie. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen

Hoofdstuk 8. Orale leukoplakie een klinische, histopathologische en moleculaire studie. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Hoofdstuk 8 Orale leukoplakie een klinische, histopathologische en moleculaire studie Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen

Nadere informatie

Samenvatting CHAPTER 8

Samenvatting CHAPTER 8 Samenvatting CHAPTER 8 SAMENVATTING De hypothese van sequentiële tumor verspreiding lijkt aannemelijk volgens meerdere studies over de schildwachtklierbiopsie (Sentinel Lymph Node Biopsy; SLNB) met aanvullende

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29317 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Nes, Johanna Gerarda Hendrica van Title: Clinical aspects of endocrine therapy

Nadere informatie

Figuur 1: illustratie slokdarm

Figuur 1: illustratie slokdarm Slokdarmkanker U bent naar VU medisch centrum (VUmc) verwezen voor een operatie omdat er slokdarmkanker is geconstateerd. In deze folder vindt u informatie over slokdarmkanker, de oorzaken en risicofactoren

Nadere informatie

Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands

Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands Maagcarcinoom Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands Inhoud Therapie Systemisch Gericht op klachten Nieuwe ontwikkelingen/toekomst Epidemiologie Verschil Europa en Noord-Amerika vs Azië,

Nadere informatie

Defini&eve chemoradia&e versus chirurgie: Meer of minder complica&es?

Defini&eve chemoradia&e versus chirurgie: Meer of minder complica&es? Defini&eve chemoradia&e versus chirurgie: Meer of minder complica&es? Mark I. van Berge Henegouwen upper GI chirurg Maarten Hulshof radiotherapeut Academisch Medisch Centrum Amsterdam GE oncologisch congres

Nadere informatie

Richtlijn: Thorax wand tumoren

Richtlijn: Thorax wand tumoren Richtlijn: Thorax wand tumoren Primaire thoraxwand tumoren zijn een multidisciplinaire topic waar verschillende groepen aan samenwerken. Ze komen zelden voor. Een overzicht van de verschillende histologische

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Inclusie en exclusie criteria DLCA-S Inclusie Alle chirurgische

Nadere informatie

Cover Page. Author: Verdegaal, Suzan H.M. Title: Diagnostics and treatment options in low-grade central chondrosarcomas Issue Date:

Cover Page. Author: Verdegaal, Suzan H.M. Title: Diagnostics and treatment options in low-grade central chondrosarcomas Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43475 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Verdegaal, Suzan H.M. Title: Diagnostics and treatment options in low-grade central

Nadere informatie