Beroepsidentiteit van architecten bij de Rijksgebouwendienst: vormgeving, constructie en reconstructie.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beroepsidentiteit van architecten bij de Rijksgebouwendienst: vormgeving, constructie en reconstructie."

Transcriptie

1 Beroepsidentiteit van architecten bij de Rijksgebouwendienst: vormgeving, constructie en reconstructie. Masteronderzoek Sociologie Universiteit van Amsterdam D. Harkes B.Sc Nr Begeleider: Prof. Dr. N.A. Wilterdink Tweede beoordelaar: Drs. H.O. Nuys Juni

2 2

3 Vooraf Ik heb helemaal niet het idee dat architecten in enige zin uniek zijn. Het is gewoon een beroep zoals veel andere beroepen, niet veel anders dan andere beroepen, maar het is wèl een veel leuker beroep dan andere beroepen. Het bovenstaande citaat van één van de geïnterviewde architecten is ook maar een mening maar nadat ik mijn onderzoek heb afgerond ben ik geneigd vooral in het laatste mee te gaan: wat een leuk beroep! Een goede socioloog hoort objectief en met enige distantie het object van onderzoek te bestuderen. Zo is het ook gegaan, maar dat neemt niet weg dat het een heel interessant onderzoek was om te doen. Met hartelijk dank aan alle architecten en post-architecten die zo vriendelijk waren minstens een uur met mij over hun beroepsopvattingen te praten. Hun meningen vormen het fundament van dit onderzoek. 1 Mijn begeleiders Nico en Otto bedank ik voor de constructieve begeleiding en aanwijzingen voor de opbouw van het onderzoek en de rapportage. Het master-onderzoek staat niet op zichzelf maar is de afsluiting van een aantal leerzame studiejaren die mede mogelijk gemaakt zijn door de Rijksgebouwendienst. Enige dankwoorden vermeld ik dan ook met veel genoegen. Allereerst voor de Rijksgebouwendienst en in het bijzonder Alex omdat hij toestemming gaf mij de studiefaciliteiten toe te kennen. Dank aan mijn directe collega s voor hun belangstelling, aan Wout, Robert, Nynke en Ton die mee brainstormden over een onderzoeksonderwerp, aan Majorie, mijn leidinggevende, voor haar enthousiaste steunbetuigingen en meedenken en tot slot collega Mirjam die gedurende de studiejaren een niet aflatende interesse toonde en mij menigmaal inpeperde, vooral met veel plezier door te gaan, omdat studeren en kennis verrijken gewoon geweldig is. Waar ik van harte mee instem. Haarlem, 11 juni De architecten werken bij de volgende organisaties: Bubble architecture, Dalhoeven Architecture, Rijksgebouwendienst, Slangen Hulsker architecten, Urhahn Urban Design 3

4 4

5 Inhoudsopgave 1 Inleiding Aanleiding Omgeving in beweging Probleemstelling Theoretisch kader van de beroepsidentiteit Discoursanalyse Esthetiek Zakelijkheid Dienstverlening Identiteitsconstructie Vakmanschap Methode van onderzoek Resultaten Drie discoursen en vier thema s Verschuivingen in het discours Werken aan identiteit Vakmanschap Conclusie en reflecties Bibliografie Samenvatting Bijlagen: 1. Vragenlijst 2. Analysemodel 3. Overzicht respondenten 4. Codelijst 5

6 6

7 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Architectuur, esthetiek en roem Het beroep van architect heeft voor mij altijd een bijzondere uitstraling gehad; een combinatie van creativiteit en vakmanschap met als resultaat een indrukwekkend gebouw. Nu ben ik niet de enige die onder de indruk is en ik heb die uitstraling van het beroep ook niet zelf verzonnen. Sla een willekeurig vakblad over architectuur open en het blinkt uit in strakke layout en perfecte foto s. De gebouwen zijn vaak gefotografeerd tegen luchten, die zo blauw zijn dat de gebouwen bijna oplichten. Het lijkt wel, vooral bij de foto s van de interieurs, alsof de fotograaf zijn best heeft gedaan al te veel menselijk leven of sporen daarvan te vermijden. Geen vergeten koffiebekertje of planten kwijnend in een hoekje; attributen die gewoonlijk deel uitmaken van het kantoorleven. Die zouden het beeld kunnen verstoren van een blijkbaar gewenste associatie tussen architectuur en schoonheid. Naast de associatie tussen architectuur en esthetiek bestaat nog een andere verbinding: die tussen architectuur en roem. Sommige architecten hebben in de loop van hun werkzame leven een zekere bekendheidsstatus bereikt. De Franse architect Le Corbusier is al jaren dood maar hij wordt nog steeds genoemd: in positieve zin, vanwege zijn visie op stedenbouw en de gebouwen die hij ontwierp, en in negatieve zin omdat hij met bepaalde opvattingen over de inrichting van steden een voorloper was van latere verfoeide, grootschalige stadswijken. Le Corbusier als exponent van de architect die arrogant is, niet luistert en alleen maar monumenten voor zichzelf neerzet (Wolfe, 1981). Bij andere architecten worden schepping en schepper zelfs in één adem genoemd, zoals Berlage met zijn Beurs en Calatrava met zijn bruggen. Schoonheid en roem zijn positieve associaties voor een architect. Echter, de werkelijkheid is prozaïscher en veel architecten ontwerpen dagelijks garages, huizenblokken en winkelgalerijen waar de oppervlakkige 7

8 waarnemer nooit iets bijzonders aan opvalt. De gebouwen staan op hun plaats, vanzelfsprekend, en ooit zal iemand er over nagedacht hebben, maar verder ontbreekt enige aandacht voor de ontwerper. Toch blijft voor mij het beroep van architect een bijzonder beroep omdat het, in mijn perceptie, een combinatie is van creativiteit en vakmanschap met een tastbaar resultaat. Crisis Op dit moment hebben architecten het moeilijk op de arbeidsmarkt. Door de financiële crisis, die begon in 2008, is de bouwwereld ingestort door te weinig opdrachten. De overheid, zowel het Rijk als de lagere overheden heeft veel projecten stopgezet. Ten opzichte van nieuwe ontwikkelingen wordt een afwachtende houding aangenomen. De laatste kabinetswisseling, en de daarop volgende plannen om 18 miljard euro te bezuinigingen op overheidsuitgaven hebben tot nu toe nog evenmin bijgedragen aan nieuwe bouwactiviteiten. Dat heeft zijn weerslag op de werkgelegenheid voor architecten, want zonder opdrachten vallen de ontwerpactiviteiten weg. Het beroep van architect is bijzonder gevoelig voor conjuncturele schommelingen en politieke, sociale en economische veranderingen. (Cohen e.a., 2005:776). Dat speelt nu, maar dat speelde eveneens in de jaren 80 tijdens de economische crisis die volgde op de oliecrisis (Blau, 1991). De huidige crisis vormt een belangrijke achtergrond voor mijn onderzoek maar het is echter niet de directe aanleiding daartoe. De beroepspraktijk van architecten is al decennialang onderhevig aan veranderingen. Ver terug in de vorige eeuw was de architect een bouwmeester die alle facetten van het bouwproces kende en een leidende rol speelde in het tot stand komen van een gebouw. Technische ontwikkelingen zijn er de oorzaak van dat het vakgebied waarin de architecten zich bewegen, steeds meer is gedifferentieerd en gespecialiseerd. De architect kan niet meer het hele proces en alle kennis beheersen maar moet meer samenwerken met de verschillende partijen in het bouwproces en vertrouwen op de kennis van specialisten (Winch and Schneider, 1993). Bovendien hebben ontwikkelingen als New Public Management (NPM), waarbij de markt een grotere rol is gaan spelen in de uitvoering van overheidstaken, gezorgd voor een andere manier van aanbesteden en uitvoeren van bouwprojecten waarvan de overheid opdrachtgever is. 8

9 Uitbesteding Zonder financiële crisis was de bouwwereld dus al aan het veranderen. Bij de Rijksgebouwendienst, een agentschap van het ministerie van Binnenlandse Zaken, speelt zich een veranderingsproces af waarbij de dienst zich aanpast aan de koers van het NPM. Taken die de medewerkers voorheen zelf uitvoerden, worden steeds meer uitbesteed aan marktpartijen. Voor de architecten die bij de Rijksgebouwendienst werken betekent dit concreet dat zij sinds 2009 niet meer zelf ontwerpopdrachten uitvoeren maar dat zij zich in hun werkzaamheden meer concentreren op de beginfase van een bouwproject: de initiatieffase. Zowel het ontwerp als de realisatie van het ontwerp, zijn in handen gelegd van marktpartijen. In de initiatieffase richt de architect zich op het definiëren en omschrijven van het beoogde en gewenste eindresultaat. Hoe dat resultaat eruit gaat zien en hoe dat gerealiseerd gaat worden is de verantwoordelijkheid van de marktpartij die de opdracht heeft gekregen. De toetsing van het uiteindelijke resultaat is wel weer een taak waarbij een architect een rol kan spelen. Aanbesteden Bij de Rijksgebouwendienst (Rgd) werken de architecten voornamelijk bij de directie Advies en Architecten (A&A) en bij het Atelier Rijksbouwmeester. Zij werken bij de diverse onderafdelingen en houden zich bezig met verschillende opdrachten zoals het adviseren over bouwkundige zaken en het toetsen van opdrachten aan de markt. Vanaf 2009 veranderen de taken van deze architecten ingrijpend. Het ontwerpen zelf gebeurde weliswaar al steeds meer door ingehuurde architecten maar in 2009 verdwijnt het ontwerpen als taak bij de Rgd-architecten helemaal. 2 Bovendien verandert de wijze van aanbesteden bij de Rijksgebouwendienst. Steeds vaker worden de verschillende onderdelen van het bouwtraject in één geheel aanbesteed aan een marktpartij. Hierdoor heeft de Rijksgebouwendienst minder directe invloed op het ontwerp. In traditionele projecten selecteert de Rijksgebouwendienst een architect uit de markt, die in opdracht van de dienst het ontwerp maakt. Bij nieuwe manieren van aanbesteden selecteert een marktpartij zelf een architect. Met het veranderen 2 Van ontwerp naar geweten, Rijksgebouwendienst, A&A,

10 van de manier van aanbesteden, komt het ontwerpen nog verder op afstand te staan. De veranderingen bij de Rijksgebouwendienst zijn in èèn jaar doorgevoerd maar moeten nog officieel hun beslag krijgen in de zomer van Voor de architecten bij de Rijksgebouwendienst is de beginfase van het bouwproces belangrijker geworden dan de realisatiefase. In de beginfase wordt gedefinieerd aan welke eisen een gebouw moet voldoen. 3 De Rgdarchitecten spelen een belangrijke rol in het beschrijven van de eisen waaraan een gebouw moet voldoen, in het bijzonder de eisen die gesteld worden aan ruimtelijke- en esthetische vormgeving. Is er sprake van een aanbesteding waarbij een marktpartij alle onderdelen van het bouwtraject uitvoert, dan leveren Rgd-architecten een bijdrage aan het formuleren van de zogenoemde output specificaties: de eigenschappen waar het projectresultaat aan moet voldoen en waar later op getoetst gaat worden. Aanpassing Naar verwachting zullen de architecten bij de Rijksgebouwendienst zich aanpassen aan deze veranderingen in het bouwproces. Dat lijkt niet meer dan logisch omdat de inhoud van het werk verandert. Konden voorheen deze architecten nog een gebouw ontwerpen of betrokken zijn bij de realisatie van de bouw, nu gaat alle aandacht uit naar het definiëren van de vraag en het omschrijven van de gewenste uitkomsten. Deze verandering vraagt andere vaardigheden en kennis maar verandert waarschijnlijk ook de opvattingen over het beroep zelf. Beroepsidentiteit Architecten hebben, net als andere werkende mensen, opvattingen over hun beroep en de wijze waarop zij het beroep uitoefenen. Het geheel van opvattingen over hun beroep wordt ook wel aangeduid met het begrip beroepsidentiteit. Een sluitende definitie is niet te geven; wel een omschrijving. Beroepsidentiteit bevat een aantal elementen zoals: opvattingen over bekwaamheden en vaardigheden, de verwachtingen die aan de professionele rol gesteld zijn en als laatste de betrokkenheid en de 3 geraagdpleegd 16 oktober

11 vraag waarvoor je eigenlijk werkt en op welk groter geheel je je betrokken voelt. (Van den Brink, Jansen en Pessers, 2005:192). Beroepsidentiteit gaat dus over de vraag hoe mensen zichzelf zien in hun beroep. Termen als professionaliteit en beroepseer zijn hier nauw mee verwant en dan gaat het niet alleen om perceptie maar eveneens over een externe uitstraling. Dat wil zeggen dat professionaliteit en beroepseer zichtbaar kunnen zijn in de manier waarop iemand betrokken is bij zijn werk. Beroepsidentiteit heeft twee kanten: een zelfbeeld van de groep, dit is het beeld dat groepsleden van zichzelf koesteren, en het beeld dat de buitenstaanders vormen en op de groep projecteren. De manier waarop mensen zichzelf in hun beroep ervaren, beïnvloedt de manier waarop zij de groep ervaren. De persoonlijke beroepsidentiteit is daarom nauw verweven met de collectieve beroepsidentiteit (Van Hoof 1996:35). Mij interesseert de vraag waaraan architecten hun beroepsidentiteit aan ontlenen. Waar mijn belangstelling in het bijzonder naar uitgaat, is wat er gebeurt met de beroepsidentiteit als de omgeving, waarin het beroep wordt uitgeoefend, verandert. Om hier een beeld van te krijgen is met 16 architecten een gesprek gevoerd. De inhoud van die gesprekken is geanalyseerd en met elkaar vergeleken. Distantie Mijn belangstelling voor het beroep van de architect strekt zich uit naar de wijze waarop architecten zelf tegen hun beroep aankijken. Fascinatie voor het architectenberoep houdt echter het gevaar in van teveel betrokkenheid waardoor het zicht op de werkelijkheid te persoonlijk gekleurd kan worden. Bovendien verkeer ik in mijn werk dagelijks tussen mijn objecten van onderzoek. Distantie is dus vereist en daartoe zijn beproefde sociologische onderzoeksmethoden als hulpmiddel gebruikt om dit onderzoek te doen. Aldus balancerend tussen betrokkenheid en distantie probeer ik de juiste afstand te bewaren en inzicht te geven in het architectenberoep vanuit een zij-perspectief (Goudsblom, 1983:162). 11

12 1.2 Omgeving in beweging De omgeving waarin architecten werken verandert, net als de omgeving voor veel andere beroepen. Op de arbeidsmarkt in de westerse samenleving hebben zich vanaf de jaren 70 van de vorige eeuw veranderingen voorgedaan die Richard Sennett omschrijft met de term moderne flexibiliteit (Sennett, 2000). Flexibiliteit is een woord met een vaak positieve connotatie dat veel gebruikt wordt om een bepaalde mate van beweeglijkheid van de arbeidsmarkt en soepelheid van de van werknemers om zich daarop aan te passen aan te geven. Wat Sennett verstaat onder moderne flexibiliteit is dat veel industriële bedrijven zijn geherstructureerd, waarbij bedrijfsonderdelen zijn afgestoten of verplaatst naar lage lonen landen. De ontwikkeling van snelle communicatiemiddelen en geavanceerde technologie maakt het mogelijk dat de productie van goederen en diensten sneller wordt aangepast aan de vraag van de markt. De locatie waar geproduceerd wordt is minder belangrijk en kan steeds veranderen. Van de werknemers wordt verwacht dat zij zich snel en lenig aanpassen aan veranderende omstandigheden en de eisen van de markt (Sennett, 2008). Niet roeien maar sturen De veranderende eisen in de markt hebben eveneens gevolgen gehad voor het beleid van de overheid in veel landen. Begin jaren negentig verscheen het boek van Osborne en Gaebler Reinventing Government. De auteurs bepleiten voor de overheid een andere manier van werken (Osborne, Gaebler, 1993). Osborne & Gaebler schrijven over de Amerikaanse situatie maar de door hen beschreven ontwikkelingen zijn ook te zien in Europese landen. Hun ideeën hebben in veel landen overheden geïnspireerd om anders te werken. Osborne & Gaebler baseren zich op ontwikkelingen die een overheid stimuleren meer als een bedrijf te werken. De wereld is meer een Global Marketplace geworden. De ontwikkelingen op het gebied van informatietechnologie hebben geleid tot een Information Society waardoor burgers en overheden veel meer toegang hebben tot veel meer informatiebronnen. Daarnaast zijn er naast grote ondernemingen veel niche markten ontstaan van kleine gespecialiseerde bedrijven die concurreren met grote traditionele bedrijven. Zo ontstaat een situatie van waarin deze 12

13 gespecialiseerde bedrijven zich voortdurend moeten aanpassen aan de veranderingen in de markt; er is sprake van een permanente innovatie (Piore & Sabel, 1984:17). In deze complexe wereld wordt van bedrijven en overheden veel meer flexibiliteit gevraagd. (Osborne & Gaebler, 1993:15). De overheid gaat zich meer gedragen als een publieke ondernemer (Osborne & Gaebler, 1993:18). Dat betekent dat overheidsambtenaren minder zelf de werkzaamheden uitvoeren maar meer gaan sturen. Om duidelijk te maken wat de taak van de overheid is, gebruiken Osborne en Gaebler de metafoor niet roeien maar sturen. In plaats van alle taken zelf uit te voeren, moet de overheid de markt het werk laten doen. Het is de plicht van de overheid om er op toe te zien dat de service verleend wordt en niet meer zelf de service te verlenen (Osborne, Gaebler, 1993:25-30). Hoewel de term zelf niet eenduidig gedefinieerd kan worden zijn onder de noemer van new public management (NPM) in verschillende landen hervormingen doorgevoerd in het overheidsoptreden. Gepleit wordt voor een kleinere maar sterkere overheid, om het bureaucratische karakter van overheidsorganisaties tegen te gaan. De veronderstelling is dat een kleinere overheid daadkrachtiger is omdat het besluitvormingstraject sneller verloopt dan in een grote organisatie. Daarnaast moet het inschakelen van marktpartijen leiden tot een efficiëntere en goedkopere uitvoering, vanwege concurrentie tussen de marktpartijen, is de andere veronderstelling (Van den Brink, Jansen en Pessers, 2005:171). Of deze veronderstellingen juist zijn is niet eenvoudig aan te tonen. Voor mijn onderzoek is dit bovendien niet van belang. Aanbesteding verandert De realiteit van de laatste jaren is dat steeds meer overheidsopdrachten voor grote werken, zoals tunnels, wegen en ook kantoren, aan de markt worden aanbesteed onder de noemer van publiek private samenwerking (pps). Pps kan onderverdeeld worden in twee soorten, namelijk publiek private gebiedsontwikkeling zoals de Zuid-as en gebouwgebonden pps-projecten. De Rijksgebouwendienst voert huisvestingsprojecten uit en heeft daarom voornamelijk te maken met gebouwgebonden pps-projecten. Aan gebouwgebonden pps wordt vaak gerefereerd met de term geïntegreerde contracten. Bij een geïntegreerd contract voor huisvesting worden 13

14 verschillende fasen in het huisvestingsproject in combinatie uitbesteed aan één private partij. Dit in tegenstelling tot de traditionele uitvoeringspraktijk waarbij de verschillende onderdelen in het bouwproces los van elkaar worden aanbesteed: aparte opdrachten voor het ontwerp, de bouw en het onderhoud van het gebouw (Rijksgebouwendienst, 2009). De geïntegreerde contracten kunnen verschillende vormen aannemen al naar gelang de mate van uitbesteding. De meest vergaande vorm van een geïntegreerd contract wordt met Engelse termen omschreven als een Design, Build, Finance, Maintain & Operate (DBFMO) contract. Dit houdt in dat zowel het ontwerp, de bouw, de financiering, het onderhoud en de exploitatie (facilitaire dienstverlening) in het gebouw als één opdracht in de markt wordt gezet. De opdrachtgever, de overheid, verplicht zich, tijdens de duur van het contract, gebruik te maken van het gebouw en de facilitaire diensten en daarvoor een overeengekomen vergoeding te betalen. In feite is de overheid slechts de opdrachtgever, die pas gaat betalen zodra de dienst (het gebouw met beheer, onderhoud en facilitaire dienstverlening) geleverd wordt. Omdat de opdrachtgever pas gaat betalen als gebouw gebruikt wordt, moet de marktpartij de bouw zelf financieren. Het bedrijf dat de opdracht heeft aangenomen, moet een overeenkomst sluiten met de banken. In traditionele projecten gebruikt de overheid vaak de leenfaciliteit van het ministerie van Financiën om de bouw te financieren. Een DBFMO-contract is de meest vergaande vorm van een geïntegreerd contract. Bij kleinere opdrachten wordt soms alleen het ontwerpen en bouwen aan de markt overgelaten en zorgt de overheid zelf voor financiering en het beheer van de panden (Wennink en Roemaat, 2010). Overheidsbeleid De Nederlandse overheid heeft de intentie zoveel mogelijk overheidsopdrachten door de markt te laten uitvoeren, in navolging van Engeland waar publiek private samenwerking al veel vaker is toegepast. Vanaf 2005, moet voor alle rijkshuisvestingsprojecten met een verwachte investering van meer dan 25 miljoen een publiek private comperator (PPC) opgesteld worden, zo is door de Ministerraad besloten. De PPC is een instrument waarmee een vergelijking in kwalitatieve en kwantitatieve zin wordt uitgevoerd. Door een PPC op te stellen wordt een vergelijking gemaakt tussen de uitvoering van het project volgens een traditionele 14

15 aanbesteding en een aanbesteding volgens een geïntegreerd contract. Als de PPC een potentiële meerwaarde laat zien van een geïntegreerd contract, dan ligt het voor de hand het project uit te voeren door middel van een DBFMOcontract of een eenvoudiger vorm daar van: het Design en Build (DB)- contract. De besluitvorming vindt plaats op basis van de bedrijfseconomische afweging en een aantal argumenten dat niet financieel kwantificeerbaar is zoals kwaliteitspunten. Uiteindelijk beslissen de Rijksgebouwendienst, het ministerie van Financiën en een departement gezamenlijk over de uitvoeringsvorm (Wennink en Roemaat, 2010). In Nederland heeft de geïntegreerde contractvorming voor overheidsopdrachten nog geen hoge vlucht genomen. Bij de Rijksgebouwendienst zijn op dit moment ongeveer tien projecten via een geïntegreerde contractvorm gerealiseerd of verkeren nog in de fase van uitvoering. De organisatie is al gedeeltelijk ingesteld op een toekomst waarin geïntegreerde contractvorming de meest gebruikte contractvorm zal worden. Met expertisevorming over geïntegreerde contractvorming is een aantal jaren geleden gestart. De Rijksgebouwendienst heeft een apart organisatieonderdeel, het Expertise Centrum Aanbesteding ingericht. De architectenpraktijk verandert bij de Rijksgebouwendienst sterk omdat het ontwerpen niet meer zelf gedaan wordt, althans niet meer op de gebruikelijke manier van het tekenen van een definitief ontwerp. De geïntegreerde contractvorming brengt een nieuwe manier van werken met zich mee voor architecten. Het bewaken van de architectonische kwaliteit van het gebouw is een taak die door de architecten van de Rijksgebouwendienst wordt uitgevoerd en het vereist nieuwe vaardigheden om die taak te vervullen. Omschrijven van architectonische kwaliteitsdoelen in termen waarop getoetst kan worden is niet eenvoudig. Een aantal kwaliteitsdoelen is wel eenvoudig om te zetten in objectieve criteria maar er blijft een aantal niet meetbare en soms ongrijpbare doelen over. De discussie hierover is nog niet gesloten (Wennink en Roemaat, 2010). Opleiding De architectenpraktijk verandert en de opleiding tot architect verandert mee. De opleiding Bouwkunde aan de technische universiteiten besteedt al enkele 15

16 jaren veel aandacht aan bouwmanagement. Delft was altijd heel conceptueel zoals een architect opmerkt, maar heeft al enkele jaren vakken over management, contractvormen en vastgoedkunde in het curriculum opgenomen. 4 Dit najaar gaat de Universiteit van Maastricht een tweejarige postdoctorale architectuuropleiding beginnen als antwoord op de veranderingen in de organisatie van het ontwerpen en bouwen. De opleiding gaat de technische opleiding van talentvolle afgestudeerde architecten aanvullen met vaardigheden en inzichten vanuit andere vakgebieden zoals economie, recht, vastgoedfinanciering, cultuur, demografie en gezondheid. 5 Beroepsregulering In Nederland kan iedereen het werk van een architect doen, het beroep is niet beschermd en het is iedereen toegestaan zijn eigen huis te ontwerpen en te laten bouwen als het voldoet aan de geldende regelgeving van het Bouwbesluit. 6 De titel echter, is wettelijk beschermd; niet iedereen mag de architecttitel voeren. Een architect die zelfstandig werkt, moet ingeschreven zijn in het architectenregister wil hij de titel architect kunnen voeren. Dat geldt niet voor architecten die bij een bureau of bij de Rijksgebouwendienst werken, zij vallen onder verantwoordelijkheid van de werkgever. De architectentitel is bij de wet geregeld. De minister van Infrastructuur en Milieu is verantwoordelijk voor deze Wet op de architectentitel (WAT). Deze wet is in werking getreden in 1988 en is sindsdien tweemaal aangepast, de laatste keer in De voorgestelde wijzigingen zijn in maart van dat jaar bekrachtigd door de Eerste Kamer maar zullen, afhankelijk van de aard van de wijzigingen, in werking treden vanaf 2011 tot en met De wet bepaalt dat alleen personen die zijn ingeschreven in het door het Bureau Architectenregister (BA) beheerde architectenregister de titel architect, stedenbouwkundige, tuin- en landschapsarchitect of interieurarchitect mogen voeren. Het expliciete doel van de wet is het bewaken van de kwaliteit van de inhoud van het beroep, het aanpassen van 4 Studiegids TU-Delft, Interview met Jo Coenen in: Hoop op nog nooit verzonnen innovaties die wel nodig zijn, Cobouw 23, 3 februari (24 april 2011) 16

17 de Europese regels aan de uitoefening van het beroep van architect en het beschermen van de consument. De wet wordt uitgevoerd door het BA dat in 1988 is opgericht als SBA (Stichting Bureau Architectentitel) door de minister van VROM. 7 Architecten die zich aanmelden bij het BA voor registratie moeten voldoen aan een aantal eisen, zoals het gevolgd hebben van de juiste opleiding en het opgedaan hebben van twee jaar beroepservaring. Bijscholing is een belangrijke voorwaarde om te blijven voldoen aan registratie in het register. Overigens zijn vanaf de wetswijziging in 2008, de eisen aan de beroepservaring strenger geworden. Voorheen kon een architect zich in het register inschrijven na het volgen van de juiste opleiding. Nu is dat niet meer mogelijk en dient eerst praktijkervaring opgedaan te worden. Voor architecten die hun vakkennis hebben opgedaan in de praktijk bestaat de mogelijkheid zich als architect te registreren. De architect moet dan wel minstens zeven jaar praktijkervaring hebben en kan dan een speciaal examen doen om zijn vakkennis te bewijzen. De WAT is een vorm van beroepsregulering en professionalisering van het architectenberoep. Het gevolg van deze regulering is dat de toegang tot het beroep een hoge drempel kent. Voor een architect bestaat eveneens een hoge drempel om het beroep te verlaten omdat de verworven vaardigheden specifiek zijn voor het vak van architect en niet kunnen worden toegepast in een ander beroep. (Winch and Schneider, 1993:926). 1.3 Probleemstelling Vragen Tegen de achtergrond van alle min of meer met elkaar samenhangende veranderingen in wereldeconomie, bouwwereld en contractvorming onderzoek ik hoe architecten bij de Rijksgebouwendienst tegen hun beroep aankijken en waaraan zij hun beroepsidentiteit ontlenen. Daarbij ga ik na of hierin verschuivingen zijn vast te stellen die samenhangen met de 7 (23 april 2011) 17

18 veranderende omgeving waarin de beroepsuitoefening plaatsvindt. Ik vermoed dat er een samenhang bestaat tussen vakmanschap en beroepsidentiteit. Dat is de reden dat ik de perceptie van deze architecten over hun vakmanschap in mijn onderzoek betrek. De belangrijkste onderzoeksvraag is: Waaraan ontlenen architecten bij de Rijksgebouwendienst hun beroepsidentiteit, maakt vakmanschap daar deel van uit en wat zijn de effecten van veranderingen in de omgeving op de beroepsidentiteit? Deelvragen Deze vraag valt uiteen in een aantal deelvragen: Hoe definiëren de architecten hun beroepsidentiteit? Wat is hun perceptie van vakmanschap? Maakt vakmanschap deel uit van hun beroepsidentiteit? Als de inhoud van het werk verandert, passen architecten dan hun beroepsidentiteit aan op de nieuwe werkvormen. Hoe ziet die aanpassing er uit? Voortbouwen De beste manier om veranderingen in de beroepsidentiteit van de architecten te constateren is om verschillende momentopnamen te maken en deze met elkaar te vergelijken (Cohen e.a., 2005:793). Een dergelijk onderzoek vergt echter meer tijd dan de tijd die staat voor het afronden van een masteronderzoek. Een oplossing is om voort te bouwen op een bestaand onderzoek naar de beroepsidentiteit van architecten. Door het eerste onderzoek te herhalen op dezelfde manier, met dezelfde of een sterk gelijkende onderzoekspopulatie, kunnen eventuele veranderingen zichtbaar gemaakt worden. Het onderzoek naar verschillende vormen van beroepsidentiteit van architecten door Laurie Cohen e.a. (2005) is geschikt om na een aantal jaren te herhalen. Zij bevelen een herhalingsonderzoek aan omdat zij geïnteresseerd zijn in de vraag, of de door hen geconstateerde identiteitsvormen inderdaad door de tijd gaan verschuiven. Een Engels onderzoek herhalen onder Nederlandse omstandigheden levert echter geen juist beeld op van verschuivingen in de beroepsidentiteit. Daarvoor verschillen de omstandigheden in de bouwwereld, de overheid en de architectenwereld in Engeland en Nederland teveel van elkaar. 18

19 Vergelijking Ik heb ervoor gekozen, mij niet alleen te laten inspireren door het onderzoek van Cohen e.a., maar ook gebruik te maken van hun onderzoeksmethoden. Het tijdsprobleem tussen de momentopnamen heb ik opgelost door groepen architecten in verschillende fasen van de veranderingen bij de Rijksgebouwendienst met elkaar te vergelijken. Interviews met de architecten in verschillende stadia van het veranderingsproces leveren resultaten op die met elkaar kunnen worden vergeleken, zodat verschuivingen zichtbaar worden. De eerste groep architecten was kort geleden nog zelf bij het ontwerp betrokken zijn. Zij staan nog aan het begin van het veranderingsproces. De tweede groep bestaat uit architecten die al langer niet meer ontwerpen maar al meer betrokken zijn bij de nieuwe contractvormen. Ter vergelijking zijn twee groepen architecten genomen die een contrast vormen met de beide eerste groepen. De eerste referentiegroep bestaat uit architecten die wel bij de Rijksgebouwendienst werken maar niet in een architectenfunctie. De tweede referentiegroep bestaat uit architecten die in de markt werken bij een architectenbureau. Architectenbureaus hebben de kenmerken van een knowledge based organisation (KBO). Een van de kenmerken hiervan is dat deze organisatie slecht de expertise van hun staf als handelswaar hebben. In het geval van architecten bureaus is dat niet het gebouw, maar het ontwerp en de expertise om de bouw te begeleiden. (Winch and Schneider, 1993:923). De Rijksgebouwendienst wijkt af van een KBO omdat het een overheidsdienst is en tevens rijksvastgoedeigenaar en opdrachtgever voor projecten. Het belangrijkste verschil is dat een overheidsdienst een bepaalde taak moet uitvoeren en geen winst hoeft te maken om als organisatie te overleven. Een architectenbureau moet dat wel. 19

20 20

21 2 Theoretisch kader van de beroepsidentiteit Inspiratie Over architectuur zijn veel boeken uitgegeven en vaak is in de boekhandel een aparte hoek met architectuurboeken te vinden. Opmerkelijk genoeg zijn er weinig boeken geschreven over de beroepspraktijk van architecten. Wel verschenen veel biografieën van bekende architecten en hun producten en deze levensbeschrijvingen geven vaak een interessante inkijk in het leven en de bezieling voor architectuur van de betreffende architect (De Wagt, 1994). Over de dagelijkse praktijk is echter minder te boek gesteld. Wetenschappelijk onderzoek naar de beroepspraktijk van architecten en architectenbureaus was zeker schaars in de jaren 70 toen de Amerikaanse socioloog Judith Blau (1984) onderzoek deed onder architecten. Blau was meer geïnteresseerd in de dagelijkse architectenpraktijk dan in de architectuur zelf. Voordat zij haar boek publiceerde deed zij verschillende onderzoeken samen met collega-wetenschappers. Als organisatiesocioloog onderzocht zij eind jaren 70 de betekenis van ideeën voor de complexiteit en innovatie in organisaties (Blau & Mc Kinley,1979). Haar onderzoeksdomein bestond uit 152 architectenbureaus in Manhattan, New York. Enkele jaren later onderzocht Blau samen met Katharyn Lieben de gevolgen van de economische crisis bij 92 architectenbureaus (Blau & Lieben, 1983). Uiteindelijk vat Blau haar onderzoeksresultaten naar architectenbureaus samen in een boek: Architects and Firms (Blau, 1984). Tot op heden is dit boek het standaardwerk, waar veel onderzoekers na haar nog steeds uitgebreid naar verwijzen. Het is het eerste boek waarin het beroep van architecten en de organisaties waarin zij werken centraal staan. In de eerste hoofdstukken behandelt Blau de verschillende aspecten van het architectenberoep en de manier waarop architecten zelf naar hun werk kijken, dat maakt het boek heel interessant voor diegenen die geïnteresseerd zijn in het beroep zelf. Mij inspireerde het boek van Blau tot mijn eigen onderzoek. Architect and Firms vormde eveneens een inspiratiebron voor Laurie Cohen e.a. (2005) die onderzoek verrichtten naar de beroepsidentiteit van architecten. Van het 21

22 onderzoek Cohen e.a., een analyse van de manier waarop architecten over hun beroep spreken, heb ik gebruik gemaakt in mijn onderzoek. Naast de analyse van Cohen e.a. (2005), gebruik ik de identiteitsconstructie van Jantzen e.a. (2006) en de beschrijving van vakmanschap van Sennett (2008). In de volgende paragrafen wordt verder ingegaan op hun theorieën. 2.1 Discoursanalyse Driedeling Een discours is een analytische constructie gemaakt door mensen op een bepaalde plaats en in een bepaalde tijd (Cohen e.a., 2005:782). Volgens Cohen e.a. (2006) gebruiken architecten verschillende discoursen om de diverse aspecten in hun werk te beschrijven en hun positie te bepalen. Hiermee creëren ze een gevoel van identiteit (Cohen e.a., 2005:792). Cohen e.a. baseren de discoursen op het onderzoek van Judith Blau die na de tweede wereldoorlog een driedeling ziet ontstaan in de beroepspraktijk van architecten. Naast de architect als kunstenaar onderscheidt Blau de architect als professionele werker en de architect die zich inzet voor een betere leefomgeving voor de gebruikers van de gebouwen (Blau 1984:9). Deze driedeling is een typologie, die niet door Cohen e.a. wordt overgenomen maar wel is te herkennen in de drie discoursen die zij in haar onderzoek onderscheiden: architectuur als creatieve poging (creative endeavour), architectuur als zakelijke activiteit (business activity) en architectuur als publieke dienstverlening (public service). Cohen e.a. generaliseren hun bevindingen naar de onderliggende waarden: expertise, zakelijke druk en sociale waarde. Waarden die op ieder beroep van toepassing zijn.(cohen e.a., 2005:793). Deze drie waarden zijn terug te vinden in een algemene beschrijving van het begrip beroepsidentiteit, waarin drie elementen voorkomen: de bekwaamheden of vaardigheden, als tweede: de professionele rol van de werkende en als laatste: de betrokkenheid en de vraag waarvoor je eigenlijk werkt en op welk groter geheel je je betrokken voelt (Kortenhage in: Van den Brink, Jansen en Pessers, 2005:192). 22

23 Creativiteit Architectuur onderscheidt zich, volgens Cohen e.a. door een intrinsieke creatieve dimensie (Cohen e.a., 2005:778) Zij nemen daarom bij het onderscheiden van de drie discoursen het begrip creativiteit als uitgangspunt, omdat dit begrip uit hun interviews naar voren komt als een sleutelbegrip, en als zodanig een grote rol speelt in de beroepsidentiteit van de architecten. In de drie discoursen komt creativiteit steeds terug. De door hen ondervraagde architecten benoemen creativiteit als kern van de architectuur. Creativiteit zit verweven alle drie discoursen maar steeds in een andere rol. Volgens Cohen e.a. ontstaat zo het beeld van het architectenberoep als een beroep wordt beïnvloed door economische, politieke en culturele druk. Het illustreert de elasticiteit van het begrip creativiteit en de opvatting over wat professioneel werk is. De drie discoursen van Cohen e.a. gebruik ik als basis in mijn onderzoek. De namen die ik voor de drie discoursen gebruik, verwijzen naar de rol van creativiteit: 1) creativiteit staat in dienst van de esthetiek, 2) creativiteit is een element in de zakelijkheid van het bouwproces, en 3) creativiteit is een middel om het doel dienstverlening aan de publieke zaak mogelijk te maken Esthetiek Creativiteit is in dit discours voor de architect een middel om esthetische kwaliteiten van het gebouw te waarborgen. De schoonheid en de vormgeving van het gebouw of de gebouwde omgeving is het belangrijkste doel van de architectuur. De belangrijkste taak van de architect is om die schoonheid te realiseren. De rol van de architect is het bieden van esthetische, ruimtelijke oplossingen voor problemen van klanten. (Winch and Schneider, 1993:925). De architect heeft in dit discours een bijzondere status: hij heeft bijzondere talenten en vaardigheden om schoonheid te realiseren. Die vaardigheden zijn gebaseerd op technische kennis en ervaring. Dat de belangrijke en centrale rol van de architect soms leidt tot de beschuldiging van arrogantie en eigenwijsheid is binnen dit discours niet problematisch en wordt gezien als inherent aan de belangrijke positie. Het gaat er om dat het uiteindelijke resultaat voldoende (esthetische) kwaliteit heeft. 23

24 Kenmerkend in dit discours is de centrale positie van de architect. Hij heeft die rol omdat hij goed is in het samenbrengen van andere technische disciplines in het bouwproces. De architect vormt een middelpunt met unieke kennis en vaardigheden. Hij heeft een brede blik op technische aspecten en weet overal wat van al is het dan niet diepgravend. In dit discours komt vaak naar voren dat een architect lastig of arrogant is maar zijn voornaamste kwaliteit is dat hij een expert is op zijn vakgebied en werkt aan een esthetisch verantwoord resultaat. Voor de architect zijn de technische vaardigheden en de technische expertise voorwaarden om zijn vak goed uit te oefenen. Woorden en zinsneden die typisch zijn voor dit discours zijn: het scheppende van het beroep zoals het creëren van ruimte en vormgeven van schoonheid. In dit discours zijn techniek en esthetiek woorden die vaak met elkaar verbonden worden. De woorden `vrijheid en `tijd spelen een belangrijke rol in dit discours omdat het voorwaarden zijn om esthetische kwaliteit te waarborgen. Worstelen met beperkingen en vrijheid in het werk kenmerken dit discours. Die vrijheid komt niet alleen tot uiting in het omgaan met tijd en geld in het bouwproces. Net zo belangrijk is de vrijheid van denken om tot een onconventioneel resultaat te komen. Hier is een overeenkomst te zien met een kunstenaar die met zijn werk eveneens een onconventioneel resultaat beoogt. Binnen dit discours past de vraag in hoeverre kunst en architectuur met elkaar verbonden zijn en of architectuur een vorm van kunst is. De kunst zoals Trienekens (2009) het omschrijft als: De artistieke impuls die wordt gewaardeerd vanwege het innovatieve vermogen: de mogelijkheid om buiten de gevestigde denkkaders te treden Zakelijkheid In dit discours gaat het om zakelijke eisen die aan het beroep van architect gesteld worden. Creativiteit dient niet zozeer een esthetisch doel. Esthetiek en creativiteit zijn wel noodzakelijke elementen in het bouwproces, maar ze voeren niet de boventoon en staan niet in het middelpunt van de belangstelling. Het zijn onderdelen in een geheel van aspecten zoals techniek, financiën, juridische procedures en bestuurlijke zaken. 24

25 Creativiteit is slechts een element in het bouwproces, ingebracht door een architect die als taak heeft de esthetische belangen in te brengen. De architect heeft geen bijzondere status. Hij is een van de partijen en de inbreng en rol van de architect staan zelfs onder druk omdat financiën en tijdsplanning vaak prioriteit hebben. Dit wil niet zeggen dat architecten de afnemende status toejuichen. Het is de realiteit en het kan zijn dat ze het liever anders zien. Kenmerkend voor het discours zakelijkheid is dat de architect niet het middelpunt vormt in een creatief proces maar deel uit maakt van de groep specialisten die een even zware inbreng hebben. Andere vakdisciplines hebben een gelijkwaardige positie in een bouwproject. Bovendien verandert het netwerk van architecten. Zij nemen een minder centrale positie in dan voorheen omdat zij niet meer het gehele bouwproces begeleiden. Dit kan gevolgen hebben voor hun kennisniveau; zowel bij het ontwerpproces als het realisatieproces, hebben zij minder contacten, met als gevolg minder informatie-uitwisseling (Bruggeman, 2008). Als architecten dit discours hanteren gebruiken zij vaak zakelijke termen. Net als in het discours esthetiek benadrukken architecten hun beroep als breed en veelzijdig, als een beroep waarin veel disciplines samenkomen. De nadruk ligt hierbij niet zozeer op de technische disciplines maar op de raakvlakken met maatschappelijke disciplines waar architecten in de praktijk mee te maken krijgt zoals: sociologie, stedenbouw en economie Dienstverlening In dit discours is sprake van een synthese van creativiteit en het publieke. Creativiteit is hier geen doel op zichzelf maar een middel om achterliggende doelen te realiseren; vooral doelen die ten goede komen aan de maatschappij als geheel of aan bepaalde sociale groeperingen. Het gaat hierbij om zowel de invloed op de emoties en gedragingen van mensen als over het instrument voor politieke doeleinden. Typisch voor het discours dienstverlening is dat architectuur die mogelijkheid tot verbetering daadwerkelijk in zich heeft. Een soort maakbaarheid dus, Achter het begrip 25

26 maakbaarheid schuilt het idee dat de samenleving doelgericht veranderd kan worden en dat verschillende partijen, zoals de overheid, daarin een sturende rol kunnen vervullen (Dankbaar, 2008). De taak van de architect is, met behulp van architectuur, om bij te dragen aan het verbeteren van mensen en samenleving. De architect heeft in dit discours geen bijzondere status. Het beeld van de architect als arrogant, met glamour omgeven en rijk wordt in dit discours als onwenselijk gezien omdat het tegenstrijdig is met de dienstbaarheid aan een achterliggend doel. De rol van de architect is minder belangrijk geworden maar dat wordt niet negatief beoordeeld. De bijdrage aan een publiek doel is belangrijker. In het discours wordt gesproken vanuit persoonlijke betrokkenheid bij de samenleving en vanuit een persoonlijke visie op de toekomst. De drie vormen van discours geven een beeld van de beroepsidentiteit van architecten. Een discours is echter een constructie en valt niet samen met een bepaalde typologie van architecten. In het onderzoek van Cohen e.a. (2005) blijkt dat de geïnterviewde architecten de drie vormen van discours naast elkaar en door elkaar hanteren als zij over de verschillende aspecten van hun beroep spreken. 2.2 Identiteitsconstructie Een tweede manier om naar de beroepsidentiteit te kijken is vanuit het perspectief van de dynamiek. Volgens Jantzen e.a. (2006) wordt identiteit actief vormgegeven. Zij geven daarom de voorkeur aan de begrippen identiteitsconstructie of identiteitsvorming in plaats van identiteit. Identiteitsvorming is bij Jantzen e.a. (2006) een proces van voortdurende constructie binnen de sociale omgeving van een individu. Zij sluiten aan bij het symbolisch interactionisme dat gebaseerd is op het werk van George Herbert Mead. Volgens Mead vormt en ontwikkelt het zelf zich voortdurend in een relatie, tussen het individu en zijn omgeving. Een individu interpreteert de rol van de anderen en reageert daar op. 26

27 Betekenisgeving en de interpretatie van het gedrag van anderen zijn belangrijk (Jantzen e.a. 2006:180). Identiteitsvorming is een proces met een sociaal karakter omdat het gebaseerd is op vergelijkingen binnen een groep en tussen groepen onderling. In hun onderzoek laten Jantzen e.a. zien hoe mensen consumptiegoederen gebruiken om zich te onderscheiden van en te conformeren aan anderen in hun omgeving. Jantzen e.a. gebruiken vier begrippen om identiteitsvorming te definiëren: onderscheid (distinctiviness), continuïteit (continuity), zelfbewustzijn (self esteem) en zelfwerkzaamheid (self efficacy). Continuïteit is het begrip dat wordt gebruikt om aan te geven dat er een soort basis in de identiteit bestaat, die niet wezenlijk verandert. Een soort grondtoon waarop gevarieerd wordt. Mensen brengen onderscheid aan tussen zichzelf of hun eigen groep en de anderen. Door zichzelf te toetsten aan en te vergelijken met anderen geven zij vorm aan hun identiteit. Het begrip zelfbewustzijnheeft betrekking op de mate waarin mensen zichzelf bevestigen in hun identiteit en daar trots op zijn. Actief bezig zijn met identiteitsvorming door het hanteren van bepaalde routines of handelingen, is een aspect dat gedekt wordt door de term zelfwerkzaamheid. Hoewel beroepsidentiteit een bijzonder onderdeel is van de identiteit van mensen kunnen de zelfde kenmerken toegepast worden als bij de identiteit in algemene zin. 2.3 Vakmanschap In tegenstelling tot Cohen e.a. die creativiteit gebruiken als basis voor de drie discoursen, probeert Sennett deze term zoveel mogelijk te vermijden bij het omschrijven van vakmanschap. Voor hem heeft creativiteit een te zware romantische last vanwege het mysterie en de ongrijpbaarheid van de inspiratie (Sennett, 2009:323). Hij houdt het concreet. In plaats van het woord creativiteit te gebruiken beschrijft hij heel precies hoe het werk van de vakman tot stand komt, welke overwegingen mensen maken in hun werk en hoe zij hun gereedschappen inzetten.? 27

28 Vakmanschap is een begrip waarbij vaak de associatie gelegd wordt met manuele vaardigheden; het vakmanschap van de timmerman bijvoorbeeld. Dit is echter een te beperkte visie op vakmanschap. De manier waarop Richard Sennett het begrip gebruikt, kan toegepast worden op bijna alle beroepen. Hij beschrijft vakmanschap als een bepaalde menselijke toestand van betrokkenheid, gebaseerd op een in hoge mate ontwikkelde vaardigheid (Sennett, 2008:28). Lokaliseren, onderzoeken, uitbreiden De fundamenten van vakmanschap worden volgens Sennett gevormd door drie stadia: de kunst om te lokaliseren, de kunst om te onderzoeken en de kunst om uit te breiden. Met lokaliseren bedoelt hij het vermogen van een vakman om zich te richten op en het concreet kunnen maken van een bepaald probleem of toestand die voorkomt uit het werk of de materie waarmee gewerkt wordt. Na het lokaliseren van het probleem gaat de vakman vragen stellen en de achtergrond van het probleem onderzoeken. Hiervoor is een nieuwsgierige houding nodig en de wil om niet de eerste de beste oplossing te kiezen maar om een conclusie en beslissing nog even uit te stellen. Om met Sennett te spreken: de tijdelijke opheffing van het verlangen naar voltooiing (Sennett, 2008:248). Met de kunst van het uitbreiden bedoelt Sennett het vermogen om intuïtieve gedachtesprongen te maken en open te staan voor andere manieren van toepassen. Een vakman kiest niet de eerste de beste oplossing maar stelt een beslissing uit tot een nieuwe mogelijkheid is gevonden. Voor Sennett is het ontwikkelen van vaardigheden essentieel voor vakmanschap. Pas als de vaardigheden op een hoog niveau ontwikkeld zijn, maken ze het mogelijk dat betrokkenheid bij het vak en een onderzoekende geest ontstaan. De nieuwsgierige houding en de betrokkenheid die deel uitmaken van vakmanschap, ontstaan dus niet vanzelf maar komen tot stand door oefening (Sennett, 2008: ). Weerstand overwinnen Bij het omschrijven van vakmanschap gebruikt Sennett het begrip weerstand. Bij het lokaliseren van een probleem gaat de vakman verder 28

29 met onderzoeken van de mogelijkheden en stuit dan op weerstand in het materiaal. Het overwinnen van die weerstand is een stap op weg naar het uitbreiden van de kennis en het tot stand komen van nieuwe oplossingen (Sennett 2008: ). Het overwinnen van weerstand is een onderdeel van vakmanschap. Hoewel Sennett aangeeft dat weerstand ontstaat vanuit het materiaal, zegt hij niet over de aard van het materiaal. Het kan het grondmateriaal zijn waaruit iets tastbaars wordt opgebouwd maar dat hoeft niet. Sennett, die zelf cello speelde, geeft het voorbeeld van de cellist die worstelt met de juiste grepen op de snaren. Pas na veel proberen en oefenen komt hij tot de juiste oplossing. Sennett (2008) constateert dat vakmanschap onder druk staat in de tegenwoordige flexibele samenleving. Volgens hem zijn vakmensen de meest trots op vaardigheden die rijpen. Sennett geeft ook het verband aan tussen verwerven van vaardigheden en het ontwikkelen van het denken. In zijn eigen werk is zijn leidende intuïtie maken is denken (Sennett, 2008:356). Snelle aanpassingen aan de vraag van de markt en de druk van tijd en geld kunnen beperkend werken op het verkrijgen van vakmanschap, dat tijd nodig heeft. 29

30 30

31 3 Methode van onderzoek Discoursanalyse Een manier om te ontdekken wat de beroepsidentiteit is van architecten bij de Rijksgebouwendienst, is door te onderzoeken op welke manier zij hun opvattingen over hun beroep en de beroepsinhoud verwoorden in een zogenoemd discours. Een discours is een verzameling uitspraken, concepten, opvattingen en uitdrukkingen waarmee mensen een bepaald onderwerp beschrijven en bespreken en er op die manier een betekenis aan geven (Watson, 1995). Niet alleen wordt gekeken naar wat er gezegd word; hoe het gezegd wordt is net zo belangrijk. Het is de manier waarop over een onderwerp gesproken wordt waaraan de onderzoeker conclusies kan verbinden. Een discours is een analytische constructie gemaakt door mensen op een bepaalde plaats en in een bepaalde tijd (Cohen e.a., 2005:782). Onderzoekspopulatie De onderzoekspopulatie bestaat uit twaalf architecten die werken bij de Rijksgebouwendienst en een referentiegroep van vier architecten die bij een architectenbureau werken. De laatste groep is gekozen volgens de sneeuwbalmethode: via bekenden van bekenden ( Bryman, 2004). Naast een populatie kan ook een veld als onderzoeksgebied genomen worden. Een organisatieveld is een bredere categorie dan populatie en onderzoekt alle instituties die voor het onderzoek van belang zijn dus ook bijvoorbeeld opleidingen, beroepsverenigingen, toeleveranciers en opdrachtgevers. Voordeel van een veldbenadering is dat de interacties tussen de verschillende deelnemers in het veld bestudeerd kunnen worden en op deze manier een informatiever beeld geven dan onderzoek binnen de beperkte populatie (DiMaggio, Powell 1983:148). Omdat de interactie tussen personen geen onderwerp van mijn onderzoek is, dient het organisatieveld alleen als achtergrond van de onderzochte populatie. Instituties in het veld van de architecten zoals: opleiding, beroepsvereniging, overheid en bedrijven komen in dit onderzoek aan de orde waar zij een ondersteuning vormen in het betoog. 31

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12110 22 juni 2012 Regeling van 19 juni 2012, nr. 2012-0000333818, de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Nadere informatie

Wat bespreken we vandaag?

Wat bespreken we vandaag? Wat bespreken we vandaag? Kennismaking met de BNA Waarom is er een beroepservaringsperiode? Hoe is de beroepservaringsperiode geregeld? De nieuwe realiteit in de architectenbranche Hoe slaan we ons er

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

Leergang Leiderschap voor Professionals

Leergang Leiderschap voor Professionals Leergang Leiderschap voor Professionals Zonder ontwikkeling geen toekomst! Leergang Leiderschap voor Professionals Tijden veranderen. Markten veranderen, organisaties en bedrijven veranderen en ook de

Nadere informatie

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. In de BEROEPSCOMPETENTIES CIVIELE TECHNIEK 1 2, zijn de specifieke beroepscompetenties geformuleerd overeenkomstig de indeling van het beroepenveld.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Platformtaak volgens gemeente

Platformtaak volgens gemeente Oplegvel 1. Onderwerp Cofinanciering Regionale proeftuin Cultuur om de hoek 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Platformtaak volgens gemeente 3. Regionaal belang De jeugd in de regio Holland

Nadere informatie

M3H Werkwijzer Het bouwen

M3H Werkwijzer Het bouwen M3H Werkwijzer Het bouwen 1/7 Het bouwen M3H ontwerpt en bouwt al zeventien jaar in opdracht van woningcorporaties, ontwikkelende partijen en particulieren. M3H ontwerpt en begeleidt het gehele ontwerp-

Nadere informatie

meer werk of meerwaarde? Pps bij scholenbouw in Nederland

meer werk of meerwaarde? Pps bij scholenbouw in Nederland meer werk of meerwaarde? Pps bij scholenbouw in Nederland Overweegt u nieuwbouw of renovatie van een school? Deze folder geeft u inzicht in wat publiekprivate samenwerking (pps) bij scholen inhoudt. Wanneer

Nadere informatie

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs Werkgevers Ondernemers In gesprek over de inhoud van het onderwijs 1 Algemeen Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst. Deel gedachten,

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! In ons onderwijs staat de mens centraal, of het nu gaat om studenten of medewerkers, om ouders of werknemers uit het bedrijfsleven, jongeren of volwassenen. Wij zijn

Nadere informatie

Gemeenten en de spreiding van opdrachten voor schilderwerk

Gemeenten en de spreiding van opdrachten voor schilderwerk Gemeenten en de spreiding van opdrachten voor schilderwerk Gemeenten en de spreiding van opdrachten voor schilderwerk september 2005 COLOFON Samenstelling Drs. M.H. (Mark) Gremmen drs. A.J.H. (Bert Jan)

Nadere informatie

Gelet op artikel 12e, tweede lid, van de Wet op de architectentitel;

Gelet op artikel 12e, tweede lid, van de Wet op de architectentitel; Het bestuur van het bureau architectenregister; Gelet op artikel 12e, tweede lid, van de Wet op de architectentitel; Besluit: Hoofdstuk I Definities Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder a. wet:

Nadere informatie

In welke mate kunt u zich vinden in het benoemen van vrijheid, gelijkheid/gelijkwaardigheid en solidariteit als basiswaarden voor

In welke mate kunt u zich vinden in het benoemen van vrijheid, gelijkheid/gelijkwaardigheid en solidariteit als basiswaarden voor Ontwikkelteam Burgerschap Ronde Derde ronde () REFERENTIE BU000880 Naam Coen Gelinck Organisatie Nederlandse Vereniging van Leraren Maatschappijleer (NVLM) E-mailadres coengelinck@nvlm.nl Namens wie geeft

Nadere informatie

Samenvatting afstudeeronderzoek

Samenvatting afstudeeronderzoek Samenvatting afstudeeronderzoek Succesfactoren volgens bedrijfsleven in publiek private samenwerkingen mbo IRENE VAN RIJSEWIJK- MSC STUDENT BEDRIJFSWETENSCHAPPEN (WAGENINGEN UNIVERSITY) IN SAMENWERKING

Nadere informatie

De open data hobby voorbij

De open data hobby voorbij De open data hobby voorbij Door: Paul Suijkerbuijk Gek van kippen en eieren!! Het is niet anders, ook met open data is de kip ei situatie meer dan ooit aanwezig, hoewel ik vermoed dat de onzekerheidsrelatie

Nadere informatie

Boer in Beeld Ontwikkelingsdoelen voor type 1

Boer in Beeld Ontwikkelingsdoelen voor type 1 Boer in Beeld Deze onderstaande ontwikkelingsdoelen gelden voor alle thema s. De meer specifieke ontwikkelingsdoelen per thema vind je onder de naam van het thema. Algemene ontwikkelingsdoelen. 2 Varkens

Nadere informatie

POSITION PAPER GEDRAGSCODE

POSITION PAPER GEDRAGSCODE POSITION PAPER GEDRAGSCODE DE BNA GEDRAGSCODE: WAARDEVOL VOOR ZOWEL OPDRACHTGEVER, SAMENLEVING ALS ARCHITECTENBRANCHE ZELF Integriteit en transparantie zijn onderscheidende kernmerken voor modern ondernemerschap.

Nadere informatie

Profielschets. Ondernemende school

Profielschets. Ondernemende school Profielschets Ondernemende school Scholen met Succes Postbus 3386 2001 DJ Haarlem www.scholenmetsucces.nl info@scholenmetsucces.nl tel: 023 534 11 58 fax: 023 534 59 00 1 Scholen met Succes Een school

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Certificering HR Professional

Certificering HR Professional Certificering HR Professional Certificering HR Professional Het personeelsmanagement kenmerkt zich door een grote mate van diversiteit, in de diepte en de breedte. De inhoud van het personeelsmanagement

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Nederlandse Associatie voor Examinering 1 Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Met de scriptie voor Compensation & Benefits Consultant (CBC) toont de kandidaat een onderbouwd advies

Nadere informatie

Cultuurbeleid en Betekenis

Cultuurbeleid en Betekenis Bijlage Sectoranalyse Cultuurbeleid en Betekenis De visie van Blueyard op cultuurbeleid Cultuurbeleid en Betekenis De visie van Blueyard op cultuurbeleid Geert Boogaard Blueyard Coöperatief UA Jacob van

Nadere informatie

Workspace Design Onderzoeksopzet voor SOZAWE

Workspace Design Onderzoeksopzet voor SOZAWE Workspace Design Onderzoeksopzet voor SOZAWE Datum: 16 december 2010 Ir. Jan Gerard Hoendervanger Docent-onderzoeker Lectoraat Vastgoed Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte Hanzehogeschool Groningen

Nadere informatie

Ambachtsman of dienstverlener III

Ambachtsman of dienstverlener III TVVL nr. 5 23-06-2004 10:44 Pagina 22 Het competentieprofiel van installatiebedrijven in de utiliteit Ambachtsman of dienstverlener III Installatiebedrijven zijn niet volledig in staat de door klanten

Nadere informatie

Strategisch koersplan Onderwijs met Ambitie

Strategisch koersplan Onderwijs met Ambitie Strategisch koersplan 2019-2023 Onderwijs met Ambitie Inhoud Inleiding...3 1. Waar laten we ons door leiden?...4 2. Waar staan we voor? 3. Waar kiezen we voor?... 6 Speerpunt 1: School en kind...6 Speerpunt

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Curriculumevaluatie BA Filosofie Curriculumevaluatie BA Filosofie Beste student, U heeft onlangs het laatste onderdeel van uw bacheloropleiding Filosofie afgerond en staat op het punt het bachelorexamen aan te vragen. Om de kwaliteit

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner Bij iedere vraag uit de veranderplanner is hier een korte toelichting gegeven. Dit kan helpen bij het invullen van de vragen van de Veranderplanner. 1.

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering waarom? externe drivers 1 Technologie Digitalisering Globalisering Wat zijn de dominante factoren die leren en werken veranderen in de 21ste eeuw? externe drivers Voortgaande digitalisering veroorzaakt

Nadere informatie

Persoonlijk Ontwikkelingsplan Yosri Zijlstra

Persoonlijk Ontwikkelingsplan Yosri Zijlstra Persoonlijk Ontwikkelingsplan Yosri Zijlstra 1. Artistiek competent De kunstvakdocent kan als kunstenaar met een eigen visie artistiek werk creëren en het artistieke proces inclusief een breed scala aan

Nadere informatie

Partners in Public Business

Partners in Public Business Partners in Public Business Richard van Breukelen CFO Rijkswaterstaat 12 juni 2008 Wat doet Rijkswaterstaat? Rijkswaterstaat is de uitvoeringsorganisatie van Verkeer en Waterstaat en werkt aan: - Vlot

Nadere informatie

WET DBA & MODELOVEREENKOMSTEN ROBERT WALTERS Mei 2016 Page 1

WET DBA & MODELOVEREENKOMSTEN ROBERT WALTERS Mei 2016 Page 1 Page 1 Page 2 Per 1 mei 2016 verdwijnt de VAR en treedt de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA) in werking. Wat betekent dit voor u als inhuurder van interim-professionals? En hoe kunt

Nadere informatie

Take on Talent. Take on Talent

Take on Talent. Take on Talent Take on Talent Inleiding Welkom bij de Gallery of Thoughts! Middels dit boekje willen we u een beknopte versie van onze line of argument bieden. Elk koffertje staat voor een hoofdstuk in onze argumentatielijn.

Nadere informatie

Rekenkamercommissie. Onderzoekprogramma vanaf 2012

Rekenkamercommissie. Onderzoekprogramma vanaf 2012 Rekenkamercommissie Onderzoekprogramma vanaf 2012 1. Inleiding De gemeenteraad van Brummen heeft een Rekenkamercommissie. De Rekenkamercommissie voert onderzoeken uit betrekking hebbende op de doelmatigheid,

Nadere informatie

Invalshoeken bij beoordelen

Invalshoeken bij beoordelen Invalshoeken bij beoordelen Invalshoeken bij Beoordelen Persoonlijkheidseigenschappen Met persoonlijkheidskenmerken wordt bedoeld: intelligentie, flexibiliteit, aanpassingsvermogen, leiderschap, integriteit,

Nadere informatie

DEFINITIES COMPETENTIES

DEFINITIES COMPETENTIES DEFINITIES COMPETENTIES A. MENSEN LEIDINGGEVEN A1 Sturen Geeft op een duidelijke manier richting aan een team, neemt de leiding op zich, zet mensen en middelen zodanig in dat doelen met succes worden bereikt.

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V.

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Opdrachtgever: Uitvoerder: Plaats: Versie: Fictivia B.V. Junior Consult Groningen Fictief 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Directieoverzicht 4 Leiderschap.7

Nadere informatie

Leergang Allround Leiderschap

Leergang Allround Leiderschap Leergang Allround Leiderschap Zonder ontwikkeling geen toekomst! Leergang Allround Leiderschap Tijden veranderen. Markten veranderen, organisaties en bedrijven veranderen en ook de kijk op leiderschap

Nadere informatie

Samenvatting. Adviesaanvraag

Samenvatting. Adviesaanvraag Samenvatting Adviesaanvraag De afgelopen decennia is de omvang en het maatschappelijk belang van toezicht op de gezondheidszorg gegroeid. De introductie van marktwerking, de privatisering en de toenemende

Nadere informatie

een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland

een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland 1 februari 2009 Ausems en Kerkvliet, arbeidsmedisch adviseurs Hof van Twente www.aenk.nl Onderzoeksrapport JobMeter 2009 Inleiding Ausems en Kerkvliet,

Nadere informatie

BIJEENKOMST KMVG 26 JANUARI 2012 FREYA VAN DER KROEF, DIRECTEUR TENMAN BV. PPS-DBFM(O) kansen voor maatschappelijk vastgoed?

BIJEENKOMST KMVG 26 JANUARI 2012 FREYA VAN DER KROEF, DIRECTEUR TENMAN BV. PPS-DBFM(O) kansen voor maatschappelijk vastgoed? BIJEENKOMST KMVG 26 JANUARI 2012 FREYA VAN DER KROEF, DIRECTEUR TENMAN BV PPS-DBFM(O) kansen voor maatschappelijk vastgoed? OVERZICHT PRESENTATIE Wat is PPS Integrale contactvormen Kenmerken Toepassingen

Nadere informatie

Introductie Methoden Bevindingen

Introductie Methoden Bevindingen 2 Introductie De introductie van e-health in de gezondheidszorg neemt een vlucht, maar de baten worden onvoldoende benut. In de politieke en maatschappelijke discussie over de houdbaarheid van de gezondheidszorg

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Permanent Theater

Voortgangsrapportage Permanent Theater Voortgangsrapportage Permanent Theater 18 februari 2013 Agenda Rapportage - pauze - Marktconsultatie Vervolgproces 1 Rapportage Afspraken met de raad Vragen vooraf Financiën Theaterconcepten Locaties Investering

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

BUSINESS WRITER BIJ TOP OF MINDS DIGITAL EXECUTIVES #VACATURE

BUSINESS WRITER BIJ TOP OF MINDS DIGITAL EXECUTIVES #VACATURE #VACATURE BIJ DIGITAL EXECUTIVES BUSINESS WRITER Bedrijven concurreren meer dan ooit om schaars talent. Employer marketing is de doorslaggevende factor in die race. Het bedrijf dat haar employer story

Nadere informatie

Beleidsplan cultuureducatie OBS de Driepas

Beleidsplan cultuureducatie OBS de Driepas Beleidsplan cultuureducatie OBS de Driepas 1. Algemene doelstelling cultuureducatie 2. Doelen en visie van de school 3. Visie cultuureducatie 4. Beschrijving van de bestaande situatie 5. Beschrijving van

Nadere informatie

HOLLANDSE NIEUWE 21 INTERIEURARCHITECTEN EN PROJECTMANAGERS. hollandse-nieuwe.com

HOLLANDSE NIEUWE 21 INTERIEURARCHITECTEN EN PROJECTMANAGERS. hollandse-nieuwe.com INTERIEURARCHITECTEN EN PROJECTMANAGERS We zijn 21 jaar onderweg! Nog steeds kan het beter, slimmer, anders. Vandaar ook geen retrospectief maar een korte update van het nu en wat ons morgen gaat brengen.

Nadere informatie

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst Leraar Schoolleider Bestuurder Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst.

Nadere informatie

Functieprofiel Young Expert

Functieprofiel Young Expert 1 Laatst gewijzigd: 20-7-2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1 Ervaringen opdoen... 3 1.1 Internationale ervaring in Ontwikkelingssamenwerkingsproject (OS)... 3 1.2 Nieuwe vaardigheden... 3 1.3 Intercultureel

Nadere informatie

BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK

BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK INHOUD Uitkomst onderzoek Newschool.nu te Harderwijk 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel 10 Bijlage 1A: Overzicht

Nadere informatie

De manager als consument: de vereisten 162 De managementomgeving opbouwen 163 Verscheidenheid van managers erkennen 165

De manager als consument: de vereisten 162 De managementomgeving opbouwen 163 Verscheidenheid van managers erkennen 165 Inhoud Voorwoord 8 1 Gezamenlijk waarde creëren 13 De veranderende rol van de consument 14 Interactie tussen consument en bedrijf: gezamenlijk waarde creëren is de realiteit die zich aandient 17 Gezamenlijk

Nadere informatie

WAARDEN BEWUST ONDERNEMEN

WAARDEN BEWUST ONDERNEMEN WAARDEN BEWUST ONDERNEMEN EEN NIEUW SOORT ONDERNEMERSCHAP RESULTAAT KOERS VISIE PERSOONLIJK LEIDERSCHAP MEERWAARDE & RENDEMENT WAARDEN BEWUST WAARDEN BEWUST ONDERNEMEN ANNO 2013 Waarden Bewust Ondernemen

Nadere informatie

Zó raken uw medewerkers meer betrokken 1-7

Zó raken uw medewerkers meer betrokken 1-7 Zó raken uw medewerkers meer betrokken 1-7 Zó raken uw medewerkers meer betrokken Een vernieuwende aanpak in het onderzoeken van medewerkerstevredenheid en het creëren van betrokken medewerkers. Onderzoeksopzet

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners Onderzoek burgerinitiatief Tevredenheid van indieners In opdracht van: De Raadsgriffier Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend Denise Floris Bert Mentink April

Nadere informatie

Samenwerken met MMX architecten

Samenwerken met MMX architecten Samenwerken met MMX architecten 1: waarom eigenlijk een architect inschakelen? De architect zorgt voor een juiste vertaling van regelgeving en voorschriften zoals bouwbesluit, burgerlijk wetboek, plaatselijke

Nadere informatie

2. Consumentenbeleid en consumenteneducatie, een analytisch kader

2. Consumentenbeleid en consumenteneducatie, een analytisch kader 2. Consumentenbeleid en consumenteneducatie, een analytisch kader 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt vanuit een drietal, analytisch onderscheiden invalshoeken bezien in hoeverre consumenteneducatie een

Nadere informatie

CODE SOCIALE ONDERNEMINGEN TOELICHTING

CODE SOCIALE ONDERNEMINGEN TOELICHTING CODE SOCIALE ONDERNEMINGEN TOELICHTING Commissie Code Sociale Ondernemingen 3 maart 2017 0 Inhoudsopgave 1. Waarom een Code?... 2 2. Samenstelling van de commissie... 2 3. Uitgangspunten van de commissie...

Nadere informatie

Opdrachtgevers zijn de baas in eigen huis. Samen ondernemen, samen sterk!

Opdrachtgevers zijn de baas in eigen huis. Samen ondernemen, samen sterk! Opdrachtgevers zijn de baas in eigen huis Samen ondernemen, samen sterk! 1 2 3 Een eerste blik op het integrale bouw- en installatieproces Uw rol als opdrachtgever Actueel voorbeeld: uitbesteding bouwtechnische

Nadere informatie

Slimmer met vastgoed - innovatief aanbesteden. Een interactieve kennismaking met DBFMOcontracten

Slimmer met vastgoed - innovatief aanbesteden. Een interactieve kennismaking met DBFMOcontracten Slimmer met vastgoed - innovatief aanbesteden van Vliet Een interactieve kennismaking met DBFMOcontracten April 2011 7 april 2009 2 April 2011 - Slimmer met vastgoed - innovatief aanbesteden 3 April 2011

Nadere informatie

Wie beheert de weg in 2015? André Kruithof (Manager Integraal Verkeersmanagement) Vialis (VolkerWessels)

Wie beheert de weg in 2015? André Kruithof (Manager Integraal Verkeersmanagement) Vialis (VolkerWessels) Wie beheert de weg in 2015? André Kruithof (Manager Integraal Verkeersmanagement) Vialis (VolkerWessels) Inleiding mobiliteit Hoge nieuwe Minder bevolkingsdichtheid middelen mensen rollen, graadmeter nieuwe

Nadere informatie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:

Nadere informatie

Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode 2008 2012)

Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode 2008 2012) Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode 2008 2012) In de periode 2008-2012 heeft het Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking

Nadere informatie

PROFIEL Ook het integraal samenwerken in BIM, dat we al sinds 2006 doen voor projecten van allerlei schaalgroottes, in elke fase en op het hoogste uit

PROFIEL Ook het integraal samenwerken in BIM, dat we al sinds 2006 doen voor projecten van allerlei schaalgroottes, in elke fase en op het hoogste uit PROFIEL Ons architectenbureau is opgericht in 1910 en gevestigd in de Van Nellefabriek in Rotterdam, ontworpen door de grondleggers van ons bureau, architecten Brinkman en Van der Vlugt. Sinds 2014 is

Nadere informatie

Achtergrondinformatie Leerstijlen en Werkvormen

Achtergrondinformatie Leerstijlen en Werkvormen Achtergrondinformatie Leerstijlen en Werkvormen Marjoleine Hanegraaf (NMI bv) & Frans van Alebeek (PPO-AGV), december 2013 Het benutten van bodembiodiversiteit vraagt om vakmanschap van de teler. Er is

Nadere informatie

Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017

Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017 Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017 Context Descriptor Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau

Nadere informatie

Spreektekst Leraar register

Spreektekst Leraar register Spreektekst Leraar register voorzitter, Vandaag is het de dag van de leraar, En iedereen die naar school is geweest weet uit zijn eigen ervaring hoe de leraar het verschil kan maken. Maar ook langjarig

Nadere informatie

ABN AMRO Project: Conceptueel model hypothekendomein

ABN AMRO Project: Conceptueel model hypothekendomein Opdrachtformulering Het opstellen van een kennismodel van het hypothekendomein middels de conceptuele analyse met CogNIAM. Dit kennismodel staat los van enige technische benadering en vervult de spilfunctie

Nadere informatie

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x Jaarplan GESCHIEDENIS Algemene doelstellingen Eerder gericht op kennis en inzicht 6 A1 A2 A3 A4 A5 Kunnen hanteren van een vakspecifiek begrippenkader en concepten, nodig om zich van het verleden een wetenschappelijk

Nadere informatie

Training Creatief denken

Training Creatief denken Training Creatief denken Creatief denken: een oplossing voor elk probleem Creatief denken is vandaag de dag een must. De markt verandert razendsnel en als je niet innovatief bent, loop je achter de feiten

Nadere informatie

WERKBELEVING IN DE VERZEKERINGSBRANCHE

WERKBELEVING IN DE VERZEKERINGSBRANCHE whitepaper WERKBELEVING IN DE VERZEKERINGSBRANCHE ontwikkelen zich steeds meer van traditionele organisaties tot ICT bedrijven. Deze veranderingen hebben hun weerslag op de werkbeleving. Om helder voor

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

Macrodoelmatigheidsdossier BSc Business Analytics AANVRAAGFORMULIER NIEUWE OPLEIDING. 1. Basisgegevens. Tongersestraat LM Maastricht

Macrodoelmatigheidsdossier BSc Business Analytics AANVRAAGFORMULIER NIEUWE OPLEIDING. 1. Basisgegevens. Tongersestraat LM Maastricht AANVRAAGFORMULIER NIEUWE OPLEIDING 1. Basisgegevens Naam instelling(en) Contactgegevens Universiteit Maastricht School of Business and Economics Tongersestraat 53 6211 LM Maastricht 1 Naam Internationale

Nadere informatie

Werken als productvormgever

Werken als productvormgever 08764 product Design 05-03-2009 08:23 Pagina 1 werkproces 1 1 2 3 4 5 6 Werken als productvormgever Product Design Wat laat je zien? Je brengt creatieve ideeën en technische mogelijkheden bij elkaar Je

Nadere informatie

Zorg dat het goed komt. ENGIE Healthcare

Zorg dat het goed komt. ENGIE Healthcare Zorg dat het goed komt ENGIE Healthcare 2 Zorg & ICT Energymanagement & Exploitatie Design Build Finance Maintain Operate (DBFMO) Publiek Private Samenwerking (PPS) Integrale diensten en services Slimmer

Nadere informatie

Praktijkateliers ALGEMENE INFORMATIE 11-11-2009

Praktijkateliers ALGEMENE INFORMATIE 11-11-2009 Praktijkateliers ALGEMENE INFORMATIE 11-11-2009 1. Inleiding De Academie van Bouwkunst Amsterdam heeft in samenwerking met diverse werkgevers uit de regio een programma opgezet dat voorziet in beroepservaring

Nadere informatie

Inleiding. Morgen. Whitepaper: Betrokkenheid in bedrijf

Inleiding. Morgen. Whitepaper: Betrokkenheid in bedrijf Inleiding Geld verdienen. Voor de medewerker en het bedrijf belangrijke behoeften. Met een arbeidsrelatie vinden zij elkaar. De deal is rond, beide tevreden. Of nog niet? De wijze waarop de werkzaamheden

Nadere informatie

Nudge Finance Leadership Challenge

Nudge Finance Leadership Challenge Nudge Finance Leadership Challenge Extra informatie Wat is de Nudge Finance Leadership Challenge? De Nudge Finance Leadership Challenge is een ontwikkeltraject met een competitie voor de jonge leiders

Nadere informatie

Uitkomsten evaluatiegesprekken

Uitkomsten evaluatiegesprekken Uitkomsten evaluatiegesprekken Doel en aanpak evaluatie De evaluatie kende twee invalshoeken: 1.Evaluatie van het proces 2.Opbrengst van het proces: het contract Of ook het beoogde resultaat behaald wordt

Nadere informatie

Regiegemeente Wendbaar met de blik naar buiten. Zichtbaar met de blik naar binnen. Auteur: Daan Platje VeranderVisie Datum: maart 2011 Pagina 1 van 7

Regiegemeente Wendbaar met de blik naar buiten. Zichtbaar met de blik naar binnen. Auteur: Daan Platje VeranderVisie Datum: maart 2011 Pagina 1 van 7 Regiegemeente Wendbaar met de blik naar buiten. Zichtbaar met de blik naar binnen. Auteur: Daan Platje VeranderVisie Datum: maart 2011 Pagina 1 van 7 Gemeentelijke regie Het Rijk heeft kaders opgesteld

Nadere informatie

Technologieontwikkeling in de wegenbouw

Technologieontwikkeling in de wegenbouw Technologieontwikkeling in de wegenbouw - Hoe de rollen van de overheid het projectresultaat beïnvloeden - NL- Samenvatting van promotieonderzoek dr.ir JC Caerteling Deze dissertatie levert een bijdrage

Nadere informatie

Open venster. Open venster. beeld van de leercirkels Leiderschap en Talentontwikkeling

Open venster. Open venster. beeld van de leercirkels Leiderschap en Talentontwikkeling Open venster Open venster beeld van de leercirkels Leiderschap en Talentontwikkeling Open venster De wereld verandert en overheden moeten mee veranderen. Maar hoe doe je dat, hoe Open venster kan je dat

Nadere informatie

Bedrijfsarchitectuur sterker door opleiding

Bedrijfsarchitectuur sterker door opleiding Onderzoek naar het effect van de Novius Architectuur Academy Bedrijfsarchitectuur sterker door opleiding Door met meerdere collega s deel te nemen aan een opleiding voor bedrijfsarchitecten, werden mooie

Nadere informatie

CULTUREEL ERFGOED EN DE VERTALING NAAR RUIMTELIJKE PLANNEN

CULTUREEL ERFGOED EN DE VERTALING NAAR RUIMTELIJKE PLANNEN CULTUREEL ERFGOED EN DE VERTALING NAAR RUIMTELIJKE PLANNEN Onderzoek naar cultuurhistorische structuren, landschappen en panden Aansluitend op Belvedere- (Behoud door ontwikkeling) en het MoMo-beleid (Modernisering

Nadere informatie

Innovatief opdrachtgeverschap

Innovatief opdrachtgeverschap Innovatief opdrachtgeverschap CBZ Bouwdag Verpleging en Verzorging Bussum, 6 maart 2008 Inhoud TNO en innovatief opdrachtgeverschap Waarom geïntegreerd contract? Wat kunnen we leren uit andere sectoren?

Nadere informatie

De waterschappen als publieke opdrachtgever

De waterschappen als publieke opdrachtgever De waterschappen als publieke opdrachtgever (periode 2014-2016) Voor iedereen die met de waterschappen te maken krijgt als opdrachtgever voor de realisatie van, of het beheer en onderhoud aan, (waterschaps)werken,

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Het nieuwe verkopen

Samenvatting onderzoek Het nieuwe verkopen Samenvatting onderzoek Het nieuwe verkopen Inleiding De kracht van consumenten en internet wordt steeds groter. Met de toenemende populariteit van digitale informatie wordt de rol van de verkoper beduidend

Nadere informatie

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden.

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden. Bijlage a Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden. De functie van de Raad van Commissarissen. In deze profielschets wordt eerst ingegaan op de achtergronden

Nadere informatie

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Bijlagen (2008-2009) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Het onderzoeksvoorstel dat na vier weken bij de begeleider moet worden ingediend omvat een (werk)titel, een uitgewerkte probleemstelling (die een belangrijke

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

Procesambitie 1 Wij gaan experimenteren met de in de wet geboden ruimte voor lokale afweging

Procesambitie 1 Wij gaan experimenteren met de in de wet geboden ruimte voor lokale afweging PROCESDOCUMENT 10 juli 2017 1 Inleiding Op 1 juli 2015 nam de Tweede Kamer het wetsvoorstel Omgevingswet aan. Het nieuwe stelsel bundelt 26 wetten tot 1 nieuwe wet. Maar niet alleen die omvang verandert.

Nadere informatie

IaaS als basis voor maatwerkoplossingen

IaaS als basis voor maatwerkoplossingen 1 IaaS als basis voor maatwerkoplossingen De specialisten van Fundaments: uw logische partner INHOUD Vooraf Terugblik Cloud De rol van de IaaS Provider IaaS maatwerkoplossingen in het onderwijs Conclusie

Nadere informatie

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 donderdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 donderdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2015 tijdvak 1 donderdag 21 mei 9.00-12.00 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 58 punten

Nadere informatie