Ouderen in Instellingen en Tehuizen 2015/2016 Onderzoeksdocumentatie en Kwaliteitsanalyse

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ouderen in Instellingen en Tehuizen 2015/2016 Onderzoeksdocumentatie en Kwaliteitsanalyse"

Transcriptie

1 Ouderen in Instellingen en Tehuizen 2015/2016 Onderzoeksdocumentatie en Kwaliteitsanalyse Rapport Josien Knops Marieke Houben van Herten Bart Maas Joeri Roels Vincent de Heij José Gouweleeuw

2 Projectnummer Projectnummer Divisie Arbeid, Inkomen en Leefsituatie SAL/Divisie Dataverzameling DVZ kennisgeving De in dit rapport weergegeven opvattingen zijn die van de auteurs en komen niet noodzakelijk overeen met het beleid van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding Doel van dit document Definities, acroniemen en afkortingen 5 2. Doel, achtergrond en geschiedenis van het onderzoek Doel Geschiedenis van het onderzoek 6 3. Dataverzameling Steekproef Benaderingsstrategie Vragenlijstontwikkeling Instructie Veldwerk Evaluatie interviewers Schriftelijke vragenlijsten Verwerken (data processing) Inleiding Invoerdata Correcties Uniformeren en controleren waarneemdata Verrijken Afleiden Weging Aanmaken bestanden en beveiligen Non-responsanalyse Steekproef- en responsverantwoording Afbakenen statistische respons en nonresponsanalyse Selectiviteit van de respons naar achtergrondkenmerken Weging Andere kwaliteitsindicatoren Missings, geen antwoord op vragen en tellingen Plausibiliteitsanalyse Vergelijking oudere jaren met dit onderzoek Weging Opgeleverde Produkten

4 9.1 Microbestanden Statistische beveiliging Referenties Bijlage: Labels zorgzwaartepakket Bijlage: Brieven Bijlage: Appendici bij hoofdstuk 8 Weging Appendix A1 - Insluitgewichten Appendix A2 - Randtotalen van de weging Appendix A3 - Selectie van het weegmodel 53 4

5 1. Inleiding 1.1 Doel van dit document In dit document wordt verslag gedaan van het onderzoek Ouderen in Instellingen en Tehuizen. De voorbereiding, dataverzameling en verwerking van de gegevens worden beschreven. Daarnaast dient dit document als naslagwerk voor onderzoekers die meer inzicht wensen in de achtergronden van het onderzoek en in het tot stand komen van de analysebestanden. In hoofdstuk 2 wordt het doel, achtergrond en geschiedenis gemeld. Daarna wordt in hoofdstuk 3 uitgebreid ingegaan op de dataverzameling. Hoofdstuk 4 gaat over de uitzonderingen in de verwerkingsstraat die voor dit onderzoek zijn toegepast. In de bijlage staat de standaard verwerkingstraat gemeld. Tevens worden in deze notitie op enkele kwaliteitsaspecten van het onderzoek ingegaan. In hoofdstuk 5 komt allereerst de non-responsanalyse aan de orde. Deze bestaat uit een korte beschrijving van de getrokken steekproef, de verantwoording van de uitgezette steekproef, de in het veld geconstateerde kaderfouten, en de gerealiseerde responsaantallen. Daarnaast wordt nagegaan in hoeverre er sprake is van selectiviteit in de respons naar achtergrondkenmerken. In hoofdstuk 6 worden naar de andere kwaliteitscriteria gekeken. Hier komen de gegevens over bijvoorbeeld het aantal keer dat geen antwoord is gegeven en eventuele inconsistenties aan de orde. Daarna wordt in hoofdstuk 7 naar de plausibiliteit gekeken, door de gegevens met andere bronnen te vergelijken. Tot slot volgen enkele conclusies die uit deze analyses getrokken kunnen worden (hoofdstuk 9) 1.2 Definities, acroniemen en afkortingen Begrip CBS SCP OII CAWI CATI CAPI OP Omschrijving Centraal Bureau voor de Statistiek Sociaal en Cultureel Planbureau Onderzoek Ouderen in Instellingen en Tehuizen Computer Assisted Web Interviewing Computer Assisted Telephone Interviewing Computer Assisted Personal Interviewing Onderzoekspersoon 5

6 2. Doel, achtergrond en geschiedenis van het onderzoek 2.1 Doel In Nederland wonen ongeveer ouderen van 55 jaar of ouder in verzorgings- en verpleeghuizen. Over deze ouderen is weinig bekend. Onderzoek naar ouderen beperkt zich immers vrijwel altijd tot degenen die zelfstandig wonen. De tehuispopulatie blijft daarmee buiten beeld. Met behulp van het onderzoek Ouderen in instellingen (OII) willen het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) en Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meer inzicht krijgen in de leefsituatie van deze mensen van 55 jaar of ouder die permanent in een verzorgings- of verpleeghuis verblijven. Het gaat dan onder andere om hun gezondheid, vrijetijdsbesteding, mobiliteit, sociale netwerk en het gebruik van voorzieningen. 2.2 Geschiedenis van het onderzoek Het eerste OII vond plaats in 1996 en is daarna enkele malen herhaald: in 2000, 2004 en Het laatste onderzoek werd door Gfk Panel Services Benelux (GFK) uitgevoerd. De onderzoeken zijn een vervolg op elkaar waardoor het mogelijk is, met de nodige voorzichtigheid, om niet alleen inzicht in de huidige situatie van ouderen in instellingen te krijgen, maar ook een ontwikkeling in de tijd zichtbaar te maken. Voor deze nieuwste editie is het CBS gevraagd het veldwerk te verzorgen en een analysebestand aan te maken. In 2007 is een pilot onderzoek uitgevoerd binnen het CBS om na te gaan wat de mogelijkheden en onmogelijkheden en de voor- en nadelen van de waarneming via een survey van bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen zijn. Meer achtergrondinformatie over de pilot is opgenomen in de nota Onderzoek onder Bewoners van Verzorgings- en Verpleeghuizen, Pilot IIT

7 3. Dataverzameling 3.1 Steekproef Steekproefkader en doelpopulatie De doelpopulatie van OII bestond uit personen van 55 jaar en ouder op 1 juli 2015 die in Nederland woonden in een verpleeg- of verzorgingstehuis. De steekproeven werden getrokken uit een kader dat was afgeleid op basis van de adressen van Zorgkaart Nederland, aangevuld met informatie over de AWBZ, zorg met verblijf. Dit kader was speciaal voor het onderzoek Ouderen In Instellingen afgeleid Verhuizingingsstrategie Conform de nota Verhuizingen Strategie (Goris G, mei 2012) worden steekproef-personen die verhuisd zijn niet herbenaderd. Personen in de instellingen die verhuisd of recent overleden waren, werden uit de steekproef gehaald Steekproefontwerp De steekproef voor OII was een tweetrapssteekproef. In de eerste trap werden instellingen getrokken met kansen evenredig aan de omvang. Hierbij werd gestratificeerd naar provincie, om voor een landelijke spreiding van de geselecteerde instellingen te zorgen. De geselecteerde instellingen werden geworven, en degene die aangaven aan het onderzoek mee te willen werken werd vervolgens een enkelvoudig aselecte steekproef van 12 personen getrokken. De eerste 8 personen behoorden tot de steekproef, de laatste 4 waren reserve-personen die werden gebruikt wanneer één of meer van de eerste 8 op het moment van benaderen buiten de doelpopulatie bleken te vallen (dit werd met name veroorzaakt door overlijden). Met dit steekproefontwerp hadden alle personen in de doelpopulatie dezelfde kans om in de steekproef te komen. Het gewenst aantal respondenten was Met behulp van verwachte responskansen kon de gewenste steekproefomvang worden berekend. Hierbij werd de steekproefomvang zo bepaald dat het linkereindpunt van het betrouwbaarheidsinterval van het verwacht aantal respondenten gelijk was aan Dit kwam neer op een steekproef van personen. Het verwacht aantal respondenten was dan Omdat er naar verwachting 6 responderende personen per instelling waren, betekende dit dat er 256,7 instellingen moesten zijn, die na de eerste trap hadden aangegeven dat zij mee wilden doen. Omdat er was gerekend met een responskans van 50% per instelling, leidde dit tot een steekproef van in totaal 513 te benaderen instellingen. Maandelijks werd er een steekproef van 43 instellingen getrokken, de eerste in april 2015 en de laatste in maart Voordat de instelling werd benaderd, werden de adresgegevens gecontroleerd op internet. Hierbij werd gecontroleerd of het juiste telefoonnummer van de instelling aan het steekproefelement was gekoppeld. Bij deze controle kwam het soms voor dat uit informatie van internet kon worden afgeleid dat de instelling was gesloten of verhuisd. In het eerste geval werd de instelling uit de steekproef verwijderd en werd niet vervangen door 7

8 een andere instelling, in het tweede geval werden de adresgegevens in de steekproef aangepast. Wanneer een instelling had aangegeven mee te doen met het onderzoek, werd een steekproef van 8 enkelvoudig aselect geselecteerde personen van deze instelling drie maanden later benaderd. Hiertoe werd ongeveer twee maanden na de werving afgeleid welke personen er op één van de adressen die bij de instelling hoorden woonden. Uit deze personen werd een steekproef getrokken. Het bepalen van de adressen die bij de instelling hoorden was niet altijd triviaal. Soms woonden alle bewoners op hetzelfde adres (dezelfde combinatie van postcode, huisnummer, huisletter, toevoeging en aanduiding), in andere gevallen was postcode en huisnummer overal hetzelfde maar konden huisletters en toevoegingen verschillen. Het was echter ook mogelijk dat bij een instelling één postcode met meerdere huisnummers voorkwam, en ook meer dan één postcode was mogelijk. In de laatste twee gevallen was het niet altijd duidelijk uit de bestanden van Zorgkaart Nederland en de AWBZ wat er wel en niet bij de instelling hoorde. In dat geval werd er telefonisch contact opgenomen met de instelling om deze precies te kunnen afbakenen. In de tweede trap werden binnen de instelling 20 personen getrokken, mits er 20 personen in de instelling woonden. Indien dit niet het geval was, werden alle bewoners geselecteerd. Van deze personen werden de meest recente NAW-gegevens opgevraagd uit de Basisregistratie Personen (BRP). Het kon voorkomen dat een persoon in de steekproef was verhuisd, of recent was overleden. Deze personen werden dan uit de steekproef verwijderd. De eerste 12 personen die nog steeds in de instelling woonden en nog actueel in de BRP voorkwamen, behoorden tot de uiteindelijke steekproef. Omdat de responskans bij telefonische werving van de instellingen 50% was, was het verwacht aantal face to face te benaderen instellingen per maand 43 0,5 = 21,5. Hierbinnen werden naar verwachting 21,5 8 = 172 personen face to face benaderd Steekproefbewerking Er werden in totaal 13 porties van 43 instellingen getrokken. Bij het opzoeken van de adresgegevens kwam in 9 gevallen voor dat er meerdere instellingen op één adres gevestigd waren. In dat geval werden beide instellingen in de steekproef opgenomen en werd de steekproef dus vergroot. Daarnaast was bij het opzoeken van de adresgegevens het 7 keer voorgekomen dat een instelling inmiddels gesloten bleek te zijn, in 3 gevallen werd uit gegevens van internet duidelijk dat het om zelfstandig wonen ging en 1 instelling zat op Texel (waar het CBS geen CAPI onderzoek uitvoerde). Deze in totaal 11 instellingen zijn uit de steekproef verwijderd. 8

9 3.2 Benaderingsstrategie Bij het onderzoek Ouderen in Instellingen & Tehuizen werd gestart met een telefonische werving (Cati), gevolgd door een face-to-face waarneming (Capi). Bij het niet kunnen afnemen van een interview werden papieren vragenlijsten ingezet als proxy waarneming. De daarbij behorende benaderstrategie werd weergegeven in onderliggende paragrafen Aanschrijven van de instellingen In totaal werden er aan 513 instellingen een instellingsbrief met (eigen) folder gestuurd waarin de werving werd aangekondigd en uitleg werd gegeven over het doel en opzet van het onderzoek. Voor dat de telefonische werving startte werd op woensdag de instellingsbrief met folder verzonden. Daarbij werd ook een clientenraadbrief en een folder ingesloten die de instelling kon gebruiken om de cliëntenraad of familieraad in te lichten. De brief voor de cliëntenraad was niet geadresseerd. Uit ervaring was gebleken dat veel instellingen alleen meewerkten als ook de cliëntenraad of de familieraad toestemming voor een dergelijk onderzoek gaf. Aan instellingen die bij de telefonische werving hadden toegezegd deel te nemen aan het onderzoek werd één week na afsluiting van de telefonische werving een bevestigingsbrief gestuurd aan de betreffende contactpersoon van de instelling Telefonische werving De veldwerkperioden van de telefonische werving van de instellingen startte op 20 april 2015 en eindigde op 22 april In totaal zouden 513 instellingen telefonisch benaderd worden; waarvan de verwachting was dat er in totaal 257 geworven werden. Aan iedere te benaderen instelling werd op de woensdag voor de telefonische werving een aanschrijfbrief verstuurd met daarin het verzoek om deel te nemen aan het onderzoek. Maandelijks werd er een steekproef getrokken, dit gedurende 12 maanden voor de telefonische werving. De eerste portie van de telefonische werving startte op 20 april 2015 en eindigde op 29 mei 2015, met een doorlooptijd van 6 weken. Deze eerste portie bevatte een dubbele uitzet i.vm. de 2-maandsuitzet bij capi in juli/augustus. Ook waren er in mei veel feestdagen. De daaropvolgende cati porties namen steeds 5 weken doorlooptijd in beslag. De target op de Cati werving was 50% op de uitgezette steekproef. In tabel zijn de start- en einddatum en de te verwachte Cati aantallen opgenomen. 9

10 Tabel Gegevens over de Cati uitzet OII 2015 Cati porties Startdatum Einddatum aantallen t.b.v. capi veldwerkperiode P1/P / P P P P P P P P P P In tegenstelling tot de meeste onderzoeken, was het verloop van een wervingsgesprek bij dit onderzoek vooraf moeilijk te structureren. De wijze waarop een contact verliep, lag niet vast. De verwachting was dat voor het uitzoeken van wie binnen de instelling de beslissing over deelname kon nemen en het daadwerkelijk aan de lijn krijgen van de beslisser meer contacten nodig waren. Ook mocht verwacht worden dat de beslisser niet altijd meteen een beslissing kon nemen, omdat er overleg met medewerkers of vertegenwoordigers van de bewoners nodig was. Bij herhaald contact werden instellingen door verschillende interviewers benaderd. Om vervolggesprekken met een instelling goed te laten verlopen, kon de interviewer in het belscherm zien of de vragenlijst nieuw of in bewerking was. Als de vragenlijst de status nieuw had, werd de normale procedure gevolgd en benaderde (belde) de interviewer de instelling via het belscherm. Als de vragenlijst de status in bewerking had, dan werd de interviewer geïnstrueerd om eerst de vragenlijst te openen, de samenvatting te lezen, en vervolgens diende de interviewer de instelling handmatig (niet via het belscherm) op te bellen Face-to-face waarneming Nadat een instelling telefonisch geworven was vond vanaf 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2016 de enquêtering in de instellingen plaats. Naar verwachting zouden er in totaal 257 instellingen face-to-face bezocht worden. Indien een bewoner enquêteerbaar was, was de capi target 85%. Indien een bewoner niet enquêteerbaar was, was de papi target 55%. Per verzorgings- of verpleeghuis werden 8 bewoners geselecteerd voor deelname. Daarnaast werden er 4 reserve bewoners geselecteerd die ingezet konden worden indien een geselecteerde persoon niet meer aanwezig was in de instelling (door overlijden of verhuizing). De te verwachte behalen respons per instelling was 6; dit konden zowel responsen via capi of papi zijn. In overleg met de instelling werd bepaald of een bewoner geënquêteerd kon worden. Hierbij stelde de interviewer eerst vast of een persoon in de instelling fysiek aanwezig was. Vervolgens werd in overleg met de contactpersoon van de instelling vastgesteld of de bewoner enquêteerbaar was. 10

11 Was een bewoner enquêteerbaar, dan overhandigde de interviewer aan de respondent een gepersonaliseerde aanschrijfbrief. De interviewer overhandigde alleen op verzoek van de instelling/cliëntenraad/op of familie een folder. Indien een bewoner niet enquêteerbaar was dan werd een papieren familievragenlijst achtergelaten die door de instelling aan de familie werd overhandigd of werd toegezonden. Naast deze familievragenlijst was er ook een papieren personeelsvragenlijst die door het verzorgend personeel ingevuld diende te worden. Indien bleek dat een bewoner in eerste instantie wel enquêteerbaar leek, maar dit tijdens het interview niet bleek te zijn, (dit kon geconstateerd worden in de eerste vijf minuten van het interview) werden ook de proxy papieren vragenlijsten uitgezet. De uitzet en het rappelleren van deze papieren vragenlijsten werd door de interviewer gedaan. Op een aparte lijst ontving de interviewer extra informatie over de instellingen, die verkregen was bij de telefonische enquêtering van de instellingen. Deze lijst, die per interviewer beschikbaar was, werd maandelijks verstrekt en verzonden aan de interviewers, via de gebruikelijke uitzet van de enquêtematerialen. Eén interviewer werd telkens al dan niet handmatig toegewezen aan één instelling. In tabel zijn de start- en einddatum en de te verwachte Capi aantallen opgenomen. Tabel Gegevens over de aantallen te benaderen bewoners OII 2015 Capi porties Startdatum Einddatum aantallen P1/P P P P P P P P P P P

12 3.2.4 Schriftelijke vragenlijsten Indien bleek dat de bewoner van de instelling niet geënquêteerd k0n worden, dan werd een papieren familievragenlijst en een papieren personeelsvragenlijst. achtergelaten. De papieren vragenlijsten werden retour verwacht maximaal een á twee maanden nadat de vragenlijsten waren uitgezet in de Capi waarneming. Eén volledige respons was een volledig ingevulde familievragenlijst én een volledig ingevulde personeelsvragenlijst. De verwachting was dat er in totaal 376 familie vragenlijsten én 376 personeelsvragenlijsten retour werden ontvangen en vertoetst zouden worden. De target op de papi vragenlijsten is 55%*. *De inschatting was dat 2/3 deel (66,7) van de respondenten enquêteerbaar waren. Door veranderingen in de zorg leek het zo te zijn dat er minder mensen in staat waren om zélf het vraaggesprek helemaal af te maken (de personen die tegenwoordig in een instelling zitten zijn er slechter aan toe dan een aantal jaren geleden). De verwachting was dat er meer naar proxi uitgezet werd. Als het aandeel toenam zouden er ook meer papieren vragenlijsten ingezet moeten worden. Beschrijving logistieke traject familie en personeelsvragenlijst Op de papieren vragenlijsten werd een etiket geplakt, met de kenmerken WE-id, barcode en waarneemperiode. Om visueel onderscheid te maken tussen de familie en personeelsvragenlijst werden deze met een andere kleur, in de lijn van de huisstijl gedrukt. De Capi vragenlijst werd zodanig aangepast dat het mogelijk was om twee 11-nummers te registreren. Elke vragenlijst kreeg een uniek 11-nummer. Tijdens het bezoek van de interviewer werden de vragenlijsten met bijbehorende enveloppen uitgezet bij de contactpersoon van de instelling. De interviewer maakte afspraken wanneer de vragenlijsten ingevuld waren en haalde deze vervolgens op bij de instelling. Op de bijgeleverde aparte lijst was het voor de interviewer mogelijk om de gemaakte afspraken met de instelling en/of bewoner te noteren en bij te houden. De interviewer controleerde of beide vragenlijsten retour waren ontvangen, opende de enveloppen en controleerde de WE nummers van de vragenlijsten of deze identiek aan elkaar waren. Na controle werden beide vragenlijsten in één envelop geretourneerd aan het CBS. De twee vragenlijsten werden vervolgens afgeboekt en vertoetst. Ten behoeve van het afboeken van het papi record, werd de Capi vragenlijst geretourneerd, nadat proxy was uitgezet. Indien bij de interviewer bekend was dat er maar één vragenlijst ingevuld en geretourneerd werd, dan maakte de interviewer hier melding van. Bij ontvangst van één vragenlijst werd deze niet afgeboekt en niet vertoetst. De éne vragenlijst, werd wel bewaard om achteraf te controleren of de andere vragenlijst daadwerkelijk niet geretourneerd was. Tabel geeft de verwachte retourontvangsten papieren vragenlijsten uitgesplitst naar porties en aantallen. 12

13 Tabel Gegevens over de Papi retourontvangsten (familie én personeelsvragenlijst) Papi porties Retour ontvangst Papi Aantallen P1/P2 Sept./okt 126 P3 Okt/nov 63 P4 nov/dec 63 P5 dec/jan 63 P6 jan/febr 63 P7 febr/mrt 63 P8 mrt/apr 63 P9 apr/mei 63 P10 mei/juni 63 P11 juni/juli 63 P12 juli/aug 63 Voor het vertoetsen van de papieren vragenlijsten werd één invoermachine gebouwd. Aan de hand van onderscheidende kenmerken was te zien of het om de familievragenlijst of de personeelsvragenlijst ging. Het WE nummer was de koppeling tussen de steekproefpersoon en de twee papieren vragenlijsten. De papieren vragenlijsten werden dagelijks afgeboekt en vertoetst. De laatst ontvangen papieren vragenlijsten werden verwacht tot en met augustus 2016.Alle papieren vragenlijsten werden uiterlijk 4 september 2016 vertoetst. Tabel geeft de geschatte responskansen weer per mode. Tabel : Responskansen per mode Mode responskans cati werving instellingen 0,50 w.v. aandeel enquêteerbaar 0,67 Capi 0,85 papi (familie en personeel) 0,55 In Figuur is het benaderontwerp schematisch weergegeven. 13

14 Figuur Schematische voorstelling van het benaderontwerp OII Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug P1/P2 2mndsuitze t 20 apr-29 mei CATI CAPI CAPI PAPI P3 CATI CAPI PAPI... P12 CATI CAPI PAPI Eerste cati portie: 6 weken in verband met dubbele portie (2-mnds uitzet capi jul/aug) en veel feestdagen in mei. Daarna: 5 weken doorlooptijd per cati portie. 3.3 Vragenlijstontwikkeling OII bestond uit verschillende vragenlijsten. Allereerst werden de instellingen geworven met een CATI vragenlijst korte vragenlijst gericht op medewerking. Het telefonisch werven bestond uit een aantal onderdelen: 1. Vaststellen wie de beslissing kon nemen om mee te werken 2. Contact leggen met de beslisser 3. Medewerking verkrijgen 4. Vaststellen met wie de veldinterviewer contact kon opnemen (naam, functie, telefoonnummer) 5. Achtergrond gegevens van de instelling vaststellen. Het ging hierbij om: - Hoeveel bewoners telde het huis (locatie)? - Schatting van het aantal tijdelijke bewoners? - Had het huis verschillende afdelingen voor somatiek, psychogeriatrie en/of revalidatie? En hoeveel bewoners waren er dan per afdeling? Als de instellingen waren geworven, dan werden de bewoners geïnterviewd met behulp van een CAPI vragenlijst. Indien in overleg met de instelling werd besloten dat een bewoner niet mee kon doen (niet enquêteerbaar is), dan werd een familielid gevraagd om een papieren vragenlijst in te vullen. Daarnaast werd de eerst verantwoordelijke verzorgende van de bewoner gevraagd een papieren vragenlijst in te vullen. In tabel 1 staat een overzicht van de blokken van de CAPI vragenlijst voor bewoners en de PAPI vragenlijsten voor familielid en eerst verantwoordelijke verzorgende. 14

15 Tabel geeft een overzicht van de blokken Capi en Papi vragenlijsten Tabel 3.3.1: Overzicht blokken CAPI en PAPI vragenlijsten Onderwerp Vragenlijst voor bewoner Proxy-vragenlijst (eerst verantwoordelijke verzorgende) Proxyvragenlijst (familielid) Algemeen X X Welbevinden X Vorige woning, X X woonvoorzieningen en verhuisredenen Indicatieprocedure / de X X aanvraag bij het CIZ Zorgplan X Mobiliteit X X Huishoudelijke activiteiten X X Persoonlijke verzorging X X Gezondheid X X Hulpbehoefte partner X X Eenzaamheid X Sociaal netwerk X X Informele hulp X X Bewegen, activiteiten en X X participatie Vervoer X X Financiële situatie X X Veiligheid X Bejegening X Kwaliteit van zorg en leven X Inspraak X X Autonomie X Leefsfeer X Diversiteit en acceptatie X Levenslust X Levenseinde X Afsluit X X Vragenlijstduur Voorafgaand aan het onderzoek werd de interviewduur voor de telefonische werving van de instellingen op 5 minuten gesteld en voor de Capi bewonersvragenlijst op 60 minuten, gezien de doelgroep met een uitloop van 30 minuten. In onderstaande tabel is de vragenlijstduur opgenomen per veldwerkperiode uitgesplitst naar mode en vragenlijstduur. In de laatste kolom de gemiddelde vragenlijstduur over de totale veldwerkperioden. Vragenlijstduur in minuten Veldwerkperiode Gemiddelde vragenlijstduur CATI 5,8 6,2 5,7 5,2 5,6 5,4 5,2 5,3 5,9 7,9 4,9 5,4 5,6 CAPI 56,4 60,4 55,2 63, ,7 57,2 57,4 61,9 59,7 58,5 53,6 58,4 15

16 Uit bovenstaande cijfers blijkt dat met een gemiddelde Cati vragenlijstduur van 5,6 minuten deze met 0,6 minuten langer geduurd heeft dan vooraf ingeschat werd. Met een gemiddelde Capi vragenlijstduur van 58,4 minuten blijkt deze met 1,6 minuten korter dan vooraf ingeschat werd. Uit de vragenlijstduur per veldwerkperioden en de gemiddelde vragenlijstduur blijkt niet dat de extra tijd van 30 minuten ingezet werd. 3.4 Instructie De Cati interviewers worden een week voor de telefonisch werving mondeling geïnstrueerd en ontvangen een handleiding. Bij de instructie dient er rekening mee gehouden te worden dat een daadwerkelijke toezegging belangrijker is dan een initieel hoog responspercentage. We willen vermijden dat instellingen later alsnog uitvallen die eerder wel toegezegd hebben. De opleiding voor de Capi interviewers bestond uit een combinatie van een mondelinge instructie en een onlinecursus. Voor zowel de Cati als Capi interviewers werd deze online cursus gecombineerd met een communitycursus zodat men op de hoogte bleef van de stand van zaken en een snelle update van nieuwe ontwikkelingen. Op de site werd o.a. informatie verstrekt over het doel en de opzet van het onderzoek. 3.5 Veldwerk Respons Tabel geeft het eindoverzicht van de resultaten van de cati waarneming uitgesplitst naar aantallen en percentages naar veldwerkperioden. Tabel Eindoverzicht van de telefonische waarneming (Cati) (in aantallen en percentages) naar veldwerkperioden en totaal. vwp n r r% , , , , , , , , , , , ,50 Totaal ,54 Tabel geeft het eindoverzicht van de resultaten van de capi waarneming uitgesplitst naar aantallen en percentages naar veldwerkperioden. 16

17 Tabel Eindoverzicht van de face-to-face waarneming (Capi) (in aantallen en percentages) naar veldwerkperioden en totaal. vwp uitzet niet enqbaar proxi uitgez niet proxi uitgez n capi r r% , , , , , , , , , , , ,55 Totaal ,66 Tabel geeft het eindoverzicht van de resultaten van de capi waarneming uitgesplitst naar aantallen en percentages naar veldwerkperioden. Tabel Eindoverzicht van de papieren waarneming (Papi) (in aantallen en percentages) naar veldwerkperioden en totaal. vwp n r r% , , , , , , , , , , , ,71 Totaal , Realisatie Als responsverhogende maatregel werd de steekproefportie zowel voor de telefonische werving als voor de face-tot-face waarneming met 43 steekproefelementen verhoogd. Om de inzet van de extra steekproef te onderscheiden werd deze ingeregeld als steekproefportie met dezelfde start en einddatum als steekproefportie De inzet van de responsverhogende maatregel werd afgestemd met het Sociaal en Cultureel Planbureau. 17

18 3.6 Evaluatie interviewers Er vonden evaluaties plaats onder de interviewers bij de telefonische waarneming en bij de face-to-face waarneming. Tijdens de evaluatie werden ook de bevindingen aangegeven op de bewonersvragenlijst. Deze is apart opgenomen in paragraaf Evaluatie telefonische waarneming Bij de evaluatie voor de telefonische waarneming kwamen o.a. de volgende aspecten naar voren: Interviewers gaven de redenen aan waarom de instellingen niet wilde/konden meewerken aan het onderzoek. Door reorganisatie van de instellingen waren de beslissers/managers slecht bereikbaar en hadden geen tijd om aan het onderzoek deel te nemen. Men wilde de bewoners ook niet extra belasten met het CBS onderzoek. Regelmatig kwam het voor dat de betreffende locatie op korte termijn werd gesloten en de bewoners werden verplaatst naar een andere op dat moment nog onbekende locatie. Op hetzelfde tijdstip van de veldwerkperioden van OII liep er ook een ander onderzoek van een externe organisatie binnen de zorg en kwam het CBS onderzoek niet gelegen. Hierbij gaven instellingen aan op een later tijdstip wel te willen deelnemen. Op verzoek van de instelling werd de periode van waarneming verschoven naar een andere waarneemperiode. In totaal werden er 6 instellingen verschoven naar een latere waarneemperiode. Verschillende beslissers van de instelling gaven aan dat ze eerst inzage wilde hebben in de vragenlijst voordat de bewoners geënquêteerd werden. De interviewers gaven hierbij aan dat dit niet gebruikelijk en niet mogelijk was. Daar waar dit nodig was gaven de interviewers meer achtergrondinformatie en werden de gestelde vragen op het onderzoek zo uitgebreid mogelijk beantwoord. In eerste instantie werd aangegeven dat de waarneemperiode van vijf weken te kort was om de beslisser aan de lijn te krijgen; er werd verzocht om de waarneemperiode met één week te verlengen. Uiteindelijk werd de waarneemperioden niet verlengd, maar werden de afspraken bijgesteld en aangescherpt. Zo werden afspraken niet alleen gemaakt op een vol uur, maar ook op het half uur of op het kwartier, om de doorlooptijd van terugbellen te verkorten. Bij het maken van een afspraak werd altijd goed doorgevraagd naar de functie en naam van de contactpersoon/beslisser. Er waren meer telefonische contactpogingen nodig dan gebruikelijk(maximaal zeven) om de contactpersoon/beslisser aan de lijn te krijgen. Het aantal contactpogingen liep al vlug naar acht of meer. Door de kleinere steekproefomvang belden sommige interviewers weinig voor het onderzoek. Hierdoor kregen de interviewers weinig feeling met het onderzoek, dat afwijkend was ten opzichte van andere persoonsonderzoeken. De kennis opgedaan bij de instructie ging snel verloren, waardoor interviewers zich herhaaldelijk opnieuw moesten verdiepen in het onderzoek. Daarom werd besloten om vanaf de telefonische veldwerkperiode een zeer klein ervaren interviewers in te zetten voor de werving van de instellingen. 18

19 Het logistieke proces voor de persoonsenquêtes was zo ingeregeld dat een nazending van de aanschrijfbrief alleen mogelijk was per post. Voor OII werd een uitzondering gemaakt en op verzoek van de instelling werd de aanschrijfbrief, buiten het logistieke proces om, digitaal (handmatig) verzonden Evaluatie face-to-face waarneming Bij de evaluatie voor de face-to-face waarneming kwamen o.a. de volgende aspecten naar voren: Het in contact komen met de juiste persoon binnen de instelling ging vaak moeizaam. De contactpersoon die met een telefonische interviewer had gesproken was in de meeste gevallen niet de persoon die veel van de bewoners afwist. Dat was de Eerstverantwoordelijke (EVV-er). Vaak kreeg de interviewer met meer dan één EVV-er te maken. Het kwam zelfs voor dat iedere bewoner zijn eigen EVV-er had. De EVV-er moest aanwezig zijn en tijd genoeg hebben om de interviewer te woord te staan. De periode tussen de telefonische werving en het daadwerkelijke bezoek van de interviewer vonden de instellingen lang. Het werd bijna vergeten. Er werden afspraken gemaakt dat de interviewer na het einde van het telefonische wervingsgesprek aangaven in welke maand de Capi interviewer op bezoek kwam. Het face-toface bezoek vond twee maanden na de telefonische werving plaats, tenzij dit door de instelling anders werd aangegeven. Uniek was het werken met reservepersonen en het daarbij behorend afboekproces. Als er sprake was van proxi uitzet vereiste ook dit een andere werkwijze dan dat dit gebruikelijk was bij andere persoonsonderzoeken. De face-to-face steekproef was qua omvang klein ten opzichte van andere persoonsonderzoeken en hierdoor was het moeilijk er geroutineerd in te raken. Er werden maandelijks tussen de tehuizen geworven en dat betekent dat de interviewers die voor dit onderzoek waren opgeleid niet elke maand een instelling bezochten. Voor het OII onderzoek werd voor het eerst gebruik gemaakt van een Community op de e- learning site. Bij de start van het onderzoek werd gewerkt met een voor deze doelgroep te klein lettertype bij de aanschrijfbrief en dit was mede een oorzaak dat de aanschrijfbrief niet altijd aan de bewoner werd afgegeven. Het kleine lettertype kon niet door de O.P. worden gelezen en werkte alleen maar verwarrend. In deze situaties werd wel na het gesprek de aanschrijfbrief achtergelaten bij de bewoner als informatie voor de familie van de O.P. Op basis van de evaluatie werd het lettertype bij de aanschrijfbrief vergroot. De tekst op de antwoordkaarten was om dezelfde reden al extra groot gemaakt. Interviewers merkten op dat verzorgenden of andere contactpersonen soms de retour gekomen post van de familie openmaakten. De vrees dat de instelling de post openmaakten 19

20 kon voor de familie een drempel zijn om mee te werken aan het onderzoek. Als responsverhogende maatregel werd om die reden de retourenveloppen voorzien van een sticker met vertrouwelijk. Om meer invloed te krijgen op het invullen en retourneren van de familievragenlijsten, werd tijdens de evaluatie het advies gegeven om bij de papierenvragenlijst een briefje te voegen met naam en telefoonnummer van de interviewer met de vermelding aan de familie dat bij vragen en opmerking over het onderzoek contact kon worden opgenomen met de interviewer. Hiervoor werd het blanco bezoekkaartje gebruikt. Het gebruik van de antwoordkaarten was bij deze doelgroep niet handig. Het was vaak verwarrend voor de O.P. omdat ze antwoorden niet konden lezen of niet begrepen wat de bedoeling was. Hierbij werd het advies gegeven om alleen het boekje met de antwoordkaarten te gebruiken als het bij de vraag van toepassing was, deze op de juiste bladzijde te openen en daarna het boekje terug te nemen. OP s hadden vaak een eigen speciale (rol) stoel en geen tafel ter beschikking waardoor het ook voor de interviewer niet handig was. Bij het OII onderzoek werd toegestaan dat dove bewoners konden mee lezen met de interviewer en werd de vragenlijst samen ingevuld Bevindingen op de Capi vragenlijst door de face-to-face interviewers Onderstaande volgt een opsomming van de opmerkingen van de bevindingen op de capi vragenlijst door de face-to-face interviewers: De vragen waren te lang en te moeilijk. Veel vragen moest op een eenvoudigere manier gesteld of uitgelegd worden. Als het écht te lang duurde voor de bewoner of als de bewoner geen tijd meer had, door een andere activiteit in de instelling, werd een vervolgafspraak gemaakt, mogelijk met het risico dat de bewoner voor de tweede helft ging weigeren of dat de interviewer niet met de beschikbare uren uitkwam. Religieuze bijeenkomst, was voor de ouderen een mis. De O. P begreep het woord mate niet in de zin In welke mate vindt u zichzelf een gelukkig mens? Verbetervoorstel: Stel gewoon de vraag Voelt u zich een gelukkig mens? Vervolgens opsomming van categorieën. Een rapportcijfers geven hoe tevreden men was met het leven, werd niet begrepen. Het antwoord op de vraag over de CIZ aanvraag wist niemand. De vraag Heeft u een gesprek gehad over de zorg werd bijna altijd met nee beantwoord. De contactpersoon van de instelling vertelde dat dit wel standaard gebeurde. Op de vraag over het bijhouden van de uiterlijke verzorging, zoals nagels knippen en haren kammen, weet men niet wat hierop geantwoord moest worden. Haren kammen ging wel, nagels knippen niet. 20

21 Verbetervoorstel was om hier twee vragen van te maken. De ervaring over leegte om me heen werd niet begrepen. O.P. vroeg uitleg over leegte. Onduidelijkheden over de vraag over hoe vaak de O.P belde met familie en/of vrienden. Werd hier bedoeld of de bewoner zelf belde of dat men ook gebeld kon worden. De vragenreeks Heeft u afgelopen maanden meegemaakt dat iemand u niet hielp met wassen, aankleden of eten, ondanks dat hij of zij wist dat u die hulp wel nodig had werd als veel te lang ervaren. De onderstreepte woorden in de antwoorden Het verloop van mijn dag wordt in eerst plaats bepaald door wat ik zelf doe en zelf wilde en Soms voel ik dat ik een speelbal van het leven ben werd door de O.P vaak niet begrepen. Dus moest uitgelegd worden of de vraag werd de interviewer anders gesteld. De vragen over In dit huis kan iedereen zichzelf zijn ongeacht bijv. levensovertuiging, herkomst of seksuele geaardheid en tot welk geslacht voelt u zich aangetrokken was een vreemde vraag voor respondenten van tussen 90 en 100 jaar. De respondenten zijn al jaar weduwnaar/weduwe en in deze generatie werd vroeger niet over seks gesproken. Er zijn vooral problemen met de vragen over seksualiteit. Mensen van die leeftijd maken zich daar niet druk om, hebben over het algemeen geen behoefte aan het beantwoorden van dit soort vragen en voelen zich daar vaak ongemakkelijk bij. Bovendien voelen veel vrouwen zich op die leeftijd meer aangetrokken tot vrouwen terwijl ze niet homoseksueel zijn, verkeerde interpretatie. Veel O.P begrepen de antwoordkaarten niet en daardoor werden deze ook bijna niet gebruikt. De antwoordkaarten waren lastig/ongemakkelijk, omdat de respondenten hiervan in de war raakten. ( Oh, waar is mijn leesbril../wat moet ik nu doen?). De vraag was dat in dezelfde gemeente als nu wist de O.P. vaak niet. De meest voorkomende reden voor het verhuizen naar een tehuis was de verslechterde gezondheid. Er volgde een opsomming van mogelijke redenen, die vaak niet van toepassing waren. De daadwerkelijke reden (verslechterde gezondheid) stond er niet bij terwijl dat wel de belangrijkste was. In de vraag Ik heb veel mensen op wie ik volledig kan vertrouwen wist de O.P. niet wat veel is. De vragen over problemen waren moeilijk te beantwoorden, er moest steeds doorgevraagd worden.. O. P s hebben vaak geen problemen of vinden het lastig om er over te praten. Stellingen werden over het algemeen door de O.P. niet goed begrepen, er moest steeds aangeven worden dat het om stellingen ging. De interviewers vonden de vraag over op een waardige manier sterven een vervelende vraagstelling zeker zo aan het eind van het interview. De O.P. wist vaak geen antwoord op te 21

22 geven. Het zou prettiger zijn geweest om met een optimistischer vraag te eindigen. De vragenlijst was al zwaar genoeg. De meeste O.P s vonden het leuk om mee te werken aan het onderzoek. De vragen of de O.P. iets eventueel nog zouden kunnen doen, werd vaak verkeerd begrepen, interviewers moesten dit steeds weer uitleggen en dit kostte veel tijd. Twee interviews op een dag was genoeg, bij een derde werd het ook voor de interviewer te zwaar. 3.7 Schriftelijke vragenlijsten De verwachting was dat 1/3 deel ( (33,3%) van de respondenten niet enquêteerbaar waren. De target op de schriftelijke vragenlijst was 55%. Door veranderingen in de zorg en respondenten er slechter aan toe waren dan een aantal jaren geleden werden er tijdens de veldwerkperioden maandelijks meer schriftelijke vragenlijsten uitgezet. Dit is terug te zien in tabel 8 in paragraaf Gemiddeld genomen over alle waarneemperioden werden er 10% meer schriftelijke vragenlijsten uitgezet dan verwacht. Er werden in totaal 1014 schriftelijke vragenlijsten uitgezet, waarvan er 656 als responsen werden verwerkt. Het afboeken en vertoetsen van de schriftelijke vragenlijsten vond plaats bij de divisie Dataverzameling (DVZ) en de verwerking van de data bij de divisie Arbeid, Inkomen en leefsituatie (SAL). 22

23 4. Verwerken (data processing) De term dataprocessing wordt gebruikt om de werkzaamheden samen te vatten die nodig zijn om aan de antwoorden die respondenten geven op de vragen in de vragenlijst plausibele statistische informatie te kunnen ontlenen. De verwerking van de data is volledig geautomatiseerd door middel van het bouwen van een productiestraat. Het verwerken is uitgevoerd door de Sector Arbeid, Inkomen en Leefsituatie (SAL) van de Divisie Sociaal-economische en ruimtelijke statistieken (SER) van het CBS. 4.1 Inleiding Onderstaande figuur geeft het verwerkingsproces van de onderzoek data in hoofdlijnen aan. De zeven deelprocessen worden in de volgende paragrafen in meer detail beschreven. Figuur 4.1.1: Procesmodel Verwerkingsproces OII Data ophalen uit enquête systeem Microdatabestanden Correcties Microdatabestanden Uniformeren Microbestand GBA Inkomen Verrijken met registers Microbestand Registerinformatie instellingen GIR Afleidingen Microbestand Weging Gewichten Microbestand met gewichten Aanmaken bestanden en beveiliging Publicatiebestand, instellingenbestand en analysebestand 23

24 4.2 Invoerdata De data zijn afkomstig van enquêtes uitgezet d.m.v. enquêteurs en enquêtrices (telefonisch (CATI). Hierin zijn instellingen benaderd of zij mee willen doen aan het onderzoek. Zo ja, dan worden er d.m.v. enquêteurs en enquêtrices persoonsenquêtes face-to-face (CAPI) verzameld binnen de betreffende instelling. Indien een persoon niet in staat is om de vragenlijst te beantwoorden dan is er één papieren vragenlijst (PAPI) uitgereikt aan de verzorger en één papieren vragenlijst aan de familie met de vraag deze ingevuld naar het CBS te retourneren. Wanneer er twee vragenlijsten die bij dezelfde persoon horen binnengekomen zijn, worden deze door de afdeling DVZ (dataverzameling) elektronisch verwerkt. De CAPI en CATI antwoorden zijn ook elektronisch opgeslagen in het enquête systeem van het CBS. De range- en routingcontrole zijn vastgelegd in de vragenlijstschema s en zijn vervolgens in de elektronische vragenlijsten ingebouwd. Deze controles worden automatisch uitgevoerd tijdens het afnemen van de enquête. Deze controles zijn niet mogelijk voor de papieren vragenlijst en daarom worden voor sommige papieren vragenlijsten correcties doorgevoerd. Op welke manier deze correcties ontstaan en worden uitgevoerd staat in paragraaf 4.3 beschreven. 4.3 Correcties In totaal zijn er 481 correcties uitgevoerd op het uniforme databestand om uiteenlopende redenen. Met name bij PAPI respondenten moeten correcties doorgevoerd worden omdat er op de papieren vragenlijst géén range- en routecontrole op het moment van invullen uitgevoerd wordt. Een voorbeeld is dat een respondent meerdere antwoorden op het papieren formulier aankruist, terwijl maar één antwoord is toegestaan. In feite is dit niet mogelijk; in de CAPI structuur zou men gedwongen zijn om één antwoord in te vullen en niet meerdere antwoorden. Het antwoord van de respondent wordt dan gecorrigeerd op basis van een inhoudelijke keuze. In totaal zijn bij 392 vragen in papieren vragenlijsten 2 of meer antwoorden gegeven waar slechts 1 antwoord was toegestaan. In overleg met SCP zijn de antwoorden niet op missing te zetten maar volgens een aantal regels geïmputeerd. Het kwam vaak voor dat meerdere inhoudelijke antwoorden die dicht bij elkaar liggen waren gegeven, het leek SCP zonde om die informatie weg te gooien door het antwoord op missing te zetten. Zij kiezen dan liever voor 1 van de inhoudelijke antwoorden. De volgende regels zijn gevolgd: 1) Opleiding: kies voor de hoogste opleiding. Bij antwoorden NVT of niet kies dan voor de inhoudelijke niet. 2) Bij vragen over frequentie van bezoek: kies voor de hoogste frequentie. 3) Kies inhoudelijk antwoord ipv inhoudelijk onbekend antwoord. 4) Indien de gekozen antwoorden dicht bij elkaar liggen (d.w.z. naast elkaar gelegen antwoordcategorieën zoals meestal en altijd ) dan wordt random een antwoord gekozen. 5) Indien de gekozen antwoordcategorieën verder uit elkaar liggen of zeer tegenstrijdig zijn ( ja en nee ) wordt deze op missing gezet. 24

25 4.4 Uniformeren en controleren waarneemdata De recordstructuur (metadata) van enquêtedata is mode specifiek. In sommige modes is al dan niet weet niet en/of weigert toegestaan. Ook kan de vraagstelling in verschillende modes iets afwijken, of bevatten de verschillende modes iets andere antwoordcategorieën. Doel van uniformeren is om tot één uniforme recordstructuur te komen. Het bepalen van de uniforme recordstructuur is een ontwerpactiviteit. Dit betekent dat de metadata van het uniforme datamodel vooraf gedefinieerd wordt op basis van alle metadata van alle modes en versies. Vervolgens kunnen bij het uniformeren de databestanden van de diverse modes (en versies) worden samengevoegd tot één fysiek bestand. De data in het CBS enquêtesysteem worden opgeslagen in BLAISE formaat. Variabelennamen in dit systeem bevatten een punt (.) notatie waardoor variabelen in verschillende vragenblokken dezelfde lokale naam kunnen hebben. Bij het omzetten naar SPSS formaat zijn de variabelennamen aangepast of door het gebruik van pre- en postfixen. 4.5 Verrijken Na het samenvoegen van alle enquête data in één bestand, is het bestand verrijkt met registerinformatie. Deze informatie is afkomstig uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA), het GIR (gebiedsindelingen register), de inkomensgegevens en gegevens over de instellingen. Gegevens over de instelling zijn gedeeltelijk afkomstig uit telefonische waarneming en deels uit registers. De peildatum van de informatie die afkomstig is uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) is 1 januari Dit is ook het geval voor de informatie die afkomstig zijn uit de GIR (gebiedsindelingen). De inkomensgegevens hebben een peildatum van 1 januari 2014, en betreft voorlopige inkomensgegevens. In de volgende tabel is weergegeven welke registervariabelen zijn toegevoegd. De tweede kolom bevat de variabele namen zoals deze voorkomen in het geleverde SPSS bestand. In de derde kolom is vermeld waar de variabele vandaan komt. Tabel Overzicht verrijkingsvariabelen Variabele omschrijving Naam variabele bestand Bron Herkomstgroepering (etnische generatie) ag_aflgeneratie GBA 2016 (1 januari) Herkomstgroepering (etnische groep) ag_aflherkomst GBA 2016 (1 januari) Herkomst in 15 categorieën ag_herk15 GBA 2016 (1 januari) Herkomst in 3 categorieën ag_herk3 GBA 2016 (1 januari) Gemeentecode GemCode GIR 2016 (1 januari) Corop-gebied Corop GIR 2016 (1 januari) GGD-gebied GGD GIR 2016 (1 januari) Landsdeel Landsdl GIR 2016 (1 januari) Provincie Prov GIR 2016 (1 januari) Zorgkantoor regio Zorgkantoor GIR 2016 (1 januari) Gemeentegrootte GemGro GIR 2016 (1 januari) Stedelijkheid StedGem GIR 2016 (1 januari) Omgevingsadressendichtheid StedOad GIR 2016 (1 januari) Percentielgroepen gestandaardiseerd besteedbaar huishoudensinkomen BVRPERCGESTINKH Inkomensbestand 2014 (Voorlopig) Indicator huishouden met inkomen BVRHINK Inkomensbestand 2014 (Voorlopig) 25

26 Primair inkomen van het huishouden BVRPRIMINKH Inkomensbestand 2014 (Voorlopig) Bruto inkomen van het huishouden BVRBRUTINKH Inkomensbestand 2014 (Voorlopig) Besteedbaar inkomen van het huishouden BVRBESTINKH Inkomensbestand 2014 (Voorlopig) Gestandaardiseerd besteedbaar inkomen van het huishouden BVRGESTINKH Inkomensbestand 2014 (Voorlopig) Belangrijkste inkomensbron van het huishouden BVRBBIHALG1 Inkomensbestand 2014 (Voorlopig) Samenstelling huishouden (revisie) BVRSAMHHR Inkomensbestand 2014 (Voorlopig) Persoonlijk inkomen bekend PINK Inkomensbestand 2014 (Voorlopig) Persoonlijk primair inkomen PERSPRIM Inkomensbestand 2014 (Voorlopig) Persoonlijk bruto inkomen PERSBRUT Inkomensbestand 2014 (Voorlopig) Persoonlijk inkomen PERSINK Inkomensbestand 2014 (Voorlopig) Sociaal economische categorie van de persoon SECCOAL1 Inkomensbestand 2014 (Voorlopig) Dominantie grondslag DOMGROND INDICAWBZ2009TABV1 t/m INDICAWBZ2014TABV1 Secundaire grondslag SECGROND INDICAWBZ2009TABV1 t/m INDICAWBZ2014TABV1 Begindatum van opname DDVANAFZORGMV ZORGMV2014TABV1 Zorgzwaartepakket (ZZP) ZORGMVZZP ZORGMV2014TABV1 Informatie over de instellingen is verzameld d.m.v. enquêtering. Deze variabelen hebben in het bestand de prefix inst_. 4.6 Afleiden Naast registervariabelen zijn er ook afgeleide variabelen toegevoegd. Deze worden toegevoegd voor analyse en publicatie doeleinden, of als deze variabelen in de weging gebruikt worden Schatten van enquêtedatum Een belangrijke achtergrondvariabele in de toekomstige analyses maar ook in de weging is de leeftijd van de respondent op enquêtedatum. Normaliter wordt die berekend door de geboortedatum af te trekken van de enquêtedatum. Voor de papieren vragenlijsten is echter geen invuldatum bekend, deze moet dus geschat worden. Respondenten hebben 2 maanden de tijd om de papieren enquête in te vullen. Als invuldatum is genomen precies 1 maand nadat de vragenlijst door de CAPI-interviewer is achterlaten Afwijkend geslacht en geboortedata in GBA en de 2 papieren vragenlijsten In de PAPI vragenlijst wordt informatie van de OP door de familie en de verzorger ingevuld. Hierbij zijn soms inconsistenties gevonden m.b.t de geboortedatum (en dus ook de leeftijd) en het geslacht. Dit kwam 53 keer voor. Deze zijn op basis van inhoudelijke beslissingen gecorrigeerd eventueel i.c.m. registers (GBA). De volgende regels zijn daarbij gevolgd: - Als geslacht uit de GBA niet overeenkomt met het geslacht van 1 van de 2 vragenlijsten (maar wel met de ander), óf als geslacht bij een van de 2 vragenlijsten mist maar de ander komt wel overeen met de GBA, dan wordt aangenomen dat er een vergissing is 26

Informele Zorg 2014 Onderzoeksdocumentatie. Rapport. Auteurs Joeri Roels Nicole Braams

Informele Zorg 2014 Onderzoeksdocumentatie. Rapport. Auteurs Joeri Roels Nicole Braams Informele Zorg 2014 Onderzoeksdocumentatie Rapport Auteurs Joeri Roels Nicole Braams Projectnummer 300508 Informele Zorg 2014/2015 Divisie SER / Sector SAL / Taakgroep SDV 31-05-2015 kennisgeving De in

Nadere informatie

Rapport. Vrijetijdsomnibus Onderzoeksdocumentatie. Josien Knops Joeri Roels Reinder Banning

Rapport. Vrijetijdsomnibus Onderzoeksdocumentatie. Josien Knops Joeri Roels Reinder Banning Rapport Vrijetijdsomnibus 2016-2017 Onderzoeksdocumentatie Josien Knops Joeri Roels Reinder Banning Projectnummer 302144 29 augustus 2017 kennisgeving De in dit rapport weergegeven opvattingen zijn die

Nadere informatie

Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau

Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording In opdracht van: Sociaal en Cultureel Planbureau Date : 19 april 2010 Reference : 14280.PW.ND.mr GfK Panel Services Benelux is gecertificeerd voor het

Nadere informatie

Woningmarktmodule 2015 The making of.. CBS 7 April 2016

Woningmarktmodule 2015 The making of.. CBS 7 April 2016 Woningmarktmodule 2015 The making of.. CBS 7 April 2016 Programma 1. Achtergrond 2. Steekproefontwerp/ Weging/ Plausibiliteit 3. Vragenlijstontwerp 4. Dataverwerking 5. Afronding 3 Achtergrond Doel: Verzamelen

Nadere informatie

Rapport Responsverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2017/2018

Rapport Responsverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2017/2018 Rapport Responsverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2017/2018 w Moniek Coumans CBS Heerlen CBS-weg 11 6412 EX Heerlen Postbus 4481 6401 CZ Heerlen +31 45 570 60 00 www.cbs.nl

Nadere informatie

Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân

Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân Steekproef en werving van een representatief internetpanel Fries Sociaal Planbureau 2017 Versie 1.0 Datum: Juni 2017 Auteur: Miranda Visser en Henk Fernee Voor aanvullende

Nadere informatie

Sociale Domein Index 2016 Onderzoeksdocumentatie

Sociale Domein Index 2016 Onderzoeksdocumentatie Rapport Sociale Domein Index 2016 Onderzoeksdocumentatie Auteurs: Moniek Coumans Marleen Schulte Maaike Hersevoort Jo van Cruchten Divisie DVZ/Sector DVP & Divisie SER/ Sector SAL 1 februari 2017 CBS Heerlen

Nadere informatie

Onderzoeksverantwoording Dataverzameling Informele Zorg 2016

Onderzoeksverantwoording Dataverzameling Informele Zorg 2016 Nota Onderzoeksverantwoording Dataverzameling Informele Zorg 2016 Björn Janssen projectnummer 301523 1 februari 2017 samenvatting trefwoorden Onderzoeksverantwoording Dataverzameling IZG 2016, modes: cawi

Nadere informatie

Emancipatie Opinies 2016 (EMOP) Onderzoeksverantwoording

Emancipatie Opinies 2016 (EMOP) Onderzoeksverantwoording Emancipatie Opinies 2016 (EMOP) Onderzoeksverantwoording In opdracht van: Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) Kenmerk: 360054 Datum: mei 2016 Vertrouwelijk Alle rechten voorbehouden GfK Panel Services

Nadere informatie

Bijlage A Gebruikte databestanden

Bijlage A Gebruikte databestanden Jeugd met beperkingen. Rapportage gehandicapten 2006. S.E. Kooiker (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, maart 2006 Bijlage A Gebruikte databestanden Aanvullend voorzieningengebruik onderzoek

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Tijdsbestedingsonderzoek 2011/2012 Onderzoeksdocumentatie Versie 1.0 TBO 2011/2012 Onderzoeksdocumentatie Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 2 Doel, achtergrond en geschiedenis

Nadere informatie

Sociale Domein Index 2017 Onderzoeksdocumentatie

Sociale Domein Index 2017 Onderzoeksdocumentatie Rapport Sociale Domein Index 2017 Onderzoeksdocumentatie Auteurs: Moniek Coumans Josien Knops Jo van Cruchten Divisie DVZ/Sector DVP & Divisie SER/ Sector SAL 1 februari 2018 CBS Heerlen CBS-weg 11 6412

Nadere informatie

Memo. 6 januari aan Lotte Vermey cc van Vincent de Heij. onderwerp Steekproef voor het onderzoek Sociaal Vitaal Platteland 2014.

Memo. 6 januari aan Lotte Vermey cc van Vincent de Heij. onderwerp Steekproef voor het onderzoek Sociaal Vitaal Platteland 2014. aan Lotte Vermey cc van Vincent de Heij Memo onderwerp Steekproef voor het onderzoek Sociaal Vitaal Platteland 2014. 6 januari 2015 Introductie Voor het onderzoek Sociaal Vitaal Platteland 2014, dat het

Nadere informatie

Rapport Onderzoeksverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2014

Rapport Onderzoeksverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2014 Rapport Onderzoeksverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2014 w Moniek Coumans Josien Knops CBS Heerlen CBS-weg 11 6412 EX Heerlen Postbus 4481 6401 CZ Heerlen +31 45 570 60 00

Nadere informatie

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK VRIJWILLIGERSWERK EN CIVIL SOCIETY. Onderzoeksverantwoording

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK VRIJWILLIGERSWERK EN CIVIL SOCIETY. Onderzoeksverantwoording VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK VRIJWILLIGERSWERK EN CIVIL SOCIETY Onderzoeksverantwoording Dongen, januari 2003 Ond.nr.: 6168.kvdr/mv Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Methode van onderzoek

Nadere informatie

Rapport Onderzoeksverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2016

Rapport Onderzoeksverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2016 Rapport Onderzoeksverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2016 w Moniek Coumans Josien Knops CBS Heerlen CBS-weg 11 6412 EX Heerlen Postbus 4481 6401 CZ Heerlen +31 45 570 60 00

Nadere informatie

Dongen, april 2004 Ond.nr.: 7166.fdg/mv

Dongen, april 2004 Ond.nr.: 7166.fdg/mv VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK TOEKOMSTVERWACHTINGEN Onderzoeksverantwoording Dongen, april 2004 Ond.nr.: 7166.fdg/mv Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding... 2 2. Methode van onderzoek...

Nadere informatie

Rapport. Leefstijlmonitor Onderzoeksdocumentatie en Kwaliteitsrapportage. Auteurs: Frank Engelen Christianne Hupkens

Rapport. Leefstijlmonitor Onderzoeksdocumentatie en Kwaliteitsrapportage. Auteurs: Frank Engelen Christianne Hupkens Rapport Leefstijlmonitor 2017 Onderzoeksdocumentatie en Kwaliteitsrapportage Auteurs: Frank Engelen Christianne Hupkens Projectnummer 300418 Leefstijlmonitor Dataverzameling 8 juni 2018 kennisgeving De

Nadere informatie

Aanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen & ongevallen 2015 Onderzoeksdocumentatie. Auteurs: Frank Engelen Christianne Hupkens

Aanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen & ongevallen 2015 Onderzoeksdocumentatie. Auteurs: Frank Engelen Christianne Hupkens Aanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen & ongevallen 2015 Onderzoeksdocumentatie Auteurs: Frank Engelen Christianne Hupkens CBS Heerlen CBS-weg 11 6412 EX Heerlen Postbus 4481 6401 CZ Heerlen +31 45

Nadere informatie

Rapport. Persoonlijke Veiligheid Onderzoeksdocumentatie & kwaliteitsanalyse

Rapport. Persoonlijke Veiligheid Onderzoeksdocumentatie & kwaliteitsanalyse Rapport Persoonlijke Veiligheid 2017 Onderzoeksdocumentatie & kwaliteitsanalyse Harm Jan Boonstra Suzanne van der Doef Frank Engelen Daniëlle Groffen Bart Maas Joeri Roels Susanne de Witt Projectnummer

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module SCP - LEEFSITUATIE SLI

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module SCP - LEEFSITUATIE SLI PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE module SCP - LEEFSITUATIE 1997 DOCUMENTATIE Inhoudsopgave Trr197dc.doc 17-08-99 pagina 1 Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3

Nadere informatie

SCP Culturele Veranderingen 2010

SCP Culturele Veranderingen 2010 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Sociale en Ruimtelijke Statistieken SCP Culturele Veranderingen 2010 Onderzoeksdocumentatie Uitgevoerd in samenwerking met SCP Auteur(s): Jos Beckers (SAH) Sabine

Nadere informatie

Enquête Sociale Scheidslijnen

Enquête Sociale Scheidslijnen Enquête Sociale Scheidslijnen Veldwerkverslag Juni 2014 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Datum Juni 2014 Opdrachtgever Sociaal en Cultureel Planbureau Postbus 16.164

Nadere informatie

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar beroep en regio, pilot Barometer culturele diversiteit

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar beroep en regio, pilot Barometer culturele diversiteit Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar beroep en regio, 2015-2017 pilot Barometer culturele diversiteit CBS Januari 2019 Vragen over deze publicatie kunnen gestuurd worden aan het CBS onder

Nadere informatie

ONDERZOEKSVERANTWOORDING VAN HET ONDERZOEK OBSERVEREN BUREN VAN PRIJSWINNAARS IN DE POSTCODELOTERIJ

ONDERZOEKSVERANTWOORDING VAN HET ONDERZOEK OBSERVEREN BUREN VAN PRIJSWINNAARS IN DE POSTCODELOTERIJ VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEKSVERANTWOORDING VAN HET ONDERZOEK OBSERVEREN BUREN VAN PRIJSWINNAARS IN DE POSTCODELOTERIJ 2003-2006 In opdracht van: Rijksuniversiteit van Groningen Dongen,

Nadere informatie

Vrouwen In maatschappelijke Besluitvorming (VIB 2010) Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau

Vrouwen In maatschappelijke Besluitvorming (VIB 2010) Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau Vrouwen In maatschappelijke Besluitvorming (VIB 2010) Onderzoeksverantwoording In opdracht van: Sociaal en Cultureel Planbureau Datum: 20 augustus 2010 Referentie: 14665.PW/SD/ND GfK Panel Services Benelux

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp

Nadere informatie

Prioritering maatschappelijke vraagstukken

Prioritering maatschappelijke vraagstukken Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Prioritering maatschappelijke vraagstukken Veldwerkverantwoording

Nadere informatie

Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [ ]

Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [ ] Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [12-3-2018 ] 1. Inleiding Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid Straus een motie ingediend om een indicator voor de tevredenheid van werkgevers

Nadere informatie

Omnibusenquête deelrapport. Werk, zorg en inkomen

Omnibusenquête deelrapport. Werk, zorg en inkomen Omnibusenquête 2015 deelrapport Werk, zorg en inkomen Omnibusenquête 2015 deelrapport Werk, zorg en inkomen OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport WERK, ZORG EN INKOMEN Zoetermeer, 25 januari 2016 Gemeente Zoetermeer

Nadere informatie

Onderzoek Culturele Veranderingen in Nederland 2006

Onderzoek Culturele Veranderingen in Nederland 2006 /> I Onderzoek Culturele Veranderingen in Nederland 2006 24 augustus 2006, projectnummer Intomart GfK (13.849) Instructies Geachte interview(st)er, Hierbij treft u het materiaal voor het onderzoek aan.

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Jongeren JONG

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Jongeren JONG PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE module Jongeren 1997 DOCUMENTATIE versie 1 Inhoudsopgave Jon197dc.doc pagina 1 Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever

Nadere informatie

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016 Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch Nulmeting 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Juli 2016 Samenvatting De gemeente s-hertogenbosch vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met Wmoondersteuning

Nadere informatie

SCP Culturele Veranderingen 2008

SCP Culturele Veranderingen 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Sociale en Ruimtelijke Statistieken SCP Culturele Veranderingen 2008 Onderzoeksdocumentatie Uitgevoerd in samenwerking met SCP Auteur(s): Jos Beckers (SAH) Björn

Nadere informatie

Onderzoeksdocumentatie LWW 2007

Onderzoeksdocumentatie LWW 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Sociale en Ruimtelijke Statistieken Sector Ontwikkeling en Ondersteuning Postbus 4481 6401 CZ Heerlen Onderzoeksdocumentatie LWW 2007 Kennisgeving: De in dit

Nadere informatie

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK IN DE WIJK DE STRIJP Onderzoeksverantwoording Dongen, mei 2001 Ond.nr.: 3444.kvdr/mv Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Methode van onderzoek 3. De steekproef

Nadere informatie

Patiëntregistratie. 9.1 Inleiding. 9.2 Variabelen en meetinstrumenten

Patiëntregistratie. 9.1 Inleiding. 9.2 Variabelen en meetinstrumenten 9 Patiëntregistratie 9.1 Inleiding 81 In dit hoofdstuk wordt de patiëntregistratie beschreven. De patiëntregistratie is een van de zes gegevensverzamelingsmodules van de Tweede Nationale Studie. Het doel

Nadere informatie

Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel

Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel Meting 2016 Juli 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente s-hertogenbosch Samenvatting De gemeente Boxtel vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met

Nadere informatie

Documentatierapport Leefsituatie werkenden-niet werkenden (LWW-EU) 2007V1

Documentatierapport Leefsituatie werkenden-niet werkenden (LWW-EU) 2007V1 Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek Documentatierapport Leefsituatie werkenden-niet werkenden (LWW-EU) 2007V1 Datum: 14 december 2009 Bronvermelding Publicatie van uitkomsten

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek!" ##

Centraal Bureau voor de Statistiek! ## Centraal Bureau voor de Statistiek!" ## Projectnummer: BPA-nummer: Datum: 1 maart 2013 1. Doorontwikkeling van Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) naar Veiligheidsmonitor (VM) 1.1 Inleiding Gedurende de

Nadere informatie

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Ter Zake Het Ondernemershuis

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Ter Zake Het Ondernemershuis Omnibusenquête 2015 deelrapport Ter Zake Het Ondernemershuis Omnibusenquête 2015 deelrapport Ter Zake Het Ondernemershuis OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport TER ZAKE HET ONDERNEMERSHUIS Zoetermeer, 15 februari

Nadere informatie

Prioritering maatschappelijke vraagstukken

Prioritering maatschappelijke vraagstukken Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Prioritering maatschappelijke vraagstukken Veldwerkverantwoording

Nadere informatie

Het arbeidsaanbod van laagopgeleide vrouwen vanuit een economisch en sociologisch perspectief. A Gebruikte databestanden... 2

Het arbeidsaanbod van laagopgeleide vrouwen vanuit een economisch en sociologisch perspectief. A Gebruikte databestanden... 2 BIJLAGEN Het werken waard Het arbeidsaanbod van laagopgeleide vrouwen vanuit een economisch en sociologisch perspectief A Gebruikte databestanden... 2 B Bijlage bij hoofdstuk 4... 3 C Bijlage bij hoofdstuk

Nadere informatie

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Centraalzorg Vallei en Heuvelrug. Zorg Thuis Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Centraalzorg Vallei en Heuvelrug. Zorg Thuis Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker Rapport Cliëntervaringsonderzoek Centraalzorg Vallei en Heuvelrug Zorg Thuis Verslagjaar 2016 Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker Bureau De Bok is CQ-geaccrediteerd door het CIIO 1 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Tabel B14.1 Populatie volgens Kamer van Koophandel Bedrijfsgrootte Sectoren

Tabel B14.1 Populatie volgens Kamer van Koophandel Bedrijfsgrootte Sectoren Tabel B14.1 Populatie volgens Kamer van Koophandel Sectoren 1-9 10-49 50+ Landbouw 58.303 1.435 84 Voedingsmiddelenindustrie 2.720 718 236 Houtindustrie 378 15 0 Grafische industrie 2.731 400 69 Chemische

Nadere informatie

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Hof en Hiem totaalrapportage alle locaties. PG-vertegenwoordigers Verslagjaar 2014

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Hof en Hiem totaalrapportage alle locaties. PG-vertegenwoordigers Verslagjaar 2014 1 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Hof en Hiem totaalrapportage alle locaties PG-vertegenwoordigers Verslagjaar 2014 Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Kenmerken

Nadere informatie

Opzet van het onderzoek. A.1 Achtergrond van het AVP. A.2 Beoogde onderzoekspopulatie

Opzet van het onderzoek. A.1 Achtergrond van het AVP. A.2 Beoogde onderzoekspopulatie Bijlage A Opzet van het onderzoek Arbeidsmarkt in kaart: werkgevers 2017 beschrijft de ontwikkelingen in de opvattingen en het personeelsbeleid van werkgevers ten aanzien van een aantal actuele beleidsthema

Nadere informatie

Enquête Welzijn en ervaringen op het werk

Enquête Welzijn en ervaringen op het werk Enquête Welzijn en ervaringen op het werk Veldwerkverslag Januari 2013 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Datum Januari 2013 Opdrachtgever Sociaal en Cultureel Planbureau

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Gezondheid en Arbeid

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Gezondheid en Arbeid PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE module Gezondheid en Arbeid 2000 DOCUMENTATIE pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek ONDERZOEKSVERANTWOORDING WOON 2009, Divisie Pilot Dataverzameling Sector Dataverzameling

Centraal Bureau voor de Statistiek ONDERZOEKSVERANTWOORDING WOON 2009, Divisie Pilot Dataverzameling Sector Dataverzameling Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Pilot Dataverzameling Sector Dataverzameling ONDERZOEKSVERANTWOORDING WOON 2009, DATAVERZAMELING WONINGMARKTMODULE Versie: 2.1 Status: Eindrapportage Projectnummer:

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Heup-/Knieoperatie

Werkinstructies voor de CQI Heup-/Knieoperatie Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond een vervangende heupof knieoperatie te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst

Nadere informatie

Culturele Veranderingen 2012 Onderzoeksdocumentatie. Rapport. Moniek Coumans Josien Knops

Culturele Veranderingen 2012 Onderzoeksdocumentatie. Rapport. Moniek Coumans Josien Knops Culturele Veranderingen 2012 Onderzoeksdocumentatie Rapport Moniek Coumans Josien Knops Projectnummer 210436 Dataverzameling/ Sector Inkomen Arbeid en Sociale samenhang (SAL) 30 augustus 2013 kennisgeving

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Mammacare

Werkinstructies voor de CQI Mammacare Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de ervaren kwaliteit van zorg rondom het onderzoek en/of behandeling van een goedaardige of kwaadaardige borstafwijking

Nadere informatie

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3 Rapportage Burgerpanel meting 3: Juni 2013 In opdracht van: Contactpersoon: Gemeente Horst aan de Maas Dhr. F. Geurts Utrecht, juli 2013 DUO Market Research drs. Aart van Grootheest drs. Marjan den Ouden

Nadere informatie

Evaluatie Parkeerregeling Den Haag Transvaal en Schilderswijk 2016

Evaluatie Parkeerregeling Den Haag Transvaal en Schilderswijk 2016 Evaluatie Parkeerregeling Den Haag Transvaal en Schilderswijk 2016 Gebiedscode 32, sub-gebied 1 Haagse Markt e.o. (Transvaal). Meningspeiling onder bewoners en belanghebbenden In opdracht van: Gemeente

Nadere informatie

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport STUDENTENHUISVESTING Zoetermeer, 9 december 2015 Gemeente Zoetermeer

Nadere informatie

Splitsing 'PGB voor Wmo en Jeugdwet' in gemeentebegrotingen 2015 o.b.v. SVB-data

Splitsing 'PGB voor Wmo en Jeugdwet' in gemeentebegrotingen 2015 o.b.v. SVB-data Nota Splitsing 'PGB voor Wmo en Jeugdwet' in gemeentebegrotingen 2015 o.b.v. SVB-data projectnummer 17 december 2015 samenvatting trefwoorden Inleiding Het totaal Persoonsgebonden budget (PGB) voor Wmo

Nadere informatie

Omnibusenquête deelrapport. Zoetermeer FM

Omnibusenquête deelrapport. Zoetermeer FM Omnibusenquête 2015 deelrapport Zoetermeer FM Omnibusenquête 2015 deelrapport Zoetermeer FM OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport ZOETERMEER FM Zoetermeer, 18 december 2015 Gemeente Zoetermeer Afdeling Juridische

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Jeugdgezondheidszorg

Werkinstructies voor de CQI Jeugdgezondheidszorg Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI JGZ bedoeld? De CQI Jeugdgezondheidzorg (CQI JGZ) is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond de jeugdgezondheidzorg te meten vanuit het perspectief

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE 2004 DOCUMENTATIE Rep04_wsa_dc.doc pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4

Nadere informatie

Vraag naar Arbeid 2015

Vraag naar Arbeid 2015 Bijlage A: Opzet van het onderzoek Auteurs Patricia van Echtelt Roelof Schellingerhout Marian de Voogd-Hamelink Bijlage A. Opzet van het onderzoek Het rapport Vraag naar Arbeid 2015 beschrijft de ontwikkelingen

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Werkinstructie Het opschonen van data bij schriftelijke en of online dataverzameling

Werkinstructie Het opschonen van data bij schriftelijke en of online dataverzameling Werkinstructie Het opschonen van data bij schriftelijke en of online dataverzameling Versie: 2.0 Datum: 15-09-2013 Code: WIS 06.01 Eigenaar: KI 1. Inleiding In deze werkinstructie staan de richtlijnen

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in de huisartspraktijk tijdens kantooruren te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst

Nadere informatie

1. Aanlevering databestanden CQI Farmacie 2016

1. Aanlevering databestanden CQI Farmacie 2016 Memo Aan Meetbureaus die willen gaan meten met de CQI Farmacie voor de landelijke benchmark 2016 Afzender dr. ir. M.H. (Maarten) Batterink Datum Barneveld, 11 november 2015 Significant Thorbeckelaan 91

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE 2001 DOCUMENTATIE Rep01_wsa_dc.doc pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4

Nadere informatie

OViN continu in beweging: Beter bereikbaar via web, telefoon of face-to-face

OViN continu in beweging: Beter bereikbaar via web, telefoon of face-to-face OViN continu in beweging: Beter bereikbaar via web, telefoon of face-to-face Ilona Bouhuijs-Bos Centraal Bureau voor de Statistiek dbos@cbs.nl Coen van Heukelingen Centraal Bureau voor de Statistiek chkn@cbs.nl

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Jongeren

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Jongeren PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE module Jongeren 2003 DOCUMENTATIE versie 1 pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4 Historie

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Dataverzamelingsmethoden voor surveyonderzoek

Hoofdstuk 9. Dataverzamelingsmethoden voor surveyonderzoek Hoofdstuk 9 Dataverzamelingsmethoden voor surveyonderzoek Voordelen van surveys Standaardisering Eenvoudige toepasbaarheid Mogelijkheid om het onzichbare op het spoor te komen Geschiktheid voor statistische

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Aanvullend Voorzieningengebruik Onderzoek (AVO) Onderzoeksdocumentatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Aanvullend Voorzieningengebruik Onderzoek (AVO) Onderzoeksdocumentatie Centraal Bureau voor de Statistiek Aanvullend Voorzieningengebruik Onderzoek (AVO) 2007 Onderzoeksdocumentatie Onderzoekspartners In deze rapportage zijn de belangrijkste achtergrondgegevens opgenomen

Nadere informatie

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus'

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Aansluiting mbo-opleidingen op de arbeidsmarkt gev16-0731mr/bes_alg 1 1. Inleiding Aanleiding en achtergrond onderzoek Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Reumatoïde Artritis

Werkinstructies voor de CQI Reumatoïde Artritis Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de ervaren kwaliteit van reumazorg te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden gebruikt

Nadere informatie

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Versie 1.0.0 Drs. J.J. Laninga juni 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde cliëntervaringsonderzoek

Nadere informatie

box-tial Stuk ter kennisname Onderwerp Voorstel Samenvatting Vervolg Bijlagen meewerkend

box-tial Stuk ter kennisname Onderwerp Voorstel Samenvatting Vervolg Bijlagen meewerkend meewerkend box-tial Stuk ter kennisname Datum: 28 juni 2017 Registratienummer: 28 juni 2017 Portefeuillehouder: Contactpersoon: S. van Vlerken, S.v.VIerken@MijnGemeenteDichtbij.nl, 0411-655391. Onderwerp

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Jeugd. Gemeente Bloemendaal. 5 oktober 2016 V1.0

Cliëntervaringsonderzoek Jeugd. Gemeente Bloemendaal. 5 oktober 2016 V1.0 Cliëntervaringsonderzoek 2015 Jeugd Gemeente Bloemendaal 5 oktober 2016 V1.0 Inhoudsopgave Doelstelling Blz. 3 Werkwijze Blz. 4 Onderzoeksdoelgroep Blz. 5 Resultaten cliëntervaringsonderzoek Blz. 6 Toegang

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Vrijwillige inzet 2008

Vrijwillige inzet 2008 08 Vrijwillige inzet 2008 Marieke van Herten Publicatiedatum CBS-website: 29 april 2009 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien voorkomend

Nadere informatie

Monitoren of dit wordt uitgevoerd

Monitoren of dit wordt uitgevoerd Protocol dataverzameling CQI Naasten op de Intensive Care schriftelijke en digitale versie Taken en verantwoordelijkheden onderzoeker/kwaliteitsmedewerker Versie voor CQI-vragenlijst 5.0 Oktober 2014 Taken

Nadere informatie

Handleiding helpdesk. Datum: 08-10-2014 Versie: 1.0 Auteur: Inge van Sark

Handleiding helpdesk. Datum: 08-10-2014 Versie: 1.0 Auteur: Inge van Sark Datum: 08-10-2014 Versie: 1.0 Auteur: Inge van Sark Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Beheer helpdesk... 3 1.1. Settings... 3 1.2. Applicaties... 4 1.3. Prioriteiten... 5 1.4. Gebruik mailtemplates...

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Verpleging, Verzorging en Thuiszorg CQI VV&T (VV-ZT) Werkinstructies voor CQI Zorg thuis voor de landelijke meting

Werkinstructies voor de CQI Verpleging, Verzorging en Thuiszorg CQI VV&T (VV-ZT) Werkinstructies voor CQI Zorg thuis voor de landelijke meting Werkinstructies voor CQI Zorg thuis voor de landelijke meting 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Zorg Thuis bedoeld? De CQI Zorg Thuis is bedoeld om de kwaliteit van zorg te meten zoals die wordt waargenomen

Nadere informatie

Microdata Services. Documentatie Personen met een toegekend PGB voor AWBZ- of Wlz-zorg (PGBAWBZTAB)

Microdata Services. Documentatie Personen met een toegekend PGB voor AWBZ- of Wlz-zorg (PGBAWBZTAB) Documentatie Personen met een toegekend PGB voor AWBZ- of Wlz-zorg (PGBAWBZTAB) Datum: 11 juli 2018 Bronvermelding Publicatie van uitkomsten geschiedt door de onderzoeksinstelling of de opdrachtgever op

Nadere informatie

Hartstikke goed werk!

Hartstikke goed werk! Hartstikke goed werk! Mate van tevredenheid bij huurders die gebruik maken van de Huurteams Amsterdam Onderzoeksverslag december, Stedelijk Bureau Wijksteunpunten Wonen Inhoud Tevredenheidsmeting huurteams

Nadere informatie

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Eilandzorg Schouwen-Duiveland Zierikzee. Hulp bij het Huishouden

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Eilandzorg Schouwen-Duiveland Zierikzee. Hulp bij het Huishouden 0 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Eilandzorg Schouwen-Duiveland Zierikzee Hulp bij het Huishouden Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker Verslagjaar 2014 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Gemiddelde

Nadere informatie

Centrum voor Beleidsstatistiek en Microdata Services

Centrum voor Beleidsstatistiek en Microdata Services Centrum voor Beleidsstatistiek en Microdata Services Documentatierapport Kenmerken van verhuizingen binnen Nederland van personen die in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA) ingeschreven

Nadere informatie

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg Enschede, 13 juli 2004 WD/04/1774/ebt ir. G. Vernhout drs. W. Dragt Inhoudsopgave

Nadere informatie

Onderzoektechnische verantwoording. Opinieonderzoek Solidariteit

Onderzoektechnische verantwoording. Opinieonderzoek Solidariteit Onderzoektechnische verantwoording Opinieonderzoek Solidariteit Project 18917 / mei 2013 Een onderzoek in opdracht van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, te Den Haag. AUTEURSRECHT MARKETRESPONSE

Nadere informatie

Rapport Tijdsbestedingsonderzoek 2016: Onderzoeksdocumentatie en Kwaliteitsrapportage

Rapport Tijdsbestedingsonderzoek 2016: Onderzoeksdocumentatie en Kwaliteitsrapportage Rapport Tijdsbestedingsonderzoek 2016: Onderzoeksdocumentatie en Kwaliteitsrapportage Judit Arends Ingeborgh Hofman Josien Knops Rianne Kloosterman Datum: 10 augustus 2017 Projectnummer 301049 Divisie

Nadere informatie

Rapport Tijdsbestedingsonderzoek 2016: Onderzoeksdocumentatie en Kwaliteitsrapportage

Rapport Tijdsbestedingsonderzoek 2016: Onderzoeksdocumentatie en Kwaliteitsrapportage Rapport Tijdsbestedingsonderzoek 2016: Onderzoeksdocumentatie en Kwaliteitsrapportage Judit Arends Ingeborgh Hofman Josien Knops Rianne Kloosterman Datum: 10 augustus 2017 Projectnummer 301049 Divisie

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE (POLS) module SCP LEEFSITUATIE / EUROPEAN WELFARE SURVEY SLI/EWS

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE (POLS) module SCP LEEFSITUATIE / EUROPEAN WELFARE SURVEY SLI/EWS PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE (POLS) module SCP LEEFSITUATIE / EUROPEAN WELFARE SURVEY SLI/EWS 2002 DOCUMENTATIE pagina 1 pagina 2 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Verpleging, Verzorging en Thuiszorg CQI VV&T (VV-PG)

Werkinstructies voor de CQI Verpleging, Verzorging en Thuiszorg CQI VV&T (VV-PG) Werkinstructies voor CQI Vertegenwoordigers van Bewoners van Verpleeg- en Verzorgingshuizen voor de landelijke meting 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Vertegenwoordigers van Bewoners bedoeld? De CQI

Nadere informatie

in Nederland 2010 Onderzoeksbeschrijving11 Publicatiedatum CBS-website: 14 september 2011 Den Haag/Heerlen

in Nederland 2010 Onderzoeksbeschrijving11 Publicatiedatum CBS-website: 14 september 2011 Den Haag/Heerlen 0 verplaatsingen in Nederland 2010 Onderzoeksbeschrijving11 Publicatiedatum CBS-website: 14 september 2011 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig

Nadere informatie

Aanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen en Ongevallen 2015

Aanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen en Ongevallen 2015 Aanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen en Ongevallen 2015 Vergelijking met de Gezondheidsenquête Auteurs: Christianne Hupkens (CBS) Marieke Hiemstra (RIVM) Ellen de Hollander (RIVM) De Gezondheidsenquête

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...

Nadere informatie

Burgerpeiling Discriminatie

Burgerpeiling Discriminatie Burgerpeiling Discriminatie Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : Marije Hofland Telefoonnummer : 0570-69 3317 Mail : m.hofland@deventer.nl 1 Inleiding De Gemeente Deventer voert om de twee jaar een

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Ten Boer Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Inhoud... 1 2.8 Effect van de ondersteuning... 11 3. Conclusie... 13

Nadere informatie

Resultaten van het klanttevredenheidsonderzoek over de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in de gemeente Sint Anthonis in

Resultaten van het klanttevredenheidsonderzoek over de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in de gemeente Sint Anthonis in Resultaten van het klanttevredenheidsonderzoek over de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in de gemeente Sint Anthonis in 2013 Gemeente Sint Anthonis Afdeling Sociale Zaken April

Nadere informatie

Onderzoek Klanttevredenheid Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Gemeente Noord-Beveland. Wmo-monitor 2014

Onderzoek Klanttevredenheid Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Gemeente Noord-Beveland. Wmo-monitor 2014 Onderzoek Klanttevredenheid Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Gemeente Noord-Beveland Wmo-monitor 2014 Middelburg, maart 2015 Onderzoek Klanttevredenheid Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Spataderen

Werkinstructies voor de CQI Spataderen Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond spataderen te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden gebruikt

Nadere informatie

in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA) ingeschreven staan..

in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA) ingeschreven staan.. Documentatierapport Kenmerken van verhuizingen binnen Nederland van personen die in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA) ingeschreven staan. (GBAADRESGEBEURTENISBUS) Datum:12 april

Nadere informatie