Sociale Domein Index 2017 Onderzoeksdocumentatie
|
|
- Barbara de Veen
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Rapport Sociale Domein Index 2017 Onderzoeksdocumentatie Auteurs: Moniek Coumans Josien Knops Jo van Cruchten Divisie DVZ/Sector DVP & Divisie SER/ Sector SAL 1 februari 2018
2 CBS Heerlen CBS-weg EX Heerlen Postbus CZ Heerlen De in dit rapport weergegeven opvattingen zijn die van de auteur(s) en komen niet noodzakelijk overeen met het beleid van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
3 Inhoudsopgave 1. Inleiding Doel van dit document Definities, acroniemen en afkortingen 4 2. Doel, achtergrond en geschiedenis van het onderzoek 5 3. Dataverzameling Steekproef Vragenlijstontwikkeling Instructie Benaderingsstrategie Uitvoering veldwerk Verwerken (dataprocessing) Inleiding Invoerdata, uniformeren en controleren Verrijken Kwaliteit en weging Afbakenen statistische respons en nonresponsanalyse Steekproef- en responsverantwoording Selectiviteit van de respons naar achtergrondkenmerken R-indicatoren Weging Plausibiliteitsanalyse Vergelijking SDI editie 2017 met eerdere edities Andere bronnen Weging Imputaties achtergrondkenmerken bij ontbrekende of onbekende waarden Weging Opgeleverde producten Microbestanden Statistische beveiliging 41 Referenties 42 Sociale Domein Index 3
4 1. Inleiding 1.1 Doel van dit document In dit document wordt verslag gedaan van het onderzoek Sociale Domein Index (SDI), editie De voorbereiding, dataverzameling, verwerking en kwaliteitsanalyses van de gegevens worden beschreven. Daarnaast dient dit document als naslagwerk voor onderzoekers die meer inzicht wensen in de achtergrond van het onderzoek en in het tot stand komen van de analysebestanden. 1.2 Definities, acroniemen en afkortingen Begrip BZK SCP SDI CvB CAWI CATI CAPI BRP CCI WMO DVZ SER SAL SSB Omschrijving Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Sociaal en Cultureel Planbureau Sociaal Domein Index Centrum voor Beleidsstatistiek Computer Assisted Web Interviewing Computer Assisted Telephone Interviewing Computer Assisted Personal Interviewing Basisregistratie Personen Contact Center Inbound Wet Maatschappelijke Ondersteuning Dataverzameling Sociaal-Economische en Ruimtelijke statistieken Sector Arbeid Inkomen en Leefsituatie Sociaal Statistisch Bestand Sociale Domein Index 4
5 2. Doel, achtergrond en geschiedenis van het onderzoek In een brief aan de Tweede Kamer van 18 oktober 2013, stelt de minister van BZK zich als coördinerend minister bestuurlijk verantwoordelijk voor drie decentralisatieprojecten in het sociale domein, te weten: participatie, jeugd en ondersteuning. De decentralisaties moeten de rol van gemeenten versterken om burgers te ondersteunen en meer te laten participeren in de maatschappij. Het ministerie van BZK koppelt hieraan een intensief monitoring traject. Deze monitoring moet de Tweede Kamer informeren over de behaalde resultaten en het kabinet inzicht bieden in het functioneren van het stelsel, zodat het kan worden aangepast, indien het stelsel niet tot de juiste resultaten leidt. Hiervoor wilde het ministerie van BZK onder meer een zogenaamde sociale domeinindex ontwikkelen, die moet aangeven in welke mate de situatie van burgers op het sociale domein verbetert of verslechtert. Het ministerie van BZK heeft het SCP opdracht gegeven hiervoor een voorstel te ontwikkelen. CBS heeft vervolgens voor de jaren 2015, 2016 en 2017 de doelpopulatie samengesteld, de steekproef getrokken, de dataverzameling uitgevoerd en een bestand opgeleverd aan het SCP. Deze documentatie doet verslag van de Sociaal Domein Index (SDI), editie De sociale domeinindex wordt gebaseerd op het leefsituatiemodel dat gebruikt wordt om de Sociale Staat van Nederland in beeld te brengen. Aan deze personen wordt een vragenlijst voorgelegd, waarin de centrale concepten uit het leefsituatiemodel worden gemeten. Het leefsituatiemodel moet antwoord geven op de volgende vragen: Wat is de relatie tussen kwetsbaarheid en de problemen die burgers ondervinden op het sociale domein, wie hebben daar meer en wie minder mee te maken, hoe lossen mensen hun problemen op en welke rol spelen eigen netwerken en gemeentelijke voorzieningen daarin? Er worden daarbij 5 doelgroepen onderscheiden, te weten: 1. Personen met alleen participatie voorzieningen; 2. Personen met alleen jeugdzorgvoorzieningen; 3. Personen met alleen WMO thuis voorzieningen; 4. Personen uit een huishouden met meer dan één voorziening op het gebied van participatie, jeugdzorg of WMO-thuis; 5. Personen die geen gebruik maken van participatie- of WMO-thuisvoorzieningen en niet juridisch ouder zijn van een kind dat jeugdvoorzieningen gebruikt én die lid zijn van een huishouden dat of geen gebruik maakt van een sociale domeinvoorziening of dat alleen één soort sociale domein publieke voorzieningen gebruikt. Het doel van de sociaal domeinindex is om jaarlijks aan te kunnen geven hoe burgers er voor staan in het sociaal domein. Het gaat om een samengestelde index die het mogelijk maakt uitspraken te doen in relatie tot de doelstellingen van de WMO, de Jeugdwet en de Participatiewet, binnen de context van de leefsituatie van burgers. Ook kan worden nagegaan welke bevolkingsgroepen er meer en welke er minder op vooruit gaan. De opdracht voor dit onderzoek werd eind 2014 verstrekt. Zowel in 2015 als in 2016 is het onderzoek uitgevoerd. Het gewogen en verrijkte eindbestand daarvoor werd in 2015 medio februari 2016 opgeleverd en in 2016 gebeurde dit medio december De steekproef voor de editie van 2017 is getrokken in het voorjaar van dat jaar en het veldwerk heeft gelopen van augustus tot en met september Begin november 2018 is een tussenbestand aangeleverd Sociale Domein Index 5
6 en medio december 2017 is een eindbestand opgeleverd met daarin de verrijkingen uit de registers, een persoonsgewicht en een huishoudensgewicht. Sociale Domein Index 6
7 3. Dataverzameling Het veldwerk van SDI, editie 2017, werd uitgevoerd van 18 mei 2017 tot en met 30 september In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de steekproeftrekking, de vragenlijstontwikkeling, opleiding en instructie, benaderingsstrategie en de veldwerkresultaten. 3.1 Steekproef Doelpopulatie De doelpopulatie voor het onderzoek bestaat uit inwoners van Nederland van 18 jaar en ouder die niet in instellingen of instituties wonen. Dit is geoperationaliseerd als alle personen die in maart 2017 ingeschreven zijn in de Basisregistratie van Personen (BRP), op 1 januari jaar of ouder zijn en deel uitmaken van een particulier huishouden. Voor de Jeugdzorg is de doelpopulatie de juridische ouder van één of meer minderjarige kinderen die jeugdvoorzieningen gebruiken Steekproefkader en steekproefontwerp Voor SDI 2017 wordt een steekproef van personen getrokken uit het Basisregistratie Personen (BRP). De BRP wordt voor SDI 2017 verrijkt met informatie uit de Stapelingsmonitor 2015 over een aantal specifieke doelgroepen. Deze doelgroepen en de bijbehorende stratumindeling zijn hetzelfde als in 2015 en 2016: Stratum 1. Personen die zelf participatievoorzieningen gebruiken en die lid zijn van een huishouden dat alleen participatievoorzieningen gebruikt. Stratum 2. Personen die juridisch ouder zijn van één of meerdere minderjarige kinderen die jeugdvoorzieningen gebruiken en die lid zijn van een huishouden dat alleen jeugdvoorzieningen gebruikt. Het minderjarige kind hoeft niet bij de juridische ouder te wonen. Stratum 3. Personen die zelf WMO-thuisvoorzieningen gebruiken en die lid zijn van een huishouden dat alleen WMO-thuisvoorzieningen gebruikt. Stratum 4. Personen uit multiprobleemhuishoudens. Die bestaan uit: a. personen die zelf alleen participatievoorzieningen gebruiken, en die lid zijn van een huishouden dat meer dan één soort publieke voorzieningen gebruikt. b. personen die juridisch ouder zijn van een of meerdere minderjarige kinderen die jeugdvoorzieningen gebruiken, en die lid zijn van een huishouden dat meer dan één soort publieke voorzieningen gebruikt. c. personen die zelf alleen WMO-thuisvoorzieningen gebruiken en die lid zijn van een huishouden dat meer dan één soort publieke voorzieningen gebruikt. d. personen die zelf meer dan één soort publieke voorzieningen gebruiken. e. personen die zelf geen publieke voorzieningen gebruiken, maar die lid zijn van een huishouden dat meer dan één soort publieke voorzieningen gebruikt. Sociale Domein Index 7
8 Stratum 5. Personen die zelf geen publieke voorzieningen gebruiken en die lid zijn van een huishouden dat of geen publieke voorzieningen gebruikt of dat alleen één soort publieke voorzieningen gebruikt. Bij het vaststellen van het aantal te benaderen personen wordt gebruik gemaakt van de volgende randvoorwaarden: - Een minimum responsaantal van 1000 voor elk van de 5 strata; - Een design met vaste omvangen per maand voor de cati- en capi-uitzet; - Waarneming in drie perioden waarbij de derde periode qua uitzet twee keer zo groot is als de twee eerste perioden; - Inzet van voorwaardelijke kansincentives. SDI 2017 wordt in dezelfde maanden van het jaar waargenomen als SDI In tegenstelling tot SDI 2016 wordt bij SDI 2017 gebruik gemaakt van voorwaardelijke kansincentives. Daarnaast wordt een nieuwe leverancier van telefoonnummers ingezet. De cawi-, cati- en capi-responskans is geschat op basis van de gerealiseerde responspercentages van SDI Voor de cawi-respons kans is hierbij nog 5 procentpunt opgeteld, als schatting van het effect van de inzet van de voorwaardelijke kansincentives. Het percentage van de herbenaderbare non-respons waarvoor een telefoonnummer bekend is, is ook geschat op basis van de realisatiecijfers van SDI Per doelgroep is 10 procentpunt opgeteld bij het gerealiseerde percentage voor SDI 2016 als schatting van het effect van de tweede telefoonnummerleverancier. Zie tabel voor een overzicht. Tabel Responsfracties, weigerfractie en telefoonbezit fractie naar stratum, schattingen SDI 2017 Stratum 1 Stratum 2 Stratum 3 Stratum 4 Stratum 5 Participatie Jeugdzorg WMO Combi Geen respons cawi t.o.v. uitzet cawi 0,23 0,30 0,23 0,21 0,37 weigering cawi t.o.v. uitzet cawi 0,05 0,01 0,13 0,05 0,03 telbezit t.o.v. herbenaderbare nonrespons 0,50 0,77 0,78 0,57 0,71 respons cati t.o.v. uitzet cati 0,22 0,40 0,47 0,28 0,36 respons capi t.o.v. uitzet capi 0,34 0,46 0,57 0,46 0,38 overall respons 0,43 0,59 0,55 0,48 0,59 De benodigde cawi-uitzet en bijbehorende cati- en capi-uitzet is in eerste instantie per stratum zo berekend dat de verwachte respons gelijk is aan 1000, dat wil zeggen dat de cawi-uitzet gelijk is aan 1000 gedeeld door het overall responspercentage. De verwachte capi- en cati-uitzet zijn dan te berekenen met de schattingen van de responspercentages, weigerpercentage en het percentage personen waarvan het telefoonnummer bekend is. Met deze steekproefomvang zou in 50% van de keren dat we de steekproef uitzetten het gewenste responsaantal van 1000 niet gehaald worden. Om meer zekerheid te hebben dat de gewenste respons van 1000 per stratum wel gehaald wordt, is vervolgens de cawi-uitzet verhoogd met een factor 1,11 bij gelijk gehouden cati- en capi-uitzet. In tabel is per portie en per stratum aangegeven wat de omvang van de te trekken steekproef en de uit te zetten aantallen voor cawi-, cati- en capi-waarneming zijn. Sociale Domein Index 8
9 Tabel Uitzet naar doelgroep, maand en mode, SDI 2017 Stratum 1: Stratum 2: Stratum 3: Stratum 4: Stratum 5: Totaal: Mei Juni Juli Augustus September Totaal Uitzet cawi Uitzet cati Uitzet capi Uitzet cawi Uitzet cati Uitzet capi Uitzet cawi Uitzet cati Uitzet capi Uitzet cawi Uitzet cati Uitzet capi Uitzet cawi Uitzet cati Uitzet capi Uitzet cawi Uitzet cati Uitzet capi Verwacht wordt dat 49,2% van de eenheden respondeert. Deze 49,2% is als volgt opgebouwd. Van de gehele steekproef respondeert naar verwachting 26,3% via cawi en 5,4% geeft aan niet herbenaderd te willen worden. De herbenadere non-respons van de internetwaarneming wordt naar verwachting met 9,9% uitgedund voorafgaand aan de uitzet voor cati- en capiwaarneming. Bij 64,6% van de herbenaderbare respons wordt een telefoonnummer gevonden. Bij cati verwachten we een responskans van 34,8%. Voor de overige 35,4%, waarbij geen telefoonnummer wordt gevonden respondeert naar verwachting 41,6% bij capi. De totale steekproef uitzet is personen. De cati-steekproef is gelijk aan personen en bij capi is dit personen. Verwacht wordt dat via cawi responsen gehaald worden, via cati en via capi 974 voor een totale verwachte respons van personen. De steekproef wordt verdeeld over drie porties. De steekproef wordt dusdanig verdeeld over deze porties dat een kwart terechtkomt in de eerste portie, een kwart in de tweede portie en de helft in de derde portie. Zowel de eerste als de tweede portie bedraagt dan eenheden. De derde portie bedraagt eenheden. Sociale Domein Index 9
10 3.1.3 Steekproefbewerking Bij het vaststellen van de aantallen voor SDI 2017 te benaderen personen, is gebruik gemaakt van de volgende randvoorwaarden: - Een minimum van responsen per stratum; - Vaste aantallen via cati en capi te benaderen personen per maand en per stratum; - Waarneming in drie periodes, waarbij de laatste van gelijke omvang is als de eerste twee samen; - Inzet van voorwaardelijke kansincentives. De cawi-responskansen per stratum werden geschat op de bij SDI 2016 gerealiseerde percentages plus 5 procentpunten vanwege de inzet van voorwaardelijke kansincentives. Het aandeel personen in de herbenaderbare cawi-nonrespons waarvan een telefoonnummer bekend was, werd per stratum geschat op het aandeel zoals bij SDI 2016 plus 10 procentpunten vanwege de diensten van een tweede telefoonnummerleverancier. De overige percentages (actieve weigering op de cawi-uitzet, en cati- en capi-responskansen) werden onveranderd geschat op de bij SDI 2016 gerealiseerde percentages. In eerste instantie zijn de totale aantallen via cawi, cati en capi te benaderen personen per stratum berekend zodat in verwachting responsen zouden worden verkregen. De totale cati- en capi-omvangen zijn vervolgens per stratum vastgezet op veelvouden van vier (ten behoeve van de uitzetverhouding 1:1:2), waarna de cawi-omvangen per stratum zijn bepaald op veelvouden van vier ter grote van 111% van de eerder bepaalde omvangen. Hiermee zou met grotere zekerheid de eis van responsen per stratum moeten worden gehaald. Zie Tabel 3.1.3voor de zo verkregen aantallen. Tabel Totaal beoogde cawi-, cati- en capi-uitzet- en responsomvangen per stratum stratum Σ cawi-uitzet verwachte cawi-respons % 30% 23% 21% 37% cati-uitzet verwachte cati-respons % 40% 47% 28% 36% capi-uitzet verwachte capi-respons % 46% 57% 46% 38% verwachte totale respons De steekproeven voor SDI 2017 waren gestratificeerd; binnen elk van de vijf strata zouden in eerste instantie aselecte steekproeven getrokken worden met omvangen van 113% van de beoogde cawi-uitzetten. Na trekking zijn die personen uit de steekproef verwijderd van wie de adresgegevens niet bruikbaar waren, van wie de adressen behoorden tot die van de institutionele bevolking, of die woonden op adressen waarop personen in de voorafgaande twaalf maanden voor CBS-onderzoek waren aangeschreven. Bij een 13% groter getrokken steekproef zijn na dit zogeheten screeningsproces doorgaans meer steekproefpersonen Sociale Domein Index 10
11 beschikbaar dan nodig voor uitzet; middels een systematisch ontwerp wordt dan het gewenste aantal te benaderen personen geselecteerd. Bij de trekking van de eerste portie is gebleken dat meer personen uitvielen door het beschreven screeningsproces dan verwacht, waarna de aantallen te trekken personen per stratum zijn herbepaald. Uiteindelijk zijn voor de eerste twee porties steekproeven getrokken met omvangen van 150% van de beoogde cawi-uitzetten. Deze steekproefporties hebben vervolgens de geplande benaderingsstrategie ondergaan. De cawi-respons lag in de eerste periode in stratum 2 boven verwachting, en onder verwachting in de strata 1, 4, en 5. Op basis van verdere analyse is besloten tot een herverdeling van de cawiuitzet in de derde periode, waarbij 134 elementen minder in stratum 2, en respectievelijk 67, 67, en 100 elementen meer in strata 1, 4, en 5 werden aangeschreven. De aantallen voor de derde portie te trekken personen waren oorspronkelijk vastgelegd zodat ruimte bestond voor een eventueel grotere cawi-uitzet in alle strata. Deze te trekken aantallen zijn na het besluit tot herverdeling van de uitzet niet meer aangepast in het ontwerp of in de steekproefaanvraag. Desondanks zijn in alle strata kleinere steekproeven getrokken dan voorzien; respectievelijk 133%, 150%, 140%, 136%, en 132% van de uit te zetten cawi-omvangen. Vanwege het achterblijven van de cawi-respons in de tweede portie ten opzichte van de eerste, is in eerste instantie besloten de cati-uitzet volgend op de derde cawi-portie anders over de strata te verdelen, en deze netto met 100 elementen te vergroten. De herbenaderbare cawinonrespons van portie drie bevatte echter onvoldoende elementen uit stratum 2 die catiuitgezet konden worden. Hierop is besloten tot cawi-uitzet van de 184 elementen in stratum 2 uit de steekproef van portie drie die tijdens de steekproefreductie waren uitgevallen (periode ), en een dusdanige cati-uitzet zodat naar verwachting zeker responsen in stratum 2 zouden worden behaald. De cati-uitzetten in strata 1, 3, 4, en 5 zijn hierna niet meer aangepast, waardoor de totale cati-uitzet 13 elementen kleiner is uitgevallen dan oorspronkelijk begroot. Tabel Cumulatieve realisatiecijfers op steekproeven van porties 1 t/m 3 stratum Σ getrokken steekproef screeningsuitval steekproefreductie cawi-uitzet kaderfouten en non-respons volledige cawi-respons ,1% 28,4% 23,4% 17,5% 36,0% 24,5% cati-uitzet kaderfouten en non-respons volledige cati-respons ,3% 36,8% 55,2% 31,1% 36,2% 35,9% capi-uitzet kaderfouten en non-respons volledige cati-respons ,4% 41,3% 56,3% 39,2% 37,4% 39,3% volledige respons Sociale Domein Index 11
12 In augustus is, door lagere capi-respons dan ingeschat, gebleken dat de target van responsen met zeer grote waarschijnlijkheid niet gehaald zou gaan worden in stratum 4, en met enige waarschijnlijkheid alsnog niet in stratum 2. Om niet ook na extra handelingen tekorten te houden, is besloten tot een extra cawi-uitzet in oktober, welke gecodeerd is als periode Verhuizingen Hoewel steekproeven zo kort mogelijk voor aanvang van een nieuwe waarneemperiode worden getrokken, is niet te voorkomen dat het adres in de Basisregistratie Personen (BRP) niet juist blijkt te zijn, omdat de steekproefpersoon is verhuisd. NAW-gegevens worden vlak voor de uitzet gecontroleerd door de steekproefgroep en aangepast. Tijdens de waarneemperiode worden geen verhuizers herbenaderd Dataverzameling in de Bijlmer en op de Waddeneilanden In heel Amsterdam Zuidoost wordt face-to-face waargenomen met uitzondering van sommige adressen in de postcodes 1102, 1103 en Maandelijks wordt door de regiomanager van regio Amsterdam beoordeeld welke steekproefadressen niet aan huis worden benaderd. Het criterium dat daarbij wordt gehanteerd is de veiligheid voor de interviewers. In de praktijk komt het erop neer dat sloopflats, gedeeltelijke sloopflats en een deel van de hoogbouw niet aan huis worden benaderd. In deze gebieden wordt wel via internet en telefonisch waargenomen. Omdat op de Waddeneilanden, Vlieland, Terschelling, Ameland, Schiermonnikoog en Texel geen interviewers wonen, wordt op deze eilanden niet face-to-face geënquêteerd. Wel wordt daar via internet en telefonisch waargenomen. Sociale Domein Index 12
13 3.2 Vragenlijstontwikkeling Voor de Sociale Domeinindex 2017 wordt een elektronische vragenlijst gebruikt voor cawi, capi en cati. De vragenlijst is voor zover mogelijk voor alle modes hetzelfde, met dien verstande dat de lay-out en de aanwijzingen voor de interviewer (capi, cati) of respondent (cawi) per mode verschillend zijn. Op verzoek van het Ministerie van BZK ontwikkelt het SCP de Monitor Sociaal Domein. Een onderdeel van de Monitor Sociaal Domein is om de volgende onderzoeksvraag te beantwoorden: hoe is het gesteld met de (zelf)redzaamheid en de participatie van burgers? Voor een deel van de Overall Monitor moet bij burgers informatie verzameld worden over hun situatie, uitmondend in een sociaal domein index. Primair is de vragenlijst bedoeld om de Sociale Domeinindex (SDI) vorm te geven. De SDI heeft betrekking op de kwaliteit van SDI, zowel objectief als subjectief. Met name het subjectieve deel van de SDI wordt door de vragenlijst vormgegeven. In de vragenlijsten komen verschillende onderwerpen aan bod om de kwaliteit van SDI te meten, zoals gezondheid, tevredenheid, tijdsbesteding, contacten en vaardigheden kunnen uitvoeren. Ten opzichte van 2016 zijn sommige vragen aangepast op verzoek van de klant of aan de hand van de evaluatie van de interviewers en agents. Ook is een aantal vragen verwijderd. Het incentive blok is voor het eerst toegevoegd. De volgende blokken zijn in het onderzoek Sociale Domeinindex 2017 opgenomen: 1. Huishoudbox 2. Aanvulling huishoudbox 3. Betaald werk 4. Onderwijs 5. Huisvesting 6. Tevredenheid 7. Gezondheid 8. Algemene vaardigheden 9. Sociale Contacten 10. Maatschappelijke participatie 11. Redzaamheid 12. Financiën 13. Functioneren van het huishouden 14. Jeugd 15. Arbeidsmarkt 16. Voorzieningen 17. Werving en afsluiting 18. Incentive Sociale Domein Index 13
14 3.3 Instructie Ten behoeve van dit onderzoek zullen alle interviewers die worden ingezet een instructie via e- learning ontvangen. In de instructie wordt aandacht besteed aan de vragenlijsten (opbouw, vraagteksten), maar ook aan meer algemene punten zoals: waarom wordt dit onderzoek gedaan en voor wie en wat is het belang? Daarnaast wordt zo specifiek mogelijk aangegeven in welke gevallen proxi interviewen is toegestaan. Deze proxi-instructie wordt in samenwerking met SCP gemaakt. Naast de e-learning zullen ook de regiomanagers (capi) en de teamleider (cati) goed worden opgeleid, zodat zij de interviewers en agents voldoende kunnen instrueren in hun werkoverleg. Voor de medewerkers van het Contactcenter wordt geen schriftelijke instructie verstrekt. Voor het Contactcenter wordt door de opleider een powerpoint presentatie opgenomen in een video kanaal. De presentatie is beschikbaar via de eigen e-learningsite. Voorafgaand aan de uitzending wordt deze bekeken, zodat iedereen is geïnstrueerd wanneer de uitzending van de brieven plaatsvindt. Verder wordt de kennisbank gevuld met informatie. Dit is de vroegere beslisboom. De kennisbank wordt gevuld door de Contactcenter medewerker die aanwezig is bij de project overleggen. Contactcenter maakt ook gebruik van de factsheet die ontwikkeld wordt voor de interviewers. In de factsheet worden feiten en overhaal argumenten voor het specifieke onderzoek vermeld. Deze worden in het videofragment verteld echter de factsheet dient als extra geheugensteun. 3.4 Benaderingsstrategie De benaderstrategie bestaat uit een internetwaarneming gevolgd door telefonische of face-toface herbenaderingen van de internet non-respons, afhankelijk van het telefoonbezit. De internetwaarneming kan op iedere dag plaatsvinden. De telefonische waarneming vindt op doordeweekse dagen plaats. De face-to-face benadering wordt op doordeweekse dagen en op zaterdagen of zondagen uitgevoerd. Voor de internetwaarneming wordt de standaard benaderingsstrategie toegepast, waarbij telkens één week tussen de rappelbrieven wordt gelaten. In de (Cawi) aanschrijfbrief en beide rappelbrieven wordt opgenomen dat respondenten kans maken op een conditionele beloning in de vorm van een Apple ipad ter waarde van 409, - (adviesprijs). In de brieven wordt een verwijzing opgenomen naar de onderzoeksspecifieke pagina voor SDI op de CBS-website. In de brieven wordt tevens de link opgenomen naar de vragenlijst inclusief de inloggegevens. De algemene URL die op de brieven komt te staan en die de respondenten intikken is antwoord.cbs.nl. Deze URL komt automatisch op de loginpagina terecht. Indien de gebruikersnaam en wachtwoord kloppen vindt er een verwijzing naar de vragenlijstomgeving plaats. Dit gebeurt automatisch, maar de gebruiker krijgt een andere URL te zien die begint met Sociale Domein Index 14
15 Vanwege de inzet van een conditionele incentive in de vorm van een ipad zijn de aanschrijfbrief en de rappelbrieven in kleur. De foto van de ipad wordt op een vaste plek in kleur op de brieven voorgedrukt. In de brieven waarin de mogelijkheid tot het winnen van een ipad wordt genoemd moeten de volgende zaken worden opgenomen: Een beeldkenmerk van de conditionele incentive (foto ipad) Indien een steekproefpersoon respondeert via internet weet hij of zij meteen na afloop of de beloning gewonnen is. In de vragenlijst kan een mogelijke winnaar aangeven geen aanspraak te willen maken op de beloning, de zogenoemde opt-out-optie. Personen die naar aanleiding van één van de brieven via de CBS-helpdesk deelname hebben geweigerd worden niet telefonisch of face-to-face herbenaderd. De resterende steekproefpersonen worden telefonisch of face-to-face herbenaderd. Op het moment dat de herbenaderingsporties worden geprepareerd, wordt voor respondenten de mogelijkheid afgesloten om de vragenlijst via internet in te vullen. Hiermee wordt voorkomen dat respondenten gelijktijdig via internet en telefonisch dan wel face-to-face reageren. Personen van wie een telefoonnummer bekend is, worden voor de eerste twee porties gedurende vier weken en voor de derde portie gedurende zeven weken telefonisch herbenaderd. De porties starten meteen na het afsluiten van de internetwaarneming. Daarnaast wordt elk van de drie porties opgesplitst in een deelportie met personen van 65 jaar of ouder en een deelportie met personen jonger dan 65 jaar. Uit andere onderzoeken is gebleken dat deze werkwijze de uitbating van de cati-steekproeven verbetert en het inroosteren van telefonische interviewers vergemakkelijkt, doordat de hoeveelheid werk beter wordt gespreid. Personen van wie geen telefoonnummer bekend is worden face-to-face herbenaderd. De aanhuis benadering start niet in de maand volgend op de internetbenadering. Dit komt doordat de toewijzing van adressen aan face-to-face interviewers maandelijks plaatsvindt. Ongeveer halverwege elke maand vindt deze toewijzing ten behoeve van waarneming in de erop volgende maand plaats. De face-to-face waarneming start dus twee maanden na de internetwaarneming. In figuur wordt de waarneemstrategie schematisch weergegeven. Per benaderingsstap is de geschatte responskans vermeld, waarbij zowel de responskans is vermeld uitgaande van de betreffende deelsteekproef (zonder vierkante haken) als van de uitgezette cawi-steekproef (tussen vierkante haken). Deze kansen zijn gebaseerd op de realisatiecijfers van het onderzoek Sociale Domein Index 2016 (SDI). Sociale Domein Index 15
16 Figuur 3.4.1: Waarneemstrategie onderzoek SDI Cawi steekproef % 69% 5% Respons [26%] Cawi [69%] Herbenaderbaar Capi/Cati 1 5% Weigering Cawi [5%] 90% (10% uitdunning) uiuitdunning Cati/Capi 65% 35% Telefoonnr. 65% bekend: Geen telefoonnr. 35% uitzet Cati bekend: uitzet Capi 35% Respons Cati 42% Respons Capi In tabel zijn de overall responspercentages uit figuur weergegeven. Tabel Responspercentages per modus respons cawi t.o.v. uitzet cawi 0,263 weigering cawi t.o.v. uitzet cawi 0,054 telbezit t.o.v. herbenaderbare non-respons 0,646 uitdunning voor cati- en capi-uitzet 0,099 respons cati t.o.v. uitzet cati 0,348 respons capi t.o.v. uitzet capi 0,416 Totaal responspercentage 0,492 Als de responskansen tussen vierkante haken van de drie cawi rondes en de cati en capi rondes bij elkaar opgeteld worden, is de geschatte overall respons 49,2%. De initiële steekproef voor het onderzoek SDI 2017 wordt in drie ongelijke porties uitgezet. De eerste portie bedraagt een kwart van de totaal uit te zetten steekproef, de tweede portie bedraagt eveneens een kwart van de totaal uit te zetten steekproef en de derde portie bedraagt dan de helft. De eerste waarneemperiode start op donderdag 18 mei 2017 met de verzending van de aanschrijfbrieven voor de internetbenadering. Tabel bevat de datums waarop de aanschrijf- en rappelbrieven worden verstuurd voor de verschillende cawi-porties. De brieven Sociale Domein Index 16
17 worden telkens op donderdag verstuurd met de 48-uurs post, opdat steekproefpersonen ze voor het weekend ontvangen. In tabel en worden de datums waarop respectievelijk de telefonische als face-to-face waarneming wordt uitgevoerd weergegeven. Tabel Verzenddatums brieven internetwaarneming. cawi-portie * verzenddatum rappeldatum einddatum aantal c1 18-mei c mei c1.2 2-jun jun c2 31 mei c2.1 8-jun c jun-17 3-jul c3 6-jul c jul c jul aug * c staat voor cawi waarneming Vlak vóór het moment dat belporties worden gemaakt voor de herbenadering, worden de internet non-respondenten hiervoor geselecteerd en worden de internetporties afgesloten. Voorafgaand aan de telefonische herbenadering wordt geen nieuwe aanschrijfbrief verstuurd. De startdatum voor het 65+ deel van de porties t1 en t2 ligt een dag na de startdatum van het 64- deel van betreffende porties. Op de dag dat de internetwaarneming wordt afgesloten, kan alleen een avonddienst worden gebeld. Voor 65+ personen geldt dat het eerste contact s ochtends of s middags wordt gepland. Tabel 3.4.4: Gegevens over de cati-porties. Portie * startdatum einddatum aantal per portie t jun-17 7-jul t jun-17 7-jul t jul jul t jul jul t aug sep t aug sep * t staat voor cati waarneming Vanwege de vakantieperiode worden steekproefelementen die in juli en augustus aan-huis worden waargenomen, begin juli tegelijkertijd aan interviewers toegekend. Interviewers hebben vervolgens twee maanden om deze elementen af te handelen. Dit wordt de twee-maands uitzet genoemd. Voorafgaand aan de face-to-face herbenadering wordt geen nieuwe aanschrijfbrief verstuurd. Sociale Domein Index 17
18 Tabel Gegevens over de capi-porties. Portie* startdatum einddatum aantal f1 1-jul aug f2 7-jul aug f3 1-sep sep * f staat voor capi waarneming 3.5 Uitvoering veldwerk Tabel geeft de gerealiseerde responsresultaten van SDI weer naar mode en voor de totale steekproef. In totaal zijn er responsen gerealiseerd. Daarmee wordt voldaan aan de responswens van 5000, zoals beschreven in paragraaf Tevens zijn in alle Strata, tenminste 1000 responsen gerealiseerd. In totaal zijn 2784 responsen via internet ingevuld, 24% van de voor de internetwaarneming uitgezette steekproef. Via de telefonische waarneming zijn er 1524 responsen gerealiseerd, dit is 35,9% van de uitgezette steekproef. Voor de face-to-face waarneming werden er 920 responsen behaald, dit is een responspercentage van 39,3% Tabel Responsoverzicht SDI naar mode en totale steekproef (in aantallen en percentages) Cawi Cati Capi Totaal Cawi Cati Capi Totaal Aantal % Uitzet ,0 100,0 100,0 100,0 Kaderfouten ,2 20,1 3,5 5,3 Uitzet - kaderfouten ,8 79,9 96,5 94,7 Afgehandelde non-respons ,8 43,2 55,0 18,9 w.v. weigering ,2 13,2 20,2 6,5 geen gelegenheid/niet in staat ,0 6,1 6,2 2,9 geen contact ,0 8,4 7,1 2,9 taalbarrière ,2 3,7 14,9 2,9 verhuisd in Nederland ,2 2,3 4,9 1,3 antwoordapparaat ,0 8,4 0 2,0 overige non-respons ,2 1,1 1,6 0,5 Respons ,0 36,8 41,5 29,3 w.v. volledig ,0 35,9 39,3 28,8 onvolledig/afgebroken ,0 0,9 2,2 0,5 NR cawi met telefoonnummer 5860 _ 50,6 _ NR cawi zonder telefoonnummer _ 20,6 _ Geen internet, telefonisch benaderen 161 _ 1,4 _ Geen internet, face-to-face benaderen 37 _ 0,3 _ Na afsluiting van de eerste Cawi portie, waarneemperiode , werd op 12 juni 2017 geconstateerd dat in drie stratum de gerealiseerde cawi-responsen achterbleven bij de verwachte targets. Na afsluiting van de 1 e Cawi portie, werden prognoses gemaakt, waarbij op Sociale Domein Index 18
19 basis van de realisatiecijfers geconstateerd werd, dat de responsaantallen in stratum 1, 4 en 5 niet gehaald werden. In stratum 2 en 3 was de verwachting dat de responsen boven target zou uitkomen. Aangezien verwacht werd, dat de responsaantallen in stratum 2 boven verwachting was, werd bij de derde Cawi porti, waarneemperiode , in stratum 2, 134 steekproefelementen minder ingezet en deze steekproefelementen werden voor ieder voor de helft verdeeld in Stratum 1 en 4. De twee laatstgenoemde strata, werden dus met 67 extra steekproefelementen vergroot. In stratum 5 werden 100 extra steekproefelementen ingezet. Hierdoor was de verwachting dat de responsaantallen in alle strata gehaald zou worden. Gezien de fluctuaties in de behaalde responsen per stratum waren meerdere prognoses nodig. Een prognose is een momentopname en kan veranderen gedurende de voortgang van het veldwerk. Er werden nog twee responsverhogende acties nodig om de responsaantallen in alle strata te halen. In Stratum 2 werd een extra Cawi steekproef ingezet van 184 steekproefelementen (waarneemperiode ). In september 2017 bleek, dat de gerealiseerde responsen in stratum 2 en 4 nog steeds achterbleven. Daarom werd de veldwerkperiode met 14 dagen verlengd en werd er een extra Cawi steekproef ingezet in stratum 2 met 70 steekproefelementen en in stratum 4 met 500 steekproefelementen. Rekening houdend met de korte doorlooptijd van de verlenging van de waarneemperiode (201709) kon alleen een Cawi uitzending en één schriftelijk rappel uitgevoerd worden. Tabel geeft de gerealiseerde responsaantallen weer naar mode, stratum en totaal. In totaal zijn er responsen gerealiseerd, waarbij de responseis om tenminste 1000 responsen in elk stratum te behalen, door de inzet van de responsverhogende acties, werd behaald. Tabel Responsaantallen naar mode, stratum en totaal Stratum Cawi Cati Capi Totaal Target Delta Totaal Tabel geeft de gerealiseerde responspercentages weer naar mode, stratum en totaal. Voor de internetwaarneming is de target alleen gehaald in stratum 3. Voor de telefonische waarneming is de target gehaald in stratum 1, 3, 4 en 5 en bij de face-to-face waarneming is de target gehaald in stratum 1. Over alle modes heen werden de targets in de strata niet behaald. Sociale Domein Index 19
20 Tabel Responspercentages naar mode en stratum en totaal Stratum Cawi Cati Capi Totaal Realisatie Target Realisatie Target Realisatie Target Realisatie Target Delta1 1 20,1 23,0 22,3 22,0 34,4 34,0 38,6 43,0-4,4 2 28,1 30,0 36,8 40,0 41,3 46,0 50,5 59,0-8,5 3 23,4 23,0 55,2 47,0 56,3 57,0 52,6 55,0-2,4 4 17,0 21,0 31,1 28,0 39,2 46,0 36,3 48,0-11,7 5 36,0 37,0 36,2 36,0 37,4 38,0 53,8 59,0-5,2 24,0 26,3 35,9 34,8 39,3 41,6 45,1 49,2-4,1 Gerealiseerde vragenlijstduur De gemiddelde vragenlijstduur via internet en telefonische waarneming zou maximaal 21 minuten mogen zijn. De gemiddelde face-to-face vragenlijstduur zou maximaal 26 minuten mogen bedragen. Uit tabel blijkt dat de gemiddelde vragenlijstduur bij alle modes wordt overschreden. Bij de internetwaarneming met 3,2 minuten, bij de telefonische waarneming met 1,3 minuten en de face-to-face waarneming met 2,5 minuten. Tabel Gemiddelde vragenlijstduur naar mode en stratum Steekproef Cawi Cati Capi Gemiddelde 24,2 22,3 28,5 Stratum 1 26,0 21,7 28,6 Stratum 2 23,4 22,0 28,8 Stratum 3 25,5 23,6 30,1 Stratum 4 25,7 23,3 29,3 Stratum 5 21,7 19,5 24,2 De vragenlijstduur wordt in alle strata overschreden, behalve in stratum 5 bij de telefonische waarneming. Bij de internetwaarneming is de overschrijding in stratum 1 het grootst en in stratum 5 het kleinst. Bij de telefonische waarneming is in stratum 3 de overschrijding het grootst en in stratum 5 het kleinst. In dit stratum ligt de vragenlijstduur zelfs onder de maximale duur van 21 minuten. Bij de face-to-face waarneming is te zien, dat in stratum 3 de overschrijding het grootst is en in stratum 5 het kleinst. Sociale Domein Index 20
21 4. Verwerken (dataprocessing) 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het proces van verwerking en dataprocessing. De term dataprocessing wordt gebruikt om de werkzaamheden samen te vatten die nodig zijn om aan de antwoorden die respondenten geven op de vragen in de vragenlijst, plausibele statistische informatie te kunnen ontlenen. De verwerking van de data is zoveel mogelijk geautomatiseerd, door middel van het bouwen van een productiestraat. Het productieproces voor SDI2016 is in detail beschreven in een intern CBS-document. Deze beschrijving, per processtap, betreft de invoerbestanden, gebruikte programmatuur, uitvoerbestanden en verslaglegging [8]. Het verwerken is uitgevoerd door de Sector Arbeid, Inkomen en Leefsituatie (SAL) van de Divisie Sociaal-economische en Ruimtelijke statistieken (SER) van het CBS. 4.2 Invoerdata, uniformeren en controleren De waarneming van de Sociaal Domein Index voor verslagjaar 2017 (SDI2017) heeft plaatsgevonden met verschillende waarneemmodes: CAWI, CATI en CAPI. Voor elke mode wordt eerst de data van de verschillende veldwerkperiodes samengevoegd tot een bestand. In een verslagbestand wordt informatie over het proces bijgehouden, zoals het aantal ingelezen records en het cumulatieve aantal records. Aangezien elke waarneemmode een datamodel heeft en deze onderling niet gelijk hoeven te zijn, wordt er een uniform datamodel samengesteld. De data van de waarneemmodes worden in een processtap samengevoegd op basis van het uniforme datamodel. Ook het verloop van deze stap wordt in een verslagbestand bijgehouden. Het SDI-responsbestand is een personenbestand. De waarneemdata betreft gegevens over: Betaald werk, Onderwijs, Huisvesting, Tevredenheid, Gezondheid, Algemene vaardigheden, Sociale contacten, Maatschappelijke participatie, Redzaamheid, Financiën, Functioneren van het huishouden, Jeugd en gezin, Voorzieningen en Arbeidsmarkt. 4.3 Verrijken De responsrecords zijn verrijkt met gegevens uit andere, bij het CBS aanwezige, bronnen. De bronnen die gebruikt zijn voor verslagjaar 2017 zijn: - Stratumbestand met de stratumindelingen; de variabelen StratumFijn (rapport SDI2016: Stratum 10) en StratumGrof (rapport SDI2016: Stratum 5). De stratumindelingen die gebruikt zijn bij de steekproeftrekking voor SDI2017 hebben als peildatum 31 december Onderstaand de omschrijving zoals in het verstrekte bestand is opgenomen. - StratumFijn: 10 'Personen met alleen participatievoorzieningen' 20 'Personen met alleen jeugdvoorzieningen' Sociale Domein Index 21
22 30 'Personen met alleen WMO-thuisvoorzieningen' 41 'Personen die zelf alleen participatievoorzieningen gebruiken en die lid zijn van een huishouden dat meer dan één soort publieke voorzieningen gebruikt.' 42'Personen, juridisch ouder van een/meer minderjarige kinderen met jeugdvoorzieningen en die lid zijn van hh met meer dan één soort publieke voorzieningen.' 43 'Personen die zelf alleen WMO-thuisvoorzieningen gebruiken en die lid zijn van hh met meer dan één soort publieke voorzieningen.' 44 'Personen die zelf meer dan één soort publieke voorzieningen gebruiken' 45 'Personen die zelf geen publieke voorzieningen gebruiken, maar die lid zijn van een hh dat meer dan één soort publieke voorzieningen gebruikt.' 50 'Personen die zelf geen publieke voorzieningen gebruiken en die lid zijn van een hh dat of geen of dat alleen één soort publieke voorzieningen gebruikt.' 60 'Niet aanwezig; wordt samengevoegd met code 50'. - StratumGrof: 10 'Personen met alleen participatievoorzieningen' 20 'Personen met alleen jeugdvoorzieningen' 30 'Personen met alleen WMO-thuisvoorzieningen' 40 'Personen met een combinatie van voorzieningen op het gebied van participatie, jeugdzorg of WMO-thuis' 50 'Personen die geen gebruik maken van een sociale domeinvoorziening. - SSB-gegevens voor verrijking; het betreft variabelen met betrekking tot huishoudkenmerken, BRP-gegevens, inkomensgegevens en regionale kenmerken. De peildatum voor deze gegevens is 1 augustus 2017 of zo dicht mogelijk liggend vóór 1 augustus SSB-gegevens voor weging - SSB-gegevens voor populatie-aantallen weegtermen Sociale Domein Index 22
23 5. Kwaliteit en weging 5.1 Afbakenen statistische respons en nonresponsanalyse Afbakenen statistische respons en responsanalyse In dit hoofdstuk wordt verslag gedaan van de responsanalyse van SDI. Tot de respons wordt iedereen gerekend die de vragenlijst volledig heeft ingevuld. Tot de non-respons worden hier gerekend degenen: - die deelname weigerden; - die behoren tot de administratieve non-respons, waaronder taalbarrière, verhuisd binnen Nederland en on-(volledig) bewerkt retour; - waarvan het interview voortijdig afgerond werd; - die geen gelegenheid hadden voor het interview tijdens de veldwerkperiode; - waar geen contact mee gelegd kon worden. De zogenoemde kaderfouten, waarbij de respondent overleden was, verhuisd naar het buitenland, onbekend was, of in een instelling verbleef, zijn niet gerekend tot de non-respons. Zij behoren niet tot de doelpopulatie van dit onderzoek. In dit hoofdstuk wordt ook ingegaan op de verdeling van de respons naar achtergrondkenmerken en de selectiviteit van de respons naar deze kenmerken. De kenmerken die in deze analyses zijn meegenomen zijn net als in voorgaande jaren de volgende: geslacht, leeftijd, herkomst, landsdeel, positie in het huishouden, stedelijkheid gemeente, gestandaardiseerd huishoudinkomen, opleidingsniveau en eigendom woning. 5.2 Steekproef- en responsverantwoording Er is voor dit onderzoek een steekproef getrokken van personen eenheden waren niet beschikbaar voor uitzet, omdat ze in de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek al eerder aan een CBS-onderzoek hadden deelgenomen, of ze in een instelling verbleven of omdat er geen bruikbaar adres voor deze persoon was geleverd. Uiteindelijk waren adressen van personen bruikbaar, waarvan er daadwerkelijk zijn uitgezet in het veld (Tabel 5.2.1). Sociale Domein Index 23
24 Tabel Steekproefverantwoording SDI 2017 Mei Juni Juli Subtot Aug. Sept. Totaal Getrokken steekproef Niet beschikbaar voor uitzet Eerder in personensteekproef Eerder in adressensteekproef Institutionele bevolking Geen bruikbaar adres geleverd Beschikbaar voor uitzet uitgedund Uit te zetten steekproef Zonder telefoonnummer Met telefoonnummer Mobiel Vast Tabel laat zien dat zonder de kaderfouten (waaronder respondent overleden, verhuisd naar buitenland, onbekend of in een instelling), er personen overblijven, waarvan er daadwerkelijk deelgenomen hebben aan het onderzoek. Dit wijkt af van de respons zoals deze in tabel genoemd staat (5 228), omdat 1 respons tijdens het verwerkingsproces uit is gevallen. Tabel Respons SDI Totaal Uitgezette steekproef Kaderfouten 963 OP overleden 24 OP verhuisd naar buitenland 14 OP onbekend 242 In instelling / tehuis 34 Telefoonlijn afgesloten 614 Overig (geen woonadres, adres onvindbaar e.d.) 35 Netto steekproef (uitzet exclusief kaderfouten en uitval verwerking) Respons Afgehandelde non-respons w.v. weigering geen contact (geen antwoord, antwoordapp) 877 afgebroken interview 91 taalbarrière 528 geen gelegenheid/niet in staat 522 verhuisd in Nederland 239 non-respons cawi met telefoonnummer 687 non-respons cawi zonder telefoonnummer overige non-respons 84 Sociale Domein Index 24
25 Tabel geeft een overzicht van de uiteindelijke statistische respons. Dit zijn de volledig ingevulde vragenlijsten gedeeld op de uitgezette steekproef minus de kaderfouten en eventuele afgevallen records bij verwerking. In dit onderzoek is, zoals reeds eerder vermeld, achteraf 1 (respons-)record verwijderd tijdens het verwerkingsproces. Dit betekent dat het overall responspercentage van SDI, waarmee de respons van de verschillende bevolkingsgroepen vergeleken kan worden, op 49,2 procent ligt (tabel 5.1.3). Tabel Respons SDI Netto steekproef (uitzet exclusief kaderfouten en uitgevallen records bij verwerking) aantal Non-respons Respons % Responspercentage op basis van netto steekproef 49,2 5.3 Selectiviteit van de respons naar achtergrondkenmerken Voor de analyse van de respons is gekeken naar het statistische responspercentage (gepercenteerd op de totale uitgezette steekproef minus de kaderfouten en cases verwijderd bij verwerking) en de verdeling van de respondenten en de populatie naar achtergrondkenmerken. Tabel Respons SDI naar achtergrondkenmerken, 2017 Stratum*) 1 43,3 2 55,3 3 55,5 4 40,2 5 56,9 % Geslacht Man 47,7 Vrouw 50,4 Leeftijd jaar 37, jaar 42, jaar 47, jaar 50, jaar 54, jaar 55,3 75 jaar of ouder 53,3 Sociale Domein Index 25
26 Migratieachtergrond Nederlandse achtergrond 54,7 Migratieachtergrond, westers 48,0 Migratieachtergrond, niet-westers 32,9 Landsdeel Noord 51,6 Oost 53,1 West 45,5 Zuid 52,3 Positie in het huishouden Thuiswonend kind 39,7 Alleenstaande 48,4 Partner 53,2 Ouder in eenouderhuishouden 44,0 In overig huishouden 30,0 Positie in het huishouden Partner in paar met kinderen 51,9 Partner in paar zonder kinderen 55,2 Overig 45,8 Stedelijkheid gemeente Zeer sterk 40,2 Sterk 49,3 Matig 56,4 Weinig 54,0 Niet 55,3 Gestandaardiseerd huishoudinkomen 1 e kwintiel (laagste inkomen) 40,7 2 e kwintiel 51,2 3 e kwintiel 55,3 4 e kwintiel 57,4 5 e kwintiel (hoogste inkomen) 59,2 Opleidingsniveau Laag 39,4 Middelbaar 46,1 Hoog 58,6 Onbekend 52,8 Eigendom woning Koop 60,3 Huur 45,4 *) Stratum 1. Personen die zelf participatievoorzieningen gebruiken en die lid zijn van een huishouden dat alleen participatievoorzieningen gebruikt. Stratum 2. Personen die juridisch ouder zijn van één of meerdere minderjarige kinderen die jeugdvoorzieningen gebruiken en die lid zijn van een huishouden dat alleen jeugdvoorzieningen gebruikt. Het minderjarige kind hoeft niet bij de juridische ouder te wonen. Stratum 3. Personen die zelf WMO-thuisvoorzieningen gebruiken en die lid zijn van een huishouden dat alleen WMO-thuisvoorzieningen gebruikt. Sociale Domein Index 26
27 Stratum 4. Personen die lid zijn van een huishouden dat meer dan één soort publieke voorzieningen gebruikt. Stratum 5. Personen die zelf geen publieke voorzieningen gebruiken en die lid zijn van een huishouden dat of geen publieke voorzieningen gebruikt of dat alleen één soort publieke voorzieningen gebruikt. In tabel worden de responspercentages weergegeven voor de vijf strata en de verschillende bevolkingsgroepen. Deze worden vergeleken met het statistische responspercentage voor de totale (netto) steekproef van 49,2 procent. Het responspercentage verschilt sterk naar stratum: stratum 1 en stratum 4 responderen met respectievelijk ongeveer 43 en 40 procent duidelijk minder dan stratum 2, 3 en 5 waarvan meer dan 55 procent respondeert (tabel 5.3.1). Hoewel niet heel uitgesproken, is er een verschil naar geslacht in respons; vrouwen responderen iets beter dan mannen. Jongeren van 18 tot 24 jaar responderen met 37 procent minder vaak dan alle oudere leeftijdscategorieën en deelname loopt op met de leeftijd. Vanaf 55 jaar is er geen verschil meer tussen de leeftijdsgroepen. Ook herkomst differentieert sterk naar respons: personen met een Nederlandse achtergrond responderen vaker dan personen met een migratie-achtergrond. Voor mensen met een nietwesterse migratieachtergrond responderen minder. Van hen heeft ongeveer 33 procent deelgenomen. Personen in de hoogste twee inkomenskwintielen responderen vaker dan personen in de groepen met een lager huishoudinkomen. Deelname neemt tot het derde inkomenskwintiel toe en tussen de hoogste twee inkomensgroepen is er geen verschil. Thuiswonende kinderen, alleenstaanden en ouders in eenoudergezinnen responderen minder dan personen die deel uitmaken van een paar. Paren met kinderen hebben met ruim 55 procent het hoogste responspercentage. De respons neemt toe met het opleidingsniveau; bij lager opgeleiden neemt 39,4 procent deel, bij middelbaar opgeleiden 46,1 procent en bij de hoogstopgeleiden is dat 58,6 procent. Personen met een koopwoning responderen vaker dan personen in een huurwoning (respectievelijk 58,7 procent en 43,5 procent). Alle hierboven beschreven verschillen zijn significant. Over het algemeen zijn de trends binnen de strata hetzelfde als de algemene trend (bijvoorbeeld, jongeren responderen minder goed dan ouderen over het geheel en ook binnen elk stratum), maar er zijn uitzonderingen. Zo geldt voor het totaal dat vrouwen iets meer responderen dan mannen, maar in stratum 1, 3 en 5 is er geen verschil in respons. En over het algemeen is er geen verschil tussen de drie hoogste leeftijdsgroepen, maar in stratum 1 en 4 nemen ouderen van 65 aanmerkelijk minder deel en 75-plussers duidelijk nog minder. In stratum 3, nemen mensen tussen 65 en 75 duidelijk meer deel. Dit is waarschijnlijk te verklaren door het stratum; degenen die gebruik maken van WMO-voorzieningen zitten vaker in deze leeftijdscategorie en vinden het kennelijk van belang om daar vragen over te beantwoorden. Over de strata heen responderen paren meer dan alleenstaanden, maar in stratum 1 is dit eerder omgekeerd en in stratum 5 is er geen verschil tussen paren en alleenstaande ouders. Tabel geeft de verdeling naar achtergrondkenmerken voor de populatie, de uitgezette steekproef en de respons. Ook dit geeft een beeld van de selectiviteit naar achtergrondkenmerken. Bij de steekproeftrekking is rekening gehouden met mogelijke kaderfouten, hierdoor verschillen de verdelingen in de getrokken steekproef en de uiteindelijk uitgezette steekproef nauwelijks. Omdat in dit onderzoek de steekproef gestratificeerd is getrokken, worden hier de verdelingen van de achtergrondkenmerken weergegeven per stratum. Sociale Domein Index 27
Sociale Domein Index 2016 Onderzoeksdocumentatie
Rapport Sociale Domein Index 2016 Onderzoeksdocumentatie Auteurs: Moniek Coumans Marleen Schulte Maaike Hersevoort Jo van Cruchten Divisie DVZ/Sector DVP & Divisie SER/ Sector SAL 1 februari 2017 CBS Heerlen
Nadere informatieRapport Responsverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2017/2018
Rapport Responsverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2017/2018 w Moniek Coumans CBS Heerlen CBS-weg 11 6412 EX Heerlen Postbus 4481 6401 CZ Heerlen +31 45 570 60 00 www.cbs.nl
Nadere informatieAanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen & ongevallen 2015 Onderzoeksdocumentatie. Auteurs: Frank Engelen Christianne Hupkens
Aanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen & ongevallen 2015 Onderzoeksdocumentatie Auteurs: Frank Engelen Christianne Hupkens CBS Heerlen CBS-weg 11 6412 EX Heerlen Postbus 4481 6401 CZ Heerlen +31 45
Nadere informatieOnderzoeksverantwoording Dataverzameling Informele Zorg 2016
Nota Onderzoeksverantwoording Dataverzameling Informele Zorg 2016 Björn Janssen projectnummer 301523 1 februari 2017 samenvatting trefwoorden Onderzoeksverantwoording Dataverzameling IZG 2016, modes: cawi
Nadere informatieRapport. Leefstijlmonitor Onderzoeksdocumentatie en Kwaliteitsrapportage. Auteurs: Frank Engelen Christianne Hupkens
Rapport Leefstijlmonitor 2017 Onderzoeksdocumentatie en Kwaliteitsrapportage Auteurs: Frank Engelen Christianne Hupkens Projectnummer 300418 Leefstijlmonitor Dataverzameling 8 juni 2018 kennisgeving De
Nadere informatieWoningmarktmodule 2015 The making of.. CBS 7 April 2016
Woningmarktmodule 2015 The making of.. CBS 7 April 2016 Programma 1. Achtergrond 2. Steekproefontwerp/ Weging/ Plausibiliteit 3. Vragenlijstontwerp 4. Dataverwerking 5. Afronding 3 Achtergrond Doel: Verzamelen
Nadere informatieOpvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau
Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording In opdracht van: Sociaal en Cultureel Planbureau Date : 19 april 2010 Reference : 14280.PW.ND.mr GfK Panel Services Benelux is gecertificeerd voor het
Nadere informatieRapport. Vrijetijdsomnibus Onderzoeksdocumentatie. Josien Knops Joeri Roels Reinder Banning
Rapport Vrijetijdsomnibus 2016-2017 Onderzoeksdocumentatie Josien Knops Joeri Roels Reinder Banning Projectnummer 302144 29 augustus 2017 kennisgeving De in dit rapport weergegeven opvattingen zijn die
Nadere informatieOnderzoeksverantwoording Panel Fryslân
Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân Steekproef en werving van een representatief internetpanel Fries Sociaal Planbureau 2017 Versie 1.0 Datum: Juni 2017 Auteur: Miranda Visser en Henk Fernee Voor aanvullende
Nadere informatieRapport. Persoonlijke Veiligheid Onderzoeksdocumentatie & kwaliteitsanalyse
Rapport Persoonlijke Veiligheid 2017 Onderzoeksdocumentatie & kwaliteitsanalyse Harm Jan Boonstra Suzanne van der Doef Frank Engelen Daniëlle Groffen Bart Maas Joeri Roels Susanne de Witt Projectnummer
Nadere informatieKinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging
Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de
Nadere informatieAanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen en Ongevallen 2015
Aanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen en Ongevallen 2015 Vergelijking met de Gezondheidsenquête Auteurs: Christianne Hupkens (CBS) Marieke Hiemstra (RIVM) Ellen de Hollander (RIVM) De Gezondheidsenquête
Nadere informatieInformele Zorg 2014 Onderzoeksdocumentatie. Rapport. Auteurs Joeri Roels Nicole Braams
Informele Zorg 2014 Onderzoeksdocumentatie Rapport Auteurs Joeri Roels Nicole Braams Projectnummer 300508 Informele Zorg 2014/2015 Divisie SER / Sector SAL / Taakgroep SDV 31-05-2015 kennisgeving De in
Nadere informatieEnquête Sociale Scheidslijnen
Enquête Sociale Scheidslijnen Veldwerkverslag Juni 2014 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Datum Juni 2014 Opdrachtgever Sociaal en Cultureel Planbureau Postbus 16.164
Nadere informatieRapport Onderzoeksverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2014
Rapport Onderzoeksverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2014 w Moniek Coumans Josien Knops CBS Heerlen CBS-weg 11 6412 EX Heerlen Postbus 4481 6401 CZ Heerlen +31 45 570 60 00
Nadere informatieMemo. 6 januari aan Lotte Vermey cc van Vincent de Heij. onderwerp Steekproef voor het onderzoek Sociaal Vitaal Platteland 2014.
aan Lotte Vermey cc van Vincent de Heij Memo onderwerp Steekproef voor het onderzoek Sociaal Vitaal Platteland 2014. 6 januari 2015 Introductie Voor het onderzoek Sociaal Vitaal Platteland 2014, dat het
Nadere informatieRapport Onderzoeksverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2016
Rapport Onderzoeksverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2016 w Moniek Coumans Josien Knops CBS Heerlen CBS-weg 11 6412 EX Heerlen Postbus 4481 6401 CZ Heerlen +31 45 570 60 00
Nadere informatieSCP Culturele Veranderingen 2010
Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Sociale en Ruimtelijke Statistieken SCP Culturele Veranderingen 2010 Onderzoeksdocumentatie Uitgevoerd in samenwerking met SCP Auteur(s): Jos Beckers (SAH) Sabine
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek!" ##
Centraal Bureau voor de Statistiek!" ## Projectnummer: BPA-nummer: Datum: 1 maart 2013 1. Doorontwikkeling van Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) naar Veiligheidsmonitor (VM) 1.1 Inleiding Gedurende de
Nadere informatieOmnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting
Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport STUDENTENHUISVESTING Zoetermeer, 9 december 2015 Gemeente Zoetermeer
Nadere informatieVrouwen In maatschappelijke Besluitvorming (VIB 2010) Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau
Vrouwen In maatschappelijke Besluitvorming (VIB 2010) Onderzoeksverantwoording In opdracht van: Sociaal en Cultureel Planbureau Datum: 20 augustus 2010 Referentie: 14665.PW/SD/ND GfK Panel Services Benelux
Nadere informatieDongen, april 2004 Ond.nr.: 7166.fdg/mv
VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK TOEKOMSTVERWACHTINGEN Onderzoeksverantwoording Dongen, april 2004 Ond.nr.: 7166.fdg/mv Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding... 2 2. Methode van onderzoek...
Nadere informatieOnderzoektechnische verantwoording. Opinieonderzoek Solidariteit
Onderzoektechnische verantwoording Opinieonderzoek Solidariteit Project 18917 / mei 2013 Een onderzoek in opdracht van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, te Den Haag. AUTEURSRECHT MARKETRESPONSE
Nadere informatieMeting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [ ]
Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [12-3-2018 ] 1. Inleiding Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid Straus een motie ingediend om een indicator voor de tevredenheid van werkgevers
Nadere informatiePERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Jongeren
PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE module Jongeren 2003 DOCUMENTATIE versie 1 pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4 Historie
Nadere informatieWeging Woningmarktmodule Erwin Vondenhoff 28 januari 2016
Weging Woningmarktmodule 2015 Erwin Vondenhoff 28 januari 2016 1 Inhoud Doel en effect van wegen Weging: Hoe werkt het in het algemeen? Weging Woningmarktmodule 2015: Weegmodel Persoonsgewichten versus
Nadere informatiePERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Gezondheid en Arbeid
PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE module Gezondheid en Arbeid 2000 DOCUMENTATIE pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4
Nadere informatieOpzet van het onderzoek. A.1 Achtergrond van het AVP. A.2 Beoogde onderzoekspopulatie
Bijlage A Opzet van het onderzoek Arbeidsmarkt in kaart: werkgevers 2017 beschrijft de ontwikkelingen in de opvattingen en het personeelsbeleid van werkgevers ten aanzien van een aantal actuele beleidsthema
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek ONDERZOEKSVERANTWOORDING WOON 2009, Divisie Pilot Dataverzameling Sector Dataverzameling
Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Pilot Dataverzameling Sector Dataverzameling ONDERZOEKSVERANTWOORDING WOON 2009, DATAVERZAMELING WONINGMARKTMODULE Versie: 2.1 Status: Eindrapportage Projectnummer:
Nadere informatieMigratieachtergrond van werknemers in Nederland naar beroep en regio, pilot Barometer culturele diversiteit
Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar beroep en regio, 2015-2017 pilot Barometer culturele diversiteit CBS Januari 2019 Vragen over deze publicatie kunnen gestuurd worden aan het CBS onder
Nadere informatieOmnibusenquête 2015. deelrapport. Ter Zake Het Ondernemershuis
Omnibusenquête 2015 deelrapport Ter Zake Het Ondernemershuis Omnibusenquête 2015 deelrapport Ter Zake Het Ondernemershuis OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport TER ZAKE HET ONDERNEMERSHUIS Zoetermeer, 15 februari
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek
Centraal Bureau voor de Statistiek Tijdsbestedingsonderzoek 2011/2012 Onderzoeksdocumentatie Versie 1.0 TBO 2011/2012 Onderzoeksdocumentatie Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 2 Doel, achtergrond en geschiedenis
Nadere informatieKenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2
Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen
Nadere informatieSCP Culturele Veranderingen 2008
Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Sociale en Ruimtelijke Statistieken SCP Culturele Veranderingen 2008 Onderzoeksdocumentatie Uitgevoerd in samenwerking met SCP Auteur(s): Jos Beckers (SAH) Björn
Nadere informatieBijlage A Gebruikte databestanden
Jeugd met beperkingen. Rapportage gehandicapten 2006. S.E. Kooiker (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, maart 2006 Bijlage A Gebruikte databestanden Aanvullend voorzieningengebruik onderzoek
Nadere informatieRapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg
Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Versie 1.0.0 Drs. J.J. Laninga juni 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde cliëntervaringsonderzoek
Nadere informatieOmnibusenquête deelrapport. Werk, zorg en inkomen
Omnibusenquête 2015 deelrapport Werk, zorg en inkomen Omnibusenquête 2015 deelrapport Werk, zorg en inkomen OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport WERK, ZORG EN INKOMEN Zoetermeer, 25 januari 2016 Gemeente Zoetermeer
Nadere informatieTabel B14.1 Populatie volgens Kamer van Koophandel Bedrijfsgrootte Sectoren
Tabel B14.1 Populatie volgens Kamer van Koophandel Sectoren 1-9 10-49 50+ Landbouw 58.303 1.435 84 Voedingsmiddelenindustrie 2.720 718 236 Houtindustrie 378 15 0 Grafische industrie 2.731 400 69 Chemische
Nadere informatieCliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016
Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch Nulmeting 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Juli 2016 Samenvatting De gemeente s-hertogenbosch vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met Wmoondersteuning
Nadere informatieVraag naar Arbeid 2015
Bijlage A: Opzet van het onderzoek Auteurs Patricia van Echtelt Roelof Schellingerhout Marian de Voogd-Hamelink Bijlage A. Opzet van het onderzoek Het rapport Vraag naar Arbeid 2015 beschrijft de ontwikkelingen
Nadere informatieSportparticipatie Volwassenen
Sportparticipatie 2014 Volwassenen Onderzoek & Statistiek Februari 2015 2 Samenvatting In het najaar van 2014 is de sportparticipatie van de volwassen inwoners van de gemeente s- Hertogenbosch onderzocht.
Nadere informatieRapport Tijdsbestedingsonderzoek 2016: Onderzoeksdocumentatie en Kwaliteitsrapportage
Rapport Tijdsbestedingsonderzoek 2016: Onderzoeksdocumentatie en Kwaliteitsrapportage Judit Arends Ingeborgh Hofman Josien Knops Rianne Kloosterman Datum: 10 augustus 2017 Projectnummer 301049 Divisie
Nadere informatieRapport Tijdsbestedingsonderzoek 2016: Onderzoeksdocumentatie en Kwaliteitsrapportage
Rapport Tijdsbestedingsonderzoek 2016: Onderzoeksdocumentatie en Kwaliteitsrapportage Judit Arends Ingeborgh Hofman Josien Knops Rianne Kloosterman Datum: 10 augustus 2017 Projectnummer 301049 Divisie
Nadere informatieEmancipatie Opinies 2016 (EMOP) Onderzoeksverantwoording
Emancipatie Opinies 2016 (EMOP) Onderzoeksverantwoording In opdracht van: Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) Kenmerk: 360054 Datum: mei 2016 Vertrouwelijk Alle rechten voorbehouden GfK Panel Services
Nadere informatiePERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE
PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE 2004 DOCUMENTATIE Rep04_wsa_dc.doc pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4
Nadere informatieOnderzoeksdocumentatie LWW 2007
Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Sociale en Ruimtelijke Statistieken Sector Ontwikkeling en Ondersteuning Postbus 4481 6401 CZ Heerlen Onderzoeksdocumentatie LWW 2007 Kennisgeving: De in dit
Nadere informatieRapportage Ervaringsonderzoek WOT's
Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar
Nadere informatieOViN continu in beweging: Beter bereikbaar via web, telefoon of face-to-face
OViN continu in beweging: Beter bereikbaar via web, telefoon of face-to-face Ilona Bouhuijs-Bos Centraal Bureau voor de Statistiek dbos@cbs.nl Coen van Heukelingen Centraal Bureau voor de Statistiek chkn@cbs.nl
Nadere informatieVERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK VRIJWILLIGERSWERK EN CIVIL SOCIETY. Onderzoeksverantwoording
VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK VRIJWILLIGERSWERK EN CIVIL SOCIETY Onderzoeksverantwoording Dongen, januari 2003 Ond.nr.: 6168.kvdr/mv Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Methode van onderzoek
Nadere informatieOmnibusenquête deelrapport. Zoetermeer FM
Omnibusenquête 2015 deelrapport Zoetermeer FM Omnibusenquête 2015 deelrapport Zoetermeer FM OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport ZOETERMEER FM Zoetermeer, 18 december 2015 Gemeente Zoetermeer Afdeling Juridische
Nadere informatieInnovatie Woononderzoek
Innovatie Woononderzoek Een toekomst zonder vragenlijst? Daniël Herbers, onderzoeker & projectleider Introductie De vragenlijst is al jarenlang de basis van het Woononderzoek Nederland. Ook in 2018 is
Nadere informatie1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken
1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1.1 Opzet tabellenboek Dit tabellenboek geeft een uitgebreid overzicht van de uitkomsten van de Leefbaarheidsmonitor 2004. Het algemene rapport,
Nadere informatieAlleenstaande moeders op de arbeidsmarkt
s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging
Nadere informatiePERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Jongeren JONG
PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE module Jongeren 1997 DOCUMENTATIE versie 1 Inhoudsopgave Jon197dc.doc pagina 1 Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever
Nadere informatieInternetpeiling ombuigingen
Internetpeiling ombuigingen In opdracht van: Gemeente Sittard-Geleen januari 2012 Flycatcher Internet Research, 2004 Dit materiaal is auteursrechtelijk beschermd en kopiëren zonder schriftelijke toestemming
Nadere informatieOnderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW
aan SZW van Peter-Paul de Wolf en Sander Scholtus (Senior) methodoloog onderwerp Aandeel 0-jarigen onder aanvragen toeslag kinderdagopvang datum 5 september 2018 Inleiding Naar aanleiding van een voorgestelde
Nadere informatieBegrippenlijst Anders Dit is onderzoek
Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek Begrippenlijst door F. 1080 woorden 15 april 2016 9,1 2 keer beoordeeld Vak Anders Dit is onderzoek! 2.4 Steekproef Onderzoek met een kleine groep met de bedoeling
Nadere informatieSamenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk
Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Definitieve rapportage 4 augustus 2016 DATUM 4 augustus 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL
Nadere informatieDocumentatierapport Leefsituatie werkenden-niet werkenden (LWW-EU) 2007V1
Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek Documentatierapport Leefsituatie werkenden-niet werkenden (LWW-EU) 2007V1 Datum: 14 december 2009 Bronvermelding Publicatie van uitkomsten
Nadere informatieUitgebreide onderzoeksbeschrijving van het Consumenten ConjunctuurOnderzoek (CCO) vanaf januari 2017
Q6 Uitgebreide onderzoeksbeschrijving van het Consumenten ConjunctuurOnderzoek (CCO) vanaf januari 2017 Judit Arends Jeroen Nieuweboer April 2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Achtergrond en begrippen
Nadere informatieDemografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan
Carel Harmsen en Liesbeth Steenhof In dit artikel wordt de levensloop gevolgd van jongeren die in 1995 het ouderlijk huis hebben verlaten. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de verschillen tussen herkomstgroeperingen.
Nadere informatieGedrag & ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 13/09/2012
Gedrag & ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 13/09/2012 VREG - Technisch rapport nr. I109 (ATec1428_I109_D) Dimarso N.V., opererend onder de commerciële
Nadere informatiePERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module SCP - LEEFSITUATIE SLI
PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE module SCP - LEEFSITUATIE 1997 DOCUMENTATIE Inhoudsopgave Trr197dc.doc 17-08-99 pagina 1 Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3
Nadere informatieKenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek
Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen
Nadere informatieVrijwillige inzet 2008
08 Vrijwillige inzet 2008 Marieke van Herten Publicatiedatum CBS-website: 29 april 2009 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien voorkomend
Nadere informatiePrioritering maatschappelijke vraagstukken
Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Prioritering maatschappelijke vraagstukken Veldwerkverantwoording
Nadere informatiePraktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector
marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector Marktonderzoek kunt u prima inzetten om informatie te verzamelen over (mogelijke) markten, klanten of producten, maar bijvoorbeeld ook om de effectiviteit van
Nadere informatieCliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015
Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...
Nadere informatieKerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017
Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 217 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk op
Nadere informatieDocumentatie bestand Jongeren in een kwetsbare positie naar RMC 2014/ 15
8 Documentatie bestand Jongeren in een kwetsbare positie naar RMC 2014/ 15 1 Team Onderwijs, April 2019 Beschikbare bestanden: Dit documentatierapport betreft het bestand 190325JongerenInKwetsbarePositieRMC14.sav.
Nadere informatieAlfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014
Alfahulp en huishoudelijke hulp Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Inhoudsopgave Geschreven voor Achtergrond & doelstelling 3 Conclusies 5 Resultaten 10 Bereidheid tot betalen 11 Naleven regels 17
Nadere informatieNOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar
NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar JAAROVERZICHT Tot en met meting 35 incl. nov. 15 In opdracht van NOC*NSF GfK December 18, Sportdeelname maandmeting november 1 Inhoudsopgave
Nadere informatiePERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE (POLS) module SCP LEEFSITUATIE / EUROPEAN WELFARE SURVEY SLI/EWS
PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE (POLS) module SCP LEEFSITUATIE / EUROPEAN WELFARE SURVEY SLI/EWS 2002 DOCUMENTATIE pagina 1 pagina 2 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek
Nadere informatiePERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE
PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE 2001 DOCUMENTATIE Rep01_wsa_dc.doc pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4
Nadere informatieEerste Resultaten Arbeidskrachtenonderzoek 2002 EERSTE RESULTATEN ARBEIDSKRACHTEN ONDERZOEK CURAÇAO 2002
EERSTE RESULTATEN ARBEIDSKRACHTEN ONDERZOEK CURAÇAO 2002 1 INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Samenvatting 4 Bonaire 4 Curacao 4 Methodologie 4 Definities 5 Bonaire 6 I Werkenden 8 I.1 Geslacht 8 I.2 Leeftijd 9
Nadere informatieOpzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus'
Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Aansluiting mbo-opleidingen op de arbeidsmarkt gev16-0731mr/bes_alg 1 1. Inleiding Aanleiding en achtergrond onderzoek Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid
Nadere informatieEnquête Welzijn en ervaringen op het werk
Enquête Welzijn en ervaringen op het werk Veldwerkverslag Januari 2013 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Datum Januari 2013 Opdrachtgever Sociaal en Cultureel Planbureau
Nadere informatieOnderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn
Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn Oktober 2015 2 Management Summary Inleiding Ongeveer een jaar geleden heeft de gemeenteraad van Borger-Odoorn besloten om de winkels in haar gemeente
Nadere informatieInstructie Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015
Instructie Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015 CEO Colofon Het Cliëntervaringsonderzoek Wmo (CEO Wmo) is op verzoek van de VNG/VWS ontwikkeld door BMC onderzoek, met inbreng van een klankbordgroep van cliëntenorganisaties
Nadere informatieWerkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag
Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in de huisartspraktijk tijdens kantooruren te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst
Nadere informatieUitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking
Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze
Nadere informatieMet een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt
Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal
Nadere informatieGemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017
Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515
Nadere informatieHandleiding LEREN 2017 CATI
Handleiding LEREN 2017 CATI Heerlen, januari 2017 Projectleider: Björn Janssen Vragenlijstontwikkelaar: Marleen Wingen Opleider: Yvette Swinckels CBS-weg 11 Postbus 4481 6401 CZ Heerlen www.cbs.nl twitter.com/statistiekcbs
Nadere informatieKerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015
Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk
Nadere informatieVeranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders
Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er
Nadere informatieMeer of minder uren werken
Meer of minder uren werken Jannes de Vries Een op de zes mensen die minstens twaalf uur per week werken (de werkzame beroeps bevolking) wil meer of juist minder uur werken. Van hen heeft minder dan de
Nadere informatiePrioritering maatschappelijke vraagstukken
Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Prioritering maatschappelijke vraagstukken Veldwerkverantwoording
Nadere informatieONDERZOEKSVERANTWOORDING VAN HET ONDERZOEK OBSERVEREN BUREN VAN PRIJSWINNAARS IN DE POSTCODELOTERIJ
VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEKSVERANTWOORDING VAN HET ONDERZOEK OBSERVEREN BUREN VAN PRIJSWINNAARS IN DE POSTCODELOTERIJ 2003-2006 In opdracht van: Rijksuniversiteit van Groningen Dongen,
Nadere informatieLangdurige werkloosheid in Nederland
Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.
Nadere informatieNOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar
NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 43 juli 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 7 Sportdeelname Index juli 2016 Sportdeelname afgelopen maand
Nadere informatieNOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar
NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar Meting 48 december 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 7 Sportdeelname Index december 2016 Sportdeelname afgelopen maand Sportdeelname
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 14857 1 oktober 2009 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 23 september 2009, nr. WJZ / 9167013,
Nadere informatieVerslag opinieonderzoek validatiestelsel
Verslag opinieonderzoek validatiestelsel René Bekkers, Filantropische Studies Vrije Universiteit Amsterdam 29 september 2016 * In Geven in Nederland 2017 zijn op verzoek en in overleg met het Centraal
Nadere informatiePatiëntregistratie. 9.1 Inleiding. 9.2 Variabelen en meetinstrumenten
9 Patiëntregistratie 9.1 Inleiding 81 In dit hoofdstuk wordt de patiëntregistratie beschreven. De patiëntregistratie is een van de zes gegevensverzamelingsmodules van de Tweede Nationale Studie. Het doel
Nadere informatieSplitsing 'PGB voor Wmo en Jeugdwet' in gemeentebegrotingen 2015 o.b.v. SVB-data
Nota Splitsing 'PGB voor Wmo en Jeugdwet' in gemeentebegrotingen 2015 o.b.v. SVB-data projectnummer 17 december 2015 samenvatting trefwoorden Inleiding Het totaal Persoonsgebonden budget (PGB) voor Wmo
Nadere informatieCSI-steekproef 2008 en respons follow-ups 2009 en 2010
CSI-steekproef 2008 en respons follow-ups 2009 en 2010 Deze beknopte rapportage vormt het vervolg op de rapportages over de eerste en tweede meting waarin de vragenlijstontwikkeling zijn beschreven, en
Nadere informatieArtikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst
Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk
Nadere informatieNOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar
NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 45 september 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 7 Sportdeelname Index september 2016 Sportdeelname afgelopen
Nadere informatie