Marketing met Injunctieve en Descriptieve Sociale Normen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Marketing met Injunctieve en Descriptieve Sociale Normen"

Transcriptie

1 Marketing met Injunctieve en Descriptieve Sociale Normen Onderzoek naar de invloed van sociale normcommunicatie op aankoopintentie Lotte van Spanning / Masterthese Graduate School of Communication Master programma Communication Science Saar Mollen

2 ABSTRACT... 3 INLEIDING... 4 THEORETISCH KADER... 7 SOCIALE NORMEN IN EEN MARKETING SETTING... 8 SOCIALE NORMEN EN DE MATE VAN ELABORATIE... 9 DUALE PROCESMODELLEN OVER INFORMATIEVERWERKING HYPOTHESE METHODE DEELNEMERS EN DESIGN MANIPULATIE PROCEDURE METINGEN Afhankelijke variabelen Manipulatiecheck en controlevariabelen RESULTATEN MANIPULATIECHECK HOOFDANALYSES DISCUSSIE CONCLUSIE

3 Abstract In het huidige onderzoek wordt gekeken naar het effect van sociale normcommunicatie in een marketingsetting. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen sociale normen die informeren wat goedgekeurd of afgekeurd wordt (injunctieve normen) en sociale normen die informeren wat normaal gesproken gedaan wordt (descriptieve normen). Er wordt gekeken wat het effect is van deze sociale normen op aankoopintentie en welke invloed de mate van elaboratie hierop heeft. Eerder onderzoek laat zien dat injunctieve normen meer invloed hebben op gedrag intentie bij een hoge mate van elaboratie dan bij en lage mate van elaboratie en descriptieve normen meer invloed hebben op gedrag intentie bij een lage mate van elaboratie dan bij een hoge mate van elaboratie. In het huidige onderzoek wordt daarom gekeken of dit interactie effect ook in een marketingsetting te vinden is. In totaal hebben 292 deelnemers meegedaan aan het onderzoek. Bij deze deelnemers werd de mate van elaboratie gemanipuleerd door een simpel of complex stippenpatroon dat zij moesten onthouden. Hierna werd een reclameposter voor jeans getoond die ofwel een descriptieve normboodschap ofwel een injunctieve normboodschap bevatte. De aankoopintentie, de prijs die deelnemers bereid waren te betalen voor de jeans en de attitude ten opzichte van de jeans uit de advertentie, werd gemeten. Er werden geen significante interactie effecten gevonden en hiermee wordt de hypothese niet ondersteund. Implicaties van de bevindingen en mogelijke redenen voor het uitblijven van steun voor de hypothese worden in de discussie besproken. 3

4 Inleiding Heb je ook wel eens een aankoop gedaan die een van je vrienden ook al bleek te hebben? Als je eens goed om je heen kijkt zie je dat veel consumenten hun koopgedrag laten beïnvloeden door andere mensen. Kijk bijvoorbeeld naar de kledingstijl van een bepaalde groep jongeren. De kans is groot dat de kledingstijl binnen deze groep erg op elkaar lijkt (Piacentini & Mailer, 2004). Sociale normen zorgen ervoor dat mensen hun gedrag aanpassen aan de normen van een bepaalde groep. Om te bepalen welke acties passen binnen een bepaalde situatie laten mensen zich vaak, bewust of onbewust, informeren door het gedrag van anderen of de mening van anderen (Cialdini et al., 1990). Directe observatie van anderen is niet altijd nodig voor het effect van de sociale norm (Parks, Sanna, & Berel, 2001). Zo blijken sociale normen via schrift ook voor conformiteit aan deze normen te zorgen. Sociale normen worden dan ook frequent gebruikt in campagnes ten behoeve van gedragsverandering. De invloed van sociale normen in campagnes wordt al tientallen jaren onderzocht. Dit onderzoek laat zien dat sociale normen invloed hebben op verschillende gedragingen zoals recycling (Schultz, 1999), afval op straat gooien (Cialdini, Kallgren, & Reno, 1991), energie besparing (Goldstein, Cialdini, & Griskevicius, 2008), alcoholgebruik (Borsari & Carey, 2003) en gokgedrag (Larimer & Neighbors, 2003). De meeste wetenschappelijke studies met betrekking tot sociale normen richten zich voornamelijk op de invloed van sociale normen op gezondheid en milieubewust gedrag (Berkowitz, 2005; Goldstein, Cialdini, & Griskevicius, 2008). Sociale normen worden echter ook vaak in een marketingsetting gebruikt. Een voorbeeld hiervan is adverteren met de hoeveelheid mensen die het product al gekocht hebben of met een positieve mening over het product zoals bestseller op het boek van Ik Jan Cremer (Cremer, 1964). Het gebruik van sociale normen is mogelijk een effectieve manier om het gedrag van consumenten te beïnvloeden. Consumenten zijn zich er vaak van bewust dat advertenties op zich puur 4

5 gemaakt zijn om hen over te halen een aankoop te doen en dit kan weerstand oproepen bij de consument (Calfee & Ringold, 1994). Het gebruik van sociale normen in een marketingsetting is mogelijk een effectieve manier om die weerstand van de consument tegen te gaan. Er is echter nog weinig wetenschappelijk onderzoek naar de werkzaamheid van sociale normen in een marketingsetting en daarom zal dit huidige onderzoek zich hierop richten Wanneer onderzoek wordt gedaan naar sociale normen moet volgens de focus theory of normative conduct (Cialdini, Reno, & Kallgren, 1990) een onderscheid gemaakt worden tussen twee typen sociale normen. Ten eerste sociale normen die informeren wat de meerderheid goedkeurt of afkeurt (injunctieve normen) en ten tweede sociale normen die informeren wat de meerderheid normaal doet (descriptieve normen). Een descriptieve norm kan een andere invloed hebben op een gedragspatroon dan een injunctieve norm in dezelfde setting (Reno, Cialdini, & Kallgren, 1983). Zo kan in een bepaalde setting de meerderheid een bepaald gedrag laten zien (descriptieve norm) dat eigenlijk wordt afgekeurd (injunctieve norm). Een voorbeeld is het afkeuren van het kopen van goedkope kleding dat mogelijk is gemaakt onder slechte arbeidsomstandigheden, conform de injunctieve norm. Echter kopen toch veel mensen kleding van een goedkope kledingzaak omdat de meerderheid dit ook doet, conform de descriptieve norm (Joergens, 2006). Onderscheid tussen beide normen is van belang om het effect van sociale normen op gedrag te begrijpen en voorspellen (Cialdini, 1990). Om het effect van sociale normen op gedrag nog beter te begrijpen en te voorspellen is het van belang om ook te kijken naar de mate waarin mensen nadenken over deze sociale norm, oftewel de mate van elaboratie. Onderzoek van Kredentser, Fabriger, Smit en Fulton (2012) laat zien dat een descriptieve normboodschap succesvoller is onder lage niveaus van elaboratie terwijl een injunctieve normboodschap succesvoller is onder hoge mate van 5

6 elaboratie. De mate van elaboratie is afhankelijk van de motivatie en de capaciteit om de normboodschap te verwerken. Met betrekking tot consumentengedrag is de mate van elaboratie zeer relevant gebleken (Buchholz & Smith, 1991). Consumenten maken beslissingen over aankopen onder verschillende niveaus van elaboratie (Kassarjian, 1981). Consumenten met een hoge betrokkenheid hebben meer motivatie om naar informatie over een product te zoeken terwijl consumenten met een lage betrokkenheid gebruik maken van simpele beslisregels om een keuze te maken (MacDonald, Saliba, & Bruwer 2013). De betrokkenheid kan ook gedefinieerd worden als de mate van persoonlijke relevantie voor het product (Zaichkowsky, 1985). Een consument kan dus een hoge betrokkenheid hebben bij het kopen van een tennisracket wanneer dit persoonlijk een hoge relevantie heeft en een lage betrokkenheid bij het kopen van een tennisracket wanneer dit een lage persoonlijke relevantie heeft. Ook de capaciteit om informatie te kunnen verwerken heeft invloed op de mate van elaboratie. Zo hebben veel mensen na een drukke werkdag een lage capaciteit om informatie te verwerken. Wanneer op dat moment een aankoop wordt gedaan met lage persoonlijke relevatie zal de mate van elaboratie over deze aankoop laag zijn (Petty, Cacioppo, & Schumann, 1983). Als mensen net wakker en fit zijn hebben zij vaak een hogere capaciteit om informatie te verwerken. Wanneer op dat moment een aankoop wordt gedaan met hoge persoonlijke relevantie zal de mate van elaboratie over deze aankoop hoog zijn (Petty et al., 1983). De mate waarin iemand zich identificeert met een bepaalde groep is van belang voor het effect van deze sociale groepsnorm op gedrag. Wanneer er een hoge identificatie met een groep is heeft een sociale norm van deze groep meer invloed op attitudes en gedrag dan wanneer er een lage identificatie met deze groep is (Terry & Hogg, 1996). Consumenten laten zich vaak sturen door aankopen van anderen waarmee zij zich willen identificeren (Berger & 6

7 Heath, 2007). Met name kleding blijkt van belang om de sociale identiteit, en met welke groepen men geïdentificeerd wil worden, duidelijk te maken (Noesjirwan & Crawford, 1982). Het is daarom mogelijk dat sociale normen nog meer effect zullen hebben op aankoopintentie van producten in een marketingsetting dan op gezondheid en milieubewust gedrag. Tot nu is er echter nog geen onderzoek geweest naar de invloed van de mate van elaboratie over deze twee sociale normen en het effect hiervan op gedrag in een marketingsetting. Het huidige onderzoek tracht daarom een antwoord te vinden op de volgende onderzoeksvraag: Wat is de invloed van descriptieve en injunctieve normen op aankoopintentie en in hoeverre is dit afhankelijk van de mate van elaboratie van de consument? Theoretisch kader Descriptieve en injunctieve normen Zoals eerder besproken is het volgens Cialdini et al. (1990) belangrijk om een onderscheid te maken tussen twee type normen. Ten eerste normen die verwijzen naar wat normaal gesproken gedaan wordt, ook wel de descriptieve norm genoemd. Ten tweede normen die verwijzen naar wat goed- of afgekeurd wordt door de meeste anderen, ook wel de injunctieve normen genoemd. Onderscheid tussen deze twee sociale normen is belangrijk omdat er twee typen beweegredenen aan beide normen ten grondslag liggen (Deutsch & Gerard, 1955). Descriptieve normen hebben betrekking op de waargenomen mate waarin mensen een bepaald gedrag vertonen, in andere woorden wat de meeste andere mensen doen. Descriptieve normen bieden informatie die met name relevant is voor het intrapersoonlijke doel om een juiste keuze te maken (Cialdini & Trost, 1998). Cialdini (2009) beschrijft het gebruik van descriptieve normen als sociaal bewijs dat tijd en moeite bespaart om de beste keuze te 7

8 maken. Een voorbeeld van een descriptieve norm is de waarneming dat de meeste vrienden van jou een bepaalde jeans hebben gekocht. Dit kan ervoor zorgen dat je verwacht dat deze jeans van goede kwaliteit is en dat deze jeans de juiste keuze is om ook te kopen. Injunctieve normen hebben betrekking op de waarneming van wat andere mensen vinden dat je moet doen. Injunctieve normen bieden informatie die met name relevant is voor het interpersoonlijke doel om sociale relaties te bouwen en te onderhouden (sociale goedkeuring; Cialdini et al., 1998). Een voorbeeld van een injunctieve norm is de waarneming dat andere mensen vinden dat je een bepaalde jeans moet dragen. Dit zorgt ervoor dat je sociale goedkeuring verwacht en dat je erbij hoort wanneer je deze jeans draagt. Sociale normen in een marketing setting Eerder onderzoek laat zien dat zowel injunctieve als descriptieve normen invloed hebben op gedrag. Zo zijn descriptieve normen effectief om bijvoorbeeld hergebruik van handdoeken in een hotel te stimuleren (Goldstein et al. 2008). Ook blijkt de combinatie van zowel de descriptieve norm als de injunctieve norm effectief om milieu bewust gedrag te stimuleren (Cialdini, 2003). De meeste studies met betrekking tot sociale normen richten zich op de invloed van normen op gezondheid en milieubewust gedrag (Berkowitz, 2005; Goldstein, Cialdini, & Griskevicius, 2008). Er zijn echter nog weinig studies die zich richten op het effect van sociale normen in een marketingsetting. Omdat sociale normen effectief blijken om verschillende gedragingen te beïnvloeden of te voorspellen op het gebied van gezondheid en milieu zouden sociale normen ook effectief kunnen zijn in gedragingen beïnvloeden of voorspellen op het gebied van marketing. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat jong volwassenen een hogere loyaliteit voor een bepaalde mobiele telefoonprovider hebben wanneer dit de sociale norm is (Lee, Murphy, & Neale, 2009). Wanneer consumenten aankopen doen laten zij zich vaak sturen 8

9 door aankopen van anderen in hun sociale omgeving waarmee zij zich willen identificeren (Berger & Heath, 2007). Dit gebeurt vooral bij producten die gezien worden als een symbool voor de eigen identiteit (Berger et al. 2007). Met name kleding blijkt belangrijk om naast de eigen identiteit, ook de sociale identiteit duidelijk te maken (Noesjirwan & Crawford, 1982). De sociale norm in een groep zou daarom nog een sterker effect kunnen hebben op de keuzes die consumenten maken met betrekking tot mode, dan met betrekking tot gezondheid en milieu bewust gedrag. Daarnaast is het gebruik van sociale normen in een advertentie mogelijk een effectieve manier om weerstand van de consumenten tegen te gaan. Dit kan marketeers in staat stellen zich efficiënter op consumenten te richten wanneer gebruik gemaakt wordt van sociale normen om aankoopgedrag te stimuleren. Sociale normen en de mate van elaboratie Eerder onderzoek laat zien dat de mate van elaboratie over een normboodschap invloed heeft op de werking van een descriptieve of injunctieve norm. Kredentser, Fabriger, Smit en Fulton (2012) onderzochten de invloed van descriptieve en injunctieve normen op de intentie om mee te doen aan een programma over gezondheid en in hoeverre dit afhankelijk was van de mate van elaboratie. Om de mate van elaboratie te beïnvloeden werd zowel de motivatie als de mogelijkheid om informatie te verwerken gemanipuleerd. Om de mogelijkheid tot informatie verwerking te beïnvloeden moesten de deelnemers in de hoge elaboratie conditie over het programma lezen en het onderzoek voltooien zonder opzettelijke beperkingen van hun cognitieve capaciteit. Deelnemers in de lage elaboratie conditie werden beperkt in hun mogelijkheid om informatie te verwerken, omdat zij een 8-delige cijferreeks moesten onthouden. Om de motivatie tot informatie verwerking te beïnvloeden werd de persoonlijke relevantie verhoogd of verlaagd. De persoonlijke relevantie werd verhoogd door te melden dat het programma beschikbaar zou zijn bij de eigen universiteit en verlaagd door 9

10 te melden dat het programma bij een andere universiteit beschikbaar zou zijn. Wanneer elaboratie laag was hadden mensen eerder intentie om mee te doen met het programma na het lezen van een descriptieve normboodschap, dan een injunctieve normboodschap. Wanneer elaboratie hoog was hadden mensen eerder de intentie om mee te doen met het programma na een injunctieve normboodschap, dan een descriptieve normboodschap. Een descriptieve normboodschap is dus succesvoller bij lage niveaus van elaboratie terwijl een injunctieve normboodschap succesvoller is onder hoge niveaus van elaboratie. Onderzoek van Jacobson, Mortensen en Cialdini (2011) ondersteunt de resultaten van Kredentser et al. (2012). In het onderzoek van Jacobson et al. (2011) werd gekeken of de verschillende effecten van descriptieve of injunctieve normen ten grondslag liggen aan verschillende mate van cognitieve activiteit. Het onderzoek van Jacobson et al. (2011) werd uitgevoerd onder studenten in een klaslokaal. De studenten deden mee aan een inspannende activiteit waarin ze de rol van een psycholoog of een cliënt moesten innemen. Deze taak vereiste cognitieve activiteit waardoor deelnemers na het uitvoeren van deze taak verondersteld werden minder cognitief actief te zijn. In één conditie kregen de deelnemers de vragenlijst voordat ze mee hadden gedaan aan deze inspannende activiteit en in de andere conditie kregen de deelnemers de vragenlijst nadat ze mee hadden gedaan deze inspannende activiteit. Tevens waren er twee verschillende versies van de vragenlijst, één met een descriptieve normboodschap en een met een injunctieve normboodschap. De normboodschap had betrekking op hoeveel studenten bereid waren nog een aantal extra vragenlijsten in te vullen na het onderzoek. In de versie met een descriptieve normboodschap werd verteld dat de meeste studenten bereid waren geweest extra vragenlijsten in te vullen en in de versie met een injunctieve normboodschap werd verteld dat de meeste studenten vonden dat men bereid moest zijn om extra vragenlijsten in te vullen. De uitkomstmaat was de mate waarin de student zelf bereid was extra vragenlijsten in te vullen na het onderzoek. De deelnemers met 10

11 een injunctieve normboodschap waren meer bereid extra vragenlijsten in te vullen wanneer zij de normboodschap en het verzoek ontvingen voordat de uitdagende taak uitgevoerd moest worden. De deelnemers met een descriptieve normboodschap waren meer bereid extra vragenlijsten in te vullen wanneer zij de normboodschap ontvingen nadat zij de inspannende taak uitgevoerd hadden. Deze resultaten sluiten aan bij de resultaten van Kredentser et al. (2012): Een descriptieve normboodschap is succesvoller bij lage cognitieve activiteit terwijl een injunctieve normboodschap succesvoller is onder hoge cognitieve activiteit. Zowel Kredentser et al. (2012) als Jacobson et al. (2011) geven dezelfde verklaring voor het effect van descriptieve normen onder lage mate van elaboratie. Volgens beide onderzoekers dienen descriptieve normen als sociaal bewijs of een heuristieke cue om op een effectieve manier de beste keuze te maken zonder dat dit veel moeite kost (Cialdini, 2009). Een descriptieve norm kan bijvoorbeeld duidelijk maken dat de meeste mensen een jeans van een bepaald merk kopen. Dit dient als heuristieke cue dat dit een goed merk is en daarom de juiste keuze is om te kopen zonder dat het veel moeite kost om deze keuze te maken. Kredentser et al. (2012) en Jacobson et al. (2011) geven een iets andere verklaring voor het effect van injunctieve normen onder hoge mate van elaboratie. Volgens Kredentser et al. (2012) hebben injunctieve normen betrekking op waarden. Waarden zijn idealen of motieven binnen een samenleving, groep of van een individu. Het kost meer cognitieve elaboratie om te bepalen of de waarden, conform de injunctieve norm, passen bij de eigen persoonlijke waarden. Wanneer de mogelijkheid en de motivatie tot cognitieve elaboratie hoog is kan gekeken worden of de injunctieve norm aansluit bij de eigen persoonlijke waarden. Volgens Jacobson et al. (2011) is er bij injunctieve normen een tweestrijd tussen verschillende doelen. Aan de ene kant is er de injunctieve norm (wat je volgens de meeste anderen zou moeten doen) en aan de andere kant wat je zelf graag zou willen doen. Een 11

12 conflict tussen deze twee doelen komt vaak voor in het dagelijks leven. Een voorbeeld is dat je wellicht graag een comfortabele joggingbroek naar je werk zou dragen omdat het zo lekker zit maar conform de injunctieve norm van nette kleding op werk dragen kies je toch voor een nette jeans. Er is dan sprake van een conflict tussen wat je graag zou willen doen en wat je volgens de injunctieve norm zou moeten doen. Cognitieve activiteit is van belang om dit conflict op te lossen (Baumeister, Bratslavsky, Muraven, & Tice, 1998). Hierdoor zijn injunctieve normen effectiever wanneer mensen de mogelijkheid hebben om cognitief actief hierover na te denken. De uitkomsten van beide onderzoeken komen echter op hetzelfde neer: Bij een lage mate van elaboratie, of cognitieve activiteit, is een descriptieve normboodschap effectiever dan een injunctieve normboodschap. Bij een hoge mate van elaboratie, of cognitieve acitiviteit, is een injunctieve normboodschap effectiever dan een descriptieve normboodschap. Beide onderzoeken tonen aan dat de mate van cognitieve elaboratie van belang is voor de effectiviteit van een injunctieve of descriptieve normboodschap. Duale procesmodellen over informatieverwerking Het Elaboration Likeihood Model (ELM) van Petty en Caciopppo, (1986) en het Heuristic-Systematic Model (HSM) van Chaiken (1987) zijn twee bekende duale procesmodellen over verschillende routes van informatieverwerking en sluiten aan bij het huidige onderzoek aangezien er naar de mate van elaboratie wordt gekeken. Beide modellen stellen dat het oordeel over de correctheid van informatie het resultaat kan zijn van twee verschillende processen; een systematisch en een heuristisch proces of zoals dat binnen het ELM wordt genoemd, de centrale route en de indirecte route. Bij een systematische informatieverwerking is er meer aandacht voor de informatie en wordt kritischer naar de betrouwbaarheid van alle argumenten aanwezig in een boodschap gekeken. In tegenstelling 12

13 hierop is bij heuristische informatieverwerking weinig aandacht voor de informatie en wordt niet kritisch naar de betrouwbaarheid van de argumenten gekeken, maar wordt gebruik gemaakt van simpele beslisregels zoals experts hebben altijd gelijk of iedereen doet het dus het zal wel kloppen (Chaiken, 1987). Het belangrijkste verschil tussen het ELM en het HSM is dat volgens het HSM mensen informatie zowel systematisch als heuristisch kunnen verwerken. Volgens het ELM kan informatie ofwel volgens de systematische route verwerkt worden ofwel via de heuristische route maar niet tegelijkertijd (Petty & Cacioppo, 1986). De motivatie en de mogelijkheid om informatie te verwerken zijn de twee belangrijkste voorspellers van het type verwerking dat plaats zal vinden. Wanneer mensen een hoge motivatie en mogelijkheid hebben om informatie te verwerken wordt informatie systematisch verwerkt en wanneer mensen een lage motivatie en mogelijkheid hebben wordt informatie heuristisch verwerkt (Petty et al., 1986). Petty, Cacioppo en Schumann (1983) onderzochten wat de invloed van de mate van elaboratie over een advertentie van scheermesjes was op de houding ten opzichte van deze scheermesjes. De betrokkenheid van de ene helft van de deelnemers werd verhoogd door te melden dat de scheermesjes binnenkort te koop zouden zijn in een lokale winkel en dat ze aan het eind van het experiment de kans zouden hebben om een scheermesje mee naar huis te nemen. De betrokkenheid van de andere helft van de deelnemers werd verlaagd door te melden dat de scheermesjes binnenkort in een andere stad te koop zouden zijn en dat ze aan het eind van het experiment de kans zouden hebben om tandpasta mee naar huis te nemen. Naast de manipulatie van betrokkenheid varieerde ook de zender van de boodschap (een bekend persoon of een onbekend persoon) en de kwaliteit van de boodschap (sterke of zwakke argumenten). Uit de resultaten kwam naar voren dat deelnemers met een lage mate van elaboratie gebruik maakten van simpele beslisregels en hierdoor een positievere houding ten opzichte van het scheermesje hadden wanneer deze geadverteerd werd door een bekend persoon in plaats van een onbekend 13

14 persoon. Een bekend persoon diende hier als simpele beslisregel dat dit scheermesje de beste keuze was. De kwaliteit van de argumenten maakte niet uit aangezien er geen systematische verwerking was. Hiertegenover hadden deelnemers met een hoge mate van elaboratie enkel een positievere houding ten opzichte van het scheermesje wanneer de kwaliteit van de argumenten hoog was. De zender van de boodschap maakte geen verschil aangezien er geen heuristische verwerking was en geen gebruik werd gemaakt van simpele beslisregels. Hypothese Mensen met een lage elaboratie verdiepen zich niet in de kwaliteit van de argumenten en maken eerder gebruik van simpele beslisregels. Bij het onderzoek van Petty et al. (1983) diende een bekend persoon als de simpele beslisregel. Zoals eerder beschreven dienen ook descriptieve normen als sociaal bewijs of simpele beslisregel om op een effectieve manier de beste keuze te maken zonder dat dit veel moeite kost (Cialdini, 2009). Daarom wordt verwacht dat descriptieve normen effectiever zijn om aankoop intentie te stimuleren bij een lage mate van elaboratie dan bij een hoge mate van elaboratie. Hiertegenover vereisen injunctieve normen een hogere mate van elaboratie doordat het meer cognitieve elaboratie kost om te bepalen of deze waarden passen bij de eigen persoonlijke waarden (Kredentser et al., 2012) en omdat er een conflict is tussen wat je volgens de meeste anderen zou moeten doen en wat je zelf graag zou willen doen (Jacobson et al. 2011). Verwacht wordt dat injunctieve normen effectiever zijn om aankoopintentie te stimuleren bij een hoge mate van elaboratie dan bij een lage mate van elaboratie. Op basis hiervan is de volgende hypothese geformuleerd: 14

15 Hypothese: Een descriptieve norm leidt tot hogere aankoopintentie bij een lage mate van elaboratie (vs. een hoge mate van elaboratie) en een injunctieve norm leidt tot hogere aankoopintentie bij een hoge mate van elaboratie (vs. een lage mate van elaboratie). Methode Deelnemers en design Deelnemers werden door middel van Facebook geworven waarbij een link van Qualtrics hen naar het onderzoek doorstuurde. In totaal hebben 292 deelnemers (37 mannen en 254 vrouwen) het onderzoek voltooid met een gemiddelde leeftijd van jaar (SD = 10.86). Deelnemers die bepaalde vragen niet ingevuld hadden (10 deelnemers) en deelnemers onder de 18 jaar (9 deelnemers) werden verwijderd. Daarnaast zijn er geen outliers verwijderd 1. In totaal bleven er in 273 deelnemers over voor de analyses. Hiervan waren 36 man en 237 vrouw met een gemiddelde leeftijd van 28,06 jaar (SD = 10.74). De jongste deelnemer was 18 jaar en de oudste deelnemer 67 jaar. De hoogst afgeronde opleiding of huidige opleiding van de deelnemers was een WO diploma (34%), een HBO diploma (34%) of een MBO diploma (24%). De studie bestond uit een 2 (sociale norm: descriptieve/injunctieve) x 2 (elaboratie: hoog/laag) tussen proefpersonen design. Het onderzoek kon online ingevuld worden en duurde ongeveer 5 minuten. Er was geen vergoeding voor deelname aan het onderzoek. 1 Een exploratieve analyse naar outliers op de afhankelijke variabelen is aan de hand van een boxplot uitgevoerd. Hieruit bleken er geen outliers te zijn voor de aankoopintentie of de gemiddelde attitude. Er zijn echter 6 outliers gevonden voor de prijs die deelnemers willen betalen voor de jeans. Omdat deze outliers enkel op één afhankelijke variabelen zijn gevonden, is besloten deze personen niet te verwijderen uit de steekproef. 15

16 Manipulatie Sociale norm. De sociale norm is gemanipuleerd met behulp van een reclameposter waarop een jeans stond afgebeeld. Hieronder stond een descriptieve of een injunctieve normboodschap die betrekking had op deze jeans van het merk H&M. Mannen kregen een herenmodel jeans te zien met een sociale normboodschap over de meeste mannen om zo de identificatie met de groep waarvan de normboodschap komt te verhogen (Berger et al. 2007). Vrouwen kregen een damesmodel jeans te zien met een sociale normboodschap gericht op vrouwen (Figuur 1). De descriptieve normboodschap voor de vrouwen was de meeste Nederlandse vrouwen vinden dat je H&M jeans zou moeten dragen. De injunctieve normboodschap was de meeste Nederlandse vrouwen dragen H&M jeans. Bij mannen werd de meeste Nederlandse mannen gebruikt (Figuur 1). Figuur 1. Voorbeeld van de reclameposter met descriptieve normboodschap voor mannen (links) en injunctieve normboodschap voor vrouwen (rechts). 16

17 Elaboratie. Cognitieve elaboratie is gemanipuleerd door de mogelijkheid en de motivatie om informatie te verwerken te beïnvloeden. De mogelijkheid om te verwerken werd gemanipuleerd door middel van een variatie op de stip geheugentest. De stip geheugentest is een ruimtelijke opslagtaak (Bethell-Fox & Shepard, 1988; Miyake Friedman, Rettinger, Shah & Hegarty, 2001). Uit onderzoek komt naar voren dat deze stip geheugentest invloed heeft op de cognitieve capaciteit van de deelnemers (De Neys & Schaeken, 2007). In het onderzoek van Kredentser et al. (2012) werd de mate van elaboratie gemanipuleerd door de deelnemers een getallenreeks te laten onthouden. Omdat dit onderzoek online werd uitgevoerd was het mogelijk dat deelnemers deze getallenreeks zouden opschrijven. Om dit te voorkomen is voor een visuele geheugentaak gekozen. In het huidige onderzoek kregen de deelnemers gedurende 3 seconden 3x3 vakjes te zien die gevuld of niet gevuld zijn. De deelnemers moesten dit patroon onthouden en het op een later tijdstip reproduceren. Om een lage mate van elaboratie te manipuleren kregen deelnemers een complex patroon te zien. Dit is bedoeld als een opzettelijke beperking op de cognitieve capaciteit. De andere deelnemers kregen een simpel patroon te zien om zo de mate van elaboratie niet te beïnvloeden (Figuur 2). Dit is bedoeld als een minimale beperking van de cognitieve capaciteit (Miyake et al., 2001). Figuur 2. Voorbeeld van het patroon in de lage elaboratie conditie (links) en de hoge elaboratie conditie (rechts). 17

18 Om de motivatie tot elaboratie te manipuleren werden de deelnemers in de hoge elaboratieconditie verteld, dat de jeans over een week bij H&M te koop zou zijn. Om de motivatie tot elaboratie in de lage elaboratieconditie te manipuleren werd verteld dat de jeans over een jaar bij H&M te koop zou zijn. In het onderzoek van Petty et al. (1983) werd gebruik gemaakt van een soortgelijke manipulatie. Hier werd de persoonlijke relevantie voor het product verhoogd of verlaagd door te vertellen dat scheermesjes binnenkort in een lokale winkel te koop zouden zijn of in een stad ergens ver weg. Uit het onderzoek van Petty et al. (1983) kwam naar voren dat de motivatie tot elaboratie omhoog gaat wanneer de persoonlijke relevantie verhoogd. Procedure De opzet van het onderzoek was als volgt: deelnemers werden via een link van Qualtrics gestuurd naar het online experiment. De deelnemers werden hier random verdeeld over één van de vier condities. De deelnemers in de lage elaboratie conditie kregen de complexe versie van de stip geheugentest te zien met de vraag om dit patroon te onthouden. Vervolgens werd hen verteld dat er een reclameposter van H&M jeans voorbij zou komen die over een jaar te koop zou zijn bij H&M. De deelnemers in de hoge elaboratie conditie kregen een simpele versie van de stip geheugentest te zien met de vraag dit patroon te onthouden en vervolgens de boodschap dat de jeans over een week bij H&M te koop zou zijn. Daarna werden de deelnemers blootgesteld aan de reclameposter met ofwel een descriptieve normboodschap ofwel een injunctieve normboodschap. Na blootstelling aan de normboodschap werd aan deelnemers gevraagd om het patroon dat zij moesten onthouden na te maken. Dit kon gedaan worden aan de hand van 3 x 3 vakjes die de deelnemers konden aanvinken of leeg laten. Vervolgens werd gemeten hoeveel geld de deelnemers wilden betalen 18

19 voor de jeans, werd de attitude over de jeans gemeten en werd de aankoopintentie van de jeans gemeten. Tot slot werd de betrokkenheid tijdens het bekijken van de advertentie gemeten gevolgd door een aantal controle vragen en een debriefing van het onderzoek. Metingen Afhankelijke variabelen Attitude. De attitude van de deelnemers ten opzichte van de jeans is aan de hand van vier items op een 7-punt schaal gemeten. Hiervoor werden vragen gebruikt uit het onderzoek van Spears en Singh (2004). Deelnemers werd gevraagd in hoeverre zij de jeans; (1) onaantrekkelijk (7) aantrekkelijk, (1) van lage kwaliteit (7) van hoge kwaliteit, (1) lelijk (7) mooi, (1) smakeloos (7) smaakvol vonden. Een exploratieve factoranalyse gaf aan dat de schaal unidimensioneel is en 76.06% van de variantie verklaart. De 4-item schaal is betrouwbaar met een Cronbach s Alpha van.89 (M = 3.83, SD = 1.32). Op basis van deze resultaten is dan ook een nieuwe variabele attitude aangemaakt met de gemiddelde score van deze vier vragen. Aankoopintentie. De aankoopintentie van de deelnemers is aan de hand van twee items op een 7-punt schaal gemeten. Hiervoor werden vragen gebruikt uit het onderzoek van Spears en Singh (2004). De deelnemers konden aangeven in hoeverre zij; (1) lage - (7) hoge intentie hadden om de jeans te kopen, (1) lage interesse - (7) hoge interesse hadden om de jeans te kopen. De 2-item schaal bleek sterk met elkaar in verband te staan, r =.928, p <.01 (M = 2.81, SD = 1.58). Op basis van deze resultaten is dan ook een nieuwe variabele aankoopintentie aangemaakt met de gemiddelde scores van deze twee vragen. Hiernaast werd de deelnemers gevraagd aan te geven hoeveel geld in euro s ze bereid waren te betalen voor de jeans in de advertentie. 19

20 Manipulatiecheck en controlevariabelen Cognitieve elaboratie. De mate van elaboratie tijdens het bekijken van de advertentie werd door middel van drie items gemeten. Op een 7-punt schaal kon worden aangegeven in hoeverre men; betrokken (1) - niet betrokken (7), helemaal niet geïnteresseerd (1) - heel erg geïnteresseerd (7), helemaal niet aandachtig (1) - heel erg aandachtig (7) was tijdens het bekijken van de advertentie. Een exploratieve factor analyse is uitgevoerd en gaf aan dat de schaal unidimensioneel is en 75.72% van de variantie verklaard. De 3-item schaal blijkt ook betrouwbaar te zijn met een Cronbach s Alpha van.84 (M = 4.20, SD = 1.38). Op basis hiervan is een nieuwe variabele aangemaakt met de gemiddelde score van deze 3 vragen. Controlevragen. De eerste controlevraag was of de deelnemer bekend was met H&M met de antwoordmogelijkheid ja of nee. De tweede controlevraag was of de deelnemer wel eens bij H&M koopt met de antwoordmogelijkheid met; (1) altijd - (5) nooit. Hieruit kwam naar voren dat alle 273 deelnemers (100%) bekend waren met H&M. Daarnaast blijkt het grootste deel van de deelnemers gemiddeld (34.1%) of bijna altijd (34.4%) kleding bij H&M koopt. Een kleiner deel van de deelnemers koopt altijd (13.9%), bijna nooit (15.4%) of nooit (2.2%) kleding bij H&M. Resultaten Randomisatiecheck Ten behoeve van een randomisatiecheck is gekeken of de condities niet significant verschillen op leeftijd, geslacht en opleidingsniveau. Ten eerste is een ANOVA analyse uitgevoerd met sociale norm en de mate van elaboratie als de onafhankelijke variabelen en leeftijd als de afhankelijke variabele. Er was geen hoofdeffect van sociale norm, F(1, 272) = 2.85, p =.093, η2 =.010, geen hoofdeffect voor elaboratie, F(1, 272) = 1.15, p =.285, η2 =.004 en tot slot ook geen interactie effect tussen beiden, F(1, 272) =.34, p =.560, η2 =.001. Deze resultaten 20

21 tonen aan dat de condities niet significant van elkaar verschillen op leeftijd. Via een chikwadraattoets is gekeken of de condities significant van elkaar verschillen op geslacht of opleidingsniveau. Hieruit bleek dat de vier condities niet significant van elkaar verschillen op geslacht, χ²(3, N = 273) =.08, p =.995 en opleiding, χ²(12, N = 273) = 18.29, p =.107. Aan de hand van deze resultaten kan aangenomen worden dat de randomisatie succesvol is geweest en er een gelijke verdeling van leeftijd, geslacht en opleidingsniveau over de condities is. Manipulatiecheck Uit een tweewegs variantieanalyse met de hoge of lage elaboratie conditie als onafhankelijke variabele en de mate van cognitieve elaboratie als afhankelijke variabele blijkt er geen significant verschil tussen de hoge (M = 4.22, SD =.12) en lage (M = 4.18, SD =.12) elaboratie conditie op de mate van cognitieve elaboratie tijdens het bekijken van de advertentie, F(1, 271) =.05, p =.825, η2 =.00. Hierdoor kan geconcludeerd worden dat de manipulatie niet geslaagd is 2. 2 Er blijkt een groot verschil in hoeveel mensen het patroon juist hebben onthouden per conditie. Zo hebben in de hoge elaboratie conditie 126 mensen het patroon goed onthouden en 12 niet goed onthouden maar in de lage elaboratie conditie hebben maar 68 mensen het patroon goed onthouden en 67 niet goed onthouden. Uit een tweewegs variantie analyse bleek er echter geen significant verschil op de cognitieve elaboratie tussen de mensen die het patroon goed of niet goed hadden onthouden uit de lage elaboratie conditie, F(1, 133) = 1.33, p=.251, η2 = 2.72 en uit de hoge elaboratie conditie, F(1, 136) =.09, p=.769, η2 =.15. Het slagen van de manipulatie van elaboratie was dus niet afhankelijk van het goed of fout hebben van het patroon. 21

22 Hoofdanalyses Attitude. Een tweewegs variantieanalyse met de sociale norm en de mate van elaboratie als onafhankelijke variabelen en de attitude ten opzichte van de jeans als afhankelijke variabele laat zien dat zowel de sociale norm, F(1, 272) =.06, p =.812, η2 =.00 als de mate van elaboratie, F(1, 272) = 1.19, p =.276, η2 =.00 geen significant effect heeft op attitude ten opzichte van de geadverteerde jeans (Tabel 1). In tegenstelling tot de verwachting is er tevens geen significant interactie effect gevonden tussen de sociale norm en de mate van elaboratie op de attitude ten opzichte van de geadverteerde jeans, F(1, 272) = 1.00, p =.752. η2 =.00. Een descriptieve norm leidt niet tot een hogere attitude ten opzichte van de geadverteerde jeans bij een lage mate van elaboratie (vs. een hoge mate van elaboratie) en een injunctieve norm leidt niet tot een hogere attitude ten opzichte van de geadverteerde jeans bij een hoge mate van elaboratie (vs. een lage mate van elaboratie). Tabel 1. Gemiddelden en SDs van de attitude ten opzichte van de geadverteerde jeans Sociale Norm Elaboratie Laag Hoog Descriptief 3.79 (1.30) 3.91 (1.30) Injunctief 3.70 (1.35) 3.92 (1.34) Prijs die deelnemers bereid zijn te betalen. Een tweewegs variantieanalyse met de sociale norm en de mate van elaboratie als onafhankelijke variabelen en de prijs die deelnemers bereid zijn te betalen als afhankelijke variabele laat zien dat zowel de sociale norm, F(1, 272) = 1.00, p =.317, η2 =.00 als de mate van elaboratie, F(1, 272) =.25, p =.616, η2 =.00 geen significant effect heeft op de prijs die deelnemers bereid zijn te betalen voor de geadverteerde jeans (Tabel 2). In tegenstelling tot de verwachting is er tevens geen 22

23 significant interactie effect gevonden tussen de sociale norm en de mate van elaboratie op de prijs die deelnemers bereid zijn te betalen voor de geadverteerde jeans, F(1, 272) =.00, p =.956, η2 =.00. Een descriptieve norm leidt niet tot een hogere prijs die deelnemers bereid zijn te betalen voor de geadverteerde jeans bij een lage mate van elaboratie (vs. een hoge mate van elaboratie) en een injunctieve norm leidt niet tot een hogere prijs die deelnemers bereid zijn te betalen voor de geadverteerd jeans bij een hoge mate van elaboratie (vs. een lage mate van elaboratie). Tabel 2. Gemiddelden en SDs van de prijs die deelnemers willen betalen voor de jeans Sociale Norm Elaboratie Laag Hoog Descriptief (14.13) (14.15) Injunctief (16.51) (14.01) Aankoopintentie. Een tweewegs variantieanalyse met de sociale norm en de mate van elaboratie als onafhankelijke variabelen en aankoopintentie als afhankelijke variabele laat zien dat zowel de sociale norm, F(1, 272) = 2.03, p =.156, η2 =.01 als de mate van elaboratie, F(1, 272) =.18, p =.669, η2 =.00 geen significant effect heeft op de aankoopintentie van de geadverteerde jeans (Tabel 3). In tegenstelling tot de verwachting bleek er tevens geen significante interactie tussen het type sociale norm dat getoond werd en de mate van elaboratie op de aankoopintentie van de geadverteerde jeans, F(1, 272) = 1.79, p =.398, η2 =.00. Een descriptieve norm leidt niet tot een hogere aankoopintentie bij een lage mate van elaboratie (vs. een hoge mate van elaboratie) en een injunctieve norm leidt niet tot een hogere aankoopintentie bij een hoge mate van elaboratie (vs. een lage mate van elaboratie). 23

24 Tabel 3. Gemiddelden en SDs van de aankoopintentie van de geadverteerde jeans Sociale Norm Elaboratie Laag Hoog Descriptief 2.63 (1.60) 2.71 (1.48) Injunctief 3.06 (1.70) 2.82 (1.53) Aanvullende analyses Een groot deel van de deelnemers had het stippenpatroon niet juist onthouden en mogelijk is de manipulatie van de mate van elaboratie bij deze deelnemers niet geslaagd. Ter controle werden de analyses nogmaals uitgevoerd op de groep die het stippenpatroon juist had onthouden (N = 194 ). De effecten zijn echter hetzelfde. Een tweewegs variantieanalyse met de mate van elaboratie en de sociale norm als onafhankelijke variabelen en attitude ten opzichte van de geadverteerde jeans als afhankelijke variabele laat geen hoofdeffect zien van de sociale norm, F(1, 193) =.04, p =.850, η2 =.00 de mate van elaboratie, F(1, 193) = 1.85, p =.176, η2 =.01 of een interactie tussen beiden, F(1, 193) =.18, p =.674, η2 =.00. Hetzelfde geldt voor de prijs die deelnemers bereid zijn te betalen voor de jeans. Een tweewegs variantieanalyse laat geen significant effect zien van de sociale norm, F(1, 193) = 2.51, p =.115, η2 =.01 de mate van elaboratie F(1, 193) =.32, p =.572, η2 =.00 of een interactie tussen beiden F(1, 193) = 1.77, p =.186, η2 =.01 op de prijs die deelnemers bereid zijn te betalen voor de jeans. Tot slot laat een tweewegs variantie analyse met de mate van elaboratie en de sociale norm als onafhankelijke variabelen en aankoopintentie als afhankelijke variabele geen hoofdeffect zien van sociale norm, F(1, 193) = 1.61, p =.206, η2 =.00 de mate van elaboratie, F(1, 193) =.48, p =.489, η2 =.00 of een interactie tussen beiden, F(1, 193) =.42, p =.519, η2 =

25 In conclusie kan dan ook gesteld worden dat de hypothesen niet bevestigd zijn. Een descriptieve norm leidt niet tot een hogere aankoopintentie bij een lage mate van elaboratie dan bij een hoge mate van elaboratie en een injunctieve norm leidt niet tot een hogere aankoop intentie bij een hoge mate van elaboratie dan bij een lage mate van elaboratie. Discussie Sociale normen worden vaak in een marketing setting gebruikt. Echter de meeste wetenschappelijke studies richten zich op de invloed van sociale normen op gezondheid en milieubewust gedrag en niet op koopgedrag in een marketing setting (Berkowitz, 2005; Goldstein, Cialdini, & Griskevicius, 2008). In het huidige onderzoek is de invloed van sociale normen op aankoopintentie onderzocht en wat voor invloed de mate van elaboratie van de consument hierop heeft. Uit de literatuur komt naar voren dat injunctieve normen effectiever zijn bij een hoge mate van elaboratie en descriptieve normen effectiever bij een lage mate van elaboratie. Dit is van belang wanneer naar de invloed van sociale normen in een marketing setting wordt gekeken. Consumenten hebben soms een hoge mate van elaboratie en soms een lage mate van elaboratie wat de manier van beslissen kan beïnvloeden (Lee et al. 2009). In het huidige onderzoek is gekozen om de aankoopintentie voor een H&M jeans te verhogen door middel van een sociale norm. Hiernaast is gekeken of deze invloed afhankelijk is van de mate van elaboratie van de consument. De verwachting gebaseerd op voorgaand onderzoek in een andere context was dat een descriptieve norm tot hogere aankoop intentie leidt bij een lage mate van elaboratie (vs. een hoge mate van elaboratie) en een injunctieve norm tot hogere aankoop intentie leidt bij een hoge mate van elaboratie (vs. een lage mate van elaboratie). Er werd in het huidige experiment echter geen onderbouwing gevonden voor de hypothese. Het antwoord op de hoofdvraag luidt dan ook dat de invloed van descriptieve en injunctieve 25

26 normen op aankoopintentie volgens dit onderzoek niet afhankelijk is van de mate van elaboratie van de consument. Een mogelijke verklaring voor de bevindingen van het huidige onderzoek is het nietsignificante verschil tussen de lage en hoge elaboratie conditie die bij de manipulatiecheck van elaboratie naar voren is gekomen. De manipulatie van de mogelijkheid en motivatie om informatie van de advertentie te verwerken is gebaseerd op eerder onderzoek van Kredenster et al., (2012) waarin deze manipulatie wel invloed had op de mate van elaboratie. Omdat de manipulatie van de mate van elaboratie in het huidige onderzoek niet goed geslaagd is verklaart dit mogelijk waarom er geen significant interactie effect gevonden is. De mate van elaboratie is door middel van een moeilijke en makkelijke versie van een stippenpatroon gemanipuleerd. Er is, in plaats van een cijferreeks, voor een visuele opslagtaak gekozen om zoveel mogelijk te voorkomen dat deelnemers het te onthouden patroon op papier zouden schrijven. Uit de analyses kwam naar voren dat bijna de helft van de deelnemers uit de conditie met het moeilijke stippenpatroon het patroon niet goed hadden onthouden. Aangezien het onderzoek niet in het Lab is uitgevoerd was er geen controle over de context waarin deelnemers het onderzoek uitgevoerd hadden. Het is mogelijk dat de deelnemers niet goed hun best hadden gedaan om het patroon te onthouden. Uit een manipulatiecheck voor de mate van elaboratie bleek echter dat bij zowel de deelnemers die het patroon goed hadden onthouden als die het patroon fout hadden, er geen significant verschil was tussen de hoge en lage elaboratie conditie op de cognitieve elaboratie tijdens het bekijken van de advertentie. Het goed of fout hebben onthouden van het patroon lijkt dus niet uit te hebben gemaakt voor het slagen van de manipulatie van elaboratie. Er is echter een kanttekening voor de manipulatiecheck van de mate van elaboratie. De manipulatiecheck is door middel van zelfrapportage op basis van drie items gedaan. Hierbij moesten de deelnemers zelf aangeven in hoeverre zij betrokken en geïnteresseerd waren 26

27 tijdens het bekijken van de advertentie en in hoeverre zij aandacht hadden voor de advertentie. Een probleem bij zelfrapportage is dat mensen soms een vertekend beeld van zichzelf hebben (Spector, 1994). Ook willen mensen zichzelf vaak positief neerzetten, in het geval van het huidige onderzoek zouden deelnemers daarom zowel in de hoge als de lage elaboratie conditie ingevuld kunnen hebben dat zij veel aandacht hadden voor de advertentie. In werkelijkheid is er misschien een verschil in aandacht geweest tussen de hoge en lage elaboratie conditie dat niet te meten is met zelfrapportage. Volgend onderzoek zou de mate van aandacht kunnen meten door middel van een eye-tracking taak. Hierbij wordt door middel van een computer bijgehouden waar de ogen zich op richten en welke aspecten van een plaatje meer of minder aandacht krijgen. Doordat dit een fysiologische meting is blijft de data objectief en kunnen zowel de deelnemers als de onderzoekers niet voor een vertekend beeld zorgen. Een andere verklaring voor het niet vinden van significante resultaten is mogelijk toe te schrijven aan de sociale normboodschap. Deze richtte zich op de sociale norm van de meeste vrouwen of de meeste mannen. De invloed van sociale normen op intenties binnen een bepaalde groep is afhankelijk van de mate van identificatie met deze groep (Åstrom & Rise, 2001). Uit onderzoek komt naar voren dat consumenten zich laten sturen door aankopen van vrienden of mensen waarmee zij zich willen identificeren (Berger et al., 2007). Bij een hoge identificatie met een groep heeft een sociale norm meer invloed dan bij een lage identificatie met een groep (Terry & Hogg, 1996). In het huidige onderzoek is onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen door middel van een advertentie speciaal voor vrouwen met een vrouwelijke jeans en een advertentie speciaal voor mannen met een mannelijke jeans. Dit is bedoeld om de persoonlijke identificatie te verhogen maar is mogelijk niet voldoende geweest. De meeste vrouwen of de meeste mannen is mogelijk een te algemene groep geweest waardoor er geen hoge identificatie is opgetreden. In een volgend onderzoek zou 27

28 gekeken kunnen worden naar een specifiekere doelgroep zoals studenten waarbij de sociale normboodschap zich kan richten op de meeste studenten en zo de identificatie verhoogd wordt. Jongeren zou een goede doelgroep kunnen zijn aangezien vooral jonge mensen zich laten sturen door de sociale norm in een groep (Lee et al., 2009). Wat ook van belang is bij onderzoek naar sociale normen is de mate waarin de sociale normboodschap als geloofwaardig wordt beschouwd. De geloofwaardigheid van de sociale normboodschap is van belang omdat anders de kans groot is dat mensen de hele boodschap zullen negeren (Austin & Dong, 1994; Gotlieb & Sarel, 1991). Met name de inhoud van de sociale normboodschap moet geloofwaardig zijn (Austin et al., 1994). Zo blijkt een alcoholinterventie op een universiteit in Amerika niet geslaagd te zijn doordat 72.6% van de deelnemers de sociale normboodschap over de mate van alcohol consumptie van andere studenten niet geloofde (Polonec, Major, & Erwin, 2006). In het huidige onderzoek is op meerdere manieren getracht om de geloofwaardigheid van de reclameposter voor H&M jeans te verhogen. Hiervoor is gekeken naar bestaande H&M reclameposters en is dezelfde stijl aangehouden in de poster die voor het onderzoek gecreëerd is. Tevens is voor H&M gekozen omdat dit één van de grootste winkel ketens van de wereld is waardoor deelnemers de sociale norm de meeste Nederlanders kopen H&M jeans eerder zullen geloven. Er is in het huidige onderzoek geen manipulatiecheck uitgevoerd om na te gaan of de deelnemers de sociale normboodschap geloofden omdat verwacht werd dat deze geloofwaardig genoeg was. Ook de persoonlijke goedkeuring van een sociale normboodschap is van belang voor de invloed van deze sociale norm op gedrag (Cialdini, 1990). Eerder onderzoek over sociale normen richt zich op gezondheid of milieubewust gedrag zoals hergebruik van handdoeken in hotels of anti-rook campagnes. Persoonlijke goedkeuring van dit gedrag is al aanwezig; de meeste mensen vinden dat milieubewust gedrag goed is en dat roken slecht is. Bij het huidige onderzoek is gekeken naar de invloed van een sociale normboodschap over het dragen van 28

29 H&M jeans. De meeste mensen zullen vooraf mogelijk niet een sterke mening hebben gehad over het dragen van H&M jeans. Volgend onderzoek zou zich kunnen richten op producten die meer persoonlijke goedkeuring oproepen. Zo zou kleding waarbij gemeld wordt dat het zonder kinderarbeid gemaakt is eerder persoonlijke goedkeuring oproepen. Het is dan interessant om te kijken wat een sociale normboodschap en de mate van elaboratie over deze normboodschap voor effect heeft. Tot slot zou het zou ook interessant zijn om het huidige onderzoek in een crossculturele setting uit te voeren. Sociale verplichtingen blijken vaak een sterkere rol te spelen bij mensen uit een collectivistische cultuur dan uit een individualistische cultuur (Oyserman & Markus, 1993). Het conformeren aan andere mensen komt eerder voor in een collectivistische cultuur (Bond & Smith, 1996). Conformeren verwijst naar het aanpassen van gedrag, houding of verbale statements aan de sociale norm van een groep of een samenleving (Baron & Kerr, 2004). Hierdoor zouden mensen uit een collectivistische cultuur zich eerder laten leiden door wat andere mensen vinden dat je moet doen, dan mensen uit een individualistische cultuur. Zo zouden mensen uit een collectivistische cultuur mogelijk ook eerder de kledingstijl aanpassen aan de sociale norm en hierdoor een hogere aankoopintentie hebben wanneer benadrukt wordt dat een bepaald kledingstuk de norm is. In een individualistische cultuur vinden mensen het vaak belangrijk om creatief en uniek te zijn (Oyserman et al. 1993). Hierdoor zouden mensen uit een individualistische cultuur mogelijk eerder uniek willen zijn in hun kledingkeuze en zich juist niet laten leiden door de sociale norm. Conclusie Dit onderzoek laat zien dat de invloed van descriptieve en injunctieve normen op aankoopintentie niet afhankelijk is van de mate van elaboratie van de consument in een 29

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Het effect van normcommunicatie op de gedragsdeterminanten die bloeddonatie bij nietdonoren

Het effect van normcommunicatie op de gedragsdeterminanten die bloeddonatie bij nietdonoren Bachelorscriptie Communicatie- en Informatiewetenschappen Faculteit der Letteren Het effect van normcommunicatie op de gedragsdeterminanten die bloeddonatie bij nietdonoren voorspellen. The effect of norm

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Het effect van sociale normen en framing op het gebruik van zonnebrandcrème. en de rol van aandacht en verwerking van een sociale normboodschap

Het effect van sociale normen en framing op het gebruik van zonnebrandcrème. en de rol van aandacht en verwerking van een sociale normboodschap Het effect van sociale normen en framing op het gebruik van zonnebrandcrème en de rol van aandacht en verwerking van een sociale normboodschap Nynke Stockmann 10493719 Master Scriptie Graduate School of

Nadere informatie

Onderzoek naar de rol van normatieve sociale invloed bij het aanschaffen van een mobiele telefoon

Onderzoek naar de rol van normatieve sociale invloed bij het aanschaffen van een mobiele telefoon MONKEY SEE, MONKEY DO? Onderzoek naar de rol van normatieve sociale invloed bij het aanschaffen van een mobiele telefoon Rôchelle Renfurm 5601525 Persuasive Communication Scriptiebegeleider: Dhr Aart Velthuijsen

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands (Summary in Dutch) 1. Het overtuigingsproces Op basis van modellen als het Elaboration Likelihood Model (Petty & Cacioppo, 1986a; Petty & Wegener, 1999), het Heuristic-Systematic

Nadere informatie

Sponsored by Instagram

Sponsored by Instagram Sponsored by Instagram Een experiment naar de effecten van personalisatie van advertenties en centralisatie van merknamen in advertenties op Instagram onder jongvolwassenen van 18 tot en met 30 jaar Yari

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

XTC. Een pil vol liefde en gevaar

XTC. Een pil vol liefde en gevaar XTC Een pil vol liefde en gevaar Een onderzoek naar de verschillende effecten van regulatiefocus op de invloed van injunctieve en descriptieve normen. Naam: Marlie Barends Studentnummer: 10687106 Datum:

Nadere informatie

Zichtbaar reinigen en beleving

Zichtbaar reinigen en beleving Zichtbaar reinigen en beleving Het verwijderen van zwerfaval door straatreinigers vindt op dit moment vaak plaats op momenten dat er weinig burgers op straat zijn (bijvoorbeeld in de vroege ochtend). Onderzoek

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Impulsieve keuzes voor aantrekkelijke opties zijn doorgaans geen verstandige keuzes op de lange termijn (Hofmann, Friese, & Wiers, 2008; Metcalfe & Mischel, 1999). Wanneer mensen zich

Nadere informatie

Masterscriptie. De rol van betrokkenheid bij de effectiviteit van narratieve en argumentatieve advertenties

Masterscriptie. De rol van betrokkenheid bij de effectiviteit van narratieve en argumentatieve advertenties Masterscriptie De rol van betrokkenheid bij de effectiviteit van narratieve en argumentatieve advertenties Naam Nikki Theuns Studentnummer S4141660 E-mailadres n.theuns@student.ru.nl Opleiding Master Communicatie

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

WEL OF NIET VACCINEREN?

WEL OF NIET VACCINEREN? Radboud University WEL OF NIET VACCINEREN? Een onderzoek naar de effecten van sociale normen in pro-vaccinatieboodschappen A research on the effects of social norms in pro-vaccine messages Student: Jodie

Nadere informatie

De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers

De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers September 2017 De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers INLEIDING Een advertentie is effectiever wanneer de leeftijd van het model in de advertentie overeenkomt met de gevoelsleeftijd

Nadere informatie

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based

Nadere informatie

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Een onderzoek naar het effect van claims op de consument Student: Floortje van Helden Studentnummer: 10444491 Docent: Charlotte Blom, werkgroep 2 Universiteit

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

INVLOED VAN SPONSORVERMELDINGEN EN COGNITIEVE UITPUTTING OP OVERREDINGSKENNIS

INVLOED VAN SPONSORVERMELDINGEN EN COGNITIEVE UITPUTTING OP OVERREDINGSKENNIS INVLOED VAN SPONSORVERMELDINGEN EN COGNITIEVE UITPUTTING OP OVERREDINGSKENNIS EN MERKRESPONSEN BIJ BLOGS STUDENT: BYNETTE STAM STUDENTNUMMER: 10837922 AFSTUDEERRICHTING: COMMUNICATIEWETENSCHAP: PERSUASIEVE

Nadere informatie

RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN. Bachelorscriptie. De invloed van betrokkenheid op de effectiviteit van doelframing. Evelien Beeren S

RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN. Bachelorscriptie. De invloed van betrokkenheid op de effectiviteit van doelframing. Evelien Beeren S RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN Bachelorscriptie De invloed van betrokkenheid op de effectiviteit van doelframing. Evelien Beeren S4517954 29-1-2016 Begeleidster: Anneke de Graaf Thema 3: Winst- en verliesframing

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Risicoperceptie als moderator in de effectiviteit van winst- en verliesframes en de rol van het verwerkingsproces

Risicoperceptie als moderator in de effectiviteit van winst- en verliesframes en de rol van het verwerkingsproces Risicoperceptie als moderator in de effectiviteit van winst- en verliesframes en de rol van het verwerkingsproces Naam: E-mail: Studentnr.: Instelling: Opleiding: Specialisatie: Eerste lezer: Tweede lezer:

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Het begrijpelijk communiceren van een gezondheidsrisico

Het begrijpelijk communiceren van een gezondheidsrisico Het begrijpelijk communiceren van een gezondheidsrisico Dr. Olga Damman Dr. Maaike van den Haak Nina Bogaerts, Msc Amber van der Meij, Bsc Prof.dr. Danielle Timmermans Quality of Care EMGO Institute for

Nadere informatie

Eerst zien dan geloven!

Eerst zien dan geloven! Eerst zien dan geloven! Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Sophie de Jong (10416293)

Nadere informatie

Een onderzoek naar sustainable fashion en Construal Level Theory

Een onderzoek naar sustainable fashion en Construal Level Theory Een onderzoek naar sustainable fashion en Construal Level Theory Naam: Kim Tielen Studentnummer: 4376420 Telefoonnummer: 0652181302 E-mailadres: kim.tielen@student.ru.nl Instelling: Radboud Universitair

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

Datum: 5 september 2014

Datum: 5 september 2014 Naam: Ruben Smit NewHR.nl heeft de ambitie je te faciliteren zodat je je optimaal kan ontwikkelen en duurzaam inzetbaar blijft, welke functie je dan ook hebt. Dit rapport is de eerste stap naar persoonlijke

Nadere informatie

Capaciteitentest MBO. 1. Inleiding

Capaciteitentest MBO. 1. Inleiding Naam: Ruben Smit NewHR.nl heeft de ambitie je te faciliteren zodat je je optimaal kan ontwikkelen en duurzaam inzetbaar blijft, welke functie je dan ook hebt. Dit rapport is de eerste stap naar persoonlijke

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

SCHAARSTE APPEAL IN ADVERTENTIES

SCHAARSTE APPEAL IN ADVERTENTIES SCHAARSTE APPEAL IN ADVERTENTIES Een onderzoek naar het effect van leverings- en vraagschaarste in advertenties voor nieuwe en bestaande producten. Masterscriptie Jony van den Mosselaar s4057791 jony.mosselaar@gmail.com

Nadere informatie

Figuur 1 Precede/Proceed Model

Figuur 1 Precede/Proceed Model Nederlandse samenvatting Benzodiazepinen zijn geneesmiddelen die vooral bij angstklachten en slaapstoornissen worden voorgeschreven. Ze vormen de op één na meest voorgeschreven middelen in Nederland. Tien

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

De Invloed van de Kwetsbaarheid van de Lezer van een Tekst ter Preventie van Hart- en Vaatziekten op de Effectiviteit van Framing.

De Invloed van de Kwetsbaarheid van de Lezer van een Tekst ter Preventie van Hart- en Vaatziekten op de Effectiviteit van Framing. Onderzoeksverslag Masterscriptie De Invloed van de Kwetsbaarheid van de Lezer van een Tekst ter Preventie van Hart- en Vaatziekten op de Effectiviteit van Framing. Lauret Gerner S4219910 30 januari 2017

Nadere informatie

SAMENVATTING (Summary in Dutch)

SAMENVATTING (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Taal speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Het is een van de meest centrale aspecten bij de interactie tussen mensen. Ons taalgebruik wordt beïnvloed door onze

Nadere informatie

De interactie tussen specifieke en non-specifieke factoren

De interactie tussen specifieke en non-specifieke factoren De interactie tussen specifieke en non-specifieke factoren R E S U L T A T E N V A N E E N P O S T H O C S T U D I E Specialisme leider PsyQ Depressie PG IPT Specifieke factor op te vatten als theoretically

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh [2012] Online hotel reviews Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh Online hotel reviews Onderzoek naar positieve en negatieve online reviews over

Nadere informatie

Sociale beïnvloeding en conformeren aan referentiegroepen Een studie naar de invloed van uniformiteit van een referentiegroep

Sociale beïnvloeding en conformeren aan referentiegroepen Een studie naar de invloed van uniformiteit van een referentiegroep Sociale beïnvloeding en conformeren aan referentiegroepen Een studie naar de invloed van uniformiteit van een referentiegroep Leonie van de Beek Masterscriptie Communicatiewetenschap Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

De verwerking van overredende boodschappen die door een meerderheid of een minderheid worden gesteund: Experiment 2 1 en 3

De verwerking van overredende boodschappen die door een meerderheid of een minderheid worden gesteund: Experiment 2 1 en 3 3 De verwerking van overredende boodschappen die door een meerderheid of een minderheid worden gesteund: Experiment 2 1 en 3 Experiment 2 Onderzoek naar sociale beïnvloeding laat zien dat mensen over het

Nadere informatie

Opgeruimd!staat!netjes!

Opgeruimd!staat!netjes! Opgeruimdstaatnetjes Eenonderzoeknaarheteffectvanassociativeprimingdoorhetverspreidenvancitroengeurenhet saillantmakenvandesocialenormophetopruimgedragvanklanteninhetwarenhuisv&d. LarissaW.H.GoorhuisOudeSanderink,10557725

Nadere informatie

WAKKER DIER: (ON)WETENDHEID OVER JONG DIER OP BORD

WAKKER DIER: (ON)WETENDHEID OVER JONG DIER OP BORD WAKKER DIER: (ON)WETENDHEID OVER JONG DIER OP BORD De perceptie van jonge dieren volgens de Nederlandse consument Judith de Roij van Zuijdewijn Karin Ursem 31369 Intomart GfK 2012 Wakker Dier Jonge dieren

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 220 Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch Teams spelen een belangrijke rol in moderne organisaties (Devine, Clayton, Phillips, Dunford, & Melner, 1999; Mathieu, Marks, & Zaccaro, 2001). Doordat teams

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

RESEARCH & DESIGN. keuzeonderzoeken. Verwondering: het begin van wetenschap. klas 1 havo/atheneum 2013-2014, periodeboek 1A:

RESEARCH & DESIGN. keuzeonderzoeken. Verwondering: het begin van wetenschap. klas 1 havo/atheneum 2013-2014, periodeboek 1A: RESEARCH & DESIGN klas 1 havo/atheneum 2013-2014, periodeboek 1A: Verwondering: het begin van wetenschap keuzeonderzoeken locatie Mariënburg, Leeuwarden Research & Design Project: Verwondering: het begin

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

College 7 Tweeweg Variantie-Analyse

College 7 Tweeweg Variantie-Analyse College 7 Tweeweg Variantie-Analyse - Leary: Hoofdstuk 12 (p. 255 t/m p. 262) - MM&C: Hoofdstuk 12 (p. 618 t/m p. 623 ), Hoofdstuk 13 - Aanvullende tekst 9, 10, 11 Jolien Pas ECO 2012-2013 Het Experiment

Nadere informatie

samenvatting 127 Samenvatting

samenvatting 127 Samenvatting 127 Samenvatting 128 129 De ziekte van Bechterew, in het Latijn: Spondylitis Ankylopoëtica (SA), is een chronische, inflammatoire reumatische aandoening die zich vooral manifesteert in de onderrug en wervelkolom.

Nadere informatie

Tekst 21: The Signature Effect: Signing influences Consumption-Related Bahavior bij priming self-identity (Kettle & Haubl)

Tekst 21: The Signature Effect: Signing influences Consumption-Related Bahavior bij priming self-identity (Kettle & Haubl) Tekst 21: The Signature Effect: Signing influences Consumption-Related Bahavior bij priming self-identity (Kettle & Haubl) Inleiding Je handtekening zetten speelt een belangrijke rol in je leven. Als consument

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Als jij vindt dat ik moet stoppen, stop ik. Sociale normen en de intentie om te stoppen met roken.

Als jij vindt dat ik moet stoppen, stop ik. Sociale normen en de intentie om te stoppen met roken. Als jij vindt dat ik moet stoppen, stop ik. Sociale normen en de intentie om te stoppen met roken. Universiteit van Amsterdam Master Communicatiewetenschappen Persuasieve Communicatie Master Thesis Auteur:

Nadere informatie

Het effect van designcomplexiteit en kleur op de waardering van het logo en de merkattitude en de rol van productattitude- en gebruik

Het effect van designcomplexiteit en kleur op de waardering van het logo en de merkattitude en de rol van productattitude- en gebruik Het effect van designcomplexiteit en kleur op de waardering van het logo en de merkattitude en de rol van productattitude- en gebruik Auteur: Kars Tiecken Studentnummer: s4518209 E-mailadres: k.tiecken@student.ru.nl

Nadere informatie

Humor in voorlichtingsboodschappen over binge drinken. Is het effect om te huilen of laat ook dat ons lachen?

Humor in voorlichtingsboodschappen over binge drinken. Is het effect om te huilen of laat ook dat ons lachen? Humor in voorlichtingsboodschappen over binge drinken Is het effect om te huilen of laat ook dat ons lachen? Karlijn Ooms (6059945) Master s Thesis Graduate School of Communication Master s programme Communication

Nadere informatie

Wil jij zijn wat je ziet? Een onderzoek naar de effecten van blootstelling aan aantrekkelijke modellen op het zelfbeeld van Nederlandse consumenten

Wil jij zijn wat je ziet? Een onderzoek naar de effecten van blootstelling aan aantrekkelijke modellen op het zelfbeeld van Nederlandse consumenten Wil jij zijn wat je ziet? Een onderzoek naar de effecten van blootstelling aan aantrekkelijke modellen op het zelfbeeld van Nederlandse consumenten Merlene Rasing Bachelorthesis Studentnummer: 6214649

Nadere informatie

De reputatie van financiële bijsluiters

De reputatie van financiële bijsluiters De reputatie van financiële bijsluiters De invloed van gepercipieerd belang en eenduidigheid op de attitude, koopintentie en vertrouwen ten aanzien van banken en hun producten. Afstudeerscriptie voor de

Nadere informatie

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd Samenvatting Het onderzoek dat in dit proefschrift wordt gepresenteerd is een verkenning van de samenhang tussen de motivatie, gerepresenteerd door persoonlijke doelen, en de kwaliteit van het samenwerkend

Nadere informatie

Switching on and off. office hours. Internet is booming. Normen vervagen ;-); The Do s and Don ts of E-mail during jjk

Switching on and off. office hours. Internet is booming. Normen vervagen ;-); The Do s and Don ts of E-mail during jjk Switching on and off De impact van smartphone gebruik op het welzijn van de werknemer Daantje Derks Erasmus Universiteit Rotterdam Opzet presentatie Algemeen theoretisch kader Aanleiding/observaties Begripsverheldering

Nadere informatie

De invloed van risicoperceptie, self-efficacy en involvement op informatiezoekend gedrag: toetsing van het Framework of Risk Information Seeking.

De invloed van risicoperceptie, self-efficacy en involvement op informatiezoekend gedrag: toetsing van het Framework of Risk Information Seeking. De invloed van risicoperceptie, self-efficacy en involvement op informatiezoekend gedrag: toetsing van het Framework of Risk Information Seeking. Tessa te Kaat Enschede, augustus 2008 Abstract Dit onderzoek

Nadere informatie

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-H) D Demo. Naam. 5 januari 2014

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-H) D Demo. Naam. 5 januari 2014 Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-H) Status Voltooid Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek Emailadres D Demo 5 januari 2014 D@Demo.com Inleiding Motivatie

Nadere informatie

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap!

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Een onderzoek naar de effecten van voedingsclaims in reclame op de aankoopintentie van de consument Lisa Keizer 10179011 12-01-2014

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een Gezonde chips? Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal van ongezonde voedingsmiddelen op de productattitude en de intentie om het product te kopen Sarah Braun 10074244

Nadere informatie

2. Vertekeningen en heuristieken. 4. Drie manieren om te beslissen

2. Vertekeningen en heuristieken. 4. Drie manieren om te beslissen 2856 Euro 1 Beslissen 2 1. Ouderwets beslissen 2. Vertekeningen en heuristieken 3. Adaptieve heuristieken 4. Drie manieren om te beslissen 5. Een vijf fasen model Welke auto kies je? Subjective Expected

Nadere informatie

Informatieverwerking van reclame op internet en reclame in conventionele media:

Informatieverwerking van reclame op internet en reclame in conventionele media: Informatieverwerking van reclame op internet en reclame in conventionele media: een toepassing van de dual processing approach. Quinten de Haas 0578754 juni 2009 R. Voskens Sociale Psychologie Universiteit

Nadere informatie

De effectiviteit van non-verbale communicatie

De effectiviteit van non-verbale communicatie De effectiviteit van non-verbale communicatie Een onderzoek naar de invloed van nonverbale communicatie op de waardering van reclamemodellen onder Nederlandse en Surinaamse consumenten Masterthesis Graduate

Nadere informatie

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten

risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten Hart- en vaatziekten vormen een grote bedreiging voor de volksgezondheid.

Nadere informatie

Koptekst: KWETSBAARHEID VOOR EEN GEZONDHEIDSBEDREIGING

Koptekst: KWETSBAARHEID VOOR EEN GEZONDHEIDSBEDREIGING Kwetsbaarheid voor een gezondheidsbedreiging 1 Koptekst: KWETSBAARHEID VOOR EEN GEZONDHEIDSBEDREIGING De invloed van kwetsbaarheid voor een gezondheidsbedreiging op informatieverwerking en overtuiging

Nadere informatie

Samenwerking tussen Goede Doelen en Merken: Afname van Merkwaarde of Vruchtbaar Huwelijk?

Samenwerking tussen Goede Doelen en Merken: Afname van Merkwaarde of Vruchtbaar Huwelijk? Samenwerking tussen Goede Doelen en Merken: Afname van Merkwaarde of Vruchtbaar Huwelijk? Een onderzoek naar de invloed van het imago van goede doelen op attitude en koopintentie aangaande een merk in

Nadere informatie

Klantonderzoek: de laatste inzichten!

Klantonderzoek: de laatste inzichten! : de laatste inzichten! Hoe tevreden bent u over de door ons bedrijf geleverde producten en diensten? Veel bedrijven gebruiken deze vraag om de klanttevredenheid te meten. Op een schaal van zeer ontevreden

Nadere informatie

Merkpagina s op Facebook; een forum voor webcare?

Merkpagina s op Facebook; een forum voor webcare? Merkpagina s op Facebook; een forum voor webcare? Een onderzoek naar het effect van webcare op Facebook en de tone of voice hiervan op merkattitude en aankoopintentie Marlotte van den Dries U0554557 Master

Nadere informatie

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

IN-STORE COMMUNICATIE

IN-STORE COMMUNICATIE UIVERSITEIT GET FACULTEIT ECOOMIE E BEDRIJFSKUDE ACADEMIEJAAR 2009 2010 I-STORE COMMUICATIE Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de Toegepaste Economische Wetenschappen Valerie

Nadere informatie

RUNNING HEAD: Hulp bij relatieproblemen 1. Universiteit Utrecht Master psychologie, Sociale Psychologie THESIS. Hulp bij relatieproblemen

RUNNING HEAD: Hulp bij relatieproblemen 1. Universiteit Utrecht Master psychologie, Sociale Psychologie THESIS. Hulp bij relatieproblemen RUNNING HEAD: Hulp bij relatieproblemen 1 Universiteit Utrecht Master psychologie, Sociale Psychologie THESIS Hulp bij relatieproblemen Kunnen de attitude en intentie van mannen ten aanzien van relatietherapie

Nadere informatie

NB. Een streepje (-) betekent: geen deelname aan statistiek of SPSS practicum.

NB. Een streepje (-) betekent: geen deelname aan statistiek of SPSS practicum. Oplossingen hoofdstuk II 1. Aanmaken van een datafile Van 11 (fictieve) studenten zijn de volgende gegevens bekend: naam administratienummer studierichting log (logopedie) aud ( audiologie) erg (ergotherapie)

Nadere informatie

Getuigen onderweg: effectevaluatie van een verkeerseducatief programma in de 3 e graad secundair onderwijs

Getuigen onderweg: effectevaluatie van een verkeerseducatief programma in de 3 e graad secundair onderwijs Getuigen onderweg: effectevaluatie van een verkeerseducatief programma in de 3 e graad secundair onderwijs Ariane Cuenen Kris Brijs Tom Brijs Karin van Vlierden Stijn Daniëls Overzicht 1. Inleiding Programma

Nadere informatie

De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie

De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie 2015 De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie Bachelorwerkstuk Student: Chiel Nibbeling Studentnummer: S4516095 E-mail: c.nibbeling@student.ru.nl Telefoonnummer:

Nadere informatie

Effectiviteit muziek in TV reclame. Master Thesis Ronald Veldman, Erasmus Universiteit Rotterdam, SPOT samenvatting

Effectiviteit muziek in TV reclame. Master Thesis Ronald Veldman, Erasmus Universiteit Rotterdam, SPOT samenvatting Effectiviteit muziek in TV reclame Master Thesis Ronald Veldman, Erasmus Universiteit Rotterdam, SPOT samenvatting The role of music in commercials, a nostalgic approach Ronald Veldman, Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Gezondheidsboodschappen: Het ene oor in, het andere er weer uit?

Gezondheidsboodschappen: Het ene oor in, het andere er weer uit? Gezondheidsboodschappen: Het ene oor in, het andere er weer uit? Een experimenteel onderzoek naar het gebruik van narratieve versus statistische sociale bewijskracht in gezondheidsboodschappen gericht

Nadere informatie