De effectiviteit van non-verbale communicatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De effectiviteit van non-verbale communicatie"

Transcriptie

1 De effectiviteit van non-verbale communicatie Een onderzoek naar de invloed van nonverbale communicatie op de waardering van reclamemodellen onder Nederlandse en Surinaamse consumenten Masterthesis Graduate School of Communication Naam: Mike Boer Studentnummer: Begeleidster: Dr. Barbara Schouten Datum: 31 januari 2013 Universiteit: Universiteit van Amsterdam Specialisatie: Persuasieve Communicatie

2 Abstract Met behulp van het huidige onderzoek is geprobeerd te achterhalen of bepaalde vormen van non-verbale communicatie in advertenties (zoals oogcontact en de armhouding) invloed hebben op de attitude ten aanzien van Nederlandse en Surinaamse reclamemodellen. Om dit te onderzoeken is een online experiment uitgevoerd waarbij 26 Nederlandse en 25 Surinaamse mannen in totaal acht verschillende advertenties hebben beoordeeld op (1) de identificatie met het reclamemodel, (2) de attitude ten aanzien van het reclamemodel, (3) de attitude ten aanzien van de advertentie en (4) de attitude ten aanzien van het merk. Uit de resultaten van het onderzoek bleek dat zowel de Nederlandse als Surinaamse deelnemers zich het meest konden identificeren met het reclamemodel dat een overeenkomstige etniciteit had. De Surinaamse deelnemers hadden daarnaast een overduidelijke voorkeur voor advertenties waarin het Surinaamse reclamemodel werd getoond; dit uitte zich in een positievere attitude ten aanzien van het reclamemodel, de advertentie en het merk. De Nederlandse deelnemers hadden geen duidelijke voorkeur voor een van beide reclamemodellen. Uit de resultaten van het onderzoek is daarnaast duidelijk geworden dat de advertenties waarin sprake was van oogcontact het meest positief werden beoordeeld door beide groepen deelnemers. De open of gesloten armhouding in de advertenties had geen significante invloed op de attitude ten aanzien van het reclamemodel. Alle uitkomsten samengenomen is met de studie aangetoond dat etnische verschillen tussen Nederlandse en Surinaamse personen voor bepaalde voorkeuren ten aanzien van advertenties zorgen. Voor adverteerders is het daarom van belang goed inzicht te hebben in de doelgroep van de advertentie en op basis hiervan een keuze te maken tussen een wit of zwart reclamemodel. Daarnaast moeten adverteerders absoluut rekening houden met de invloed van non-verbale communicatie in advertenties.

3 Inleiding Vorig jaar is in Nederland ongeveer een bedrag van 4,9 miljard euro besteed aan reclames op televisie, het internet en in tijdschriften ( Netto mediabestedingen dalen, 2012). Ondanks de multiculturele samenleving in Nederland wordt in deze reclames over het algemeen vaak gebruik gemaakt van witte reclamemodellen. Dit is vooral het geval op de covers van tijdschriften. Wereldwijd zijn hoofdredacteuren het erover eens dat tijdschriften met niet-witte reclamemodellen slechter verkopen ( Een zwarte vrouw, 2008). Daarnaast bestaat de gedachte dat het vaste publiek wordt weggejaagd wanneer gebruikgemaakt wordt van zwarte reclamemodellen en geen nieuw publiek wordt aangetrokken. De afgelopen jaren is veel ophef ontstaan over deze algemene trend. In 2008 heeft dit al geleid tot een editie van de Italiaanse Vogue waarin alleen maar zwarte reclamemodellen werden getoond en vorig jaar werd op de cover van hetzelfde tijdschrift opnieuw een zwart reclamemodel afgebeeld ( Italiaanse Vogue heeft, 2012). Desondanks is het nog steeds de algemene trend om witte reclamemodellen te gebruiken in advertenties. Het is de vraag of dit de juiste keuze is. Zwarte consumenten identificeren zich over het algemeen sterker met reclamemodellen die afkomstig zijn uit de eigen etnische groep dan met afgebeelde personen met een andere etniciteit. Als gevolg hiervan reageren zwarte consumenten positiever op advertenties waarin een persoon met een zwarte huidskleur wordt afgebeeld dan op advertenties met een wit persoon (Appiah, 2001a). Bij consumenten met een witte huidskleur is dit verband een stuk minder sterk. Deze personen hebben meestal slechts een kleine en nietsignificante voorkeur voor witte reclamemodellen, of geven zelfs de voorkeur aan modellen met een zwarte huidskleur (Appiah, 2001b). Hoewel het de algemene trend is binnen de reclamewereld om met witte reclamemodellen een zo breed mogelijk publiek aan te spreken, lijkt het een averechts effect te hebben. Vooral omdat zwarte consumenten zich veel sterker identificeren met hun eigen etnische groep dan witte consumenten (Whittler, 1989). Dit vormt 1

4 een probleem omdat een positieve evaluatie van een reclamemodel uiteindelijk een positieve uitwerking heeft op de evaluatie van de reclame en het geadverteerde merk (Qualls & Moore, 1990). Daarom moet gezocht worden naar aspecten die het effect van de identificatie met het reclamemodel op de evaluaties van het reclamemodel kunnen veranderen. Non-verbale communicatie in advertenties kan hier wellicht een rol in spelen. Binnen etnische culturen worden bepaalde non-verbale uitingen namelijk verschillend gewaardeerd. Zo wordt het maken van oogcontact binnen de Surinaamse cultuur als onbeleefd gezien, terwijl het in de Nederlandse cultuur als een uiting van respect wordt gezien (Aarts & Van Woerkum, 2008). Daarnaast kan door middel van lichaamstaal zowel een positief als negatief signaal worden afgegeven, bijvoorbeeld door de manier waarop een persoon zijn of haar armen positioneert (Hinzman & Spencer, 2013). In de literatuur wordt het kruisen van de armen beschreven als een houding waarmee een negatieve indruk wordt afgegeven. Het is een signaal van geslotenheid of afstandelijkheid (Owen, Slep, & Heyman, 2012). Daarentegen wijst een houding met de armen langs het lichaam juist op openheid. De verschillende vormen van non-verbale communicatie hebben ieder hun eigen betekenis. Het huidige onderzoek moet echter uitwijzen of de non-verbale uitingen leiden tot een positievere evaluatie van het reclamemodel, en daarmee tot een positievere attitude ten aanzien van de advertentie en het geadverteerde merk. De volgende onderzoeksvraag staat centraal binnen het onderzoek. Heeft het oogcontact en lichaamstaal van een reclamemodel invloed op de attitudes van Nederlanders en Surinamers ten aanzien van het reclamemodel, de advertentie en het geadverteerde merk? Het antwoord op de onderzoeksvraag is vooral belangrijk voor adverteerders. Aan de hand van de resultaten kan namelijk rekening gehouden worden met de invloed van non-verbale 2

5 communicatie van reclamemodellen op de uiteindelijke attitude ten aanzien van het merk. Met het beantwoorden van de onderzoeksvraag wordt daarnaast ook voor het eerst in de wetenschappelijke literatuur de invloed van lichaamstaal op de waardering van etnisch gekleurde advertenties onder witte en zwarte consumenten in Nederland onderzocht. De resultaten zullen daarmee een bijdrage leveren aan de wetenschappelijke kennis op het gebied van de effecten van non-verbale communicatie in advertenties. Theoretisch kader In dit theoretisch kader worden een aantal theorieën beschreven waarmee voorspellingen gedaan kunnen worden over de uitkomsten van het onderzoek. Aan de hand van onder andere de identificatietheorie, de sociale identiteitstheorie en culturele verschillen in non-verbale communicatie tussen Nederlanders en Surinamers worden hypothesen opgesteld met betrekking tot de onderzoeksvraag. Daarbij worden ook de relaties tussen de attitude ten aanzien van het reclamemodel, de advertentie en het merk meegenomen. Identificatietheorie en sociale identiteitstheorie Een belangrijk uitgangspunt van de sociale identiteitstheorie van Tajfel en Turner (1979), is dat de mens voortdurend op zoek is naar het verkrijgen van een positief gewaardeerde sociale identiteit; hierbij wordt op basis van specifieke kenmerken zoals geslacht en huidskleur onderscheid gemaakt tussen verschillende sociale groepen. De mens streeft er daarbij naar de zelfwaardering te verhogen. Dit gebeurt aan de hand van twee componenten: een persoonlijke identiteit en diverse sociale identiteiten (Brehm, Kassin, Fein, Mervielde, & Van Hiel, 2007). De sociale identiteit is het besef van een persoon tot één of meerdere sociale groepen te horen, waarbij vaak een emotionele betekenis en waarde aan een groep wordt toegekend (Tajfel, 1981). Door de eigen sociale groep ( ingroup ) te bevoordelen tegenover andere sociale 3

6 groepen ( outgroup ) kan de zelfwaardering verhoogd worden. De persoon uit de andere sociale groep wordt negatiever beoordeeld omdat er geen overeenkomst is wat betreft de sociale identiteit; tegenover hen heerst vaak wantrouwen (Weisbuch, Pauker, & Ambady, 2009). Een negatieve kant aan de vorming van een sociale identiteit is dat mensen vaak de behoefte hebben om de outgroup te kleineren, zodat de ingroup zelfverzekerder wordt. Dit kan leiden tot religieuze passie en raciale eigenwaan (Brehm et al., 2007). De sociale identiteitstheorie is deels gebaseerd op de sociale identificatietheorie van Kelman (1961), die stelt dat mensen tijdens een blootstelling aan een andere persoon automatisch overeenkomsten beoordelen en op zoek gaan naar gelijkenissen. Bij het zien van overeenkomsten ontstaat er een vorm van sociale identificatie; mensen ervaren een gevoel van gelijkheid. Bij sociale identificatie gaat het om een omschrijving van het zelfbeeld in termen van een groep of collectief waartoe de persoon behoort (Verkuyten, 2000). De waargenomen overeenkomsten met een persoon vormen aanknopingspunten voor identificatie, net zoals waargenomen verschillen kunnen leiden tot afstand. Op deze manier leidt een gevoel van gelijkheid tot een gedeelde sociale identiteit. De persoon waar iemand overeenkomsten mee heeft wordt tot de eigen sociale groep gerekend en positiever beoordeeld, zodat de zelfwaardering van de groep wordt verhoogd (Tajfel, 2010). Uit eerder onderzoek is gebleken dat zwarte jongeren zich vaker identificeren met een advertentie waarin de afgebeelde persoon een zwarte huidskleur heeft, en dat de advertentie hierdoor ook positiever wordt gewaardeerd dan een advertentie waarin het reclamemodel een witte huidskleur heeft (Whittler, 1989; Whittler, 1991). Witte consumenten hebben in de meeste gevallen een lichte voorkeur voor media met witte reclamemodellen (Block, 1972; Qualls & Moore, 1990). Dit komt overeen met de sociale identiteitstheorie; de consumenten identificeren zich met het reclamemodel en bevoordelen de advertentie omdat de afgebeelde persoon tot de eigen sociale groep behoort. Op basis van deze uitkomsten en de sociale 4

7 identiteitstheorie is het binnen deze studie de verwachting dat de identificatie met een reclamemodel groter zal zijn wanneer de huidskleur van de consument overeenkomt met die van de afgebeelde persoon. H1a: Surinaamse consumenten identificeren zich sterker met een Surinaams reclamemodel dan met een Nederlands reclamemodel. H1b: Nederlandse consumenten identificeren zich sterker met een Nederlands reclamemodel dan met een Surinaams reclamemodel. De hogere mate van identificatie leidt vervolgens tot een positievere attitude ten aanzien van het reclamemodel. De attitude ten aanzien van het reclamemodel is daarbij gedefinieerd als het standpunt van een consument over de afgebeelde persoon als gevolg van gevoelens of emoties (Clow & Baack, 2009). H2: Hoe groter de identificatie met het reclamemodel, hoe positiever de attitude ten aanzien van het reclamemodel. Culturele verschillen in non-verbale communicatie De mate waarin consumenten zich identificeren met een reclamemodel heeft niet alleen betrekking op de huidskleur van de afgebeelde persoon, maar is ook afhankelijk van andere aspecten, zoals de gebruikelijke vorm van non-verbale communicatie binnen een cultuur (Bishop, 1979). Wanneer consumenten bijvoorbeeld geconfronteerd worden met non-verbale signalen die gangbaar zijn binnen de eigen cultuur, leidt dit tot identificatie (Marsh, Elfenbein, & Ambady, 2003). Deze vormen van non-verbale communicatie worden positiever gewaardeerd dan minder gebruikelijke non-verbale signalen (LaFrance & Mayo, 1978). De 5

8 aspecten van non-verbale communicatie en onderlinge verschillen tussen culturen vormen op deze manier de basis voor het ontstaan van een positieve of negatieve attitude bij het zien van een advertentie (Shadid, 1998). De mate van oogcontact, een glimlach of de lichaamshouding heeft vaak een specifieke betekenis binnen een cultuur en kan door andere etnische groepen verkeerd of negatief worden opgevat. In de Oosterse cultuur maken mensen bijvoorbeeld minder oogcontact met gesprekspartners dan personen uit de Westerse cultuur (LaFrance & Mayo, 1978). Binnen de Japanse, Surinaamse en Afrikaans-Amerikaanse cultuur is het onbeleefd om mensen recht in de ogen aan te kijken, terwijl dit non-verbale gedrag binnen de Nederlandse cultuur juist een indicatie is voor respect (Aarts & Van Woerkum, 2008; Feldman, 1985). De betekenis van oogcontact heeft binnen verschillende culturen zodoende een andere betekenis. Uit eerder onderzoek is al gebleken dat zwarte personen tijdens persoonlijke interacties minder oogcontact maken met elkaar dan het geval is bij witte personen (LaFrance & Mayo, 1976). Op basis hiervan wordt ook aangenomen dat zwarte consumenten het bijvoorbeeld minder waarderen wanneer een reclamemodel in een advertentie oogcontact maakt, terwijl witte consumenten juist een negatievere attitude zullen hebben ten aanzien van het reclamemodel dat geen oogcontact maakt (Mehrabian, 1981). Deze verwachtingen staan geformuleerd in de onderstaande hypotheses. H3a: Nederlandse consumenten hebben een positievere attitude ten aanzien van het reclamemodel dat oogcontact maakt dan ten aanzien van het reclamemodel dat geen oogcontact maakt. 6

9 H3b: Surinaamse consumenten hebben een positievere attitude ten aanzien van het reclamemodel dat geen oogcontact maakt dan ten aanzien van het reclamemodel dat oogcontact maakt. Naast de invloed van oogcontact kan ook de lichaamstaal van het reclamemodel, door middel van een bepaalde houding van de armen, een positieve of negatieve indruk afgeven aan de consument (Hinzman & Spencer, 2013). De houding van de armen is een opvallende vorm van non-verbale communicatie waarmee (onbewust) statusverschillen en attitudes richting anderen gecommuniceerd kunnen worden (Machotka, 1965). Wanneer iemand bijvoorbeeld met de handen in de zij staat, is dit een uiting van dominantie; vooral wanneer de persoon zich breed en groot maakt. Hiermee wordt een negatieve attitude richting andere personen gecommuniceerd (Mehrabian, 1968). Wanneer iemand met de armen op de rug staat, straalt diegene superioriteit uit. Door middel van de positie van de armen kan echter ook een positieve attitude worden overgebracht. In het geval dat iemands armen in een open houding voor het lichaam gehouden worden, laat dit een vriendelijke en positieve indruk achter op anderen (Mehrabian, 1969; Semnani-Azad & Adair, 2011). Hoewel de betekenis van lichaamstaal en armhoudingen binnen de wetenschappelijk literatuur in algemene zin bekend is, is er weinig tot geen onderzoek gedaan naar eventuele cultuurverschillen in de interpretatie van armhoudingen onder witte en zwarte consumenten. Bij een open armhouding voelt de consument wellicht minder afstand tot het reclamemodel, er heerst dan namelijk een gevoel van gelijkheid en het gevoel van zij en wij wordt waarschijnlijk kleiner (Machotka, 1965). Het onderzoek moet echter uitwijzen of er op dit vlak sprake is van een cultuurverschil tussen Nederlandse en Surinaamse consumenten. Met betrekking tot het huidige onderzoek kunnen hierover geen specifieke verwachtingen worden geformuleerd. De (eventuele) cultuurverschillen in waardering van een open en gesloten 7

10 armhouding tussen Nederlandse en Surinaamse consumenten worden binnen de studie onderzocht door middel van de onderstaande deelvraag. RQ1: Wat is het effect van een open en gesloten armhouding op de attitude ten aanzien van het reclamemodel onder Nederlandse en Surinaamse consumenten? Spillover effect Binnen het huidige onderzoek wordt tot slot verwacht dat een positieve attitude ten aanzien van het reclamemodel zal leiden tot een positievere waardering van de advertentie en het geadverteerde merk ( spillover effect ). Dit komt omdat positieve associaties met het reclamemodel waarschijnlijk gekoppeld worden aan de advertentie en zodoende een positieve uitwerking hebben op de evaluatie van de advertentie en het geadverteerde merk (Edell & Burke, 1987). Uit eerder onderzoek is al gebleken dat witte consumenten een positievere attitude hadden ten aanzien van een wit reclamemodel, en als gevolg hiervan zowel de advertentie als het geadverteerde merk bij een advertentie met een wit reclamemodel positiever beoordeelden (Qualls & Moore, 1990). Dit was ook het geval voor zwarte consumenten, mede daarom zijn de volgende verwachtingen geformuleerd. H4: Hoe positiever de attitude ten aanzien van het reclamemodel, hoe positiever de attitude ten aanzien van de advertentie. H5: Hoe positiever de attitude ten aanzien van de advertentie, hoe positiever de attitude ten aanzien van het merk. In de bijlage (Appendix A) staan alle beschreven verwachtingen schematisch weergeven in een conceptueel model. 8

11 Methode De opzet van het onderzoek en de manier waarop de studie is uitgevoerd staan in dit deel beschreven. Achtereenvolgens worden de deelnemers, de onderzoeksprocedure, het experimenteel design, het stimulusmateriaal, en de verschillende metingen binnen het onderzoek besproken. Deelnemers In deze studie hebben in totaal 81 personen (waarvan 33% vrouw) deelgenomen aan een online experiment. Uit deze totale respons werden uiteindelijk 26 Nederlandse en 25 Surinaamse mannen geselecteerd voor de data-analyse. De leeftijd van deze deelnemers varieerde van 20 tot en met 58 jaar (M = 31.80, SD = 12.26) en het overgrote deel was hoogopgeleid (49% Hbo en 29% Wo). Tot de Nederlandse onderzoeksdeelnemers zijn personen gerekend waarvan alle twee de ouders in Nederland geboren zijn. Deelnemers die zelf in Suriname zijn geboren of waarvan beide ouders in Suriname zijn geboren werden tot de groep Surinaamse deelnemers beschouwd. Procedure De deelnemers zijn verzameld door middel van de zogenaamde sneeuwbalmethode, waarbij via het eigen sociale netwerk contact is opgenomen met Nederlandse en Surinaamse personen. De uitnodigingen om deel te nemen aan het onderzoek zijn verstuurd door middel van een e- mail en/of bericht via Facebook waarin een link was opgenomen naar de online vragenlijst (in Qualtrics). Op de inleidende pagina van de vragenlijst werd aan de deelnemers uitgelegd dat ze acht advertenties te zien zouden krijgen van een sportmerk. De advertenties moesten beoordeeld worden, zodat het desbetreffende sportmerk erachter zou komen welke advertentie het meest positief gewaardeerd werd. Na deze introductie konden de deelnemers van start 9

12 gaan met de vragenlijst, waarin achtereenvolgens acht verschillende advertenties werden vertoond. De volgorde van de advertenties was systematisch gevarieerd ( counterbalancing ), zodat er geen leereffecten konden optreden bij de deelnemers (Myers & Hansen, 2011). Na het zien van iedere advertentie werden een aantal vragen gesteld met betrekking tot de identificatie met het reclamemodel, de attitude ten aanzien van het reclamemodel, de attitude ten aanzien van de advertentie en de attitude ten aanzien van het geadverteerde merk. Aan het einde van de vragenlijst werden nog een aantal algemene vragen gesteld met betrekking tot de leeftijd, etniciteit en het opleidingsniveau van de deelnemer. Gemiddeld waren de deelnemers tussen de tien en vijftien minuten bezig met het onderzoek. Experimenteel design Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van een 2 (wit vs. zwart reclamemodel) x 2 (open armhouding vs. gesloten armhouding) x 2 (oogcontact vs. geen oogcontact) binnen groepen design. De afhankelijke variabelen waren de identificatie met het reclamemodel en de attitude ten aanzien van het reclamemodel, de advertentie en het merk. De keuze voor een withindesign is bewust gemaakt zodat de reacties van onderzoeksdeelnemers op een Nederlands en Surinaams reclamemodel beter met elkaar vergeleken konden worden. Daarbij is de invloed van individuele verschillen tussen deelnemers uitgesloten (Howitt & Cramer, 2007). Het enige nadeel aan het onderzoeksdesign was dat deelnemers wellicht beïnvloed konden worden door het zien van de verschillende advertenties. Om dit te voorkomen is de volgorde van de advertenties systematisch gevarieerd en zijn deelnemers aselect toegewezen aan een volgorde. Deze systematische variatie bleek geslaagd te zijn, want de onderzoeksdeelnemers hadden aan het einde van het onderzoek niet door wat het daadwerkelijke doel van het onderzoek was. Het is echter niet duidelijk geworden of de deelnemers in hun antwoorden zijn beïnvloed door het zien van de verschillende advertenties. 10

13 Stimulusmateriaal Het stimulusmateriaal binnen het online onderzoek bestond in totaal uit acht verschillende advertenties. In deze advertenties werd een Nederlands of Surinaams mannelijk reclamemodel afgebeeld in sportkleding van Walon; een sportmerk uit Peru (Zuid-Amerika). Uit een pretest (N = 16) kwam naar voren dat het merk Walon niet bekend was onder de doelgroep, zodoende kon de invloed van eerdere ervaringen op de waardering van het merk worden uitgesloten. In de advertenties was het gehele bovenlichaam van het model zichtbaar, zodat de uiting van de lichaamstaal opvallend was en opgemerkt kon worden door de onderzoeksdeelnemers. De advertenties waren in elk opzicht hetzelfde, op de huidskleur van het reclamemodel, de houding van de armen en het oogcontact na. Binnen het onderzoek was sprake van een positieve armhouding wanneer het reclamemodel met zijn armen in de zij stond. Van een negatieve armhouding was sprake wanneer het reclamemodel zijn armen gekruist voor het lichaam hield. Uit een tweede pretest (N = 20) is gebleken dat de advertenties als realistisch werden beschouwd. Op een schaal van 1 tot en met 7 beoordeelde de onderzoeksgroep de advertenties positief (M = 4.93, SD = 1.47). In de bijlage (Appendix B) zijn de gebruikte advertenties te zien. Metingen Manipulatiecheck Om te controleren of de manipulatie van iedere advertentie was geslaagd is de deelnemers bij iedere advertentie gevraagd of ze vonden dat het reclamemodel wel of geen oogcontact maakte en wel of geen gesloten armhouding had. Bij de advertenties werden de volgende twee vragen gesteld: Maakt het reclamemodel in de advertentie oogcontact met de kijker? en Houdt het reclamemodel zijn armen in een open of gesloten houding?. Deze vragen konden bevestigend dan wel ontkennend beantwoord worden ( ja of nee ). Uit de resultaten is 11

14 gebleken dat de manipulatie van de advertenties over het algemeen geslaagd was. De armhouding werd door 92% van de deelnemers juist beoordeeld en de beoordeling van het oogcontact was in 97% van de gevallen juist. Deelnemers die een foutieve beoordeling gaven over de armhouding en/of het oogcontact zijn niet meegenomen in de data-analyse. Waargenomen identificatie met het reclamemodel De mate van waargenomen identificatie tussen het reclamemodel en de onderzoeksdeelnemer is gemeten aan de hand van een bestaande schaal bestaande uit drie 7-punts Likertschalen (helemaal mee oneens helemaal mee eens) (Whittler, 1989). De volgende standpunten zijn gebruikt: (1) Het reclamemodel is iemand die ik zou willen zijn, (2) Het reclamemodel is mijn type persoon, en (3) Het reclamemodel staat voor een etnische groepering waartoe ik behoor. De drie items vormden voor iedere advertentie een gezamenlijke eendimensionale schaal (de verklaarde variantie was minimaal 74% in de acht condities). Daarnaast was de betrouwbaarheid van de samengestelde schalen voldoende, zowel voor deelnemers met een Nederlandse (Cronbach s α Ned = <.64) als Surinaamse etniciteit (Cronbach s α Sur = <.68). Attitude ten aanzien van het reclamemodel De attitude ten aanzien van het reclamemodel is gemeten met behulp van vijf 7-punts semantische differentiatieschalen (Garretson & Niedrich, 2004). De deelnemers konden op een schaal aangeven op welke manier ze de advertentie waardeerden. De schalen waren als volgt: niet leuk leuk, slecht goed, onvriendelijk vriendelijk, negatief positief en niet afstandelijk afstandelijk. Uit principale-componenten-factoranalyses werd duidelijk dat de vijf items geen gezamenlijke eendimensionale schaal vormden. De correlatie van het laatste item ( niet afstandelijk afstandelijk ) was onvoldoende, en is daarom verwijderd uit de analyses. De overige vier items vormden wel voor iedere advertentie een gezamenlijke 12

15 schaal (de verklaarde variantie was minstens 75%). Uit betrouwbaarheidsanalyses werd duidelijk dat de samengestelde schalen betrouwbaar waren, zowel voor deelnemers met een Nederlandse (Cronbach s α Ned = <.80) als Surinaamse etniciteit (Cronbach s α Sur = <.88). Attitude ten aanzien van de advertentie De attitude ten aanzien van de advertentie is gemeten met behulp van negen 7-punts semantische differentiatieschalen (Appiah, 2001b). De deelnemers konden op een schaal van 1 tot en met 7 aangeven op welke manier ze de advertentie waardeerden. Voorbeeldschalen: niet aantrekkelijk aantrekkelijk, negatief positief, niet boeiend boeiend en saai interessant. Uit principale-componenten-factoranalyses kwam naar voren dat de negen items voor iedere advertentie een gezamenlijke eendimensionale schaal vormden (de verklaarde variantie was minimaal 64% in de acht condities). Daarnaast waren de samengestelde schalen betrouwbaar, zowel voor deelnemers met een Nederlandse (Cronbach s α Ned = <.88) als Surinaamse etniciteit (Cronbach s α Sur = <.93). Attitude ten aanzien van het merk De attitude ten aanzien van het geadverteerde merk in de advertentie werd gemeten aan de hand van drie 7-punts semantische differentiatieschalen (Mitchell, 1986). Het ging hierbij om de volgende schalen: Ik vind het sportmerk in de advertentie : (1) onprettig prettig, (2) niet leuk leuk en (3) slecht goed. De drie items vormden voor iedere advertentie een gezamenlijke schaal (de verklaarde variantie was minstens 85%). Daarnaast werd uit betrouwbaarheidsanalyses duidelijk dat de samengestelde schalen betrouwbaar waren, zowel voor deelnemers met een Nederlandse (Cronbach s α Ned = <.93) als Surinaamse etniciteit (Cronbach s α Sur = <.89). 13

16 Demografische variabelen. Naar het geslacht, de leeftijd, opleiding en etnische achtergrond van de deelnemers werd als laatst gevraagd. De etnische achtergrond van de deelnemer is bepaald door te vragen naar het eigen geboorteland en het geboorteland van de vader en moeder. De deelnemers hadden een Nederlandse etniciteit wanneer alle twee de ouders in Nederland zijn geboren. Deelnemers die zelf in Suriname zijn geboren of waarvan beide ouders in Suriname zijn geboren werden tot de groep Surinaamse deelnemers gerekend. Data-analyses Om na te gaan of het oogcontact en de armhouding van het reclamemodel invloed heeft gehad op de attitude ten aanzien van het reclamemodel, de advertentie en het merk, zijn zowel t- toetsen als regressieanalyses uitgevoerd. Om de onderlinge verschillen tussen de Nederlandse en Surinaamse deelnemers te onderzoeken zijn t-toetsen voor gepaarde waarnemingen gedaan. Omdat de deelnemers alle acht de advertenties te zien hebben gekregen is rekening gehouden met de verschillen tussen personen. Naast de t-toetsen zijn (hiërarchische) regressieanalyses uitgevoerd om (1) de invloed van de attitude ten aanzien van het reclamemodel op de relatie tussen de identificatie met het reclamemodel en de attitude ten aanzien van de advertentie te toetsen, en (2) het effect van de attitude ten aanzien van de advertentie op het verband tussen de attitude ten aanzien van het reclamemodel en de attitude ten aanzien van het merk te achterhalen. Deze mediatie-analyses zijn gedaan middels de methode van Baron en Kenny (1986), waarbij het van belang was dat de onafhankelijke variabele een significant effect had op de mediator en de afhankelijke variabele. Daarnaast moest de mediator een significant effect hebben op de afhankelijke variabele. Op deze manier kon achterhaald worden of er sprake was van volledige dan wel partiële mediatie. 14

17 Resultaten In dit deel worden de belangrijkste resultaten van het onderzoek beschreven. Allereerst wordt de mate van identificatie met het reclamemodel en de daaruit volgende attitude ten aanzien van het reclamemodel besproken. De effecten van non-verbale communicatie (oogcontact en de armhouding) op de attitude ten aanzien van het reclamemodel worden beschreven en de onderlinge verschillen tussen Nederlandse en Surinaamse onderzoeksdeelnemers komen naar voren. Vervolgens wordt verder ingegaan op de vorming van attitudes ten aanzien van de advertentie en het merk, waarbij ook de onderlinge verschillen tussen de onderzoeksgroepen worden besproken. De mate van identificatie met het reclamemodel In de eerste hypothese binnen het onderzoek stond beschreven dat deelnemers zich meer zouden kunnen identificeren met een reclamemodel wanneer de huidskleur (of etniciteit) van de afgebeelde persoon overeenkwam met die van de deelnemer. In tabel 1 zijn de gemiddelde waarden van identificatie met het Nederlands en Surinaamse reclamemodel af te lezen. Hierin valt op dat de verschillen in identificatie met het Nederlandse en Surinaamse reclamemodel groter zijn voor de Surinaamse deelnemers dan voor de Nederlandse deelnemers. De deelnemers met een Surinaamse etniciteit konden zich significant meer identificeren met het Surinaamse reclamemodel dan met het Nederlandse reclamemodel (t(24) = , p <.01). De verschillen in identificatie met het Nederlandse en Surinaamse reclamemodel waren kleiner onder de Nederlandse deelnemers, toch konden deze deelnemers zich ook significant beter identificeren met het Nederlandse reclamemodel dan met het Surinaamse reclamemodel (t(25) = 5.15, p <.01). Deze bevindingen komen overeen met de vooraf geformuleerde verwachting (zoals beschreven in H1). 15

18 Tabel 1 De identificatie met het reclamemodel naar etniciteit van de deelnemer Advertentie(s) Etniciteit Nederlands reclamemodel Surinaams reclamemodel Nederlands (n = 26) 3.98 a (1.23) 2.71 b (1.10) Surinaams (n = 25) 1.45 a (.41) 5.08 b (1.09) Noot. De identificatie met het reclamemodel is gemeten op een 7-punts schaal. Gemiddelden (SD) in dezelfde rij met verschillende superscripts verschillen significant op p <.01. De attitude ten aanzien van het reclamemodel De tweede verwachting binnen het onderzoek was dat een grotere mate van identificatie met het reclamemodel zou leiden tot een positievere attitude ten aanzien van het reclamemodel. Door middel van een enkelvoudige regressieanalyse met identificatie met het reclamemodel als onafhankelijke variabele en attitude ten aanzien van het reclamemodel als afhankelijke variabele is deze hypothese getoetst. Uit de resultaten is gebleken dat de identificatie met het Nederlandse reclamemodel voor Nederlandse deelnemers een sterk significant positief effect had op de attitude ten aanzien van het Nederlandse reclamemodel (b* =.50, t = 4.02, p <.01). De identificatie met het reclamemodel verklaarde daarbij een significant deel van de variantie in de scores op de attitude ten aanzien van het reclamemodel (R 2 =.25, F(1, 49) = 16.19, p <.01). Voor Surinaamse deelnemers bleek de identificatie met het Surinaamse reclamemodel ook een sterk significant positief effect te hebben op de attitude ten aanzien van het Surinaamse reclamemodel (b* =.61, t = 5.39, p <.01). De identificatie met het reclamemodel verklaarde daarbij eveneens een significant deel van de variantie in de scores op de attitude ten aanzien van het reclamemodel (R 2 =.37, F(1, 49) = 29.07, p <.01). Deze uitkomsten komen overeen met vooraf geformuleerde verwachting (zoals beschreven in H2). 16

19 De attitude ten aanzien van het reclamemodel onderverdeeld naar etniciteit Als daarnaast gekeken wordt naar de verschillen tussen beide groepen deelnemers in de attitude ten aanzien van het Nederlandse en Surinaamse reclamemodel, zijn er significante verschillen op te merken (zie tabel 2). Uit een t-toets voor gepaarde waarnemingen is gebleken dat de verschillen in de attitude ten aanzien van het Nederlandse en Surinaamse reclamemodel groter zijn voor de Surinaamse deelnemers dan voor de Nederlandse deelnemers. Het verschil in de attitude ten aanzien van het Nederlandse en Surinaamse reclamemodel was niet significant onder deelnemers met een Nederlandse etniciteit (t(25) = 0.40, n.s.). Dit was wel het geval onder deelnemers met een Surinaamse etniciteit; de attitude ten aanzien van het Surinaamse reclamemodel was significant positiever dan ten aanzien van het Nederlandse reclamemodel (t(24) = -5.10, p <.01). Tabel 2 De attitude ten aanzien van het reclamemodel naar etniciteit van de deelnemer Advertentie(s) Etniciteit Nederlands reclamemodel Surinaams reclamemodel Nederlands (n = 26) 4.41 a (.90) 4.36 a (.98) Surinaams (n = 25) 3.86 a (.64) 5.01 b (.84) Noot. De attitude ten aanzien van het reclamemodel is gemeten op een 7-punts schaal. Gemiddelden (SD) in dezelfde rij met verschillende superscripts verschillen significant op p <.01. Het effect van oogcontact op de attitude ten aanzien van het reclamemodel In de derde hypothese binnen het onderzoek stond beschreven dat de advertenties waarin oogcontact werd gemaakt met de kijker een positiever effect zouden hebben op de attitude ten aanzien van het reclamemodel onder Nederlandse deelnemers dan wanneer er geen sprake was van oogcontact. Voor de Surinaamse deelnemers werd het tegenovergestelde verband verwacht; zij zouden het reclamemodel die geen oogcontact maakte het meest positief waarderen. Door middel van een t-toets voor gepaarde waarnemingen zijn de gemiddelde 17

20 scores op de attitude ten aanzien van het reclamemodel met en zonder oogcontact voor alle advertenties met elkaar vergeleken (zie tabel 3). Uit de resultaten blijkt dat de Nederlandse deelnemers een significant positievere attitude hadden ten aanzien van het reclamemodel wanneer er sprake was van oogcontact dan wanneer er geen sprake was van oogcontact (t(25) = 4.49, p <.01). Dit komt overeen met de van te voren geformuleerde verwachting (zoals beschreven in H3a). Uit de resultaten blijkt dat de Surinaamse deelnemers over het algemeen eveneens een significant positievere attitude hadden ten aanzien van het reclamemodel dat oogcontact maakte dan tegenover het reclamemodel dat geen oogcontact maakte (t(24) = 2.09, p <.05). Deze bevinding komt niet overeen met de vooraf geformuleerde verwachting (zoals beschreven in H3b). Tabel 3 Het effect van oogcontact op de attitude ten aanzien van het reclamemodel Advertentie(s) Etniciteit Geen oogcontact Oogcontact Nederlands (n = 26) 3.97 a (.95) 4.80 b (1.02) Surinaams (n = 25) 4.21 a (.85) 4.66 b (.61) Noot. De attitude ten aanzien van het reclamemodel is gemeten op een 7-punts schaal. Gemiddelden (SD) in dezelfde rij met verschillende superscripts verschillen significant op p <.05. Het effect van de armhouding op de attitude ten aanzien van het reclamemodel Om te toetsen of de armhouding effect heeft gehad op de attitude ten aanzien van het reclamemodel is een t-toets voor gepaarde waarnemingen uitgevoerd. Voorafgaand aan het onderzoek konden geen specifieke verwachtingen worden geformuleerd over de attitudes ten aanzien van het reclamemodel met een gesloten dan wel open armhouding (zie RQ1). Uit de resultaten van de t-toets is gebleken dat een open of gesloten armhouding geen significant effect heeft gehad op de attitude ten aanzien van het reclamemodel. Hoewel de Nederlandse deelnemers een positievere attitude hadden ten aanzien van het reclamemodel met een open 18

21 armhouding, was het verschil niet significant in vergelijking met de attitude ten aanzien van het reclamemodel met een gesloten armhouding (t(25) = 1.42, n.s.). De Surinaamse deelnemers hadden eveneens een positievere attitude ten aanzien van het reclamemodel met een open armhouding, dit verschil was echter ook niet significant (t(24) = 1.10, n.s.). In tabel 4 zijn de onderlinge verschillen in attitude ten aanzien van de reclamemodellen af te lezen. Tabel 4 Het effect van de armhouding op de attitude ten aanzien van het reclamemodel Advertentie(s) Etniciteit Gesloten armhouding Open armhouding Nederlands (n = 26) 4.31 a (.81) 4.46 a (.98) Surinaams (n = 25) 4.39 a (.60) 4.48 a (.44) Noot. De attitude ten aanzien van het reclamemodel is gemeten op een 7-punts schaal. Gemiddelden (SD) in dezelfde rij met verschillende superscripts verschillen significant op p <.05. De attitude ten aanzien van de advertentie In de vierde hypothese binnen het onderzoek werd verondersteld dat de attitude ten aanzien van het reclamemodel een positief effect zou hebben op de attitude ten aanzien van de advertentie als geheel. Uit een (hiërarchische) regressieanalyse is gebleken dat de attitude ten aanzien van de advertentie voor 51% gezamenlijk voorspeld kan worden door de attitude ten aanzien van het reclamemodel en de identificatie met het reclamemodel (R 2 =.51, F(2, 48) = 24.94, p <.01). De identificatie met het reclamemodel heeft het sterkste verband met de attitude ten aanzien van de advertentie (b* =.45, t = 4.04, p <.01) (zie tabel 5). Uit een eerdere analyse was al gebleken dat de identificatie met het reclamemodel ook een sterk significant effect had op de attitude ten aanzien van het reclamemodel. De attitude ten aanzien van het reclamemodel heeft vervolgens een redelijk sterk positief effect op de attitude ten aanzien van de advertentie (b* =.40, t = 3.57, p <.01). Hoe positiever de attitude ten aanzien 19

22 van het reclamemodel, des te positiever de advertentie als geheel beoordeeld wordt. Deze bevinding komt overeen met de vooraf geformuleerde verwachting (zoals beschreven in H4). Tabel 5 Hiërarchische regressieanalyse van de attitude ten aanzien van de advertentie B b* R 2 F Model ** Identificatie met het reclamemodel ** Model ** Identificatie met het reclamemodel ** Attitude ten aanzien van het reclamemodel ** Noot. Afhankelijke variabele: Attitude ten aanzien van de advertentie. ** p <.01. De attitude ten aanzien van de advertentie onderverdeeld naar etniciteit Uit een t-toets voor gepaarde waarnemingen is gebleken dat de attitude ten aanzien van de advertentie onder Nederlandse deelnemers niet significant positiever was na het zien van een advertentie met een Nederlands reclamemodel dan een advertentie met een Surinaams reclamemodel (t(25) = 1.27, n.s.). De attitude van Surinaamse deelnemers ten aanzien van advertenties met een Surinaams reclamemodel was daarentegen wel significant positiever dan de attitude ten aanzien van advertenties met een Nederlands reclamemodel (t(24) = 5.54, p <.01). In tabel 6 zijn de onderlinge verschillen tussen beide onderzoeksgroepen af te lezen. Tabel 6 De attitude ten aanzien van de advertentie naar etniciteit van de deelnemer Advertentie(s) Etniciteit Nederlands reclamemodel Surinaams reclamemodel Nederlands (n = 26) 3.72 a (.83) 3.62 a (1.03) Surinaams (n = 25) 3.47 a (.61) 4.56 b (.92) Noot. De attitude ten aanzien van de advertentie is gemeten op een 7-punts schaal. Gemiddelden (SD) in dezelfde rij met verschillende superscripts verschillen significant op p <

23 De attitude ten aanzien van het merk Naast het verwachte effect van de attitude ten aanzien van het reclamemodel op de attitude ten aanzien van de advertentie, werd in de vijfde hypothese binnen het onderzoek eveneens verondersteld dat de attitude ten aanzien van de advertentie een positief effect zou hebben op de attitude ten aanzien van het merk. Uit een (hiërarchische) regressieanalyse is gebleken dat de attitude ten aanzien van merk voor 51% gezamenlijk voorspeld kan worden door de attitude ten aanzien van het reclamemodel en de attitude ten aanzien van de advertentie (R 2 =.51, F(2, 48) = 24.75, p <.01). Uit een eerdere analyse was al gebleken dat de attitude ten aanzien van het reclamemodel een redelijk sterk significant effect had op de attitude ten aanzien van de advertentie. De attitude ten aanzien van de advertentie heeft vervolgens een sterk positief effect op de attitude ten aanzien van het merk (b* =.50, t = 4.02, p <.01) (zie tabel 7). Hoe positiever de attitude ten aanzien van de advertentie, des te positiever het merk beoordeeld wordt. Deze bevindingen komen overeen met de vooraf geformuleerde verwachting (zoals beschreven in H5). Tabel 7 Hiërarchische regressieanalyse van de attitude ten aanzien van het merk B b* R 2 F Model ** Attitude ten aanzien van het reclamemodel ** Model ** Attitude ten aanzien van het reclamemodel * Attitude ten aanzien van de advertentie ** Noot. Afhankelijke variabele: Attitude ten aanzien van het merk. * p <.05; ** p <.01. De attitude ten aanzien van het merk onderverdeeld naar etniciteit Uit een t-toets voor gepaarde waarnemingen is gebleken dat de attitude ten aanzien van het geadverteerde merk onder Nederlandse deelnemers niet significant positiever was na het zien 21

24 van een advertentie met een Nederlands reclamemodel dan een advertentie met een Surinaams reclamemodel (t(25) = 0.92, n.s.). Onder Surinaamse deelnemers was de attitude tegenover het geadverteerde merk wel significant positiever na het zien van een advertentie met een Surinaams reclamemodel dan een Nederlands reclamemodel (t(24) = -5.31, p <.01). In tabel 8 zijn deze onderlinge verschillen tussen beide onderzoeksgroepen zichtbaar. Tabel 8 De attitude ten aanzien van het merk naar etniciteit van de deelnemer Advertentie(s) Etniciteit Nederlands reclamemodel Surinaams reclamemodel Nederlands (n = 26) 3.94 a (1.00) 3.83 a (1.08) Surinaams (n = 25) 3.42 a (.61) 4.71 b (1.07) Noot. De attitude ten aanzien van het merk is gemeten op een 7-punts schaal. Gemiddelden (SD) in dezelfde rij met verschillende superscripts verschillen significant op p <.01. De verschillen tussen de Nederlandse en Surinaamse deelnemersgroep In tabel 9 is tot slot een overzicht te vinden van de gemiddelde scores op alle onderzochte variabelen. Hierbij is een onderverdeling gemaakt naar advertenties met een Nederlands en Surinaams reclamemodel en de scores van zowel Nederlandse als Surinaamse deelnemers. Door middel van een t-toets voor onafhankelijke steekproeven zijn de verschillen tussen beide onderzoeksgroepen getoetst. Uit de tabel valt onder andere af te lezen dat de identificatie met het reclamemodel (t(30.57) = 9.93, p <.01), de attitude ten aanzien van het reclamemodel (t(49) = 2.54, p <.05) en de attitude ten aanzien van het merk (t(41.53) = 2.27, p <.05) bij advertenties met een Nederlands reclamemodel significant positiever was onder Nederlandse deelnemers dan onder Surinaamse deelnemers. Daarentegen waren de gemiddelde scores op identificatie met het reclamemodel (t(49) = -7.74, p <.01) en de attitude ten aanzien van het reclamemodel (t(49) = -2.55, p <.05), de advertentie (t(49) = -3.45, p <.01) en het merk 22

25 (t(49) = -2.90, p <.01) bij advertenties met een Surinaams reclamemodel significant positiever onder Surinaamse deelnemers dan onder Nederlandse deelnemers. Tabel 9 Beschrijvende statistieken voor alle onderzochte variabelen (overzicht) Nederlands reclamemodel Surinaams reclamemodel Etniciteit van deelnemer Nederlands Surinaams Nederlands Surinaams Identificatie met reclamemodel 3.98 a (1.23) 1.45 b (.41) 2.71 a (1.10) 5.08 b (1.09) Attitude t.a.v. het reclamemodel 4.41 a (.90) 3.86 b (.64) 4.36 a (.98) 5.01 b (.84) Attitude t.a.v. de advertentie 3.72 a (.83) 3.47 a (.61) 3.62 a (1.03) 4.56 b (.92) Attitude t.a.v. het merk 3.94 a (1.00) 3.42 b (.61) 3.83 a (1.08) 4.71 b (1.07) Noot. Alle variabelen zijn gemeten op een 7-punts schaal. Gemiddelden (SD) in dezelfde kolom en rij met verschillende superscripts verschillen significant op p <.05. Als voorbeeld: De attitude t.a.v. het Nederlandse reclamemodel (rij 2, kolom 1) was significant positiever onder Nederlandse deelnemers (M = 4.41) dan onder Surinaamse deelnemers (M = 3.86). Discussie Zoals uit de hiervoor beschreven resultaten is gebleken zijn er een aantal significante resultaten gevonden wat betreft het effect van non-verbale communicatie op de attitudes van Nederlandse en Surinaamse consumenten ten aanzien van het reclamemodel, de advertentie en het merk. Daarbij zijn ook verschillen gevonden tussen beide groepen wat betreft de mate van identificatie met het reclamemodel. Aan de hand van de resultaten wordt in dit laatste deel beschreven of de vooraf geformuleerde verwachtingen zijn uitgekomen. Daarbij wordt ook een beknopt antwoord gegeven op de centrale onderzoeksvraag en worden implicaties gegeven voor de (bestaande) theorieën en praktijk. De etnische voorkeur voor reclamemodellen Uit de huidige studie is gebleken dat zowel de Nederlandse als Surinaamse deelnemers zich significant beter konden identificeren met het reclamemodel dat respectievelijk een 23

26 Nederlandse en Surinaamse etniciteit had. Deze mate van identificatie zorgde vooral bij de Surinaamse deelnemers voor een significant positievere attitude ten aanzien van het Surinaamse reclamemodel. Het verschil in de attitude ten aanzien van het Nederlandse en Surinaamse reclamemodel was minder groot onder Nederlandse deelnemers. Dit was ook het geval voor de attitudes ten aanzien van de advertentie en het geadverteerde merk; de Nederlandse deelnemers waren niet significant positiever over advertenties (en het merk) met een Nederlandse reclamemodel. De attitudes van Surinaamse deelnemers waren daarentegen wel het meest positief ten aanzien van advertenties waarin een Surinaams reclamemodel werd afgebeeld. Dit was ook het geval voor de attitude(s) ten aanzien van het geadverteerde merk. Uit de studie is zodoende duidelijk geworden dat de Surinaamse deelnemers een significante voorkeur hadden voor advertenties waarin een reclamemodel met een Surinaamse etniciteit werd afgebeeld. Bij de Nederlandse deelnemers was de voorkeur minder groot. Dit komt wellicht omdat Nederlandse consumenten zich minder bewust en ook minder bezig zijn met hun eigen etniciteit. Wanneer een bepaalde etnische groep namelijk dominant is in een sociale omgeving (of dominanter wordt) vormt de etniciteit een minder grote betekenis in het zelfbeeld van de consumenten (McGuire, McGuire, Child, & Fujioka, 1978). De etniciteit van Surinaamse consumenten vormde een belangrijk aspect van het zelfbeeld, omdat ze een minderheid vormen binnen de Nederlandse samenleving. Dit is waarschijnlijk de reden waarom deelnemers met een Surinaamse etniciteit significant positiever waren over het Surinaamse reclamemodel, terwijl de Nederlandse deelnemers geen overduidelijke voorkeur hadden voor een van de twee reclamemodellen. Deze uitkomsten komen overeen met de in het theoretisch kader beschreven sociale identiteitstheorie van Tajfel en Turner (1979). In deze theorie wordt aangegeven dat personen als gevolg van hun huidskleur onderscheid maken tussen sociale groepen en op basis hiervan de eigen sociale groep bevoordelen tegenover andere sociale groepen, om uiteindelijk de zelfwaardering te verhogen (Tajfel, 24

27 2010). Op basis van de resultaten blijkt dit met name zo te zijn geweest voor de Surinaamse deelnemers binnen het onderzoek. Het effect van non-verbale communicatie Het was tevens de verwachting dat oogcontact een positief effect zou hebben op de attitude ten aanzien van het reclamemodel onder Nederlandse deelnemers. Deze voorspelling bleek juist te zijn. In tegenstelling tot de vooraf geformuleerde verwachting was dit echter ook het geval bij de Surinaamse deelnemers. Verondersteld werd dat Surinaamse consumenten het minder zouden waarderen wanneer een reclamemodel oogcontact maakte in een advertentie, omdat het binnen de Surinaamse cultuur onbeleefd is om mensen recht in de ogen aan te kijken (Aarts & Van Woerkum, 2008). Binnen het huidige onderzoek kwam dit echter niet naar voren. De verklaring hiervoor is wellicht te vinden in het feit dat het binnen de studie ging om de beoordeling van advertenties. In dit soort situaties speelt de mate van oogcontact een minder belangrijke rol, omdat er geen werkelijke interactie plaatsvindt tussen twee personen. Uit eerder onderzoek waarbij deelnemers het oogcontact van echte gezichten en het oogcontact op foto s moesten beoordelen was al naar voren gekomen dat het oogcontact bij een echt gezicht intenser wordt verwerkt dan op foto s (Pönkänen et al., 2008). Het gevoel van persoonlijke betrokkenheid bij een waarnemer is namelijk groter bij een werkelijke presentatie van een gezicht, dan bij een foto of een geanimeerd gezicht (Hietanen, Leppänen, Peltola, Linna-aho, & Ruuhiala, 2008). Naast het effect van oogcontact is uit de resultaten van het onderzoek tot slot duidelijk geworden dat een open of gesloten armhouding geen significant effect heeft op de attitude ten aanzien van het reclamemodel. De verschillen tussen advertenties waarin het reclamemodel zijn armen voor het lichaam kruiste of met de handen in zijn zij stond waren minimaal. Dit kan wellicht verklaard worden door het feit dat de open armhouding binnen dit onderzoek een 25

28 negatieve indruk wekte (in plaats van een positieve indruk). Wanneer iemand namelijk met zijn handen in de zij staat, is dit een uiting van dominantie. Hiermee wordt onbewust een negatieve attitude richting andere personen gecommuniceerd (Mehrabian, 1968). In een eventueel vervolgonderzoek is het daarom van belang dat de verschillende armhoudingen onderzocht worden in een pretest. Op deze manier kan daadwerkelijk een open en gesloten armhouding worden geselecteerd en zijn er wellicht wel significante verschillen aan te tonen wat betreft het effect op de attitude ten aanzien van het reclamemodel. Beperkingen aan het onderzoek Voordat conclusies kunnen worden verbonden aan de gevonden resultaten, is het van belang een tweetal beperkingen aan het onderzoek in gedachten te houden. Allereerst moet rekening gehouden worden met het onderzoeksdesign van de studie; binnen het onderzoek zijn de deelnemers blootgesteld aan alle acht de advertenties (within-design). Het voordeel hiervan is dat de invloed van individuele verschillen tussen onderzoeksdeelnemers zijn uitgesloten, een groot nadeel is echter dat de deelnemers beïnvloed kunnen zijn door het zien van de verschillende advertenties. Of dit daadwerkelijk het geval is geweest, is niet duidelijk. Voor een eventuele vervolgstudie wordt echter aangeraden om de onderzoeksdeelnemers niet aan alle condities bloot te stellen. In de tweede plaats is het bij de interpretatie van de resultaten van belang te bedenken dat vanwege de relatief kleine steekproef, zowel onder Nederlanders (n = 26) als Surinamers (n = 25), op een zorgvuldige manier moet worden omgegaan met het maken van generalisaties. Het generaliseren van de onderzoeksresultaten is pas mogelijk indien de resultaten ook in andere (vervolg)studies naar voren komen. Door in een vervolgonderzoek rekening te houden met deze beperkingen kan de interne en externe validiteit van de studie verbeterd worden. 26

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197. Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden. www.tno.

TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197. Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden. www.tno. TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197 Het effect van media-aandacht voor het gebruik van mogelijk ondeugdelijke naalden in het voorjaar van 2015 op de bereidheid van moeders om hun dochter te laten vaccineren

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

5701082 S. van den Putte

5701082 S. van den Putte Natascha Overbeek Voorstel 5701082 S. van den Putte 21-04-2011 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Theoretisch kader 6 2.1 Communicatiestrategieën 6 2.2 Koopintentie 8 3. Methode 12 3.1 Respondenten 12 3.2

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

1 Conclusie en discussie 1

1 Conclusie en discussie 1 1 Conclusie en discussie 1 De gevolgtrekkingen uit de resultaten en een revisie op het onderzoek In dit hoofdstuk staan de conclusies en discussie centraal. Allereerst komt een korte terugblik aan bod,

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems

TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems RapportEvaluatie Online Mediation in Echtscheidingszaken Aanleidingvoorhetonderzoek In 2008 heeft Juripax in opdracht

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

D U TC H S U M M A RY Samenvatting In zowel westerse als diverse niet-westerse samenlevingen wordt veel waarde gehecht aan schoolprestaties. Ouders en docenten stimuleren kinderen al op jonge leeftijd

Nadere informatie

De interactie tussen specifieke en non-specifieke factoren

De interactie tussen specifieke en non-specifieke factoren De interactie tussen specifieke en non-specifieke factoren R E S U L T A T E N V A N E E N P O S T H O C S T U D I E Specialisme leider PsyQ Depressie PG IPT Specifieke factor op te vatten als theoretically

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Stichting toetsing verzekeraars Datum: 8 februari 2016 Projectnummer: 2015522 Auteur: Marit Koelman Inhoud 1 Achtergrond onderzoek 3 2

Nadere informatie

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland Willem Huijnk Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlagen hoofdstuk 2... 2 Bijlagen hoofdstuk 3... 3 Bijlagen hoofdstuk 4...

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in dutch)

Samenvatting. (Summary in dutch) Samenvatting (Summary in dutch) 74 Samenvatting Soms kom je van die stelletjes tegen die alleen nog maar oog hebben voor elkaar. Ze bestellen hetzelfde ijsje, maken elkaars zinnen af en spiegelen elkaar

Nadere informatie

WAKKER DIER: (ON)WETENDHEID OVER JONG DIER OP BORD

WAKKER DIER: (ON)WETENDHEID OVER JONG DIER OP BORD WAKKER DIER: (ON)WETENDHEID OVER JONG DIER OP BORD De perceptie van jonge dieren volgens de Nederlandse consument Judith de Roij van Zuijdewijn Karin Ursem 31369 Intomart GfK 2012 Wakker Dier Jonge dieren

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

Situatie 1 Denkt u dat er een communicatie probleem bestaat? Dan voer ik analyses binnen de dimensie communicatie.

Situatie 1 Denkt u dat er een communicatie probleem bestaat? Dan voer ik analyses binnen de dimensie communicatie. Voorbeeld Verzuimonderzoeksrapport (beknopt) Indeling 1. Theoretische achtergrond 2. Werkwijze 3. Analyses 4. Conclusies en aanbevelingen 1. De theoretische achtergrond wordt specifiek voor uw organisatie

Nadere informatie

Ontstaan, werking, voortbestaan en verandering van stereotypen

Ontstaan, werking, voortbestaan en verandering van stereotypen Ontstaan, werking, voortbestaan en verandering van stereotypen Introductie op Module 2 Training Selecteren zonder Vooroordelen Voor de beste match! Dit opleidingsaanbod is tot stand gekomen met financiële

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij Nederlandse Landbouw en Visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk BEGRIP VAN BEWIJS Herman Schalk Vragenlijst Toelichting bij de vragenlijst p. 3 Vragen bij de elementen van begrip van bewijs p. 4 vrije Universiteit amsterdam

Nadere informatie

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh [2012] Online hotel reviews Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh Online hotel reviews Onderzoek naar positieve en negatieve online reviews over

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers

De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers September 2017 De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers INLEIDING Een advertentie is effectiever wanneer de leeftijd van het model in de advertentie overeenkomt met de gevoelsleeftijd

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Jeugdgezondheidszorg

Werkinstructies voor de CQI Jeugdgezondheidszorg Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI JGZ bedoeld? De CQI Jeugdgezondheidzorg (CQI JGZ) is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond de jeugdgezondheidzorg te meten vanuit het perspectief

Nadere informatie

Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond?

Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond? Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond? Donderdag 13 maart 2014 Martijn Kilsdonk MScHA Manager behandeling & begeleiding en Planetree coördinator Disclosure belangen

Nadere informatie

Proeftuinplan: Meten is weten!

Proeftuinplan: Meten is weten! Proeftuinplan: Meten is weten! Toetsen: hoog, laag, vooraf, achteraf? Werkt het nu wel? Middels een wetenschappelijk onderzoek willen we onderzoeken wat de effecten zijn van het verhogen cq. verlagen van

Nadere informatie

73 SAMENVATTING In dit proefschrift wordt een empirische toetsing van de machtafstandstheorie (Mulder, 1972, 1977) beschreven. In grote lijnen stelt deze theorie dat mensen macht prettig vinden, en dat

Nadere informatie

Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt

Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt 1 Aanpak analyse van de loterijmarkt 1. In het kader van de voorgenomen fusie tussen SENS (o.a. Staatsloterij en Miljoenenspel) en SNS

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL?

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN FACEBOOK OP DE RELATIE TUSSEN MERK EN MENS ENGAGEMENT OP FACEBOOK, HEEFT DAT NOU ZIN? Engagement. Als er één term is die

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Omgaan met Informatie over Complexe Onderwerpen: De Rol van Bronpercepties In het dagelijkse leven hebben mensen een enorme hoeveelheid informatie tot hun beschikking (bijv. via het

Nadere informatie

Jongeren & hun financiële verwachtingen

Jongeren & hun financiële verwachtingen Nibud, februari Jongeren & hun financiële verwachtingen Anna van der Schors Daisy van der Burg Nibud in samenwerking met het 1V Jongerenpanel van EenVandaag Inhoudsopgave 1 Onderzoeksopzet Het Nibud doet

Nadere informatie

Alleen-Pinnen-Monitor

Alleen-Pinnen-Monitor 1 Alleen-Pinnen-Monitor Perceptie van alleen-pinnen kassa s 2 e meting Erwin Boom & Markus Leineweber, 11 september 2012 Uitgevoerd in opdracht van de Betaalvereniging Nederland en Stichting BEB Vertrouwelijk

Nadere informatie

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Een onderzoek naar het effect van claims op de consument Student: Floortje van Helden Studentnummer: 10444491 Docent: Charlotte Blom, werkgroep 2 Universiteit

Nadere informatie

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk Inhoud Zijn je ouders nog bij elkaar? 3 Genschap van goederen: Stel je zou gaan trouwen, waarvoor zou je dan kiezen? 7 Ik zou later willen trouwen 4 Partneralimentatie: Waar gaat je voorkeur naar uit?

Nadere informatie

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren

Nadere informatie

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd Samenvatting Het onderzoek dat in dit proefschrift wordt gepresenteerd is een verkenning van de samenhang tussen de motivatie, gerepresenteerd door persoonlijke doelen, en de kwaliteit van het samenwerkend

Nadere informatie

Eerst zien dan geloven!

Eerst zien dan geloven! Eerst zien dan geloven! Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Sophie de Jong (10416293)

Nadere informatie

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013 FNV Vakantiewerk onderzoek 2013 Datum: 31 Mei 2013 Opdrachtgever: FNV Jong Onderzoeksbureau: YoungVotes TM (DVJ Insights) Contactpersoon FNV Jong: Esther de Jong, Kim Cornelissen Contactpersoon YoungVotes:

Nadere informatie

Nieuwe Kledinglijn. Online onderzoek. Scouting rapport p november Auteur: Aeron Vos

Nieuwe Kledinglijn. Online onderzoek. Scouting rapport p november Auteur: Aeron Vos Nieuwe Kledinglijn Online onderzoek Scouting rapport p16308 3 november 2008 Auteur: Aeron Vos Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding 1 Achtergrond 1 Doelstelling 1 Methode van onderzoek 1 Steekproef 1 Rapportage

Nadere informatie

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving Effecten van embedded advertising en de bijbehorende regelgeving dr. Eva van Reijmersdal (dr.) Sophie Boerman Universiteit van Amsterdam Vandaag Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen 1. Likeability

Nadere informatie

Rapportage Cliëntraadpleging. Novadic-Kentron

Rapportage Cliëntraadpleging. Novadic-Kentron Rapportage Cliëntraadpleging Novadic-Kentron April 2018 Inhoudsopgave Samenvatting, conclusies en aanbevelingen... 3 1 Inleiding... 4 2 Werkwijze... 5 2.1 Opzet... 5 2.2 Coördinatie en uitvoering... 5

Nadere informatie

De ideale buurtsamenstelling. Samenvatting onderzoeksrapport mei 2016

De ideale buurtsamenstelling. Samenvatting onderzoeksrapport mei 2016 De ideale buurtsamenstelling Samenvatting onderzoeksrapport mei 2016 Deze publicatie is uitgegeven door BPD, afdeling Marktonderzoek. Contactpersoon: Bob Guldemond, Marktonderzoeker, tel. 088-712 2110,

Nadere informatie

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en de ziekenhuiszorg? Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant Best Peter Assistant TH-PI Performance Indicator Dit rapport werd gegenereerd op 11-11-2015 door White Alan van Brainwave Ltd.. De onderliggende data dateren van 10-03-2015. OVER DE PERFORMANCE INDICATOR

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

Resultaten Gezondheidszorg

Resultaten Gezondheidszorg Resultaten Gezondheidszorg Conclusies Onbekendheid social media in de gezondheidszorg is groot; treffend is een quote van een zorggebruiker die stelt dat als je als patiënt nog niet of nauwelijks met een

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Reacties van Marokkanen en Turken op scenario s met verschillende adaptatievormen 17

Hoofdstuk 5 Reacties van Marokkanen en Turken op scenario s met verschillende adaptatievormen 17 Hoofdstuk 5 Reacties van Marokkanen en Turken op scenario s met verschillende adaptatievormen 17 Ömer is van Turkse afkomst en woont nu een jaar of tien in Nederland. Toen hij hier kwam vroeg hij zich

Nadere informatie

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Respondent: Jill Voorbeeld Email: voorbeeld@testingtalents.nl Geslacht: vrouw Leeftijd: 39 Opleidingsniveau: wo Vergelijkingsgroep: Normgroep marketing

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Het toepassen van theorieën: een stappenplan

Het toepassen van theorieën: een stappenplan Het toepassen van theorieën: een stappenplan Samenvatting Om maximaal effectief te zijn, moet de aanpak van sociale en maatschappelijke problemen idealiter gebaseerd zijn op gedegen theorie en onderzoek

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Samenvatting: Summary in Dutch

Samenvatting: Summary in Dutch Samenvatting: Summary in Dutch Hoofdstuk 1: Kindermishandeling en Psychopathologie in een Multi-Culturele Context: Algemene Inleiding Dit proefschrift opent met een korte geschiedenis van de opkomst van

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Naasten op de IC bedoeld? De CQI Naasten op de IC is bedoeld is bedoeld om de kwaliteit van de begeleiding en opvang van

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Jaarrapport integratie 27 Jaco Dagevos en Mérove Gijsberts Sociaal en Cultureel Planbureau, november 27 Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Mérove Gijsberts en Miranda Vervoort B11.1 Aandeel

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

STABLE LOVE, STABLE LIFE?

STABLE LOVE, STABLE LIFE? STABLE LOVE, STABLE LIFE? De rol van sociale steun en acceptatie in de relatie van paren die leven met de ziekte van Ménière Oktober 2011 Auteur: Drs. Marise Kaper Master Sociale Psychologie, Rijksuniversiteit

Nadere informatie

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 De betekenis van integratie en assimilatie voor sociale vergelijking en welbevinden bij Marokkanen en Turken in Nederland 6 7

Hoofdstuk 3 De betekenis van integratie en assimilatie voor sociale vergelijking en welbevinden bij Marokkanen en Turken in Nederland 6 7 Hoofdstuk 3 De betekenis van integratie en assimilatie voor sociale vergelijking en welbevinden bij Marokkanen en Turken in Nederland 6 7 "Ik heb het gevoel dat het uitstekend samengaat, die twee culturen

Nadere informatie

Burgerpeiling communicatie 2014

Burgerpeiling communicatie 2014 Burgerpeiling communicatie 2014 Datum: 22 oktober 2014 Versie 2.0 Uitgevoerd door: Auteurs: Opdrachtgever: Newcom Research & Consultancy B.V. drs. S. Buitinga & drs. K. Meeusen Gemeente Midden-Delfland

Nadere informatie

Korte uitleg van twee veelvoorkomende statistische toetsen Veel wetenschappelijke hypothesen kunnen statistisch worden getoetst. Aan de hand van een

Korte uitleg van twee veelvoorkomende statistische toetsen Veel wetenschappelijke hypothesen kunnen statistisch worden getoetst. Aan de hand van een Korte uitleg van twee veelvoorkomende statistische toetsen Veel wetenschappelijke hypothesen kunnen statistisch worden getoetst. Aan de hand van een statistische toets beslis je of een hypothese waar is.

Nadere informatie

LANDSCHAPSBELEVING. Onderzoek naar landschapsbeleving onder studenten. Lars brouwer (13376) Luka Vogel (13411) Theo van den Broek (13659)

LANDSCHAPSBELEVING. Onderzoek naar landschapsbeleving onder studenten. Lars brouwer (13376) Luka Vogel (13411) Theo van den Broek (13659) LANDSCHAPSBELEVING Lars brouwer (13376) Luka Vogel (13411) Theo van den Broek (13659) Milieukunde voltijd Onderzoek naar landschapsbeleving onder studenten Onderzoek landschapsbeleving Onderzoek naar landschapsbeleving

Nadere informatie

Hebben we nog wel vragenlijsten nodig?

Hebben we nog wel vragenlijsten nodig? Mwg: van fictie naar feiten? Lucas Hulsebos November 2015 Hebben we nog wel vragenlijsten nodig? 2 Zekeralsmensenietsandersdoendanzezeggen De vergelijking tussen wat mensen zeiden en wat ze daadwerkelijk

Nadere informatie

Werkt confrontatie met eigen vooroordelen tegen discriminatie op de arbeidsmarkt?

Werkt confrontatie met eigen vooroordelen tegen discriminatie op de arbeidsmarkt? Werkt confrontatie met eigen vooroordelen tegen discriminatie op de arbeidsmarkt? Februari 2016 SEPTEMBER 2016 ONDERZOEK NAAR DE PLAUSIBILITEIT VAN TRAININGEN GERICHT OP BEWUSTWORDING VAN VOOROORDELEN

Nadere informatie

Seksuele gezondheid van holebi s

Seksuele gezondheid van holebi s Factsheet 2007-1 Seksuele gezondheid van holebi s Seksuele gezondheid in Nederland De Rutgers Nisso Groep heeft in 2006 een grootschalige bevolkingsstudie uitgevoerd naar seksuele gezondheid in Nederland

Nadere informatie

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam PT Positiviteitstest HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage PT Inleiding 2 / 8 INLEIDING De Positiviteitstest is een vragenlijst die op basis van zelfrapportage in kaart brengt in hoeverre

Nadere informatie

30 mei 2016. Onderzoek: Racisme in Nederland?

30 mei 2016. Onderzoek: Racisme in Nederland? 30 mei 2016 Onderzoek: Racisme in Nederland? Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek.

Nadere informatie

Hoog opgeleide personen in de Nederlandse Antillen (2)

Hoog opgeleide personen in de Nederlandse Antillen (2) Hoog opgeleide personen in de Nederlandse Antillen (2) Mike Jacobs Het aantal hoog opgeleide personen in Bonaire en Curaçao is tussen 1992 en 2001 flink toegenomen. In Bonaire vond er bijna een verdubbeling

Nadere informatie

De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport

De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport Samenvatting Onderzoeksvraag en methodebeschrijving Uit de situatieanalyses is naar voren gekomen dat er een verandering plaats vindt in het leefgedrag

Nadere informatie

Zijn advertorials de oplossing?

Zijn advertorials de oplossing? 2014 Zijn advertorials de oplossing? Master s Thesis Graduate School of Communication Master s programme Communication Science Persuasive Communication Effecten van advertorials en tijdschriftadvertenties

Nadere informatie

Meer Merkbeleving door Merkextensies Een onderzoek naar de invloed van merkextensies op de merkbeleving van de consument

Meer Merkbeleving door Merkextensies Een onderzoek naar de invloed van merkextensies op de merkbeleving van de consument Meer Merkbeleving door Merkextensies Een onderzoek naar de invloed van merkextensies op de merkbeleving van de consument - Marieke van Westerlaak 2007 - 1. Inleiding Libelle Idee, Libelle Balans, Libelle

Nadere informatie