KDR&ZV Botenplan. de aansprekende vloot

Transcriptie

1 KDR&ZV Botenplan de aansprekende vloot Botenplan Update 2012 Versie 1.20 Status: C(oncept) Materiaalcommissie Sander van der Matten/ Leo Uittenbogaard / Tom Siegenthaler Januari 2012 Bldz. 1 van 42

2 Inhoudsopgave 1 Samenvatting Vooraf Inleiding Update Visie en Uitgangspunten Vlootsamenstelling en Botengebruik Situatie Vloot begin Boten van derden Opbouw ledenbestand Botenbestand en Bootgebruik 11 7 Beleid Trends Conclusies & Aanbevelingen Uitgangspunten Materiaalbeleid Boten Riemen Ergometers De wensvloot 14 8 Faseplan Faseplan Wherries Overzicht wherryvloot Single-wherries Dubbel-wherries De rol van onze Wherries Bepaling Wensvloot voor Wherries Fasering C-Materiaal Overzicht Instructievloot C-vieren Zeevier C-tweeën (C2x, C2x+,C3x, C2+) Fasering per C-type Fasering Glad Materiaal Gladde skiffs Gladde tweeën Gladde vieren Achten Bldz. 2 van 42

3 8.4 Fasering Jeugd Matariaal Overzicht Zware roeiers 30 9 Financieël kader Financieringsstrategie KDR&ZV Investeringsplan Investeringsplanning Investeringsvoorstel 2012 (concept) Appendix De Historische Vloot Afvaartenanalyse Gerealiseerd in voorgaande jaren Botenbestand Januari Kosten Wensvloot Overzicht Bootstype, Aanschaf en Levensduur 42 Versiebeheer Status (*) Versie Datum Veranderd door: Opmerking C Tom Siegenthaler Opzet struktuur, Faseplan 7a van Leo geïntegreerd, afvaartenanalyse opgenomen C Martijn van der Matten, Leo, Marjorie Hattink +Inzichten over visie, wherries, skiffs, vierenplan, roeiersgewicht, kosten wensvloot, structuur aangepast D Tom Siegenthaler, Leo Uitenboogaard Aangevuld met Investeringsplanning (lange termijn) en Investeringsvoorstel 2011/2012 D Roeicievergadering, Bert, Tom Correcties uit Roeicie-verg. verwerkt; in RC Botenplan aangenomen, +Samenvatting D Tom Samenvatting aangepast; gepubliceerd in pikhaak en op website R Tom Besproken en geaccordeerd in afd. vergadering van ; wensvlot met C4x- /C3x uitgebreid, verwijzing naar St.GrD verwijderd; prijs wensvloot gecorrigeerd C Tom Eerste opzet update 2012; afvaartenanalyse 2011 ingevoerd; div. correcties (*) C: concept, D: discussie, R: geaccordeerd door Roeivergadering Bldz. 3 van 42

4 1 Samenvatting Het Botenplan geeft onder het motto Een aansprekende vloot invulling aan de doelstelling dat iedereen op zijn eigen niveau goed en met plezier moet kunnen roeien. Met het vergroten van het roeiplezier voor leden door een aansprekende vloot van hoge kwaliteit, die sportieve ambities mogelijk maakt, en een grote bootvariatie is de verwachting dat onze leden langer lid blijven en de Dordtse (nog) aantrekkelijker wordt voor nieuwe leden. Waar roeien onze leden in? Onze vloot van 71 boten bestaat uit een mix van Wherries, C-Materiaal, Glad Materiaal t.b.v. Wedstrijd- en recreatief roeien en Jeugdmateriaal; daarnaast is er een historische vloot van 19 boten, die overigens verder hier buiten beschouwing is gebleven. Het bootgebruik per categorie van de ca. 500 leden laat over 2011 het volgende beeld zien: Vergeleken met 2010 wordt er relatief iets vaker (+3%) in C-materiaal en iets minder (- 4%) in Wherries geroeid. Conclusie: geen grote verschuivingen. Het proces Per categorie is uit gesprekken met de diverse doelgroepen het beeld van de aansprekende vloot verder uitgekristalliseerd en de wensvloot per categorie gedefinieerd, rekening houdend met de KNRB-norm voor #leden/roeiplaats en afvaarten. Op basis van de technische levensduur, aantallen boten per type en prijs is op basis van een rekenmodel een bij het financiële kader passende fasering bepaald voor de toekomst. De afgelopen jaren zijn de volgende trends waarneembaar: Een toenemend aantal (C-)roeiers maakt gebruik van glad materiaal Marathon-roeien wordt populairder, waardoor piek-momenten ontstaan Het aantal deelnames aan KNRB-wedstrijden vertoont een licht dalende trend Conclusie De vloot weerspiegelt een evenwichtig beeld: voor alle categorieën zijn volgens de norm en gevoelsmatig doorgaans voldoende boten beschikbaar, ook op spitstijden. In alle categorieën is veel variatie in bootstypen, waarin lekker geroeid kan worden, en ook competitief. Het botenbeleid richt zich dan ook op het in stand houden van de wensvloot door tijdige vervanging van niet-adequaat roeimateriaal, en regelmatig preventief en correctief onderhoud. Uitgangspunten voor de wensvloot Vervangingsbeleid: Gericht op regelmatige vervanging van de boten in de wensvloot, rekening houdend met staat van de boot, levensduur en populariteit; bij de fasering komen naast een verantwoorde spreiding de categorieën evenredig aan bod Jeugd- en Instructiebeleid: Gericht op opvangen van piekmomenten, hanteerbaarheid en Bldz. 4 van 42

5 coachbaarheid Materiaalbeleid: gericht op uniformiteit t.b.v onderhoudbaarheid De Wensvloot Financieel Het in stand houden, dat wil zeggen boten regelmatig cyclisch vervangen op basis van technische levensduur betekent een jaarlijkse investering inclusief riemen van ca. 29.5K voor deze wensvloot. Door boten langer aan te houden en door gebruik te maken van de historische vloot en de wherries van de SGD&O kunnen de investeringen gespreid en dus de kosten per jaar verlaagd worden. De vereniging heeft als beleid dat 60% van de positieve Cash-Flow bestemd is voor reservering en/of nieuwe aanschaf. De positieve Cash-Flow bestaat uit de som van de (economische) afschrijvingen en het exploitatieresultaat van het voorafgaande jaar (kan positief of negatief zijn), minus de aflossingen op de leningen. Volgens de fasering zijn de volgende investeringen in de toekomst wenselijk: 2012: C1, Skiff Glad A-keus 2013: Jeugdvier scull (lichte vier), C4x+, Jeugdskiff, 2014: Dubbel Wherry, Gladde Twee scull 2015: Single wherry, Skiff Glad B-keus, 2 Ergometers 2016: C1, C-drie Scull/C2x+, Jeugdskiff Investeringsvoorstel 2012 In 2011 is conform Botenplan 1.05 een nieuwe wherry aangeschaft incl. riemen en een nieuwe ergometer 1. <nog aanvullen> 1 Besluit buitengewone Afdelingsvergadering mei 2011 Bldz. 5 van 42

6 2 Vooraf Het is met een botenplan net zoals met voetballen: iedereen heeft er verstand van en een mening over. Bij veel verenigingen leidt het botenplan dan ook vaak tot verhitte discussies tussen betrokken roeileden. Een botenplan is daarom gebaat bij een goede kwantitatieve en kwalitatieve onderbouwing, ter ondersteuning van de besluitvorming in de hiervoor bestemde afdelingsvergaderingen. Daarnaast is het ook handig kennis, inzichten en ervaringen van Materiaalcommissarissen, Bootsmannen en roeiers vast te leggen. Het botenplan is daarom een living document, bestaande uit een aantal samenhangende documenten: Een (dit) document, waarin overwegingen die hebben geleid tot de huidige vloot en de redeneringen achter toekomstige aanschaffingen staan: het beleid, gefaseerd uit te voeren in de toekomst. Leidend tot een overzicht van welke investeringen in welk jaar verwacht worden voor welke boten. Aangevuld met het Botenbestand in Excel, met: o o o o Botenoverzicht incl. materiaalgegevens Kwantitatieve gegevens en analyses met betrekking tot ledencategorieën, boten en roeiplaatsen per categorie in relatie tot afvaarten per jaar Wensvloot, incl. Roeiplaatsen/leden, kosten en levensduur Automatische fasering van de Wensvloot incl. kosten per bootstype uitgezet in de tijd (rekenmodel) De Afvaartenanalyse waarin op basis van de afvaarten in het voorafgaande jaar berekend is welke leden overwegend in welke categorieën roeien. Investeringsplan, waarin jaarlijks de voorgestelde investering in boten, riemen, etc. wordt gespecificeerd, zodat hierover besloten kan worden en bij een positief besluit tot aanschaf kan worden overgegaan Beleidsplan Historische Vloot; dit is in 2011 uitgewerkt en aangenomen 3 Inleiding Hoewel in het verleden een boten- annex fasenplan gehanteerd is bij de botenaanschaf is gaandeweg de behoefte aan een completer botenplan ge(g)roeid. In 2009 is de Visie op het Roeien binnen de KDR&ZV gedefinieerd en tot stand gekomen. De Ad-hoc commissie Botenplan heeft in 2010 haar visie in diverse Pikhaak-publicaties verwoord. Aansluitend hierop is met diverse bloedgroepen c.q. vertegenwoordigers van de genoemde categorieën intensief overleg geweest over de visie, het plan en de invulling, teneinde het benodigde draagvlak te creëren. Het plan is daarmee ook een compilatie van diverse inzichten en ideeën uit heden en verleden geworden, aangevuld met kwantitatieve gegevens. In dit document wordt de huidige vloot en de opbouw van het ledenbestand verdeeld naar Wherry-, C, Glad materiaal en Jeugd categorieën geanalyseerd. Vanuit de visie op het Roeien binnen de KDR&ZV is de visie op vloot en leden gedefinieerd, onder het mission-statement De aansprekende vloot. Hierin wordt het beleid voor de diverse categorieën en de wensvloot beschreven. Bldz. 6 van 42

7 Met deze inzichten is de fasering voor de toekomst bepaald, concreet vertaald naar botenmutaties en financiële consequenties. De overall samenhang is dus: - uitwerking missie en visie - beschrijving huidige situatie en botengebruik - beschrijving beleid en daaruit voortvloeiend de wensvloot - beschrijving financiële situatie, -beleid en -verwachting - het investeringsplan als logische conclusie als je bovenstaande punten naast elkaar legt. 4 Update 2012 In de Update 2012 van het Botenplan zijn de afvaartencijfers van 2011 opgenomen, is het model verbeterd en zijn de gegevens geanalyseerd. Bovendien is het botenbestand geactualiseerd en is de berekening van de kosten van de wensvloot herzien. Bldz. 7 van 42

8 5 Visie en Uitgangspunten Missie: het creëren en in stand houden van een aansprekende vloot, met als doel: Vergroten roeiplezier voor leden door te kiezen voor kwaliteit, bootvariatie en in te spelen op de behoeften van de leden verwachting: leden blijven langer lid Vergroten aantrekkelijkheid van de Dordtsche voor nieuwe leden Deze missie ondersteunt daarmee de visie op het roeien binnen de KDR&ZV 2 en onze in de statuten 3 vastgelegde doelstelling om het roeien c.q. de watersport in de meest brede zin te bevorderen. Wat betekent een aansprekende vloot? Voldoende bootvariatie voor de diverse categorieën o Wherry-categorie 4 : Single en dubbel wherries geschikt voor stoere tochten op de rivier en marathons Makkelijk roeiende wherries voor instructie en recreatie. o C-Categorie Variatie ten behoeve van een grote flexibiliteit (C2x+, C3x, C3x+/C4x-, C4x, C5x-) om verschillende roeigroepen op te vangen, instructie te geven en de overstap voor wherryroeiers te vergemakkelijken Gemakkelijk roeiende skiffs voor solisten Mogelijkheid tot deelname aan Marathons en roeien op Zee o Glad Materiaal Competitieve boten t.b.v. wedstrijdroeiers/sters Alle gangbare boord- en scull types Rekening houdend met gewichtsklassen en dames/heren van de leden Ook geschikt voor gebruik door C-categorie roeiers met een hang naar glad materiaal en vervolginstructie o Jeugd materiaal Makkelijk hanteerbaar, voldoende uitdagend Voldoende boten voor piekbelasting tijdens instructie Kwalitatief hoogstaand roeimateriaal ( we kiezen voor kwaliteit ) o Criterium: het bootmateriaal moet ook sportieve ambities mogelijk maken o Het materiaal mag ouder, maar niet versleten zijn 2 De hoofddoelstelling van de roei is geen andere dan dat iedereen op zijn eigen niveau goed en met plezier moet kunnen roeien in gezamenlijk verband 3 Art. 2 zegt o.m. : ad b)het bekwamen van de leden in het roeien, zeilen, besturen en behandelen van vaartuigen en ad c) Het organiseren van wedstrijden en tochten en het deelnemen aan wedstrijden en andere watersportevenementen. 4 De historische vloot bestaat overigens grotendeels uit wherries; zie Appendix 10.1 De Historische Vloot Bldz. 8 van 42

9 Bovengenoemde uitgangspunten zijn leidend bij het in stand en up-to-date houden van de vloot (faseringsplan voor investeringen). Voor de historische vloot wordt separaat een beheersplan gemaakt, waarbij naast de organisatie, energie en kosten voor het in stand houden ook de noodzaak en de mogelijkheden tot inzet nader worden bekeken. Een eerste aanzet is te vinden in de Appendix: 10.1 De Historische Vloot 6 Vlootsamenstelling en Botengebruik In dit hoofdstuk wordt de huidige samenstelling van vloot en leden in kaart gebracht, en vergeleken met het aantal afvaarten. Dankzij de afvaartenanalyse weten we hoeveel roeiers en boten per categorie zijn; dit wordt gerelateerd aan Roeiplaatsen/leden, zodat we weten waar eventuele hiaten zitten. 6.1 Situatie Vloot begin 2011 De vloot bestaat uit een mix van Wherries, C-Materiaal, Glad Materiaal (t.b.v. Wedstrijd- en recreatief roeien) en Jeugdmateriaal; daarnaast is er een historische vloot en een Zee-vier: zie 10.4 Botenbestand Januari 2012 De vloot wordt onderhouden door een bootsman, de Materiaalcommissie en vrijwilligers zoals de zg. MaandagOchtendPloeg (MOP) en bevindt zich in goede roei-staat. De gemiddelde leeftijd van de vloot excl. Historisch materiaal bedraagt 17 jaar. Er zijn 5 boten in de categorie Glad (o.a. D4X Dordtsche Kil, 2- Bldz. 9 van 42

10 En Avant), één Wherry (L.C.Uittenbogaard) en één C-boot (Lyra) ouder dan 30 jaar. De indeling in categorieën sluit aan bij de in Nederland gehanteerde methodiek (Ned. Roeibond); het is ook logisch om deze mee te nemen in de vloot als instructie, licht, omdat Jeugd vaak in lichte en middengewicht glad materiaal roeit, en lichte volwassenen in jeugdboten. In het botenbestand (zie Appendix 10.4 Botenbestand Januari 2012) is waar zinvol per boot de gewichtsklasse opgegeven. 6.2 Boten van derden In de roeiloods bevinden zich ook nog boten van derden: Stichting Gehandicaptenroeien Dordrecht & Omstreken (SGD&O): 7 boten (5 dubbelwherries, C2x, Catamaranskiff 5 ); in overleg beschikbaar voor leden, bijvoorbeeld op Wherry-piekmomenten Stichting Willem Reus: 3 boten (ter beschikking van leden; de boten en afvaarten zijn meegenomen in de beschouwingen) Rotary Sliedrecht (5 boten, waarvan 3 regelmatig door leden worden gebruikt en dus zijn meegenomen in de beschouwingen/overzichten) Privé-boten (7 boten, vnl. skiffs; deze zijn niet meegenomen, maar hebben wel een positieve invloed op de belasting van onze wensvloot) 6.3 Opbouw ledenbestand De vereniging telt ongeveer 425 roeileden, waarvan de helft jonger dan 55 jaar. Positief is dat we een relatief grote vereniging zijn die aantrekkelijk is voor ouderen. Het werven van roeiers jonger dan 40 jaar is matig (citaat: Ad Hoc commissie). 5 dubbel wherry Trude-Jan Pasman-Jan Derks-Noord-Reiger(speciaal met rolrigger), 2X Joy en catamaranskiff Stad Rotterdam. De Jan Derks is door de Roeivalidatie in Rotterdam in bruikleen gegeven aan de SGD&O Bldz. 10 van 42

11 6.4 Botenbestand en Bootgebruik Ten behoeve van het aanschaf beleid is het handig te weten welke leden overwegend in welke categorieën roeien. Het rekenmodel, losgelaten op de gegevens uit 2011 van de afvaartendatabase, levert het volgende overzicht: In de afvaartendatabase staan niet alle afvaarten, o.a. omdat het systeem weleens buiten gebruik is, de wedstrijdevenementen, toer- en marathon-tochten e.d. niet opgenomen zijn, etc.; er zijn dus meer roeimomenten dan hier aangegeven. De verwachting is evenwel dat desondanks de percentages een realistisch beeld geven van het aantal leden per categorie. Conclusie: Hieruit blijkt dat het aantal Roeiplaatsen voor alle categorieën, behalve wherries binnen de KNRB-norm valt. Als Roeiplaatsen van de historische vloot ook meegeteld worden valt ook de wherry-categorie met 2,1 leden per Roeiplaats binnen de norm. Bldz. 11 van 42

12 7 Beleid In dit hoofdstuk worden de belangrijkste trends en uitgangspunten voor het beleid vertaald naar de wensvloot: de vloot die regelmatig en cyclisch vervangen wordt op basis van o.a. technische levensduur: deze vloot bepaalt de toekomstige investeringen. 7.1 Trends De afgelopen jaren zijn de volgende trends waarneembaar: Een toenemend aantal (C-)roeiers maakt ook gebruik van glad materiaal; er zijn ook nog maar weinig boten die uitsluitend door wedstrijdroeiers gebruikt worden De leeftijdsopbouw verschuift meer naar 50+, maar niet aantoonbaar meer dan verwacht mag worden op basis van de etnologische ontwikkelingen in de Randstad (vergrijzing) Er wordt deelgenomen aan een respectabel aantal wherry-tochten; ook het marathon-roeien wordt populairder, waardoor ook piek-momenten ontstaan Het aantal deelnames aan KNRB-wedstrijden vertoont een licht dalende trend; dit is jammer want van aansprekende wedstrijdprestaties gaat een zuigende werking uit. Wedstrijdroeiers stellen immers hoge eisen aan materiaal en kennis en houden hiermee de vereniging scherp. En daar wordt de vereniging als geheel beter van, aldus de visie. 7.2 Conclusies & Aanbevelingen De vloot weerspiegelt een evenwichtig beeld: voor alle categorieën zijn volgens de norm en gevoelsmatig (want weinig frustraties) doorgaans voldoende boten beschikbaar, ook op spitstijden. In alle categorieën is veel variatie in bootstypen, waarin lekker geroeid kan worden, en ook competitief. Het botenbeleid richt zich dan ook op: Het in stand houden van deze aansprekende vloot; met regelmatige impulsen voor het wedstrijdroeien, die de rest van de vereniging ten goede kan komen Tijdige vervanging van niet-adequaat roeimateriaal Regelmatig, preventief en correctief onderhoud Instandhouding van de historische vloot; waardoor in spitstijden geen frustraties behoeven te ontstaan door inzet van deze vloot als fall-back 7.3 Uitgangspunten Vervangingsbeleid Gericht op regelmatige vervanging van de boten in de wensvloot, rekening houdend met staat van de boot, levensduur en populariteit Bij de Fasering komen naast een verantwoorde spreiding de categorieën evenredig aan bod Bldz. 12 van 42

13 Jeugd- en Instructiebeleid Gericht op opvangen van piekmomenten, hanteerbaarheid en coachbaarheid Beleid t.a.v. Wedstrijdroeien Behalve voor skiffs en tweeën worden geen boten exclusief toebedeeld; leidend is de roeivaardigheid. 7.4 Materiaalbeleid Boten Uniformiteit wordt nagestreefd waar zinvol, t.b.v. onderhoudbaarheid en uitwisselbaarheid Leeftijd is niet alleen bepalend voor het vervangen; zo is bv de Lyra (42 jaar) na de revisiebeurt nog steeds een zeer gewilde boot, want makkelijk roeiend en snel. Een boot kan ook langere tijd weinig gebruikt worden en slijt daardoor minder snel. Merkenbeleid Wedstrijdmateriaal Voorkeur: Hudson, Filippi, Swift (jeugd/instructie) C-materiaal Voorkeur: Wiersma Wherries Voorkeur: Wiersma Schoenen In de gladde boten zitten meestal roeischoenen. De schoenmaten zijn vaak een probleem. We schaffen voor boten waar dat wenselijk is extra schoenen aan van verschillende maten. De bedoeling is dat voor het roeien de schoenen makkelijk gewisseld kunnen worden Riemen Om zo veel mogelijk te standaardiseren kiezen we voor het gladde materiaal voor Concept2-riemen en voor de recreatievloot kiezen we voor Croker-riemen met houten handsvaten 6. 6 Ook houten riemen worden nog wel toegepast; in een aantal gevallen roeit men er makkelijker mee. Bldz. 13 van 42

14 In Appendix 10.5 Kosten Wensvloot is per bootstype aangegeven welke riemen in principe bij welk bootstype behoren Ergometers <Nog aanvullen met beleid tav Dynamic Ergometer> Een moderne vereniging heeft een aantal ergometers staan. Nodig voor het wedstrijdroeien en om de leden de gelegenheid te geven snel en efficiënt aan de conditie te werken. Trend: in toenemende mate worden ergometers ook door ouderen gebruikt, o.a. om conditie op te bouwen voor het marathonroeien. De ruimte in het gebouw met de Roeibak is voldoende voor max. 7 ergometers. Het is wenselijk om steeds twee ergometers tegelijkertijd aan te schaffen. Om competitie mogelijk te maken zoals met de ergometerclubkampioenschappen is het nodig identieke apparaten te hebben. Een bijkomend voordeel is dat de slijtage beter gespreid wordt, want de nieuwste ergometer wordt steeds het meest gebruikt. Periodisering: elke 5 jaar twee ergometers 7.5 De wensvloot Bovenstaande inzichten zijn zowel kwantitatief als kwalitatief met de diverse doelgroepen gedeeld, wat heeft geresulteerd in de navolgende wensvloot 7, verdeeld over de volgende types: 7 Hierbij is de historische vloot buiten beschouwing gelaten Bldz. 14 van 42

15 De cyclus is hierbij afhankelijk van de levensduur van het gewenste boottype 8 en het aantal boten. Als bijvoorbeeld de C1-vloot uit 5 boten bestaat, elk met een gemiddelde technische levensduur van 20 jaar, dan is het de bedoeling dat elke 4 jaar een C1 aangeschaft c.q. vervangen wordt. Het in stand houden, dat wil zeggen boten regelmatig cyclisch vervangen op basis van technische levensduur betekent een jaarlijkse investering inclusief riemen van ca. 29.5K (zie Appendix: Kosten Wensvloot). Door boten langer aan te houden (bijvoorbeeld omdat ze minder worden gebruikt, dus minder slijten) en door gebruik te maken van de historische vloot en de wherries van de SGD&O kunnen de investeringen beter gespreid en dus de kosten per jaar verlaagd worden. Het verdelen van de roeiplaatsen van de wensvloot over delen en categorieën levert het volgende beeld: Op basis van deze gegevens is de voorgestelde fasering qua vervanging en uitfasering voor de komende jaren in de volgende hoofdstukken uitgewerkt, inclusief de overwegingen per bootstype die tot een bepaalde keuze hebben geleid. 8 zie Tabel in Appendix 10.6 Overzicht Bootstype, Aanschaf en Levensduur Bldz. 15 van 42

16 8 Faseplan In dit hoofdstuk wordt de fasering voor alle bootscategorieën qua vervanging voor de komende jaren in detail uitgewerkt, inclusief de overwegingen per bootstype die tot een bepaalde keuze hebben geleid. Uiteindelijk leidt dit tot inzicht in de te verwachten investeringen voor de komende jaren. Bij de wherries wordt ook de rol en betekenis van wherries voor de Dordtse besproken. 8.1 Faseplan Wherries Overzicht wherryvloot NB In de afvaartendatabase zijn de regelmatig terugkerende toertochten (nog) niet geregistreerd, en dat geeft vooral bij de wherries een vertekend beeld. Uit de afvaarten in 2011 blijkt overigens een licht dalende trend bij de wherries Single-wherries Uit het overzicht blijkt dat er 6 historische en 1 kunststofwherry (Sneepkil ) zijn. Kunststof (single-)wherries zijn nuttig voor het instructieroeien, het sparen van de houten wherry's en het vergroten van het aantal zitplaatsen in de wherryvloot. Ook het transporteren van een kunststof (single-)wherry op een botenwagen hoort beter tot de mogelijkheden dan met een houten boot. De recentelijk aangeschafte Sneepkil voldoet gezien het aantal afvaarten uitstekend, het totale aantal houten single-wherries lijkt gezien de afvaarten aan de ruime kant, temeer daar dit type in tegenstelling tot de dubbelwherries nauwelijks voor piekmomenten en toertochten elders wordt ingezet Dubbel-wherries Bldz. 16 van 42

17 Er zijn 5 kunststof wherries; daarnaast zijn er wherries van de SGD&O en de houten wherries van de historische vloot (zie appendix De Historische Vloot) voor algemeen gebruik beschikbaar. In 3 van de historische wherries (Ra, Moldiep, Thuredrecht) wordt nog regelmatig geroeid. Met de komst van de nieuwe kunststof-wherry (Merwede) hebben we een moderne wherry in de vloot gekregen die geschikt is voor de grote rivieren. Deze Kelten-wherry heeft een goed lijnenplan waarvoor een nieuwe mal is gemaakt. Zodoende is een gladde huid ontstaan. Als hightech boot is de Merwede vanwege zijn snelheid populair bij marathonroeiers. Voor veel roeiers is gezien hun leeftijd de binnenschaal echter niet ideaal. Deze zit in de weg bij het wisselen of het plaatsen van de bagage. Ook overgekomen water blijft erop staan. Dit blijkt ook uit de afvaartcijfers: de Merwede wordt minder intensief dan de andere kunststof-wherries gebruikt;. Het is overigens niet zo eenvoudig om voor een nieuwe investering een geschikte wherry op de markt te vinden. De Dordrecht en de Papendrecht waren destijds door R.V. Cornelis Tromp ontwikkeld. Er werd een mal getrokken van een bestaande overnaadse wherry. De lijnen zijn niet heel goed; de boten lopen niet goed door. De Zwijndrecht loopt beter, maar is ook wat smaller. Voor deze boot is door Busman een nieuwe mal gemaakt. Dit type wherry wordt nog steeds door Roeiwerf Wiersma gebouwd. Het lijkt er op dat Wiersma de Kelten-wherry zal willen bouwen met houten binnenwerk. Het zou best wel eens kunnen zijn dat dat voor ons de ideale boot gaat opleveren.<aanpassen> De rol van onze Wherries 9 Funktioneel Dordrecht heeft een prachtig toerroeigebied in de naaste omgeving met de Biesbosch en de grote rivieren. De wherry s voor onze vereniging moeten het mogelijk maken stoere tochten te varen op deze wateren. Een wherry moet daarom voldoende volume hebben en tegelijk lichtlopend zijn. De inrichting moet voldoende ruimte en comfort bieden en de boot moet voldoende zeewaardigheid hebben voor de soms grote golven op de rivieren. Bij toertochten worden soms grote afstanden afgelegd. De boot moet dus goed doorlopen tussen de halen door. Daar worden de meters gemaakt. Met name de achterkant van de boot moet het water goed lossen. Tijdens de tocht wordt er door de roeiers gewisseld. Daarom is er ruimte nodig in de boot en moet de stuurstoel comfortabel zijn. Voor de zeewaardigheid heeft de wherry bij voorkeur een mooie zeeg, voldoende lengte en voldoende volume in het middenschip. Het volume is nodig voor liftend vermogen om in de golven droog te varen. Gebruik 9 Overleg dd 17 februari 2011 o.l.v. Leo Uittenbogaard, met Hanneke Jansen, Yvonne Verzijden, Eric Alles (SGD&O), Steef Biesot, Wout Verveer, Jan vd Tempel, Arnold Lagerweij, Bert Vervoort, Maarten den Outer en Tom Siegenthaler Bldz. 17 van 42

18 Naast lokale toertochten worden wherries ook ingezet tijdens instructie, en meegenomen op botenwagens om deel te nemen aan marathon- en toertochten elders en vormen daarmee een categorie met een breed toepassingsgebied. In de beleving van wherry-roeiers tellen in tegenstelling tot de andere categorieën niet alleen de roeiplaatsen maar ook de stuurplaatsen mee: men is immers samen op weg en wisselt regelmatig van roei- en stuurplaats. Vandaar dat genuanceerd naar Roeiplaats-cijfers gekeken moet worden. Piekmomenten Vooral op zaterdagen wordt een piekmoment geconstateerd 10 omdat zowel groepsgewijze instructie plaatsvindt, recreatieve roeiers op de rivier en/of op het Wantij een tochtje maken, terwijl voor het marathonroeien op ca. 20 weekeinden in de periode voorjaar-herfst telkens 2-3 wherries worden meegenomen 11. Op zaterdag wordt dan in 6-7 wherries geroeid. Op deze dag kunnen ook de dubbel-wherries van de SGD&O (5 stuks) ingezet worden. Tevens wordt teruggevallen op de wherries uit de historische vloot. Ook op dinsdagmiddag, dinsdag- en woensdagavond (vnl. Wantij-tochten) en doochtend (de zg. Open groep 12, met 25+ deelnemers, roeiend in Wherries en C- Materiaal) wordt veelvuldig gebruik gemaakt van wherries Een belangrijk piekmoment is ook het Rondje Dordt, waar zowel de kunststofboten als de wherries uit de historische vloot worden ingezet. Voorts zijn er andere tochten waaraan ca. 80 gasten van andere verenigingen per jaar aan meedoen. Voor al deze piekmomenten worden vrijwel uitsluitend dubbel wherries ingezet Bepaling Wensvloot voor Wherries Gezien het karakter van voornoemde piekmomenten is de wensvloot voor dubbelwherries op 8 kunststof dubbelwherries gesteld, een verschil van 3 boten t.o.v. de huidige vloot. In het najaar van 2011 is een nieuwe Wiersma wherry besteld. 10 Piekmomenten worden niet in de afvaartendatabase geregistreerd en hier moeten we dus (genuanceerd) afgaan op de beleving van betrokkenen 11 Vanwege het transport zijn dit bij voorkeur kunststof wherries 12 van Hans de Vos Bldz. 18 van 42

19 Afb: De nieuwe Wiersma-wherry (verwachte oplevering: februari 2012) Op basis van voornoemde argumenten is het raadzaam rekening te houden met een fasering van 4 jaar voor Dubbelwherries. Gezien het aantal afvaarten in recente jaren bestaat de wensvloot voor singlewherries uit 2-3 boten; de behoefte moet in de komende jaren nader worden ingeschat en doorgesproken met gebruikers, vooralsnog is in het model uitgegaan van 3 single-wherries. De cijfers voor de wensvloot m.b.t. wherries levert het volgende beeld op m.b.t. aantallen en Roeiplaatsen: Bldz. 19 van 42

20 De Leden/Roeiplaatsverhouding voor Wherries is hiermee 5,3; als Stuurplaatsen ook worden meegeteld 2,6 (alle cijfers exclusief historische vloot) Zoals vermeld kunnen ook de historische wherries en wherries van de SGD&O worden ingezet als fall-back zolang het aantal courante wherries niet overeenkomt met de wensvloot, zoals nu het geval is. Bldz. 20 van 42

21 8.2 Fasering C-Materiaal Overzicht Instructievloot 13 Naast het jeugdroeien is er nu ook de groepsgewijze instructie voor volwassenen. Dit laatste neemt een steeds grotere plaats in. Het vindt plaats op meerdere momenten in de week met verschillende groepen. De groepsgewijze instructie heeft veel positieve elementen, zoals het elkaar helpen, elkaar instructie leren geven, roeien leren in verschillende boottypen en ploegvorming. De grotere sociale samenhang leidt er toe dat men langer blijft deelnemen. Dit kan wel eens gunstig blijken te zijn voor het behoud van leden. Voorstel extra C1. Vaak gaan alle C1 s tegelijk het water op. Ook de 2000 (C1 in korte uitvoering)) wordt regelmatig gebruikt. De 1930 of 1935 (D1) wordt wel gebruikt voor de wat grotere roeier. De 1997 (D1) wordt vanwege zijn stabiliteit gebruikt als begeleidingsboot. Toch is er behoefte aan meer gewone C1 s. Het aantal gewone C1 s in de wensvloot is daarom verhoogd van 4 naar 5. Voor de instructie zijn 4 scullgeriggerde C4-en wel genoeg. Voor het boordroeien zijn twee boordgeriggerde C4-en wenselijk. Dat kunnen de Prins Bernhard en de Albert Bakker PHF zijn. Instructie voor het boordroeien gebeurt meestal vanuit de C4x direct in de C N.a.v. gesprek Wout Verveer, Ben Horstman, Jules Sala, Philip de Bres, Arnold Lagerweij en Leo Uittenbogaard op Bldz. 21 van 42

22 De tub (2+) wordt daarom weinig gebruikt. Er is dan ook geen behoefte aan een moderne C2+. De Rob en de Devel 14 voldoen en worden gehandhaafd. Ook de Jan Wijers wordt voor instructie van beginnende boordroeiers ingezet. Voor de meer gevorderde boordroeiers is er ook de Hollands Diep (8+) Voor de instructie zijn er voldoende wherry s. In 2011 zijn een aantal extra karretjes gebouwd, zowel voor de wherry s als voor de C-boten. Deze dienen ook als wisselkarretjes voor het naar buiten brengen van de boten. Vooral voor groepsgewijze instructie is het van belang dat de boten vlot te water gelaten kunnen worden C-vieren Op onze vereniging worden C-vieren intensief gebruikt, niet alleen op het Wantij, maar ook voor instructie, de eigen ronde om het Eiland van Dordrecht en het zich in een toenemende populariteit verheugende marathonroeien. Ook wordt een C4 vaak geroeid als drie met stuurman of als vier zonder stuurman. Opvallend: Vooral in het weekeinde (za-ochtend, zo-ochtend) zijn er piekmomenten, met name voor de scullgeriggerde C-vieren. Er zijn 5 scullgeriggerde en 2 boordgeriggerde C-vieren; opvallend is dat de oudste C4x (Lyra, 42 jaar) 15 nog steeds de meest gebruikte boot is. Gezien het aantal afvaarten en piekbelasting is de wensvloot gesteld op 4 scullgeriggerd en 2 boordgeriggerd, waarbij ook een C4x-/C3x+ is opgenomen. Qua fasering betekent dit, dat zolang de Lyra vaart, volstaan kan worden met tzt vervanging van 2 C-vieren uit Zeevier In de visie staat Wij hoeven het experiment niet te schuwen (een zee-vier) maar er zal op lange termijn emplooi voor zo n boottype moeten zijn om het type te behouden. Er wordt regelmatig deelgenomen aan (buitenlandse) evenementen door een groep van inmiddels 28 leden (was 18). Hierdoor wordt de Dordtse ook buiten Dordrecht op de kaart gezet. 14 Beide boten maken geen deel uit van de Wensvloot en worden volgens de huidige inzichten niet vervangen 15 De Lyra is ook populair, omdat de Koningin Beatrix C4 niet op een karretje ligt Bldz. 22 van 42

23 8.2.5 C-tweeën (C2x, C2x+,C3x, C2+) Inmiddels zijn er 2 nieuwe Dubbel-tweeën, is de Jan van der Vleut afgestoten en wordt de Flip Koopman nauwelijks meer gebruikt. Alleen als beide Dubbeltweeën weg zijn moet men omzien naar iets anders. Huidig inzicht: 2 stuks zijn voldoende. De in de laatste jaren aangeschafte C2x+/C3x boten (Prinses Margriet, Prins Hendrik en Maartensgat) blijken door hun flexibiliteit goed te voldoen. De meest recente Maartensgat- heeft een langere waterlijn (lengte is snelheid), van belang voor het langeafstandroeien, m.n. de Elfstedentocht. Binnen onze vereniging wordt de boot ook vaak als C3x- gevaren. Sommige ploegen zitten tegen de rompsnelheid aan. Een boot met een langere waterlijn roeit dan beter. Oorspronkelijk zou de Prins Hendrik, vervangen door de Maartensgat, omgeriggerd worden tot boord C2+, en de funktie overnemen van de overnaadse tub en -twee (resp. de Rob en de Devel). Vanwege de sterke behoefte aan C2x+, C3x is hier echter van afgezien Fasering per C-type Bldz. 23 van 42

24 8.3 Fasering Glad Materiaal Gladde skiffs 16 Er zijn skiffs, verdeeld over de volgende gewichtsklassen/categorieën: Gladde skiffs Licht Middengewicht zwaar Wedstrijd Leonardo Lex Rédele (Ster en Kroon) Onuitroeibaar Jazz Recreatie Henk Brandt Paraplu (Ebbo van Wezenbeek,Mosk) Rhythm and Blues Bosbaan Oranje Ster en Kroon Oefen Druppel Spetter Rietplaat Kikvors Saturnus Eagle Creek Eton Luzern Tampere Sionsloot Sura Biesbosch Vlije Bruintje Uit het totaal overzicht (zie Appendix Botenbestand Januari 2012) blijkt dat een grotere uniformiteit qua merken wenselijk is. Oefenskiffs Het relatief grote aantal (9 licht-, 5 middengewicht) oefenskiffs is vooral bedoeld om afvaartpieken tijdens instructie aan de jeugd op te vangen. In deze categorie zijn 4 skiffs betrekkelijk nieuw (5 jaar); de overige 10 skiffs zijn gemiddeld 21 jaar oud. De middengewicht (Hasle-) skiffs worden voorlopig gehandhaafd voor groepsinstructie en voor bijvoorbeeld het oefenen van omslaan en weer in de boot klimmen. Gewichts categorieën Voor het optimaal afstemmen van de vloot op onze leden is inzicht in de gewichtsverdeling bij deze boten van belang: boten gericht op zwaardere roeiers zijn zwaarder en doorgaans hoger. Lichte(re) roeiers roeien daardoor minder prettig (want instabieler door de hoge afstelling) en snel in dergelijke boten. 16 O.a. gesprek Edward Kruidhof, Pieter Koning en Leo Uittenbogaard op 1-12-'09 17 Ook 3 oude houten skiffs uit 1960: de Ebbo van Wezenbeek, de Mosk en de Paraplu Bldz. 24 van 42

25 Uit bovenstaande grafiek blijkt de gewichtsverdeling van de leden die het meest in glad materiaal roeien. Het blijkt dat het merendeel tot de middencategorie behoort, voor zware roeiers gelden evenwel beperkingen: zie hiervoor de discussie over 8.5 Zware roeiers. Recreatieskiffs Voorzichtig gecombineerd met de afvaartencijfers 18 lijkt een verdeling van 2 lichte, 2 midden en een 2 zware skiffs voldoende voor de recreatieskiffs(vrgl. 8.5 Zware roeiers ). 18 Soms worden skiffs aan een persoon toegewezen die dan niet meer afschrijft Bldz. 25 van 42

26 Bij de Bosbaan en de Lex Redelé zou de voetenbordconstructie (nu vast) aangepast moeten worden om ze aantrekkelijker te maken voor het recreatief roeien. De Ster & Kroon wordt zowel recreatief als voor wedstrijden ingezet. Ook voor de 60kg-klasse is er behoefte aan gladde skiffs. De roeisters "behelpen" zich tot nu toe met lichte oefen (=jeugd)skiffs, maar het zou goed zijn als er ook eens een recreatieskiff voor 60kg zou komen. Wedstrijdskiffs - Visie De gebruikintensiteit in de wedstrijdvloot blijkt onderhevig aan grote schommelingen. Voor de enkele toproeier die zo af en toe langs komt (4 roeiers in 20 jaar tijd) lijkt het daarom niet zinvol hier structureel rekening mee te houden 19. Bij meer jeugd (wenselijke toekomst) komen er naar verwachting ook meer wedstrijdroeiers, maar die hoeven niet allemaal direct in skiffs te roeien. Bij voorkeur beginnen ze in de 4x+, dan de 2x en de echte talenten gaan dan verder in de 1x. Dit is bij ons nog niet gebruikelijk, maar wel de trend in Nederland en financieel gezien veel aantrekkelijker door de grotere bootsspreiding. Dubbel bootgebruik bij wedstrijden is daarnaast ook goed mogelijk, maar hebben wij alleen nog nooit hoeven toe te passen (luxe); twee roeiers/ploegen per boot is zeer gebruikelijk bij andere verenigingen op 2km wedstrijden. Strategie Beginnende junioren en gevorderde junioren kunnen prima uit de voeten met de Swifts. Van de 5 wedstrijdskiffs zijn er steeds 2 van wedstrijdkwaliteit (A-keus, merk nog nader te bepalen) en 3 van de B-keus zoals Swift Racing: relatief goedkope Chinese modellen, die tot nog toe goed voldoen, ook in wedstrijden. Onze ervaringen met Swift in de skiffvloot zijn redelijk positief, waarbij de Leonardo beter lijkt te voldoen dan de Rhythm and Blues. Mogelijk is dat de kleinere uitvoering een grotere stijfheid met zich meebrengt. Wedstrijdboten worden doorgeschoven naar de recreatievloot. De technische levensduur van wedstrijdskiffs bedraagt 25 jaar, bij recreatie- en jeugdskiffs 20 jaar. In relatie tot wensvloot, leeftijd en levensduur komen we dan tot de volgende fasering: 19 Hier zijn juist de Vrienden, de 40% solidariteitspot en het speciale potje (zie R.R. bij wedstrijd) voor geschikt Bldz. 26 van 42

27 Voorlopig worden de 5 boventallige skiffs aangehouden voor o.a. groepsgewijze instructie Gladde tweeën Overzicht qua gewichtsklassen: Gladde Scull licht Scull Boord tweeën middengewicht Wedstrijd - Recreatie Henley (Prins Willem Alexander) Prinses Alexia Oploper Prinses Amalia (Z) En Avant (M) Jeugd Hazewinkel Fars De Henley werd als wedstrijdboot niet veel meer gebruikt en is al niet zo nieuw meer. Deze boot is voor lichte roeiers gebouwd en naar de recreatievloot geschoven als 2x voor lichte roeiers. De Henley kan overigens nog steeds voor wedstrijden gebruikt worden. De Prinses Alexia was afgesteld voor lichtere roeiers, maar de romp is identiek aan die van de Prinses Amalia. De Prinses Alexia is nu aangepast voor middengewicht/zware roeiers; de Amalia is boordgeriggerd voor middengewicht tot zware roeiers. Bekeken moet worden of de Prinses Amalia geschikt blijkt voor zware roeiers. De En Avant is inmiddels uit de vaart genomen in afwachting van een ingrijpende reparatie<aanpassen> Bldz. 27 van 42

28 8.3.3 Gladde vieren 20 Overzicht Achtergrond Het lijkt erop dat het gebruik van gladde vieren binnen onze vereniging aan het verschuiven is. De gladde vier is binnen onze vereniging voor de ene roeier een boottype om met een ploeg op een hoog sportief niveau te roeien en voor de andere roeier een prachtige uitdaging. Regelmatig wordt er door onze roeiers en roeisters in de vier wedstrijd geroeid, meestal op club/competitieniveau; hier wordt altijd gestuurd gevaren (vandaar dat altijd vieren met stuur worden aangeschaft). Ook voor het verbeteren van de roeitechniek voor gevorderde roeiers is de gladde vier zowel scull- als boordgeriggerd de perfecte leermachine. De boot stelt namelijk hoge eisen aan het ploegroeien. Het is een moeilijk boottype, nog moeilijker eigenlijk dan de acht, maar als het goed gaat worden de roeiers beloond met een aansprekende snelheid. Ook is de boot nog klein genoeg, zodat de roeier nog goed merkt wat zijn/haar individuele invloed is. Belangrijk is dat de boot van goede kwaliteit is, snel is en toch relatief makkelijk roeit. Moderne materialen maken deze soms tegengestelde kwaliteiten mogelijk. Een aansprekende vier Daarom is in 2011 een Hudson vier voor een roeiersgewicht van 59-79kg aangeschaft: een hypermoderne boot met vleugelriggers 21 (zowel boord als scull 22 ) en voorin liggende stuur. De boot is licht, stijf, vaart erg goed, is stabiel en makkelijk. Een boot met stuurplaats voorin is sneller omdat het gewicht van de stuur laag ligt en kan zonder extra gewichten ongestuurd gevaren worden. We moeten er wel serieus aandacht voor blijven houden dat er voldoende boten in de vloot zijn met de stuurplaats achterin. Steeds vaker wordt de gladde vier immers ook gebruikt bij de voortgezette instructie, waarbij de coach vanaf de stuurplaats coacht. De gladdevierenvloot heeft regelmatig nieuwe aanvulling nodig. De op een na nieuwste vier is de Twister en die is toch al weer 10 jaar oud. De oudste vieren 20 Onder andere n.a.v. Gesprek Michelle Colle, Catherine Lodder-van Splunter, Sander van der Matten, Hanneke Jansen, Arnold Lagerweij en Leo Uittenbogaard D.d en de uitvoerige discussie over de aanschaf van de nieuwe Hudson Dubbel4x 21 De vleugelriggers bieden het voordeel dat de constructie van de boot eenvoudiger gehouden kan worden. Er zitten bijvoorbeeld geen spanten in de boot. Het komt het gewicht en de stijfheid ten goede 22 In principe worden vieren altijd aangeschaft met boord- en scullriggers t.b.v. optimale flexibiliteit Bldz. 28 van 42

29 zijn de Prinses Juliana uit 1985 en de Dordtse Kil uit 1978; deze wordt ten behoeve van instructie vastgehouden. De Prinses Juliana kan gezien het aantal afvaarten afgestoten worden. Logisch is dat de Amstel doorgeschoven is en gebruikt wordt bij de voortgezette instructie. Instructie/Jeugdboot voor kg De Varese is als boot voor lichte roeiers in gebruik bij het jeugdroeien. Daarnaast wordt er ook wel in geroeid door lichtere volwassenen, meestal lichte dames. Er is in beide categorieën behoefte aan een boot van betere kwaliteit, zowel om sportiever in te kunnen varen als om minder zwaar te hoeven tillen. Een boot voor kg zou het meest geschikt zijn, maar in de huidige situatie zal zo'n boot door te weinig mensen gebruikt gaan worden. De versie voor 65-85kg zal ook voldoen voor beide categorieën. Het voorstel is om voor een vier te kiezen met een rompvorm en gewicht 23 net onder de nieuw aangeschafte Hudson D4x (59-79 kg), maar dan met een overlap (50-70 kg). Door de veel lagere prijs moet het mogelijk zijn om deze investering snel te doen. Hierdoor en natuurlijk door de vier van 2011 wordt de kwaliteit van de gladde vierenvloot als totaal sterk verbeterd. Kiezen voor een goedkopere Chinese boot 24 is verantwoord, omdat er in deze categorie hooguit door lichte (jeugd)roeiers zal worden wedstrijdgeroeid. Het gebruik door lichtere roeiers en het gebruik uitsluitend als scullboot vraagt ook minder van de kwaliteit van de boot. Belangrijk is wel dat je met bijvoorbeeld jeugdroeiers van 10 jaar (35-45 kg) en een instructeur hier goed in kan roeien en de riemen op de juiste hoogte kunnen worden aangehaald (testroeien!) Al deze inzichten levert de volgende fasering op (voor details zie Appendix): Als we er van uitgaan dat de boot 20 à 25 jaar meegaat, vult deze nieuwe vier het "gat" in leeftijd tussen de nieuwe vier van 2011 en de Twister (zie tijdbalk). 23 Bijvoorbeeld een SWIFT in de Elite-uitvoering ( 8000,- excl. riemen) 24 Bijvoorbeeld een SWIFT in de Elite-uitvoering ( 8000,- excl. riemen) Bldz. 29 van 42

30 8.3.4 Achten Er zijn nu twee achten in de vloot waarmee we goed op wedstrijden kunnen uitkomen. De vorming van meerdere ploegen is een stuk makkelijker geworden. De Hollands Diep blijft in de vloot voor recreatief gebruik. Vooral het toegankelijke karakter is van belang voor ploegjes die in het kader van de voortgezette instructie bezig zijn met boordroeien. In de toekomst kunnen we de Hollands Diep samen met de Swindrecht vervangen door één nieuwe boot. Deze nieuwe boot wordt dan de eerste acht, en de KvH wordt ingezet voor voortgezette instructie 25 en als tweede wedstrijdacht. 8.4 Fasering Jeugd Matariaal Overzicht Skiffs Zie hiervoor de discussie bij 8.3.1Gladde skiffs. Komende tijd moet bekeken worden of de jeugdvloot qua aantal (9) en qua kwaliteit bevalt. Tweeën Komende tijd moet bekeken worden of de Hazewinkel bevalt en of t.z.t. een zusterscheepje nodig is. Vieren Zie hiervoor de discussie bij Gladde vieren 8.5 Zware roeiers Deze categorie roeiers 26 loopt door de verschillende bootscategorieën heen. Een klein aantal roeiers heeft nl. een dermate groot postuur dat ze niet in alle boten kunnen roeien. Hun grotere gewicht zorgt voor extra inzinking van de boot in het water waardoor er water over het taft gaat spoelen en de roeier klem komt te zitten met de riemen. Eigenlijk is de hele maatvoering meestal te klein. 25 Door zijn tolerante vaareigenschappen is de KvH hiervoor zeer geschikt 26 N.a.v. gesprek met Edward Kruidhof, Richard van Buuren, Sander van der Matten, Andries Laanen en Leo Uittenbogaard op Bldz. 30 van 42

31 Het probleem is dat het aantal afvaarten in deze categorie niet groot is waardoor het moeilijk is daarvoor te investeren. Toch moet er in verschillende boottypen wel een minimum zijn aan boten die geschikt zijn voor zware roeiers. In de wherry s en C-materiaal is het probleem niet zo groot. De extra inzinking door het grotere gewicht is minder groot door het volume van de boot. Wel is de dolhoogte belangrijk. De dolhoogte kan in veel gevallen door de roeier zelf worden versteld door de opklikringen op de dolpen. Als dit niet toereikend is, wordt bekeken of langere dolpennen gemonteerd kunnen worden. Het streven is om zo veel mogelijk boten uit te rusten met opklikringen op de dolpennen. De bedoeling was om in de gladde skiffvloot twee boten te hebben die geschikt zijn voor zware roeiers. Sinds de verkoop van de Nieuwe Haven, die te groot was, is dit niet meer het geval. De Ster en Kroon is een courante boot en biedt ook roeiers van wat minder groot gewicht veel plezier. De eerst volgende aanschaf in de gladdeskiffvloot wordt een boot voor roeiers van 80 à 90 kg. De praktijk leert dat iemand van 100 kg er ook nog in kan. De boot wordt direct in de recreatievloot geplaatst. Het hoeft niet de duurste aanschaf te zijn, maar de boot moet wel van aansprekende kwaliteit zijn en voldoende stijf voor zware roeiers. Het vermoeden bestaat dat de Swift-boten voor de zwaardere roeiers onvoldoende kwaliteit bieden, daar waar de Jazz en de Leonardo voor lichtere gewichten prima voldoen. Er zal dus moeten worden proefgeroeid in boten van diverse merken. Er is een 2- nodig voor zware roeiers naast de En Avant, die te kwetsbaar is en meer geschikt is voor minder zware roeiers. De wens is dus om zowel een 2- voor zware roeiers te hebben als een 2- voor de minder zware roeiers. Dit ook om het boordroeien te stimuleren voor allerlei groepen. Bldz. 31 van 42

32 9 Financieël kader 9.1 Financieringsstrategie KDR&ZV De vereniging heeft als beleid dat 60% van de positieve Cash-Flow bestemd is voor reservering en/of nieuwe aanschaf. De positieve Cash-Flow bestaat uit de som van de (economische) afschrijvingen en het exploitatieresultaat van het voorafgaande jaar (kan positief of negatief zijn), minus de aflossingen op de leningen. Bij onze vereniging wordt afgeschreven op boten. Als er jaarlijks te weinig geld voor de vervanging van de vloot wordt uitgetrokken, zal de vloot verouderen. Dat betekent dat er mogelijk meer onderhoud gepleegd moet worden, wat ook geld kost of dat de roeieigenschappen minder worden doordat de boot slapper wordt. Anderzijds is het niet handig alles in boten te investeren, als er op onze roeilocatie bijvoorbeeld de verwarmingsinstallatie, de vlotten o.i.d. vervangen moet worden. Jaarlijks wordt dan ook op de afdelingvergadering beslist hoe om te gaan met de beschikbare investeringsruimte. De Roeicommissie doet hiertoe een voorstel dat aan de leden wordt voorgelegd ter accordering. De afgelopen jaren ( ) laten het volgende beeld m.b.t. investeringen zien: Waarde van de Vloot De dagwaarde van de huidige vloot, exclusief het historisch materiaal, riemen, ergometers en coachboot is geschat op ongeveer Deze vloot is op basis van de taxatie in 2010 van Crawford & Company (Nederland) BV verzekerd voor ongeveer Sommige oude boten zijn alleen op WA-basis verzekerd, vandaar het verschil, de nieuwe Hudson D4x is in het bedrag van 161k niet opgenomen Bldz. 32 van 42

33 9.2 Investeringsplan Investeringsplanning Hierin zijn de verschillende faseplannen over elkaar gelegd, waarbij zoveel mogelijk grote investeringspieken zijn weggeschoven. De berekening is gebaseerd op het beginjaar 28, en de prijzen 29, aantallen boten en de technische levensduur per type uit de Wensvloot. Het resultaat is een overzicht van welke investeringen in welk jaar verwacht worden voor welke boten. Jaarlijks kan deze exercitie met voortschrijdend inzicht herhaald worden teneinde het investeringsplan te actualiseren. Volgens deze fasering worden de volgende boten in de nabije toekomst aangeschaft: 2010: Dubbel 4 (gerealiseerd) 2011: Dubbel Wherry 30, Ergometer (gerealiseerd) 2012: C1, Skiff Glad A-keus <aanpassen> 2013: Jeugdvier scull (lichte vier), C4x+, Jeugdskiff, 2014: Dubbel Wherry, Gladde Twee scull 2015: Single wherry, Skiff Glad B-keus, 2 Ergometers 2016: C1, C-drie Scull/C2x+, Jeugdskiff 28 Het jaar waarin de eerste boot van de cyclus wordt aangeschaft 29 De hier genoemde bedragen zijn exclusief riemen, prijspeil Om het model de wherry-cyclus in 2014 te laten beginnen is de Dubbelwherry onderin het staatje opgenomen Bldz. 33 van 42

34 9.2.2 Investeringsvoorstel 2012 (concept) Achtergrond: zie Botenplan en genoemde Fasering: 2012: C1, Skiff Glad A-keus, incl. riemensets Financiële Onderbouwing Bldz. 34 van 42

35 10 Appendix In de appendix staan de overwegingen bij de historische vloot, wordt de afvaartenanalyse uitgelegd aan de hand van een aantal afbeeldingen uit de bij het botenplan behorende Excelsheet. Dit geldt ook voor het Investeringsplan en het Botenbestand De Historische Vloot De Dordtse, als één van de oudste (roei-) verenigingen van Nederland heeft een rijke traditie op dit gebied, wat terug te vinden is in schitterende houten, overnaads gebouwde, voor rivierroeien geschikte wherries, waarvan de oudste uit 1875 dateert. Deze categorie bestaat uit 19 boten, die ondanks hun leeftijd nog regelmatig worden gebruikt, bijvoorbeeld tijdens het Rondje van Dordt en andere toertochten, die niet in de afvaartendatabase geregistreerd worden. De belangrijkste eigenschappen zijn: Goede vaareigenschappen, licht lopend, goed golfgedrag Veel ruimte in de boot (makkelijk bij wisselen), in de stuurstoel, bagage Bagage blijft droog door de buikdenningen Grote schades zijn relatief makkelijk te verhelpen Klassieke uitstraling Om de wherries aantrekkelijk te houden wordt het loopwerk modern gehouden, dat wil zeggen moderne slidings, goed lopende bankjes, kunststof dollen, etc. worden toegepast, ondanks verlies aan historisch karakter. De boten worden bij toerbeurt in de stellingen gewisseld van hoog naar laag (= makkelijk bereikbaar) om uitdroging te voorkomen en slijtage te spreiden. Door preventief lakken en terughoudendheid te betrachten bij aangeboden Oud-Hout wordt getracht de vloot lekker roeibaar in stand te houden met een acceptabele inspanning door vrijwilligers, Bootsman en materiaalcommissie. De hoeveelheid en kwaliteit van de historische boten stelt ons in staat deze effectief in te zetten op piekmomenten en evenementen zoals het Rondje van Dordt en diverse toertochten. Ultimo 2011 zijn de volgende boten voorlopig als historsich geduid: Bldz. 35 van 42

36 Een dergelijke historische vloot rechtvaardigt een speciale commissie die inmiddels actief is geworden. Voor de historische vloot is een beheersplan gemaakt, waarbij naast de organisatie, energie en kosten voor het in stand houden ook de noodzaak en de mogelijkheden tot inzet zijn besproken Afvaartenanalyse Het doel van de afvaartenanalyse is om inzicht te krijgen in het vaargedrag van de leden. Hiertoe is een generiek model ontwikkeld wat jaarlijks de gegevens van de afvaartendatabase van het voorafgaande jaar analyseert. In vier stappen wordt de aanzienlijke informatie verdicht (voorbeeld: 2010): 1) In de afvaartendatabase is per boot geregistreerd wanneer wie 31 gevaren heeft; dit wordt gerelateerd aan het actuele botenbestand: 2) Hieruit is per lid bepaald in welke boten hij geroeid heeft, zoals bijvoorbeeld bij Steven en Loes Arlman: 31 Van leden die in 2010 lid waren Bldz. 36 van 42

37 3) Zodat per lid bepaald kan worden in welke categorie hij/zij overwegend roeit: 4) En voor de vereniging als totaal het aantal roeiers/categorie berekend wordt: Bldz. 37 van 42

38 10.3 Gerealiseerd in voorgaande jaren x/2- licht, Henley fase 1 6 paar Croker riemen fase x/2-, Prinses Amalia fase 2 schenking K-wherry fase twee D-ergometers fase paar Concept2 riemen fase 3 C-1, de 2005 fase x zwaar, Nieuwe Haven fase 3 10 paar Croker riemen fase Cox-vox 1 fase Botenwagen WV-BV-33 fase x, Prinses Alexia fase x licht, Onuitroeibaar met extra jeugdbudget 2006 jeugd2x, Hazewinkel met extra jeugdbudget 2006 jeugd1x, Eagle Creek met extra jeugdbudget 2006 jeugd1x, Eton met extra jeugdbudget 2006 jeugd1x, Luzern met extra jeugdbudget 2006 jeugd1x, Tampere met extra jeugdbudget , Hans Kraaijeveld v Hemert fase 5 schenking 2007 C1, 2007 fase x+, Varese 2 e hands x 75kg, Leonardo sponsor paar Croker riemen fase nieuwe sculriggers Amstel 2008 skiff, Rhythm and Blues fase skiff: Jazz, 2009 Single Wherry: Sneepkil 2010 C2x, C2x+/C3x, C4+ schenking (C4+: Lo ter Voorde) 2011 Gladde 4x/+ incl. riemen 2011 Concept2 Dynamic Ergometer 2012 Dubbelwherry Bldz. 38 van 42

39 10.4 Botenbestand Januari 2012 Bldz. 39 van 42

40 Bldz. 40 van 42

41 10.5 Kosten Wensvloot Bldz. 41 van 42