KDR&ZV Botenplan. de aansprekende vloot

Transcriptie

1 KDR&ZV Botenplan de aansprekende vloot Botenplan Update 2016 Versie 2.1 Status: R(geaccordeerd) Roeicommissie Dieter Valk / Tom Siegenthaler April 2016 Bldz. 1 van 30

2 Inhoudsopgave 1 Actualisatie Botenplan Wijzigingen in wensvloot Aanpassingen in vervangingsschema 6 2 Inleiding Vloot en leden begin Situatie Vloot Boten van derden Opbouw ledenbestand Roei-categoriën De wensvloot in Roeiplaatsen vs Leden 12 4 Beleid Missie: de aansprekende vloot Trends Vertrekpunten voor het beleid Algemeen Boten Riemen Ergometers Samenstelling Wensvloot per categorie Wherries Inleiding Overzicht wherryvloot Single-wherries Dubbel-wherries Bepaling Wensvloot voor Wherries C-Materiaal Overzicht Instructievloot C-vieren Zeevier C-tweeën en C-drieën (C2x, C2x+, C3x, C2+) C-éénmansboten (C1x, D1x) Fasering Glad Materiaal Gladde skiffs Gladde tweeën en drieën Gladde vieren Achten Jeugd Materiaal Overzicht Zware roeiers 25 6 Vervangingsschema Wensvloot Bldz. 2 van 30

3 6.1 Financiering van de Wensvloot 26 7 Botenbestand Overzicht Bootstype, Aanschaf en Levensduur Versiebeheer Status (*) Versie Datum Veranderd door: Opmerking C Tom Siegenthaler, Leo Uitenboogaard Opzet struktuur, Faseplan 7a van Leo geïntegreerd, afvaartenanalyse opgenomen C Martijn van der Matten, Marjorie Hattink +Inzichten over visie, wherries, skiffs, vierenplan, roeiersgewicht, kosten wensvloot, structuur aangepast D Tom Siegenthaler, Leo Uitenboogaard Aangevuld met Investeringsplanning (lange termijn) en Investeringsvoorstel 2011/2012 D Roeicievergadering, Bert Vervoort, Tom Correcties uit Roeicie-verg. verwerkt; in RC Botenplan aangenomen, +Samenvatting D Tom Samenvatting aangepast; gepubliceerd in pikhaak en op website R Tom Besproken en geaccordeerd in afd. vergadering van ; wensvlot met C4x- /C3x uitgebreid; prijs wensvloot gecorrigeerd C Tom Eerste opzet update 2012; afvaartenanalyse 2011 ingevoerd; div. correcties D Tom Wensvloot berekening incl. riemen opgenomen; Amici en 2012 toegevoegd, Samenvatting en Appendix gewijzigd; gekoppeld aan Botenbestand v0.90 C Tom Nieuw concept tbv nieuwe inzichten mbt afvaarten, wherries, Varese, riemen, etc. C Dieter Valk & Tom, Ton den Boon Aangevuld met Afvaartenanalyse en Botenbestand; wijzigingen verwerkt D Ale vd Hoek, Ton den Boon, Dieter, Tom Actualisatie Botenplan 2016 toegevoegd; wensvloot en structuur aangepast D Dieter, Tom Gedistribueerd als voorstel naar de Roeivergadering van 21 april 2016 R Tom Botenplan geaccordeerd door de Roeiafdelingsvergadering op 21 april 2016 (*) C: concept, D: discussie, R: geaccordeerd door Roeivergadering Bldz. 3 van 30

4 1 Actualisatie Botenplan 2016 In 2011 is een botenplan opgesteld mede op basis van gesprekken met een groot aantal leden. In essentie wordt in dit plan aangegeven: Over hoeveel boten per type de vereniging idealiter zou moeten beschikken: de zgn. wensvloot; Een planning met betrekking tot de evt. aanschaf en vervanging van de boten uit de wensvloot. In deze planning worden tevens de financiële consequenties van het plan zichtbaar gemaakt. Het spreekt vanzelf dat in de loop der tijd de gedachten over de wensvloot kunnen veranderen. Redenen daarvoor kunnen bijvoorbeeld zijn het aantal leden, de voorkeur van de leden om in bepaalde boottypen te roeien, financiële (on)mogelijkheden etc. Om die reden is het zinvol het plan uit 2011 regelmatig te actualiseren. Deze notitie beschrijft de uitkomsten van deze in 2016 uitgevoerde actualisatie, in die zin dat de wijzigingen ten opzichte van het botenplan 2011 worden aangegeven. 1.1 Wijzigingen in wensvloot In tabel 1 is zowel de wensvloot 2011 als die van 2016 aangegeven. Daarnaast zijn voor de jaren 2010 en 2015 de geregistreerde aantallen afvaarten weergegeven alsmede de aantallen boten die op aanwezig zijn. Hierin zijn niet de boten begrepen van de zgn. Historische Vloot, alsmede de boten die niet in eigendom zijn van de vereniging. De volgende wijzigingen in de wensvloot zijn aangebracht: - Verminderen van aantal single-wherries met 1 tot 2. Deze reductie wordt verantwoord geacht gelet op het aantal afvaarten in Verminderen van het aantal dubbel-wherries met 2 tot 6. Deze reductie is mogelijk omdat door de week een aantal van 6 wherries voldoende lijkt om in de behoefte te voorzien. Op piekmomenten, bijv. bij tochten, kunnen wherries van de SGD&O 1 en de Historische Vloot ingezet worden - Verminderen van het aantal C4X+ met 1/vergroten aantal C4X- /C3x+ met 1 De vermindering in het aantal C4 en met stuurman wordt gecompenseerd door in de wensvloot het aantal stuurmanloze C4 en/ gestuurde C3X (type Johan de Witt) met 1 op te hogen, waardoor het totaal aantal C4 en gelijk blijft. Hierbij moet ook opgemerkt worden dat bij de beoordeling van het bestand aan C4 en ook de in de wensvloot opgenomen boordgeriggerde C4 en beschouwd moeten worden. Het is namelijk mogelijk een aantal C4 en om te boorden. 1 Stichting Gehandicaptenroeien Dordrecht & Omstreken Bldz. 4 van 30

5 - Vergroten aantal gladde A-skiffs met 3/verminderen aantal gladde B-skiffs met 4 De meeste afvaarten zitten in categorie A; de skiffs uit die categorie kunnen later doorschuiven naar cat. B; gezien de dalende trend bij skiff-afvaarten is het aantal gladde B-skiffs in de wensvloot verminderd. Gezien de staat van het materiaal is de aanschaf van een nieuwe Jeugdskiff voorlopig uitgesteld. - Opvoeren van 1 gladde dubbel 3 Met de aankoop van de Terts is in een behoefte voorzien om ook wanneer een ploeglid ontbreekt en er niet in een 4 geroeid kan worden, toch als (restant van de) ploeg in een gladde boot te roeien. Mede hierdoor is ook het aantal skiff-afvaarten gedaald. - Opvoeren van 1 gladde ongestuurde 4-. Met de aankoop van de Koning Willem-Alexander is het mogelijk om in een gladde stuurmanloze 4 - zowel voor boordroeien als scullen 2 - op 2km wedstrijden uit te komen. Bij ons wordt vnl. ongestuurd gevaren en ook daarom is de KWA een welkome aanvulling - Verminderen van aantal jeugd dubbel 2 en met 1. De wat langere/zwaardere jeugd vaart regelmatig in de normale gladde 2x, waardoor de behoefte aan een speciale jeugd 2x is afgenomen Tabel 1 Wensvloot 2 Gladde vieren zijn boord- of scull-geriggerd. Bldz. 5 van 30

6 1.2 Aanpassingen in vervangingsschema In tabel 2 is het vervangingsschema 2016 voor de wensvloot aangegeven; in tabel 3 het oorspronkelijke schema uit De veranderingen betreffen: - aanpassing vanwege wijzigingen in wensvloot zoals hiervoor benoemd - actualisatie van de prijzen van boten en riemen; - aanpassing van de aangehouden levensduur voor sommige bootstypen op basis van financiële overwegingen. Deze verlenging van de technische levensduur wordt verantwoord geacht gezien de staat waarin het materiaal verkeert en het relatief beperkte gebruik. - Verschuivingen zoals het vervroegen van de aanschaf van een gladde vier (ongestuurd) Tabel 2: vervangingsschema 2016 Bldz. 6 van 30

7 Tabel 3: vervangingsschema 2011 Het vervangingsschema leidt tot een voor de komende jaren gemiddelde jaarlijkse uitgave van ca Dit bedrag is op dit moment niet beschikbaar. Er is overleg gaande om te bezien of en hoe in een structurele financiering voorzien kan worden. Afhankelijk van de uitkomst van dat overleg en het uiteindelijk voor uitvoering van het botenplan 2016 beschikbare jaarlijkse bedrag zal het vervangingsschema en/of de wensvloot aangepast worden. Bldz. 7 van 30

8 2 Inleiding Hoewel in het verleden een boten- annex fasenplan gehanteerd is bij de botenaanschaf is gaandeweg de behoefte aan een completer botenplan geroeid. In 2009 is de Visie op het Roeien binnen de KDR&ZV gedefinieerd en tot stand gekomen. De Ad-hoc commissie Botenplan heeft in 2010 haar visie in diverse Pikhaak-publicaties verwoord. Aansluitend hierop is met diverse vertegenwoordigers van de verschillende categorieën roeiers intensief overleg geweest over de visie, het plan en de invulling, teneinde het benodigde draagvlak te creëren. Het in 2011 aangenomen plan is daarmee ook een compilatie van diverse inzichten en ideeën uit heden en verleden geworden, aangevuld met kwantitatieve gegevens. In dit document wordt de vloot en de opbouw van het ledenbestand verdeeld naar Wherry-, C, Glad materiaal en Jeugd categorieën geanalyseerd. Vanuit de visie op het Roeien binnen de KDR&ZV is de visie op vloot en leden gedefinieerd, onder het mission-statement De aansprekende vloot. Hierin wordt het beleid voor de diverse categorieën en de wensvloot beschreven. Met deze inzichten is de fasering voor de toekomst bepaald, concreet vertaald naar botenmutaties en financiële consequenties. De overall samenhang is dus: - uitwerking missie en visie - beschrijving huidige situatie en botengebruik - beschrijving beleid en daaruit voortvloeiend de wensvloot - het vervangingsschema voor de wensvloot De hoofdstukken met een jaartal bevatten de regelmatig te actualiseren delen, zoals ontwikkeling ledenaantal, -categoriën, aanpassingen wensvloot, vevangingsschema en prijzen. Bldz. 8 van 30

9 3 Vloot en leden begin 2016 In dit hoofdstuk wordt de huidige samenstelling van vloot en leden in kaart gebracht, en vergeleken met het aantal afvaarten. Dankzij de afvaartenanalyse weten we hoeveel roeiers en boten per categorie zijn; dit wordt gerelateerd aan Roeiplaatsen/leden, zodat we weten waar eventuele hiaten zitten. 3.1 Situatie Vloot De vloot bestaat uit een mix van Wherries, C-Materiaal, Glad Materiaal (t.b.v. Wedstrijd- en recreatief roeien) en Jeugdmateriaal; zie voor het complete overzicht van alle boten waarin door de leden van de KDR&ZV geroeid kan worden Bijlage - Botenbestand 2016; samenvattend 3 : De vloot wordt sinds onderhouden door de Materiaalcommissaris in nauwe samenwerking met vrijwilligers zoals de zg. MaandagOchtendPloeg (MOP, DOP,..) en bevindt zich in uitstekende roei-staat. Er wordt de laatste jaren vooral ook preventief onderhoud gepleegd, waardoor de levensduur van de boten aanzienlijk verlengd wordt. 3.2 Boten van derden In de roeiloods bevinden zich ook nog boten van derden: Stichting Gehandicaptenroeien Dordrecht & Omstreken (SGD&O):67 boten (5 dubbelwherries, C2x); in overleg beschikbaar voor leden, bijvoorbeeld op Wherry-piekmomenten Stichting Willem Reus: 3 boten (ter beschikking van leden; de boten en afvaarten zijn meegenomen in de beschouwingen) Rotary Sliedrecht (4 boten, waarvan 2 regelmatig door leden worden gebruikt en dus zijn meegenomen in de beschouwingen/overzichten) Privé-boten (6 skiffs en 1 wherry); deze zijn niet meegenomen, maar hebben wel een positieve invloed op de belasting van onze wensvloot) 3.3 Opbouw ledenbestand De vereniging telt ongeveer 450 roeileden, waarvan de helft jonger dan 55 jaar. Positief is dat we een relatief grote vereniging zijn die aantrekkelijk is voor 3 Exclusief de boten uit de historische vloot 4 Sinds medio 2013 is er geen Bootsman meer Bldz. 9 van 30

10 ouderen. Het streven is om roeiers jonger dan 40 jaar aktief te werven zodat continuïteit gewaarborgd blijft De leeftijdsopbouw laat sinds 2013 een lichte trend richting verjonging zien: 3.4 Roei-categoriën Ten behoeve van het aanschaf beleid is het handig te weten welke leden overwegend in welke categorieën roeien. De afvaartenanalyse levert het volgende overzicht: Bldz. 10 van 30

11 De afgelopen 5 jaar laten de volgende ontwikkeling bij de roei-categorieën zien: 3.5 De wensvloot in 2016 Bovenstaande inzichten zijn vertaald naar de geel gemarkeerde wensvloot 5, verdeeld over de volgende types: 5 Hierbij is de historische vloot buiten beschouwing gelaten Bldz. 11 van 30

12 De cyclus is hierbij afhankelijk van de levensduur van het gewenste boottype 6 en het aantal boten. Als bijvoorbeeld de C1-vloot uit 5 boten bestaat, elk met een gemiddelde technische levensduur van 20 jaar, dan is het de bedoeling dat elke 4 jaar een C1 aangeschaft c.q. vervangen wordt. Het in stand houden, dat wil zeggen boten regelmatig cyclisch vervangen op basis van technische levensduur betekent een jaarlijkse investering inclusief riemen van ca. 25K (zie Appendix: Overzicht Bootstype, Aanschaf en Levensduur). Door boten langer aan te houden (bijvoorbeeld omdat ze minder worden gebruikt, dus minder slijten) en door gebruik te maken van de Historische Vloot en de wherries van de SGD&O kunnen de investeringen beter gespreid en dus de kosten per jaar verlaagd worden. 3.6 Roeiplaatsen vs Leden Als we de roeiplaatsen per categorie vergelijken met de hiervoor geldende KNRBnormen zien we het volgende beeld: Conclusie: Hieruit blijkt dat het aantal Roeiplaatsen in de complete vloot 7 voor alle categorieën, behalve wherries binnen de KNRB-norm valt. Als Roeiplaatsen van de historische vloot ook meegeteld worden valt ook de wherry-categorie met 2,1 leden per Roeiplaats binnen de norm. De capaciteit van de complete vloot bedraagt ruim 600 leden; die van de wensvloot 532 leden. 6 zie Tabel in Appendix 8 Overzicht Bootstype, Aanschaf en Levensduur 7 Excl. Historische Vloot Bldz. 12 van 30

13 4 Beleid In dit hoofdstuk worden de missie, trends en uitgangspunten voor het beleid vertaald naar vertrekpunten voor het beleid. 4.1 Missie: de aansprekende vloot Als belangrijkste missie zien we het creëren en in stand houden van een aansprekende vloot, met als doel: Vergroten roeiplezier voor leden door te kiezen voor kwaliteit, bootvariatie en in te spelen op de behoeften van de leden verwachting: leden blijven langer lid Vergroten aantrekkelijkheid van de Dordtsche voor nieuwe leden Deze missie ondersteunt daarmee de visie op het roeien binnen de KDR&ZV 8 en onze in de statuten 9 vastgelegde doelstelling om het roeien c.q. de watersport in de meest brede zin te bevorderen. Wat betekent een aansprekende vloot? Voldoende bootvariatie voor de diverse categorieën o Wherry-categorie 10 : Single en dubbel wherries geschikt voor stoere tochten op de rivier en marathons Makkelijk roeiende wherries voor instructie en recreatie. o C-Categorie Variatie ten behoeve van een grote flexibiliteit (C2x+, C3x, C3x+/C4x-, C4x) om verschillende roeigroepen op te vangen, instructie te geven en de overstap voor wherry-roeiers te vergemakkelijken Gemakkelijk roeiende skiffs voor solisten Mogelijkheid tot deelname aan Marathons en roeien op Zee o Glad Materiaal Competitieve boten t.b.v. wedstrijdroeiers/sters Alle gangbare boord- en scull types Rekening houdend met gewichtsklassen en dames/heren van de leden Ook geschikt voor gebruik door C-categorie roeiers met een hang naar glad materiaal en vervolginstructie o Jeugd materiaal Makkelijk hanteerbaar, voldoende uitdagend Voldoende boten voor piekbelasting tijdens instructie Kwalitatief hoogstaand roeimateriaal: we kiezen voor kwaliteit 8 De hoofddoelstelling van de roei is geen andere dan dat iedereen op zijn eigen niveau goed en met plezier moet kunnen roeien in gezamenlijk verband 9 Art. 2 zegt o.m. : ad b)het bekwamen van de leden in het roeien, zeilen, besturen en behandelen van vaartuigen en ad c) Het organiseren van wedstrijden en tochten en het deelnemen aan wedstrijden en andere watersportevenementen. 10 De historische vloot bestaat grotendeels uit wherries; zie Beleidsplan Historische Vloot voor een compleet overzicht Bldz. 13 van 30

14 o o Criterium: het bootmateriaal moet ook sportieve ambities mogelijk maken Het materiaal mag ouder, maar niet versleten zijn Bovengenoemde uitgangspunten zijn leidend bij het in stand en up-to-date houden van de (wens)vloot. Voor de historische vloot is separaat een beleidsplan gemaakt, waarbij naast de organisatie, energie en kosten voor het in stand houden ook de noodzaak en de mogelijkheden tot inzet zijn bekeken. 4.2 Trends De afgelopen jaren zijn de volgende trends waarneembaar: De C-categorie vormt met 40-45% de grootste categorie; samen met wherrie- en glad-recreatief gebruik kunnen we met recht spreken van een vereniging gericht op breedtesport Een toenemend aantal (C-)roeiers maakt gebruik van glad materiaal; er zijn nog maar weinig boten (1) die uitsluitend door wedstrijdroeiers gebruikt worden Het aantal roeimomenten en afvaarten is licht groeiende; het aantal roeimomenten is vergeleken met 2010 bijna verdubbeld! De leeftijdsopbouw verschuift naar 50+, maar niet aantoonbaar meer dan verwacht mag worden op basis van de etnologische ontwikkelingen in de Randstad (vergrijzing) Er wordt door ons en door gasten deelgenomen aan een respectabel aantal wherry-tochten Technologische ontwikkelingen gaan minder snel dan de laatste 20 jaar (overgang hout-polyester) Het aantal deelnames aan KNRB-wedstrijden is stijgend; van aansprekende wedstrijdprestaties gaat een zuigende werking uit. Wedstrijdroeiers stellen immers hoge eisen aan materiaal en kennis en houden hiermee de vereniging scherp. En daar wordt de vereniging als geheel beter van, aldus de visie. Conclusie De vloot weerspiegelt een evenwichtig beeld: voor alle categorieën zijn volgens de norm en gevoelsmatig doorgaans voldoende boten beschikbaar, ook op spitstijden. In alle categorieën is veel variatie in bootstypen, waarin lekker en ook competitief geroeid kan worden. 4.3 Vertrekpunten voor het beleid Algemeen Het in stand houden van de wensvloot door regelmatige, cyclische vervanging op basis van technische levensduur o Om redenen van financiële of technische aard is het mogelijk de levensduur van een bepaald bootstype te verlengen of om het begintijdstip van een vervanging uit te stellen Een gefaseerde vervanging van boten uit de wensvloot waarbij alle categorieën regelmatig aan bod komen Regelmatig, preventief en correctief onderhoud Bldz. 14 van 30

15 Snel en professioneel afhandelen van schademeldingen Jeugd- en Instructiebeleid Gericht op opvangen van piekmomenten, hanteerbaarheid en coachbaarheid Beleid t.a.v. Wedstrijdroeien Behalve voor skiffs en tweeën worden geen boten exclusief toebedeeld; leidend is de roeivaardigheid Boten Uniformiteit wordt nagestreefd teneinde onderhoud te vergemakkelijken en uitwisselingen van onderdelen mogelijk te maken Leeftijd is niet alleen bepalend voor het vervangen; zo is bv de Amstel (bouwjaar 1996 jaar) na de revisiebeurt in 2016 nog steeds een zeer gewilde boot, want makkelijk roeiend en snel. Een boot kan ook langere tijd weinig gebruikt worden en slijt daardoor minder snel. Merkenbeleid Wedstrijdmateriaal Voorkeur: Hudson, Filippi, Swift (jeugd/instructie) C-materiaal Voorkeur: Wiersma, Baumgarten Wherries Voorkeur: Wiersma Schoenen In de gladde boten zitten meestal roeischoenen. De schoenmaten zijn vaak een probleem. We schaffen voor boten waar dat wenselijk is extra schoenen aan van verschillende maten. De bedoeling is dat voor het roeien de schoenen makkelijk gewisseld kunnen worden Riemen Om zo veel mogelijk te standaardiseren kiezen we voor het gladde materiaal voor Concept2-riemen en voor de recreatievloot kiezen we tegenwoordig voor Braca-riemen met houten handvattten. In Appendix 8 Overzicht Bootstype, Aanschaf en Levensduur is per bootstype aangegeven welke riemen bij welk bootstype behoren Ergometers Een moderne vereniging heeft een aantal ergometers staan. Nodig voor het wedstrijdroeien en om de leden de gelegenheid te geven snel en efficiënt aan de conditie te werken. In toenemende mate worden ergometers daarvoor ook door ouderen gebruikt. De ruimte in het gebouw met de Roeibak is voldoende voor max. 7 ergometers. In 2014 is een dynamic ergometer aangeschaft, die echter zo weinig wordt gebruikt dat besloten is om in de toekomst alleen de standaard ergometers aan te schaffen. Bldz. 15 van 30

16 5 Samenstelling Wensvloot per categorie In dit hoofdstuk wordt de samenstelling van de wensvloot voor alle bootscategorieën ook qua vervanging voor de komende jaren in detail uitgewerkt, inclusief de overwegingen per bootstype die tot een bepaalde keuze hebben geleid. Bij de wherries wordt ook de rol en betekenis van wherries voor de Dordtsche besproken. 5.1 Wherries Inleiding Dordrecht heeft een prachtig toerroeigebied in de naaste omgeving met de Biesbosch en de grote rivieren. De wherries voor onze vereniging moeten het mogelijk maken stoere tochten te varen op deze wateren. Een wherry moet daarom voldoende volume hebben en tegelijk lichtlopend zijn. De inrichting moet voldoende ruimte en comfort bieden en de boot moet voldoende zeewaardigheid hebben voor de soms grote golven op de rivieren. Bij toertochten worden soms grote afstanden afgelegd. De boot moet dus goed doorlopen tussen de halen door. Daar worden de meters gemaakt. Met name de achterkant van de boot moet het water goed lossen. Tijdens de tocht wordt er door de roeiers gewisseld. Daarom is er ruimte nodig in de boot en moet de stuurstoel comfortabel zijn. Voor de zeewaardigheid heeft de wherry bij voorkeur een mooie zeeg, voldoende lengte en voldoende volume in het middenschip. Het volume is nodig voor liftend vermogen om in de golven droog te varen. Gebruik Naast lokale toertochten worden wherries ook ingezet tijdens instructie, en meegenomen op botenwagens om deel te nemen aan marathon- en toertochten elders en vormen daarmee een categorie met een breed toepassingsgebied. In de beleving van wherry-roeiers tellen in tegenstelling tot de andere categorieën niet alleen de roeiplaatsen maar ook de stuurplaatsen mee: men is immers samen op weg en wisselt regelmatig van roei- en stuurplaats. Vandaar dat genuanceerd naar Roeiplaats-cijfers gekeken moet worden. Piekmomenten Tijdens onze gasten- en toertochten kunnen er piekmomenten ontstaan; in dat geval kunnen ook de dubbel-wherries van de SGD&O ingezet worden. Tevens kan worden teruggevallen op de wherries uit de historische vloot. Ook op dinsdagmiddag, dinsdag- en woensdagavond (vnl. Wantij-tochten) en doochtend (de zg. Open groep 11, met 25+ deelnemers, roeiend in Wherries en C- Materiaal) wordt regelmatig gebruik gemaakt van wherries. Een ander belangrijk piekmoment is het Rondje Dordt, waar zowel de kunststofboten als de wherries uit de historische vloot worden ingezet. Voor deze piekmomenten worden vrijwel uitsluitend dubbel-wherries ingezet. 11 van Hans de Vos Bldz. 16 van 30

17 5.1.2 Overzicht wherryvloot In het overzicht zijn ook andere typen zoals de Jan Wijers en de Rob opgenomen; de Rob is uit de vaart. Bij de afvaarten worden sinds 2015 ook de toer- en gastentochten geregistreerd. Het gemiddelde aantal afvaarten per jaar in deze categorie bedraagt 1164 over de laatste 5 jaar Single-wherries Uit het overzicht blijkt dat er 6 historische en 1 kunststofwherry (Sneepkil ) zijn. Kunststof (single-)wherries zijn nuttig voor het instructieroeien, het sparen van de houten wherries en het vergroten van het aantal zitplaatsen in de wherryvloot. Ook het transporteren van een kunststof (single-)wherry op een botenwagen hoort beter tot de mogelijkheden dan met een houten boot. De in 2009 aangeschafte Sneepkil voldoet gezien het aantal afvaarten uitstekend, het totale aantal houten single-wherries is gezien de afvaarten aan de ruime kant, temeer daar dit type in tegenstelling tot de dubbelwherries nauwelijks voor piekmomenten en toertochten elders wordt ingezet Dubbel-wherries Er zijn 6 kunststof wherries; daarnaast zijn er wherries van de SGD&O en de houten wherries van de historische vloot voor algemeen gebruik beschikbaar. In een aantal historische wherries wordt nog incidenteel geroeid. Met de komst van de kunststof-wherry Merwede hebben we een moderne wherry in de vloot gekregen die geschikt is voor de grote rivieren. Deze Kelten-wherry heeft een goed lijnenplan waarvoor een nieuwe mal is gemaakt. Zodoende is een gladde huid ontstaan. Als hightech boot is de Merwede vanwege zijn snelheid populair bij marathonroeiers. Voor veel roeiers is gezien hun leeftijd de binnenschaal echter niet ideaal. Deze zit in de weg bij het wisselen of het plaatsen van de bagage. Ook overgekomen water blijft erop staan. Bij de in 2012 aangeschafte kunststof wherry van Wiersma (Sliedrecht) zijn deze euvels verholpen; uit de afvaarten blijkt dat deze wherry erg populair is. Bldz. 17 van 30

18 De Dordrecht en de Papendrecht zijn destijds door R.V. Cornelis Tromp ontwikkeld. Er werd een mal getrokken van een bestaande overnaadse wherry. De lijnen zijn echter niet optimaal: de boten lopen niet goed door. De Zwijndrecht loopt beter, maar is ook wat smaller. Voor deze boot is door Busman destijds een nieuwe mal gemaakt Bepaling Wensvloot voor Wherries Op basis van de afvaarten en de toegenomen levensduur door preventief onderhoud is de wensvloot voor dubbelwherries op 6 kunststof dubbelwherries gesteld. Gezien het aantal afvaarten in recente jaren bestaat de wensvloot voor singlewherries uit 2 boten; de behoefte voor de komende jaren wordt lager ingeschat. 5.2 C-Materiaal Overzicht Instructievloot Het C-materiaal wordt intensief gebruikt voor instructie. Naast jeugdroeien is er ook de groepsgewijze instructie voor volwassenen. Dit laatste neemt een steeds grotere plaats in. Het vindt plaats op meerdere momenten in de week met verschillende groepen. De groepsgewijze instructie heeft veel positieve elementen, zoals het elkaar helpen, elkaar instructie leren geven, roeien leren in verschillende boottypen en ploegvorming. De grotere sociale samenhang leidt er toe dat men langer blijft deelnemen. Dit kan wel eens gunstig blijken te zijn voor het behoud van leden. Bldz. 18 van 30

19 Voor de instructie zijn 4 scull-geriggerde C4-en wel genoeg. Voor het boordroeien zijn één à twee boordgeriggerde C4-en wenselijk. Instructie voor het boordroeien gebeurt meestal vanuit de C4x direct in de C4+. De overnaadse twee (Ov2+) wordt nog maar weinig gebruikt, hooguit voor instructie; hiervoor wordt de Devel 12 uit de Historische Vloot ingezet. Er lijkt voorlopig geen behoefte aan een moderne, gestuurde C2+. Ook de Jan Wijers uit de Historische Vloot wordt voor instructie van beginnende boordroeiers ingezet. Voor de meer gevorderde boordroeiers is er de Hollands Diep (8+) Voor de instructie zijn er ook voldoende wherries. In 2011 zijn een aantal extra karretjes gebouwd voor wherries en C-boten. Deze dienen als wisselkarretjes voor het naar buiten brengen van de boten. Voor groepsgewijze instructie is het van belang dat boten vlot te water gelaten worden C-vieren C-vieren worden intensief gebruikt; het gemiddelde aantal afvaarten is gegroeid naar ruim 1000 afvaarten per jaar. Er lijken nauwelijks piekmomenten te zijn: bij (te) grote aandrang wordt ook in de dubbel-8 geroeid. Een C4 wordt vaak geroeid als drie met stuurman of als vier zonder stuurman. De nieuwe Johan de Wit (C4x-/C3x+) is vermoedelijk daarom de C4 met de meeste afvaarten. Dit laatste is ook de reden dat de wensvloot is uitgebreid naar twee boten van dit type in plaats van een normale C4x+. Omdat een C4x- /C3x+ minder lang is dan een gewone C4x+ past deze op de kleine botenwagen en is dus makkelijker mee te nemen. Uitgaande van de ervaringsregel van ca. 200 afvaarten per boot zouden we met 5 C-vieren kunnen volstaan in de wensvloot. Voor instructiedoeleinden zijn 2 boord-geriggerde C4+ 13 wenselijk. Gezien het aantal afvaarten is de wensvloot daarom gesteld op 4 scullgeriggerde (2 maal C4x+, 2 maal C4x-/C3x+) en 2 boordgeriggerde C4-en. 12 Ook de Rob uit de Historische Vloot kan hiervoor worden ingezet; deze is bij gebrek aan belangstelling uit de vaart genomen. Als de Rob, de Devel en de Jan Wijers tzt niet meer voor instructie ingezet kunnen worden moet de behoefte opnieuw bekeken worden 13 sommige C4x+ typen zoals de Prins Bernhard kunnen ook worden omgeriggerd naar een boord C4+ Bldz. 19 van 30

20 5.2.4 Zeevier In de visie staat Wij hoeven het experiment niet te schuwen (een zee-vier) maar er zal op lange termijn emplooi voor zo n boottype moeten zijn om het type te behouden. Er wordt regelmatig deelgenomen aan (buitenlandse) evenementen door een groep van ca. 20 leden. Hierdoor wordt de Dordtsche ook buiten Dordrecht op de kaart gezet C-tweeën en C-drieën (C2x, C2x+, C3x, C2+) De in de laatste jaren aangeschafte C2x+/C3x boten (Prinses Margriet, Prins Hendrik en Maartensgat) blijken door hun flexibiliteit goed te voldoen. Sinds jaren is de Prinses Margriet de boot met de meeste afvaarten. De nieuwste C3x ( Maartensgat) heeft een langere waterlijn (lengte is snelheid), van belang voor het langeafstandroeien, m.n. de Elfstedentocht. Binnen onze vereniging worden de boten vaak als C3x- gevaren. Sommige ploegen zitten tegen de rompsnelheid aan. Een boot met een langere waterlijn roeit dan beter. Van de C2x-en blijkt de Flip Koopman nog maar weinig gebruikt te worden; bij elkaar zijn er ca. 300 afvaarten per jaar voor dit type. Gezien het aantal afvaarten in deze boottypes blijft het aantal boten in de wensvloot op drie (3) C2x+/C3x en voorlopig drie C2x staan C-éénmansboten (C1x, D1x) Gezien het aantal afvaarten van gemiddeld 91 per jaar voor de C1x-boten zijn er voldoende boten van dit type. Bij instructie komen weleens piekmomenten voor; dan worden de oefenskiffs ingezet. De boten zonder afvaarten zijn uit de vaart genomen. Bldz. 20 van 30

21 5.3 Fasering Glad Materiaal Gladde skiffs Er zijn 29 skiffs, waarvan 9 Jeugd-skiffs, 5 A-skiffs, 11 B-skiffs 14 en 4 overnaadse skiffs (die nog nauwelijks gebruikt worden): Tot de categorie A-skiffs behoren de meestal duurdere wedstrijdskiffs (Hudson, Stämpfli), die na intensief gebruik worden doorgeschoven naar de categorie B- skiffs; hierin zitten ook de goedkopere skiffs van Chinese makelij (Swift) waarvan bv de Leonardo heel goed voldoet in het lichte segment. In 2013 is de Aimabel voor de zwaardere roeiers toegevoegd en de Paraplu (licht) afgestoten. Hiermee zijn per gewichtscategorie 2 skiffs in de A-categorie (incl. de Leonardo) beschikbaar. Uit de afvaartencijfer blijkt een licht dalende trend: men geeft blijkbaar de voorkeur aan samen roeien. Jeugd-skiffs Het relatief grote aantal (9 licht-, 5 middengewicht) oefenskiffs is vooral bedoeld om pieken tijdens instructie aan de jeugd op te vangen. In deze categorie zijn 4 skiffs betrekkelijk nieuw; de overige 10 skiffs zijn wat ouder. De middengewicht (Hasle-) skiffs worden voorlopig gehandhaafd voor groeps-instructie en voor het oefenen van omslaan en weer in de boot klimmen. Gewichts categorieën Voor het optimaal afstemmen van de vloot op onze leden is inzicht in de gewichtsverdeling bij deze boten van belang: boten gericht op zwaardere roeiers 14 Ook 3 oudere houten skiffs: de Ebbo van Wezenbeek, de Henk Brandt en de Oranje Bldz. 21 van 30

22 zijn zwaarder en doorgaans hoger. Lichte(re) roeiers roeien daardoor minder prettig (want instabieler door de hoge afstelling) en snel in dergelijke boten. Uit bovenstaande grafiek (2013) blijkt de gewichtsverdeling van de leden die het meest in glad materiaal roeien. Het blijkt dat het merendeel tot de middencategorie behoort, voor zware roeiers gelden evenwel beperkingen: zie hiervoor de discussie over 5.5 Zware roeiers. Uit de afvaartencijfers lijkt een verdeling van 2 lichte, 2 midden en 2 zware skiffs voldoende. Wedstrijdskiffs - Visie De gebruikintensiteit in de wedstrijdvloot blijkt onderhevig aan grote schommelingen. Voor de enkele toproeier die zo af en toe langs komt (4 roeiers in 20 jaar tijd) lijkt het daarom niet zinvol hier structureel rekening mee te houden. Bovendien zullen toppers vermoedelijk uitwijken naar het Regionale Trainingscentrum in Rotterdam of Amsterdam. Vandaar dat met ingang van 2014 alle gladde boten tot de recreatievloot worden gerekend. Er kunnen natuurlijk wel wedstrijden mee gevaren worden. Bij meer jeugd komen er naar verwachting ook meer wedstrijdroeiers, maar die hoeven niet allemaal direct in skiffs te roeien. Bij voorkeur beginnen ze in de 4x+, dan de 2x en de echte talenten gaan dan verder in de 1x. Dit is bij ons nog niet gebruikelijk, maar wel de trend in Nederland en financieel gezien veel aantrekkelijker door de grotere bootsspreiding. Dubbel bootgebruik bij wedstrijden is daarnaast ook goed mogelijk, maar hebben wij alleen nog nooit hoeven toe te passen (luxe); twee roeiers/ploegen per boot is zeer gebruikelijk bij andere verenigingen op 2km wedstrijden. Beginnende en gevorderde junioren kunnen prima uit de voeten met de Swifts. Onze ervaringen met Swift in de skiffvloot zijn redelijk positief, waarbij de Bldz. 22 van 30

23 Leonardo beter lijkt te voldoen dan de Rhythm and Blues. Mogelijk zorgt de kleinere uitvoering voor een grotere stijfheid. Uit het overzicht blijkt dat de meeste afvaarten in categorie A zitten; de skiffs uit die categorie kunnen later doorschuiven naar cat. B; gezien de dalende trend bij skiff-afvaarten is daarom het aantal gladde skiffs in de wensvloot verminderd van 11 naar 10: 5 A-skiffs en 5 B-skiffs Gladde tweeën en drieën De Prinses Alexia en de Prinses Amalia hebben dezelfde romp en zijn geschikt voor middengewicht roeiers. Beide boten kunnen door middel van risers onder de riggers geschikt gemaakt worden voor zwaardere roeiers. Dit is echter niet ideaal; daarom is in 2016 de Prinses Ariane voor de zwaardere roeiers aangeschaft. De Terts (3x) blijkt gezien de afvaarten een schot in de roos; niet onvermeld mag blijven dat deze boot in2014 is aangeschaft op initiatief van leden. De geplande aanschaf van een nieuwe dubbeltwee is destijds verschoven naar De En Avant (2-) is nog steeds in gebruik door lichtere en damesroeiers. Ook de gestuurde boord-twee (een uniek exemplaar) wordt nog wel eens gebruikt voor geavanceerde boord-instructie Gladde vieren Overzicht De 3 laatst aangeschafte Hudson-vieren kunnen zowel boord- als scull worden geriggerd; met bijbehorende riemen. Achtergrond Het gebruik van gladde vieren binnen onze vereniging verschuift: C-roeiers roeien steeds vaker ook in glad materiaal. De gladde vier is binnen onze vereniging voor de ene roeier een boottype om met een ploeg op een hoog sportief niveau te roeien en voor de andere roeier een prachtige uitdaging. Regelmatig wordt er door onze roeiers en roeisters in de vier wedstrijd geroeid, meestal op club/competitieniveau; hier wordt altijd gestuurd gevaren. Bldz. 23 van 30

24 Ook voor het verbeteren van de roeitechniek voor gevorderde roeiers is de gladde vier zowel scull- als boordgeriggerd de perfecte leermachine. De boot stelt namelijk hoge eisen aan het ploegroeien. Het is een moeilijk boottype, nog moeilijker eigenlijk dan de acht, maar als het goed gaat worden de roeiers beloond met een aansprekende snelheid. Ook is de boot nog klein genoeg, zodat de roeier nog goed merkt wat zijn/haar individuele invloed is. Belangrijk is dat de boot van goede kwaliteit is, snel is en toch relatief makkelijk roeit. Moderne materialen maken deze soms tegengestelde kwaliteiten mogelijk. Aansprekende vieren De afgelopen jaren zijn diverse vieren aangeschaft. In 2011 is een Hudson vier voor een roeiersgewicht van 59-79kg aangeschaft met vleugelriggers 15 (zowel boord als scull 16 ) en voorin liggende stuur. De boot is licht, stijf, vaart erg goed, is stabiel en makkelijk. Een boot met stuurplaats voorin is sneller omdat het gewicht van de stuur laag ligt; de boot kan ook zonder extra gewichten ongestuurd gevaren worden. Door een schenking van de Vrienden zijn we in staat geweest in 2012 een nieuwe Hudson vier aan te schaffen, met als voornaamste doel instructie voor de jeugd. Vandaar dat gekozen is voor een achterinzittende stuurman. Inmiddels heeft vooral de jeugd er al op talloze wedstrijden mee geroeid. We moeten er wel voor zorgen dat er voldoende boten in de vloot zijn met de stuurplaats achterin. De gladde vier wordt immers ook gebruikt bij de voortgezette instructie, waarbij de coach vanaf de stuurplaats coacht. In 2015 is een ongestuurde vier aangeschaft om ook op kortbaanwedstrijden deel te kunnen nemen. Bovendien wordt bij ons voornamelijk ongestuurd gevaren in de vieren. Via crowdfunding binnen de Club8 zijn voor deze boot ook boordriggers aangeschaft. De Amstel is door de onderhoudsploeg compleet gerenoveerd waardoor deze vier weer volledig inzetbaar is voor instructie, trainingen en zelfs wedstrijden Achten Er zijn nu twee achten in de vloot waarmee we goed op wedstrijden kunnen uitkomen. De vorming van meerdere ploegen is een stuk makkelijker geworden. Eind 2013 is de Swindrecht met scull-riggers uitgerust. Hierdoor kan deze worden ingezet tijdens jeugdinstructie en bij Jeugd-regio wedstrijden. Ook andere recreatieploegen blijken belangstelling te heben, getuige het aantal afvaarten. Of dit zo blijft zal moeten blijken: feit is dat ook andere verenigingen een Dubbel-acht hebben aangeschaft. De Hollands Diep is dankzij het toegankelijke karakter van belang voor ploegen die in het kader van de voortgezette instructie bezig zijn met boordroeien. Of we in de toekomst de Hollands Diep samen met de Swindrecht vervangen door één nieuwe boot zal moeten blijken uit de afvaarten en dan geldende 15 De vleugelriggers bieden het voordeel dat de constructie van de boot eenvoudiger gehouden kan worden. Er zitten bijvoorbeeld geen spanten in de boot. Het komt het gewicht en de stijfheid ten goede 16 In principe worden vieren altijd aangeschaft met boord- en scullriggers t.b.v. optimale flexibiliteit Bldz. 24 van 30

25 inzichten. Deze nieuwe boot wordt dan de eerste acht, en de Kraaijeveld van Hemert wordt ingezet voor voortgezette instructie 17 en als tweede wedstrijdacht. 5.4 Jeugd Materiaal Overzicht De wat langere/zwaardere jeugd vaart regelmatig in de normale gladde 2x, waardoor de behoefte aan nog een speciale jeugd 2x is afgenomen; in de wensvloot blijft 1 jeugdtwee staan Gezien de aard van en het geringe gebruik en de staat van het materiaal is de aanschaf van een nieuwe Jeugdskiff voorlopig uitgesteld. 5.5 Zware roeiers Deze categorie roeiers loopt door de verschillende bootscategorieën heen. Een klein aantal roeiers heeft nl. een dermate groot postuur dat ze niet in alle boten kunnen roeien. Hun grotere gewicht zorgt voor extra inzinking van de boot in het water waardoor er water over het taft gaat spoelen en de roeier klem komt te zitten met de riemen. Eigenlijk is de hele maatvoering meestal te klein. Het probleem is dat het aantal afvaarten in deze categorie niet groot is waardoor het moeilijk is daarvoor te investeren. Toch moet er in verschillende boottypen wel een minimum zijn aan boten die geschikt zijn voor zware roeiers. In de wherries en C-materiaal is het probleem niet zo groot. De extra inzinking door het grotere gewicht is minder groot door het volume van de boot. Wel is de dolhoogte belangrijk. De dolhoogte kan in veel gevallen door de roeier zelf worden versteld door de opklikringen op de dolpen. Als dit niet toereikend is, wordt bekeken of langere dolpennen gemonteerd kunnen worden. Het streven is om zo veel mogelijk boten uit te rusten met opklikringen op de dolpennen. Binnen de vereniging moeten ook zwaardere roeiers aan hun trekken komen. Daarom zijn er drie boten in de gladde skiffvloot: de Aimabel, Ster & Kroon en Sura. In 2016 is ook een gladde twee voor de zwaardere roeiers aangeschaft. 17 Door zijn tolerante vaareigenschappen is de Kraaijeveld van Hemert hiervoor zeer geschikt Bldz. 25 van 30

26 6 Vervangingsschema Wensvloot 2016 Hierin zijn de verschillende faseplannen over elkaar gelegd, waarbij zoveel mogelijk grote investeringspieken zijn weggeschoven. De berekening is gebaseerd op het beginjaar 18 van de investering en de prijzen, aantallen boten en de technische levensduur per type uit de Wensvloot. Het resultaat is een overzicht van welke investeringen in welk jaar verwacht worden voor welke boten. Jaarlijks kan deze exercitie met voortschrijdend inzicht herhaald worden om het investeringsplan te actualiseren. Het recent aangeschafte of verkregen materiaal is groen gemarkeerd; in totaal zijn sinds roeiboten, 1 coachboot, 1 botenwagen en 2 ergometers aangeschaft. Waarde van de Vloot De nieuwwaarde van de huidige vloot, exclusief het historisch materiaal, riemen, ergometers en coachboot is ongeveer 700k. Deze vloot is op basis van dagwaarde 19 verzekerd voor ongeveer 360K. 6.1 Financiering van de Wensvloot <Hier komen de resultaten uit het overleg van de werkgroep Financiering Kernactiviteiten>. 18 Het jaar waarin de eerste boot van de cyclus wordt aangeschaft 19 de taxatie in 2010 van Crawford & Company (Nederland) BV Bldz. 26 van 30

27 7 Botenbestand 2016 (versie 2016 v2.1) Bldz. 27 van 30

28 Bldz. 28 van 30

29 Overzicht Privé Boten Overzicht Roeiboten SGD&O Bldz. 29 van 30

30 8 Overzicht Bootstype, Aanschaf en Levensduur De levensduur (en ook het begintijdstip van de investering) zijn de knoppen waaran gedraaid kan worden wanneer bv de uitgaven aangepast moeten worden. Bij glad materiaal wordt ook vaak een demo-model aangeschaft. Bldz. 30 van 30