Reglement van Orde DDS

Transcriptie

1 Reglement van Orde DDS INHOUDSOPGAVE ROEIREGELS... 2 MATERIAAL... 4 WEDSTRIJDREGELS... 4 LOODSREGELS... 6 Reglement van Orde De Delftsche Sport 13 mei 2017 pagina 1 van 6

2 ROEIREGELS Artikel 1. Reserveren 1. In het reserveringssysteem kan een roeier of ploeg een boot reserveren (zie 2. Dit mag maximaal 1 week van te voren, voor maximaal 1 boot tegelijk onder de eigen naam, en voor maximaal 2 uur achter elkaar. 3. Indien een roeier of ploeg niet binnen een kwartier na de gereserveerde tijd in de boot zit, vervalt de reservering. 4. Deze regels gelden ook voor de ergometers. Ergometers mogen echter slechts voor anderhalf uur afgeschreven worden. 5. De trainingstijden voor de ergometers worden in blokken ingedeeld, om te zorgen dat zoveel mogelijk mensen er gebruik van kunnen maken. De ergometers mogen van maandag t/m vrijdag niet over de grenzen 19:00 en 20:30 afgeschreven worden. Dit houdt in dat:... 19:00 Hier mag altijd afgeschreven worden 19:00 20:30 Hiertussen mag afgeschreven worden 20: Na half negen mag altijd afgeschreven worden. Op deze regels zijn de volgende uitzonderingen van toepassing: 6. Instructeurs van de basisproef- en jeugd-instructie mogen langer dan 1 week van tevoren boten afschrijven voor de instructie. 7. Het reserveren van een boot voor een proef, toertocht of wedstrijd mag langer dan een week van te voren gebeuren. 8. Voor wedstrijden, toertochten en voor het trainen voor marathonwedstrijden mag een boot voor langer dan 2 uur achter elkaar door 1 roeier/ploeg gereserveerd worden na toestemming van het bestuur. 9. Roeiers die zich voorbereiden op wedstrijden mogen de ergometer, indien nodig, voor langer dan anderhalf uur reserveren, maar niet langer dan nodig is. Artikel 2. Vaarregels 1. Er geldt een VAARVERBOD (voor het gehele roeiwater!) indien het stoplicht op de website op rood staat en/of er sprake is van omstandigheden waarbij roeien niet verantwoord is zoals aangegeven bij het stoplicht op de website. Het instellen van het stoplicht wordt gedaan door het bestuur op advies van de veiligheidscommissie. Bij het stoplicht op de website staan de geldende regels voor een vaarverbod vermeld. In overige gevallen kan het bestuur een vaarverbod opleggen dat duidelijk zichtbaar wordt gemeld. Tevens kan het bestuur vaarverboden voor een deel van het vaarwater opheffen, indien de situatie dat toestaat. Ook dit wordt duidelijk zichtbaar gemeld. Indien er geen vaarverbod geldt dienen roeiers naar eigen inzicht het gevaar van de omstandigheden in te schatten en zelf een beslissing te maken of ze gaan roeien of niet. 2. Op het water geldt het Binnenvaart Politie Reglement (BPR). Dit geldt dus ook voor ons. De hoofdregel daaruit is: Gevaar voor personen of materiaal dient te allen tijde voorkomen te worden. Dit reglement ligt in de barruimte ter inzage. Een goed en leesbaar overzicht van de regels en specifieke aandachtspunten voor veilig roeien op ons roeiwater is te vinden in het DDS-document "Veilig roeien op de Schie rondom Delft." Een exemplaar hiervan is in te zien in de barruimte, te verkrijgen via de commissaris instructie en digitaal via de DDS-Website ( 3. Er geldt een goed gebruik dat men niet rond maakt vóór het vlot. 4. Er mag niet geroeid of gestuurd worden door personen die onder invloed zijn van alcohol of drugs. 5. De stuurman (in een gestuurd nummer) of boegroeier (in een ongestuurd nummer) dient over een goed gezichtsvermogen te beschikken. Artikel 3. Roeiproeven 1. De voor een boot vereiste proeven staan vermeld in het reserveringssysteem. In sommige boten mag alleen geroeid met een toewijzing. Er mag, volgens HR artikel 12, alleen geroeid worden in een boot waarvoor ten Reglement van Orde De Delftsche Sport 13 mei 2017 pagina 2 van 6

3 minste ¾ deel van de roeiers in de ploeg de bij die boot behorende proef heeft. Bij gestuurde nummers kan hiervan worden afgeweken, maar moet tenminste de helft van de roeiers de bij die boot behorende proef hebben, terwijl de overige roeiers niet meer dan één proef lager bezit. Op deze regel zijn de volgende uitzonderingen van toepassing: 2. Basisproef instructie onder leiding van een door de commissaris instructie aangestelde instructeur in boten waarvoor eigenlijk de basisproef vereist is. 3. Door de commissaris instructie kan dispensatie worden verleend aan nieuwe leden die elders hebben leren roeien om te oefenen voor een proef. Deze dispensatie is maximaal 2 maanden geldig. 4. Toewijzingen, gedaan door de wedstrijdcommissaris. Artikel 4. Stuurproeven 1. Om te mogen sturen moet de stuurman de voor die boot benodigde proef hebben (HR artikel 12). Voor het sturen van C-materiaal (ook C4-en) en wherries is de Basisproef nodig. uitzondering: basisproef instructie onder leiding van een door de commissaris instructie aangestelde instructeur. Voor gladde vieren is Sp4 nodig. Voor achten is Sp8 nodig uitzonderingen: de commissaris instructie kan dispensatie geven aan stuurlieden die willen oefenen voor een stuurproef. Artikel 5. Proefafname 1. Proeven worden afgenomen door de proevencommissie volgens het daarvoor geldende proevenreglement. 2. Een overzicht van de proefeisen is te verkrijgen bij de commissaris instructie, in te zien in de klapper in de barruimte en op de website. 3. Voor jeugd en junioren geldt een alternatief proevensysteem, waarbij de volgende gelijkstelling geldt met de seniorenproeven: De proeven J-A, J-C, J-D en J-E tezamen gelden als Basisproef Indien hierbij J-F behaald is geldt dat het jeugd- of juniorlid S1 heeft Indien hierbij J-I behaald is geldt dat het jeugd- of juniorlid S2 heeft 4. Proef-kandidaten worden door hun instructeur opgegeven voor een proef en moeten zelf zorgen dat een geschikte boot is gereserveerd en (voor stuurproeven) dat een roeiploeg beschikbaar is. Kandidaten voor een boordroeiproef dienen zelf voor een partner te zorgen van gelijkwaardig of hoger niveau. 5. Het reserveren van een boot voor een proef mag langer dan een week van te voren gebeuren. Artikel 6. Junioren en jeugd 1. Onder leiding van door de commissaris jeugd/junioren aangestelde instructeurs, op door hem/haar vastgestelde tijden, mag door jeugd en junioren geroeid worden in boten t/m S1/B1 niveau, ook indien de benodigde proeven nog niet in het bezit zijn. 2. Voor overig bootgebruik en voor sturen door jeugd- en juniorleden geldt het algemene proeven- en toewijzingen systeem. 3. Juniorleden mogen zelfstandig roeien vanaf het kalenderjaar dat zij 15 jaar worden, indien zij over de benodigde proeven (J-I (S2)) of een botentoewijzing beschikken en de ouders toestemming hebben gegeven (met schriftelijke melding daarvan door de ouders aan het bestuur). Jeugdleden (die de leeftijd van 15 niet gaan bereiken in het huidige kalenderjaar) mogen niet zelfstandig roeien. Voor het sturen door junioren met SP4 en SP8 geldt hetzelfde: dit mag zonder coach vanaf het jaar dat ze 15 worden en indien toestemming is verleend door de ouders. Toestemming van het bestuur is noodzakelijk indien een roeier zelfstandig in een boot wil varen waar hij of zij de proeven niet voor heeft. Jeugd/junioren die zelfstandig mogen varen worden kenbaar gemaakt op het bestuursmedelingenbord. Reglement van Orde De Delftsche Sport 13 mei 2017 pagina 3 van 6

4 MATERIAAL Artikel 7. Boten 1. Wees zuinig op de vloot. 2. Er zijn vele regels voor het omgaan met boten op te stellen. Enkele worden hier gegeven. Boten (ook skiffs!) worden nooit door 1 persoon getild. Dit is in verband met de beperkte loodsruimte en de grote kans op schade bij het stoten tegen andere boten en harde voorwerpen. Laat een boot nooit met de kiel over het vlot glijden. Als een boot te zwaar voor je is: vraag extra mensen om te helpen tillen! Gladde vieren en tweeën uit de nieuwe loods worden zijwaarts in het water gelegd. Achten, overnaadse- - vieren mogen ook dwars op het vlot in het water gelaten worden. Uit de oude loods kunnen alle boten, behalve de skiffs, dwars op het vlot te water worden gelaten. De boot wordt op de aangegeven plek terug gelegd en met het puntje in de goede richting. Bijna alle boten liggen met de boegbal naar binnen. In de loods wordt de boot zo goed mogelijk schoon gemaakt, inclusief slidings, en worden de ontluchtingsluikjes geopend. Inspecteer de boot op schades en gebreken en meld deze via het reserveringssysteem. Bankjes, riemen en overige toebehoren worden op de daarvoor aangegeven plek opgeruimd. Artikel 8. Riemen 1. Er mag alleen in een boot geroeid worden met de riemen die er door de materiaalcommissaris aan zijn toegewezen, zie de riemenschema's in de loodsen. 2. De riemen worden buiten altijd neergelegd op de daarvoor aangegeven plaatsen (en nooit staand neergezet). Koolstofbladen worden met de bolle kant naar onder gelegd, houten bladen met de bolle kant naar boven. Bladen worden nooit op het rooster gelegd, ook niet wanneer de riemen in de boot zitten. Artikel 9. Schade en slijtage aan boten 1. Schade of slijtage aan boten wordt direct gemeld in het reserveringssysteem door op de bootnaam te klikken en het schadeformulier in te vullen. Bij grote schades of aanvaringen waarbij derden betrokken zijn dient de roeier direct contact op te nemen met de commissaris materiaal of één van de andere bestuursleden. 2. Om zorgvuldig materiaalgebruik door leden te bewerkstelligen, geldt een beperkt risico per schadegeval. Zie het Huishoudelijk Reglement (artikel 10) voor details. 3. Het bestuur stelt de daadwerkelijke hoogte van het gedeelte dat voor rekening komt van de roeiers vast (met een maximum van het in het HR genoemde eigen risico), en zal dit schriftelijk mededelen aan de roeiers. Artikel 10. Incidenten 1. Alle incidenten in of rond ons clubgebouw of op het water waarbij gevaar is (geweest) voor mens of materiaal dienen te worden gemeld via een incidentenformulier. WEDSTRIJDREGELS Artikel 11. Deelnemen aan wedstrijden 1. Onder 'wedstrijden' vallen alle nationale evenementen die genoemd staan op de website van de KNRB (jeugdwedstrijden, regiowedstrijden, ROWs, nationale wedstrijden, klassementen). 2. Ploegen/roeiers die wedstrijden willen starten dienen zelf via een aan inschrijven@rvdds.nl hun inschrijving binnen de daarvoor aangegeven termijn kenbaar te maken bij de commissaris wedstrijd en/of bij de persoon die op dat moment verantwoordelijk is voor de inschrijving van wedstrijden. Op het ledenportaal staat de termijn aangegeven. Roeiers die aan wedstrijden willen deelnemen, waarvoor een tijdens een sportkeuring verkregen, geldige gezondheidsverklaring, vereist is, dienen deze te bezitten. 3. Alleen de roeiers uit de ploeg betalen voor een wedstrijd, stuur en coach niet. Voor de namen van de roeiers wordt uitgegaan van de namen bij de inschrijving/ . 4. Kosten voor de wedstrijd en het botentransport worden door DDS doorberekend aan de roeiers die hebben deelgenomen aan desbetreffende wedstrijd. DDS vergoedt een jaarlijks bij de begroting vast te stellen deel van Reglement van Orde De Delftsche Sport 13 mei 2017 pagina 4 van 6

5 de kosten voor evenementen die via de wedcie lopen, waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen wedstrijden, danwel roeiers die in training zijn, danwel junioren i.h.a. en alle andere wedstrijdstartende roeiers. Artikel 12 Sportkeuring 1. Jeugdleden zijn verplicht in het eerste jaar dat ze wedstrijdroeien een sportkeuring te ondergaan. Afhankelijk van deze keuring worden zij op advies van de keuringsarts het volgende jaar wederom verwacht. Bij geen problemen kunnen zij het jaar daarop volstaan met het invullen van een vragenlijst, welke door de arts zal worden beoordeeld. Een sportkeuring hoeft bij de groep zonder problemen slechts eenmaal per twee jaar gedaan te worden. Wanneer jeugdleden intensief gaan trainen (4 à 5 keer per week) zal in het eerste jaar dat deze intensieve training gestart wordt een uitgebreidere sportkeuring inclusief ECG en fietstest bij een Sport medisch Arts gedaan worden. Deze keuring vervangt eenmalig de DDS -keuring. 2. Volwassenen wordt aangeraden de regels van de KNRB te volgen. Artikel 13 Toewijzingen voor wedstrijden 1. De wedstrijdcommissaris wijst boten toe aan roeiers/vaste ploegen voor het varen van wedstrijden en de voorbereiding hiervoor. De wedstrijdcommissaris kan hierbij in overleg treden met de materiaalcommissaris. Gestreefd wordt een ploeg geen boot van een proefcategorie toe te wijzen die meer dan 1 proef hoger ligt dan het proevenniveau overeenkomstig artikel 3, lid 1. Om in aanmerking te komen voor een toewijzing dient de roeier/ploeg een vaarplan in te dienen bij de wedstrijdcommissaris. Toewijzingen kunnen mede gebaseerd worden op roeiprestaties of trials. Toewijzingen worden bekend gemaakt. 2. Een aantal boten is speciaal bestemd voor (junioren)wedstrijdroeiers en wordt met voorrang aan hen toegewezen. 3. Een toewijzing geldt tot en met de wedstrijd waarvoor getraind wordt en vervalt direct daarna, tenzij anders vermeld bij de toewijzing. 4. Indien meerdere ploegen in dezelfde boot trainen wordt één ploeg aangewezen die de boot mag afstellen, maar deze ploeg doet dat wel in overleg met de overige ploegen en op aanwijzing van de materiaalcommissaris. 5. Een stuurman van een toegewezen boot moet altijd in het bezit zijn van de voor dat boottype benodigde stuurproef. 6. Zodra een ploeg een training met meer dan 25% invallers vaart vervalt de toewijzing voor deze specifieke training en moet de ploeg in een boot varen waarvoor zij de vereiste proeven in bezit heeft. 7. Indien de toegewezen boot afwezig is in verband een wedstrijdevenement moet de ploeg varen in een boot waarvoor zij (overeenkomstig artikel 3,lid 1) de vereiste proeven in bezit heeft. Artikel 14. Bootgebruik op wedstrijden 1. Roeiers die een boot mogen gebruiken op een wedstrijd moeten er zelf voor zorgen dat de boot wordt afgeschreven in het reserveringssysteem voor de periode dat de boot op transport is. 2. De ploeg zorgt zelf voor afriggeren en opladen en voor het compleet terugkomen van alle toebehoren. 3. Riggers worden bij elkaar gebonden en bij voorkeur zelf meegenomen. Overleg in geval van dubbel botengebruik wie de riggers meeneemt. 4. Indien de riggers meegezonden worden met het botentransport moeten ze duidelijk gemerkt zijn met 'DDS' en de naam van de boot. 5. Bankjes worden per boot bij elkaar gebonden, met de wieltjes naar binnen. Ze worden bij voorkeur zelf meegenomen. 6. Bankjes mogen niet aan de riggers worden gebonden. 7. Op een wedstrijd wordt een boot altijd vastgebonden aan de stelling waarop hij ligt. 8. Na terugkomst zorgt de ploeg ervoor dat de boot afgeladen en direct opgeriggerd, vaarklaar en schoon in de loods komt te liggen. 9. Ploegen die DDS-eigendommen zoals riggers en schragen meenemen naar wedstrijden, zijn er verantwoordelijk voor dat deze eigendommen na de wedstrijd weer terugkomen op DDS. 10. Boten kunnen alleen worden uitgeleend met toestemming van de commissaris materiaal, de wedstrijdcommissaris of, bij onbereikbaarheid van beiden, een ander bestuurslid. Reglement van Orde De Delftsche Sport 13 mei 2017 pagina 5 van 6

6 LOODSREGELS Artikel 15. Toegang en afsluiten 1. Leden die dat willen, kunnen een sleutel van DDS verkrijgen. Het is de verantwoordelijkheid van alle leden om te zorgen dat de gebouwen goed afgesloten worden. De borgsom, genoemd in het artikel, is vastgesteld op 40, De laatsten die het gebouw verlaten (kijk in het het reserveringssysteem, controleer ook de nieuwe loods en werkplaats, de stellingen en de clubruimtes) dienen er zorg voor te dragen dat: alle verlichting in het gebouw (ook de nieuwe loods!) is uitgeschakeld alle ramen en de deur naar de loggia dicht zijn de thermostaten omlaag zijn gedraaid de kachel in de bestuurskamer uitgeschakeld is alle buitendeuren inclusief loodsdeuren zijn afgesloten en/of vergrendeld. Artikel 16. Overig 1. Fietsen zijn niet toegestaan in het gebouw of op de loggia. 2. Gebruik van de brandslang, anders dan in noodgevallen, is verboden. In gevallen waarin de reglementen niet (direct) voorzien, wordt ieder lid geacht in de geest hiervan te handelen. Reglement van Orde De Delftsche Sport 13 mei 2017 pagina 6 van 6