Raadsvergadering. 14 april

Transcriptie

1 1 Raadsvergadering Nummer 14 april Verslag van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bunnik, gehouden op 14 april 2016 om uur in de raadzaal van het gemeentehuis, Singelpark 1 te Odijk. Aanwezig: de heer H.M. Ostendorp voorzitter mevrouw H.R.E. Hofland griffier de heer J. Buzepol mevrouw L. Geerlings CDA de heer P.B.M. Heijmerink Perspectief 21 de heer H.J. Hoitink de heer K.A. Maijer mevrouw H.J. Mourits Perspectief 21 de heer F.A. Schenk mevrouw B.G. Schipper Perspectief 21 mevrouw A.A. van der Stijl Perspectief 21 mevrouw J.T. Sweerts de heer L.N. Vernie CDA mevrouw H.J. Visser CDA de heer A.W. Viskil Perspectief 21 mevrouw N. van der Voort Perspectief 21 Voorts aanwezig: de heer J.J. Eijbersen de heer R.A. Zakee Afwezig: de heer P. Lakerveld wethouder wethouder CDA 1. Opening en voorstemmer De voorzitter opent de vergadering om uur en heet iedereen welkom. Op 29 maart 2016 is de heer Leo Hokke overleden. Hij was raadslid voor het PAK (een samenwerking van de PvdA, D66 en de PPR) in de periode van 1978 tot 1986 en hij was wethouder in de periode van 1982 tot Spreker citeert de kaart: "Het was mij een waar genoegen". Hij heeft contact gehad met de familie en heeft afgesproken dat door middel van een mededeling bij het overlijden van de heer Hokke zou worden stilgestaan. De heer Lakerveld is met kennisgeving afwezig. Spreker heet met name de studenten van de Hogeschool Utrecht welkom. Door loting wordt de heer Hoitink als voorstemmer aangewezen. 2. Vaststelling agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Vaststelling notulen raadsvergadering 24 maart De notulen van de raadsvergadering van 24 maart 2016 worden ongewijzigd vastgesteld.

2 2 4. Ingekomen stukken en mededelingen van het college Er zijn geen vragen of opmerkingen naar aanleiding van de ingekomen stukken. Wethouder Eijbersen deelt mee dat de gemeente afgelopen week een brief van de provincie heeft ontvangen over de stand van zaken van de huisvesting van statushouders. De provincie constateert dat Bunnik op schema ligt en dat de taakstelling van 2015 is gehaald. Ook voor 2016 ligt de gemeente op schema. Wethouder Zakee vindt dat Bunnik trots mag zijn dat de Energiegroep Bunnik in het kader van "U-Thuis" de prijs voor het beste energie-initiatief van de provincie Utrecht in ontvangst mocht nemen voor de actie "Heel Bunnik Isoleert". T De voorzitter vraagt wethouder Zakee de felicitaties van de gemeenteraad over te brengen aan de initiatiefgroep. Hij laat weten dat op 13 april jl. een informatieavond is geweest bij de RID (Regionale ICT- Dienst) over de ontwikkelingen die al in de begroting zijn aangekondigd. Over dat onderzoek wordt 19 april a.s. een collegebesluit genomen. Aansluitend zal hij de raad middels een brief informeren. 5. Korte informatie van gemeenteraadsvertegenwoordigers in besturen van gemeenschappelijke regelingen Er is geen informatie van gemeenteraadsvertegenwoordigers. Debatpunt 6. Onderzoeksrapport en bestuurlijk advies van de Rijksrecherche inzake opdrachtverlening voor de ontwikkeling van Scholeneiland Odijk De heer Hoitink stelt vast dat de raad impliciet wordt gevraagd een oordeel uit te spreken over de handelwijze en besluitvorming van het college in Spreker was op dat moment lid van het college en was dus toen formeel medeverantwoordelijk voor deze handelwijze en besluitvorming. Hij komt daardoor nu in de positie om als raadslid een oordeel uit te spreken over iets waar hij zelf medeverantwoordelijk voor is geweest. Hij vindt het daarom gepast de vergadering te verlaten. De heer Hoitink verlaat de vergadering om uur en neemt plaats op de publieke tribune. Mevrouw Visser wijst erop dat de heer Hoitink als voorstemmer is gekozen, maar nu de vergadering heeft verlaten. Wellicht moet een andere voorstemmer worden gekozen. De voorzitter stelt vast dat door loting de heer Heijmerink als voorstemmer wordt aangewezen. Volgens mevrouw Visser gaan op politiek bestuurlijk vlak een aantal zaken mis in Bunnik. Zij illustreert dit aan de hand van een fictief voorbeeld en neemt de aanwezigen mee naar de Tweede Kamer waar minister Pietersen op het punt staat in debat te gaan met de Kamerleden over een rapport dat is verschenen over een stel treinen die tien jaar geleden zijn aangekocht en slecht blijken te functioneren of het gaat over een deal met een crimineel waar vraagtekens bij staan. Het onderwerp maakt niet uit: het is een kwestie uit het verleden, maar zijn ministerie is erbij betrokken. De sfeer is een beetje gespannen. De Kamerleden zijn benieuwd wat de minister gaat zeggen. Gaat hij de besluiten verdedigen, zeggen dat het niet de schoonheidsprijs verdient maar dat het voor volk en vaderland was, of keurt hij het af en biedt hij misschien zelfs excuses aan? Al deze reacties zijn mogelijk en vormen de verantwoording die hij moet afleggen aan de volksvertegenwoordigers (de Kamerleden) die de regering controleren. Na afloop van de reactie van de minister zullen de Kamerleden hun conclusies trekken en bepalen

3 3 of ze genoegen nemen met de uitleg en of het hun voldoende houvast geeft om de zaak af te sluiten en met vertrouwen de draad weer op te pakken met de minister. Zij gaat terug naar de situatie in Bunnik. Vanavond wordt een rapport besproken over een aanbestedingsprocedure van tien jaar geleden. De Rijksrecherche heeft het onderzocht en de volgende conclusies getrokken: er zijn geen strafbare feiten naar boven gekomen; het besluitvormingsproces rond de aanbesteding en gunning is niet geheel correct verlopen; de aanbestedingscriteria waren niet helder geformuleerd en werden gaandeweg het proces aangepast; er is niet gehandeld volgens het gelijkheidsbeginsel; de motivering van de besluiten is achteraf niet te volgen omdat belangrijke documenten ontbreken. Zij zou hier dezelfde procedure verwachten als ze net heeft geschetst in de Tweede Kamer. Dat betekent dat zij een reactie van het college op het rapport zou verwachten waarin verantwoording wordt afgelegd aan de raad. In dit geval is de verantwoordelijkheid terechtgekomen bij wethouder Zakee. Hij moet het indertijd gevoerde beleid uitleggen, motiveren, verdedigen of afkeuren omdat hij de portefeuille van Ruimtelijke Ordening heeft. Omdat in alle stukken van het college over het rapport tot nu toe niets vermeld staat wat blijk geeft van een dergelijke verklaring of verantwoording is het CDA een zoektocht begonnen naar dit aspect. Het CDA heeft hier schriftelijk en later in het Open Huis mondeling vragen over gesteld aan het college. Gezien sommige reacties op de vragen was niet voor iedereen duidelijk dat dit een zoektocht was. De reactie van het college was als volgt: "Als college hebben wij geen inhoudelijk oordeel over de handelwijze van het college dat in 2005 deel uitmaakte van het gemeentebestuur. Het huidige college was destijds niet politiek of bestuurlijk betrokken bij de kwestie van de opdrachtverlening aan Bimo Bouw B.V. Het is aan de raad om te beoordelen of en hoe politieke verantwoording moet worden afgelegd voor het handelen van het college in kwestie in 2005." Met het geven van deze reacties gaat het college in de fout. Het is nadrukkelijk wel zijn taak om een inhoudelijk oordeel te formuleren en op die manier verantwoording af te leggen. Het college moet de raad voorzien van de informatie die hij nodig heeft om zijn controlerende rol goed uit te kunnen voeren. Zij gaat terug naar Den Haag en stelt zich voor dat de minister tegen de Kamerleden zegt: "Ik was er niet bij tien jaar geleden. Ik weet niet precies wat er speelde. Ik heb er geen mening over. Jullie moeten niet bij mij zijn." Na een dergelijke reactie zouden de Kamerleden minister Pietersen via de kortste weg naar zijn werkkamer sturen zodat hij kon beginnen zijn bureau leeg te ruimen. Zoiets pikken de Kamerleden niet. De heer Heijmerink is van mening dat de fractievoorzitter van het CDA woorden in de mond van het college, en in dit geval de wethouder, legt die nooit zijn gesproken. Hij vindt dit niet correct, ook al wordt de vergelijking gemaakt met een minister die dat zou hebben gezegd. Impliciet wordt gezegd dat de wethouder dat hier gedaan zou hebben, maar dat is helemaal niet zo. Hij vindt dat niet correct. Mevrouw Visser wil eventueel de woorden herhalen van het college in de schriftelijke antwoorden aan de raad, want daarop doelt zij. De woorden van de minister mogen worden vergeten. Door in het antwoord aan het CDA te zeggen dat het huidige college geen inhoudelijk oordeel heeft en dat het aan de raad is om te beoordelen of en hoe politieke verantwoording moet worden afgelegd, laat het college van Bunnik niet alleen zijn taak om verantwoording af te leggen lopen, maar schuift het zelfs af naar de raad. Het is niet aan de raad maar aan het college om vorm te geven aan de verantwoording, zeker als de raad in dit geval het CDA daar nadrukkelijk om vraagt. Het CDA vindt dit een zeer kwalijke zaak. Het kan niet en het CDA accepteert dit niet. Voor de uitleg over een andere kwestie gaat zij naar de actualiteit. Op dit moment loopt er een rechtszaak die is aangespannen tegen een voormalig wethouder in het zuiden van het land. Minister Plasterk mengde zich op Twitter in deze zaak. Dat kwam hem op een reprimande te staan. Het geven van een reactie was fout. Hij had zich inhoudelijk niet mogen uitlaten over een zaak die onder de rechter is. Het gevolg is dat hij nu als getuige wordt opgeroepen en uit moet leggen wat hij bedoelt met zijn twitterbericht over klankborden. In Bunnik gebeurde iets vergelijkbaars. De fractievoorzitter van maakte in 2005

4 4 deel uit van het college waar de Rijksrecherche onderzoek naar heeft gedaan. Zijn verantwoordelijkheid als wethouder is overgegaan op het huidige college, dus hij is niet bevoegd er inhoudelijke uitspraken over te doen in het openbaar. Als raadslid kan hij dat ook niet doen en daarom is de fractievoorzitter nu niet aan tafel. Toch heeft hij in een landelijk ochtendblad een inhoudelijke reactie op dit rapport laten optekenen. Als dit een rechtszaak was geweest, had hij kunnen worden opgeroepen om uit te leggen hoe zijn opmerking tegen de journalist dat er niets onoorbaars gebeurd is zich verhoudt tot de conclusie van de Rijksrecherche dat de besluitvorming van het aanbestedingsproces niet correct is verlopen en hoe zich dat verhoudt tot zijn motto: "betrouwbare overheid". Er is op dit moment geen formele structuur waarin hij een plek heeft om uitleg te geven. Daarom had hij afstand moeten nemen en moeten voorkomen dat hij in deze pijnlijke situatie terecht kon komen. Hij had zich er buiten moeten houden. De heer Buzepol laat weten dat de betrokken persoon is aangesproken door een journalist. Zijn woorden zijn niet overgenomen zoals hij ze heeft uitgesproken. Wat in de krant stond is niet op die manier gezegd. Mevrouw Visser laat weten dat het CDA de kwesties hoog opneemt. Omdat het college zich compleet onzichtbaar maakt, kan de raad zijn controlerende taak niet goed uitvoeren. Zo is er totaal geen houvast om te beoordelen in welke mate dit college zelf hecht aan het correct volgen van procedures en of het het zelf belangrijk vindt dat de regels worden gevolgd. Het CDA vindt het onbegrijpelijk dat er vanuit andere fracties van de coalitiepartijen zo makkelijk over de verantwoordelijke taak van de raad wordt gestapt en dat er tot nu toe geen enkele steun is geweest voor deze basiswaarde van het dualistische democratische bestel. Dit is een dieptepunt van de Bunnikse democratie. Het CDA vraagt het college of het iets wil toevoegen aan de antwoorden op de vragen van het CDA of dat het het idee heeft dat alles wat moest worden gezegd reeds is gezegd. De heer Heijmerink heeft in het Open Huis aangegeven dat het rapport van de Rijksrecherche voldoende openheid geeft en voldoende transparant is om een besluit over te nemen. Hij is het met mevrouw Visser eens dat het college verantwoording hoort af te leggen. Het huidige college staat in de schoenen van de voorgaande colleges. In die zin ondersteunt hij die gedachte. Hij begrijpt niet dat mevrouw Visser steeds zegt dat de Rijksrecherche constateert dat het niet correct is verlopen. Dat is niet wat de Rijksrecherche constateert. De Rijksrecherche constateert dat er verwonderpunten zijn in de procedure. Dat is iets anders dan dat het niet correct zou zijn verlopen. Mevrouw Visser citeert uit het rapport dat het besluitvormingsproces rond de aanbestedingsprocedure niet geheel correct is verlopen. De heer Heijmerink vraagt waar deze zinsnede in het rapport staat. De Rijksrecherche spreekt van "verwonderpunten". Dat is iets anders dan "niet correct". Er is een aanbestedingsprocedure geweest. Er is hier en daar niet goed verslag gedaan van zaken. Dat heeft het huidige college zich aangetrokken en is van zins en van mening dat dit moet veranderen binnen de organisatie. Daarmee is voor P21 de kous af. Mevrouw Visser citeert pagina 1: "De besluitvorming rondom het project Scholeneiland Odijk is naar de mening van de Rijksrecherche niet geheel correct verlopen. Dat geldt met name de vier volgende punten." De heer Heijmerink geeft aan dat daaronder staat: "De hierboven genoemde verwonderpunten worden puntsgewijs uitgewerkt." De heer Buzepol vindt het rapport van de Rijksrecherche klip-en-klaar. Sindsdien zijn er tien jaar verlopen. Er is dossieronderzoek gedaan. Er zijn geen strafbare feiten geconstateerd, maar wel verwonderpunten. Er kan niet goed worden beoordeeld of deze correct of niet zijn uitgevoerd, omdat er documenten niet meer aanwezig zijn. Dit rapport is voor voldoende. hebben het voor kennisgeving aangenomen en steunen de aanbevelingen van de Rijksrecherche van harte.

5 5 Wethouder Zakee erkent dat mevrouw Visser het rechercherapport terecht citeert, waarin staat dat zaken niet geheel correct zijn verlopen en dat er verwonderpunten inzitten. Op de vraag of hij dat met de kennis van nu wellicht anders zou hebben gedaan, heeft hij in het Open Huis op geantwoord dat daarvan kan worden geleerd. Er zijn geen strafbare feiten gepleegd. Met de aanbesteding van Het Burgje wil hij laten zien dat het college heeft geleerd van dingen uit het verleden. Of deze goed of fout zijn heeft hij in het vorige debat gezegd dat hij dat moeilijk te beoordelen vindt. De aanbevelingen van de Rijksrecherche zijn door het college overgenomen. Hij denkt dat daarmee genoeg is gezegd. In de jaren daarna zijn zaken verbeterd. Mevrouw Visser verzoekt om een schorsing. Schorsing van uur tot uur. Mevrouw Visser heeft vragen gesteld en had nadrukkelijk gehoopt dat het college bij monde van wethouder Zakee wel zou zeggen of het goed of fout is geweest wat er is gebeurd. Het CDA neemt dat de wethouder kwalijk en neemt afstand van deze handelswijze van het college. Het CDA neemt afstand van dit raadsvoorstel en zal niet meestemmen. De heer Buzepol wijst op het besluit: "kennis te nemen van het rapport" en constateert dat het CDA dan geen kennis heeft genomen van het rapport. Hij vindt dat vreemd, omdat alleen daarover is gediscussieerd. De voorzitter stelt dat een fractie die geen besluit over een raadsvoorstel wil nemen, de raadzaal moet verlaten. Mevrouw Visser is zich daarvan bewust. De heer Heijmerink probeert het te begrijpen. Het CDA zegt dat het college geen verantwoording aflegt, terwijl het college zegt te onderschrijven wat de Rijksrecherche opschrijft. Legt het college daarmee geen verantwoording af? Mevrouw Visser is van mening dat het college daarmee alleen de conclusies van de Rijksrecherche citeert. Er staat nergens in het stuk: "wij beoordelen" of "wij vinden als college". Dit had van alles kunnen zijn, maar het staat er niet in. De heer Heijmerink geeft aan dat in het rapport van de Rijksrecherche staat "niet geheel correct" en "verwonderpunten". Dat onderschrijft het college. Dus het college vindt het ook "niet geheel correct" wat er is gebeurd. Meer kan het college toch niet zeggen? Mevrouw Visser geeft aan dat in het rapport niet kan staan wat het college vindt. Het CDA had verwacht dat het college zou reageren op de vragen van het CDA. Als dat achterwege blijft, past dat niet in de combinatie van de raad en het college. De heer Heijmerink stelt dat dit een ingewikkeld verhaal is. Het college heeft opdracht gegeven aan de Rijksrecherche om dit onderzoek te doen. Dat is niet niks. De Rijksrecherche bestaat uit mensen die heel serieus met materie omgaan, diep graven, het uitzoeken en er een rapport over schrijven. Het zou dan toch bizar zijn als het college daar afstand van zou nemen of zou vinden dat iets in het rapport niet klopt. Het college onderschrijft het rapport, legt daarmee verantwoording af en geeft toe dat het niet geheel correct is verlopen en dat er verwonderpunten zijn. Hij ziet niet wat het college nog meer zou kunnen doen. Mevrouw Visser wil niet in de richting van het rapport gaan. Het rapport is een gegeven. Het college heeft geen standpunt over het rapport. Het CDA vindt dat niet kloppen. Zij vraagt verder te gaan met de vergadering. De voorzitter heeft de indruk dat partijen niet tot elkaar zullen komen. De antwoorden van het college worden niet ter stemming voorgelegd. De raad wordt gevraagd het onderzoeksrapport van de Rijksrecherche voor kennisgeving aan te nemen en de aanbevelingen in het rapport van de Rijksrecherche te onderschrijven.

6 6 De heer Vernie, mevrouw Visser en mevrouw Geerlings verlaten de vergadering om uur. De voorzitter brengt het raadsvoorstel in stemming en stelt vast dat dit wordt aangenomen met tien stemmen van P21 en voor. De raad van de gemeente Bunnik besluit: 1. Het onderzoeksrapport van de Rijksrecherche voor kennisgeving aan te nemen. 2. De aanbevelingen in het rapport van de Rijksrecherche te onderschrijven. De heer Hoitink, de heer Vernie, mevrouw Visser en mevrouw Geerlings betreden de vergadering om uur. 7. Vragenronde De heer Heijmerink memoreert dat in het najaar van 2015 verkeerstellingen zijn uitgevoerd op de Limesbaan. Men wilde deze tellingen afwachten voordat verdere besluitvorming inzake het autoluw maken van het buitengebied en de ontsluiting van Houten naar het oosten zou plaatsvinden. Begin dit jaar zouden deze besluiten genomen worden, maar het is stil. Ondertussen ontstaan in het buitengebied nieuwe ongewenste verkeerspatronen als gevolg van de aanleg van de Limesbaan. Het meest bijzonder is de situatie op de Binnenweg/Rijsbruggerweg. Door middel van borden is aangegeven dat deze weg verboden is voor autoverkeer maar niemand houdt zich daaraan en er wordt ook niet gehandhaafd. Vanuit Houten wordt nog steeds over de Binnenweg en de Achterdijk naar Utrecht gereden. Onze verwachting is dat de verkeerstellingen op de Limesbaan gaan tegenvallen. Dat is natuurlijk mede het gevolg van het feit dat er verder geen verkeersmaatregelen worden genomen in het buitengebied. De onveilige situatie voor fietsers en wandelaars en de enorme overlast in buurtschap Vechten blijft gewoon bestaan. Deze bestuurlijke onmacht en "laissez faire" is P21 een doorn in het oog en P21 wil aandringen op actie. Wat zijn de resultaten van de verkeerstellingen op de Limesbaan? Kan de raad van Bunnik een afschrift krijgen van de resultaten van deze verkeerstellingen? Hoe staat het met de besluitvorming inzake het verkeer in het buitengebied? Is het college bereid de bevoegdheid van de gemeente Bunnik te gebruiken om de Rijsbruggerweg voor autoverkeer af te sluiten? T Wethouder Zakee onderschrijft dat het langzamer gaat dan gehoopt. In het buitengebied zijn bestuurlijke partners (provincie en gemeente Houten) waarmee de gemeente op goede voet moet blijven. De verkeerstellingen zijn nog niet openbaar, omdat met de provincie en de gemeente Houten wordt besproken wat voor analyse en conclusies aan de tellingen moeten worden gehangen. Spreker is teleurgesteld in de besluitvorming over de oostelijke ontsluiting. Door de provincie waren de verwachtingen gewekt dat eerder besluitvorming dan dit moment zou worden gekregen. Dat is in eerste instantie een gesprek tussen het ministerie en de provincie. Dit duurt langer dan verwacht. Er is actie ondernomen bij de Rijsbruggerweg. Er zijn borden geplaatst dat deze is gesloten voor autoverkeer, maar er gaat nog behoorlijk wat verkeer over deze weg. Handhavingstrajecten zijn moeilijk. Spreker is in gesprek met de gemeente Houten over eventuele maatregelen en wie verantwoordelijk is voor verkeersbesluiten daar. Hij verwacht de raad daarover rond de zomer duidelijkheid te kunnen geven. De heer Heijmerink geeft aan dat de provincie een inpassingsplan heeft gemaakt voor de Limesbaan en wil een inpassingsplan maken bij Vroeg. Moet de gemeente niet een keer iets doen? Wethouder Zakee begrijpt de frustratie en heeft de gedeputeerde gewezen op de gevoeligheid van een inpassingsplan. Hij kan niets anders doen dan dergelijke signalen aan de bestuurlijke partners af te geven en voelt zich gesteund door de oproep van P21. Over de Rijsbruggerweg moet hij overleggen met de gemeente Houten en over de Koningsweg met de provincie. Hij brengt daar zo overtuigend mogelijk zijn standpunten in. De heer Heijmerink geeft aan dat de raad recent de woningbouwprognose voor de gemeente

7 7 Bunnik heeft ontvangen. Als deze naast het actieplan Sociale woningbouw wordt gelegd, moet worden geconstateerd dat er van het actieplan weinig terecht komt. De start van de bouw van zes sociale woningen op Stationsweg is volgens de prognose pas in 2018 en de oplevering in De overige locaties uit het actieplan Sociale woningbouw zijn niet eens opgenomen in de planning. Dit is ronduit teleurstellend en er spreekt geen urgentie uit. Ook van de gemeente Bunnik wordt een extra inspanning gevraagd op het gebied van sociale woningbouw. Dit jaar alleen al zal de gemeente minimaal 23 statushouders moeten huisvesten, zijnde een duizendste van de die landelijk moeten worden gehuisvest. Zonder echte actie op het gebied van sociale woningbouw zijn er veel te weinig woningen voor onze eigen inwoners én de statushouders. P21 vindt dat niet aanvaardbaar en is van mening dat ook in plannen die verder gevorderd zijn, gekeken moet worden of alsnog woningen in sociale woningen kunnen worden omgezet. Als dat in Het Burgje of op de Schoudermantel zou worden gedaan, is er ook geen verwijt meer dat de gemeente zich zelf niet aan haar eigen regels houdt. Berichten in het Groentje van deze week laten zien dat dit tot discussies leidt met andere ontwikkelaars. Is het college bereid per direct en met voorrang een extra impuls te geven aan de bouw van sociale woningen op de locaties van het actieplan sociale woningbouw? Is het college, nadat de gunningsprocedure is afgerond, bereid met de gekozen ontwikkelaar in gesprek te gaan om woningen die op Het Burgje daarvoor geschikt zijn, om te zetten in sociale woningen, waarbij de gemeente een lagere grondopbrengst onder die woningen accepteert? T Wethouder Zakee hecht zwaar aan de totstandkoming van sociale woningbouw. Over het actieplan is met de raad gesproken. Het is moeilijk om bij de locaties waarover is gesproken een stap vooruit te maken. Dat geldt voor alle locaties waarmee hij bezig is. Hij meldt dat er ook successen worden geboekt. Voor het plan Weerdenburg heeft hij deze week met de familie Van Echtelt kunnen afspreken een percentage sociale woningbouw op te nemen. Op het moment dat een locatie wordt geduid, moeten procedures worden doorlopen, maar hij voelt de urgentie. Afgelopen week heeft het college met een aantal ambtelijke medewerkers gesproken over de Woonvisie. In de Woonvisie moet een breed spectrum worden meegenomen. Hij denkt hierover op korte termijn bij de raad terug te komen om te zorgen dat eind 2016 duidelijkheid kan worden gegeven. De heer Heijmerink wees op Stationsweg Deze grond ligt braak en is van de gemeente. Hierop kan snel een plan worden ontwikkeld. Bij het dierenweitje kan met de dierenboerderij worden gesproken en aan de slag worden gegaan. Wethouder Zakee begrijpt de wens en denkt dat er mogelijkheden liggen. De prognoses zijn met de provincie gedeeld. Waar het kan, wordt snelheid gemaakt. Wethouder Eijbersen realiseert zich dat haast moet worden gemaakt met sociale woningbouw. De heer Heijmerink doet een suggestie voor sociale woningbouw op Het Burgje. Spreker heeft zich hierover juridisch laten adviseren. Op dit moment is het niet opportuun om de suggestie van P21 te volgen, omdat de aard en het karakter van de aanbestedingsprocedure zich daartegen verzetten. Momenteel loopt een bezwarenprocedure waardoor spreker niets kan zeggen dat verband houdt met Het Burgje. De heer Heijmerink begrijpt dat en zei ook: "nadat de gunningsprocedure is afgerond". Hij maakt hieruit op dat de deur op een kier staat. Mevrouw Van der Stijl verwijst naar de Nieuwsbode van 30 maart jl. waarin een artikel stond met de tekst dat het budget voor mensen in de Bijstand verdwijnt. Dit heeft met het nieuwe verdeelmodel van het rijk te maken en 2017 zijn overgangsjaren waarin een deel van het budget nog historisch wordt verdeeld. Betekent dit dat er dit jaar en in 2017 niets verandert voor mensen die gebruikmaken van dit budget om hen te helpen weer een baan te vinden? Gaat het college ervoor zorgen dat er in 2018 toch budget is, zodat mensen die hiervan gebruikmaken geholpen worden? Wethouder Eijbersen verwijst naar de meest recente acties van het college in de strijd tegen

8 8 T het Nulbudget re-integratie voor mensen die in de bijstand zitten. Dit is een punt dat hem enorm ergert. Hij vindt het heel raar dat er gemeenten zijn die geen budget krijgen voor mensen die weer aan het werk gaan en andere gemeenten wel. Hij heeft namens het college de brief getekend aan het bestuur van de VNG om hierop actie te ondernemen. Het bestuur van de VNG heeft gezegd dat ooit te gaan oplossen en dat te koppelen aan andere verdeelbudgetvraagstukken als vroegtijdige schoolverlaters en gemeenten met een groot buitengebied. Vandaag is een brief uitgegaan namens 47 gemeenten om de zorgen onder de ogen van de staatssecretaris te leggen. Onder andere de CDA-fractie in de Tweede Kamer heeft prangende vragen gesteld aan minister Asscher om tot een oplossing te komen. Hij zal de raad op de hoogte houden van alle stappen die worden gezet en hoopt dat alle fracties hun eigen politieke lijnen gebruiken om aandacht hiervoor te vragen. Het gaat om ongeveer ,00. Dat budget gaat in 2016 en 2017 iets naar beneden, maar in 2018 is dit nul. Er moet worden gezorgd dat de betreffende mensen middelen hebben om te kunnen re-integreren. Het is goed om de discussie op dat moment te voeren. Hij vindt dit ook een onderwerp voor de solidariteitsafspraken met collega-gemeenten in de regio. Spreker heeft goede hoop dat de Tweede Kamer en de staatssecretaris de minister tot andere gedachten kunnen brengen ten aanzien van de verdeling van dit budget. De heer Vernie geeft aan dat de raad vorige week een afschrift kreeg van een brief aan het college met als titel: Meer groen op de Algemene Begraafplaats Bunnik. Er werd uitgesproken dat men niet gelukkig is met de inrichting van de begraafplaats. Dit zou te maken hebben met het feit dat er vanwege later gebouwde huizen en weinig groen een gebrek aan privacy en beschutting is. Dit wordt als kil en kaal ervaren. Daarnaast zouden regels en het ontbreken van budget het onmogelijk maken om de situatie te veranderen. De persoon in kwestie zou graag in overleg gaan over aanpassing van de regels en wil zelf ook een bijdrage leveren. Graag zou hij in contact komen met andere betrokkenen, hun visie horen en gezamenlijk met de gemeente kijken waar aanpassingen mogelijk zijn. De gemeente wil burgerinitiatieven graag faciliteren. Wat kan het college betekenen voor de briefschrijver? Wethouder Zakee geeft aan dat het college niet koud en kil is en graag met de briefschrijver in gesprek wil om te kijken of er een oplossing kan zijn. Mevrouw Geerlings wijst erop dat in oktober de Woonvisie op de agenda staat van het Open Huis. In diverse media komen berichten over de sterke behoefte aan sociale woningbouw voor de ouderen en dat gemeenten kritisch zouden moeten kijken naar mogelijkheden om bestaande woningen geschikt te maken voor senioren. Bunnik is een gemeente waar veel ouderen wonen. Inmiddels hebben enkele bijeenkomsten plaatsgevonden over extra plekken voor sociale woningbouw. Welke conclusies trekt het college uit de opgehaalde informatie van deze bijeenkomsten? De raad wil graag meegenomen worden bij wat er achter de schermen gebeurt qua voorbereidingen ten aanzien van de Woonvisie. Het CDA is erg benieuwd hoe het college uitvoering gaat geven aan de wens om versneld over te gaan tot sociale woningbouw. Wethouder Zakee is hierop al kort ingegaan. Het college kijkt hoe dit proces kan worden vormgegeven. Zijn grote wens is om daar zo vroeg mogelijk over met de raad in gesprek te gaan. Hij hoopt dit voor de zomer te doen. Daarin komen uiteraard elementen aan de orde over het levensloopbestendig maken van woningen et cetera. 8. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om uur en dankt allen voor hun aanwezigheid en inbreng. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bunnik d.d. 12 mei 2016.

9 9 De griffier, De voorzitter,