HANDLEIDING SPELLING DEEL A. De Taalbende 3 Thema 1 De boefjes Spelling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HANDLEIDING SPELLING DEEL A. De Taalbende 3 Thema 1 De boefjes Spelling"

Transcriptie

1 HANDLEIDING SPELLING DEEL A De Taalbende 3 Thema 1 De boefjes Spelling

2 LES 1 Kort inbreken, lang in de gevangenis zitten TAALBENDEDOELEN Spelling De leerlingen onderscheiden korte, lange en andere klanken. Taalbeschouwing De leerlingen duiden klanken aan als klinker of medeklinker en gebruiken daarbij de juiste termen. De leerlingen herkennen de korte, lange klanken en andere klanken. De leerlingen denken na over klanken die worden weergegeven door meer dan één letterteken. LESVERLOOP 1 Dit kan ik al! Ik kan korte, lange en andere klanken herkennen. 2 Deze les gaat over... Het herhalen van korte, lange en andere klanken. 3 Aan de slag! Oefenen 4 Flits! Dictee 5 Reflectie LEERLIJNEN Dit leerden we vorig schooljaar. De leerlingen schrijven woorden met korte, lange en andere klanken juist. Dit leren we nu. De leerlingen herhalen het onderscheiden van korte, lange en andere klanken (verwerking). De leerlingen duiden klanken aan als klinker of medeklinker en gebruiken daarbij de juiste termen (verwerking). De leerlingen denken na over klanken die worden weergegeven door meer dan één letterteken (verwerking). Dit leren we volgend schooljaar. De leerlingen passen de verdubbelings- en verenkelingsregel juist toe (verwerking). MATERIAAL Spellingboek p Gedicht (kopieerblad 1.1) Krijt VOOR DE LES Je kopieert het gedicht eenmaal of je vraagt aan een leerling om zijn spellingboek mee te nemen. Je voorziet krijt om cirkels te tekenen op de speelplaats. NA DE LES Je verbetert het dictee. 1.1

3 LESVERLOOP spellingboek p. 6 1 Dit kan ik al! LES 1 Kort inbreken, lang in de gevangenis zitten DIT KAN IK AL! ik kan korte, lange en andere klanken herkennen. spellingboek p. 6 6 Deze les gaat over... 2 Deze les gaat over... Schrijf de vetgedrukte woorden met korte, lange en andere klanken in de juiste kolom. Je tekent drie cirkels op de speelplaats. Bij de eerste cirkel schrijf je kort en teken je het symbool voor een korte klank. Bij de tweede cirkel schrijf je lang en teken je het symbool voor een lange klank. Bij de derde cirkel schrijf je andere en teken je het symbool voor een andere klank. De agent is een sterke man. Hij denkt dat hij alles kan! Hij is de baas op straat en komt nooit ergens te laat. Hagel, wind of guur weer, hij regelt voor ons altijd het verkeer. Je krijgt een boete DIT als KAN je hard IK rijdt. AL! Daarvan krijg je ik zeker kan spijt! korte, lange en andere klanken herkennen. Dieven vangen is zijn taak, maar na een hele dag werken... hangt hij zijn pet aan de haak! Je laat een leerling het gedicht van de lesopening voorlezen (kopieerblad 1.1). Daarna zeg je aan elke leerling een vetgedrukt woord uit het gedicht. De leerling herhaalt de klank of het woord en gaat in of bij de juiste cirkel staan. Bij slecht weer kun je deze opdracht in de turnzaal doen met hoepels. Als er geen grote ruimte beschikbaar is, teken je drie cirkels op het bord. Je leest een vetgedrukt woord voor uit het gedicht en laat de leerling de klank zeggen die hij heeft gehoord. Daarna schrijft die leerling de klank in de juiste cirkel op het bord. Je overloopt de vijf korte klanken (a, e, i, o, u), de vier lange klanken (aa, ee, oo, uu) en de dertien andere klanken (ie, eu, ui, oe, au, ou, ei, ij, aai, ooi, oei, eeuw, ieuw) met de leerlingen. Schrijf sterke de vetgedrukte woorden met baas korte, lange en andere klanken nooit in de juiste kolom. man De agent is een sterke man. straat krijgt denkt Hij denkt dat hij alles kan! laat boete dathij is de baas op straat en komt hagel nooit ergens te laat. spijt Hagel, wind of guur weer, hij regelt voor ons altijd het verkeer. alles Je krijgt een boete als je hard guur rijdt. dieven kandaarvan krijg je zeker spijt! regelt Dieven vangen is zijn taak, komt maar na een hele dag werken taak... ergens hangt hij zijn pet aan de haak! hele wind haak hard vangen sterke dag man werken denkt hangt dat pet baas straat laat hagel nooit krijgt boete spijt alles guur dieven kan regelt komt taak ergens hele wind haak hard vangen dag werken hangt pet Boek DTBS3AO.indb :24 6 LES 1 Kort inbreken, lang in de gevangenis zitten Deze les gaat over... Boek DTBS3AO.indb :24 1.2

4 3 Aan de slag! De leerlingen maken de oefeningen zelfstandig of in duo s. Oefeningen 4 (uitdaging) en 5 (aanloop) zijn in te zetten als differentiatie. Oefening 1 Leg het maar terug op de juiste plaats! De leerlingen rangschikken de klanken in de juiste categorie: kort, lang of anders. Aan de slag! Oefening 1 Leg het maar terug op de juiste plaats! Vannacht werd er in de bibliotheek van Luistergem ingebroken. De boeven krijgen echter spijt. Ze besluiten de volgende nacht terug te gaan en alle spullen terug op de juiste plaats te leggen. spellingboek p. 7 oefening 1 Schrijf de klanken in het juiste boekenrek. Weet je het nog? Kort = Lang = Anders = eeuw ei ou oei eu oe oo u ooi ij i ieuw o ie uu a ee au e aa aai ui a aa ie, oe e ee eu, ui i oo aai, ooi, oei o uu eeuw, ieuw u ij, ei au, ou 7 Boek DTBS3AO.indb :24 1.3

5 Oefening 2 Boefjes De leerlingen luisteren goed naar de klanken door ze zachtjes voor zichzelf uit te spreken. Ze rangschikken de woorden in de juiste categorie: kort, lang of anders. spellingboek p. 8 oefening 2 Oefening 2 Boefjes Lees de tekst. Herlees de vetgedrukte woorden zachtjes voor jezelf. Schrijf de woorden daarna bij de juiste schotel. Elke woensdag mag Senne bij zijn moeke gaan spelen. Ze doen dan samen leuke dingen. Deze keer gaan ze koekjes bakken. Senne vraagt of er een vriendje mag komen helpen. Ze maken samen deeg. Daarna mogen de koekjes in de oven. Jullie kunnen nog een uur buiten spelen, zegt oma. Na een halfuur haalt oma de koekjes uit de oven. Ze zet ze buiten om af te koelen. Na een kwartier gaat oma kijken. De koekjes zijn verdwenen. Senne en Broes hebben ze allemaal opgegeten. Waar zijn die stoute boefjes?, roept oma. bakken kunnen spelen samen komen maken mogen oven moeke leuke buiten koelen kijken stoute 8 Boek DTBS3AO.indb :24 1.4

6 Oefening 3 Gestolen De leerlingen volgen het spoor van de boeven en noteren de woorden bij de gestolen voorwerpen. Ze duiden met een symbool aan welke klank ze in het woord horen: kort, lang of anders. Oefening 3 Gestolen Acht boeven verlaten een gebouw, maar ze letten niet goed op. Ze laten hun voetsporen na. Zoek uit wat de boeven hebben gestolen! spellingboek p. 9 oefening 3 Lees de woorden in de wolk. Volg het spoor van de boeven. Schrijf de juiste woorden op. Zet het symbool voor kort, lang of anders in het vakje onder het woord. bekers pennen boeken kisten buizen dozen brieven jassen bekers jassen pennen kisten boeken brieven dozen buizen 9 Boek DTBS3AO.indb :24 1.5

7 diff.: uitdaging Oefening 4 Ben jij een goede speurneus? De leerlingen zoeken in het woordrooster 19 woorden die met het thema De boefjes te maken hebben. Ze noteren die woorden daarna telkens bij de juiste boef. spellingboek p. 10 oefening 4 Oefening 4 Ben jij een goede speurneus? Duid in het rooster 19 woorden aan die met dit thema te maken hebben. Herlees de woorden zachtjes voor jezelf. Schrijf elk woord bij de juiste boef. TIP Kijk goed naar hun T-shirt! R O V E R T A Y E W E D E N V S T E L E N U E F T Y O Y I O Q Z N S C H U R K E N N L G B V N E S Q A J S D X W K Z L S R S X O D C N A P R F E Q U V M Z U D Y M A D B E A R E R I M K E S T I L L E G U A Z E E W S E Q O I T B G S T R I N B S T A C F I E T S E N N D E E S O H B C Z N U H O E F X E N P U C B O E O K M K Z N E C R O T S S V E S E K P A K K E N R E N E P X V I K L W G Z H E E U I B C Y P E K E M U R E N N D M O E I T E N Z N A U T O pikken stelen speurder pakken rover boeven stille sporen dieven schurken muren fietsen donker gluren auto zoeken stoute moeite 10 draaien Boek DTBS3AO.indb :24 1.6

8 Oefening 5 Slimme boef en domme boef Met deze oefening kunnen de leerlingen nog eens woorden volgens klank rangschikken. De oefening kan ook klassikaal worden doorgenomen. diff.: aanloop Oefening 5 Slimme boef en domme boef Lees elke zin zachtjes voor jezelf. Schrijf de vetgedrukte woorden in de juiste kolom. spellingboek p. 11 oefening 5 Er waren eens twee dikke boeven. De kleine boef was slimme boef. De grote boef noemde men domme boef. Domme boef en slimme boef hadden een plan. Omdat ze allebei verzot waren op ijsjes, besloten ze een volle ijskar te stelen. Toen Jan de ijscoman even niet oplette, sprong slimme boef op de kar. Hij fietste sneller dan de wind. Samen verstopten ze de ijskar in de struiken en aten alle ijsjes op. De grote boef at meer dan twintig bollen. Daarna kreeg hij buikpijn. Domme boef, wat heb je nu geleerd? Dat je nooit een ijskar mag stelen! dikke slimme domme hadden allebei volle sneller alle bollen waren grote stelen even samen aten grote boeven kleine noemde ijsjes struiken 11 Boek DTBS3AO.indb :24 1.7

9 4 Flits! Werkwijze Maak alvast drie kolommen op het bord, met de tekens erboven voor kort, lang en anders. Dicteer de woorden. Zeg elk woord langzaam, maar verletter het woord niet. De leerlingen noteren het woord in de juiste kolom. Ze passen de schrijfstappen toe. Schrijf het woord op het bord. Sta even stil bij de klank. De leerlingen controleren en verbeteren indien nodig. Dictee Flits! struiken - boeven - man - stelen - dikke - dieven - straat - dozen Luister goed. Is het kort, lang of anders? Schrijf het woord in de juiste kolom. spellingboek p. 12 Flits! Luister goed. Is het kort, lang of anders? man Schrijf het woord in de juiste kolom. straat struiken dikke stelen boeven dozen man straat Een foutje mag. Schrijf het hier eenmaal goed. dikke stelen Vertel me hoe je het doet! dozen dieven struiken boeven dieven Een foutje mag. Schrijf het hier eenmaal goed. Vertel me hoe je het doet! 5 Reflectie spellingboek p. 12 DIT HEB IK VANDAAG GELEERD! ik herhaalde de korte, lange en andere klanken DIT HEB IK VANDAAG GELEERD! ik herhaalde de korte, lange en andere klanken. Opmerkingen Laat de leerlingen in duo s drie woorden bedenken: een met een korte, een met een lange en een met een andere klank. Vraag aan de leerlingen of je met woorden van verschillende klanksoorten kunt rijmen. Probeer dat samen uit. Waarom lukt dat niet? Opmerkingen Tijdens deze les voelde ik mij: Tijdens deze les kon Tijdens ik makkelijk deze les volgen: De leerlingen geven hun evaluatie ook in hun spellingboek aan door de smileys te kleuren. Jij noteert je indruk van de les in het spellingboek van elke leerling. Bespreek eventuele verschillen. voelde ik mij: Boek DTBS3AO.indb :24 Tijdens deze les kon ik makkelijk volgen: Boek DTBS3AO.indb :24 1.8

10 LES 2 Pief, poef, paf, jij bent af TAALBENDEDOELEN Spelling De leerlingen herhalen de andere klanken, in het bijzonder wanneer die worden gevolgd door een medeklinker. Taalbeschouwing De leerlingen duiden klanken aan als klinker of medeklinker en gebruiken daarbij de juiste termen. De leerlingen herkennen de korte, lange en andere klanken. De leerlingen denken na over klanken die worden weergegeven door meer dan één letterteken. LESVERLOOP 1 Dit kan ik al! Ik ken de andere klanken ie, oe, eu, ei, ij, au, ou, aai, ooi, oei, ieuw en eeuw. 2 Deze les gaat over... De andere klanken, gevolgd door een medeklinker. 3 Aan de slag! Oefenen 4 Flits! Dictee 5 Reflectie LEERLIJNEN Dit leerden we vorig schooljaar. De leerlingen schrijven woorden met korte, lange en andere klanken juist. Dit leren we nu. De leerlingen duiden klanken aan als klinker of medeklinker en gebruiken daarbij de juiste termen (verwerking). De leerlingen herkennen de korte, lange en andere klanken (verwerking). De leerlingen denken na over klanken die worden weergegeven door meer dan één letterteken (verwerking). Dit leren we volgend schooljaar. De leerlingen passen de verdubbelings- en verenkelingsregel juist toe (verwerking). MATERIAAL Spellingboek p BLOON-taak (kopieerblad 1.2) VOOR DE LES Je kopieert de BLOON-taak voor elke leerling. NA DE LES Je verbetert het dictee. Je deelt de BLOON-taak uit. 2.1

11 LESVERLOOP LES 2 Pief, poef, paf, jij bent af 1 Dit kan ik al! spellingboek p. 13 DIT KAN IK AL! ik ken de andere klanken ie, oe, eu, ei, ij, au, ou, aai, ooi, oei, ieuw en eeuw. Deze les gaat over... 2 Deze les gaat over... nieuwe dierentuin leeuwen Je schrijft de volgende zin op het bord. tijgers In de nieuwe oehoes dierentuin kom pauwen je leeuwen, tijgers, oehoes en ook pauwen tegen. Je onderstreept de woorden nieuwe, dierentuin, leeuwen, tijgers, oehoes en pauwen. Je vraagt aan de leerlingen wat hun opvalt bij die woorden. Geef als tip dat ze goed moeten luisteren naar de verschillende klanken. KatteNkwaad (Het zijn allemaal woorden met andere klanken.) LES 2 Pief, poef, paf, jij bent af Laat de leerlingen de woorden in hun spellingboek noteren. Vraag hun of ze nog andere andere klanken kennen. (Ei, ou, eu, aai, ooi, oei) spellingboek p. 13 Laat de leerlingen het gedicht in duo s lezen. Vraag hun om de woorden met andere klanken aan te duiden. Overloop de uitkomsten klassikaal. Klimmen op de muren zomaar aanbellen bij DIT de buren KAN IK AL! zout doen op broers boterham spijtig mag dat niet van ik ken mam de andere klanken ie, oe, eu, ei, ij, au, ou, aai, ooi, oei, ieuw en eeuw. gooien met papa zijn sloefen pesten, krijsen en stoefen lijm doen in zus haar kam spijtig mag dat niet van mam Deze les gaat over... maar eigenlijk ben ik blij dat dat niet mag want nu ben ik goed opgevoed nieuwe en krijg ik van iedereen een lachleeuwen dierentuin oehoes tijgers pauwen 13 Boek DTBS3AO.indb :24 KatteNkwaad Klimmen op de muren zomaar aanbellen bij de buren zout doen op broers boterham spijtig mag dat niet van mam gooien met papa zijn sloefen pesten, krijsen en stoefen lijm doen in zus haar kam spijtig mag dat niet van mam maar eigenlijk ben ik blij dat dat niet mag want nu ben ik goed opgevoed en krijg ik van iedereen een lach 2.2

12 3 Aan de slag! De leerlingen maken de oefeningen zelfstandig of in duo s. Oefeningen 4 (aanloop) en 5 (uitdaging) zijn in te zetten als differentiatie. Oefening 1 Laat geen sporen na! De leerlingen kopiëren het juiste woord bij elke prent. Aan de slag! Oefening 1 Laat geen sporen na! Volg het spoor. Schrijf het juiste woord bij de prent. spellingboek p. 14 oefening 1 vliegtuig - haai - boekentas - meubels - stofzuiger - leeuw - ziekenhuis - boei vliegtuig haai boekentas meubels stofzuiger leeuw ziekenhuis boei 14 Boek DTBS3AO.indb :24 2.3

13 Oefening 2 Zotte zinnen De leerlingen noteren de woorden uit het kader in de zinnen. Daarna schrijven ze de zinnen nog eens volledig over. spellingboek p. 15 oefening 2 Oefening 2 Zotte zinnen Lees de zinnen. Welk woord hoort thuis in de zin? Schrijf de volledige zin op. haai - leeuwen - kieuwen - konijn - oehoe - pauwen - klauwen - geitjes - dieren - koe 1 De leeuwen slapen in hun kooi. De leeuwen slapen in hun kooi. 2 Een haai is een gevaarlijk dier. Een haai is een gevaarlijk dier. 3 De koe en de stier staan in de wei. De koe en de stier staan in de wei. 4 Goudvissen gebruiken kieuwen om te ademen. Goudvissen gebruiken kieuwen om te ademen. 5 De oehoe woont in de beuk. De oehoe woont in de beuk. 6 Een beer heeft scherpe klauwen. Een beer heeft scherpe klauwen. 7 Het konijn verstopt zich in zijn holletje. Het konijn verstopt zich in zijn holletje. 8 Ken je het sprookje van de wolf en de zeven geitjes? Ken je het sprookje van de wolf en de zeven geitjes? 9 Op de boerderij wonen heel veel verschillende dieren. Op de boerderij wonen heel veel verschillende dieren. 10 De pauwen hebben een mooie staart. De pauwen leggen eieren. 15 Boek DTBS3AO.indb :24 2.4

14 Oefening 3 Geheimschrift Andere klanken zijn vervangen door een symbool. De leerlingen zoeken uit welk teken voor welke klank staat en schrijven de zinnen voluit. Oefening 3 Geheimschrift Welk tekentje hoort bij welke klank? Vul het spiekbriefje in. Schrijf elke zin voluit. ei spellingboek p. 16 oefening 3 Mijn kl ne buurjongen haalt graag kattenkwaad uit. ij Mijn kleine buurjongen haalt graag kattenkwaad uit. Vorige week maakte hij een blaasp p. Oefening Vorige week 3 maakte Geheimschrift hij een blaaspijp. Je Welk kent dat tekentje wel, zo n hoort holle bij welke b s waardoor klank? je kunt blazen. Vul het spiekbriefje in. Je Schrijf kent dat elke wel, zin voluit. zo n holle buis waardoor je kunt blazen. Mijn Hij kneedde kl buurjongen bolletjes van haalt krantenpap r. graag kattenkwaad uit. Mijn Hij kneedde kleine buurjongen bolletjes van haalt krantenpapier. graag kattenkwaad uit. Vorige Toen de week postbode maakte de hij br ven een blaasp in de br venbus p. stak, blies hij uit volle kracht. Vorige Toen de week postbode maakte de hij brieven een blaaspijp. in de brievenbus stak, blies hij uit volle kracht. ui ie oe ei ij ui ie oe Je Het kent bolletje dat wel, vloog zo n pard%s holle bin s het waardoor oog van je de kunt postbode. blazen. Je Het kent bolletje dat wel, vloog zo n pardoes holle buis in het waardoor oog van je de kunt postbode. blazen. Hij Nu kneedde ligt onze bolletjes l ve postbode van krantenpap r. in het z kenh s. Hij Nu kneedde ligt onze bolletjes lieve postbode van krantenpapier. in het ziekenhuis. Toen de postbode de br ven in de br venbus stak, blies hij uit volle kracht. Oefening 4 Politie en boef Toen Lees de de postbode zin. de brieven in de brievenbus stak, blies hij uit volle kracht. Zoek de woorden met andere klanken. Het Schrijf bolletje die vloog woorden pard%s onder in het de zinnen. oog van de postbode. Oefening 4 Politie en boef De leerlingen schrijven woorden met andere klanken over. Je kunt ervoor Het Op kiezen woensdagmiddag bolletje om vloog alleen pardoes moeten het in wij het niet woord oog naar van school. de over postbode. te laten schrijven of de volledige zin. Nu woensdagmiddag, ligt onze l ve postbode moeten, in het wij, z kenh niet s. diff.: aanloop Nu Ik vraag ligt onze aan mijn lieve moeder postbode of mijn in het vriend ziekenhuis. mag komen spelen. Oefening mijn, moeder, 4 Politie mijn, vriend en boef Een Lees kwartier de zin. later belt Broes aan. Oei, wat nu? Hij heeft zijn zus meegebracht. Zoek de woorden met andere klanken. kwartier, Schrijf die Broes, woorden Oei, Hij onder de zinnen. spellingboek p oefening 4 Op woensdagmiddag moeten wij niet naar school. woensdagmiddag, moeten, wij, niet 16 Ik vraag aan mijn moeder of mijn vriend mag komen spelen. mijn, moeder, mijn, vriend Boek DTBS3AO.indb :24 Een kwartier later belt Broes aan. Oei, wat nu? Hij heeft zijn zus meegebracht. kwartier, Broes, Oei, Hij 16 Boek DTBS3AO.indb :24 2.5

15 Wat zullen we spelen?, vraagt Lies. Politie en boef, antwoorden wij in koor. Lies, Politie, boef, wij Dat vind ik niet leuk!, zegt Lies. Jij mag de boef zijn, zegt Broes tegen zijn zus. niet, leuk, Lies, Jij, zijn, Broes, zijn Ik vind het niet eerlijk dat ik altijd de slechterik moet spelen. niet, eerlijk, altijd, moet Wat zullen we spelen?, vraagt Lies. Politie en boef, antwoorden wij in koor. Lies, Politie, boef, wij Dat vind ik niet leuk!, zegt Lies. Jij mag de boef zijn, zegt Broes tegen zijn zus. niet, leuk, Lies, Jij, zijn, Broes, zijn Ik vind het niet eerlijk dat ik altijd de slechterik moet spelen. niet, eerlijk, altijd, moet diff.: uitdaging Oefening 5 Over fruitmuizen en een pauwklauw Bedenk zelf ten minste vijf nieuwe woorden met andere klanken. Leg in een korte zin uit wat je woord betekent. Oefening 5 Over fruitmuizen en een pauwklauw De leerlingen bedenken nieuwe woorden met andere klanken. Ze kunnen Voorbeeld eventueel Fruitmuis: ook een woorden muis die alleen met fruit eet andere klanken in de vorige oefeningen van deze les zoeken en die combineren tot nieuwe woorden. spellingboek p. 17 oefening 5 Oefening 5 Over fruitmuizen en een pauwklauw Bedenk zelf ten minste vijf nieuwe woorden met andere klanken. Leg in een korte zin uit wat je woord betekent. Voorbeeld Fruitmuis: een muis die alleen fruit eet 17 Boek DTBS3AO.indb :24 17 Boek DTBS3AO.indb :24 2.6

16 Flits! 4 Flits! Luister goed. Vul de woorden in. Werkwijze Er is een leeuw ontsnapt uit de dierentuin. Lees de zin. Hij zat naast de beer met de scherpe klauwen. Herhaal het vetgedrukte woord. Zeg het langzaam, maar verletter het woord De speurders niet. zoeken overal. De leerlingen Waar is zijn schuilplaats schrijven het woord? op. Ze passen de schrijfstappen toe. Schrijf het woord op het bord. Pas daarbij hardop de schrijfstappen toe. Zou hij het tuinhuis zitten? De leerlingen controleren en verbeteren indien nodig. Of ligt hij gewoon in een andere kooi te slapen? Dictee Er is een Een foutje mag. Schrijf het hier eenmaal goed. leeuw ontsnapt uit de dierentuin. Vertel me hoe je het doet! Hij zat naast de beer met de scherpe klauwen. De speurders zoeken overal. Waar is zijn schuilplaats? Zou hij in het tuinhuis zitten? Of ligt hij gewoon in een andere kooi te slapen? spellingboek p Reflectie spellingboek p. 18 DIT HEB IK VANDAAG GELEERD! ik leerde woorden met andere klanken schrijven. 18 Opmerkingen Laat de leerlingen om beurten een woord met een andere klank zeggen. De eerste leerling zegt een woord, de tweede leerling zegt een woord dat begint met de laatste letter van het woord van de vorige leerling. (bv. tuinhuis - speurder - ravijn - neushoorn -...) Tijdens deze les voelde ik mij: Tijdens deze les kon ik makkelijk volgen: De leerlingen geven hun evaluatie ook in hun spellingboek aan door de smileys te kleuren. Jij noteert je indruk van de les in het spellingboek van elke leerling. Bespreek eventuele verschillen. Boek DTBS3AO.indb :24 2.7

17 LES 3 Een geheim bezoekje TAALBENDEDOELEN Spelling De leerlingen schrijven hoorwoorden met ge-, be- en ver- juist. Taalbeschouwing De leerlingen denken na over klanken die worden weergegeven door meer dan één letterteken. De leerlingen denken na over begin-, midden- en eindklanken van een woord. MATERIAAL Spellingboek p BLOON-taak (kopieerblad 1.3) VOOR DE LES Je kopieert de BLOON-taak voor elke leerling. LESVERLOOP 1 Dit kan ik al! Ik kan woorden met be-, ge- en ver- schrijven. 2 Deze les gaat over... Woorden met de voorvoegsels be-, ge- en ver-. 3 Aan de slag! Oefenen 4 Flits! Dictee 5 Reflectie NA DE LES Je verbetert het dictee. Je deelt de BLOON-taak uit. LEERLIJNEN Dit leerden we vorig schooljaar. De leerlingen schrijven woorden met de voorvoegsels ge-, be- en ver- in tweelettergrepige woorden juist. Dit leren we nu. De leerlingen schrijven woorden met de voorvoegsels ge-, be- en ver- in tweelettergrepige woorden juist (verwerking). Dit leren we volgend schooljaar. De leerlingen schrijven doffe klanken in achtervoegsels: -ig, -ige, -erig(e), -(e)lijk, (e)lijke, -em, -ik, -is, -ond en -or. 3.1

18 LESVERLOOP 1 Dit kan ik al! LES 3 Een geheim bezoekje DIT KAN IK AL! ik kan woorden met be-, ge- en ver- schrijven. spellingboek p. 19 Deze les gaat over... LES 3 Een geheim bezoekje Duid alle woorden met be-, ge- en ver- aan. Schrijf ze daarna in de juiste kolom. 2 Deze les gaat over... De leerlingen duiden in het bericht van de boeven de woorden aan die DIT KAN IK AL! beginnen met be-, ge- en ver-. Daarna rangschikken ze die woorden in de ik kan woorden met be-, ge- en ver- schrijven. juiste kolom. Deze les gaat over... spellingboek p. 19 Duid alle woorden met be-, ge- en ver- aan. Schrijf ze daarna in de juiste kolom. be- ge- ver- begin bezoek begrijpt bedoel genoeg gezicht vergeet vertrek 19 be- ge- ver- Boek DTBS3AO.indb :24 begin bezoek begrijpt bedoel genoeg gezicht vergeet vertrek 19 Boek DTBS3AO.indb :24 3.2

19 3 Aan de slag! De leerlingen maken de oefeningen zelfstandig of in duo s. Oefeningen 3 (aanloop) en 4 (uitdaging) zijn in te zetten als differentiatie. Oefening 1 De code gekraakt Bij elke draaiknop ontcijferen de leerlingen het be-, ge- of ver-woord. Ze gebruiken daarvoor de oplossleutel: elk cijfer stelt een bepaalde letter voor. De leerlingen starten altijd bovenaan de draaiknop en gaan met de wijzers van de klok mee. Aan de slag! spellingboek p. 20 oefening 1 Oefening 1 De code gekraakt De boeven zijn in de bank. Daar moeten ze de code kraken. Kijk goed naar de oplossleutel. Schrijf de woorden op. Start bovenaan en ga mee met de wijzers van de klok a b e g k o p r s t v Aan de slag! 1 3 Oefening beroep 1 De code gekraakt verstopt 1 2 De 2 gesprek boeven zijn in de bank. Daar 4 moeten gekraakze de code kraken. Kijk goed naar de oplossleutel. Schrijf de woorden op. Start bovenaan en ga mee met de wijzers van de klok. Oefening 2 Gevulde zakken 3 4 De boeven 1 vullen 2 hun 5zakken met 7 het 11 geld uit de 15 kluis Oefening 2 Gevulde zakken a b e g k Vul elke zak aan met be-, ge- of ver-. o p r s t v Schrijf het volledige woord op. 1 beroep 3 verstopt De leerlingen vervolledigen de gegeven woorden door er be-, ge- of ver- voor te plaatsen. De volledige woorden worden genoteerd. 2 gesprek 4 gekraak be + wijs bewijs 1 2 spellingboek p. 20 oefening 2 Oefening 2 Gevulde zakken De boeven ge vullen + meen hun zakken gemeen met het geld uit de kluis. Vul elke zak aan met be-, ge- of ver-. Schrijf het volledige woord op. ver / ge + schil verschil / geschil 3 4 be ver / be + wijs + keer bewijs verkeer / bekeer ge + meen gemeen be + zit bezit ver / ge + schil verschil / geschil ge + dicht gedicht ver / be + keer verkeer / bekeer ver + driet verdriet be + zit bezit 20 ge ge + voel + dicht gevoel gedicht Boek DTBS3AO.indb :24 ver + driet verdriet 20 ge + voel gevoel Boek DTBS3AO.indb :24 3.3

20 Oefening 3 Volg de voetsporen Vier boeven laten een spoor achter. De leerlingen ontdekken in de sporen zinnen met be-, ge- en ver-woorden en kopiëren die. diff.: aanloop Oefening 3 Volg de voetsporen Lees jij wat er staat? Schrijf de zinnen op. spellingboek p. 21 oefening 3 De boeven zijn in het gebouw. Ik begrijp niet hoe dat kan. Oefening 3 Volg de voetsporen Is dit Lees geen jij wat eng er staat? verhaal? Schrijf de zinnen op. De boeven zijn in het gebouw. Ze gaan gewoon buiten met dat geld. Ik begrijp niet hoe dat kan. Oefening 4 De boef vertelt Is dit Kies geen uit de eng woorden verhaal? in het kader. Vul ze op de juiste plaats in. Oefening 4 De boef vertelt De leerlingen vullen de zinnen aan met woorden uit het kader. Ze zorgen ervoor dat TIP de inhoud logisch is. Niet alle woorden uit het kader moeten Je hebt niet alle woorden nodig! worden Ze gebruikt! gaan gewoon buiten met dat geld. diff.: uitdaging verjaar - geheim - beloof - begint - getal - verkeerd - geluid - bericht - vertrek - geluk Oefening 4 De boef vertelt Het Kies begint uit de woorden in het kader. met een geheim briefje. Vul ze op de juiste plaats in. Zonder geluid sluipen we de bank binnen. TIP Je hebt niet alle woorden nodig! Ik vertrek met een zak vol geld. spellingboek p. 21 oefening 4 Als we verjaar de bank - geheim buitenkomen, - beloof loopt - begint het verkeerd - getal - verkeerd - geluid. - bericht - vertrek - geluk We hebben geen geluk : we gaan in de boeien. Het begint met een geheim briefje. Ik beloof Zonder geluid dat ik dit nooit meer zal doen. sluipen we de bank binnen. Ik vertrek met een zak vol geld. Als we de bank buitenkomen, loopt het verkeerd. We hebben geen geluk : we gaan in de boeien. 21 Ik beloof dat ik dit nooit meer zal doen. Boek DTBS3AO.indb :24 21 Boek DTBS3AO.indb :24 3.4

21 Flits! spellingboek p Flits! Veel geoefend? Alles begrepen? Flitsen maar! Werkwijze Lees Ik de vertel zin. je over die boeven. Herhaal Ze brengen het vetgedrukte een bezoek woord. aan Zeg de bank. het langzaam, maar verletter het woord niet. Dat is niet zonder gevaar. De leerlingen schrijven het woord op. Ze passen de schrijfstappen toe. Schrijf Ze hebben het woord een geweer op het bord. bij Pas zich. daarbij hardop de schrijfstappen voor hoorwoorden toe. Vond je dit een eng verhaal? De leerlingen controleren en verbeteren indien nodig. Een foutje mag. Schrijf het hier eenmaal goed. Vertel me hoe je het doet! Dictee Ik vertel je over die boeven. Ze brengen een bezoek aan de bank. Dat is niet zonder gevaar. Ze hebben een geweer bij zich. Vond je dit een eng verhaal? 5 Reflectie spellingboek p. 22 DIT HEB IK VANDAAG GELEERD! ik kan herhaalde hoofdtijden het schrijven van werkwoorden van woorden met van be-, Engelse ge- en herkomst ver-. correct gebruiken. 22 Opmerkingen Kijk samen terug op de les. Noteer op het bord de kopstukjes be-, ge- en ver-. Start met be- en wijs enkele leerlingen aan om een be- woord te geven. Noteer die woorden op het bord en bedank de leerling. Doe vervolgens hetzelfde voor ge- en ver-. Spoor de leerlingen aan om ook woorden aan te brengen die in de les werden gebruikt. Tijdens deze les voelde ik mij: Tijdens deze les kon ik makkelijk volgen: De leerlingen geven hun evaluatie ook in hun spellingboek aan door de smileys te kleuren. Jij noteert je indruk van de les in het spellingboek van elke leerling. Bespreek eventuele verschillen. Boek DTBS3AO.indb :24 3.5

22 LES 4 Niet meer vrij TAALBENDEDOELEN Spelling De leerlingen schrijven ei / ij-woorden juist en onderscheiden die aan de hand van het ei-verhaal. De leerlingen schrijven au / ou-woorden juist en onderscheiden die aan de hand van het au-verhaal. Taalbeschouwing De leerlingen denken na over klanken die worden weergegeven door meer dan één letterteken. De leerlingen denken na over begin-, midden- en eindklanken van een woord. LESVERLOOP 1 Dit kan ik al! Ik schrijf woorden met ei, ij, au en ou. 2 Deze les gaat over... Woorden met ei / ij en woorden met au / ou. 3 Aan de slag! Oefenen 4 Flits! Dictee 5 Reflectie LEERLIJNEN Dit leerden we vorig schooljaar. De leerlingen schrijven ei / ij-woorden juist en onderscheiden die aan de hand van het ei-verhaal van het tweede leerjaar. De leerlingen schrijven au / ou-woorden juist en onderscheiden die aan de hand van het au-verhaal van het tweede leerjaar. De leerlingen denken na over klanken die worden weergegeven door meer dan één letterteken (verwerking). Dit leren we nu. De leerlingen schrijven ei / ij-woorden juist en onderscheiden die aan de hand van het ei-verhaal van het derde leerjaar. De leerlingen schrijven au / ou-woorden juist en onderscheiden die aan de hand van het au-verhaal van het derde leerjaar. De leerlingen denken na over klanken die worden weergegeven door meer dan één letterteken (verwerking). Dit leren we volgend schooljaar. De leerlingen schrijven ei / ij-woorden juist en onderscheiden die aan de hand van het ei-verhaal van het vierde leerjaar. De leerlingen schrijven au / ou-woorden juist en onderscheiden die aan de hand van het au-verhaal van het vierde leerjaar. MATERIAAL Spellingboek p Wandplaat / kopieerblad met de prenten van het ei-verhaal tweede leerjaar (kopieerblad 1.4) Wandplaat / kopieerblad met de prenten van het au-verhaal tweede leerjaar (kopieerblad 1.5) BLOON-taak (kopieerblad 1.6) VOOR DE LES Je hangt de wandplaten / de kopieerbladen met de prenten van het ei- en het au-verhaal aan het bord. Je kopieert de BLOON-taak voor elke leerling. NA DE LES Je verbetert het dictee. Je deelt de BLOON-taak uit. 4.1

23 4.2 1 Dit kan ik al! LESVERLOOP 23 Deze les gaat over... Zoek alle woorden met ei. Schrijf ze op. Zoek alle woorden met au. Schrijf ze op. met de veren. DIT KAN IK AL! ik schrijf woorden met ei, ij, au en ou. LES 4 Niet meer vrij Eibeltje Eibeltje Eibeltje klein klein klein meisje meisje reis reis geit geit plein plein plein eik eik eik eind eind eind trein trein eigen eigen zeil zeil zeil eind eind eind eiland eiland eiland mei mei wei wei ei ei kei kei kei klei klei klei Einde Einde Einde Paul Paul Paula Paula Laura Laura Laurens Laurens blauwe blauwe auto auto pauwen pauwen Laura Laura gauw gauw nauwe nauwe rauwe rauwe flauw flauw flauw Laura Laura saus saus paus paus Paul Paul Paul paus paus Laura Laura gauw gauw Eibeltje geit trein mei klei klein plein eigen wei einde meisje eik zeil ei reis eind eiland kei Paul blauwe nauwe paus Paula auto rauwe Laura pauwen flauw Laurens gauw saus Boek DTBS3AO.indb :24 2 Deze les gaat over... De leerlingen gaan in het ei-verhaal op zoek naar alle ei- woorden en noteren die. Daarna doen ze hetzelfde voor het au-verhaal. Herhaal dat alleen de woorden uit het ei-verhaal met ei worden geschreven en alleen de woorden uit het au-verhaal met au. 23 Deze les gaat over... Zoek alle woorden met ei. Schrijf ze op. Zoek alle woorden met au. Schrijf ze op. met de veren. DIT KAN IK AL! ik schrijf woorden met ei, ij, au en ou. LES 4 Niet meer vrij Eibeltje Eibeltje Eibeltje klein klein klein meisje meisje reis reis geit geit plein plein plein eik eik eik eind eind eind trein trein eigen eigen zeil zeil zeil eind eind eind eiland eiland eiland mei mei wei wei ei ei kei kei kei klei klei klei Einde Einde Einde Paul Paul Paula Paula Laura Laura Laurens Laurens blauwe blauwe auto auto pauwen pauwen Laura Laura gauw gauw nauwe nauwe rauwe rauwe flauw flauw flauw Laura Laura saus saus paus paus Paul Paul Paul paus paus Laura Laura gauw gauw Eibeltje geit trein mei klei klein plein eigen wei einde meisje eik zeil ei reis eind eiland kei Paul blauwe nauwe paus Paula auto rauwe Laura pauwen flauw Laurens gauw saus Boek DTBS3AO.indb :24 Aan de slag! Oefening 1 Tekentijd In de gevangenis is het heel saai. De boeven tekenen daarom maar wat. Alle woorden uit het ei-verhaal schrijf je met ei. Alle woorden uit het au-verhaal schrijf je met au. spellingboek p. 23 spellingboek p. 23 spellingboek p. 24

24 3 Aan de slag! De leerlingen maken de oefeningen zelfstandig of in duo s. Oefeningen 4 (aanloop) en 5 (uitdaging) zijn in te zetten als differentiatie. Oefening 1 Tekentijd Alle woorden uit het ei-verhaal schrijf je met ei. Alle woorden uit het au-verhaal schrijf je met au. In de gevangenismuur zijn tekeningen gekrast. De leerlingen noteren wat ze zien. Doelwoorden zijn altijd woorden met ei, ij, au en ou. Aan de slag! Oefening 1 Tekentijd In de gevangenis is het heel saai. De boeven tekenen daarom maar wat. Schrijf op wat je allemaal ziet. Alle woorden uit het ei-verhaal schrijf je met ei. Alle woorden uit het au-verhaal schrijf je met au. spellingboek p. 24 oefening 1 trein dolfijn bijl geit Aan de slag! paus pauw Oefening 1 Tekentijd touw kous In de gevangenis is het heel saai. De boeven tekenen daarom maar wat. Schrijf op wat je allemaal ziet. Oefening 2 Op de lijnen Op de boeven staan woorden in stukjes. Oefening trein Zet 2 de Op stukjes de in lijnen de juiste volgorde. dolfijn Schrijf de woorden op. De stukjes bijl van tweelettergrepige geit woorden staan, per woord, door elkaar. De leerlingen wisselen de stukjes van plaats en bekomen zo woorden met paus pauw ei, ij, au en ou. touw kous je-meis bouw-ge to-au Oefening land-ei 2 Op de lijnen dijn-gor heim-ge Op de boeven ger-tij staan woorden in stukjes. ders-ou Zet de stukjes in de juiste volgorde. Schrijf de woorden op. vrouw-buur spellingboek p. 24 oefening 2 auto meisje gebouw 24 eiland tijger to-au land-ei ger-tij gordijn je-meis ouders dijn-gor ders-ou geheim bouw-ge buurvrouw heim-ge vrouw-buur auto meisje gebouw Boek DTBS3AO.indb :24 eiland tijger gordijn ouders geheim buurvrouw 24 Boek DTBS3AO.indb :24 4.3

25 Oefening 3 Niet gelijk In deze oefening wordt alleen gewerkt met de homoniemen mei-mij, wei-wij en zei-zij. De leerlingen vullen die woorden in de zinnen in. De context maakt duidelijk welk woord de leerlingen nodig hebben. spellingboek p. 25 oefening 3 Oefening 3 Niet gelijk De volgende woorden lijken op elkaar. Ze betekenen niet hetzelfde. Vul het juiste woord in. mij / mei In mei leggen alle vogels een ei. Die jas is niet van mij. wij Oefening / wei 3 Niet gelijk Wij De volgende woorden zijn lijken beste op vrienden. elkaar. Ze betekenen niet hetzelfde. De Vul schapen het juiste grazen woord in in. de wei. zij mij // zei mei De In mei meester zei leggen alle dat vogels er morgen een ei. zwemles is. Die jas is niet van mij. Zij speelt graag met de poppen. wij / wei diff.: aanloop Wij Oefening 4 Dat zijn wordt beste ei, vrienden. ij, au of ou! Vervang elk teken door de juiste klank. Oefening De Schrijf schapen 4 Dat de grazen wordt zin opnieuw in de wei ei, ij, au of ou! op.. Kijk goed! In zinnen zij / zei werden ei, ij, au en ou in het doelwoord vervangen door een symbool. ei = De leerlingen vervangen au = het symbool opnieuw door ei, ij, au en De meester zei dat er morgen zwemles is. ou en kopiëren de volledige zin. ij = ou = Zij speelt graag met de poppen. spellingboek p. 25 oefening 4 Ik schr f een mooie brief. Oefening 4 Dat wordt ei, ij, au of ou! Ik schrijf een mooie brief. Vervang elk teken door de juiste klank. Een Schrijf de zin k is opnieuw een grote op. boom. Kijk goed! Een eik is een grote boom. ei = au = De soep smaakt te f l w. ij = ou = De soep smaakt te flauw. Elf Ik schr min zes is v f een mooie f. brief. Elf Ik schrijf min zes een is mooie vijf. brief. Een f t maken is niet erg. Een fout maken is niet erg. De lucht is bl w. De lucht is blauw. We boetseren met kl. We boetseren met klei. Buiten Een f is het t k maken is d. niet erg. Buiten Een fout is maken het koud. is niet erg. Een k is een grote boom. De lucht is bl w. Een eik is een grote boom. De soep smaakt te f l w. De lucht is blauw. We boetseren met kl. 25 De soep smaakt te flauw. We boetseren met klei. Boek DTBS3AO.indb :24 Elf min zes is v f. Elf min zes is vijf. Buiten is het k d. Buiten is het koud. 25 Boek DTBS3AO.indb :24 4.4

26 Oefening 5 Gevangenis-quiz Bij elke aanvulzin of omschrijving hoort een woord met ei, ij, au of ou. De leerlingen zoeken die woorden en noteren ze. diff.: uitdaging Oefening 5 Gevangenis-quiz Tegen de verveling geven de boeven een quiz aan elkaar. Raad jij het woord? spellingboek p. 26 oefening 5 Niet groot, maar... De kleur van smurfen Dier dat graag wortels eet Vijfde dag van de week Niet warm, maar... klein blauw konijn vrijdag koud Flits! 4 Flits! 26 Flitstijd! Oefening Denk aan 5 het Gevangenis-quiz ei-verhaal en het au-verhaal. Veel schrijfplezier! Tegen de verveling geven de boeven een quiz aan elkaar. 1 In de gevangenis is het niet fijn. Raad jij het woord? 2 De cel is veel te klein. Niet groot, maar... klein 3 Er is te veel zout in de soep. De kleur van smurfen blauw 4 De groenten zijn nog rauw. Dier dat graag wortels eet konijn 5 Er lijkt geen einde aan te komen. Vijfde dag van de week vrijdag Een foutje mag. Schrijf het hier eenmaal goed. Niet Vertel warm, me maar hoe je... het doet! koud Werkwijze Lees de zin. Herhaal het vetgedrukte woord. Zeg het langzaam, maar verletter het woord niet. De leerlingen schrijven het woord op. Ze passen de schrijfstappen toe. Schrijf het woord op het bord. Pas daarbij hardop de schrijfstappen voor hoorwoorden toe. De leerlingen controleren en verbeteren indien nodig. Flits! Dictee Flitstijd! 1 In de Denk aan het ei-verhaal en het au-verhaal. gevangenis DIT HEB IK VANDAAG is het niet GELEERD! fijn. Veel schrijfplezier! 2 De cel ik is herhaalde veel te het klein. schrijven van woorden met ei of ij en au of ou. 3 Er is te 1 veel In de gevangenis zout in is de het niet soep. fijn. 4 De groenten 2 De cel is zijn veel te nog klein rauw.. 5 Er lijkt geen einde aan te komen. 3 Er is te veel zout in de soep. 5 Reflectie Opmerkingen 4 De groenten zijn nog rauw. 5 Er lijkt geen einde aan te komen. Een foutje mag. Schrijf het hier eenmaal goed. Vertel me hoe je het doet! Tijdens deze les voelde ik mij: Tijdens deze les kon ik makkelijk volgen: spellingboek p. 26 spellingboek p. 26 Boek DTBS3AO.indb :24 DIT HEB IK VANDAAG GELEERD! ik herhaalde het schrijven van woorden met ei of ij en au of ou. Opmerkingen Lees het ei-verhaal opnieuw voor in een matig tempo. Wanneer er in het verhaal een ei-woord voorkomt, staan de meisjes recht. Lees daarna het au-verhaal voor. Nu staan de jongens recht. Tijdens deze les voelde ik mij: 26 Tijdens deze les kon De leerlingen geven hun evaluatie ook in hun spellingboek aan door de smileys te kleuren. Jij noteert je indruk van de les in het spellingboek van elke leerling. Bespreek eventuele verschillen. ik makkelijk volgen: Boek DTBS3AO.indb :24 4.5

27 LES 5 k Zag twee leeuwen heel lang geeuwen TAALBENDEDOELEN Spelling De leerlingen herhalen de andere klanken, in het bijzonder wanneer die worden gevolgd door een doffe e. Taalbeschouwing De leerlingen duiden klanken aan als klinker of medeklinker en gebruiken daarbij de juiste termen. De leerlingen herkennen de korte klanken a, e, i, o en u, de lange klanken aa, ee, oo en uu en de andere klanken ie, oe, ui, eu, ei, ij, au, ou, aai, ooi, oei, eeuw, ieuw en uw. De leerlingen denken na over klanken die worden weergegeven door meer dan één letterteken. LESVERLOOP 1 Dit kan ik al! Ik schrijf woorden met aai, ooi, oei, ij, ui, eeuw en ieuw gevolgd door een doffe e. 2 Deze les gaat over... De andere klanken gevolgd door een doffe e. 3 Aan de slag! Oefenen 4 Flits! Dictee 5 Reflectie LEERLIJNEN Dit leerden we vorig schooljaar. De leerlingen schrijven hoorwoorden met korte, lange en andere klanken juist. Dit leren we nu. De leerlingen duiden klanken aan als klinker of medeklinker en gebruiken daarbij de juiste termen (verwerking). De leerlingen herkennen de korte klanken a, e, i, o en u, de lange klanken aa, ee, oo en uu en de andere klanken ie, oe, ui, eu, ei, ij, au, ou, aai, ooi, oei, eeuw, ieuw en uw (verwerking). De leerlingen denken na over klanken die worden weergegeven door meer dan één letterteken (verwerking). Dit leren we volgend schooljaar. De leerlingen passen de verdubbelings- en verenkelingsregel juist toe (verwerking). MATERIAAL Spellingboek p Cd-speler BLOON-taak (kopieerblad 1.7) VOOR DE LES Je kopieert de BLOON-taak voor elke leerling. Je zet het lied k Zag twee leeuwen heel lang geeuwen klaar. NA DE LES Je verbetert het dictee. Je deelt de BLOON-taak uit. 5.1

28 LESVERLOOP LES 5 k Zag twee leeuwen heel lang geeuwen 1 Dit kan ik al! DIT KAN IK AL! ik schrijf woorden met aai, ooi, oei, ij, ui, eeuw en ieuw, gevolgd door een doffe e. spellingboek p. 27 LES 5 k Zag twee leeuwen heel lang Deze les geeuwen gaat over... 2 Deze les gaat over... De boeven zijn weer vrij. Ze moeten echter eerst nog heel wat taken doen voor ze weer naar huis mogen. Ze beginnen in de dierentuin waar ze de dieren moeten verzorgen. Ze worden nu zelf wel bang, vooral van de leeuwen... Kleur de woorden DIT met eeuw, KAN ooi, IK oei AL! en aai. Schrijf die woorden ik op. schrijf woorden met aai, ooi, oei, ij, ui, eeuw en ieuw, gevolgd door een doffe e. k Zag twee leeuwen heel lang geeuwen. O, dat was een wonder! t Was een wonder boven wonder dat die leeuwen geeuwen konden. Hi hi hi, ha ha ha, Deze k stond les erbij gaat en over ik keek... ernaar. Je beluistert het liedje k Zag twee leeuwen heel lang geeuwen met de leerlingen. De leerlingen kleuren in het liedje de woorden met aai, ooi, oei en eeuw. Ze schrijven die woorden onder het liedje (elk woord eenmaal). De k Zag boeven twee zijn vlooien weer mutsen vrij. Ze moeten plooien. echter eerst nog heel wat taken doen voor ze weer naar O, dat huis was mogen. een wonder! Ze beginnen in de dierentuin waar ze de dieren moeten verzorgen. Ze t Was worden een wonder nu zelf wel boven bang, wonder vooral van de leeuwen... dat Kleur die vlooien de woorden plooien met konden. eeuw, ooi, oei en aai. Hi Schrijf hi hi, ha die ha woorden ha, op. k stond erbij en ik keek ernaar. k Zag twee leeuwen heel lang geeuwen. O, k Zag dat was twee een koeien wonder! bootje roeien. t O, Was dat een was wonder een wonder! boven wonder dat t Was die een leeuwen wonder geeuwen boven wonder konden. Hi dat hi die hi, koeien ha ha ha, roeien konden. k Hi stond hi hi, ha erbij ha en ha, ik keek ernaar. k stond erbij en ik keek ernaar. k Zag twee vlooien mutsen plooien. O, k Zag dat was twee een kraaien wonder! rondjes draaien. t O, Was dat een was wonder een wonder! boven wonder dat t Was die een vlooien wonder plooien boven konden. wonder Hi dat hi die hi, kraaien ha ha ha, draaien konden. k Hi stond hi hi, ha erbij ha en ha, ik keek ernaar. k stond erbij en ik keek ernaar. k Zag twee koeien bootje roeien. O, leeuwen, dat was geeuwen, een wonder! vlooien, plooien, koeien, roeien, kraaien, draaien t Was een wonder boven wonder dat die koeien roeien konden. Hi hi hi, ha ha ha, k stond erbij en ik keek ernaar. 27 spellingboek p. 27 k Zag twee kraaien rondjes draaien. O, dat was een wonder! t Was een wonder boven wonder dat die kraaien draaien konden. Hi hi hi, ha ha ha, k stond erbij en ik keek ernaar. Boek DTBS3AO.indb :24 leeuwen, geeuwen, vlooien, plooien, koeien, roeien, kraaien, draaien 27 Boek DTBS3AO.indb :24 5.2

29 3 Aan de slag! De leerlingen maken de oefeningen zelfstandig of in duo s. Oefeningen 3 (aanloop) en 4 (uitdaging) zijn in te zetten als differentiatie. Oefening 1 Veel te veel De leerlingen vullen woorden in een zin aan met keuzeklanken. Ze omkringen eerst de twee klanken die ze nodig hebben en schrijven dan de zin op met het aangevulde woord. Aan de slag! spellingboek p. 28 oefening 1 Oefening 1 Veel te veel De boeven willen de gestolen letters teruggeven, maar geven nu te veel. Welke letters zijn echt nodig? Lees de zin. Welk woord ontbreekt? Omkring eerst de twee klanken die je nodig hebt. Schrijf de zin dan volledig op. Op die bloemen zitten veel dr b vl / aai ij eeuw en. Op die bloemen zitten veel bijen. Als moeder soep maakt, krijg ik tranen in mijn ogen van de f kr / ui ij den. Als moeder soep maakt, krijg ik tranen in mijn ogen van de kruiden. Haaien hebben ook vl k r / ieuw aai en. Haaien hebben ook kieuwen. Wil je dat in de vuilnisbak kr g spr / eeuw ooi en? Wil je dat in de vuilnisbak gooien? Paddenstoelen pl gr fr / ieuw oei en vaak in het bos. Paddenstoelen groeien vaak in het bos. 28 Boek DTBS3AO.indb :25 5.3

30 Oefening 2 Oei, oei, de boeven knoeien In elke zin staat een woord met een foute beginletter. Die letter is doorkruist. De leerlingen verbeteren die woorden door een passende beginletter te zoeken. Ze schrijven de zin op met het juiste woord. Oefening 2 Oei, oei, de boeven knoeien De boeven schrijven een en ander op, maar maken er een knoeiboel van. In elke zin staat een woord met een foute letter. Schrijf de zin op, maar dan met de juiste letter. spellingboek p. 29 oefening 2 Aan zee vliegen veel leeuwen. Aan zee vliegen veel meeuwen. Oefening 2 Oei, oei, de boeven knoeien In De die boeven wei staan schrijven bruine een moeien. en ander op, maar maken er een knoeiboel van. In In die elke wei zin staan staat bruine een woord koeien. met een foute letter. Schrijf de zin op, maar dan met de juiste letter. Van oma heb ik een kieuwe pen gekregen. Aan zee vliegen veel leeuwen. Van oma heb ik een nieuwe pen gekregen. Aan zee vliegen veel meeuwen. Ik vind een maaie les niet leuk. In die wei staan bruine moeien. Ik vind een saaie les niet leuk. In die wei staan bruine koeien. Op toerderijen lopen veel katten. Van oma heb ik een kieuwe pen gekregen. Op boerderijen lopen veel katten. Van oma heb ik een nieuwe pen gekregen. Ik vind een maaie les niet leuk. Oefening 3 Die boeven gaan eens wat proeven Ik vind een saaie les niet leuk. De boeven moeten alles in mooie rijmen zetten. Help je hen? Oefening 3 Die boeven gaan eens wat proeven De leerlingen vullen rijmwoorden aan en schrijven de rijmreeksen nog eens over. Op toerderijen lopen veel katten. Lees het eerste woord in de rij. Maak twee rijmwoorden met de gegeven letters. Op boerderijen lopen veel katten. Schrijf de volledige rij woorden op. zwaaien - kr aaien - draaien Oefening 3 Die boeven gaan eens wat proeven zwaaien, kraaien, draaien De boeven moeten alles in mooie rijmen zetten. Help je hen? groeien - k oeien - bloeien Lees het eerste woord in de rij. groeien, Maak twee koeien, rijmwoorden bloeien met de gegeven letters. Schrijf de volledige rij woorden op. kooien - g ooien - vlooien zwaaien - kr aaien - draaien kooien, gooien, vlooien zwaaien, kraaien, draaien eeuwen - schr eeuwen - sneeuwen groeien - k oeien - bloeien eeuwen, schreeuwen, sneeuwen groeien, koeien, bloeien diff.: aanloop spellingboek p. 29 oefening 3 kooien - g ooien - vlooien kooien, gooien, vlooien 29 eeuwen - schr eeuwen - sneeuwen Boek DTBS3AO.indb :25 eeuwen, schreeuwen, sneeuwen 29 Boek DTBS3AO.indb :25 5.4

31 diff.: uitdaging Oefening 4 Wat zeggen de boeven? De leerlingen laten de boeven aan het woord: in de tekstballon van elke boef schrijven ze een rijm van twee regels. spellingboek p. 30 oefening 4 Oefening 4 Wat zeggen de boeven? Maak een rijm van twee regels voor elke boef. Kies een rijmwoord uit het kader. maaien - boeien - leeuwen - aaien - spreeuwen - koeien Oefening 5 Voor elk schoteltje een kopje De leerlingen voegen beginklank en rest van het woord samen en schrijven het gevormde woord op. spellingboek p. 31 oefening 5 30 Oefening 5 Voor elk schoteltje een kopje In het koffiehuisje van de dierentuin moeten de boeven de juiste kopjes op de schoteltjes zetten. Vinden ze die wel? Boek DTBS3AO.indb :25 Trek een streep van elk kopje naar het juiste schoteltje. Schrijf de woorden op. m ijen meeuwen pl aaien plooien k eeuwen kooien dr oeien draaien b ooien bijen bl ooien bloeien Flits! 5.5 Luister goed. Vul de zinnen aan.

32 Oefening 5 Voor elk schoteltje een kopje In het koffiehuisje van de dierentuin moeten de boeven de juiste kopjes op de schoteltjes zetten. Vinden ze die wel? 4 Flits! Trek een streep van elk kopje naar het juiste schoteltje. Schrijf de woorden op. spellingboek p. 31 Werkwijze Lees de m zin. ijen meeuwen pl aaien plooien Herhaal het vetgedrukte woord. Zeg het langzaam, maar verletter het woord k niet. eeuwen kooien dr oeien draaien De leerlingen schrijven het woord op. Ze passen de schrijfstappen toe. Schrijf het woord op het bord. Pas daarbij hardop de schrijfstappen toe. b ooien bijen bl ooien bloeien De leerlingen controleren en verbeteren indien nodig. Dictee Flits! k Zag twee leeuwen, heel lang geeuwen. Luister goed. k Zag twee Vul de vlooien, zinnen aan. mutsen plooien. k Zag twee koeien, bootje roeien. leeuwen k Zag twee kraaien, rondjes draaien. 5 Reflectie k Zag twee heel lang geeuwen. k Zag twee vlooien mutsen plooien. k Zag twee koeien bootje roeien. k Zag twee kraaien rondjes draaien. Een foutje mag. Schrijf het hier eenmaal goed. Vertel me hoe je het doet! DIT HEB IK VANDAAG GELEERD! ik herhaalde het schrijven van woorden met aai, ooi, oei, ij, ui, eeuw en ieuw, gevolgd door een doffe e. spellingboek p. 31 Opmerkingen Je beluistert het liedje van bij de aanvang van de les nog eens en laat de leerlingen samen deze woorden uitbeelden: geeuwen, plooien, roeien, draaien. Tijdens deze les voelde ik mij: Tijdens deze les kon De leerlingen geven hun evaluatie ook in hun spellingboek aan door de smileys te kleuren. Jij noteert je indruk van de les in het spellingboek van 31 elke leerling. Bespreek eventuele verschillen. ik makkelijk volgen: Boek DTBS3AO.indb :25 5.6

SPELLINGBOEK 2 DEEL B

SPELLINGBOEK 2 DEEL B SPELLINGBOEK 2 DEEL B LES 6 Echte, rechte en slechte tanden DIT KAN IK AL! Ik schrijf woorden met het dubbele staartje -gt. Deze les gaat over... We stegen met een zucht, tot boven in de lucht. We zaten

Nadere informatie

LES. les 1 rap rat, rap! THEMA 5. dit kan ik al! deze les gaat over... de a van rat. aan de slag! man, man, man SPELLINGBOEK

LES. les 1 rap rat, rap! THEMA 5. dit kan ik al! deze les gaat over... de a van rat. aan de slag! man, man, man SPELLINGBOEK THEMA 5 LES 1 les 1 rap rat, rap! dit kan ik al! ik kan de letter a schrijven. ik kan woorden met de korte a lezen. SPELLINGBOEK deze les gaat over... 1 de a van rat schrijf a driemaal over. a schrijf

Nadere informatie

Klankgroep en lettergreep

Klankgroep en lettergreep Spellingwijzers groep 4 Voor de ouders Klankgroep en lettergreep Een klankgroep is een soort hulpmiddel bij het aanleren van spellingregels. Wat hoor je als je een woord langzaam in stukjes uitspreekt.

Nadere informatie

Ann Dauw ISBN DTK_Promo_A4_KO_Spelling.indd 3-4

Ann Dauw ISBN DTK_Promo_A4_KO_Spelling.indd 3-4 Ann Dauw ISBN 978-11-301-4350-8 9 781130 143508 DTK_Promo_A4_KO_Spelling.indd 3-4 05-03-18 14:48 THEMA 1 LES 4 Korte tak en lange boom Dit kan ik al! Ik kan hoorwoorden met een korte of lange klank juist

Nadere informatie

SPELLINGBOEK 3 DEEL B

SPELLINGBOEK 3 DEEL B SPELLINGBOEK 3 DEEL B LES 1 A, b, c, kook je mee? DIT KAN IK AL! Ik ken het alfabet. Deze les gaat over... Aan de slag! Oefening 1 Kookwedstrijd Aan het einde van het schooljaar wordt een wedstrijd georganiseerd.

Nadere informatie

WOORDPAKKET 1. Ik schrijf woorden met een medeklinker aan het begin en einde van een woord: woorden net als man.

WOORDPAKKET 1. Ik schrijf woorden met een medeklinker aan het begin en einde van een woord: woorden net als man. WOORDPAKKET 1 Ik schrijf de ee aan het einde van een woord juist: woorden net als zee. Ik schrijf een doffe klinker: woorden net als me of een. Ik schrijf woorden met één klinker en één medeklinker: woorden

Nadere informatie

Ann Dauw ISBN DTK_Promo_A4_KO_Spelling.indd 3-4

Ann Dauw ISBN DTK_Promo_A4_KO_Spelling.indd 3-4 Ann Dauw ISBN 978-11-301-4350-8 9 781130 143508 DTK_Promo_A4_KO_Spelling.indd 3-4 05-03-18 14:48 THEMA 2 LES 3 Bram speelt een lied Dit kan ik al! Ik kan woorden met twee of drie klanken schrijven. SPELLINGBOEK

Nadere informatie

thema 5 les 2 extra oefenen

thema 5 les 2 extra oefenen thema 5 les 2 extra oefenen 1 Schrijf het woord op. Kies uit: au blauw gauw spelling 11a Je leert hoe je woorden met au schrijft. pauw lauw 1 Dit is een kleur. blauw saus Woorden als pauw zijn weetwoorden.

Nadere informatie

Wij willen u vragen niet vooruit te gaan werken/oefenen. Er kan dan verwarring ontstaan bij het kind. Wij willen dit graag voorkomen!

Wij willen u vragen niet vooruit te gaan werken/oefenen. Er kan dan verwarring ontstaan bij het kind. Wij willen dit graag voorkomen! In dit document kunt u lezen wat de kinderen leren in elke kern. In de eerste zes kernen zal dit voornamelijk ingaan op het aanleren van woorden en letters. In de laatste kernen komt het lezen al wat meer

Nadere informatie

Ann Dauw ISBN DTK_Promo_A4_KO_Spelling.indd 5-6

Ann Dauw ISBN DTK_Promo_A4_KO_Spelling.indd 5-6 Ann Dauw ISBN 978-11-301-4351-5 9 781130 143515 DTK_Promo_A4_KO_Spelling.indd 5-6 05-03-18 14:48 THEMA 2 LES 1 A, b, c, doe je mee? Dit kan ik al! Ik kan klinkers en medeklinkers herkennen. SPELLINGBOEK

Nadere informatie

Woordpakket 11 Groep 4. Woordpakket 12 Groep 4

Woordpakket 11 Groep 4. Woordpakket 12 Groep 4 Woordpakket 11 Groep 4 aai ooi oei 2. Hoor je /aaj/, /ooj/ of /oej/? Schrijf dan aai, ooi of oei. Onthoud woorden ei ij draai foei gooi mooi nooit ooit roeit saai blijf fijn de gein het plein de pijn vijf

Nadere informatie

Woordpakket 11 Groep 4. Woorden: Ook zo-woorden. draai foei gooi mooi nooit ooit roeit saai blijf fijn de gein het plein de pijn vijf zei

Woordpakket 11 Groep 4. Woorden: Ook zo-woorden. draai foei gooi mooi nooit ooit roeit saai blijf fijn de gein het plein de pijn vijf zei Woordpakket 11 Groep 4 Categorie: Woorden met aai, -ooi en oei - Hoor je oej, ooj of aaj, schrijf dan oei, -ooi of aai. draai foei gooi mooi nooit ooit roeit saai blijf fijn de gein het plein de pijn vijf

Nadere informatie

blauw 1 Schrijf het woord op. 2 Schrijf het woord op. spelling 11a pauw Kies uit: au blauw gauw 1 Dit is een kleur. 2 Dit roep je als je pijn voelt.

blauw 1 Schrijf het woord op. 2 Schrijf het woord op. spelling 11a pauw Kies uit: au blauw gauw 1 Dit is een kleur. 2 Dit roep je als je pijn voelt. 1 Schrijf het woord op. Kies uit: au blauw gauw spelling 11a Je leert hoe je woorden met au schrijft. pauw lauw 1 Dit is een kleur. blauw saus Woorden als pauw zijn weetwoorden. Je leert deze woorden uit

Nadere informatie

Thema 1 Wat een toffe bende!

Thema 1 Wat een toffe bende! Thema 1 Wat een toffe bende! Plantyn Motstraat 32, 2800 Mechelen T 015 36 36 36 F 015 36 36 37 klantendienst@plantyn.com www.plantyn.com Dit boek werd gedrukt op papier van verantwoorde herkomst. Ontwerp

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort

je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort Groep 4 Spelling Thema 1 Een nieuw huis aan het begin (klas) aan het eind (tent) met st aan het eind (kist) met ts aan het eind (muts) aan het begin en aan het eind (krant) Thema 2 Wat word jij later?

Nadere informatie

SPELLINGBOEK 5 DEEL A

SPELLINGBOEK 5 DEEL A SPELLINGBOEK 5 DEEL A LES 6 Ons feestgedrag onder de loep DIT KAN IK AL! Ik kan werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd en de. Ik kan de regel van verdubbelen en verenkelen toepassen. Ik kan hoofdletters

Nadere informatie

SPELLINGBOEK 4 DEEL B

SPELLINGBOEK 4 DEEL B SPELLINGBOEK 4 DEEL B LES 4 Kom gauw, het is tijd om te eten DIT KAN IK AL! Ik kan al veel woorden met / ij, au / ou, aai, ooi, o, ui, eeuw en ieuw schrijven. Deze les gaat over... 23 Aan de slag! Oefening

Nadere informatie

z w aai t n ooi t extra oefenen les 2 thema 4 1 Vul het woord in. 2 Schrijf het goede woord op. Een woord met aai of ooi.

z w aai t n ooi t extra oefenen les 2 thema 4 1 Vul het woord in. 2 Schrijf het goede woord op. Een woord met aai of ooi. les 2 spelling 7a, b 1 Vul het woord in. Kies uit: maait nooit mooi zwaait zaait kraai 1 Het is m5 weer. m oo i 2 Boer Siep m5 het gras. m aai t 3 Zijn buur z5 het graan. z aai t 4 Een k5 pikt het graan.

Nadere informatie

Dyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht:

Dyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht: Dyslexiebehandeling Informatiepakket leerkracht: - Werkwijze bij Onderwijszorg Nederland (ONL) - Klankenschema - Stappenplan - Kopie overzichts-steunkaart - Uitleg losse steunkaarten - Uitleg steunkaart

Nadere informatie

HANDLEIDING SPELLING DEEL A. De Taalbende 2 Thema 1 Wat een toffe bende! Spelling

HANDLEIDING SPELLING DEEL A. De Taalbende 2 Thema 1 Wat een toffe bende! Spelling HANDLEIDING SPELLING DEEL A De Taalbende 2 Thema 1 Wat een toffe bende! Spelling LES 1 In mijn hut TAALBENDEDOELEN Spelling De leerlingen schrijven korte klanken in klankzuivere MKM-woorden. Taalbeschouwing

Nadere informatie

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van eind groep 3 en groep 4 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van eind groep 3 en groep 4 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1. Spelling op maat 1 De programma s Spelling op maat 1, 2 en 3 vormen een complete leerlijn voor de spelling die op de basisschool moet worden aangeleerd. Spelling op maat 1 is het eerste deel van deze leerlijn.

Nadere informatie

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij? Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij? Wat een mooie luchtballonnen! Geel, oranje, groen en blauw. Kies maar uit Daan,

Nadere informatie

Dit werkboek is van :

Dit werkboek is van : Dit werkboek is van : Maak de sommen Tafel van 1 Breng de carnavalvierder naar het feest door de goede weg te vinden. Sommen onder de 20 Vul het missende getal in op de stip Een verhaal Lees het verhaal

Nadere informatie

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Bezoek op kantoor Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Ton en Toya hebben wat problemen thuis.

Nadere informatie

Veilig leren lezen Kern 1: ik - maan - roos vis

Veilig leren lezen Kern 1: ik - maan - roos vis Kern 1: ik - maan - roos vis Letters: m - r - v - i - s - aa - p - e Woorden: ik - maan - roos - vis - sok aan pen en Aan de hand van deze woorden leert uw kind de letters. Deze letters spreekt uw kind

Nadere informatie

SPELLINGBOEK 3 DEEL A

SPELLINGBOEK 3 DEEL A SPELLINGBOEK 3 DEEL A De Taalbende 3 Spellingboek deel A Plantyn Plantyn Motstraat 32, 2800 Mechelen T 015 36 36 36 F 015 36 36 37 klantendienst@plantyn.com www.plantyn.com Ontwerp en opmaak cover: The

Nadere informatie

Ik schrijf op wat ik hoor.

Ik schrijf op wat ik hoor. Categorie 1a Woorden met a Groep 3 Ik schrijf op wat ik hoor. kam Categorie 1a Woorden met a Groep 3 tak kar hal gas Categorie 1b Woorden met aa Groep 3 Ik schrijf op wat ik hoor. raam Categorie 1b Woorden

Nadere informatie

Huiswerk spelling. Woordpakketten thuis oefenen. Dit is een huiswerkmapje om de woordpakketten die we in de klas leerden in te oefenen.

Huiswerk spelling. Woordpakketten thuis oefenen. Dit is een huiswerkmapje om de woordpakketten die we in de klas leerden in te oefenen. Huiswerk spelling Woordpakketten thuis oefenen Dag ouders, Dag kinderen, Dit is een huiswerkmapje om de woordpakketten die we in de klas leerden in te oefenen. Elke maandag wordt het pakket van de week

Nadere informatie

Deze weken leren wij:

Deze weken leren wij: Kern 1: ik - maan - roos - vis- sok Letters: m - r - v - i - s - aa - p - e Woorden: ik - maan - roos - vis - sok aan pen - en We leren ook in welke straat de letters horen; korte klankstraat, lange klankstraat,

Nadere informatie

Uitleg bij de spellingskaartjes.

Uitleg bij de spellingskaartjes. Uitleg bij de spellingskaartjes. 1. De BLAUWE kaartjes zijn bedoeld om alleen te oefen met de spellingskaartjes 2. Met de Paarse kaartjes mag je met zijn tweeën oefenen met de spellingskaartjes 3. De Groene

Nadere informatie

instapkaarten spelling

instapkaarten spelling instapkaarten inhoud instapkaarten Spelling thema 1 les 1 cat. 5a 1 thema 1 les 3 cat. 5b 2 thema 1 les 5 cat. 6a,b 3 thema 1 les 7 cat. 6c 4 thema 1 les 9 cat. 7a,b 5 thema 1 les 11 cat. 7c 6 thema 1

Nadere informatie

Woorden die je schrijft zoals je ze hoort

Woorden die je schrijft zoals je ze hoort 1 Woorden die je schrijft zoals je ze hoort Tip: Denk aan de spellingkaart! Hak en luister goed! Woorden: hij praat, zij hoort, het wiel 1 luister of kijk 2 herhaal en onthoud 3 schrijf 4 controleer 2

Nadere informatie

Introductie: Brom en Bram

Introductie: Brom en Bram ! Activiteit 43 Brom, Bram en Brim Ontwikkelingsaspecten De kleuters doen ervaringen op met het onderscheiden van klanken (auditieve discriminatie). Materiaal kopies van de tekeningen van Brom en Bram

Nadere informatie

Zet je hersens op scherp en daag je tegenspelers uit voor een spannende RIJMwoordenstrijd!

Zet je hersens op scherp en daag je tegenspelers uit voor een spannende RIJMwoordenstrijd! Speel de RIJMwoordenstrijd! Oefen spelenderwijs met alle verschillende spraakklanken en letters en vergroot daarbij je rijmwoordenschat! Train je auditief onderscheidingsvermogen, je geheugen en alertheid.

Nadere informatie

Ik kan stukjeswoorden met een korte klank en verdubbelen van de medeklinker juist schrijven. hart kam vriendin worst getal kwast fles brug trap kers

Ik kan stukjeswoorden met een korte klank en verdubbelen van de medeklinker juist schrijven. hart kam vriendin worst getal kwast fles brug trap kers THEMA 1 LES 2 Hoor ik dubbel? SPELLINGBOEK Dit kan ik al! Ik kan stukjeswoorden met een korte klank en verdubbelen van de medeklinker juist schrijven. Deze les gaat over... 1 Kort en dan... Kleur in elk

Nadere informatie

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

woorden met eer (heer) De /r/ is een plaagletter bij /eer/. volgwoord woorden met oor (oor) De /r/ is een plaagletter bij /oor/.

woorden met eer (heer) De /r/ is een plaagletter bij /eer/. volgwoord woorden met oor (oor) De /r/ is een plaagletter bij /oor/. Groep 5 Spelling Thema 1 Een plek om te werken De /f/ is de fietspompletter. Je hoort met f (fluit) /ffff/. De /v/ is van vlieg. Je hoort /vvvv/. met v (vis) woorden met aar (jaar) luisterwoord woorden

Nadere informatie

Nieuws vanuit groep 4

Nieuws vanuit groep 4 Nieuws vanuit groep 4 De afgelopen weken zijn we druk bezig geweest met de winter. Tijdens de natuurlessen hebben we gesproken over verschillende weersoorten en de vorming van sneeuw en ijs. We hebben

Nadere informatie

Melkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool

Melkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Wat leert je kind? Taal en ouders: de basisschool Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Wat leert je kind?, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn

Nadere informatie

Afspraak 31 weetwoord. Afspraak 30 regelwoord. liniaal, actueel. thermometer. Afspraak 32a weetwoord. Afspraak 32b weetwoord. team.

Afspraak 31 weetwoord. Afspraak 30 regelwoord. liniaal, actueel. thermometer. Afspraak 32a weetwoord. Afspraak 32b weetwoord. team. Afspraak 30 regelwoord liniaal, actueel je een j of een w, maar die schrijf je niet Afspraak 31 weetwoord thermometer je een t, maar je schrijft th Afspraak 32a weetwoord team Leenwoorden uit het Engels

Nadere informatie

Gedichten werkboekje. Naam: Groep:

Gedichten werkboekje. Naam: Groep: Gedichten werkboekje Naam: Groep: Gedichten lezen 1. Wat valt je als eerste op bij dit gedicht? Bang Bang, dat ik het nooit vergeten zal. Ik zal het nooit vergeten. Ik zag hem daar voor het laatst in de

Nadere informatie

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me

Nadere informatie

Fonemendictee deel 1 en deel 2

Fonemendictee deel 1 en deel 2 Toet s i n s t r u c t i e W i n ters i g n a ler i n g k e r n 6 Inhoud De Wintersignalering bestaat uit de volgende toetsen: Materialen Fonemendictee deel 1 en 2 op website www.toetssite.be onder Downloaden/Toetsmaterialen

Nadere informatie

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij. Lied: Ik ben ik (bij thema 1: ik ben mezelf) (nr. 1 en 2 op de CD) : Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Ik heb een mooie naam, van achter en vooraan.

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN

KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN Vul de benamingen van onderstaande dieren in rooster 1 in. 10 3 6 18 16 12 8 23 21 22 19 5 9 17 4 15 14 20 27 1 7 2 13 26 24 25 11 KRUISWOORDRAADSEL

Nadere informatie

Thema 1 Activiteit 4. Een leesworm in de boekenhoek (2A) Ra ra ra, wat ben ik?

Thema 1 Activiteit 4. Een leesworm in de boekenhoek (2A) Ra ra ra, wat ben ik? : Overzicht lesverloop 25 1 De leerlingen lezen individueel een aantal eenvoudige raadsels over voorwerpen uit een boekentas om ze daarna in duo s aan elkaar voor te lezen. Ze zoeken telkens samen naar

Nadere informatie

Kat Lieve kat Mijn lieve kat Ik hou van jou Altijd. Ogen Zwart omrand Staren mij aan Tranen vallen naar beneden Liefdesverdriet

Kat Lieve kat Mijn lieve kat Ik hou van jou Altijd. Ogen Zwart omrand Staren mij aan Tranen vallen naar beneden Liefdesverdriet Elfje Een elfje is een relatief eenvoudig gedicht wat uit vijf regels bestaat en in totaal elf woorden heeft. Het is een simpele structuur waardoor het elfje een gedicht is waar men gemakkelijk mee kan

Nadere informatie

WOORDEN VERANDEREN. grap. glas. kras. grijs NIEUWE WOORDEN MAKEN. sterk - kers. ster. Kies een woord uit het woordpakket. gras -

WOORDEN VERANDEREN. grap. glas. kras. grijs NIEUWE WOORDEN MAKEN. sterk - kers. ster. Kies een woord uit het woordpakket. gras - WOORDEN VERANDEREN Kies een woord uit het woordpakket. gras - grap Schrijf dit woord in je schrift. glas kras Maak een nieuw woord door één letter grijs te veranderen. Zoek zoveel mogelijk nieuwe woorden.

Nadere informatie

Zie zo Spelling Kopieermap Evaluatie en remediëring leerjaar 2

Zie zo Spelling Kopieermap Evaluatie en remediëring leerjaar 2 Kopieermap Evaluatie en remediëring leerjaar 2 Je vindt in deze kopieermap het materiaal voor de dictees, de registratie, het remediëren, oefenen en verrijken. Het materiaal is verzameld per blok. De vierde

Nadere informatie

Spelling Klankwoorden. Werkboek Geschikt voor de groepen 7 en 8

Spelling Klankwoorden. Werkboek Geschikt voor de groepen 7 en 8 Klankwoorden Werkboek Geschikt voor de groepen 7 en 8 Inhoudsopgave Woorden met sch en schr 4 Woorden met ng en nk 7 Woorden met aai, ooi en oei 0 Woorden met be, ge en ver 4 Woorden met twee of meer

Nadere informatie

Online leren lezen - Overzicht van de oefeningen

Online leren lezen - Overzicht van de oefeningen Online leren - Overzicht van oefeningen Cursief = voorbeeld Kern S ik kim sim MKM KM Zoek (sleep) k van kim en -positie letters m (tussen letters uit ze Klik als je i ziet (flitsletters) Zoek /k/ /i/ /m/

Nadere informatie

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 4 en 5 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 4 en 5 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1. Spelling op maat 1 De Muiswerkprogramma s Spelling op maat 1, 2 en 3 vormen een complete leerlijn voor de spelling die op de basisschool moet worden aangeleerd. Spelling op maat 1 is het eerste deel van

Nadere informatie

apen 1 Schrijf het woord op. 2 Schrijf het woord op. Een woord met een lange klank aan het eind van een klankgroep. Net als jager.

apen 1 Schrijf het woord op. 2 Schrijf het woord op. Een woord met een lange klank aan het eind van een klankgroep. Net als jager. spelling 27b 1 Kies uit: ogen tenen samen oren apen zalen muren tegels toren 1 Twee a hebben s : apen 2 vier o, vier o Je leert hoe je woorden met een lange klank aan het eind van een klankgroep schrijft.

Nadere informatie

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan? Les 1: Een poëziekaart maken poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de ramadan voelen

Nadere informatie

Nieuwsbrief groep 3 december 2014

Nieuwsbrief groep 3 december 2014 Nieuwsbrief groep 3 december 2014 Hierbij ontvangt u van ons de nieuwsbrief van december. Nieuws uit de groep: We hebben de woorden van kern 5 bijgevoegd in de nieuwsbrief. Het is belangrijk om deze woorden

Nadere informatie

Groep 3 : Na een lekkere lange zomervakantie zijn we alweer een poos hard aan het werk. Hieronder vindt u de doelen waar wij in groep 3 aan werken.

Groep 3 : Na een lekkere lange zomervakantie zijn we alweer een poos hard aan het werk. Hieronder vindt u de doelen waar wij in groep 3 aan werken. Groep 3 : Na een lekkere lange zomervakantie zijn we alweer een poos hard aan het werk. Hieronder vindt u de doelen waar wij in groep 3 aan werken. Veilig leren lezen Maandag 21 september zijn we begonnen

Nadere informatie

4 In de tekst staat: Dit is een recept voor een toetje. Weet jij wat een recept is? Kruis de goede zin aan.

4 In de tekst staat: Dit is een recept voor een toetje. Weet jij wat een recept is? Kruis de goede zin aan. Blok 2 LB 16-17 LES 1 MAAK EEN TOETJE Lees de tekst in het leesboek nog niet. 1 Kijk naar de plaatjes. Nu weet je al heel veel. 1 Hier staat hoe je een toetje maakt. Hier staat hoe je een pop maakt. 2

Nadere informatie

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Gedicht groep 7-8. Gedicht

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Gedicht groep 7-8. Gedicht UNICEF Handleiding lessuggestie Gedicht groep 7-8 Handleiding Gedicht In het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties zijn de rechten voor het kind opgenomen. U maakt deze rechten concreet en zichtbaar,

Nadere informatie

De opbouw vertrekt vanuit een diagnostische toets om de juiste oefeningen te kunnen aanbieden. Na het oefenen volgt een evaluatie.

De opbouw vertrekt vanuit een diagnostische toets om de juiste oefeningen te kunnen aanbieden. Na het oefenen volgt een evaluatie. VOORWOORD Beste gebruiker, Voor u ligt de geactualiseerde versie van de REM-reeks. Toen de eerste versie van de losse boekjes met de bekende blauwe cover verscheen, stonden differentiatie en remediëring

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

Poekie is verdrietig. Want zijn papa en mama gaan scheiden. Geschreven door. Mariska van der Made. Illustraties van. Dick Rink

Poekie is verdrietig. Want zijn papa en mama gaan scheiden. Geschreven door. Mariska van der Made. Illustraties van. Dick Rink Poekie is verdrietig Want zijn papa en mama gaan scheiden Geschreven door Mariska van der Made Illustraties van Dick Rink Poekie is een lief klein monstertje van vijf jaar oud. Hij woont samen met zijn

Nadere informatie

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl R O S A D E D I E F Arco Struik Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl In de winkel 3 Bart 5 Een lieve dief 7 De telefoon 9 Bij de dokter 11 De blinde vrouw 13 Een baantje 15 Bijna betrapt

Nadere informatie

Dierentuin. Inleiding. Warming-up klassikaal. Warming-up groepjes. Introductie Dierentuin. Brullen als een leeuw

Dierentuin. Inleiding. Warming-up klassikaal. Warming-up groepjes. Introductie Dierentuin. Brullen als een leeuw Dierentuin Inleiding Introductie Dierentuin De kleuters maken in deze dramales een reisje naar de dierentuin. Ze beginnen met het nabootsen van dierengeluiden, waarbij ze goed naar elkaar luisteren. Hierna

Nadere informatie

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak. Tik-tak - Lees het gedicht tik-tak voor. Doe dit in het strakke ritme van een langzaam tikkende klok: Tik - tak - tik - tak Ik tik - de tijd - op mijn - gemak. Enzovoort. - Laat de kinderen vrij op het

Nadere informatie

Adaptieve toets: na basiswoorden poes en ei

Adaptieve toets: na basiswoorden poes en ei LEESLIJN HERZIENE VERSIE Adaptieve toets: na basiswoorden poes en ei Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten Grafementoets aangeboden letters tot en met poes en

Nadere informatie

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6 We gaan een werkstuk maken en je mag het helemaal zelf doen. Het is helemaal jouw eigen werkstuk. Maar om je even goed op weg te helpen hebben we hieronder alle stapjes even op een rij gezet. Wat moet

Nadere informatie

WEEK 1. we zetten de deur open voor onze vrienden. sleutel van. gastvrijheid. Godsdienst OV 1 - advent 2008 - LC

WEEK 1. we zetten de deur open voor onze vrienden. sleutel van. gastvrijheid. Godsdienst OV 1 - advent 2008 - LC WEEK 1 we zetten de deur open voor onze vrienden sleutel van gastvrijheid WEEK 1 Het verhaal van de oude poortwachter laat de sleutel blinken zoals die van Simeon zo kan je de deur openen om Jezus welkom

Nadere informatie

Wist je dat? Lezen W

Wist je dat? Lezen W W 21-06-2019 Wist je dat? - We vandaag in de Ekkerman de grote Judo afsluiting gehad hebben. De kinderen hebben de oefeningen die ze geleerd hebben uitgevoerd op de mat, samen met 2 andere scholen. Ze

Nadere informatie

3.5. Vertellenderwijze, niet moraliseren! 3.5.1. Verkenning van het verhaal " #

3.5. Vertellenderwijze, niet moraliseren! 3.5.1. Verkenning van het verhaal  # 3.5. Vertellenderwijze, niet moraliseren 1 3.5.1. Verkenning van het verhaal "# $$ %& " # 1 H. BERGHMANS & G. EVRARD, Bijbelverhalen in beeld, het leven van Jezus, Altoria Averbode, 1999. ' 3.5.2. Uitdieping

Nadere informatie

Dierenvrienden? door Nellie de Kok. Samenvatting

Dierenvrienden? door Nellie de Kok. Samenvatting Dierenvrienden? door Nellie de Kok Samenvatting De hond is de baas in het huis, totdat er een kat bijkomt. Ze proberen allebei om bij de bazin in een goed blaadje te komen. De kat krijgt het voor elkaar

Nadere informatie

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram, Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram, mijn kleine broer Dat is niet van mij mama Dan zegt ze

Nadere informatie

Oefenbundel. Pasen. 2 de leerjaar

Oefenbundel. Pasen. 2 de leerjaar Oefenbundel Pasen Naam: Halt! Alle dieren moeten steeds van klein naar groot lopen. Schrijf de getallen in de juiste volgorde op de stippellijnen. Lees de woorden en vul DE of HET in. Hoeveel krijg je

Nadere informatie

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 6

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 6 Dag 6 van de eerste taalperiode 1. Muzikale opmaat (25 minuten). Zang en blokfluit. 2. Mondelinge herhaling en ritmiek (25 minuten in de 1e klas, later 15 minuten). Spreken, klappen, stappen enz. van reeksen,

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,

Nadere informatie

Nieuwsbrief groep 3 december 2016

Nieuwsbrief groep 3 december 2016 Nieuwsbrief groep 3 december 2016 Hierbij ontvangt u van ons de nieuwsbrief van december. Nieuws uit de groep: We hebben de woorden van kern 5 bijgevoegd in de nieuwsbrief. Het is belangrijk om deze woorden

Nadere informatie

BLOK 1 thema 1 Kennismaking

BLOK 1 thema 1 Kennismaking BLOK 1 Leerinhoud Les 1 aanbrg van de woordschat Les 2 inoef van de woordschat in zinn Les 3 inoef veranker van de woordschat in zinn Woord zinn LES 1 LES 2 LES 3 Niveau 1 Niveau 2 hallo, dag Ik b Jij

Nadere informatie

Nieuwsbrief groep 3 oktober 2015

Nieuwsbrief groep 3 oktober 2015 Nieuwsbrief groep 3 oktober 2015 Hierbij ontvangt u van ons de nieuwsbrief van oktober. Door middel van de nieuwsbrief houden we u op de hoogte van alles wat er in de groep gebeurd. Ook vertellen we wat

Nadere informatie

Dit dier lijkt op mij

Dit dier lijkt op mij Dit dier lijkt op mij Ik heb een vos gekozen omdat ik meestal wel slim ben en soms een beetje sluw ben en als ik boos ben ga ik in de aanval. En ik ben erg nieuwsgierig net als een vos. Gemaakt door Rosalie

Nadere informatie

training voor kinderen

training voor kinderen training voor kinderen met hardnekkige spellingproblemen informatiefolder voor ouders inlding Op school en thuis heeft uw kind al vaak extra geoefend met spelling. Er zijn woorden herhaald, speciale werkbladen

Nadere informatie

Gedichten Door de leerlingen van 6B Nationale gedichtendag 28-01-2010

Gedichten Door de leerlingen van 6B Nationale gedichtendag 28-01-2010 Gedichten Door de leerlingen van 6B Nationale gedichtendag 28-01-2010 Bang Ik ben bang Onder mijn bed ligt een slang. Boven mijn hooft hangt een spin. Dat vind ik niet leuk En uit mijn raam zie ik een

Nadere informatie

Doelen van de lessen. Januari C.D. 4

Doelen van de lessen. Januari C.D. 4 Januari C.D. 4 Doelen van de lessen De kinderen kunnen een voorgelezen verhaal navertellen zonder gebruik te hoeven maken van illustraties. De kinderen kunnen fonemen als de kleinste klankeenheden in woorden

Nadere informatie

Nieuwsbrief groep 3 januari 2018

Nieuwsbrief groep 3 januari 2018 Nieuwsbrief groep 3 januari 2018 Hierbij ontvangt u van ons de nieuwsbrief van januari. Nieuws uit de groep: Bij rekentuin staan scores bij elk tuintje. Bij een gemiddelde score halen de kinderen in groep

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Ria Massy. De taart van Tamid

Ria Massy. De taart van Tamid DE TAART VAN TAMID Ria Massy De taart van Tamid De taart van Tamid 1 Hallo broer! Hallo Aziz! roept Tamid. Zijn hart klopt blij. Aziz belt niet zo dikwijls. Hij woont nog in Syrië. Bellen is moeilijk in

Nadere informatie

Liedjes Kerstmusical: Volg die ster

Liedjes Kerstmusical: Volg die ster 14-1: Waar ben je geboren Waar ben je geboren, waar kom je vandaan Waar is het begonnen, waar is het ontstaan Waar ken jij de weg zelfs met je ogen dicht Waar ben je geboren, waar zag jij het licht Iedereen

Nadere informatie

1 In het begin. In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde.

1 In het begin. In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde. 1 In het begin GENESIS 1:1-25 In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde. De aarde is nat en donker. God wil van de aarde iets heel moois maken.

Nadere informatie

Kies 4 kinderen uit en zing de zeppelin. Rijd als een auto door de klas en geef iedereen een autodropje

Kies 4 kinderen uit en zing de zeppelin. Rijd als een auto door de klas en geef iedereen een autodropje Kies 4 kinderen uit en zing de zeppelin. Rijd als een auto door de klas en geef iedereen een autodropje Rijd als een auto achteruit door de klas en geef iedereen een autodropje Zing het liedje gaan we

Nadere informatie

Bijlage 14 Registratie- en planningsformulier gehele groep

Bijlage 14 Registratie- en planningsformulier gehele groep Bijlage 14 Registratie- en planningsformulier gehele groep Toelichting In de kolom aanbieding vult u de datum in waarop u de activiteit aan de gehele groep heeft aangeboden. U hoeft dit dan niet bij iedere

Nadere informatie

groep4 Thema 4 week 1 werkboek spelling

groep4 Thema 4 week 1 werkboek spelling Thema 4 week 1 Taal groep4 actief werkboek spelling Dit is de versie van Taal actief voor de christelijke school In tekst en beeld zijn er aanpassingen gedaan Groen Educatief/Royal Jongbloed Het concept,

Nadere informatie

mollen -> de o wordt uitgesproken als o. Dit noemen wij een woord met een woord met een gesloten lettergreep: mol len.

mollen -> de o wordt uitgesproken als o. Dit noemen wij een woord met een woord met een gesloten lettergreep: mol len. Komende week starten wij alweer aan kern 11 van Veilig Leren Lezen. U zult zien dat er in deze kern veel terugkomt wat er in kern 10 is aangeboden. In deze kern staan de volgende onderwerpen (weer) centraal:

Nadere informatie

Wist je dat? W

Wist je dat? W W 07-06-2019 Wist je dat? - De kinderen op 2 de Pinksterdag (maandag 10 juni) vrij zijn. - We nog volop bezig zijn met de CITO toetsen. - De kinderen op Vaderdag een leuk eigen gemaakt cadeautje gaan geven.

Nadere informatie

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les 8 Inhoud 1 Eenzaam De Soms ben je alleen en vind je dat fijn. Als alleen zijn niet prettig aanvoelt, als je niet in je eentje wilt zijn, dan voel je je eenzaam. In deze leren de leerlingen het verschil

Nadere informatie

Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje

Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje Aangepaste dienst Liturgie Voor de dienst speelt de band drie liederen Opwekking 11 Er is een Heer Opwekking 277 Machtig God, sterke Rots

Nadere informatie

Leerdoelen veilig leren lezen:

Leerdoelen veilig leren lezen: Leerdoelen veilig leren lezen: Kern 1: ik - maan - roos - vis Letters: m - r - v - i - s - aa - p - e Woorden: ik - maan - roos - vis - sok aan pen - en Aan de hand van deze woorden leert uw kind de letters.

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie