Verslag Ondersteuningsplanraad 11 januari 2018

Transcriptie

1 Verslag Ondersteuningsplanraad 11 januari 2018 Aanwezig : van Binsbergen Renate Does Hanneke van den Hout Karen te Pas Tjarda Harteveld Eva Lang Bianca Batenburg Tevens aanw. : Bernard Homans Lid coördinatie Notulist : Yvonne Dijkema Kleine besturen, oudervertegenwoordiging (voorzitter) Kleine besturen, personeelsvertegenwoordiging Agora, personeelsvertegenwoordiging Agora, oudervertegenwoordiging Speciaal Onderwijs, personeelsvertegenwoordiging Speciaal Onderwijs, oudervertegenwoordiging Zaan Primair, personeelsvertegenwoordiging 1. Opening en vaststellen agenda heet de aanwezigen welkom en opent de vergadering. 2. Verslag d.d. Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van de actielijst: Punt 1 OPR-vergoeding. Personeelsleden ontvangen geen financiële vergoeding, maar extra uren. Hierover is communicatie geweest met de besturen. Ieder bestuur regelt de vergoeding op eigen wijze. Als een personeelslid van mening is dat niet voldoende gecompenseerd kan worden, dan dient dit intern besproken te worden. Het punt kan van de lijst. Punt 2 Basisondersteuning en SOP De vraag was of de OPR instemmings- of adviesrecht heeft. Bernard geeft aan dat de afspraken over basisondersteuning onderdeel uitmaken van het ondersteuningsplan, waar de OPR instemmingsrecht op heeft. Als er wijzigingen in de afspraken over de basisondersteuning worden aangebracht, dan zou dat formeel tot een aanpassing van het ondersteuningsplan moeten leiden, waar dan instemming van de OPR voor verkregen moet worden. We kunnen ook afspreken dat de OPR daarom instemmingsrecht heeft t.a.v. de wijziging, zonder tot wijziging van het OP over te gaan. De afspraken in het SWV over het SOP van de scholen hebben geen formele status, maar zijn een praktische regeling. De OPR heeft daar geen formele stem in. Wel heeft de MR van de school adviesrecht op het SOP. Hanneke zegt dat de basisondersteuning ten onrechte niet is ingebracht bij de OPR. Bernard is het hier mee eens. Omdat het een belangrijk onderdeel van het ondersteuningsplan is, wordt het alsnog geagendeerd voor de volgende vergadering. Punt 3 OPR aanmelden als lid van de CNV. zal dit oppakken. Punt 6 Contact Raad van Toezicht Bernard deelt mee dat de stichtingsvorm nog steeds niet gerealiseerd is. Dit verloopt via de rechtbank. Eind maart is er overleg met de RvT over het ondersteuningsplan. Bernard zal bespreken hoe men de overleggen met de OPR wil organiseren. OPR 1

2 3. Ondersteuningsplan Aan de orde is de bijgewerkte versie van het ondersteuningsplan. De eerder gemaakte opmerkingen door de OPR en het bestuur zijn hierin verwerkt. Het stuk wordt besproken. De tekstuele opmerkingen van worden nu niet meegenomen. Dit gebeurt wel bij de uitwerking. Hanneke vraagt naar de bijlagen, omdat de OPR ook daar instemming op moet verlenen. Deze zullen de volgende keer bijgevoegd worden. Het document wordt doorgelopen, waarbij de volgende opmerkingen worden gemaakt en vragen gesteld. Algemeen: Er staat te veel in. Met name het hoofdstuk Samenwerking gemeenten en jeugdhulp is te uitgebreid. De vraag is of het hoofdstuk over risico s opgenomen moet worden. Eventueel zou dit korter kunnen. Wordt er nog een publieksversie gemaakt? Antw.: Dit zou kunnen, al is het document al veel zakelijker en korter dan de vorige versie. Als er behoefte aan is, dan wordt dit zeker opgepakt. Het is goed om een verklarende woordenlijst toe te voegen met de afkortingen. Pag. 4: De missie staat aangegeven in de wetgeving en kan niet gewijzigd worden. Een SWV kan daar wel zaken aan toevoegen. Onder de visie staat kwalitatief hoogwaardig onderwijs genoemd. Hieronder valt het bieden van passend onderwijs. Hanneke vindt zorgplicht en handelingsgericht weken niet echt een visie, meer de uitvoering van een visie. Het is weinig wervend zo. Bernard zegt toe de visie te herschrijven. Pag. 5: Onder Punt 5 staat: Zo licht, zo tijdig en zo thuisnabij mogelijk. Het woord licht lijkt hier niet te passen. Antw.: Het gaat erom dat de ondersteuning zo licht mogelijk moet zijn, waardoor erger wordt voorkomen. Het heeft een preventieve, laagdrempelige werking. Onder punt 8, ouders, zou duidelijker naar voren moeten komen dat samen wordt opgetrokken. Nu is het alleen juridisch verwoord. Daarvoor kunnen de woorden ouderbetrokkenheid, samenwerking, educatief partnerschap gebruikt worden. Pag. 6: Punt 10, betrokkenheid basisschool, is negatief gesteld. Uitgangspunt moet positieve betrokkenheid zijn, waarbij terugplaatsing mogelijk is. Punt 12, dekkend netwerk, is toegevoegd naar aanleiding van een opmerking van de OPR. Punt 14, waarborgen. Hier wordt de programmaraad genoemd. Moet dat op deze plek? Antw.: het bestuur ziet de programmaraad wel degelijk als een belangrijke waarborg voor de balans tussen regulier en speciaal en om ervoor te zorgen dat de SBO- en SOvoorzieningen een verantwoordelijkheid van het SWV als geheel is. Pag. 7: Onder 3.4 en verder hebben de besturen zelf teksten aangeleverd over de extra ondersteuning. Dit is lastig te lezen, omdat de teksten niet op dezelfde manier zijn OPR 2

3 ingedeeld. Antw.: De volgende vragen waren gesteld: Wat is je visie? Hoe ga je het organiseren? Hoe financier je dat? Wat verwacht je van de resultaten? Bernard onderneemt nog actie om meer gelijkwaardiger en gelijkvormiger teksten aangeleverd te krijgen. Er moet een verbindende tekst komen tussen 3.3 en 3.4 en verder, waarin de vragen waar besturen antwoord op geven duidelijk worden benoemd. Het is goed om de teksten van de besturen in een apart hoofdstuk op te nemen. Pag. 12: Punt 3.11.a, hoogbegaafden. Er wordt een gezamenlijke doelstelling gemist. Antw.: Deze wordt niet geformuleerd. Dat gebeurt ook niet bij bijv. autisme. Op het gebied van hoogbegaafdheid verzorgt ieder bestuur een eigen aanbod. De visie van de gezamenlijke besturen is dat er aan hen geen apart onderwijs wordt gegeven. Karen vraagt zich toch af of het voorkomen van onderpresteren, niet een gezamenlijke doelstelling moet zijn van het SWV. Antw.: Bernard concludeert, dat de tekst inderdaad met die gezamenlijke doelstelling aangevuld moet worden. Pag. 13: Punt 3.11.c, Kinderen van vluchtelingen en nieuwkomers De tekst gaat alleen over kinderen van vluchtelingen. Nieuwkomers zijn niet altijd vluchtelingen. Voor hen gelden andere regels. De tekst is te rooskleurig en te eenzijdig. Het is onmogelijk om voldoende nazorg/begeleiding te verlenen. Antw.: Het SWV bemoeit zich niet met het onderwijs aan specifieke groepen kinderen, maar zorgt voor procedures als kinderen extra ondersteuning nodig hebben. De Kernschool valt onder Zaan Primair, al hebben de besturen een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het blijkt dat een substantiële groep van de huidige kinderen op de Kernschool niet op het SO of SBO horen. Ouders krijgen soms ook een dubbel advies, waardoor hen veel ruimte wordt gelaten om te kiezen. Dit probleem dient in een ander kader besproken te worden. Bernard komt hier nog op terug. Punt 4.1, Toelaatbaarheid bepaling Aan het bestuur is gevraagd of de huidige procedure gehandhaafd kan worden. Hierop werd bevestigend gereageerd. Ook kwam aan de orde of de categoriebepaling gewijzigd moest worden: minder medisch. Besloten werd om ook dit te handhaven. In uitzonderingsgevallen kan hiervan worden afgeweken. Wordt voor kinderen een aparte bekostiging ingericht? Antw.: Voor de begingroepen worden van de aanvullende zorgbekostiging extra onderwijsassistenten aangesteld. Dat voorkomt dat voor kinderen aparte bekostiging moet worden aangevraagd. Pag. 20: Punt 7.2, verantwoording ondersteuningsbudget, moet zijn: punt 7.3. De tekst is minimaal en kan op verschillende wijzen worden geïnterpreteerd. Hoe en aan wie moet verantwoord worden? Antw.: Deze tekst wordt nog aangepast. In de eerste jaren is het ondersteuningsbudget toegekend aan besturen, zonder dat duidelijk is wat men er precies mee heeft gedaan. Er is voor het eerst verantwoording afgelegd over Hierover is overleg geweest met directeuren en controllers. Een probleem is dat cijfers, zonder de achterliggende verhalen, moeilijk te plaatsen zijn en dat resultaten niet echt benoemd kunnen worden. Het SWV OPR 3

4 dient die echter wel te kunnen verantwoorden, bijvoorbeeld aan de inspectie en de Raad van Toezicht. Bernard gaat de input van de OPR verwerken. Hij bespreekt deze versie ook met de Raad van Toezicht. Op basis van de inpunt van de OPR en RvT wordt een nieuwe versie opgesteld, waarover het bestuur een voorgenomen besluit tot vaststelling van het OP neemt. Daarover volgt formeel overleg met de OPR en RvT. Aan de OPR wordt dan instemming gevraagd. Besloten wordt om de OPR-vergadering van 6 februari a.s. te verzetten naar 15 maart a.s. Er wordt nog bekeken of Bernard daarbij aanwezig is. Er komt in ieder geval een memorie van antwoord bij het document. In de vergadering van 19 april a.s. wordt aan de OPR instemming gevraagd. zal bij het afsluiten van het abonnement bij de CNV aangeven dat rond 15 maart een document zal worden voorgelegd. Voor 19 april moet een reactie zijn ontvangen. 4. Passend onderwijs aan kinderen aan de bovenkant Karen geeft aan dat het haar gaat om het onderpresteren van kinderen die hoogbegaafd zijn. Dit is inmiddels besproken. Voor haar is het punt afgehandeld. Bernard heeft in het bestuur aangegeven dat vanuit de OPR de opmerking kwam dat er geen communicatie is tussen Kangoeroeklas/Plusklas en de basisschool. De besturen herkennen dit niet. Als het niet lukt om dit zelf te bespreken met de betreffende personeelsleden, dan zouden ze het graag willen weten. Karen zegt dat dit soort situaties zich voordoen. De vraag is waar dit probleem het beste besproken kan worden. Ze zal, op persoonlijke titel, nagaan of het speelt door de vraag te stellen aan de leerkracht en de ouders. Bernard geeft aan dat de GMR, van Agora in dit geval, wellicht een geschikt gremium is om het probleem te adresseren. 5. Speerpunten / Agendapunten rest van het jaar Bernard adviseert de OPR om na te denken over wat zij willen agenderen. Eva zegt dat afgesproken is om eerst de bespreking van het OP af te ronden en daarna een basis neer te zetten voor een jaarplanning. Afgesproken wordt om voor de jaarplanning apart bijeen te komen. Dit zou kunnen op de avond van het afsluitende etentje op 28 juni a.s. Van uur vergaderen en daarna eten. Voor de volgende vergadering(en) worden als agendapunten genoemd: missie, visie, jaarplan, ondersteuningsplan. 6. Rondvraag Tjarda noemt de KanZklas, een recente samenwerking met zorginstellingen. Leerlingen worden in de KanZklas leerplichtig. Bij de overstap van het SO naar het SBO is terugplaatsing nog een grijs gebied. zegt dat op de schoolkalender de vergaderingen van MR en GMR staan vermeld. Zou ook de OPR hier genoemd moeten worden? Besloten wordt om dit mee te nemen in de discussie over missie, visie en jaarplan. OPR 4

5 8. Datum volgende vergadering De volgende vergadering is gepland op donderdag 15 maart a.s. om uur. Locatie: Agora, Rosmolenstraat 30, Zaandam. ACTIELIJST Nr. Actie Uit vergadering Door Wanneer 1. CNV OPR aanmelden als lid Aangeven dat rond 15 maart een document zal worden voorgelegd. Voor 19 april moet een reactie zijn ontvangen. 2. Jaarplan OPR Opstellen van een jaarplan dat ingaat in het schooljaar Ondersteuningsplan Als er een nieuw OP beschikbaar is: rond laten gaan binnen de OPR, waarbij iedereen (taalkundige) opmerkingen kan plaatsen. 4. Contact Raad van Toezicht Met RvT bespreken hoe men de overleggen met de OPR wil organiseren. Op agenda van een volgende vergadering: Basisondersteuning Missie Visie Jaarplan Ondersteuningsplan Yvonne OPR 5