Dit woordenboek Turnhouts bevat 114 gezegden, 894 woorden en 9 opmerkingen.

Transcriptie

1 Turnhouts dialect Dit woordenboek Turnhouts bevat 114 gezegden, 894 woorden en 9 opmerkingen. 114 gezegden Aandacht allemaal - Leustert ollemoal iszier Afzien - Auwe père zingn Allé, zover zijn we dan ook alweer. - Arrè, zoewaait zemme dan ok wèral. Alles loopt goed - 't is koek en aai Bezig blijven - In de wiggel blaaiven Bijt hij als ik hem aai - Betemakoemaai Daar kan je niets mee doen - Doar kunde gen kloeute me oanvange daar komt hij aangestapt - doar kompt heum aongestesselt dat brengt niets op/dat helpt niet - da brengt gen dem oep Dat is echt waar - Da's èegteg en tèegteg dat is het een en het ander - das teen en taander Dat is iets van niets - Da's iet van keskeschiet dat is niets bijzonder/niet belangerijk - das niks van pettik Dat is niets waard - das iet van keskeschiet Dat is niets waard, trekt op niets - das iet van keskeschiet de beste turnhouter heeft nog altijd een deken gestolen - den besten turnauter hè nog altaai een seuzie gepikt de geburen - dievanhierneffe Die heeft een grote mond - Dieje hee een groewt blad Die heeft een grote mond - Diejen hee e groeut blad Die heeft lange benen (vrouw ) - Die hee noggal poewten onder heure pisbak Die is er slecht aan toe - dieje zenne frut is zuur Dikke borsten - Brooien dikke neus - japneus Dronken zijn - Een stuk in ewwe frak hemme Een beetje gek - van leutje getikt een halve kilo toffees, allemaal verschillende - e pongt pikke, ommel tefrengte Een kleine portie te eten krijgen - da stekte in nen hollen taand een lenig iemand - ne jummenastikke een slome kerel - nen trulleman een veelprater - tis ne semmeleer een verlegen meisje/dame - een sibbetrees Een vrouw met lange, mooie benen - Die hee nogal poeuten ongder heure pisbak Er is huiselijke ruzie - dr zit een hoar in de boter gedraag je - vuugt èèw Geen greintje verstand - Genne meuzzel verstaand geen staat op kunnen maken - laaiachtig zen geen zin hebben - ni scheutsig zaain Goed overeen komen - 't Is koek en aai hard regenen - tregert aaw meujers hard werken, lawaai maken - van zen gat geeve Het is in orde - Ti's in de sjekoos Het is naar de haaien ('kloten') - T'is neur de kloeute het nieuws op de radio - 't gesproken dagblad Het vriest buiten - Vriezepiejr bèt in ew oejre

2 het werkt op mijn zenuwen - kraaig er de weubbe van Hij / Zij staat er goed mee - Nen duvel mej zen moijer Hij doet alsof hij van niets weet - aai geboart van krommen oas hij heeft een groot gedacht van zichzelf - 't is ne strongt wie hee maaj geschete hij heeft een groot gedacht van zichzelf - aaj eeget oejg in zennen bol/zen krolle hij heeft een groot gedacht van zichzelf - aaj stoa iejl goe me zen aajge Hij heeft een hersenoperatie ondergaan - z'emme 't scheltje van zaaine kop gedoan Hij heeft een verkoudheid opgedaan - Haai hee een klets gepakt Hij heeft een verkoudheid opgedaan - haai heed een klets gepakt hij is een pint gaan drinken - haai is een pingt goan pakken Hij is elders gaan naaien - Haai is oep een aander e fleutje goan zette Hij is heel lenig - Haai is ne jummenastikke hij is me er eentje - aai is wa gescheete Hij is me er eentje - Haai is wa geschete hij is overleden - haai ee zenne kees geloaten Hij is vreemdgegaan - Haai is oep een aander een fleutje gon zettee Hij loenst - Haai is zoe scheel as nen otter Hij werkt op mijn zenuwen - Ik kraaig de weubbe van eum hoe gaat het met u - oewiest mejaaaw honger hebben - schriebes hemme hou uwe mond - hawt a bakkes iemand onzin/leugens vertellen - aai mokt em bleuskes waais iemand onzin/leugens vertellen - iemaand bleuskes waaismoake iets op afbetaling kopen - iet oep de poef koejpe iets willekeurig doen - iet oep de wilden boef doeng Ik ben afwezig - k'zen er ni ik ben dadelijk terug - kzen bedijeme vrom Ik ben er niet - k'zen er ni Ik ben niet akkoord - Loop naar de maan - Teute Zjeraar ik had slechte kaarten - 'k hoai koai kaarte ik heb het - kemmet Ik verveel me - 'kzent muug Ik verveel me - 't Hangt men kloeute ooit - 'k Zent muug In de winkelstraat gaan winkelen - Int stroat goan kom je direct terug - komde derekt verom laat het vooruit gaan - geft em beuze mag ik op uw rug zitten - maksis oep aauwe pheus zitte Mager iemand - Pressies uit buchewalt maken dat we wegkomen, de politie is er - smoest em bink, ne wawt men is kwaad over u aan het vertellen - ze zèn oep euwen blaajk oan't spiejke Ongehuwde moeder - Hoag weef onzin vertellen - iet oit oew kloewte sloage onzin vertellen - iet uit oe kloeute slagen ruzie in het huishouden - D'r zit een haar in de boter slappe koffie - das zaaiek van boeremie te weinig eten krijgen - da stekte in oewen hollen taant totaal stuk, in scherven - in frut vaniejen Voldaan - zo vol as een not voor de grap - veur de frim Waar ga je naartoe - Woar goade henne Waar ga je naartoe? - Woar trekt' oep af? wat brengt dat op? - wa scheuft da Wat brengt dat op? - Wa scheuft da?

3 Wat eten we? wat we hebben - wa iest ver tete? wa memme wat is er met jou aan de hand - Wa dist na meja jom Wat kost dat? - Wa scheuft da? Wat zit je daar te piekeren? - Wa zitte doar te dubben en te takkeleren? We aten wat we hadden - Moate wa moaie we eten wat we hebben - meetewamemme We eten wat we hebben - Mete wa memme Ze hebben u te pakken - Gaai hed het spek aon aaw kloewette. ze is in verwachting - zee praais ze is ongesteld - ze zit met de vodde ze is ongesteld - Zee de vodde zet de muts van uw trui op - zet aaw pep oep Zich een hoedje schrikken - Ne floeren oap schaaite Zich verzorgen - Ew aaige goaisloage zij loopt nogal te pronken - ze hé veul zjaar baai zijn de aardappelen gaar - zen de patatten al meurrig Zijn ogen staan scheel - aai zie zoe schèel as nen otter 894 woorden (uit) glijden - (ooit) raaizen aalbessen - roei bizzeme aan borsten komen - tetteke reus aan uw testikels krabben - An oew balle krabbe Aangekleed - aongeteuierd aanhangende - reutemeteut aanhangwagen - remork aap - nen_noap aardappelen - petatte aardbei - etsbees Aardbei (-en) - Erbizzem / Erbizzeme aardbeien - erbizzeme aars - eulleke absoluut - per sé achterblijver - plekaaizer Achterhouden - Smèjje acne - pikkeltjes afrikaantje (plantje) - stinker afschilferen - afblotten Afschrikwekkend, erg, zeer - Grellig afstandsbediening - kaske afwasbak - poembak,. afwasplaats of wasplaats (vroeger) - De mooos afwerken - afbèljaare agent - flik of wout Al naargelang - Navenaant allemaal - ammel Als nu - As Naaw anjer - sjenoffel antenne - antengn apotheek - appeteek appelmoes - appelspaajs

4 armband - branjelet arrogant - astraant atheneum - commejèn auto - nen otto Auto met open dak - Deekappetaabel autoped - trottinet Avond - Aovongd babbelaar - semmeleer babbelen - semmelen baby - boeleke Badjas - pengwaar bakkebaarden - fabrèjen bakker - bekker banaan - bennaon bangerik, angsthaas - broekschaaiter batterij - pil bazig - sjandeirem bazige vrouw - een meustes bed - neest Bed - Tram Beeldje - posturke Beenhouwer - Biejenhaawer beide - evvenbaai Bejaarde man - 'n Aauw peeke Bejaarde vrouw - Aauw meujer bemoeizieke - genderm benauwd - bedoempt berghok - schop bessen - bizzeme betweter - straajbakkes betwisten - straaien beursje - beuzeke bh - tettejèèn bibliotheek - boekeraai Bij - Baai Bijna - Bekan Biljartkrijtje - Beljaarkretje Binnengieten - Aagterover slaoge bioscoop - cirema blaasje (s) - bleuske (s), bloske (s) blaffen - bassen blauw - blaaw blauw oog - blauw ket Bloedkorst - Roof bloedworst - beuling bloem - blom bloemtuil - blommekej blootsvoets - berrevuts Bluf - Zjaar Bluffer - Zjaarmoaker boerenpaard - ne knol bollen - pikken/ ne pik bonen - boewene

5 bontmantel - pelse frak boodschappen - kemissies boodschappentas - ne kebas boomstronk - peust Bord - Talloeër bord - telloor borst - beust / tet / mem borstel - beustel borstzakdoekje - stoeferke borstzakje - zjippenbeultje Boterham - Boteram boterhammetjes - bammekes Braakneigingen vertonen - Keulikken braken - spaauwe branden - fikken, brannen brandweer - pompiers brillendoos - brillendoeözeke broekzak - booil bromfiets - broemmer brompot - meuspot broodbeleg - bijval broodje - broejke bruin - broojn buldozer - schoep bult, buil - toot Bustenhouder - Tettegène café - kefèj, stammenèj cafebaas - Kefèjbaas centrale verwarming - sjefaas charcuterie - baaival Charcuterie - Baajval Chocolade - Sjoekkelat communie - kömmuniej Condoom - engelse frak Condoom - Nen Engelse kepoot confituur - jelaai dadelijk - Bediejeme dakgoot - kernis dansvloer - vloeienbak das - plastron dat is niet waar - teutebolle dat zal wel zijn - tutter de belgen - de belze de gazet van antwerpen - de frut de grond - de grongd de overloop - den allej de wc - theuske de welke - de waffere Dekentje - Seuzzie deksel (tje) - scheel - scheltje dennappels - mastebollen dennenappel - maastentop deur in 't hek - peurtje

6 diarree - booikgrip, schaaiteraai, de rappe diarree - tvliegent schaajt dief - schoebejak Dierentuin - Zjolegij dikke vlieg - lol Dinsdag - deestag direct - taenieen: dadelijk sebiet: direct dit of dat - dees of tgeen Dobbelsteen - Teerling dode - doeije dokter - doktoor domme kerel - onnoeezel manneke donker - doenker Doos - Doeës dorst - deust draagtas - Kebbas Draaitol - Pindjop dralen, talmen - trullen Drankgelegenheid of café - Stammenej/kefej Drie - Draai driekoningen - draajkeunninge dromen - droeeme dronken - bezope druif - droojf drukpan - mismerrie Duimspijker - Pinees dun, sluik haar - piereverdriet duw - djoef dweil - nen oepnemer dweil - oepnemer Echtelijke ruzie - Rosse Jan Echtwaar - èechtigentèechtig Een beetje - een bitje Een deugniet - een ekkepeusje een dommerik - nen peust een ei - een aai Een ei - een tikkenaaike een hond - ne nongd een nederlander - nen ollander een pakje frit - Nen boojl frut een pet - een joef, klak een rijf - 'n gritsel Een slag op je gezicht krijgen - Een toek oep oe bakkes/awen teut kraaige een snoepje - ne pik een verlegen meisje/vrouw - e subbendoozeke een weegtoestel - nen neuster een zwarte - ne zwette Eerlijk - Iërlek egel - pinegel ei - aai Ei / eieren - Aai / aare eieren - are

7 Eigenaar - Aaigeneer elastiek (je) - rekker (ke) elkaar - mekaander enkel - knoesel erg - grellig Ergens - Ergeraans / ieveraans Erotisch tijdschrift - Seksboekske erwten en wortelen - ertjes en pejkes Eten - Boeffen even - reeskes even wachten - reeskes woochte fiets - vello/velo Fietsenhersteller - Velomoaker flesje - fleeske flesopener - aftrekker flesopener - tjoppentrekker flink bezeren - leullek zieer doen Fluit - Flooit fluiten - flooite Fopspeen - Tutter fototoestel - kodak, keddak Frieten - Frut Frieten (portie) - Nen boojl frut friteuse - frutketel Frituur - frutkot Frituurpan - Frutketel Ga weg - Bol het mer af gaar - Meurrig garnaal - gernoot gb/warenhuis - bazaar gebak (jes) - peteeke (s) gebrekkig - krakkemikkig geen geld - genne sol geen moed (zin) hebben - gennen iever Gehakt - Gekapt Geit - Gaait Geitenbok - nen boek geitje (kindertaal) - sjoekemie Gek - Geschift geluk hebben - sjaans émmè gelukzak - sjoansaar Geplukt - Geplokken gerief - begozzie gescheiden - vaniejen gevangenis - petoet Gezicht - Teut Gezicht - Vruut gezien - gezingn gij wel - gaai wol glijbaan - schooivaf glijden - slibberen goed verzorgen, bewaren - goaisloagen golvend haar - bekke

8 gootsteen - pombak gordijn - gerdaain gordijntje - gerdentje graag - gère gracht - grèècht grammofoonplaatje - pleutje gras - groes grasperk - den blaajk, 't groes Gratis - Verniet griezelig - grelleg groen - gruun grof brood - zuut broeed groot pint bier (33cl) - nen draaiendertiger grote borsten - ferm memmen grote mond - fraanken teut, een frank bakkes grote nagel - kepernoagel grote trom - groskès hagelslag - moojzekeutels / mooizestreuntjes haken - krosjteere halssnoer - koljee handen - polle handtas - sjakosch hangertje - schappelierke hard, snel doorgaan - beuze geven hark - een gritsel / een raaif Heeft het - Heeget heel vaak - alle hondsgezekte heftruck - ne clèrk hen - een kieke Hengel - Visruj hesp - heps het is de moeite - amaai menne frak het journaal - 't nifs Het schorvoort (gehucht zuid Turnhout) - t schörevert het waait stof - het stoebert hij hoort niet goed - aaj ee speurrie in z'n oejre hij is bankroet - dieje is blut Hij moet snel zijn - aai is van nen oas gepoept hoesten, hoestje - kouchelen, koucheltje hoge hoed - stoofboois Hollander - Ollaander hond - nen nongd hondje (kindertaal) - tejke, woefke hoofdkaas, kop - preskop Horloge - leuzie hout - hawt huilebak - bléétsmoel huis - hoojs huisvrouw - mojjer-on-den-heird iemand die haast heeft - e vliegend frekske iemand die steelt - nen pikkedief iemand met kapsones - iejne mee veul zjaar iets verwisselen - mangele

9 iets zwaar tillen / dragen - peussen ijskreem - creemglas; friskoo ijslolly - friskoo ik bedoel - kwil mer hemme ik ben afwezig - kzennerni ik ben weg - k zen e weg, kzen deur ik heb - kemmekkik in duizend stukken - in grooizelemengten in stukken van een - in frelle vaneen Ineens - Taainiejn injectie - speutje Jaar - Joar jam - confetuur / Jelaaaj jas - frak Jezus, de Heer Jezus - deezeke jong - jongk juist - zjust jullie - geulli Jutte - Ammeleuzie kaal - kletskop kaars - kèèrs kaarsendover - keskespisser kaarsje - keske kaarten - kaortespele kaas - kees kachel - stoof Kakken - Broetse Kalender - Almenak kalf - meutte kanarie - keneurie kapper - kwaffeur karbonade - kermenaai Kassei - Kassaai Kastje - kaaske kauwgom - tutterfrut Kauwgomautomaat - Tutteftruttembak kermis - foe-er Kermismolen - Perdjesmeulen kers - kes ketel - mermit kikker - kikveus Kikkervisje - padekuleke kind van ongehuwde moeder - veurkingt kinderen - joeng kindermondje - teutje, meunneke kinderstoel - kakkestoel Kindertatoo - Mennekesplek kinderwagen (slapen/zitten) - fetuur / charet kindje Jezus - diejzeke kip - kieke klap, slag - wats Kleding - Klieure Kleding van slechte smaak getuigend - Diejen is nogal es aongetuijerd

10 klein kind, duts - jongk Kleine vrachtwagen - kamejonet kleuterschool - papschool klompen - klone klont (je) - een klontje suiker - kleut (je) - e kleutje sooiker Kluis - Kloojs knabbelen - knauwe Koe - Keuj koeienvlaai - koejschit koets - sjees kolenboer - oellieboer kolenbus - oelliebak konijn - kernaain konijn (mannelijk) - raaijer konijn (vrouwelijk) - voeij koning - konning kookpot - kestrol kool, kolen (brandstof) - oellie Kopje - koem Kopje - Zjat korst - keust kotelet - kermenaai kou - kaauw (uitspraak te rekken naargelang graad van koude) krijt - kretje kroonkurk - tjoepke kruiden - kreuje Kruimels - kreummels, meuzzeltjes, meuzelingen kruis - kroojs kruisbes - knoesel kuit - kwak kwade... - kwoai Laarzen - Botte laat het wat vooruitgaan - mokt is wa aventozzie labbekak - lebbekak ladder - liejr Lade - Schooif lampfitting - soeket lampje - perke landbouwvoertuig - trakteur langzaam aan - trullen lastig - ampetaant Lawaai - Lewaat Lawaaimaker - Lewaatmoaker lelijkaard - draok Lerares - Kingderjufra libelle - bimbauwt Lichte Regen - Smosse liegen - beuzelen Lieveheersbeestje - Lievraawebiejesje likken - lekken limonade - limenaat lispelen - slissen logé - koostganger

11 lolly - lekstok lopen - zjalle lotje - leutje Lucifer - Stekske luiaard - trulleman luier - pisdoek luierik - ne tamzak luik - luiken - blaffetuur - blaffeturen Luikse siroop - poepgelaai luikse siroop - poepjelaai Maand - Meungd Maandverband - Voddenbaant maar - mer maart - meirt maastentop, maastenbol - Dennenappel mag ik eens voelen? - mak is vuule? magneet - plekaaizer mannelijk geslachtsdeel - gemacht mannelijk lid - piet, pitje Mannelijk lid - Tiesche Mannelijk lief - Ne vraaier Mannelijk lief - vraaier markt - mèrt masker - mombakkes Mayonaise - Majenees meikever - meulder, moldenèr meikever - muilder men kl... - men sjoekedaise mengen - djamele menthol drop (snoep) - gruntjes met vakantie - oepraais mezelf - meneigenzelve Mier - Zeksmeuier mier - zeksmoejer mier - zeksmojer Mieren - Zeksmojers mijn hart - mene tikker mijn vrouw - di van os mijn vrouw - die van os minares - aonhawster minnaar - aonhaawer moe - muug moed - kerrozzie mogelijk - kangkunne molen - meule mond - mongd, teut Mondharmonica - Mongtmezikske mondharmonica - noeneke Mooi meisje - Schoeë mèèske mopperaar - meuspot morren - meuze Morsen - Smosse mot regen - muggenpis

12 moto, motor - motseklet muis - moojs Muts - klak, pots Naar - Neur naargelang - novenaant nachtjapon - pon nachtkastje - naachtkaaske natuurlijk - vanaajges navel - noagelenbooik Nederlandse - Ollaandse nergens - nieveraans Netkous - Netkaws neus - vruut Neusverkoudheid - Snotvalling Niets - Gen knaait/ nul de botte/gen dem nochtans - pertang nurk, knorpot - azaainpisser och god - menschgenaaie ochtend - morregengd ochtendjas - pönwaar Oliebollen - Smawtebolle om beurten - ieder overaant om de beurt - iederroverrant Omdat - Oemda omgekeerd - aagterste veur omgekeerd - aagtersteveuren Onbeleefde man - Boerepeust Onderhemdje - Ongderemmeke ondertussen - impesaant ondertussen - taaiterwaail, swengs Onderzoek - Onderzuuk, visitoasiej Ongetrouwde moeder - Hoagweef onmiddellijk - taaneniejen onmiddellijk, dadelijk - taaineejn onnozel wicht - sikkedoos onnozelaar - foukas, ongnozeleer Onwaarschijnlijk - Onwoarschaainlêk oogarts - oegmiester Oostende - Oewestende op reis naar parijs - oep raais neur peraais opnieuw, overdoen - oep se ves opscheppen, snoeven - stoeffen opschepper - batser opschepper - stoeffer opschepper - zjaarmoaker, zjaarkongt optieker - brillemersjaant opvallend meisje - droaikongt orkest, een - jazz, ne oud ijzer - aaw aajzer oud vrouwdje - auw doeös oude kaas - aawe kees oude man - aauwe pej oude man - pejke

13 oude vrouw - aaw waajf, mejke ouderlingenwoningen - de flatjes Overdreven religieus - Pilerenbaaiter overeenkomen - akkerderen overjas - pèrdesui Overjas - Perdsuj overloop (gang) - den allej paard - peerd/pjerd paardenbloem - pisbloem paardendrol - pestoort paardenmolen - Perdjesmeulen pagina omslaan - blajere paling - peulling pamper - kakdoek pannenlapje - vadderke pantoffels - sloefen papier - pepier papieren zak - piere boojl Passant - Veurbaaiganger pastoor - pestoor patience (kaartspel) - mochelen peluw - peul pet - joef pet - klak Pickup - Ploatendroaier piepschuim - isomo pijama - pizjema plassen - zaaike plastieken beker - ne kapper platte band - ne platten tuup Pluim - Plowem poetsen - keusse pofbroek (kinderen) - babberteus politie - blaaw chiro Politie - Flikken Politie - Pollis postzegel - tember pot - kastrol praten - semmelen prater - semmeleer prei - praaj prikkeldraad - pinnekesdraad probleemjongere - rotjoeng pruim - prooim Psychiater - Kopspesjelist puistje - peussje pukkel - ne pikkel raar - oarig racefiets - koersmechien radijs - radaais radionieuws - 't gesproken dagblad rare zaken - aorichèt reclamefolder - recloamblaaike,

14 reclameren - meuzen ree - bambieke Regenen - Zaaike regenjas - regerfrak reuma - remmetis rijf - gritsel rijkswachter - genderm rijstpap - raaispap ringmap - klasseur rits - fleutjesbroek roerzeef - passevit Roken - Paffen roken - smooren, doempen roken - smore Rolluik - Blaffetuur rolluik - blafetuur rolluik - blaffetuur rommel - begetsel rondom - roemetoem rood - roeij roos - roejs rubber klompen - galosje/katsjoewe kleffers rubber, caoutchouc - katsjoe rubberen laarzen - katsjoewe botte ruiker bloemen - blommekei Rusthuis - Aauwmennekeshooës ruzie - ambras sabbelen - zabberen salade - selaot salamander - aaislengder salami - pepersesies salami - pepersèssies sandwich - saantwis saus - saws schaamhaar - groes schaatsen - schotse scheet - brats, foes schilderij - schilderaaj / tafferiel Schilfer - Pellekes schilvertjes - pellekes schimmel - poezekes schommel - een stuur schommel - stuur Schommel - Stuur, tawter schooldirectrice - möstes schooltas - kabas schop - schup schort - veurschoet Schorvoort - t schörevert schouder - schaawers Schouderdoek - 'n neusdoek schouw - schaaw Schrijven - Schraaive

15 schroevendraaier - turnevies schroevendraaier - vijske schrokken - schraanse seffens - Bediejeme, sebiet serre - seer Show - Frim, stoef Sierdekbed - Spraai sigaretten viltjes - een bukske bloaikes Sigarettenvloeitjes - Bloaikes sik - beurtje siroop - poepgelaai sjaal - sjal of sjeerp sla (bladgroente) - saloat slab - bavet Slabbetje - Bavet slecht gemutst zijn, mokken - de weube hemmen slechte vrouw - kernelliej sloeffen - sleffers sluw, listig - gefaluweerd smerig, vuil - smerreg smikkelen - moezelen smoking - pitteleir Snede - Snej snel zijn - aveseren snob - janmenkloewete snob - zjaarmoaker snoepje - pik snoepje - pikske snoeven - snoefde snor - sneus snor - snus snuffelen - sneuzellen socialist - sjosialist socialisten - sossen of soosjelisten socialistische ziekenkast (turnhout) - bond messon (turnhawt) Sokken - Kawse soms - sewaaile soms - sewaile sowieso - avel spaarrekening - spoarbukske spade - schup specialist - speesjelist speeksel - tuf/moederkeszalf speeltuin - de koekkoek spiegelei - pesoog Spiegelei - Piere-oeweg spijbelen - brosse spoorweg - aaizerreweg spugen - tuffe spuwen - tuffen SSer - Nenesesser St Jozef houtzaag - Zjefzaog staaljager - streuljoager

16 staanlamp - lampedeer staanlamp - lampedeir stamcafé - stamminèj steenkolen - oellie steenkool - houllie steenkool - oelie steentje - stentje stelen - pikke Stelen - Pikke, schoeppe stelen - schoeppe step - trottinet sticker, tape, stukadoor, pleister - plekker Stinken - Meurven Stoeprand - Borduur Stopcontact - Pries Stortregenen - Treegert paajpesteele stotteraar - doddelaar stotteren - doddelen Strijkijzer - Straajkaajzer stront - bout, bawt, toort strooien - streusselen struise vrouw - vremmes stuiven - stoeberen stukadoor - ne plekker subiet - bediejeme suikerbonen - kinnekeskak / kakkeboeëne super gb - priba suppositoir - stopke Sweater - Trooj tabak - toebak tabak - trul tabakspruim - sjik tafelpoot - teuffelpoet tand - taand tandarts - taantiest tante - tentje, tenneke tapijt - mat tas - koem teenslippers - tiensletsen tegelijkertijd - swengs tegendraads - astraant telefoon - tellefon telefoon - tellefon Televisie - Tellevies tepels - tsjoepen terug - vroem terwijl - impesaant terwijl - swengs Testikels - Sjoekedaajze tette - tetteke reuis tikkertje - sloagteroan Tim Matheeussen - pindjop Toilet - Gemak

17 Toilet - Heuske toilet - tgemak Tol - Pindjop tol (speelgoed) - ne pindjop tol, een - pindjop, ne tomaat - temat toog - toeweg tot tegen het dak - tot tege t tek Touw - ziejel transpireren - zwiejete treuzelen - trullen trompet - feep trompet - teuter trottoir - stoep Tuin - Hof tuin - tooin tuinhuis - schop Tuinslang - Spriet turnhout - turnawt Turnhoutenaar - Bink Turnhoutenaar - Muggenblusser turnhoutenaar - turnhawteneer/bink turnhoutnaar - kakkeboejnen, kinnekeskak turnvereniging - 't jummenas tv - tellevies TV journaal - 't nifs ui - juin ui / ajuin - jooin uit de echt scheiden - vaniejn goan, schieje uitvlucht - smauws uw vrouw - dievaneulle vaart - veurt vaatdoek - schotelvod vaatwasdoek - schotelvod vader - veujer vagina - jenoffel, preut valsspelen - eurzak valsspelen - heurzak spelen, foefele valsspeler - oarzakker varken - vèèreke varkentje (kindertaal) - koeske, koesjke Veer - Resoor Veilig - Vaajlig velg (wiel) - sjaant Ventiel - Sjepap ver - waait ver - waajd verduisteren - smouwzen vergiet - tems vergiet - temst Vergiet - Trisej verkoudheid - klets verkoudheid - valling

18 verkoudheid - valling / fleurrès verloren - kwaait Verloren Maandag - Verloren Mongdag Vernielen - Verinneweere vernietiger - verrinneweerder verrader - twejzak verschillend - tefrengt verstoppertje - piepenbeurge, pedot verstoppertje spelen - piepembeurge, pedot verstoppertje spelen - piepenbeurrège vervelend - ampètaant vervelend persoon - nen'ampetaaanterik Verwarmingsketel - Sjefaasketel verwend persoon - persoon die steeds de voorkeur krijgt - febbekak (ske) veter - neestel vijftig - feefteg Vinden - Vaaine vinden - vaainen vingers - fikken vlaamse gaai - ne rotzak vliegeraam (hor) - groentje vliegeraam (hor) - gruntje vliegraam - gruntje vliegtuig - ne vlieger vliegtuig - vliegmesjien Vlinde - Flikketeer Vlinder - Bimbawt vlinder - flikketeer vlinder - flikketeir vlinderdas - nondedjuke, flikketeer, strikske, neuke voelen - vule voetbal (het spel) - foebal Voetballen - Sjotte voetballer - sjotter volkstuin - ekker voortdoen - aveseren Voortmaken - Awweseere Vork - Fringket vork - frinket Vosselaar - Veusseler vrachtwagen - cammion Vreten - Frèeten Vriend - Vringd vroeg - vruug vrouw - vremmes vrouwengek - tettezot vuil - voal vuil maken - begoaje W.C. - heuske Waarheen - Neur woar wacht een ogenblik - woocht wa wacht eens even - woocht is reeskes wachten - woochte

19 Wafel - Weuffel wafels - woffèle warboel - mennekesplek warm - werrem (zie oepmerking bè kaauw) wat doe jij hier - wa doede gaai hier Wat hebben we gegeten? wat er nog was - wa hemme we gete? wa me haaie waterafvoer van de wasbak - de mozegoot waterketel - moor (uitgespr. moewr ) wc - 't heuske - gemak wc - schaaaithois WC - twalet Wc met houten deksel (ziekenhuis) - Kakkendoor weduwe - weef weduwnaar - weveneer weegschaal - baskul welke of dewelke - waffere of dewaffere werk wat vlugger - goat is een aveseeraaizer hale wesp - weps, weeps wielrenner - kreur wij - weullie wij komen naast u wonen - waai kome neffen eullie woëne wijk - waaik wijkagent - gerde wijn - waajn Wijzer - Waaizer Wil jij - Wulde gaai wip - kwikkwak Witte benen - Melkflesse Woelen - Vruute worst - weust, secies wortelen en erwten - pejkes en ertjes wortelstampot - pejkestoemp zageman - memmer Zakdoek - Snotvod zakgeld - prej zakje suikerbonen - beultje kinnekeskak zakkenstof - ammeleuziej zaklamp - pillicht zat - e'stuk in zen kloete zee - zieje zeikerd - zaaiker, zaaikert zeil - zaail zever - ziejever ziekenhuis - gaasthoois Ziekenwagen - Ambelaans zij (meervoud) - zellie zij (vrouwelijk) - zaai zij staat loops - die sta voal zij zegt van niet - ze zee fan ni Zijlijn - Zaajlaajn zo dadelijk - bediëme zo dadelijk - drekt zo dadelijk - sebiet

20 zo dadelijk - sewes zoals nu - gellek naaw Zoek (ww) - Zuuk zometeen - bediejeme Zondag - Zongdag Zowiezo - Avel al zuigen - zabberen Zuipen - Zen aaige begooie Zuipschuit - Zooipschooit Zwaluw - zwalm, zwats zwarte - neger Zwarte drop - Zjippekes zwarte pens - beulling zweetvoeten - zwietpeteekes zwijg, hou uw mond - Hawt oew bakkes 9 opmerkingen Gebruikt als in `Wa zeide gij aant batse ` Of `Batser` Het gezegde 'De beste turnauwter he nog altaai un seuzzie gepikt' komt voort uit de tijd dat turnhout stadsrechten kreeg. Toen moest men over een geestelijke beschikken (een deken) Men is die toen in herentals gaan halen. Een deken op zijn turnhouts is een seuzie. Vandaar dat gezegde. Het is nu jullie beurt - Tizonnolle Ik heb je er nog voor gewaarschuwd - Kemmetoenogzoegezei Hij kon er niets aan doen - Akosterniondoeng Ze heeft het niet goed verwerkt - Zissernichoefan Hij zei het immers ook - Azeigetoemmesoek Dat had je niet gedacht he? - Dadoddenichedochtei Ze hebben u in de maling genomen - Zemmenoeligge Ze was het moe - Zewieretbeu Hij neemt alles mee - Aschaardallesmej Het is er echt aan te zien - Geziegeterbegoton Hij praat nonsens -Azeiwerriswa Hij kon er niet opkomen - Akwammerniejoep Dat is zeer goedkoop - Dasbekanstverniet Hij heeft het in de gaten - Ajeigeteur Een klaploper - Nenapsjaar Je moest eens weten - Gemoestetbegotisweete Het is haar dagje niet - Zeigetnogalissitte Een ruitjeshemd - Eukarowem Kan ik u ergens mee van dienst zijn? - Kannekoewellepe? Heb je het door? -Eddetindemot? Wat had je zoal graag gehad? - Wamoet mme? Wat heeft hij gezegd? - Wasseitem? Wat doet hij nu weer? - Watoetemnawer? Wat sta je daar nu te kijken? - Oestodderna? Vervoeging van hebben. Ik heb -- Kem Gij hebt -- Get Hij heeft -- Aai éé Wij hebben -- Memmen Jullie hebben -- Geulie et Zij hebben -- Zemmen Ik had -- Koai Gij had -- Goait Hij had -- Aai oai Wij hadden -- Woaie Jullie hadden -- Geulie Oait Zij hadden -- Zoaie Ik heb gehad -- Kem gat Enz... Ik had gehad -- Koai gat Enz... djamele werd hoofdzakelijk gebruikt bij het eten van aardappelen met groente en saus. Men at meestal uit een diep bord. Eerst de soep en in dat zelfde bord werd dan de hoofdschotel,

21 bestaande uit aardappelen (petatte) en groenten (greunte) en saus (saws) gedaan. dit werd meestal onder elkaar gemengd. Dit noemde men djamelen. klaain piejerke wikipedia: Petrus van Gorp, alias Klein Peerke (Ravels, 14 juni? ) was een Vlaamse reus en boerenzoon. In 1816 verhuisde het gezin naar Turnhout. Hier werd zijn bijnaam de Reus van Turnhout. Hij was 2 meter 18 groot, een serieuze grootte als men weet dat de gemiddelde man in de 19de eeuw slechts 1 meter 60 groot werd. smejje - achterhouden, verborgen houden (geld ) steenkool : oellie vroeger zei men tegen ons als wij kolen moesten halen uit het kolenkot, 'ga is een bus oellie hale' en den 'oellieboer' bracht de kolen aan huis wanneer men sommige dingen uitwisselt dan spreekt men van mangele. vroeger had men prentjes bij de chocolade en dan werden op school de prentjes (beelekes) onder elkaar gemangeld. Zeg wulde dees ni mangele voor een aander. Dit woordenboek 'Turnhouts' is samengesteld door bezoekers van Heeft u zelf ook woorden of ziet u fouten? U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een handige kennis.