De invloed van het Litigation risk op Audit Kwaliteit

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De invloed van het Litigation risk op Audit Kwaliteit"

Transcriptie

1 De invloed van het Litigation risk op Audit Kwaliteit Bachelor Scriptie Naam: Mandy Zwarthoed Studentnummer: Inleverdatum: Opleiding: BSc Accountancy & Control Universiteit: Universiteit van Amsterdam Docent: Dhr. R. van Loon

2 Inhoud Abstract... 3 Inleiding De kenmerken van het litigation risk Introductie Litigation risk Wanneer is dit risico hoog? Reactie van audit kantoor op litigation risk Conclusie Audit kwaliteit Introductie Audit kwaliteit Going Concern Opinion Abnormal Accruals Onafhankelijkheid Conclusie Litigation risk en audit kwaliteit Introductie Litigation risk en Going Concern Opinion Litigation risk en Abnormal Accruals Litigation risk en Onafhankelijkheid Conclusie Discussie Introductie Going Concern Opinion Abnormal Accruals Onafhankelijkheid Conclusie Conclusie Referenties

3 Abstract In deze thesis wordt de relatie tussen het litigation risk en audit kwaliteit onderzocht. In eerdere onderzoeken wordt verondersteld dat het verhogen van de audit kwaliteit één van de reacties op een hoog litigation risk is. Dit wordt echter niet beargumenteerd. Bovendien zijn er verschillende manieren om audit kwaliteit te meten. In dit onderzoek zal audit kwaliteit worden gemeten aan de hand van drie maatstaven. Dit zijn de maatstaven Going concern opinions, Abnormal accruals en onafhankelijkheid. Per maatstaf wordt een conclusie gevormd, om uiteindelijk de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. Op basis van de beschikbare literatuur over de relatie tussen litigation risk en Going concern opinions kan geconcludeerd worden dat er een positieve relatie bestaat. Een hoog litigation risk leidt tot hogere audit kwaliteit. Deze zelfde conclusie geldt voor de maatstaf Abnormal accruals. Er zijn tegenstrijdige onderzoeken over de relatie tussen litigation risk en onafhankelijkheid. Nader onderzoek zou plaats moeten vinden om een conclusie te trekken op dit gebied. Al met al zijn er meer onderzoeken die een positieve relatie tussen litigation risk en audit kwaliteit bevestigen dan ontkennen. Daarom kan geconcludeerd worden dat het litigation risk een positieve invloed heeft op de audit kwaliteit.. 3

4 Inleiding Uit eerdere onderzoeken blijkt dat de audit kwaliteit van big 4 kantoren hoger is dan die van kleinere kantoren. Redenen hiervoor zijn onder andere het reputatie risico en het litigation risk (risico op rechtszaken) (DeAngelo, 1981; Francis & Krishnan, 1999). Grote kantoren willen enerzijds hun reputatie hoog houden en leveren daarom hogere kwaliteit audits. Anderzijds is een hoge kwaliteit audit belangrijk om de kosten van rechtszaken zo laag mogelijk te houden. Volgens het onderzoek van Khurana and Raman (2004) weegt het litigation risk zwaarder dan het risico op reputatieschade. Met dit litigation risk wordt op een aantal manieren rekening gehouden. Een kantoor kan een klant in eerste instantie al weigeren in verband met het hoge risico, kan hogere audit fees vragen of kan een conservatievere aanpak gebruiken tijdens de audit. Een andere manier om dit risico op rechtszaken te verlagen is door de audit kwaliteit verhogen. Hoe minder fouten er worden gemaakt door de auditor, hoe kleiner de kans dat een audit kantoor wordt aangeklaagd (Krishnan & Krishnan, 1997). In dit onderzoek wordt dieper ingegaan op deze relatie tussen litigation risk en audit kwaliteit. Dit is vertaald in de volgende onderzoeksvraag: Wat is de invloed van het litigation risk op audit kwaliteit? Op de volgende deelvragen wordt ingegaan om tot een antwoord te komen op de centrale vraag: 1. Wat is het litigation risk? 2. Hoe wordt audit kwaliteit gemeten? 3. Wat is de relatie tussen litigation risk en de verschillende maatstaven voor audit kwaliteit? Er zijn verschillende manieren om audit kwaliteit te meten. Volgens DeFond & Francis (2005) kan de kwaliteit onder andere worden gemeten aan de hand van Abnormal Accruals en Going Concern Opinions. Daarnaast is volgens DeAngelo(1981a) onafhankelijkheid ook een voorwaarde voor een goede kwaliteit audit. In deze scriptie zullen die indicatoren van audit kwaliteit gekoppeld worden aan het litigation risk. Er is geen eerder onderzoek dat de invloed van het risico op litigation bekijkt vanuit verschillende audit kwaliteit maatstaven. 4

5 De structuur van deze scriptie is als volgt: Allereerst worden in hoofdstuk 1 en 2 de definities die van belang zijn in dit onderzoek besproken. Vervolgens worden de drie maatstaven van audit kwaliteit gekoppeld aan het litigation risk. Literatuur waarin onderzoek is gedaan naar de invloed van het litigation risk op een bepaalde manier van audit kwaliteit meten zal worden besproken in hoofdstuk 3. Een discussie van deze literatuur zal volgen in hoofdstuk 4. Tot slot zal er in hoofdstuk 5 een conclusie gevormd worden. 5

6 1. De kenmerken van het litigation risk 1.1 Introductie In dit hoofdstuk wordt het litigation risk besproken. Een definitie van het litigation risk wordt gegeven in paragraaf 1.2. Vervolgens wordt in paragraaf 1.3 beschreven wanneer dit risico hoog is en in paragraaf 1.4 worden manieren om op het risico te reageren besproken. 1.2 Litigation risk Litigation risk is het risico dat een auditkantoor aangeklaagd wordt na het uitvoeren van een audit. Het aanspannen van een rechtszaak tegen de auditor gebeurt wanneer het management, aandeelhouders, crediteuren of andere derde partijen hun verliezen proberen te dekken door deze toe te schrijven aan de fouten in de gecontroleerde financiële gegevens. Op deze manier stellen zij de auditor verantwoordelijk voor hun verliezen (Seetharaman, Gul, & Lynn, 2002). De blootstelling van de auditors aan zulke rechtszaken kan tot hoge kosten voor de audit kantoren leiden. Daarnaast zorgen aanklachten tegen een audit kantoor ervoor dat hun reputatie op het gebied van de kwaliteit van de audit service aangetast wordt (Palmrose, 1988). 1.3 Wanneer is dit risico hoog? De hoogte van het litigation risk hangt af van vele factoren. Ten eerste is het afhankelijk van de regelgeving rondom het accountantsberoep. Deze regelgeving verandert in de loop der jaren en verschilt per land (Hwang & Chang, 2010). Daarnaast speelt de grootte van het audit kantoor een rol. Voor grote kantoren is het risico hoger dan voor kleinere kantoren. Dit komt met name door de deep pocket hypothese (Lennox, 1999). De deep pocket hypothese houdt in dat het risico op rechtszaken groter is voor auditors met veel financieel bezit. De klant zal dan eerder geneigd zijn om een rechtszaak te beginnen als een audit kantoor een fout heeft gemaakt in de audit controle, omdat zij weet dat er bij het grote kantoor iets te halen valt (Dye, 1993). Factoren waardoor de onafhankelijkheid in het geding komt, zorgen ook voor een verhoogd litigation risk. Dit is het geval wanneer er hoge audit fees of non-audit fees 6

7 worden ontvangen van de klant. Bovendien is de hoogte van het litigation risk afhankelijk van de kenmerken van de klant. Wanneer de financiële situatie van de klant slechter wordt, wordt het litigation risk hoger (Heninger, 2001). De grootte van de klant speelt ook een rol. Hoe groter de klant, hoe hoger het risico op litigation. Dit komt onder andere doordat de klant meer te besteden heeft en in staat is de kosten voor het aanspannen van een rechtszaak te financieren. Daarnaast worden grote klanten vaak gecontroleerd door grote audit kantoren en is een rechtszaak aanspannen aantrekkelijker vanwege de deep pocket hypothese. Klanten die sterk groeien zorgen ook voor een hoger litigation risk. Bij een sterk groeiende onderneming krijgen de managers vaak meer beoordelingsvrijheid. Dit leidt ertoe dat het lastiger is om de onderneming te controleren. Een audit failure zou zich eerder voordoen, waardoor de kans op litigation toeneemt (Lys & Watts, 1994). 1.4 Reactie van audit kantoor op litigation risk Audit kantoren houden op verschillende manieren rekening met het litigation risk. Het kantoor probeert het aantal audit fouten te verlagen, door meer aandacht te besteden aan kwaliteitscontrole en de audit planning. Een rechtszaak van een klant tegen een auditor is echter niet altijd gebaseerd op een fout in de audit. Daarom ondernemen kantoren ook andere acties om het risico te verkleinen. (Krishnan & Krishnan, 1997). Een audit kantoor houdt rekening met het litigation risk bij het vaststellen van de audit fee. Als de verwachte kosten van rechtszaken toenemen, zal de audit fee stijgen. In een risicovolle omgeving zouden de prijzen van audits dus hoger zijn. Er wordt als het ware een extra premium gevraagd om de potentiële kosten van rechtszaken te dekken (Venkataraman, Weber, & Willenborg, 2008). Het is niet altijd mogelijk om de kosten te dekken door een hogere audit fee. Daarom maken auditor kantoren gebruik van portfolio management. Audit kantoren stellen een portfolio samen van klanten waar zij zich op willen richten. Hier wordt rekening gehouden met de specialisaties van het kantoor, maar ook met de hoogte van het litigation risk van de klant. Het audit kantoor kan besluiten om sommige klanten niet aan te nemen vanwege het hoge litigation risk. Ook relaties met huidige klanten kunnen beëindigd worden, wanneer de kans om aangeklaagd te worden te hoog wordt. Op deze manier kan het audit kantoor 7

8 voorkomen dat de kosten van rechtszaken te hoog worden en kan het zijn reputatie beschermen (Shu, 2000). Tot slot kan de auditor in een omgeving met een hoog litigation risk een conservatievere aanpak gebruiken (Krishnan & Krishnan, 1997). De auditor zal dan eerder een modified opinion afgeven. Dit kan ervoor zorgen dat de auditor minder snel aangeklaagd wordt, of in het geval van een aanklacht een minder hoge boete hoeft te betalen (Carcello & Palmrose, 1994). 1.5 Conclusie Het litigation risk is het risico dat een audit kantoor aangeklaagd wordt na het uitvoeren van een audit. Vanwege de deep pocket hypothese is het litigation risk hoger voor grote kantoren dan voor kleinere kantoren. Naast de grote van het kantoor zijn er nog meer factoren die het risico verhogen. Dit is de regelgeving rondom het accountantsberoep, de hoogte van de ontvangen fees en de financiële situatie, grootte en de groei van de klant. Audit kantoren houden op verschillende manieren rekening met het litigation risk. Zij kunnen een klant weigeren vanwege het hoge risico, hogere audit fees vragen of een conservatievere aanpak gebruiken. Een andere optie is om het aantal audit fouten te verlagen en dus hogere audit kwaliteit leveren. Op deze laatste optie zal in de volgende paragrafen dieper ingegaan worden. 8

9 2. Audit kwaliteit 2.1 Introductie In dit hoofdstuk wordt een definitie gegeven van auditkwaliteit. Auditkwaliteit kan op vele manieren worden gemeten. In dit onderzoek zal het worden gemeten aan de hand van drie verschillende maatstaven. In paragraaf 2.3 wordt de eerste maatstaf Going Concern Opinion besproken. Vervolgens wordt in paragraaf 2.4 de maatstaf Abnormal Accruals behandeld. En tot slot wordt in paragraaf 2.5 dieper ingegaan op de maatstaf Onafhankelijkheid. Een korte conclusie wordt gegeven in paragraaf Audit kwaliteit Een audit is een onderzoek of een zoektocht naar bewijs om met redelijke zekerheid te kunnen stellen dat de financiële en andere informatie verkregen van een klant een eerlijk en getrouw beeld geeft van de situatie. De auditor zou onafhankelijk moeten zijn van degene die de informatie opgesteld heeft en van de personen die profiteren van de informatie. Door te rapporteren over de eerlijkheid en getrouwheid voegt de audit waarde en nut toe aan de informatie (Gray & Manson, 2011, p. 23). De kwaliteit van een audit meten is lastig en kan op meerdere manieren gedaan worden. DeAngelo (1981) definieert audit kwaliteit als de kans dat een materiële fout in de jaarrekening wordt gerapporteerd. Bij een hoge kwaliteit audit, zou de jaarrekening geen materiële fouten moeten bevatten. Als fouten niet opgemerkt worden, leidt dit tot een audit failure. In de literatuur worden meerdere indicatoren van audit kwaliteit behandeld. Zoals in de definitie van Gray & Manson genoemd wordt, is het belangrijk dat een auditor onafhankelijk is. Onafhankelijkheid is volgens DeAngelo(1981a) dan ook een maatstaf om de kwaliteit van de audit te meten. DeFond & Francis (2005) noemen Abnormal Accruals en Going Concern Opinions als indicatoren voor de auditkwaliteit. Deze drie maatstaven worden in de volgende paragrafen nader toegelicht. 9

10 2.3 Going Concern Opinion In de wetgeving van Statement on Auditing Standards (SAS) wordt genoemd dat in het oordeel van een accountant onzekerheid over het going concern vastgelegd dient te worden. De accountant moet de continuïteit van de klant in het komende jaar beoordelen. Een accuraat oordeel op dit gebied is een voorwaarde voor hoge auditkwaliteit (Geiger & Rama, 2006). Er zijn twee types fouten die zich voor kunnen doen. Er is sprake van een Type 1 Error als een going concern/modified report afgegeven wordt, terwijl dit niet nodig is. De klant blijft de rest van het jaar overeind zonder in financiële problemen te komen. Een Type 2 error is het tegenovergestelde; een klant gaat failliet, terwijl de accountant geen going concern/modified report heeft afgegeven (Geiger & Raghunandan, 2002). Vooral de Type 2 error kan leiden tot een rechtszaak tegen de auditor. Als een going concern rapport afgegeven is, wordt de auditor minder snel aangeklaagd bij een faillissement van de klant. Als het audit kantoor toch aangeklaagd wordt, hoeft zij meestal geen of een lage boete te betalen (Carcello & Palmrose, 1994). 2.4 Abnormal Accruals Accruals zijn subjectieve schattingen van managers over toekomstige resultaten. Het is voor auditors niet goed mogelijk om deze accruals, voorafgaand aan de gebeurtenis, objectief te beoordelen (Francis & Krishnan, 1999). Er zijn discretionary (abnormal) accruals en non-discretionary (normal) accruals. Discretionary accruals worden bepaald door managers en zijn daarom gevoelig voor earnings management. De manager kan er voor zorgen dat de posten hoger of lager uitkomen (Dechow, Sloan, & Sweeney, 1995). Deze discretionary accruals dienen bij een goede auditkwaliteit zo laag mogelijk te zijn. Bij een klant met veel abnormal accruals is er meer onzekerheid over de werkelijke situatie waarin de onderneming zich bevindt. Het is voor de auditor dan lastig om een oordeel te geven over de juistheid van de financiële gegevens en het voortbestaan van de onderneming. Er zal eerder een modified opinion/going concern rapport afgegeven moeten worden om de kans op een audit failure te verkleinen (Francis & Krishnan, 1999).. 10

11 2.5 Onafhankelijkheid Tot slot is het volgens DeAngelo (1981a) belangrijk dat een auditor onafhankelijk is. De auditor speelt een belangrijke rol in het vaststellen van de kwaliteit van de financiële rapportage. De auditor draagt waarde bij aan de accounting informatie door een onafhankelijk oordeel over de kwaliteit te geven. In andere woorden: de auditor verkleint de agency kosten tussen ondernemingen en externe partijen. Deze waarde kan de auditor alleen toevoegen als zijn onafhankelijkheid niet ten twijfel getrokken wordt. Het probleem is dat de onafhankelijkheid van een auditor altijd in het geding is. Een audit kantoor ontvangt audit fees van zijn klanten. Het feit dat de auditor daardoor financieel afhankelijk is van zijn klanten, creëert een potentiële bedreiging voor de onafhankelijkheid (Hope & Langli, 2010). Onafhankelijkheid is te onderscheiden in twee vormen. Onafhankelijkheid in wezen en onafhankelijkheid in schijn. Als een auditor onafhankelijk in wezen is, zal hij geen bevoordelende gedachtegang hebben. Een professioneel kritische houding moet standaard zijn. De auditor moet tijdens de controle zijn eigen programma mogen ontwikkelen, alles mogen onderzoeken en alles mogen rapporteren (Gray & Manson, 2011). Objectiviteit en integriteit zijn belangrijke principes hier. Een auditor is objectief als hij werkt zonder enige vooroordelen en zich enkel baseert op feiten. Daarnaast moet de auditor integer zijn. Dit heeft te maken met de morele principes van de auditor. Als de auditor onschendbaar en rechtschapen is, versterkt dit de onafhankelijkheid in wezen (Elliott & Jacobson, 1998). Onafhankelijkheid in schijn is dat je naar buiten toe zo onafhankelijk mogelijk handelt. Een indruk van onafhankelijkheid moet afgegeven worden aan derde partijen (Gray & Manson, 2011). Hoge audit en non audit fees kunnen ervoor zorgen dat de onafhankelijkheid in schijn bedreigd wordt. Door de financiële afhankelijkheid kunnen auditors geneigd zijn in het voordeel van de klant te rapporteren. Dit zou een beperking zijn op de onafhankelijkheid van de auditor (Hope & Langli, 2010). 4.6 Conclusie De kwaliteit van een audit meten is lastig en kan op meerdere manieren gedaan worden. In dit hoofdstuk worden de maatstaven voor audit kwaliteit besproken. De eerste maatstaf is going concern opinion. De accountant moet de continuïteit van de klant in het komende jaar beoordelen. Een accuraat oordeel op dit gebied is een voorwaarde voor hoge auditkwaliteit. 11

12 De tweede maatstaf zijn de abnormal accruals. Accruals zijn subjectieve schattingen van managers over toekomstige resultaten. De discretionary/abnormal accruals worden bepaald door managers en zijn daarom gevoelig voor earnings management. De manager kan er voor zorgen dat de posten hoger of lager uitkomen. Deze discretionary/abnormal accruals dienen bij een goede auditkwaliteit zo laag mogelijk te zijn. Tot slot wordt de maatstaf onafhankelijkheid besproken. Een onafhankelijke auditor is een voorwaarde voor hoge auditkwaliteit. 12

13 3. Litigation risk en audit kwaliteit 3.1 Introductie In het vorige hoofdstuk zijn de maatstaven Going Concern Opinion, Abnormal Accruals en Onafhankelijkheid besproken. In dit hoofdstuk zal literatuur waarin het verband tussen deze maatstaven en het litigation risk is onderzocht worden beschreven. De manier waarop het is onderzocht en de conclusie van het onderzoek zullen besproken worden. Zo zal dit hoofdstuk een basis vormen voor de discussie van de resultaten, die in het volgende hoofdstuk zal plaatsvinden. 3.2 Litigation risk en Going Concern Opinion In deze paragraaf worden 4 onderzoeken naar de relatie tussen litigation risk en going concern opinions besproken. Het aantal afgegeven going concern opinions wordt hier gebruikt als maatstaf voor audit kwaliteit. Het eerste onderzoek is dat van Geiger & Raghunandan (2002). Geiger & Raghundan onderzoeken of het verschil in regelgeving invloed heeft op het aantal afgegeven going concern opinions. Periodes waarin de kans om aangeklaagd te worden voor een audit kantoor hoog ligt, worden vergeleken met periodes waarin dit risico lager is. Voor dit onderzoek hebben zij gekeken naar 1871 ondernemingen met financiële problemen. Uit het onderzoek blijkt dat in periodes met minder strenge regelgeving en minder kans om aangeklaagd te worden, er minder going concern rapporten afgegeven worden aan ondernemingen met financiële problemen. Er wordt verondersteld dat in een omgeving met weinig risico de audit kwaliteit lager is. Dit is niet onderzocht aan de hand van het aantal type 1 en type 2 errors. In additioneel onderzoek zou dit gedaan kunnen worden. Lam & Mensah (2006) hebben ook onderzoek gedaan op dit gebied, maar komen tot een andere conclusie. Zij hebben onderzoek gedaan naar oordeelsonthoudingen in relatie tot litigation risk in Hong Kong. In Hong Kong is sprake van een omgeving met weinig litigation risk en er wordt gekeken naar economische onzekere tijden, net na de crisis van In Amerika, waar de kans op litigation hoger is, worden steeds vaker oordeelsonthoudingen afgegeven wanneer de klant in financiële problemen is. Zo n oordeelsonthouding heeft dan in feite dezelfde functie als een going concern rapport. De oordeelsonthouding zou gegeven worden om te voorkomen dat de auditor aangeklaagd kan worden wanneer de klant 13

14 bijvoorbeeld failliet gaat. Uit het onderzoek van Lam & Mensah blijkt dat ook in Hong Kong oordeelsonthoudingen gegeven worden om aan te geven dat er twijfels zijn over het voortbestaan van de onderneming. De hoogte van het litigation risk zou hier dus geen invloed op hebben en geen voorwaarde zijn voor hogere auditkwaliteit. Dit is echter een onderzoek dat enkel de situatie in Hong Kong vergelijkt met Amerika. Een internationaal onderzoek zou moeten plaatsvinden om met zekerheid te zeggen of een hoog litigation risk een economische bijdrage kan leveren in de zin van hogere audit kwaliteit. Lys & Watts (1994) bekijken het verband tussen litigation en going concern opinions vanuit een ander perspectief. Zij onderzoeken verschillende rechtszaken tegen auditors en kijken onder andere wat de invloed van de variabele modified opinion/ going concern opinion hierin is. In het onderzoek worden alle variabelen die een rol spelen in de wetgeving en de economische drijfveren om een rechtszaak te beginnen besproken. Er worden twee groepen van 153 ondernemingen bekeken. De ene groep heeft hun auditor aangeklaagd, de andere groep niet. Een van de variabelen is de modified opinion/ going concern opinion. Het effect van het uitgeven van een modified opinion in relatie tot het risico om aangeklaagd te worden is volgens Lys & Watts onzeker. Het zou kunnen dat de modified opinion een correct verslag van een fout in de financiële jaarrekening is; in dat geval zal het uitgeven van het rapport de kans op een rechtszaak verkleinen. Het kan ook dat de modified opinion een resultaat is van een in eerdere jaren door de auditor gemaakte fout. Als dit het geval is, verhoogt de modified opinion de kans op een rechtszaak juist. Reynols & Francis (2001) onderzoeken de invloed van de grootte van klanten op de rapportage beslissingen. Hier wordt dus niet direct de invloed van het litigation risk op de rapportage beslissingen onderzocht. Uit de additionele resultaten blijkt dat het onderzoek toch bruikbaar kan zijn voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag van deze thesis. Reynolds & Francis veronderstellen dat als een klant groot is vergeleken met andere klanten, dit kan leiden tot het bevoordelen van deze klant en het afgeven van een wenselijk rapport. Uit hun onderzoek blijkt echter dat grote klanten niet anders behandeld worden dan kleinere klanten. Maar wat wel uit het onderzoek blijkt is dat auditors conservatiever zijn bij grote klanten. Zij geven eerder een going concern rapport af vanwege het hoge litigation en reputatie risico. De audit kwaliteit zal hoger zijn, omdat de gevolgen van een audit failure groter zijn bij grote klanten. 14

15 3.3 Litigation risk en Abnormal Accruals In deze paragraaf worden onderzoeken naar de relatie tussen abnormal accruals en litigation risk besproken. De hoogte van de abnormal accruals is hierbij een maatstaf voor audit kwaliteit. Zo laag mogelijke abnormal accruals leiden tot hogere audit kwaliteit. Het eerste onderzoek dat besproken wordt is dat van Heninger (2001). Voor dit onderzoek wordt een steekproef van 67 rechtszaken van aandeelhouders tegen auditors gebruikt. In deze rechtszaken stellen externe aandeelhouders auditors verantwoordelijk voor het niet op de hoogte brengen van onjuiste gegevens in de jaarrekening. Het onderzoek richt zich op de relatie tussen abnormal accruals en litigation risk. Er wordt gebruik gemaakt van het Modified Jones model. Dit model kan een duidelijk onderscheid maken tussen normal en abnormal accruals. Abnormal accruals zijn accruals waarin de manager vrijheid heeft om de financiële situatie zo goed mogelijk over te laten komen. De formule die in het onderzoek wordt gebruikt, houdt rekening met veel kenmerken die de kans op litigation verhogen. De formule bestaat uit de volgende variabelen: de grootte van het audit kantoor, de hoogte van de audit fee van een bepaalde klant in verhouding met de totale fees, de duur van de auditor-klant relatie en kenmerken van klanten zoals hun financiële conditie, grootte en groei. Uit het onderzoek blijkt dat de kans op litigation positief gecorreleerd is met abnormal accruals. De kans op litigation is hoger naarmate de abnormal accruals hoger zijn. Auditors zullen daarom kritisch zijn in het toelaten van inkomensverhogende abnormal accruals. Venkataraman, Weber, & Willenborg (2008) hebben onderzoek gedaan naar de relatie tussen litigation risk, audit kwaliteit en audit fees. Dit onderzoek is uitgevoerd in een Initial Public Offering (IPO) omgeving. Vóór de IPO vallen ondernemingen onder de Securities Exchange Act Als zij eenmaal op de markt zijn geldt de Securities Exchange Act Bij de Act 1993 is er een hoger risico op litigation dan bij de Act Daarom is het een geschikte omgeving om de invloed van het litigation risk op abnormal accruals en audit fees te testen. Er worden in het onderzoek 5 manieren gebruikt om abnormal accruals te testen. Bij alle metingen waren pre-ipo accruals lager dan post-ipo accruals. Dat de accruals in de pre- IPO fase lager zijn dan in de post-ipo fase is consistent met de veronderstelling dat er hogere audit kwaliteit is in een omgeving met hoger litigation risk. Auditors zijn meer conservatief in het auditen van financiële gegevens in een omgeving met een hoger risico en laten dus minder abnormal accruals toe. 15

16 Ook Abbott, Parker, & Peters (2006) onderzoeken het verband tussen litigation risk, abnormal accruals en audit fees. Bij een hoog aantal abnormal accruals is er een verhoogde kans op earnings management. Managers hebben de mogelijkheid om de accruals aan te passen in hun voordeel en er is meer onzekerheid over de werkelijke situatie binnen de onderneming. Het doel van deze studie is om de impact van inkomensverhogend versus inkomensverlagend earnings management op het gedrag van de auditor te testen. Uit het onderzoek blijkt dat audit fees hoger (lager) worden bij inkomensverhogende (verlagende) abnormal accruals. De audit fees worden aangepast in verband met het litigation risk. Bij inkomensverhogende accruals is het litigation risk hoger, bij inkomensverlagende accruals lager. Deze uitkomst suggereert dat het litigation risk component van de productiefunctie van de auditor voor hogere audit kwaliteit zorgt. Het litigation risk kan echter ook nadelige effecten hebben op de kwaliteit. Dit is het geval wanneer auditors teveel aandacht besteden aan inkomensverhogend earnings management ten opzichte van inkomensverlagend earnings management. Het laatste onderzoek dat besproken wordt is dat van Francis & Krishnan (1999). Francis & Krishnan onderzoeken of abnormal accruals tot een conservatievere audit aanpak leiden. Bij ondernemingen met veel accruals is meer onzekerheid. Auditors zouden daarom conservatiever handelen en eerder een going concern of modified rapport afgeven. Zo n rapport zou de kans op litigation in het geval van faillissement verkleinen. Voor het onderzoek wordt er een grote steekproef van ondernemingen in Amerika, onder regelgeving van SAS 79 (AICP 1995) genomen. Er wordt onderzocht of het aantal uitgegeven modified opinions verschilt bij ondernemingen met hoge accruals ten opzichte van ondernemingen met lage accruals. Hun hypothese wordt bevestigd. Er worden inderdaad meer modified opinions afgegeven bij ondernemingen met hoge accruals. De onzekerheid over de werkelijke situatie, door de vrijheid in het rapporteren van de accruals, leidt tot een conservatievere aanpak. Dit gedrag geldt overigens alleen voor de Big N kantoren. Dit is volgens Francis & Krishnan één van de redenen dat de audit kwaliteit bij grote kantoren hoger ligt dan bij kleinere kantoren. 16

17 3.4 Litigation risk en Onafhankelijkheid In deze paragraaf wordt de relatie tussen litigation risk en onafhankelijkheid besproken. Er worden twee onderzoeken besproken met tegenstrijdige resultaten. Het eerste onderzoek dat besproken wordt is dat van Blay (2005). Blay bekijkt de invloed van onafhankelijkheid en litigation risk op het rapporteren van going concern opinions. Er is in dit onderzoek gekozen om de invloed te testen op going concern rapporten. Dit is gedaan om twee redenen. Ten eerste omdat er geen duidelijke regels zijn voor het afgeven van zo n rapport. Een auditor heeft zelf de vrijheid om hier over te oordelen en onafhankelijkheid is dus een vereiste. De tweede reden is dat onafhankelijkheid en litigation risk beiden een belangrijke rol spelen in de keuze voor het wel of niet afgeven van een going concern rapport. Uit het onderzoek blijkt dat in situaties waarin onafhankelijkheid bedreigd werd, auditors hun klanten eerder een positief rapport gaven. Zij schatten hun situatie beter in en zagen geen reden om over het voortbestaan van de onderneming te twijfelen. Wanneer er een hoog litigation risk aanwezig was, werden er eerder problemen over het voortbestaan van de onderneming gerapporteerd. De auditor neigde dan minder in het voordeel van de klant te rapporteren. Als beide risico s aanwezig waren, bleek dat auditors meer tijd aan de audit besteedden om tot een juist oordeel te komen. Volgens Blay (2005) wordt deze uitkomst bepaald door het denken in een bepaalde richting door de auditor tijdens het onderzoek. Geconcludeerd kan worden dat litigation risk volgens dit onderzoek leidt tot meer onafhankelijkheid en dus hogere auditkwaliteit. Hope & Langli (2010) hebben in hun onderzoek een omgeving gecreëerd waarin onafhankelijkheid het meest bedreigd wordt. Hun onderzoek wordt uitgevoerd op nietbeursgenoteerde ondernemingen. Deze ondernemingen hebben minder te maken met reputatieverlies dan beursgenoteerde ondernemingen. Bovendien vindt het onderzoek plaats in Noorwegen, een omgeving met weinig risico op litigation. In deze omgeving wordt getest of de hoogte van de prijzen van audits invloed hebben op het afgeven van het audit rapport. Klanten die hoge prijzen betalen voor hun audit, zouden eerder een goedkeurende verklaring krijgen. De auditkantoren zouden financieel afhankelijk zijn van deze klanten en de klanten op deze manier tevreden houden. Uit het onderzoek blijkt echter dat auditors niet minder onafhankelijk zijn in deze omgeving met weinig risico. Auditors zouden hun onafhankelijkheid niet opgeven door minder going concern opinions af te geven als klanten een hoge audit fee betalen. Professionele ethiek en integriteit zou de drijfveer zijn voor 17

18 onafhankelijkheid, in plaats van litigation of reputatie risico. Deze uitkomst is in contrast met het onderzoek van Blay (2005) dat in de Verenigde Staten plaatsvond. 3.5 Conclusie Auditkwaliteit wordt in dit hoofdstuk gemeten aan de hand van drie maatstaven. Dit zijn de maatstaven Going Concern Opinions, Abnormal Accruals en onafhankelijkheid. In de eerste paragraaf worden de onderzoeken die de invloed van het litigation risk op going concern opinions hebben onderzocht besproken. Twee van deze onderzoeken beweren dat er meer accurate going concern rapporten uitgegeven worden in situaties met veel litigation risk. Er is echter ook een onderzoek dat dit tegenspreekt. Dit onderzoek heeft het aantal going concern opinions in een omgeving met weinig risico s gemeten en concludeert dat dit aantal niet verschilt met het aantal dat in een omgeving met veel risico afgegeven wordt. Tot slot is er nog een onderzoek dat de invloed van litigation risk op going concern decisions onzeker verondersteld. Het kan zowel een positieve als een negatieve invloed hebben. Dit is afhankelijk van de prestatie van de auditor. In de tweede paragraaf wordt de invloed van litigation risk op abnormal accruals besproken. Managers hebben veel vrijheid in het bepalen van de hoogte van de abnormal accruals. De juistheid van deze accruals is moeilijk te controleren door de auditor. Dit betekent dat er meer onzekerheid is naarmate er meer abnormal accruals zijn. Hoe lager de abnormal accruals, hoe hoger de auditkwaliteit zal zijn. De onderzoeken op dit gebied komen grotendeels tot dezelfde conclusie. In situaties met een hoog risico zal de auditor minder abnormal accruals toelaten. Dit zal de auditkwaliteit verhogen. Tot slot wordt het litigation risk in relatie tot onafhankelijkheid besproken. Onafhankelijkheid is een belangrijke voorwaarde voor audit kwaliteit. Er zijn twee tegenstrijdige onderzoeken over dit onderwerp. Het ene onderzoek stelt dat in situaties met een hoog litigation risk, auditors minder in het belang van de klant rapporteren. De auditor zou kritischer zijn en hogere auditkwaliteit afleveren. In een ander onderzoek wordt enig verband tussen litigation risk en auditkwaliteit ontkent. Professionele ethiek en integriteit zouden drijfveren zijn voor de auditor om onafhankelijk te zijn. In het volgende hoofdstuk worden de verschillende conclusies tegen elkaar afgewogen en wordt een antwoord op de onderzoeksvraag geformuleerd. 18

19 4. Discussie 4.1 Introductie In dit hoofdstuk worden de resultaten uit het literatuuronderzoek besproken. In de verschillende paragrafen worden conclusies getrokken over de uitkomst van de behandelde onderzoeken per audit kwaliteit maatstaf. Beperkingen van de onderzoeken en mogelijkheden voor vervolgonderzoek worden besproken. Tot slot zal in paragraaf 6.5 een antwoord op de onderzoeksvraag worden gevormd. 4.2 Going Concern Opinion De eerste maatstaf aan de hand waarvan de audit kwaliteit wordt gemeten is de Going Concern Opinion. Het afgeven van een going concern rapport in situaties waar dit nodig is, is een voorwaarde voor hoge kwaliteit audits. De conclusies uit de besproken onderwerpen verschillen. Geiger & Raghunandan (2002) en Reynolds & Francis (2001) komen beiden tot de conclusie dat een hoog litigation risk leidt tot meer accurate Going Concern Opinons. Geiger & Raghunandan hebben dit bepaald aan de hand van het aantal afgegeven going concerns opinions. Uit hun onderzoek blijkt dat in situaties met een hoog litigation risk, meer going concern rapporten worden afgegeven dan in situaties met een laag risico. Zij veronderstellen dat hierdoor de audit kwaliteit hoger is. Deze audit kwaliteit wordt niet aan de hand van het aantal type 1 en type 2 errors gemeten. Dat zou in additioneel onderzoek gedaan kunnen worden. Dit betekent overigens niet dat het onderzoek zijn waarde verliest. De veronderstelling dat de audit kwaliteit omhoog gaat is niet onterecht. Volgens Geiger & Rahunandan waren er, behalve de hoogte van het litigation risk, geen veranderingen in de omgeving waarin het onderzoek uitgevoerd werd. Het is niet waarschijnlijk dat de financiële situatie bij veel klanten, in de periodes met veel risico, zodanig verandert dat er door de auditor wordt getwijfeld aan het voortbestaan van de onderneming. Reynolds & Francis (2001) kwamen tot dezelfde conclusie. In hun onderzoek naar de invloed van de grootte van klanten op rapportage beslissingen behandelden zij ook het litigation risk. Auditors zijn volgens hen conservatiever in een omgeving met een hoog litigation en reputatie risico. Zij geven eerder een going concern rapport af, omdat de gevolgen van audit failures groot zijn bij grote klanten. 19

20 De onderzoeken van Lam & Mensah (2006) en Lys & Watts (1994) komen tot een andere conclusie. Volgens Lam & Mensah komen oordeelsonthoudingen evenveel voor in omgevingen met weinig risico. Litigation risk zou dus geen invloed hebben op auditkwaliteit. Zij vergelijken echter alleen de situatie van Hong Kong met die van Amerika. Zoals zij zelf aangeven zou een internationaal onderzoek nodig zijn om met zekerheid vast te stellen dat litigation risk geen invloed heeft op de kwaliteit. Lys & Watts (1994) onderzoeken rechtszaken tegen auditors. Zij concluderen dat het afgeven van een modified opinion/going concern rapport de kans op litigation zowel kan vergroten als verkleinen. Als de auditor correct opmerkt dat er problemen zijn in de jaarrekening, verkleint het de kans op litigation. Het kan ook dat de auditor de problemen in de jaarrekening voorgaande jaren niet heeft opgemerkt en nu pas een modified opinion afgeeft. In dat geval verhoogt het de kans op litigation juist. Dit onderzoek kijkt vooral naar de invloed van de variabele going concern rapportage op het litigation risk. Dit is eigenlijk een inverse relatie van de relatie die met dit onderzoek aangetoond dient te worden; namelijk de relatie van litigation risk op de going concern rapportage. Daarom wordt in het vormen van een conclusie van deze paragraaf, dit onderzoek minder zwaar meegeteld. Tabel 1: Conclusies Going Concern Opinions Stelling: Een hoog litigation risk leidt tot meer accurate Going concern opinions Geiger & Raghunandan Eens Lam & Mensah Lys & Watts Reynols & Francis Oneens Onzeker Eens Met de stelling: Een hoog litigation risk leidt tot meer accurate going concern opinions zijn 2 van de 4 onderzoeken het eens. Het onderzoek van Lam & Mensah heeft de beperking dat het alleen de situatie in Hong Kong vergelijkt met Amerika. Het onderzoek van Lys & Watts wordt minder zwaar meegeteld, omdat het niet direct antwoord kan geven op de onderzoeksvraag. Op basis van deze informatie kan geconcludeerd worden dat een hoog litigation risk tot meer accurate going concern opinions en dus tot hogere audit kwaliteit leidt. 20

21 4.3 Abnormal Accruals De tweede maatstaf waar aan audit kwaliteit gemeten kan worden zijn de Abnormal Accruals. Een manager heeft vrijheid in het bepalen van de abnormal accruals, waardoor de accruals onzekerheid met zich mee brengen. Het is voor de auditor moeilijk om de werkelijke situatie van de te controleren onderneming te bepalen. Daarom is de audit kwaliteit hoger, wanneer de abnormal accruals laag zijn. De besproken onderzoeken op het gebied van litigation risk en abnormal accruals komen grotendeels tot dezelfde conclusie. Heninger (2001) heeft onderzoek gedaan naar de relatie tussen litigation risk en abnormal accruals. De formule die in het onderzoek wordt gebruikt, houdt rekening met veel kenmerken die de kans op litigation verhogen. De formule bestaat uit de volgende variabelen: de grootte van het audit kantoor, de hoogte van de audit fee van een bepaalde klant in verhouding met de totale fees, de duur van de auditor-klant relatie en kenmerken van klanten zoals hun financiële conditie, grootte en groei. Dit zijn variabelen die ook besproken zijn in paragraaf 3.3. Dit is een sterke manier om het litigation risk te bepalen. Heninger (2001) komt tot de conclusie dat litigation risk en abnormal accruals positief gecorreleerd zijn. Auditors zijn kritischer in het toelaten van abnormal accruals naarmate het litigation risk hoger is. Dit zou de audit kwaliteit verhogen. Venkataraman, Weber, & Willenborg (2008) hebben dit op een andere manier onderzocht, maar komen tot dezelfde conclusie. Zij hebben de relatie tussen litigation risk en abnormal accruals onderzocht in een Initial Public Offering (IPO) omgeving. Deze omgeving is geschikt, vanwege de verandering van het litigation risk in de pre-ipo en post-ipo fase. In de pre-ipo fase is het litigation risk hoger dan in de post-ipo fase. Er worden in het onderzoek 5 manieren gebruikt om abnormal accruals te testen. Bij alle metingen waren pre- IPO accruals lager dan post-ipo accruals. Dit leidt tot dezelfde conclusie als die van Heninger (2001); auditors zijn meer conservatief in het auditen van financiële gegevens in een omgeving met een hoger risico en laten dus minder abnormal accruals toe. Abbott, Parker, & Peters (2006) hebben onderzoek gedaan naar litigation risk, abnormal accruals en audit fees. Uit het onderzoek blijkt dat audit fees hoger (lager) worden bij veel inkomensverhogende (verlagende) abnormal accruals. De audit fees worden aangepast in verband met het litigation risk. Bij veel inkomensverhogende accruals is het litigation risk hoger, bij inkomensverlagende accruals lager. Deze uitkomst suggereert dat het 21

22 litigation risk voor hogere audit kwaliteit zorgt. Het litigation risk kan echter ook nadelige effecten hebben op de kwaliteit. Dit is het geval wanneer auditors teveel aandacht besteden aan inkomensverhogend earnings management ten opzichte van inkomensverlagend earnings management. Abbott, Parker & Peters (2006) ondersteunen dus grotendeels de onderzoeken van Heninger (2001) en Venkataraman, Weber, & Willenborg (2008). De toevoeging die dit onderzoek levert is dat het litigation risk ook nadelige effecten kan hebben op de kwaliteit. Dit wordt echter niet verder toegelicht. Of er daadwerkelijk te weinig aandacht besteed wordt aan inkomensverlagende accruals zou in additioneel onderzoek onderzocht kunnen worden. Het laatste onderzoek dat besproken wordt is dat van Francis & Krishnan (1999). Francis & Krishnan onderzoeken of abnormal accruals tot een conservatievere audit aanpak leiden. Bij ondernemingen met veel accruals is meer onzekerheid. Auditors zouden daarom conservatiever handelen en eerder een going concern of modified rapport afgeven. Er worden inderdaad meer modified opinions afgegeven bij ondernemingen met hoge accruals. De onzekerheid over de werkelijke situatie, door de vrijheid in het rapporteren van de accruals, leidt tot een conservatievere aanpak. Dit gedrag geldt overigens alleen voor de Big N kantoren. Bij de kleinere kantoren kunnen Francis & Krishnan geen verband vinden tussen litigation risk en audit kwaliteit. In paragraaf 3.2 is al vastgesteld dat het litigation risk hoger is voor grotere kantoren, in verband met de deep pocket hypothese. De beperking dat het verband alleen geldt voor big N kantoren, valt dus goed te verklaren en doet niet af aan het belang van het onderzoek. Tabel 2: Conclusies Abnormal Accruals Stelling: Een hoog litigation risk leidt tot het toelaten van minder abnormal Heninger Venkataraman, Weber, & Willenborg Abbott, Parker, & Peters Francis & Krishnan accruals. Eens Eens Onzeker Eens (Alleen bij big N) Drie van de vier onderzoeken reageren bevestigend op de stelling: Een hoog litigation risk leidt tot het toelaten van minder Abnormal Accruals. In paragraaf 4.4 werd besproken dat de 22

23 kwaliteit van de audit gemeten kan worden aan de hoogte van de abnormal accruals. Hoe minder abnormal accruals, hoe hoger de auditkwaliteit. Het vierde onderzoek, van Abbott, Parker & Peters (2001) ontkent de invloed van litigation risk op de abnormal accruals niet. Dit onderzoek voegt er wel aan toe dat het litigation risk ook een negatief effect op de audit kwaliteit kan hebben. Op dit negatieve effect wordt echter niet verder ingegaan. Daarom is deze toevoeging niet genoeg om de positieve invloed van litigation risk op audit kwaliteit, geconstateerd in de andere onderzoeken, te weerleggen. Daarom kan geconcludeerd worden dat het litigation risk leidt tot het toelaten van minder abnormal accruals en dus tot een hogere audit kwaliteit. 4.4 Onafhankelijkheid Tot slot wordt de maatstaf onafhankelijkheid besproken. Onafhankelijkheid is een belangrijke voorwaarde voor een hoge audit kwaliteit. De auditor wordt betaald door zijn klanten, waardoor de onafhankelijkheid altijd in gevaar is. Onafhankelijkheid is lastig te meten. Blay (2005) bekijkt de invloed van onafhankelijkheid en litigation risk aan de hand van het afgeven van going concern opinions. Ook Hope en Langli (2010) kijken naar het afgegeven audit rapport. Ondanks deze zelfde manier van onafhankelijkheid meten, zijn de conclusies van de onderzoeken tegenstrijdig. Blay (2005) liet 48 audit managers de situatie rondom het voortbestaan van de onderneming van klanten beoordelen. In situaties waarin auditors bang waren om de klant te verliezen en weinig litigation risk aanwezig was, werden er meer positieve rapporten afgegeven. Wanneer een hoog litigation risk aanwezig was, werden de problemen rondom het voortbestaan van de ondernemingen wél gerapporteerd. De auditor neigde dan minder in het voordeel van de klant te rapporteren. Geconcludeerd kan worden dat litigation risk volgens dit onderzoek leidt tot meer onafhankelijkheid en dus hogere auditkwaliteit. Hope & Langli (2010) beweren het tegenovergestelde. Zij hebben in hun onderzoek een omgeving gecreëerd waarin onafhankelijkheid het meest bedreigd wordt. Dit is bij nietbeursgenoteerde ondernemingen (reputatieschade minder belangrijk) in Noorwegen (een omgeving met weinig litigation risk). In deze omgeving wordt getest of de hoogte van de prijzen van audits invloed hebben op het afgeven van het audit rapport. Uit het onderzoek blijkt dat auditors niet minder onafhankelijk zijn in deze omgeving met weinig risico. 23

24 De onderzoeken zijn beiden goed uitgevoerd en de conclusies worden ieder op een verschillende manier goed beargumenteerd. Het onderzoek van Hope & Langli (2010) wordt uitgevoerd op niet-beursgenoteerde ondernemingen in Noorwegen. In paragraaf 2 van deze thesis wordt genoemd dat het vooral de grote audit kantoren zijn, die te maken hebben met veel litigation risk. Deze grote kantoren hebben vooral te maken met grotere, beursgenoteerde klanten. Of de conclusie van het onderzoek van Hope & Langli (2010) ook in deze situaties geldt, kan in twijfel getrokken worden. Tabel 3: Conclusies Onafhankelijkheid Stelling: Een hoog litigation risk leidt tot meer onafhankelijkheid tijdens de (Blay, 2005) (Hope & Langli, 2010) audit. Eens Oneens De twee onderzoeken op het gebied van onafhankelijkheid leiden tot verschillende conclusies. Blay (2005) concludeert in zijn onderzoek dat auditors onafhankelijker zijn in situaties met een hoog litigation risk. Volgens Hope & Langli (2010) heeft litigation risk geen invloed op de onafhankelijkheid. Er kan echter getwijfeld worden aan de toepasbaarheid van dit laatste onderzoek in de werkelijkheid. Om deze reden zal het onderzoek van Blay (2005) net iets zwaarder wegen dan het onderzoek van Hope & Langli (2010). Zo kan aan de hand van deze maatstaf tot de conclusie gekomen worden dat litigation risk leidt tot meer onafhankelijkheid. Op basis van de twee tegenstrijdige onderzoeken is het echter moeilijk om dit met zekerheid te zeggen. Meer onderzoek op dit gebied zou wenselijk zijn. 4.5 Conclusie In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de besproken onderzoeken en hun antwoord op de vraag: Heeft het litigation risk een positieve invloed op de auditkwaliteit? 24

25 Tabel 4: Overzicht van conclusies uit literatuur Auteur Maatstaf Heeft litigation risk positieve invloed op de audit kwaliteit? (Geiger & Raghunandan, Going Concern Ja 2002) Opinion (Lam & Mensah, 2006) Going Concern Nee Opinion (Lys & Watts, 1994) Going Concern Onzeker Opinion (Reynolds & Francis, 2001) Going Concern Ja Opinion (Heninger, 2001) Abnormal Ja Accruals (Venkataraman, Weber, & Abnormal Ja Willenborg, 2008) Accruals (Abbott, Parker, & Peters, Abnormal Onzeker 2006) Accruals (Francis & Krishnan, 1999) Abnormal Accruals (Blay, 2005) Onafhankelijkheid Ja (Hope & Langli, 2010) Onafhankelijkheid Nee Ja (Alleen bij big N) In de literatuur werd genoemd dat litigation risk de audit kwaliteit zou versterken. Dit werd echter niet beargumenteerd. In deze thesis is de relatie tussen litigation risk en audit kwaliteit onderzocht aan de hand van verschillende audit kwaliteit maatstaven. Twee van deze drie maatstaven bevestigen dat litigation risk leidt tot hogere audit kwaliteit. Naar de derde maatstaf Onafhankelijkheid is onvoldoende onderzoek gedaan om met zekerheid te kunnen stellen dat er een positieve relatie is. Door het onderzoek van Blay (2005) zwaarder mee te laten wegen dan het onderzoek van Hope & Langli (2010) kan verondersteld worden dat ook op het gebied van onafhankelijkheid, litigation risk leidt tot hogere audit kwaliteit. In tabel 4 wordt een overzicht gegeven van de conclusies van alle besproken artikelen. Er zijn 6 artikelen waarin positief wordt geantwoord op de onderzoeksvraag. Twee van de onderzoeken ontkennen de positieve relatie tussen litigation risk en audit kwaliteit. Volgens de auteurs van de resterende twee artikelen is de relatie tussen litigation risk en audit kwaliteit onzeker. Op basis van deze informatie kan geconcludeerd worden dat litigation risk een positieve invloed heeft op de audit kwaliteit. Auditors zullen meer accurate going concern rapporten 25

26 afgeven, minder abnormal accruals toelaten en waarschijnlijk onafhankelijker zijn. Auditors blootstellen aan een risico op litigation zal een positief effect hebben op het gedrag en de prestaties van de auditors. Eerder in paragraaf 2 werd genoemd dat de hoogte van het litigation risk wordt bepaald aan de hand van verschillende factoren. Dit heeft te maken met regelgeving, grootte van het kantoor, hoogte van de ontvangen audit fees, grootte van de klant, groei van de klant en de financiële situatie van de klant. Veel van deze factoren heeft het audit kantoor zelf in de hand. Tijdens het samenstellen van het klantenportfolio wordt rekening gehouden met alle factoren. De regelgeving rondom het litigation risk is niet in handen van het audit kantoor. Dit wordt bepaald door de overheid. In nader onderzoek zou kunnen worden onderzocht welke regelgeving leidt tot de ideale hoogte van het litigation risk. 26

27 5. Conclusie Uit eerdere onderzoeken blijkt dat de audit kwaliteit van big 4 kantoren hoger is dan die van kleinere kantoren. Redenen hiervoor zijn onder andere het reputatie risico en het litigation risk. Volgens het onderzoek van Khurana and Raman (2004) weegt het litigation risk zwaarder dan het risico op reputatieschade. Met dit litigation risk wordt op een aantal manieren rekening gehouden. Een kantoor kan rekening houden met het litigation risk tijdens het samenstellen van zijn klantenportfolio, kan hogere audit fees vragen om de eventuele litigation kosten te dekken, of kan een conservatievere audit aanpak gebruiken. Een andere manier om het risico op rechtszaken te verlagen is door de audit kwaliteit te verhogen. Hoe minder fouten er worden gemaakt door de auditor, hoe kleiner de kans dat een audit kantoor wordt aangeklaagd. In dit onderzoek wordt dieper ingegaan op deze relatie tussen litigation risk en audit kwaliteit. Dit is vertaald in de volgende onderzoeksvraag: Wat is de invloed van het litigation risk op audit kwaliteit? In eerdere onderzoeken werd verondersteld dat de audit kwaliteit verhogen een optie is om het litigation risk te dekken. Dit werd echter niet beargumenteerd. Bovendien is audit kwaliteit een onduidelijk begrip, dat op vele manieren gemeten kan worden. In dit onderzoek zullen verschillende manieren om audit kwaliteit te meten aan bod komen. Zo kan een duidelijk en beargumenteerd antwoord worden gevormd op de onderzoeksvraag. Op de volgende deelvragen wordt ingegaan om tot een antwoord te komen op de centrale vraag: 1. Wat is het litigation risk? 2. Hoe wordt audit kwaliteit gemeten? 3. Wat is de relatie tussen litigation risk en de verschillende maatstaven voor audit kwaliteit? Het litigation risk is het risico dat een auditkantoor aangeklaagd wordt na het uitvoeren van een audit. De deep pocket hypothese zorgt ervoor dat dit risico hoger is voor grote kantoren dan voor kleine kantoren. Naast de grootte van het kantoor zijn er nog meer factoren die het risico verhogen. Dit zijn factoren als de regelgeving, hoogte van de ontvangen audit fees, grootte van de klant, groei van de klant en de financiële situatie van de klant. 27

In hoeverre heeft de grootte van een accountantskantoor invloed op de kwaliteit van een accountantscontrole?

In hoeverre heeft de grootte van een accountantskantoor invloed op de kwaliteit van een accountantscontrole? In hoeverre heeft de grootte van een accountantskantoor invloed op de kwaliteit van een accountantscontrole? Robert van der Vijver 6068731 Bachelorscriptie Accountancy & Control Faculteit Economie & Bedrijfskunde

Nadere informatie

Verplichte Audit-Firm Rotatie: de effecten op de kwaliteit van de accountantscontrole

Verplichte Audit-Firm Rotatie: de effecten op de kwaliteit van de accountantscontrole Verplichte Audit-Firm Rotatie: de effecten op de kwaliteit van de accountantscontrole Door: Marinka Karsemeijer Collegekaartnummer: 5876699 Datum: 21 juli 2011 Universiteit van Amsterdam (FEB) Supervisor:

Nadere informatie

Kwaliteitsverschil audit grote en middelgrote accountantskantoren. Bachelorscriptie Tamara Heuyerjans Studentnummer: 6048986

Kwaliteitsverschil audit grote en middelgrote accountantskantoren. Bachelorscriptie Tamara Heuyerjans Studentnummer: 6048986 Kwaliteitsverschil audit grote en middelgrote accountantskantoren Bachelorscriptie Naam: Tamara Heuyerjans Studentnummer: 6048986 Docent : Dhr. R. van Loon Opleiding: Bedrijfseconomie variant Accountancy

Nadere informatie

Audit Quality. Heeft diversiteit tussen mannen en vrouwen invloed op de kwaliteit van de audit?

Audit Quality. Heeft diversiteit tussen mannen en vrouwen invloed op de kwaliteit van de audit? Audit Quality Heeft diversiteit tussen mannen en vrouwen invloed op de kwaliteit van de audit? Fleur Birnie 10059652 1 Juli 2013 Eerste versie Bachelor Economie en Bedrijfskunde Richting Accountancy &

Nadere informatie

AUDIT QUALITY VAN ACCOUNTANTSKANTOREN BIG FOUR VERSUS NON-BIG FOUR

AUDIT QUALITY VAN ACCOUNTANTSKANTOREN BIG FOUR VERSUS NON-BIG FOUR AUDIT QUALITY VAN ACCOUNTANTSKANTOREN BIG FOUR VERSUS NON-BIG FOUR Naam: Zhi Kwan Cheung Student nummer: 10095039 Datum: 1 juli 2013, definitieve versie Kwalificatie: BSc Accountancy & Control Instelling:

Nadere informatie

Het verwachte effect van de scheiding tussen audit en non-audit diensten op de onafhankelijkheid van accountants

Het verwachte effect van de scheiding tussen audit en non-audit diensten op de onafhankelijkheid van accountants Het verwachte effect van de scheiding tussen audit en non-audit diensten op de onafhankelijkheid van accountants Bachelorscriptie Definitieve versie Naam: Hidde Wyngaard Studentnummer: 6074340 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

Going concern clausules en het selffulfilling

Going concern clausules en het selffulfilling Going concern clausules en het selffulfilling prophecy effect Ilse Carina Eland 6278426/10000389 Faculteit Economie en Bedrijfskunde, Universiteit van Amsterdam Bachelorscriptie Accountancy & Control Begeleider:

Nadere informatie

Carmen Vorst Amsterdam, 1 juli, Bachelor scriptie. Begeleiding: Helena Kloosterman. Academisch jaar: Semester 2, Blok 3

Carmen Vorst Amsterdam, 1 juli, Bachelor scriptie. Begeleiding: Helena Kloosterman. Academisch jaar: Semester 2, Blok 3 In hoeverre tast het verlenen van non-audit services de onafhankelijkheid van de accountants aan? Een overzicht van literatuur over onafhankelijkheid in schijn en in feite van accountants. Carmen Vorst

Nadere informatie

Zwart, wit of grijs? Een literatuurstudie naar de onafhankelijkheid van de accountant. Carly Former

Zwart, wit of grijs? Een literatuurstudie naar de onafhankelijkheid van de accountant. Carly Former Zwart, wit of grijs? Een literatuurstudie naar de onafhankelijkheid van de accountant Carly Former 0541885 9 juli 2009 Mw. E.A. Duyster-Went RA Bachelor thesis Universiteit van Amsterdam Faculteit Economie

Nadere informatie

The influence of non-audit services on auditor independence

The influence of non-audit services on auditor independence The influence of non-audit services on auditor independence Ka Yiu Lee 5941334 Bachelor Scriptie 25 juni - 2012 Universiteit van Amsterdam Economie en Bedrijfskunde, Studierichting Accountancy & Control

Nadere informatie

De invloed van de recente ontwikkelingen op het gedrag van de accountant ten aanzien van de going-concern rapportage

De invloed van de recente ontwikkelingen op het gedrag van de accountant ten aanzien van de going-concern rapportage De invloed van de recente ontwikkelingen op het gedrag van de accountant ten aanzien van de going-concern rapportage Bachelor thesis Sacha Kappers 10001592 Eerste versie: 24 juni 2013 Definitieve versie:

Nadere informatie

De onafhankelijkheid van de accountant en het verlenen van nonaudit services: bewijs aan de hand van drie verschillende maatstaven

De onafhankelijkheid van de accountant en het verlenen van nonaudit services: bewijs aan de hand van drie verschillende maatstaven De onafhankelijkheid van de accountant en het verlenen van nonaudit services: bewijs aan de hand van drie verschillende maatstaven Bachelorscriptie Naam: Joris Tanke Studentnummer: 5947448 Bachelor: Economie

Nadere informatie

Niet-audit diensten en de onafhankelijkheid van de controlerend accountant

Niet-audit diensten en de onafhankelijkheid van de controlerend accountant Niet-audit diensten en de onafhankelijkheid van de controlerend accountant Mylène Goei 5784190 1 januari 2012 Faculteit Economie en Bedrijfskunde Begeleider: André Th. A. Koet RA Inhoudsopgave 1. Abstract

Nadere informatie

Verplichte accountantskantoor roulatie en het effect op de kwaliteit van de accountantscontrole

Verplichte accountantskantoor roulatie en het effect op de kwaliteit van de accountantscontrole Verplichte accountantskantoor roulatie en het effect op de kwaliteit van de accountantscontrole Naam: Joost Bakker Studentnummer: 6189733 Datum: 25 juni 2012 Versie: Final Universiteit: Universiteit van

Nadere informatie

Tast het verlenen van non-audit diensten naast het verlenen van audit diensten de onafhankelijkheid van de accountant aan

Tast het verlenen van non-audit diensten naast het verlenen van audit diensten de onafhankelijkheid van de accountant aan 1 Tast het verlenen van non-audit diensten naast het verlenen van audit diensten de onafhankelijkheid van de accountant aan Denny Smink 6082637 Definitieve versie 25 Juni 2012 Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Studie met betrekking tot de controle van jaarrekeningen door commissarissen-revisoren.

Studie met betrekking tot de controle van jaarrekeningen door commissarissen-revisoren. http://www.graydon.be/download/studies/173.doc Gelieve de bron te vermelden Studie met betrekking tot de controle van jaarrekeningen door commissarissen-revisoren. Van de ruim 22.000 grote bedrijven die

Nadere informatie

Invloed van de aanwezigheid van een audit comité op de kwaliteit van de financiële jaarverslaggeving

Invloed van de aanwezigheid van een audit comité op de kwaliteit van de financiële jaarverslaggeving Invloed van de aanwezigheid van een audit comité op de kwaliteit van de financiële jaarverslaggeving Bachelor Thesis Accountancy & Control Naam: Cindy de Vries Studentnummer: 10495789 Datum: 28 juni 2016

Nadere informatie

INGETROKKEN PER 6 DECEMBER 2016

INGETROKKEN PER 6 DECEMBER 2016 Dit document maakt gebruik van bladwijzers NBA-handreiking 1115 Aanpassing van het oordeel in de controleverklaring bij materiële tekortkomingen in de toelichting op de jaarrekening 20 december 2010 NBA-handreiking

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

ISA 710, Ter vergelijking opgenomen informatie overeenkomstige cijfers en vergelijkende financiële overzichten.

ISA 710, Ter vergelijking opgenomen informatie overeenkomstige cijfers en vergelijkende financiële overzichten. INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 710, Ter vergelijking opgenomen informatie overeenkomstige cijfers en vergelijkende financiële overzichten. Copyright IFAC Deze Internationale controlestandaard

Nadere informatie

Verplichte kantoorroulatie en audit kwaliteit

Verplichte kantoorroulatie en audit kwaliteit Sophie van der Zwet 10108610 Verplichte kantoorroulatie en audit kwaliteit In hoeverre heeft verplichte kantoorroulatie een positieve invloed op de audit kwaliteit? Bachelorscriptie Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Het effect van het verlenen van non-auditdiensten op de onafhankelijkheid van de accountant

Het effect van het verlenen van non-auditdiensten op de onafhankelijkheid van de accountant Universiteit van Amsterdam Faculteit Economie en Bedrijfskunde Bachelor Accountancy en Control Het effect van het verlenen van non-auditdiensten op de onafhankelijkheid van de accountant Naam Max van Egmond

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van accountants binnen de EU

Aansprakelijkheid van accountants binnen de EU Aansprakelijkheid van accountants binnen de EU Commentaar NIVRA op EU Consultatie, maart 2007 Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants Inleiding De laatste jaren wordt veel gediscussieerd

Nadere informatie

De accountant en het bestuursverslag Visie NBA Young Profs

De accountant en het bestuursverslag Visie NBA Young Profs De accountant en het bestuursverslag Visie NBA Young Profs Aanleiding Op 13 november 2015 publiceerde de NBA haar consultatiedocument De accountant en het bestuursverslag: Verder kijken dan de jaarrekening.

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28

Nadere informatie

Het beperken van de duur van de aanstelling van een accountant, en het effect daarvan op de kwaliteit van de accountantscontrole

Het beperken van de duur van de aanstelling van een accountant, en het effect daarvan op de kwaliteit van de accountantscontrole Het beperken van de duur van de aanstelling van een accountant, en het effect daarvan op de kwaliteit van de accountantscontrole Inge van Maanen 5603471 Bachelorscriptie 10 ECTS Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Controleverklaringen. Nieuwe stijl, heldere taal

Controleverklaringen. Nieuwe stijl, heldere taal Controleverklaringen Nieuwe stijl, heldere taal NIVRA-NOvAA 2010 Disclaimer Het NIVRA en de NOvAA hebben zich ten doel gesteld voor een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te zorgen. Niettemin zijn het NIVRA

Nadere informatie

Audit kwaliteit door de proxy earnings

Audit kwaliteit door de proxy earnings Audit kwaliteit door de proxy earnings Een analyse of earnings een juiste proxy is om audit kwaliteit te meten M.W. Blokdijk 10214534 30 Juni 2014, V1 BSc Accountancy and Control University of Amsterdam

Nadere informatie

ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN

ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Materieel belang in de jaarrekening. Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving

Materieel belang in de jaarrekening. Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving Materieel belang in de jaarrekening Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving Agenda Inleiding Doel van de jaarrekening Wat is materieel belang Wat

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

Praktijkhandreiking 1115 Aanpassing van het oordeel in de controleverklaring bij materiële tekortkomingen in de toelichting op de jaarrekening

Praktijkhandreiking 1115 Aanpassing van het oordeel in de controleverklaring bij materiële tekortkomingen in de toelichting op de jaarrekening Praktijkhandreiking 1115 Aanpassing van het oordeel in de controleverklaring bij materiële tekortkomingen in de toelichting op de jaarrekening NIVRA en NOvAA gebruiken de merknaam NBA (Nederlandse Beroepsorganisatie

Nadere informatie

Consultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden 30 juli 2015

Consultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden 30 juli 2015 Dit document maakt gebruik van bladwijzers Consultatiedocument Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden 30 juli 2015 Consultatieperiode loopt tot en met 21 september 2015

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands Proefschrift Marieke Heers (gepromoveerd 3 oktober in Maastricht; promotoren prof.dr. W.N.J. Groot en prof.dr. H. Maassen van den Brink)

Nadere informatie

Alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving

Alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving Alternatieve financiële prestatie-indicatoren Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving April 2014 Inhoudsopgave 1 Conclusie en samenvatting 4 2 Doelstellingen, onderzoeksopzet en definiëring

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Verschillen en overeenkomsten tussen SOx en SAS 70

Verschillen en overeenkomsten tussen SOx en SAS 70 Compact 2007/3 Verschillen en overeenkomsten tussen SOx en SAS 70 Drs. J.H.L. Groosman RE Sinds de bekende boekhoudschandalen is er veel aandacht voor de interne beheersing en goed ondernemingsbestuur,

Nadere informatie

De waarde van de going concern-verklaring voor investeerders

De waarde van de going concern-verklaring voor investeerders De waarde van de going concern-verklaring voor investeerders Daan Kassing 6137504 Eindversie: 29 juni 2016 Bachelor Economie en Bedrijfskunde Studierichting Accountancy en Control Faculteit Economie en

Nadere informatie

Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V.

Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Grant Thornton Accountants en Adviseurs B.V. De Passage 150 Postbus 71003 1008 BA Amsterdam T 088-676 90 00 F 088-676 90 10

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de algemene vergadering van Nederlandse Waterschapsbank N.V. Verklaring over de jaarrekening 2014 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2014 van

Nadere informatie

De invloed van de aanwezigheid van een audit committee op de kwaliteit van de jaarrekening

De invloed van de aanwezigheid van een audit committee op de kwaliteit van de jaarrekening De invloed van de aanwezigheid van een audit committee op de kwaliteit van de jaarrekening Bachelorscriptie - BSc Accountancy & Control Kevin Wanschers 10411305 Definitieve versie 29 juni 2015 Begeleider

Nadere informatie

ISA 510, INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN - BEGINSALDI

ISA 510, INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN - BEGINSALDI INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 510, INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN - BEGINSALDI Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in 2009 in de Engelse taal gepubliceerd door de International

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA)

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 706, PARAGRAFEN TER BENADRUKKING VAN BEPAALDE AANGELEGENHEDEN EN PARAGRAFEN INZAKE OVERIGE AANGELEGENHEDEN IN DE CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE AUDITOR

Nadere informatie

De gevolgen van het openbaar maken van Key Audit Matters (KAMs): Een literatuuroverzicht

De gevolgen van het openbaar maken van Key Audit Matters (KAMs): Een literatuuroverzicht De gevolgen van het openbaar maken van Key Audit Matters (KAMs): Een literatuuroverzicht Anna Gold Vrije Universiteit Amsterdam & NHH Melina Heilmann Technische Universität Dortmund 11 maart 2019 Achtergrond

Nadere informatie

De logica achter de ISA s en het interne controlesysteem

De logica achter de ISA s en het interne controlesysteem De logica achter de ISA s en het interne controlesysteem In dit artikel wordt de logica van de ISA s besproken in relatie met het interne controlesysteem. Hieronder worden de componenten van het interne

Nadere informatie

Effect van het toepassen van Accounting Accruals op de kwaliteit van de gerapporteerde winsten

Effect van het toepassen van Accounting Accruals op de kwaliteit van de gerapporteerde winsten Bachelor Thesis Tweede versie Effect van het toepassen van Accounting Accruals op de kwaliteit van de gerapporteerde winsten Student: Denise van Dam Studentnummer: 5602874 Datum van voltooiing: 27 juni

Nadere informatie

Samenvatting. Odinot_4.indd :19:06

Samenvatting. Odinot_4.indd :19:06 In veel strafzaken wordt de verdachte uitsluitend of vrijwel uitsluitend veroordeeld op grond van getuigenverklaringen. Objectieve middelen voor het toetsen van de juistheid van de getuigenverklaringen

Nadere informatie

Masterproef De keuze voor auditkwaliteit: de CEO als drijvende kracht?

Masterproef De keuze voor auditkwaliteit: de CEO als drijvende kracht? 2013 2014 FACULTEIT BEDRIJFSECONOMISCHE WETENSCHAPPEN master in de toegepaste economische wetenschappen Masterproef De keuze voor auditkwaliteit: de CEO als drijvende kracht? Promotor : Prof. dr. Tensie

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Meer aandacht voor het bestuursverslag in de controleverklaring

Meer aandacht voor het bestuursverslag in de controleverklaring Januari 2017 Meer aandacht voor het bestuursverslag in de controleverklaring De accountant rapporteert over materiële onjuistheden De leden van de Koninklijke NBA vormen een brede, pluriforme beroepsgroep

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Introductie. 2. Theoretisch kader. 3. Methodologie. 4. Empirisch onderzoek. 5. Conclusies en aanbevelingen Literatuurlijst 28

Inhoudsopgave. 1. Introductie. 2. Theoretisch kader. 3. Methodologie. 4. Empirisch onderzoek. 5. Conclusies en aanbevelingen Literatuurlijst 28 Welke factoren zijn van invloed bij het wel of niet opnemen van een GCO in de controleverklaring bij de jaarrekening voorafgaand aan het faillissement? Naam: A.A.H. (Leon) Bakker Studentnummer: 5851521

Nadere informatie

28-10-2015. Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden.

28-10-2015. Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden. Docent: Marcel Gelsing Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden. Ga naar: www.gelsing.info Kies voor de map Eindopdrachten Download: Integrale eindopdracht Fase 1.pdf Les 1: fase 1 en 2

Nadere informatie

Achtergrond en Probleemstelling

Achtergrond en Probleemstelling 142 Achtergrond en Probleemstelling Dit proefschrift onderzoekt hoe de kwaliteit van accountantscontroles van financiële verantwoordingen verband houden met de gereguleerde context waarin die controles

Nadere informatie

De reactie van de NBA Young profs op het consultatiedocument Transparant over de controle' van 17 november 2014

De reactie van de NBA Young profs op het consultatiedocument Transparant over de controle' van 17 november 2014 Visie NBA Young Profs Aanleiding Op 26 juni 2015 publiceerde de NBA haar consultatiedocument rondom de aanpassing van de controleverklaring voor álle controles. Het consultatiedocument heeft betrekking

Nadere informatie

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van 9 Samenvatting 173 174 9 Samenvatting Kanker is een veel voorkomende ziekte. In 2003 werd in Nederland bij meer dan 72.000 mensen kanker vastgesteld. Geschat wordt dat het hier in 9.000 gevallen om mensen

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

1. Verslag zonder voorbehoud met toelichtende paragraaf

1. Verslag zonder voorbehoud met toelichtende paragraaf 1. Verslag zonder voorbehoud met toelichtende paragraaf 1.1. Onzekerheid van materieel belang Zonder afbreuk te doen aan ons oordeel vestigen wij de aandacht op Toelichting X bij de financiële overzichten.

Nadere informatie

Controleprotocol Jaarrekening Gemeente De Bilt 2014

Controleprotocol Jaarrekening Gemeente De Bilt 2014 Behoort bij raadsbesluit d.d. 29 januari 2015 tot vaststelling van het 'Controleprotocol 2014'. Controleprotocol Jaarrekening 2014 Inhoudsopgave 1. Samenvatting... 3 2. Inleiding... 3 2.1 Doelstelling...

Nadere informatie

Onafhankelijkheid van de accountant in relatie tot de non-audit services

Onafhankelijkheid van de accountant in relatie tot de non-audit services Onafhankelijkheid van de accountant in relatie tot de non-audit services Martijn Pieter Ooijevaar Universiteit van Amsterdam Studentnummer 5800366 Bachelorscriptie Accountancy & Control Begeleider: André

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Relatiemarketing is gericht op het ontwikkelen van winstgevende, lange termijn relaties met klanten in plaats van het realiseren van korte termijn transacties.

Nadere informatie

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van Lavide Holding N.V. te Alkmaar gecontroleerd.

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van Lavide Holding N.V. te Alkmaar gecontroleerd. Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Grant Thornton Accountants en Adviseurs B.V. De Passage 150 Postbus 71003 1008 BA Amsterdam T 088-676 90 00 F 088-676 90 10

Nadere informatie

IT-audit in vogelvlucht. Jeanot de Boer 24 april 2012

IT-audit in vogelvlucht. Jeanot de Boer 24 april 2012 IT-audit in vogelvlucht Jeanot de Boer 24 april 2012 Agenda Introductie Wat is IT-audit Hoe is IT-audit in Nederland geregeld? Het IT-audit proces Wat is de toegevoegde waarde van IT-audit Enkele praktijkvoorbeelden

Nadere informatie

De relatie tussen economische afhankelijkheid. en de kwaliteit van de accountantscontrole.

De relatie tussen economische afhankelijkheid. en de kwaliteit van de accountantscontrole. De relatie tussen economische afhankelijkheid en de kwaliteit van de accountantscontrole. Student name: Paulette Vos Student number: 10527834 Date: 21 th of June 2014 First supervisor: Dr. J.J.F. van Raak

Nadere informatie

Implementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus

Implementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus Implementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus Dat economie in essentie geen experimentele wetenschap is maakt de econometrie tot een onmisbaar

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-4 Relevant orgaan... 5-10 Te communiceren controle-aangelegenheden

Nadere informatie

Concept NBA-handreiking Publicatie kwaliteitsfactoren 17 april 2015

Concept NBA-handreiking Publicatie kwaliteitsfactoren 17 april 2015 Dit document maakt gebruik van bladwijzers. Concept NBA-handreiking 17 april 2015 Consultatieperiode loopt tot 29 mei 2015 Concept NBA-handreiking NBA-handreiking Van toepassing op: xx Onderwerp xx Datum:

Nadere informatie

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i Aan: de aandeelhouders en de raad van commissarissen van... (naam entiteit(en)) A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 201X

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 600 GEBRUIKMAKEN VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN EEN ANDERE AUDITOR

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 600 GEBRUIKMAKEN VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN EEN ANDERE AUDITOR INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 600 GEBRUIKMAKEN VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN EEN ANDERE AUDITOR INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-5 Voorwaarden voor het aanvaarden van de opdracht als groepsauditor...

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16 modulus strepen: uitkomst > 0 Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n 10 ttest ( x ) 105 101 3,16 n-1 4 t test > t kritisch want 3,16 >,6, dus 105 valt buiten het BI. De cola bevat niet significant

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

De invloed van het rapporteren van Key Audit Matters. op de kwaliteit van het jaarverslag

De invloed van het rapporteren van Key Audit Matters. op de kwaliteit van het jaarverslag De invloed van het rapporteren van Key Audit Matters op de kwaliteit van het jaarverslag Vanuit Nederlands perspectief Naam: Eva van Stralen Studentnummer: 10576320 Begeleider: S. Bissessur Datum: 25 januari

Nadere informatie

Analyse belangenverstrengeling

Analyse belangenverstrengeling Analyse belangenverstrengeling Besproken in de bestuursvergadering van 7 mei 2015 Versie 31 mei 2015 Opgesteld door Mol & Pensioen 1 Inleiding Van belangenverstrengeling is sprake wanneer persoonlijke

Nadere informatie

Kwaliteitsverschillen tussen BIG4 en second-tier auditkantoren op de Belgische markt

Kwaliteitsverschillen tussen BIG4 en second-tier auditkantoren op de Belgische markt UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2011 2012 Kwaliteitsverschillen tussen BIG4 en second-tier auditkantoren op de Belgische markt Masterproef voorgedragen tot het bekomen

Nadere informatie

Commissie juridische zaken ONTWERPVERSLAG. over het beleid inzake controle van financiële overzichten: lessen uit de crisis (2011/2037(INI))

Commissie juridische zaken ONTWERPVERSLAG. over het beleid inzake controle van financiële overzichten: lessen uit de crisis (2011/2037(INI)) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 2011/2037(INI) 2.3.2011 ONTWERPVERSLAG over het beleid inzake controle van financiële overzichten: lessen uit de crisis (2011/2037(INI)) Commissie

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming

Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming Elke beslissing heeft consequenties voor de toekomst en deze consequenties kunnen voordelig of nadelig zijn. Als de extra kosten de voordelen overschrijden,

Nadere informatie

De accountant een stap vóór

De accountant een stap vóór De accountant een stap vóór Drs. J. (Jan) de Groot RA MPA, 6 juni 2014 Accountantscontrole Een controleverklaring is een scherpe foto van een mistige situatie Meerkeuzevraag Vrij naar Marcel van Dam Als

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Dit document maakt gebruik van bladwijzers.

Dit document maakt gebruik van bladwijzers. Dit document maakt gebruik van bladwijzers. NBA-handreiking 1138 21-11-2017 NBA-handreiking 1138 NBA-handreiking 1138 Van toepassing op: Onderwerp: Vraag en antwoord Datum: 21 november 2017 Status: NBA-handreiking,

Nadere informatie

Uitkomsten onderzoek Controle en Vertrouwen. 7 mei 2012

Uitkomsten onderzoek Controle en Vertrouwen. 7 mei 2012 Uitkomsten onderzoek Controle en Vertrouwen 7 mei 2012 Voorwoord Onderwerp: resultaten onderzoek Controle en Vertrouwen Geachte heer, mevrouw, Hartelijk dank voor uw medewerking aan het onderzoek naar

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Nederlandse Waterschapsbank N.V. Verklaring over de jaarrekening 2015

Nadere informatie

Balanced Scorecard. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V.

Balanced Scorecard. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. Balanced Scorecard Een introductie Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. Organisatie SYSQA B.V. Pagina 2 van 9 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 ALGEMEEN... 3 1.2 VERSIEBEHEER... 3 2 DE

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 550 VERBONDEN PARTIJEN

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 550 VERBONDEN PARTIJEN INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 550 VERBONDEN PARTIJEN INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-6 Bestaan en toelichting van verbonden partijen... 7-8 Transacties tussen verbonden partijen... 9-12 Onderzoek

Nadere informatie

Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond?

Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond? Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond? Donderdag 13 maart 2014 Martijn Kilsdonk MScHA Manager behandeling & begeleiding en Planetree coördinator Disclosure belangen

Nadere informatie

CONTROLEPROTOCOL VOOR DE ACCOUNTANTSCONTROLE OP DE JAARREKENING 2016 VAN DE GEMEENTE TEN BOER.

CONTROLEPROTOCOL VOOR DE ACCOUNTANTSCONTROLE OP DE JAARREKENING 2016 VAN DE GEMEENTE TEN BOER. CONTROLEPROTOCOL VOOR DE ACCOUNTANTSCONTROLE OP DE JAARREKENING 2016 VAN DE GEMEENTE TEN BOER. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Werkgroep Decentrale Overheden (WGDO) Betreft: Evaluatie uitkomsten PGB 2017 (tbv accountants) Datum: 1 december 2017

Werkgroep Decentrale Overheden (WGDO) Betreft: Evaluatie uitkomsten PGB 2017 (tbv accountants) Datum: 1 december 2017 Notitie Van: Werkgroep Decentrale Overheden (WGDO) Betreft: Evaluatie uitkomsten PGB 2017 (tbv accountants) Datum: 1 december 2017 De NBA heeft op 21 juni 2016 NBA Alert 39 Sociaal Domein gepubliceerd.

Nadere informatie

Artikel 1. Definities

Artikel 1. Definities Pagina 1 van 5 Artikel 1. Definities Onder a van dit artikel wordt aangegeven wat daarin wordt verstaan onder het begrip accountant. Een bevoegd account voor de controle van de gemeentelijke jaarrekening

Nadere informatie

Accountancy en integriteit

Accountancy en integriteit Accountancy en integriteit Jaap ten Wolde CIROC 5 oktober 2011 Bouwjaar 1947 Over de inleider KPMG 33 jaar. Openbaar accountant, daarna hoofd forensische accountancy 2005: Oprichter en partner IFO (Instituut

Nadere informatie

fysieke beveiliging onder controle Fysieke beveiliging Lean & Agile Thimo Keizer

fysieke beveiliging onder controle Fysieke beveiliging Lean & Agile  Thimo Keizer fysieke beveiliging onder controle Fysieke beveiliging Lean & Agile www.fysiekebeveiliging.nl Thimo Keizer Fysieke beveiliging Lean & Agile 2016 www.fysiekebeveiliging.nl Thimo Keizer Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

RAAD advies van 7 januari De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen

RAAD advies van 7 januari De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen RAAD advies van 7 januari 2000 De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen Het koninklijk besluit van 3 juli 1996 betreffende de

Nadere informatie

A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017

A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017 VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan de Raad van Beheer van de Stichting voor Protestants Christelijk Onderwijs voor Meppel e.o. A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017 Ons

Nadere informatie

Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt

Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt 1 Aanpak analyse van de loterijmarkt 1. In het kader van de voorgenomen fusie tussen SENS (o.a. Staatsloterij en Miljoenenspel) en SNS

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

JAN. Aan: het bestuur van het Nederlands Instituut voor Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk (Vereniging NIVON) te Amsterdam

JAN. Aan: het bestuur van het Nederlands Instituut voor Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk (Vereniging NIVON) te Amsterdam CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van het Nederlands Instituut voor Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk (Vereniging NIVON) te Amsterdam A. Verklaring over de in het

Nadere informatie

Amsterdam Business School Nader onderzoek naar de onafhankelijkheid van de accountant

Amsterdam Business School Nader onderzoek naar de onafhankelijkheid van de accountant Amsterdam Business School Nader onderzoek naar de onafhankelijkheid van de accountant Naam: René Janssen Student nummer: 6194540 Scriptiebegeleider: Dr. B.J. van Praag Datum: 25-06-2012 MSc Accountancy

Nadere informatie