Niet-audit diensten en de onafhankelijkheid van de controlerend accountant
|
|
- Andrea de Veer
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Niet-audit diensten en de onafhankelijkheid van de controlerend accountant Mylène Goei januari 2012 Faculteit Economie en Bedrijfskunde Begeleider: André Th. A. Koet RA
2 Inhoudsopgave 1. Abstract 2. Inleiding 3. Enkele begrippen nader toegelicht 3.1 De accountant en de accountantscontrole 3.2 Onafhankelijkheid 3.3 Adviesdiensten 4. Literatuuronderzoek 4.1 De onafhankelijkheid van de accountant wordt wel aangetast door het verlenen van niet-audit diensten Frankel et al. (2002) Krishnan et al. (2001) Sharma en Sidhu (2001) Firth (2002) Raghunandan (2003) Krishnan et al. (2005) 4.2 De onafhankelijkheid van de accountant wordt niet aangetast door het verlenen van niet-audit diensten 5. Discussie 6. Conclusie 7. Bibliografie Ashbaugh et al. (2003) Ruddock et al. (2006) DeFond et al. (2002) Ghosh et al. (2009) Chung en Kallapur (2003) 2
3 1. Abstract In deze scriptie wordt onderzocht of het aanbieden van niet-audit diensten van invloed is op de kwaliteit van de accountantscontrole en daarmee op de onafhankelijkheid van de accountant. Dit wordt onderzocht aan de hand van de onderzoeksvraag Wordt de onafhankelijkheid van de accountant (in wezen en in schijn) door het verlenen van nietaudit diensten aan een audit klant aangetast?. Het recente debat over mogelijke nieuwe wet- en regelgeving hierover in Nederland was een aanleiding voor dit literatuuronderzoek (Piersma, ). De onderzoeksvraag van deze scriptie staat aan de basis van dit debat, aangezien men het er nog niet over eens is of de onafhankelijkheid van de accountant door het verlenen van niet-audit diensten wordt aangetast, en of een verscherping van de wet- en regelgeving dan ook wel noodzakelijk is. In dit literatuuronderzoek zijn verschillende artikelen onderzocht en met elkaar vergeleken. Alle artikelen zijn vrij recent, namelijk na het jaar In dat jaar heeft de Securities and Exchange Commission (SEC) namelijk belangrijke regelgeving ingevoerd omtrent de onafhankelijkheid van de accountant. Met name door de tegengestelde resultaten van de onderzoeken is een eenduidig antwoord op de onderzoeksvraag moeilijk te vinden. Hieruit blijkt dat er nog veel onduidelijkheid bestaat over de mogelijke effecten van niet-audit diensten op de kwaliteit van de accountantscontrole en dus de onafhankelijkheid van de accountant, alhoewel regelgevers toch steeds pleiten voor een betere waarborging van de onafhankelijkheid van de accountant (Piersma, ). Het blijft de vraag of men hier ooit een (internationale) consensus over zal bereiken Hierna volgt eerst een inleiding op het onderwerp waarna in paragraaf drie een aantal begrippen nader worden toegelicht. Paragraaf vier bestaat uit het literatuuronderzoek en in paragraaf vijf worden de onderzoeken vergeleken. De conclusie volgt in paragraaf zes. 3
4 2. Inleiding Op 16 oktober 2001 deed het voorheen zeer succesvolle Amerikaanse energiebedrijf Enron een schokkende mededeling: ze zouden hun inkomen na belastingen verlagen met 544 miljoen en het eigen vermogen met 1.2 biljoen dollar. Vervolgens, op 2 december 2001 diende Enron het faillissement in. Met bezittingen van 63.4 biljoen was dit het grootste faillissement van een onderneming in de geschiedenis van de Verenigde Staten (Benston en Hartgraves, 2002). Waar Enron eerst nog gewaardeerd werd als het meest innovatieve bedrijf van de VS in de Fortune s most admired Companies survey, ging deze reputatie binnen een jaar verloren en was de aandelenprijs gedaald tot bijna nul (Healy en Palepu, 2003). Dit Enron schandaal was het gevolg van het jarenlang manipuleren van de gerapporteerde cijfers door middel van frauduleuze accounting en auditing praktijken. Hieronder vallen onder andere: het verbergen van verliezen en schulden voor investeerders, het te vroeg boeken van inkomsten, het waarderen van investeringen op basis van onbetrouwbare cijfers en het niet voldoende kenbaar maken van transacties met gerelateerde partijen en de mogelijke belangenconflicten die daarmee gepaard gaan. Een van de op dat moment vijf grootste accountantskantoren Arthur Andersen, controleerde al sinds 1985 de jaarrekening van Enron en het bleek dat zij op de hoogte waren van de grootschalige fraude die daar plaatsvond. Desondanks keurden zij de jaarrekening goed en hebben zelfs documenten uit het Enron dossier vernietigd toen de fraude aan het licht begon te komen en werd onderzocht door de Securities and Exchange Commission (SEC). Als gevolg hiervan werd Arthur Andersen in meerdere rechtszaken aangeklaagd voor substantiële schadevergoedingen en de reputatieschade die daar het gevolg van was luidde ook voor hen de ondergang in (Benston en Hartgraves, 2002). Arthur Andersen werd ervan beschuldigd nalatig te zijn geweest in hun accountantscontrole bij Enron vanwege het aanwezig zijn van een belangenconflict. Dit belangenconflict zou het gevolg zijn van de hoge opbrengsten die adviesdiensten bij Enron genereerde voor Arthur Andersen. Zij ontvingen in 2000 $25 miljoen aan opbrengsten voor de accountantscontrole bij Enron, en $27 miljoen voor adviesdiensten. Ongeveer 27% van de totale omzet van het Arthur Andersen kantoor in Houston was afkomstig van Enron, hetgeen belangen bij Arthur Andersen teweegbracht om Enron als klant te behouden. Interne controles bij Arthur Andersen om dit soort belangenconflicten te voorkomen faalden (Healy en Palepu, 2003). Het Enron schandaal heeft ertoe geleid dat investeerders accountantsverklaringen niet meer betrouwbaar achten en dat wet- en regelgevers waarnamen dat accountants loyaler waren tegenover de klant dan de maatschappij (Healy en Palepu, 2003). Naar aanleiding van onder 4
5 andere het schandaal bij Enron (en later WorldCom) is de Sarbanes-Oxley act (SOX) in de Verenigde Staten ingevoerd. Deze SOX wet heeft als doel to protect investors by improving the accuracy and reliability of corporate disclosures made pursuant to the securities laws, and for other purposes (SOX, 2002). Corporate governance 1, de onafhankelijkheid van accountants, evaluatie van interne beheersing en verbeterde financiële verslaggeving staan in SOX centraal. In deze scriptie zal ik de onafhankelijkheid van de accountant eruit lichten, en met name de invloed van het verlenen van adviesdiensten op de onafhankelijkheid. Op het belang van de onafhankelijkheid van de accountant kom ik in paragraaf 3 terug. Volgens de rules of conduct van de American Institute of Certified Public Accountants (AICPA) is het noodzakelijk dat de accountant integer, objectief en onafhankelijk is om de kwaliteit van de accountantscontrole te waarborgen (Arens et al., 2008). Zoals bij het Enron schandaal het geval was, kan de onafhankelijkheid van de accountant bedreigd worden door het ontstaan van een belangenconflict. In dit geval omdat het accountantskantoor (te) veel adviesdiensten leverde naast de controle opdracht. De kwaliteit van de accountantscontrole door Arthur Andersen bij Enron werd hierdoor aangetast, met de eerder genoemde gebeurtenissen als gevolg. SOX noemt daarom expliciet de adviesdiensten die niet meer naast de controle opdracht geleverd mogen worden, vanwege de mogelijke aantasting van de onafhankelijkheid en daarmee de kwaliteit van de accountantscontrole. SOX werd in de Verenigde Staten al in 2002 ingevoerd, en zij zijn daarmee een voorloper wat betreft regelgeving over de scheiding van controle- en adviesdiensten. Onlangs is ook in de Europese Unie dit onderwerp weer ter sprake gekomen naar aanleiding van het Groenboek dat op 13 oktober 2010 verscheen onder leiding van Eurocommissaris Michel Barnier. Dit Groenboek is gepubliceerd naar aanleiding van de recente financiële crisis en de lessen die daaruit getrokken kunnen worden. In de nasleep van de financiële crisis zijn in Europa maatregelen genomen om het financiële stelsel te stabiliseren, maar volgens het Groenboek is er maar weinig aandacht besteed aan de rol van de accountant en zijn audit functie om hieraan bij te dragen. In het Groenboek wordt nagegaan in hoeverre de accountant zijn maatschappelijke rol nog vervult, in het bijzonder met betrekking tot de onafhankelijkheid van de accountant (Europese Commissie, 2010). 1 Deugdelijk ondernemingsbestuur: hoe kan een onderneming goed, efficiënt en verantwoord geleid worden. Heeft ook te maken met het afleggen van verantwoording over het gevoerde beleid tegenover belanghebbenden. 5
6 Het Groenboek bevat daarom onder andere een paragraaf over het aanbieden van adviesdiensten aan controle klanten. Geopperd wordt dat een verscherping van het verbod hierop in de Europese Unie nader moet worden onderzocht. Binnen de Europese Unie bestaat er namelijk alleen in Frankrijk een algeheel verbod op de levering van adviesdiensten, in andere landen niet. Het Groenboek benadrukt het belang hiervan omdat accountants geen enkel zakelijk belang mogen hebben bij de gecontroleerde onderneming (Europese Commissie, 2010). Naar aanleiding van het voorgaande omtrent de scheiding van controle- en adviesdiensten komt vanzelfsprekend het vraagstuk aan de orde of de zorgen over de onafhankelijkheid van de accountant, en dus de kwaliteit van de accountantscontrole, al dan niet terecht zijn. De onderzoeksvraag luidt dan ook als volgt: Wordt de kwaliteit van de accountantscontrole aangetast doordat accountants minder onafhankelijk zijn als gevolg van het verlenen van niet-audit diensten aan audit klanten? Door middel van een literatuuronderzoek zal ik een antwoord op deze vraag proberen te vinden. In de volgende paragraaf behandel ik eerst enkele begrippen om het onderwerp van dit literatuuronderzoek te verduidelijken. In de daaropvolgende paragraaf bespreek ik verschillende onderzoeken, waarna ik in paragraaf 5 de resultaten bespreek en tot een antwoord op de hoofdvraag kom. 6
7 3. Enkele begrippen nader toegelicht In deze paragraaf worden een drietal begrippen nader toegelicht. Deze staan namelijk aan de basis van het onderwerp in dit literatuuronderzoek. Allereerst zal ik ingaan op de rol van de accountant in het maatschappelijk verkeer. Vervolgens besteed ik aandacht aan het begrip onafhankelijkheid, en daarna aan het begrip adviesdiensten. Centraal in dit literatuuronderzoek staat namelijk de relatie tussen onafhankelijkheid en adviesdiensten (non-audit diensten), een verduidelijking van beide begrippen is dan ook noodzakelijk. 3.1 De accountant en de accountantscontrole Accountants vervullen een specifieke rol in de maatschappij: zij onderzoeken de betrouwbaarheid van de jaarrekeningen van bedrijven. We hebben het in dit literatuuronderzoek over de externe/openbare accountant: de registeraccountant (RA). De wettelijke controle van de jaarrekening is verplicht voor bedrijven van een bepaalde omvang en mag alleen door een RA worden uitgevoerd ( De maatschappij, aandeelhouders en andere gebruikers van financiële informatie (overheid, banken etc.), vertrouwen erop dat de controlerend accountant een goede accountantscontrole uitvoert. Zij nemen namelijk belangrijke beslissingen op basis van het jaarverslag en de daarin opgenomen financiële verantwoording die een bedrijf publiceert. Het is de taak van de accountant om deze belanghebbenden ervan te verzekeren dat de in de verantwoording opgenomen financiële gegevens een getrouw beeld geven van de werkelijkheid. De accountant vormt zich objectief en onafhankelijk een oordeel over de gepresenteerde cijfers, dit oordeel legt hij/zij vast in de accountantsverklaring (NIVRA, 2006). 3.2 Onafhankelijkheid Onafhankelijkheid is een belangrijk basisbeginsel voor accountants (Majoor, 2004), en een duidelijke definitie daarvan is dan ook noodzakelijk. De AICPA omschrijft onafhankelijkheid in SAS no. 1, sectie 220 als volgt: This standard requires that the auditor be independent; aside from being in public practice (as distinct from being in private practice), he must be without bias with respect 7
8 to the client since otherwise he would lack that impartiality necessary for the dependability of his findings, however excellent his technical proficiency may be. En in ET sectie van de Conceptual framework for AICPA independence standards wordt het begrip onafhankelijkheid tweeledig als volgt gedefinieerd: 1. Independence of mind The state of mind that permits the performance of an attest service without being affected by influences that compromise professional judgment, thereby allowing an individual to act with integrity and exercise objectivity and professional sceptisism. 2. Independence in appearance The avoidance of circumstances that would cause a reasonable and informed third party, having knowledge of all relevant information, including safeguards applied, to reasonably conclude that the integrity, objectivity, or professional sceptisism of a firm or a member of the attest engagement team had been compromised. Deze laatste twee omschrijvingen van het begrip onafhankelijkheid worden in het Nederlands onafhankelijkheid in wezen en onafhankelijkheid in schijn genoemd. Onafhankelijkheid in wezen zegt iets over de onafhankelijkheid van de accountant zelf, en of hij de accountantscontrole op een zodanige manier uitvoert dat deze voldoende betrouwbaar is. Onafhankelijkheid in schijn wil zeggen dat buitenstaanders, op basis van de (beperkte) informatie die zij tot hun beschikking hebben, menen dat de accountant voldoende onafhankelijk is om een kwalitatief goede accountantscontrole uit te voeren. Onafhankelijkheid in wezen en in schijn zijn beiden onmisbaar voor de accountant om zijn openbare functie voor de maatschappij als controleur te vervullen (de Accountant, 2004). Wanneer een accountant onafhankelijk in wezen is, maar buitenstaanders geloven dat de accountant de belangen van de klant behartigt gaat de waarde van de audit verloren (Arens et al., 2008). 3.3 Adviesdiensten In dit literatuuronderzoek wordt gekeken naar de invloed op de onafhankelijkheid van de externe accountant wanneer deze naast de controleopdracht ook adviesdiensten aan dezelfde klant levert. Het begrip adviesdiensten vraagt ook om enige uitleg. Een ander veel gebruikt begrip is niet-audit diensten, ofwel in het Engels non-audit services, afgekort NAS. 8
9 Niet-audit diensten onderscheiden zich van audit diensten. Wanneer de accountant audit diensten levert, treedt hij op als controleur namens het maatschappelijk verkeer: de attest functie. Niet-audit diensten zijn diensten die niet gerekend kunnen worden tot de attest functie: het gaat daarbij om corporate governance, belastingadviezen, adviezen op het gebied van de information risk management of forensische accountancy (NIVRA, 2006). Corporate governance gaat over deugdelijk ondernemingsbestuur (NBA, 2011). Dit is echter een zeer ruime omschrijving van het begrip adviesdiensten. Vooral wanneer men het verlenen van adviesdiensten aan controleklanten wil verbieden in verband met de onafhankelijkheid van de accountant zal een duidelijkere omschrijving noodzakelijk zijn. De Sarbanes-Oxley act van 2002 noemt in sectie 201 expliciet een aantal NAS die verboden zijn. In de SOX spreekt men van nevenactiviteiten. Dit zijn de volgende: boekhouden of andere diensten in het kader van de financiële verslaglegging door de klant het ontwerpen / implementeren van financiële software diensten op het vlak van waardebepaling uitvoeren van uitbestede interne audit diensten broker/dealer functies of investeringsadviezen juridische dienstverlening, expertise diensten ook al is deze niet gerelateerd aan de audit en elke andere vorm van dienstverlening waarvan de PCAOB stelt dat deze verboden is. Ook aan het heffen van belasting gerelateerde adviesdiensten vallen onder NAS, maar mogen van SOX tot op bepaalde hoogte wel geleverd worden aan audit klanten. 9
10 4. Literatuuronderzoek In dit literatuuronderzoek worden een aantal artikelen besproken waarin de resultaten van onderzoek naar de invloed van niet-audit diensten op de onafhankelijkheid van de accountant worden weergegeven. Dit vraagstuk wordt in elk artikel anders benaderd en de resultaten zijn dan ook uiteenlopend. Over dit onderwerp zijn een groot aantal artikelen te vinden, maar in dit literatuuronderzoek heb ik mij gericht op de wat recentere artikelen namelijk die vanaf Het is namelijk in November 2000 dat de Securities and Exchange Commission (SEC) in de Verenigde Staten de regels omtrent de onafhankelijkheid van de accountant heeft aangepast. Veel van de gevonden literatuur is afkomstig uit Amerikaanse wetenschappelijke tijdschriften en veel onderzoek over dit onderwerp is ook in de VS uitgevoerd. De Verenigde Staten zijn wellicht ook als een voorloper wat betreft regelgeving voor de onafhankelijkheid van de accountant te zien, aangezien ze in 2002 de Sarbanes-Oxley wet doorvoerden. Dit was een van de eerste wettelijke bepalingen die het aanbieden van bepaalde niet-audit diensten expliciet verbood. Alle artikelen die hierna besproken worden doen op basis van verzamelde data een statistisch onderzoek, veelal regressie analyse. Hierbij wordt er onderzocht of er een relatie tussen twee variabelen bestaat, en in dat geval hoe sterk deze relatie is. De relatie die in dit literatuuronderzoek centraal staat is die tussen de kwaliteit van de accountantscontrole en de hoeveelheid niet-audit diensten die door een accountant aan een controle klant geleverd worden. Aan de hand daarvan kan dan geconcludeerd worden of het leveren van niet-audit diensten van invloed is op de kwaliteit van de accountantscontrole, en daarmee op de onafhankelijkheid van de accountant in wezen. De variabelen die de onderzoekers gebruiken om de kwaliteit van de accountantscontrole te meten verschillen per artikel, ze gebruiken bijvoorbeeld earnings management, goingconcern disclosures, clean audit opinions en earnings conservatism. Over de maatstaven die gebruikt worden om de hoogte van de geleverde niet-audit diensten te meten zijn de onderzoekers meer eensgezind. Daarvoor gebruiken ze veelal de fee ratio 2. Wanneer men de onafhankelijkheid in schijn onderzoekt, wordt niet de kwaliteit van de accountantscontrole gemeten maar de reactie van investeerders op informatie over de 2 Het bedrag dat is betaald voor niet-audit diensten gedeeld door het bedrag dat is betaald voor zowel audit- als niet-audit diensten. 10
11 hoogte van audit- en niet-audit fees. Hiervoor gebruiken ze bijvoorbeeld de earnings response coefficient (ERC) en de shareholder ratification percentages. Hierna zullen eerst zes artikelen besproken worden die concluderen dat de onafhankelijkheid van de accountant wordt aangetast wanneer deze niet-audit diensten aan een audit klant levert. Vervolgens worden vijf artikelen besproken die juist concluderen dat dit niet het geval is. 4.1 De onafhankelijkheid van de accountant wordt wel aangetast door het verlenen van niet-audit diensten Frankel et al. (2002) De aanleiding voor het artikel van Frankel, Johnson en Nelson (2002, p. 72) is de hiervoor genoemde regelgeving van de SEC omtrent de onafhankelijkheid van de accountant. Deze regelgeving had onder andere tot gevolg dat vanaf 5 Februari 2001 alle beursgenoteerde bedrijven in de Verenigde Staten openbaar moesten maken hoeveel geld zij betaalden aan hun accountants voor het controleren van de jaarrekening en andere adviesdiensten. Deze regelgeving had als doel dat onder andere investeerders een oordeel zouden kunnen vormen over de mogelijke schending van de onafhankelijkheid van de accountant aan de hand van de hoogte van het honorarium voor niet-audit diensten. Frankel et al. (2002, p. 76) doen onderzoek aan de hand van de proxy statements 3 van in totaal 3,074 bedrijven in de Verenigde Staten. Zij onderzoeken zowel de onafhankelijkheid van de accountant in wezen als in schijn. De onafhankelijkheid in wezen onderzoeken zij door de relatie tussen de hoogte van NAS fees en earnings management 4 te onderzoeken. Earnings management zegt iets over de kwaliteit van de 3 Amerikaanse bedrijven zijn verplicht een verklaring bij de SEC in te dienen vóór het plaatsvinden van de jaarvergadering waarin de stemmen van aandeelhouders worden geworven. Deze verklaring is bruikbaar om een inschatting te maken over hoe het management betaald wordt en over potentiële belangenconflicten met de accountants. 4 Een strategie die door het management van een bedrijf wordt gebruikt om opzettelijk de winst te manipuleren zodat deze aan een vooraf gestelde verwachting voldoet. Het doel hiervan is ervoor te zorgen dat de inkomsten over de jaren heen stabiel lijken. 11
12 accountantscontrole omdat het laat zien in hoeverre de accountant heeft toegegeven aan druk van de klant over de gekozen accounting methoden (Frankel et al., 2002, p. 72). Wanneer de accountant earnings management toelaat, laat hij/zij zijn onafhankelijkheid in het gedrang komen, en dit vermindert de kwaliteit van de accountantscontrole. De accountant zal dit eerder doen wanneer er een sterke financiële verbintenis tussen de accountant en zijn klant bestaat, als gevolg van de hoge opbrengsten die de klant genereert met het afnemen van niet-audit diensten. Het accountantskantoor verdient veel geld aan de klant en wil deze daarom niet verliezen. Het gevolg hiervan zou kunnen zijn dat de accountant minder kritisch de jaarrekening van de klant controleert. Daarnaast onderzoeken Frankel et al. (2002, p. 76) ook de onafhankelijkheid van de accountant in schijn. Deze wordt omschreven als de reactie van investeerders, bijvoorbeeld gemeten aan de hand van de aandelenprijs, wanneer bekend wordt welke bedragen de klant aan zijn accountant betaalt voor het leveren van audit en niet-audit diensten. Zij gaan er daarbij van uit dat wanneer de aandelenprijs op de dag van de bekendmaking van de betaalde bedragen zakt, dit geïnterpreteerd mag worden als een verlies van de onafhankelijkheid van de accountant in schijn. Het tegenovergestelde is het geval wanneer de aandelenprijs stijgt. Een verklaring voor dit laatste effect zou kunnen zijn dat wanneer een kantoor meer niet-audit diensten aan een audit klant aanbiedt, het voor dit accountantskantoor belangrijker wordt een goede reputatie te behouden en daardoor een kwalitatief goede accountantscontrole zal uitvoeren om deze reputatie niet op het spel te zetten. De onafhankelijkheid in schijn wordt dan dus verbeterd. Het onderzoek toont aan dat bedrijven die veel niet-audit diensten van hun accountant afnemen, eerder geneigd zijn de verwachtingen van analisten net te halen. Ook wordt er een positieve relatie gevonden tussen de hoogte van NAS en de grootte van discretionary accruals 5, zowel absolute als inkomensverhogende en verlagende discretionary accruals. Volgens Frankel et al. (2002, p. 100) mag hieruit geconcludeerd worden dat er bij deze bedrijven sprake is van earnings management die door de controlerend accountant niet wordt gecorrigeerd als gevolg van het niet voldoende aanwezig zijn van onafhankelijkheid in wezen. 5 Een vorm van earnings management waarbij opbrengsten en kosten die niet het gevolg zijn van de normale operationele bedrijfsactiviteiten worden beïnvloed door het management. 12
13 Voor een aantasting van de onafhankelijkheid in schijn vinden Frankel et al. (2002, p. 100) geen overtuigend bewijs. Zij concluderen dat de hoogte van de audit en de NAS fees perverse prikkels bij de controlerend accountant teweegbrengen en het vooral de nietaudit diensten zijn die de onafhankelijkheid van de accountant in wezen aantasten. Voor de onderzoekers dus een bewijs dat het verlenen van (te veel) niet-audit diensten aan een audit klant een onaanvaardbare situatie veroorzaakt Krishnan et al. (2011) Ook het artikel van Krishnan et al. (2011, p. 103) richt zich op de relatie tussen earnings management en de hoogte van NAS fees. Zij onderzoeken de daling van het aanbod van niet-audit diensten in de periode vóór de invoering van de Sarbanes-Oxley wet ( ) en hierna ( ). De tussenliggende jaren laten zij buiten beschouwing omdat deze gezien kunnen worden als een overgangsperiode waarvan de data dus niet betrouwbaar genoeg is (Krishnan et al., 2011, p. 105). In het artikel worden twee mogelijke oorzaken genoemd waarom niet-audit diensten schadelijk zouden kunnen zijn voor de onafhankelijkheid van de accountant en dit onderzoeken ze. Ten eerste vanwege de financiële verbintenis die ontstaat tussen de klant en de accountant als gevolg van het aanbieden van niet-audit diensten (DeFond et al., 2002, p. 1252). Ze hebben het hier over dezelfde financiële verbintenis die Frankel et al. (2002) bedoelen (zie het hiervoor besproken artikel). Ten tweede kunnen niet-audit diensten schadelijk zijn voor de onafhankelijkheid door de specifieke aard van de aangeboden diensten (Krishnan et al., 2011, p. 104). Krishnan et al. (2011, p. 105) stellen in hun artikel dat bedrijven die in de periode na de invoering van SOX hun aankoop van niet-audit diensten het sterkst hebben laten dalen, aangemerkt kunnen worden als bedrijven waar pre-sox een grotere kans bestond op situaties waar de onafhankelijkheid van de accountant werd aangetast, en waar wellicht ook meer earnings management plaatsvond. De daling van niet-audit diensten wordt gemeten aan de hand van de betaalde NAS fees. Discretionary accruals worden gebruikt als meetinstrument voor earnings management. Er wordt echter een onderscheid gemaakt tussen absolute discretionary accruals en inkomensverhogende en inkomensverlagende discretionary accruals. Volgens Carmanis en Lennox (2008) zullen accountants eerder voor inkomensverlagende earnings management hun onafhankelijkheid in het gedrang laten komen dan voor inkomensverhogende earnings management omdat bij deze laatste 13
14 de kosten voor de accountants in verband met mogelijke rechtszaken en verlies van reputatie hoger zijn. Zij zullen zich dan minder snel niet onafhankelijk opstellen. De effecten van de verschillende richtingen van discretionary accruals zijn dan ook apart onderzocht door Krishnan et al. (2011, p. 105). Krishnan et al. (2011, p. 111) hebben data verzameld over NAS en AS fees van in totaal 1,768 bedrijven, waarvan ze 7,072 observaties hebben gebruikt van voor en na de invoering van SOX. Bij 72% van de bedrijven in de steekproef werden er post-sox minder NAS afgenomen dan pre-sox. Er wordt een negatief verband gevonden tussen SOX en absolute discrectionary accruals, hetgeen aantoont dat er een algemene vermindering heeft plaatsgevonden van earnings management van de pre- tot post-sox periode (Krishnan et al., 2011, p. 115). Daarnaast wordt er niet aangetoond dat inkomensverhogende discretionary accruals zijn gedaald na de invoering van SOX. Daarentegen wordt er wel aangetoond dat er pre-sox meer inkomensverlagende discretionary accruals aanwezig waren bij bedrijven die post-sox hun afname van NAS het meest hebben verminderd. Uit het onderzoek blijkt inderdaad dat bedrijven die hun niet-audit diensten post-sox het meest hebben verlaagd, de bedrijven zijn waar pre-sox meer earnings management in de vorm van inkomensverlagende/negatieve discretionary accruals aanwezig waren. Dit duidt er volgens de onderzoekers op dat accountants inkomensverlagende earnings management door het management van het bedrijf dat ze controleren hebben toegelaten, door het aanwezig zijn van financiële prikkels die veroorzaakt zijn door het aanbieden van niet-audit diensten. De onafhankelijkheid van de accountant wordt volgens Krishnan et al. (2011, p. 120) dus wel degelijk aangetast wanneer er geen scheiding bestaat tussen controle- en adviesdiensten Sharma en Sidhu (2001) In het artikel van Sharma en Sidhu (2001, p. 598) wordt de relatie onderzocht tussen de hoogte van de NAS fees en het oordeel van de accountant over de jaarrekening van de klant, in het bijzonder over de continuïteit van het bedrijf ofwel het going-concern oordeel. Sharma en Sidhu (2001, p. 598) stellen dat wanneer accountants niet een going- 14
15 concern disclosure 6 in hun accountantsverklaring opnemen, waarna blijkt dat het bedrijf toch een onvrijwillig faillissement heeft moeten aanvragen, dit duidt op het niet voldoende onafhankelijk zijn van de controlerend accountant. Volgens Barnes en Huan (1993) speelt het niet-competent zijn van de accountant geen rol bij het beoordelen van de continuïteit van het bedrijf. Deze competentie mag aanwezig worden geacht waardoor de enige mogelijke verklaring die overblijft de onafhankelijkheid van de accountant is. Uiteraard zijn er nog andere factoren die van invloed zijn op het al dan niet opnemen van een going-concern disclosure in de accountantsverklaring, hiermee wordt in dit onderzoek rekening gehouden. Deze factoren zijn: de ernst van de financiële problemen, de duur van de accountantscontrole, het aanwezig zijn van mitigerende factoren zoals wederopbouwen herfinancieringsplannen, de reputatie van het accountantskantoor en de omvang van de klant. Het onderzoek is gebaseerd op data van 49 Australische bedrijven die failliet zijn gegaan tussen 1989 en Australië biedt volgens de onderzoekers een representatieve onderzoeksbasis omdat de markt voor accountantscontroles hier zeer competitief en verzadigd is. Accountants krijgen daardoor te maken met sterke financiële prikkels om zich minder onafhankelijk op te stellen.. Uit het onderzoek blijkt dat van de bedrijven die geen going-concern disclosure in hun accountantsverklaring hadden maar later wel failliet gingen, de absolute NAS fees hoger waren dan van bedrijven die wel een going-concern disclosure hadden. Deze relatie is echter niet significant. De relatie tussen het going-concern oordeel en de ratio van NAS fees tot de totale fees is wel significant te noemen. Hieruit concluderen Sharma en Sidhu (2001, p. 623) dat de kwaliteit van de accountantscontrole vermindert door het niet opnemen van een going-concern disclosure wanneer dit wel noodzakelijk is. Accountants stellen zich minder onafhankelijk op vanwege de financiële afhankelijkheid van de klant door de significante inkomsten uit niet-audit diensten. 6 Een extra paragraaf aan het einde van de accountantsverklaring die wordt toegevoegd wanneer er aanzienlijke twijfel bestaat over de continuïteit van het bedrijf. Het bedrijf is dan geen going concern, dat wil zeggen dat het over minder dan één fiscaal jaar niet meer zal bestaan. 15
16 4.1.4 Firth (2002) Firth (2002, p. 669) onderzoekt of er een positief verband bestaat tussen NAS fees en clean audit opinions ofwel unqualified audit reports. Een accountantsverklaring is unqualified als er geen reden is voor de accountant om te twijfelen aan de getrouwheid van de gepresenteerde gegevens en wanneer aanpassingen in de jaarrekening niet nodig zijn. Het geven van een unqualified opinion door een accountant wanneer dit eigenlijk niet op zijn plaats is vermindert de kwaliteit van de accountantscontrole. Volgens Firth (2002, p. 664) zou dit het gevolg kunnen zijn van de financiële relatie die tussen de accountant en de klant ontstaat wanneer er een aanzienlijk bedrag aan inkomsten gemoeid is met het verlenen van niet-audit diensten. Daarnaast wijst Firth (2002, p. 665) er ook op dat wanneer een accountant adviesdiensten aan een klant verleent, de situatie zich zou kunnen voordoen dat de accountant zaken moet beoordelen die gebaseerd zijn op adviezen van zijn eigen accountantskantoor. In een dergelijke situatie van een slager die zijn eigen vlees keurt (Plasterk, 2011) zal de accountant minder kritisch te werk gaan dan anders het geval zou zijn. Om te onderzoeken of accountants inderdaad minder onafhankelijk zijn wanneer er veel niet-audit diensten aan de controle klant worden geleverd, wordt er onderzocht of er meer clean audit opinions worden gegeven wanneer de NAS fees hoger zijn. Dit wordt gedaan op basis van een steekproef van 1,112 observaties bij niet-financiële bedrijven die genoteerd staan op de International Stock Exchange. Op basis van de deze data wordt er inderdaad een significant verband gevonden tussen de hoogte van de NAS fees en clean audit opinions. Wanneer er dus meer niet-audit diensten door een accountant worden geleverd, is de kans groter dat de accountantsverklaring een clean audit opinion bevat. Firth noemt twee mogelijke oorzaken voor deze gevonden relatie. Ten eerste kan de oorzaak een verminderde onafhankelijkheid van de accountant zijn vanwege de sterke financiële afhankelijkheid die de hoge NAS fees met zich meebrengen. Vooral wanneer de inkomsten van een bepaalde klant voor zowel audit- als niet-audit diensten een substantieel deel uitmaken van de totale omzet van het accountantskantoor is de kans groot dat dit van invloed is op de onafhankelijkheid van de accountant. Firth (2002, p. 669) geeft echter ook een andere mogelijke verklaring, en geeft toe geen duidelijk onderscheid te kunnen maken tussen de twee oorzaken. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat wanneer een accountant meer adviesdiensten voor de klant uitvoert dit hem meer betere informatie over de financiële situatie van de klant verschaft. Het is deze betere informatieverschaffing die leidt tot het geven van een clean 16
17 audit opinion. Het onderzoek van Firth (2001, p. 687) is niet toereikend om te mogen concluderen dat de onafhankelijkheid van de accountant in het gedrang komt vanwege het verlenen van niet-audit diensten Raghunandan (2003) In het onderzoek van Raghunandan (2002) wordt de onafhankelijkheid van de accountant in schijn onderzocht. Om de onafhankelijkheid in schijn te meten wordt onderzocht hoe aandeelhouders stemmen over het goedkeuren van de externe accountant. Er wordt namelijk vaak (niet altijd) aan aandeelhouders gevraagd om te stemmen over de goedkeuring van de externe accountant die door het management is voorgedragen. Dit is echter niet verplicht door wetgeving, maar is wel waardevol aangezien het management en de aandeelhouders verschillende belangen hebben (Raghunandan, 2003, p. 156). De aandeelhouders hebben er belang bij dat de externe accountant competent en betrouwbaar is, aangezien deze een oordeel moet vormen over de getrouwheid van de financiële informatie op basis waarvan de aandeelhouders hun beslissingen nemen. De aandeelhouders zullen dus alleen de voorgestelde externe accountant goedkeuren wanneer zij hem of haar vertrouwen, en geloven dat deze onafhankelijk is. Of de accountant ook daadwerkelijk onafhankelijk is (in wezen), is voor de aandeelhouders moeilijk te beoordelen. Zij kunnen alleen de onafhankelijkheid in schijn beoordelen. De SEC heeft dit bevorderd door in november 2000 het voor bedrijven verplicht te stellen bekend te maken welke bedragen zij uitgeven aan hun accountants voor audit- en niet-audit diensten. De aandeelhouders zijn hiervan dan op de hoogte voordat zij over de goedkeuring van de externe accountant moeten stemmen. Omdat het verlenen van nietaudit diensten aan een audit klant een reden zou kunnen zijn voor verminderde onafhankelijkheid van de accountant, zou het voor aandeelhouders nuttig kunnen zijn te weten hoeveel niet-audit diensten daadwerkelijk zijn aangeboden. Raghunandan (2003, p. 157) onderzoekt daarom in dit artikel de samenhang tussen het bekend maken van de bedragen van NAS fees en het percentage aandeelhouders dat vervolgens voor of tegen de goedkeuring van de externe accountant stemt. Wanneer er relatief veel niet-audit diensten naast de accountantscontrole worden aangeboden, maar de aandeelhouders keuren de externe accountant toch goed, zou dit erop kunnen duiden dat het verlenen van niet-audit diensten niet de onafhankelijkheid van de accountant in schijn aantast. 17
18 Zoals in veel andere onderzoeken wordt voor de variabele van de NAS fees een ratio gebruikt, namelijk de ratio van NAS fees tot audit fees. Er wordt in dit onderzoek inderdaad een significante positieve relatie gevonden tussen deze ratio en de stemming van de aandeelhouders over de goedkeuring van de externe accountant. Aandeelhouders keuren de externe accountant dus eerder af wanneer de ratio van NAS fees relatief hoog is. Daarnaast onderzoekt Raghunandan (2003, p. 157) ook of er verschil bestaat tussen het stemgedrag voor en na het invoeren van de regelgeving van de SEC omtrent het bekendmaken van de NAS fees, en of deze nieuwe regelgeving dus nuttig is. De resultaten laten zien dat het voor aandeelhouders inderdaad waardevol is te weten welke bedragen voor niet-audit diensten worden betaald in verhouding met de audit fees. Dit is dus ook van invloed op de onafhankelijkheid van de accountant in schijn. Aan de hand van dit onderzoek mag geconcludeerd worden dat het verlenen van nietaudit diensten aan een audit klant door aandeelhouders gezien wordt als een risico voor de onafhankelijkheid van de accountant. De onafhankelijkheid in schijn wordt hierdoor dus aangetast. Het onderzoek toont echter ook aan dat aandeelhouders de externe accountant gemiddeld in 97% van de gevallen goedkeuren, zelfs bij bedrijven waar de NAS fees ratio erg hoog is. Dit zou kunnen betekenen dat een groot deel van de aandeelhouders zich geen zorgen maken over de onafhankelijkheid van de accountant. Een andere verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat de aandeelhouders er nog aan moeten wennen deze informatie over NAS fees tot hun beschikking te hebben. De reactie op deze informatie kan in de loop van de tijd nog veranderen Krishnan et al. (2005) Ook in dit artikel van Krishnan et al. (2005, p. 112) wordt de onafhankelijkheid van de accountant in schijn onderzocht. Zij onderzoeken hiervoor de relatie tussen de hoogte van NAS fees en de earnings response coëfficiënt 7 (ERC). De ERC wordt gebruikt als maatstaf voor de mate waarin investeerders onafhankelijkheid aanwezig achten, het is dus een maatstaf voor de onafhankelijkheid in schijn. Wanneer investeerders menen dat de 7 De reactie van de aandelenprijs op onverwachte veranderingen in de winst van een bedrijf. De ERC zegt iets over het beeld dat investeerders hebben over earnings quality. 18
19 onafhankelijkheid van de accountant aangetast zou kunnen worden door het verlenen van niet-audit diensten, en als gevolg daarvan minder vertrouwen hebben in de accountant en het oordeel dat ze over de financiële informatie geven, zou men verwachten dat hogere NAS fees samenhangen met een lagere ERC. Het zou ook kunnen dat er een positieve relatie bestaat tussen NAS fees en ERC, dat zou er op duiden dat door het verlenen van niet-audit diensten de kwaliteit van de accountantscontrole juist verbeterd, bijvoorbeeld door knowledge spillovers 8. Wanneer de ERC niet significant verschilt tussen bedrijven met hoge of lage NAS fees, zou dit kunnen betekenen dat de accountant en de klant beiden voldoende maatregelen hebben genomen om ervoor te zorgen dat de onafhankelijkheid niet geschonden wordt. Krishnan et al. (2005, p. 117) gebruiken de fee ratio (NAS fees/total fees) als maatstaf voor de hoeveelheid aangeboden niet-audit diensten. Daarnaast gebruiken ze ook als maatstaf de unexpected fees, deze meet het verschil tussen de hoogte van de verwachte fees en de werkelijke fees. Deze laatste informeert investeerders over het belang van de klant voor het accountantskantoor in vergelijking met andere klanten. De relatie tussen de hoogte van de NAS fees en de ERC wordt onderzocht in de eerste drie kwartalen nadat de SEC de regelgeving heeft ingevoerd over het openbaar maken van de NAS fees. Dit is de periode van februari tot en met december Vanaf februari 2001 werd de regelgeving van de SEC namelijk van kracht. De grootte van de steekproef verschilt per kwartaal. Namelijk in het eerste kwartaal na de invoering van de regelgeving onderzoeken Krishnan et al. (2005, p. 120) 2,816 bedrijven, voor het tweede kwartaal 2,473 bedrijven en voor het derde kwartaal 1,828 bedrijven. Alhoewel er altijd wel gespeculeerd werd over de hoogte van NAS fees, bleek dat investeerders en regelgevers toch wel verrast waren over de daadwerkelijke hoogte van de NAS fees. Men benadrukte de negatieve associatie tussen niet-audit diensten en de onafhankelijkheid van de accountant. Uit het onderzoek blijkt dat er inderdaad een negatieve relatie bestaat tussen de ERC en de fee ratio. Ook wordt er voor het tweede en derde kwartaal een negatieve relatie gevonden tussen de variabele unexpected fees en de ERC. Deze relatie wordt in het eerste kwartaal nog niet gevonden. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat naarmate de tijd 8 Informatie die ter beschikking komt wanneer de accountant adviesdiensten aan de klant verleent, die bijdragen aan de kwaliteit van de accountantscontrole en de kosten daarvoor verlagen. 19
20 na de eerste bekendmakingen verstrijkt, er steeds meer informatie beschikbaar komt waardoor investeerders de NAS fees beter kunnen interpreteren en kunnen vergelijken met die van andere bedrijven. Ook wordt er in de navolgende kwartalen meer aandacht aan het onderwerp besteed in de media in de vorm van analyses die mogelijk van invloed zijn op de beslissingen van investeerders. Investeerders maken zich blijkbaar zorgen over de onafhankelijkheid van de accountant wanneer deze een grote hoeveelheid niet-audit diensten aan een klant levert. De onafhankelijkheid in schijn wordt dus wel degelijk aangetast door het verlenen van niet-audit diensten in combinatie met de accountantscontrole aan eenzelfde klant. 4.2 De onafhankelijkheid van de accountant wordt niet aangetast door het verlenen van niet-audit diensten Ashbaugh et al. (2003) Het artikel van Ashbaugh et al. (2003, p. 611) is een directe reactie op het eerder besproken artikel van Frankel et al. (2002). De resultaten uit dat onderzoek worden in dit artikel aangevochten en de conclusie wordt weerlegd. Om een zo goed mogelijke vergelijking te maken met het onderzoek van Frankel et al. (2002), voeren Ashbaugh et al. (2003, p. 612) dezelfde statistische toetsen uit. Door dezelfde variabelen te gebruiken en daarmee dezelfde toetsen uit te voeren, willen ze bekijken of het onderzoek van Frankel et al. (2002) gevoelig zou kunnen zijn voor bepaalde ontwerpkeuzes. Het centrale vraagstuk is in hoeverre accountants earnings management door het management van de klant toelaten, waardoor de jaarrekening geen getrouw beeld geeft van de financiële positie van het bedrijf. De vraag is of, en in welke mate accountants earnings management door de vingers zien doordat de financiële verbinding als gevolg van het aanbieden van niet-audit diensten te sterk is. De fee ratio wordt hier gebruikt om de financiële verbinding tussen de accountant en de klant te meten. Echter dit laat buiten beschouwing hoe belangrijk de klant financieel gezien voor het accountantskantoor in z n geheel is. Daarom gebruiken ze in dit 20
21 onderzoek, naast de fee ratio, ook het bedrag van de totale fees van de klant (audit- en niet-audit) als variabele. Er wordt een positieve relatie gevonden tussen de fee ratio en absolute discretionary accruals. Echter ze laten zien dat deze positieve relatie vooral voortkomt uit inkomensverlagende discretionary accruals. Inkomensverlagende discretionary accruals duiden op een conservatief gebruik van Generally Accepted Accounting Principles 9 (GAAP). Volgens Becker et al. (1998) leidt een conservatief gebruik van GAAP niet tot verontrusting over de onafhankelijkheid van de accountant, in tegenstelling tot opportunistisch gebruik van GAAP. Deze positieve relatie vormt dus geen bewijs voor het argument dat hogere NAS fees leiden tot meer earnings management in de vorm van discretionary accruals. Een schending van de onafhankelijkheid in wezen van de accountant is dan ook niet aangetoond. Een ander verschil met het onderzoek van Frankel et al. (2002) is dat er geen verband wordt gevonden tussen de hoogte van de totale fees of de fee ratio en het halen van de voorspellingen van analisten (earnings benchmarks), hetgeen zou kunnen duiden op earnings management. Aangezien dit verband niet wordt aangetoond, duidt ook dit erop dat de onafhankelijkheid van de accountant hoogstwaarschijnlijk niet is geschonden. De laatste test onderzoekt de onafhankelijkheid van de accountant in schijn. Daarbij wordt gekeken hoe de aandelenprijzen reageren op de dag van het openbaar maken van de bedragen voor audit en NAS fees. Alhoewel Frankel et al. (2002) ook geen bewijs vinden dat de onafhankelijkheid in schijn wordt aangetast door het verlenen van niet-audit diensten, leggen Ashbaugh et al. (2003, p. 614) uit waarom dit überhaupt geen goede maatstaf zou zijn. De SEC verplicht het openbaar maken van de fees in jaarlijkse rapporten. Echter in deze rapporten staat nog veel meer belangrijke informatie die van invloed zou kunnen zijn op de aandelenprijs. Het is dus zeer moeilijk om de precieze effecten van de fees op de aandelenprijzen te onderscheiden van andere informatie in de rapporten. Het onderzoek van Asbaugh et al. (2003) weerleggen de resultaten uit het onderzoek van Frankel et al. (2002). De conclusie dat het aanbieden van niet-audit diensten de onafhankelijkheid van de accountant in wezen zou schenden wordt hier niet bevestigd. 9 Accounting regels die gebruikt worden om een jaarverslag op te stellen, te presenteren en openbaar te maken voor beursgenoteerde bedrijven, privé bedrijven, non profit organisaties en overheden. 21
22 4.2.2 Ruddock et al. (2006) De aanleiding voor het onderzoek van Ruddock et al. (2006, p. 705) is de recente kritiek op het accountantsberoep wat betreft het verlenen van niet-audit diensten aan audit klanten. Centraal in de kritiek staat het argument dat NAS fees vaak hogere marges hebben dan audit fees, waardoor er dus een sterke financiële verbintenis tussen accountant en klant zou kunnen ontstaan. Deze relatie/afhankelijkheid zou schadelijk voor de onafhankelijkheid van de accountant kunnen zijn en dus voor de kwaliteit van de accountantscontrole. Veel onderzoek naar de relatie tussen niet-audit diensten en onafhankelijkheid vond plaats in een periode waarin het accountantsberoep nauwkeurig onder de loep werd genomen. Dit kan invloed hebben gehad op de onderzochte verbanden doordat accountants strategisch gedrag vertoonden. Ruddock et al. (2006, p. 705) hebben daarom in hun onderzoek geprobeerd data te gebruiken waarbij de kans dat strategisch gedrag de resultaten van het onderzoek beïnvloedt wordt geminimaliseerd. Het onderzoek is gebaseerd op een steekproef van 3,746 observaties van Australische bedrijven. Om de kwaliteit van de accountantscontrole, en daarmee de onafhankelijkheid in wezen van de accountant te onderzoeken gebruiken ze een maatstaf voor earnings conservatism 10. Earnings conservatism wordt als een belangrijke determinant beschouwd die van invloed is op de kwaliteit van de financiële informatie, en waarop de accountant een zekere invloed heeft. Een accountant zou minder conservatieve accounting praktijken kunnen toelaten, om te voorkomen een klant die veel NAS fees genereert te verliezen. Echter, de onafhankelijkheid van de accountant komt daarmee in het gedrang en dus de kwaliteit van de accountantscontrole. Om de financiële relatie tussen accountant en klant te meten gebruiken Ruddock et al. (2006, p. 707) net als in het artikel van Krishnan et al. (2005) de ratio van unexpected fees 10 Het toepassen van een hogere standaard om gunstige informatie te verifiëren. De kwaliteit van de earnings cijfers hangen ermee samen of deze cijfers tijdig en nauwkeurig genoeg rekening houden met slecht nieuws. Verliezen moeten tijdig herkend en in de cijfers verwerkt worden voor een getrouwe beeld naar buitenstaanders toe. Wanneer er niet genoeg earnings conservatism wordt toegepast verlaagt dit de kwaliteit van de gepresenteerde cijfers. 22
23 to total fees. Er wordt dus gekeken of de NAS fees in vergelijking met de totale fees onverwacht hoog of laag zijn. Uit het onderzoek blijkt dat er geen verband bestaat tussen de hoogte van NAS fees en minder conservatieve accounting praktijken. Er wordt dus geen bewijs gevonden voor de beschuldigingen dat het verlenen van niet-audit diensten de kwaliteit van de accountantscontrole en dus de onafhankelijkheid van de accountant schaadt. Ruddock et al. (2006, p. 741) stellen dat andere factoren blijkbaar een belangrijkere rol spelen die ervoor zorgen dat accountants hun onafhankelijkheid niet schenden. Bijvoorbeeld het risico op rechtszaken, reputatieschade en het aanwezig zijn van andere corporate governance mechanismen die accountants ervan weerhouden hun onafhankelijkheid in het gedrang te laten komen om meer geld te verdienen aan niet-audit diensten DeFond et al. (2002) Net als in het artikel van Sharma en Sidhu (2001) onderzoeken DeFond et al. (2002, p. 1249) of er een verband bestaat tussen het verlenen van niet-audit diensten aan een audit klant en de onafhankelijkheid van de accountant door als maatstaf voor de kwaliteit van de accountantscontrole de going concern opinion van een accountant te nemen. Naast het onderzoeken van de hoogte van de NAS fees, wordt in dit onderzoeken ook gekeken naar de hoogte van de audit fees. Accountants willen klanten die veel niet-audit diensten afnemen graag behouden vanwege het belang van de klant voor de inkomsten van het accountantskantoor en de financiële verbintenis die daar het gevolg van is. Deze financiële relatie ontstaat echter niet alleen door NAS fees, maar ook door audit fees. Deze beide componenten van de inkomsten voor accountantskantoren moeten dan ook onderzocht worden. Volgens DeFond et al. (2002, p. 1248) is het beter om de going-concern opinion te onderzoeken in plaats van earnings management, omdat de accountant alleen maar indirect invloed heeft op de door het management gepresenteerde cijfers en dus earnings management. De accountant heeft wel directe invloed op het oordeel dat hij/zij over deze financiële gegevens geeft. Wanneer een accountant minder onafhankelijk is, zal hij eerder geneigd zijn geen goingconcern disclosure aan de accountantsverklaring toe te voegen, wanneer dit eigenlijk wel 23
24 noodzakelijk is. Aan de hand van data van 1,158 bedrijven die financiële problemen hadden is onderzocht of dit inderdaad het geval is geweest. In financiële problemen zitten wordt omschreven als het rapporteren van een negatief inkomen of negatieve operationele kasstromen. Er wordt echter geen verband gevonden tussen NAS fees en de neiging van de accountant om al dan niet een going-concern disclosure aan de accountantsverklaring toe te voegen. Ook met audit fees wordt geen verband gevonden. Dit duidt erop dat de onafhankelijkheid van accountants niet wordt aangetast wanneer ze veel niet-audit diensten aan de klant leveren naast de accountantscontrole Ghosh et al. (2009) Wanneer onafhankelijkheid in schijn wordt onderzocht, wordt vaak gekeken naar de eerder genoemde fee ratio. Echter volgens Ghosh et al. (2009, p. 370) is het ook belangrijk om te kijken naar het relatieve belang van de klant voor het accountantskantoor. Het belang van een klant wordt gemeten door de ontvangen bedragen van één klant voor zowel audit- als niet-audit fees te delen door de totale omzet van het accountantskantoor. Dit percentage zegt dan iets over hoe belangrijk de klant in financieel opzicht is voor het accountantskantoor. Hoe belangijker de klant voor het accountantskantoor is, hoe meer zij zullen proberen deze klant te behouden en wellicht hun onafhankelijkheid hiervoor in het gedrang zullen laten komen. In dit artikel word zowel de fee ratio als het relatieve belang van de klant in het onderzoek meegenomen als factoren die van invloed zijn op de onafhankelijkheid van de accountant. Om de onafhankelijkheid in schijn te meten wordt hier, net als in het artikel van Krishnan et al. (2005), de earnings response coëfficiënt (ERC) gebruikt. De ERC is een maatstaf voor de onafhankelijkheid in schijn omdat het iets zegt over de beoordeling van investeerders over de kwaliteit van de accountantscontrole.wanneer investeerders denken dat de onafhankelijkheid van de accountant niet optimaal is door het verlenen van (te) veel niet-audit diensten, zal de ERC laag zijn. 24
The influence of non-audit services on auditor independence
The influence of non-audit services on auditor independence Ka Yiu Lee 5941334 Bachelor Scriptie 25 juni - 2012 Universiteit van Amsterdam Economie en Bedrijfskunde, Studierichting Accountancy & Control
Nadere informatieHet effect van het verlenen van non-auditdiensten op de onafhankelijkheid van de accountant
Universiteit van Amsterdam Faculteit Economie en Bedrijfskunde Bachelor Accountancy en Control Het effect van het verlenen van non-auditdiensten op de onafhankelijkheid van de accountant Naam Max van Egmond
Nadere informatieTast het verlenen van non-audit diensten naast het verlenen van audit diensten de onafhankelijkheid van de accountant aan
1 Tast het verlenen van non-audit diensten naast het verlenen van audit diensten de onafhankelijkheid van de accountant aan Denny Smink 6082637 Definitieve versie 25 Juni 2012 Universiteit van Amsterdam
Nadere informatieDe invloed van het Litigation risk op Audit Kwaliteit
De invloed van het Litigation risk op Audit Kwaliteit Bachelor Scriptie Naam: Mandy Zwarthoed Studentnummer: 10003169 Inleverdatum: 2-7-2013 Opleiding: BSc Accountancy & Control Universiteit: Universiteit
Nadere informatieVerplichte Audit-Firm Rotatie: de effecten op de kwaliteit van de accountantscontrole
Verplichte Audit-Firm Rotatie: de effecten op de kwaliteit van de accountantscontrole Door: Marinka Karsemeijer Collegekaartnummer: 5876699 Datum: 21 juli 2011 Universiteit van Amsterdam (FEB) Supervisor:
Nadere informatieVerschillen en overeenkomsten tussen SOx en SAS 70
Compact 2007/3 Verschillen en overeenkomsten tussen SOx en SAS 70 Drs. J.H.L. Groosman RE Sinds de bekende boekhoudschandalen is er veel aandacht voor de interne beheersing en goed ondernemingsbestuur,
Nadere informatieDe onafhankelijkheid van de accountant en het verlenen van nonaudit services: bewijs aan de hand van drie verschillende maatstaven
De onafhankelijkheid van de accountant en het verlenen van nonaudit services: bewijs aan de hand van drie verschillende maatstaven Bachelorscriptie Naam: Joris Tanke Studentnummer: 5947448 Bachelor: Economie
Nadere informatieZwart, wit of grijs? Een literatuurstudie naar de onafhankelijkheid van de accountant. Carly Former
Zwart, wit of grijs? Een literatuurstudie naar de onafhankelijkheid van de accountant Carly Former 0541885 9 juli 2009 Mw. E.A. Duyster-Went RA Bachelor thesis Universiteit van Amsterdam Faculteit Economie
Nadere informatieIn hoeverre heeft de grootte van een accountantskantoor invloed op de kwaliteit van een accountantscontrole?
In hoeverre heeft de grootte van een accountantskantoor invloed op de kwaliteit van een accountantscontrole? Robert van der Vijver 6068731 Bachelorscriptie Accountancy & Control Faculteit Economie & Bedrijfskunde
Nadere informatieHet verwachte effect van de scheiding tussen audit en non-audit diensten op de onafhankelijkheid van accountants
Het verwachte effect van de scheiding tussen audit en non-audit diensten op de onafhankelijkheid van accountants Bachelorscriptie Definitieve versie Naam: Hidde Wyngaard Studentnummer: 6074340 Scriptiebegeleider:
Nadere informatieDe invloed van de aanwezigheid van een audit committee op de kwaliteit van de jaarrekening
De invloed van de aanwezigheid van een audit committee op de kwaliteit van de jaarrekening Bachelorscriptie - BSc Accountancy & Control Kevin Wanschers 10411305 Definitieve versie 29 juni 2015 Begeleider
Nadere informatieCarmen Vorst Amsterdam, 1 juli, Bachelor scriptie. Begeleiding: Helena Kloosterman. Academisch jaar: Semester 2, Blok 3
In hoeverre tast het verlenen van non-audit services de onafhankelijkheid van de accountants aan? Een overzicht van literatuur over onafhankelijkheid in schijn en in feite van accountants. Carmen Vorst
Nadere informatieAlternatieve financiële prestatie-indicatoren. Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving
Alternatieve financiële prestatie-indicatoren Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving April 2014 Inhoudsopgave 1 Conclusie en samenvatting 4 2 Doelstellingen, onderzoeksopzet en definiëring
Nadere informatieOns oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van Lavide Holding N.V. te Alkmaar gecontroleerd.
Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Grant Thornton Accountants en Adviseurs B.V. De Passage 150 Postbus 71003 1008 BA Amsterdam T 088-676 90 00 F 088-676 90 10
Nadere informatieCONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i Aan: de aandeelhouders en de raad van commissarissen van... (naam entiteit(en)) A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 201X
Nadere informatieAmsterdam Business School Nader onderzoek naar de onafhankelijkheid van de accountant
Amsterdam Business School Nader onderzoek naar de onafhankelijkheid van de accountant Naam: René Janssen Student nummer: 6194540 Scriptiebegeleider: Dr. B.J. van Praag Datum: 25-06-2012 MSc Accountancy
Nadere informatieDe invloed van non-audit services op de onafhankelijkheid van de accountant
De invloed van non-audit services op de onafhankelijkheid van de accountant Sven Haver Universiteit van Amsterdam Studentnummer 10219862 Bachelor scriptie Accountancy & Control Begeleider: dhr. A.T.A.
Nadere informatieAan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V.
Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Grant Thornton Accountants en Adviseurs B.V. De Passage 150 Postbus 71003 1008 BA Amsterdam T 088-676 90 00 F 088-676 90 10
Nadere informatieAudit kwaliteit door de proxy earnings
Audit kwaliteit door de proxy earnings Een analyse of earnings een juiste proxy is om audit kwaliteit te meten M.W. Blokdijk 10214534 30 Juni 2014, V1 BSc Accountancy and Control University of Amsterdam
Nadere informatieAchtergrond en Probleemstelling
142 Achtergrond en Probleemstelling Dit proefschrift onderzoekt hoe de kwaliteit van accountantscontroles van financiële verantwoordingen verband houden met de gereguleerde context waarin die controles
Nadere informatieProf dr Philip Wallage 2 JUNI 2010 AMSTERDAM SEMINAR EUMEDION, NIVRA EN VBA
Wat is de feitelijke rol van de accountant ten aanzien van het jaarverslag en elders opgenomen niet financiële informatie? In hoeverre matcht deze rol met de verwachtingen van beleggers? Prof dr Philip
Nadere informatieINTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA)
INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 706, PARAGRAFEN TER BENADRUKKING VAN BEPAALDE AANGELEGENHEDEN EN PARAGRAFEN INZAKE OVERIGE AANGELEGENHEDEN IN DE CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE AUDITOR
Nadere informatieJAN. Aan: het bestuur van het Nederlands Instituut voor Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk (Vereniging NIVON) te Amsterdam
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van het Nederlands Instituut voor Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk (Vereniging NIVON) te Amsterdam A. Verklaring over de in het
Nadere informatieAansprakelijkheid van accountants binnen de EU
Aansprakelijkheid van accountants binnen de EU Commentaar NIVRA op EU Consultatie, maart 2007 Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants Inleiding De laatste jaren wordt veel gediscussieerd
Nadere informatiePraktijkhandreiking 1119 Nadere toelichtingen in de controleverklaring 24 april 2012
Nadere toelichtingen in de controleverklaring 24 april 2012 Datum: 24 april 2012 Onderwerp: Van toepassing op: Status: Accountants die controleopdrachten uitvoeren Praktijkhandreiking Relevante regelgeving
Nadere informatieINTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN
INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-4 Relevant orgaan... 5-10 Te communiceren controle-aangelegenheden
Nadere informatieHet beperken van de duur van de aanstelling van een accountant, en het effect daarvan op de kwaliteit van de accountantscontrole
Het beperken van de duur van de aanstelling van een accountant, en het effect daarvan op de kwaliteit van de accountantscontrole Inge van Maanen 5603471 Bachelorscriptie 10 ECTS Universiteit van Amsterdam
Nadere informatieConcept Praktijkhandreiking 1119 Nadere toelichtingen in de goedkeurende controleverklaring
Nadere toelichtingen in de goedkeurende controleverklaring maart 2012 Concept Praktijkhandreiking 1119 Inleiding Binnen de huidige wet- en regelgeving kan de accountant reeds uitdrukkelijk inspelen op
Nadere informatieSamenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2010 2011 Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren Frederik Verplancke onder leiding van Prof. dr. Gerrit
Nadere informatieControleverklaring van de onafhankelijke accountant
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de algemene vergadering van Nederlandse Waterschapsbank N.V. Verklaring over de jaarrekening 2014 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2014 van
Nadere informatieOnafhankelijkheid van de accountant in relatie tot de non-audit services
Onafhankelijkheid van de accountant in relatie tot de non-audit services Martijn Pieter Ooijevaar Universiteit van Amsterdam Studentnummer 5800366 Bachelorscriptie Accountancy & Control Begeleider: André
Nadere informatieJAN CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT *136076* Aan: de aandeelhouder van Scotch Whisky International B.V. A. Verklaring over de in het jaarrapport opgenomen jaarrekening 2017 Ons oordeel
Nadere informatieDe gevolgen van het openbaar maken van Key Audit Matters (KAMs): Een literatuuroverzicht
De gevolgen van het openbaar maken van Key Audit Matters (KAMs): Een literatuuroverzicht Anna Gold Vrije Universiteit Amsterdam & NHH Melina Heilmann Technische Universität Dortmund 11 maart 2019 Achtergrond
Nadere informatieCommissie juridische zaken ONTWERPVERSLAG. over het beleid inzake controle van financiële overzichten: lessen uit de crisis (2011/2037(INI))
EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 2011/2037(INI) 2.3.2011 ONTWERPVERSLAG over het beleid inzake controle van financiële overzichten: lessen uit de crisis (2011/2037(INI)) Commissie
Nadere informatieISA 510, INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN - BEGINSALDI
INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 510, INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN - BEGINSALDI Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in 2009 in de Engelse taal gepubliceerd door de International
Nadere informatieDe reactie van de NBA Young profs op het consultatiedocument Transparant over de controle' van 17 november 2014
Visie NBA Young Profs Aanleiding Op 26 juni 2015 publiceerde de NBA haar consultatiedocument rondom de aanpassing van de controleverklaring voor álle controles. Het consultatiedocument heeft betrekking
Nadere informatieCONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur en raad van commissarissen van Stichting FC Eindhoven A. Verklaring over de in he
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur en raad van commissarissen van Stichting FC Eindhoven A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017/2018 Ons
Nadere informatieCONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting Gooisch Natuurreservaat A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2016 Ons oordeel Wij hebben de
Nadere informatieT: +31 (0)30 284 98 00 E: utrecht@bdo.nl www.bdo.nl BDO Audit & Assurance B.V. Postbus 4053, 3502 HB Utrecht Van Deventerlaan 101, 3528 AG Utrecht Nederland Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Nadere informatieIngetrokken voor 2013
en ok k etr Ing 01 3 or 2 vo Audit Alert 16: De gevolgen voor de accountantsverklaring van de wijzigingen in Titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek 1. Inleiding Als gevolg van de EU-verordening inzake internationale
Nadere informatieThemaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33)
Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33) Toezicht Financiële Verslaggeving 27 oktober 2011 Autoriteit Financiële Markten De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten. Wij zijn de
Nadere informatieInleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier. Ref: Accom AFWIJKING 2004/1
ADVIES- EN CONTROLECOMITE OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS Ref: Accom AFWIJKING 2004/1 Samenvatting van het advies met betrekking tot een vraag om afwijking van de regel die het bedrag beperkt
Nadere informatieISA 320, MATERIALITEIT BIJ DE PLANNING EN UITVOERING VAN EEN CONTROLE
INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 320, MATERIALITEIT BIJ DE PLANNING EN UITVOERING VAN EEN CONTROLE Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in 2009 in de Engelse taal gepubliceerd door
Nadere informatieCONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting Gooisch Natuurreservaat A. Verklaring over de in het jaarverslag op
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting Gooisch Natuurreservaat A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017 B. Ons oordeel Wij hebben
Nadere informatieISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN
INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd
Nadere informatieCONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting Steun Goois Natuurreservaat A. Verklaring over de jaarrekening 2017
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting Steun Goois Natuurreservaat A. Verklaring over de jaarrekening 2017 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2017 van Stichting
Nadere informatieGEBRUIK VAN VERANTWOORDELIJKHEIDS- CENTRA
Management control: GEBRUIK VAN VERANTWOORDELIJKHEIDS- CENTRA RECENTE ONTWIKKELINGEN IN ONDERZOEK 34 Jake Foster: beeld Verantwoordelijkheidscentra vormen binnen veel organisaties een essentieel onderdeel
Nadere informatieVerplichte accountantskantoor roulatie en het effect op de kwaliteit van de accountantscontrole
Verplichte accountantskantoor roulatie en het effect op de kwaliteit van de accountantscontrole Naam: Joost Bakker Studentnummer: 6189733 Datum: 25 juni 2012 Versie: Final Universiteit: Universiteit van
Nadere informatieII. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING
II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING 2. VERSTEVIGING VAN RISICOMANAGEMENT Van belang is een goed samenspel tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de auditcommissie, evenals goede communicatie met
Nadere informatieControleprotocol. Accountantscontrole Jaarrekening Gemeente Berkelland Bijlage 1. Versie juni 2014 Controleprotocol pagina 1 van 9
Controleprotocol Accountantscontrole Jaarrekening 2014 Controleprotocol pagina 1 van 9 Algemeen Doelstelling In dit controleprotocol staat waaraan de accountant zich moet houden bij de accountantscontrole.
Nadere informatieControleverklaring van de onafhankelijke accountant
Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Raad van Toezicht van De Nederlandse Hartstichting Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening Wij vinden dat
Nadere informatie(Voor de EER relevante tekst)
19.12.2015 L 333/97 VERORDENING (EU) 2015/2406 VAN DE COMMISSIE van 18 december 2015 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen
Nadere informatieInvloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting
xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het
Nadere informatieRvC-verslagen geven weinig inzicht
RvC-verslagen geven weinig inzicht Erasmus Universiteit Rotterdam September 2010 Dr. Mijntje Lückerath-Rovers Drs. Margot Scheltema contact: luckerath@frg.eur.nl Het onderzoek Ondernemingen : Van 60 ondernemingen
Nadere informatieProtocol onafhankelijkheid accountant WormerWonen
Pagina 1 van 5 Protocol onafhankelijkheid accountant WormerWonen Pagina 2 van 5 PROTOCOL INZAKE DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE ACCOUNTANT IN HET KADER VAN DE DIENSTVERLENING DOOR DE ACCOUNTANT AAN WORMERWONEN
Nadere informatieSarbanes-Oxley en de gevolgen voor IT. Daniel van Burk 7 november 2005
Sarbanes-Oxley en de gevolgen voor IT Daniel van Burk 7 november 2005 Even voorstellen... Daniel van Burk Voorzitter van de afdeling Beheer van het NGI Senior Business Consultant bij Atos Consulting Veel
Nadere informatieHet assurance-raamwerk De accountant en het verstrekken van zekerheid
Het assurance-raamwerk De accountant en het verstrekken van zekerheid Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Het begrip assurance en maatschappelijke ontwikkelingen
Nadere informatieControleverklaring van de onafhankelijke accountant
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Nederlandse Waterschapsbank N.V. Verklaring over de jaarrekening 2015
Nadere informatieNIEUWE REGELGEVING VOOR ORGANISATIES VAN OPENBAAR BELANG De gevolgen voor uw organisatie op een rij
NIEUWE REGELGEVING VOOR ORGANISATIES VAN OPENBAAR BELANG De gevolgen voor uw organisatie op een rij Omdat mensen tellen. Nieuwe regelgeving voor Organisaties van Openbaar Belang 3 Invoering nieuwe regelgeving
Nadere informatieCONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: de Raad van Toezicht van Stichting Filmtheater t Hoogt A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017 Ons oordeel Wij hebben
Nadere informatieHierbij ontvangt u onze controleverklaring d.d. 30 november 2017 bij de jaarrekening 2016 van uw vennootschap.
Amerikalaan 110 6199 AE Maastricht Airport Postbus 1864 6201 BW Maastricht Nederland Tel: 088 288 2888 Fax: 088 288 9901 www.deloitte.nl Aan de aandeelhouders van Ruelong B.V. Zanddonkweg 14 5144 NX WAALWIJK
Nadere informatieVerplichte kantoorroulatie en audit kwaliteit
Sophie van der Zwet 10108610 Verplichte kantoorroulatie en audit kwaliteit In hoeverre heeft verplichte kantoorroulatie een positieve invloed op de audit kwaliteit? Bachelorscriptie Universiteit van Amsterdam
Nadere informatieOpen vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming?
Vragen hoofdstuk 8: Externe verslaggeving Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming? Externe verslaggeving is, zoals de naam al aangeeft, gericht op het verschaffen van informatie aan partijen
Nadere informatieCONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken A. Verklaring over d
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken A. Verklaring over de in het financieel jaarrapport opgenomen jaarrekening
Nadere informatieMet veel belangstelling heeft SRA-Bureau Vaktechniek kennisgenomen van het consultatiedocument NBA Handreiking 1141 Data-analyse bij de controle.
NBA Het Bestuur Postbus 7984 1008 AD Amsterdam Consultatie-wet-en-regelgeving@nba.nl Betreft: Reactie op Consultatie Handreiking 1141 Nieuwegein, 14 september 2018 Geachte collegae, Met veel belangstelling
Nadere informatieAFM: Eerste bijdragemodel geeft inzicht in markt
AFM: Eerste bijdragemodel geeft inzicht in markt Eind 2009 heeft de AFM voor het eerst het Wta Bijdragemodel toegepast in het doorlopend toezicht op accountantsorganisaties. De uitkomsten van dit bijdragemodel
Nadere informatieNederlands bedrijfsleven: maak faillissementsfraude snel openbaar
Nederlands bedrijfsleven: maak faillissementsfraude snel openbaar Korte peiling over een actueel onderwerp op het gebied van credit management juni 2014 Tussentijdse meting Trendmeter 14 B16475 / juni
Nadere informatieCONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan de Raad van Toezicht en het Bestuur van Stichting STBN A. Verklaring over de in het jaarversla
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan de Raad van Toezicht en het Bestuur van Stichting STBN A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017 Ons oordeel Wij hebben
Nadere informatieDe wereld achter de cijfers Inzicht in het functioneren van de accountant
De wereld achter de cijfers Inzicht in het functioneren van de accountant Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants Wat doet een accountant precies? Wat zegt de verklaring van een accountant
Nadere informatieA. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017
VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan de Raad van Beheer van de Stichting voor Protestants Christelijk Onderwijs voor Meppel e.o. A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017 Ons
Nadere informatieOns oordeel Wij hebben de jaarrekening 2017 van Samenwerkingsstichting Kans & Kleur gecontroleerd.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Raad van Toezicht Samenwerkingsstichting Kans & Kleur A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017 Ons oordeel Wij hebben
Nadere informatieDe accountant en het bestuursverslag Visie NBA Young Profs
De accountant en het bestuursverslag Visie NBA Young Profs Aanleiding Op 13 november 2015 publiceerde de NBA haar consultatiedocument De accountant en het bestuursverslag: Verder kijken dan de jaarrekening.
Nadere informatieEen nieuwe rol voor het auditcomité en een aangepast audit rapport
Een nieuwe rol voor het auditcomité en een aangepast audit rapport Jean-François CATS Inhoud van de uiteenzetting Nieuwe opdrachten van het auditcomité ingevoerd door de Audit Directieve en het Audit Reglement
Nadere informatieDirectiestatuut N.V. Waterbedrijf Groningen
Directiestatuut N.V. Waterbedrijf Groningen Dit Directiestatuut is op 14 december 2006 ter kennis gebracht aan de algemene vergadering van aandeelhouders en na goedkeuring door de raad van commissarissen
Nadere informatieDe accountant verklaart!
Een accountant kan bij historische financiële informatie verschillende soorten opdrachten uitvoeren, afhankelijk van de vraagstelling van de opdrachtgever (hierna: de organisatie of het bestuur daarvan)
Nadere informatieRJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken
RJ-Uiting 2017-15 Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken Inleiding In hoofdstuk 430 Kerncijfers, kengetallen en meerjarenoverzichten
Nadere informatieWat is de relatie tussen accountantscontrole en advies? Een overzicht van de bestaande literatuur.
Wat is de relatie tussen accountantscontrole en advies? Een overzicht van de bestaande literatuur. Jan Bouwens 1 Professor of accounting at Cambridge University, Judge Business School en Managing director
Nadere informatieJaarrekening Patijnenburg 2016
Jaarrekening Patijnenburg 2016 CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting Patijnenburg Verklaring over de in het jaarverslag
Nadere informatieAccountants Belastingadviseurs bezoekadres Van Elmptstraat 14 9723 ZL Groningen postbus Postbus 174 9700 AD Groningen telefoon 050-3166966 fax 050-3138180 e-mail groningen@jonglaan.nl internet www.jonglaan.nl
Nadere informatieWij hebben kennis genomen van het Ontwerp Wet op het accountantsberoep (Ontwerp) en de Memorie van toelichting (MvT) hierop.
Ministerie van Financiën T.a.v. de Minister van Financiën Mr. drs. J.C. de Jager Postbus 20201 2500 EE Den Haag Breukelen, 4 september 2010 Onderwerp: Ontwerp Wet op het accountantsberoep Geachte heer
Nadere informatieRJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken
RJ-Uiting 2017-15 Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken Inleiding In hoofdstuk 430 Kerncijfers, kengetallen en meerjarenoverzichten
Nadere informatieVUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN
VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN Motivering bij het uitwerken van de vuistregels Door het K.B. van 6 juni 2010 is de Belgische Corporate Governance Code 2009 dè referentiecode geworden voor
Nadere informatieDe invloed van de recente ontwikkelingen op het gedrag van de accountant ten aanzien van de going-concern rapportage
De invloed van de recente ontwikkelingen op het gedrag van de accountant ten aanzien van de going-concern rapportage Bachelor thesis Sacha Kappers 10001592 Eerste versie: 24 juni 2013 Definitieve versie:
Nadere informatieConsultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden 30 juli 2015
Dit document maakt gebruik van bladwijzers Consultatiedocument Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden 30 juli 2015 Consultatieperiode loopt tot en met 21 september 2015
Nadere informatieDatum Onderwerp Referentie Bijlage(n) Doorkiesnummer 11 juni 2015 Herziening van de Code
Monitoring Commissie Corporate Governance T.a.v. Prof. dr. J.A. van Manen Postbus 20401 2500 EK Den Haag Datum Onderwerp Referentie Bijlage(n) Doorkiesnummer 11 juni 2015 Herziening van de Code T 020-3010301
Nadere informatieMeer duidelijkheid over samenstellingsopdrachten met komst Standaard 4410
Spotlight Meer duidelijkheid over samenstellingsopdrachten met komst Standaard 4410 Robert van der Glas - Statutaire compliance, Tax Reporting & Strategy De NBA heeft onlangs de herziene standaard uitgebracht
Nadere informatieINTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 510 EERSTE UITVOERING VAN CONTROLE-OPDRACHTEN OPENINGSSALDI
INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 510 EERSTE UITVOERING VAN CONTROLE-OPDRACHTEN OPENINGSSALDI INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-3 Controlewerkzaamheden... 4-10 Controlebevindingen en rapportering...
Nadere informatieCONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: de Gemeente Delft en de Raad van Commissarissen van Werkse! Verklaring over de jaarrekening 2016 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van
Nadere informatieMeer aandacht voor het bestuursverslag in de controleverklaring
Januari 2017 Meer aandacht voor het bestuursverslag in de controleverklaring De accountant rapporteert over materiële onjuistheden De leden van de Koninklijke NBA vormen een brede, pluriforme beroepsgroep
Nadere informatieKan ik procesbijstand verlenen bij een fiscale procedure van een audit cliënt van een geassocieerde accountant?
Kan ik procesbijstand verlenen bij een fiscale procedure van een audit cliënt van een geassocieerde accountant? Juli 2018 Commissie Beroepszaken Inhoud 1. Inleiding 3 2. Samenwerken met accountants in
Nadere informatieAccountants Belastingadviseurs adres Van Elmptstraat 14 9723 ZL Groningen telefoon 050-3166966 e-mail groningen@jonglaan.nl internet www.jonglaan.nl Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Nadere informatieControleverklaring van de onafhankelijke accountant
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de gemeenteraad van de gemeente Utrecht A. Verklaring over de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening 2017 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening
Nadere informatieControleverklaring van de onafhankelijke accountant
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de raad van bestuur en de raad van toezicht van Stichting Zorginstellingen Pieter van Foreest Verklaring over de jaarrekening 2016 Ons oordeel Naar
Nadere informatieNederlandse samenvatting (summary in Dutch)
Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Dit proefschrift is gebaseerd op twee exploratieve empirische studies naar professional skepticism. 1 Onder professional skepticism wordt de beroepsmatige attitude
Nadere informatieCONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: de directie en het bestuur van Stichting Femi Foundation to Earth, Mankind through Inspiratio
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: de directie en het bestuur van Stichting Femi Foundation to Earth, Mankind through Inspiration and Initiative. A. Verklaring over de in het jaarverslag
Nadere informatieIII Overige gegevens staedion overige gegevens 2018
III Overige gegevens staedion overige gegevens 2018 181 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Raad van Commissarissen en het bestuur van Stichting Staedion Verklaring over de in het
Nadere informatieKPMG Audit. kpmg. Document waarop ons rapport 17X GRN d.d. 27 juni (mede) betrekking heeft. KPMG Accountants N.V.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen van Coöperatie Regionale Ambulancevoorziening Kennemerland U.A. Verklaring over de in de jaarstukken
Nadere informatieSamenstelling en takenpakket van het auditcomité. Het nieuw commissarisverslag en het verslag aan het auditcomité
Samenstelling en takenpakket van het auditcomité. Het nieuw commissarisverslag en het verslag aan het auditcomité Tom MEULEMAN Vice-President IBR-IRE 1 De rol van het auditcomité 2 Evolutie Auditcomités
Nadere informatieCONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Handel in Bouwmaterialen A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening
Nadere informatieAANBEVELINGEN. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit )
12.4.2014 L 109/43 AANBEVELINGEN AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit ) (Voor de EER relevante tekst) (2014/208/EU)
Nadere informatie