Carmen Vorst Amsterdam, 1 juli, Bachelor scriptie. Begeleiding: Helena Kloosterman. Academisch jaar: Semester 2, Blok 3

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Carmen Vorst Amsterdam, 1 juli, Bachelor scriptie. Begeleiding: Helena Kloosterman. Academisch jaar: Semester 2, Blok 3"

Transcriptie

1 In hoeverre tast het verlenen van non-audit services de onafhankelijkheid van de accountants aan? Een overzicht van literatuur over onafhankelijkheid in schijn en in feite van accountants. Carmen Vorst Amsterdam, 1 juli, 2013 Bachelor scriptie Begeleiding: Helena Kloosterman Academisch jaar: Semester 2, Blok 3 0

2 Inhoudsopgave Abstract 2 1. Introductie Rol van de accountant 5 3. Onafhankelijkheid Onafhankelijkheid in feite Onafhankelijkheid in schijn Audit en non-audit services Non-audit services en onafhankelijkheid in feite Going concern oordeel Goedkeurende verklaring Winstmanipulatie Conclusie Non-audit services en onafhankelijkheid in schijn De perceptie van investeerders Winstreactie Conclusie Discussie Conclusie Referenties 33 1

3 Abstract Als gevolg van diverse accounting schandalen zijn diverse wetten ingevoerd om de onafhankelijkheid van de accountant te waarborgen. Een van de punten waarop veel discussie is ontstaan is over het verrichten van non-audit services. Sinds 2002 is het voor een accountant verboden om naast de audit non-audit services te verrichten. Hiermee wordt gesuggereerd dat het verlenen van non-audit services de onafhankelijkheid zou aantasten. Deze scriptie is een literatuuronderzoek naar het effect van het verlenen van non-audit services op de onafhankelijkheid van de accountants. Hierbij wordt onderscheidt gemaakt tussen onafhankelijkheid in schijn en in feite. Onderzoek naar het effect van non-audit services en onafhankelijkheid in feite is onderverdeeld in onderzoek met variabele going concern oordelen, winstmanipulatie en goedkeurende verklaring. In onderzoek naar een going concern oordeel leek geen sprake te zijn met non-audit service vergoedingen. Onderzoek naar het afgeven van een goedkeurende verklaring en winstmanipulatie leverde ook geen verband op met non-audit services. Onderzoek naar het effect van non-audit services en onafhankelijkheid in schijn is onderverdeeld in onderzoek met de perceptie van investeerders en de winstreactie als variabele. De verschillende onderzoeken naar de perceptie van investeerders leveren een conclusie op dat non-audit service vergoedingen invloed hebben op de perceptie van investeerders naar de onafhankelijkheid in accountants. Onderzoek naar winstreactie geeft ook een duidelijk verband met non-audit service vergoedingen. Na het doen van dit literatuuronderzoek kan geconcludeerd worden dat non-audit diensten in feite de onafhankelijkheid van accountants niet aantasten, maar dat dat wel het geval is op de onafhankelijkheid in schijn. Deze scriptie kan een basis zijn voor toekomstige onderzoeken naar een consistente variabele en een te over landen te generaliseren conclusie. 2

4 1. Introductie Sinds 2002 is de maatschappelijke houding tegenover accountants veranderd. Tussen 2000 en 2002 kwamen diverse schandalen aan het licht, onder andere WorldCom. en Enron, waarvan accountants de schuld kregen. Zij werden hierop aangekeken omdat de maatschappij van accountants verwacht dat zij fraude en andere fouten ontdekken en aankaarten (Aronson, 2002). Met de term accountant wordt in deze paper de externe accountant bedoeld. De externe accountant wordt in de Sarbanes-Oxley act (2002) gedefinieerd als iemand die de financiële verslaggeving onderzoekt, vanuit een onafhankelijk accountantskantoor, of deze in overeenstemming komt met audit standaarden, en diegene die hierover een oordeel uitbrengt. Een audit is een onderzoek van de financiële verslaggeving met als doel hierover een onafhankelijk oordeel te geven en daarmee een redelijke zekerheid naar investeerders (Goldman & Barlev, 1974; SOX, 2002). De accountant is in eerste instantie in het leven geroepen als oplossing voor het agency probleem, namelijk de belangenverstrengeling tussen manager en eigenaar. De accountant was de onafhankelijke derde waarop beleggers hun oordeel konden baseren en door wie managers in de gaten gehouden werden (Eisenhardt, 1989). Echter, na de schandalen veranderde het beeld van de maatschappij. De schandalen leidde tot discussie en de vraag of een accountant wel onafhankelijk kan zijn. In verschillende wetten wordt gerefereerd naar een onafhankelijke accountant, maar de term onafhankelijkheid staat niet gedefinieerd (Antle, 1984), dit komt omdat verschillende partijen de accountant in een andere rol zien (Watts & Zimmerman, 1979). Volgens Watts en Zimmerman (1979) moet een accountant competent zijn, schendingen van de wet kunnen ontdekken, en onafhankelijk, deze schendingen kunnen rapporteren. De professionele definitie die zij geven is dat een accountant integer en objectief moet zijn. Waarbij integer staat voor eerlijkheid, geloofwaardigheid en niet corrupt. Objectief staat voor gebaseerd op feiten, door niemand beïnvloed (Watts & Zimmerman, 1979). Majoor (2000) benadrukt de waarde van onafhankelijkheid voor accountants. Onafhankelijkheid is de grondslag waarop het vertrouwen van het publiek in een onpartijdig oordeel is gebaseerd. (Majoor, 2000, p. 566). Tegenwoordig wordt er onderscheid gemaakt tussen onafhankelijkheid in feite en onafhankelijkheid in schijn. De feitelijke onafhankelijkheid wordt vaak gekoppeld aan begrippen als objectiviteit, integriteit en professionele kritische oordeelsvorming, terwijl de onafhankelijkheid in schijn te maken heeft met de wijze waarop een goed op de hoogte zijnde belanghebbende de onafhankelijkheid waarneemt. (Majoor, 2000, p. 567). De twee vormen 3

5 van onafhankelijkheid bestaan naast elkaar. Voor een accountant is het belangrijk om zowel onafhankelijk in feite te zijn, als onafhankelijk in schijn. De nadruk zou zelfs moeten liggen op de onafhankelijkheid in schijn (Majoor, 2000). Als reactie op de veranderingen van het maatschappelijke beeld van de accountant werd in Amerika de Sarbanes-Oxley wet ingevoerd. Deze wet bestaat uit verschillende titels, waarbij één van deze titels onafhankelijkheid is. In de wet staan diverse regels die ervoor moeten zorgen dat de onafhankelijkheid van accountants gewaarborgd blijft. Een van deze regels betreft het verbod op non-audit services (SOX, 2002). De wet suggereert dat het verlenen van non-audit services naast de audit de onafhankelijkheid van accountants aantast. De vraag is echter of dit terecht is. De onderzoeksvraag van dit onderzoek luidt dan ook als volgt: In hoeverre tast het verlenen van non-audit services de onafhankelijkheid van de accountants aan? In dit onderzoek zal worden ingegaan op onafhankelijkheid in schijn en in feite van de accountant die zowel audit als non-audit services verricht. Dit onderscheid wordt gemaakt omdat beide vormen van onafhankelijkheid een ander effect hebben op onafhankelijkheid vanuit het oogpunt van non-audit services. Deze paper geeft een literatuur overzicht van eerder onderzoek dat is gedaan met betrekking van de onafhankelijkheid in feite en in schijn van de accountant als het gaat om non-audit services. Bestaand onderzoek is gefocust óf op onafhankelijkheid in schijn óf op onafhankelijkheid in feite. Er is nog maar weinig literatuur waarin onafhankelijkheid in schijn en in feite, met betrekking tot non-audit services naast elkaar zijn gezet, terwijl een accountant zowel onafhankelijkheid in schijn als in feite moet zijn (Ashbaugh, 2004). De opbouw van deze paper is als volgt: in de tweede paragraaf zal de rol van de accountant besproken worden, in de derde paragraaf wordt ingegaan op de onafhankelijk in feite en in schijn, in de vierde paragraaf staat uitgelegd wat wordt verstaan onder audit services en non-audit services, in de vijfde paragraaf is uiteengezet wat het effect is van nonaudit services op de onafhankelijkheid in feite van een accountant, hierin is onderscheid gemaakt tussen onderzoek op het wel of niet afgeven van een going concern oordeel, het wel of niet afgeven van een goedkeurende verklaring, en winstmanipulatie. In paragraaf zes is uiteengezet wat het effect is van non-audit services op de onafhankelijkheid in schijn van een accountant, waarin onderscheid is gemaakt tussen de perceptie van investeerders en de winstreactie-coëfficiënt. In paragraaf zeven volgt nog een discussie en tenslotte in paragraaf acht de conclusie. 4

6 2. De rol van de accountant In deze paragraaf zal worden uitgelegd wat een accountant doet, wat zijn rol is en hoe de rol is ontstaan. Dit zal worden uitgelegd aan de hand van economische theorieën en de maatschappelijke rol. Een accountant is iemand die de financiële verslaggeving naloopt om te kijken of deze in overeenstemming komt met audit standaarden. Audit standaarden zijn regels waar een financiële verslaggeving aan moet voldoen. Over deze financiële verslaggeving brengt hij vervolgens een oordeel uit. Dit doet de accountant vanuit een onafhankelijk accountantskantoor. (SOX, 2002). De accountant is ontstaan door de belangenverstrengeling tussen de manager en eigenaar van een bedrijf. De eigenaar is vaak de belangrijkste aandeelhouder (Eisenhardt, 1989). De termen eigenaar en aandeelhouder worden in deze paper door elkaar gebruikt. Het basis idee van de agency theorie is dat de eigenaren en de managers vaak hun eigen belang nastreven, maar zij hebben niet hetzelfde belang. Aandeelhouders willen vaak zoveel mogelijk winst, of een zo hoog mogelijke aandeelprijs. Een manager heeft belang in datgene waar hij op beoordeeld wordt. Beide groepen hebben verschillende informatie beschikbaar, wat ervoor zorgt dat er een informatieprobleem ontstaat. Voor de eigenaren is het van belang als een onafhankelijk persoon, dus niet de manager, ervoor zorgt dat de informatie vertrouwelijk is. Als de informatie niet vertrouwelijk is zorgt dat er voor dat de markt niet kan functioneren. Investeringen worden dan niet gedaan (Gray & Manson, 2011). De accountant was de onafhankelijke derde waarop beleggers hun oordeel konden baseren en door wie managers in de gaten gehouden werden (Eisenhardt, 1989). Volgens Gray & Manson (2011) is er naast de agency theorie nog een rechtvaardiging voor het verlenen van een audit. Dit is de informatie hypothese welke suggereert dat een audit ervoor zorgt dat de waarde van informatie voor investeerders verhoogd wordt. Zonder de accountant heeft de financiële verslaggeving geen waarde, omdat de manager dan de cijfers in zijn voordeel kan presenteren (Gray & Manson, 2011). Voor het verlenen van een onafhankelijke audit heeft de Auditing Practices Board (2009) negen fundamentele principes opgesteld. Deze negen principes zijn: verantwoording, integriteit, objectief en onafhankelijk, competent, streng, rechtvaardig, duidelijk, compleet en effectieve communicatie, associatie en waarde verhogend (APB, 2009). Volgens de IFAC moet een professionele accountant integer en objectief zijn, professionele competenties hebben, zorgvuldig zijn, vertrouwelijk zijn en zich professioneel gedragen (Gray & Manson, 5

7 2011). In deze paper zullen de begrippen onafhankelijkheid, integriteit en objectiviteit vaak door elkaar gebruikt worden. Dit komt omdat onafhankelijkheid vaak met deze begrippen wordt uitgelegd en bovendien de competenties, nodig voor deze eigenschappen, hetzelfde zijn. Een accountant kent vijf potentiele bedreigingen. Deze bedreigingen worden wellicht gestimuleerd door het verlenen van non-audit services. De eerste bedreiging is eigen belang. Voor een accountant is het van belang dat hij opdrachten krijgt en behoudt, daardoor zou een bedreiging kunnen zijn dat de accountant te veel naar wens van zijn opdrachtgever doet, om zijn opdracht te behouden (Gray & Manson, 2011). De tweede bedreiging is het feit dat als je meerdere services verricht voor dezelfde opdracht gever, een accountant zichzelf moet controleren, self-review. De derde bedreiging is advocacy, wat betekend dat een accountant te veel met de mening van de opdrachtgever meegaat en daardoor de regels negeert. Als vierde bedreiging noemen Gray en Manson (2011) familiariteit. Als de opdrachtgever een relatie heeft met de accountant, dan is het voor de accountant moeilijker om de mening van de opdrachtgevers te negeren. Als laatste wordt intimidatie als potentiele bedreiging genoemd. Als een opdrachtgever erg dominant is, kan je als accountant het gevoel krijgen dat je naar zijn mening moet gedragen (Gray & Manson, 2011). Door non-audit services te verlenen is de kans op eigenbelang, self-review, advocacy, familiariteit en intimidatie wellicht groter. Waarbij self-review de grootste bedreiging is op het gebied van non-audit services (Gray & Manson, 2011). De rol van de accountant is het verlenen van een audit. Een accountant is in het leven geroepen vanwege het informatie probleem wat is ontstaan door een scheiding van eigenaar en manager. Vanwege deze rol moet een accountant een aantal eigenschappen bezitten waaronder objectiviteit en integriteit. Deze eigenschappen moeten samen leiden tot onafhankelijkheid. Het vak accountancy onderkent verschillende bedreigingen, die wellicht groter worden met het verlenen van non-audit services, die de onafhankelijkheid van de accountant kunnen aantasten. 3. Onafhankelijkheid Onafhankelijkheid is de grondslag waarop het vertrouwen van het publiek in een onpartijdig oordeel is gebaseerd. (Majoor, 2000, p. 566). Eerst zal worden ingegaan over de definitie van onafhankelijkheid, daarna wordt het onderscheidt gemaakt tussen de onafhankelijkheid in feite en de onafhankelijkheid in schijn van de accountant. 6

8 De kwaliteit van een audit service wordt gedefinieerd als de waarschijnlijkheid dat een accountant een schending in het boekhoudsysteem of het verslag van een cliënt ontdekt, en het naar buiten brengen van deze schending (DeAngelo, 1981). Het naar buiten brengen van deze schending wordt gezien als de onafhankelijkheid van de accountant, het ontdekken heeft te maken met de competenties van de accountant (DeAngelo, 1981). De term onafhankelijkheid is de grondslag voor een accountant, maar staat nergens gedefinieerd (Antle, 1984) (Majoor, 2000). Een accountant moet competent zijn om zijn taak te vervullen. Hij moet schendingen van de wet kunnen ontdekken en rapporteren. Maar bovenal moet een accountant onafhankelijk zijn (Watts & Zimmerman, 1979). In de definitie van onafhankelijkheid van Watts en Zimmerman (1979) komen de termen integriteit en objectiviteit voor. Integriteit staat voor eerlijkheid, geloofwaardigheid en niet corrupt. Objectief staat voor gebaseerd op feiten, door niemand beïnvloed (Watts & Zimmerman, 1979). De brede definitie van onafhankelijkheid zorgt voor verwarring. In deze paper worden de termen onafhankelijkheid, integriteit en objectiviteit samen en door elkaar gebruikt. Zo wordt dus zo dicht mogelijk gebleven bij de definitie van Watts en Zimmerman (1979). Objectiviteit en integriteit worden ook beschreven in sectie 201 van de Public Company Accounting Oversight Board (1988a), waarin zij stellen dat accountants fouten moeten voorkomen maar dat er ook een conflict van interesse kan ontstaan. Dit conflict wordt ook uitgebreid behandeld door Goldman & Barlev (1974), zie figuur 1. Een accountant kan in de verleiding komen om de regels te negeren als dat voor hem voordelig uitpakt. In z n situatie is de accountant in conflict tussen eigen belang en zijn professionele integriteit (Goldman & Barlev, 1974). Ook een belangenconflict tussen de manager en aandeelhouders, uit de agency theorie, heeft invloed op de objectiviteit en objectiviteit van de accountant (Antle, 1984). In figuur 1 (Goldman & Barlev, 1974) staan de belangentegenstellingen in een schematische weergave. Onderin is het conflict uit de agency theorie terug te vinden, het belangenconflict tussen manager en aandeelhouders. De accountant staat hierbuiten en ondervindt een conflict met zichzelf, het eigenbelang. De accountant is er ook voor het maatschappelijke verkeer, de derde partij. Hiermee komt de accountant in conflict als hij zich niet aan de regels houdt. De derde partij ondervindt ook een conflict met het bedrijf. Het bedrijf wil een zo rooskleurig mogelijk beeld van zichzelf naar buiten geven, terwijl het maatschappelijk verkeer de waarheid wilt zien (Goldman & Barlev, 1974). 7

9 Figuur 1. Schematische benadering van de gevaren voor de onafhankelijkheid van de accountant. Overgenomen van Goldman, A., & Barlev, B. (1974). The auditor-firm conflict of interests: Its implications for independence. The Accounting Review, 49(4), p. 710 Integriteit en objectiviteit zijn persoonlijke eigenschappen, waardoor ze niet te observeren zijn. Daarom wordt onafhankelijkheid ook vaak verbonden met de relatie die een accountant of accountantskantoor heeft met de informatie of de bron van informatie (Kinney W. R., 1999). De Public Company Accounting Oversight Board (PCAOB, 1988b) heeft in sectie 101 een aantal regels opgesteld wat betreft onafhankelijkheid. Hierin komt naar voren dat aan de onafhankelijkheid wordt getwist op het moment dat de accountant een relatie heeft met de klant. Dat wil niet alleen zeggen de accountant zelf, maar ook familie (PCAOB, 1988b). Ook hier zie je dat verschillende bedreigingen zoals familiariteit constant terug komen (Gray & Manson, 2011). Bij het verlenen van non-audit services kan er een betere relatie ontstaan tussen de accountant en klant. 8

10 Mautz en Sharaf (1961) maken een onderscheid tussen onafhankelijkheid van de uitvoerder en van de professie, het accountantskantoor. Om onafhankelijk te blijven moet een accounting drie soorten vrijheden hebben: vrijheid van programma, vrijheid van onderzoek en vrijheid van rapporteren. Op het moment dat een accountant ook non-audit services verricht is de angst dat de vrijheid van rapportage in het geding komt. Dit komt omdat de non-audit services wellicht ervoor zorgen dat de accountant wil handelen in het belang van de managers. Daarnaast moet de professie als geheel ervoor zorgen dat ze geen schijn van afhankelijkheid creëren (Mautz & Sharaf, 1961). Onafhankelijkheid is een ruim begrip, waar begrippen als integriteit en objectiviteit vaak in worden genoemd. Dit zijn eigenschappen van een accountant zelf, wat het moeilijk observeerbaar maakt. Om onafhankelijkheid enigszins vorm te geven zijn er fundamentele principes opgesteld. Toch zijn er ook bedreigingen voor een accountant, vooral omdat het zich moet opstellen in het belang van meerdere groepen. Het is de vraag in hoeverre deze bedreigingen door non-audit services aan het licht komen en daarmee de onafhankelijkheid op de proef stellen. Nu het begrip onafhankelijkheid is toegelicht wordt eerst het begrip onafhankelijkheid in feite uitgelegd en daarna de onafhankelijkheid in schijn. 3.1 Onafhankelijkheid in feite De feitelijke onafhankelijkheid wordt vaak gekoppeld aan begrippen als objectiviteit, integriteit en professionele kritische oordeelsvorming. (Majoor, 2000, p. 567). Onafhankelijkheid in feite impliceert dat de accountant een onafhankelijke gedachtegang heeft bij de planning en uitvoeren van een audit en dat de audit objectief uitgevoerd is (Dupoch, King, & Schwartz, 2003). De Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA, 2007) definieert onafhankelijkheid in feite als de geesteshouding waarbij rekening wordt gehouden met alle mogelijke overwegingen die verband houden met de specifiek uit te voeren assurance-opdracht, met uitsluiting van alle andere overwegingen (NBA, 2007, p. H2). De onafhankelijkheid in feite is de gedachte en het gedrag van de accountant. Deze laat zich niet door anderen beïnvloeden, is zelfstandig en objectief, en heeft vrijheid van programma en uitvoering. De onafhankelijkheid in feite wordt aangetast op het moment dat de accountant niet meer zelfstandig en objectief is, en zich laat beïnvloeden door anderen. Dit kan zijn vanwege familiare relaties, intimidatie of andere bedreigingen (Gray & Manson, 2011). De vraag is of de onafhankelijkheid in feite wordt aangetast door het verlenen van nonaudit services. 9

11 3.2 Onafhankelijkheid in schijn De onafhankelijkheid in schijn heeft maken met de wijze waarop een goed op de hoogte zijnde belanghebbende de onafhankelijkheid waarneemt. (Majoor, 2000, p. 567). Onafhankelijkheid in schijn impliceert of de accountant in verschijning onafhankelijk is (Dupoch, King, & Schwartz, 2003). De Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA, 2007) definieert onafhankelijkheid in schijn als het vermijden van al die feiten en omstandigheden die dusdanig suggestief zijn dat een goed geïnformeerde, redelijk denkende derde, die over alle van belang zijnde informatie beschikt, de objectiviteit van de openbaar accountant in twijfel zal trekken (NBA, 2007, p. H2). De Securities and Exchange Commission (SEC, 2000) en de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (2007) stellen daarbij dat een accountant onafhankelijk in schijn is als geen ieder redelijk denkende investeerder concludeert dat de accountant heeft gehandeld onder invloed van andere. Onderzoeken naar onafhankelijkheid in schijn is belangrijk omdat regelgevers en de AICPA benadrukken dat accountant zowel onafhankelijk in feite als in schijn moeten zijn (Gray & Manson, 2011). Als een accountant namelijk wel onafhankelijk is, maar dit niet zo gezien wordt dan werkt het marktmechanisme niet meer en zal de accountant geen toegevoegde waarde meer hebben. Als een accountant in schijn wel onafhankelijk is, maar in werkelijkheid niet, dan komen investeerders hier vroeg of laat ook achter. Ook dan zal marktmechanisme falen en de kans is aanwezig dat het bedrijf in kwestie failliet gaat (Ghosh, Kallapur, & Moon, 2009; Majoor, 2000). Volgens Majoor (2000) moet de nadruk zelfs liggen op de onafhankelijkheid in schijn. Van de twee bovengenoemde bedreigingen, dat een accountant slechts één van de onafhankelijkheden bevat, vindt Majoor (2000) dat het erger is als de accountant niet gezien wordt als onafhankelijk terwijl hij dit wel is. Onafhankelijkheid in feite en onafhankelijkheid in schijn kunnen niet altijd los van elkaar gezien worden. Het is daarom lastig om in onderzoek een conclusie te trekken over één van beide soorten van onafhankelijkheid. Dit komt omdat je in onderzoek het één vaak niet kunt uitsluiten. In onderzoek naar onafhankelijkheid in feite wordt dit wel geprobeerd, maar de reacties van de markt blijven zichtbaar. Bij onderzoek op onafhankelijkheid in schijn is het nog moeilijker, omdat bij het onderzoek naar de percepties van investeerders kun je andere gevolgen niet zomaar uitsluiten (Dupoch, King, & Schwartz, 2003). Onafhankelijkheid in schijn is hoe de accountants door anderen, vaak gebruikers van de financiële verslaggeving, worden gezien. Dit heeft niks te maken met de gedachtegang of gedrag, maar is puur op basis van wat andere vinden. Dit kan hij wel proberen uit te sluiten, 10

12 door zoveel mogelijk bedreigingen, zoals familiariteit, te vermijden. Een accountant kan dus best zelf onafhankelijk zijn, maar niet zo gezien worden. Er is niet altijd een duidelijk onderscheid te maken, maar voor een accountant is het belangrijk om zowel in feite als in schijn onafhankelijk te zijn. 4. Audit en non-audit services In deze paragraaf zal eerst worden uitgelegd wat een audit is. Vervolgens zal er worden ingegaan op de betekenis van een non-audit service. Ten slotte wordt vermeld welke vormen van non-audit services verboden zijn. An audit is an investigation or a search for evidence to enable reasonable assurance to be given on the truth and fairness of financial and other information by a person or persons independent of the preparer and persons likely to gain directly for the use of the information, and the issue of a report on that information with the intention of increasing its credibility and therefore its usefulness (Gray & Manson, 2011, p. 23). Gray & Manson (2011) leggen hierbij de nadruk dat een accountant nooit een volledige verantwoording afgeeft. Om een eerlijk en waar beeld te kunnen afgeven moet een accountant ervoor zorgen dat hoge kwaliteit en transparantie geleverd wordt (Gray & Manson, 2011). Goldman en Barlev(1974) beschrijven het uitvoeren van een audit als: een onderzoek met de intentie om een basis te creëren om een oordeel over de waarheid, samenhang en naar accounting regels opgestelde verslaggeving voor het publiek of andere geïnteresseerde partijen te vormen (Goldman & Barlev, 1974). De term audit betekend een onderzoek van de financiële verslaggeving voor iedere gebruiker, door een onafhankelijk openbaar accountant, die de regels gebruikt om een oordeel te geven (SOX, 2002). Met de term audit wordt dus een onderzoek van de financiële verslaggeving bedoeld, welke als doel heeft een oordeel uit te geven. De financiële verslaggeving moet aan standaarden en regels voldoen. Als een accountant hier een oordeel over geeft is de audit voltooid en kunnen investeerders met deze informatie beslissingen nemen (Gray & Manson, 2011). Non-audit services zijn iedere professionele services verleent door een geregistreerde openbare accountant, anders dan deze verleent in combinatie tot een audit. In de Sarbanes- Oxley act(2002) wordt in titel II de onafhankelijkheid gewaarborgd. Sectie 201 verbiedt het verlenen van services buiten de taak van de auditor om. Het verbod geldt voor services als: boekhouden, betrokken bij een financieel informatie systeem, taxatie services, actuariële services, interne audit services, management of human resource functies, advies geven in investeringen en expertise services (SOX, 2002). 11

13 Naast de vraag of het verbod op non-audit services er daadwerkelijk voor zorgt dat de onafhankelijkheid van accountants gewaarborgd is, zijn er ook economische consequenties door de invoering van dit verbod. Door het verlenen van audit diensten weten accountants vaak veel over het bedrijf, waardoor ze kosten effectief ook andere services kunnen verlenen. Bij het verbod op deze non-audit services wordt het kostbaarder voor het bedrijf om deze services te laten uitvoeren. Dit wordt ook wel knowledge spillovers genoemd, omdat er op het moment dat een accountant geen non-audit services meer verricht, wellicht informatie en kennis verloren gaat (Zhang, 2007). Het verlenen van non-audit services kent daardoor dus ook positieve kanten. Bovendien pleitten onderzoekers voor het feit dat accountants hun onafhankelijkheid niet zomaar aan de kant zetten vanwege het gevolg van reputatieverlies. Als namelijk blijkt dat een accountant niet onafhankelijk is, dan wordt niet alleen de accountant daarop aangekeken en dus alle bedrijven waarin hij nog meer actief is, maar ook het accountantskantoor waarvoor hij werkzaam is. Als gevolg hiervan zullen veel klanten verloren gaan. Dit veroorzaakte het faillissement van Arthur Andersen (DeFond, Raghunandan, & Subramanyam, 2002). Een audit is een onderzoek naar de juistheid en getrouwheid van de financiële verslaggeving. Een accountant voert deze audit onafhankelijk uit. Non-audit services zijn alle services wat geen audit is. Voorbeelden hiervan zijn: boekhouden, advies geven en belastingaangifte doen. Het verbod op non-audit services zorgt er ook voor dat er knowledge spillovers zijn. Er gaat kennis en informatie verloren en bovendien worden de kosten hoger. De kosten effectiviteit moet opwegen tegenover de onafhankelijkheid, de vraag is dan dus of de onafhankelijkheid inderdaad aangetast wordt door het verlenen van non-audit services. 5. Non-audit services en onafhankelijkheid in feite Verschillende onderzoekers merken op dat het lastig is om de onafhankelijkheid in feite te testen, omdat hiervoor niet altijd de juiste informatie beschikbaar is. Dit komt omdat niet altijd de vergoedingen van zowel audit als non-audit services openbaar zijn gemaakt (Simunic, 1984). Iets wat in Amerika rond 2002 wel verplicht werd. Het bekend maken van de vergoedingen op non-audit services zorgt voor informatie over de kwaliteit van de financiële verslaggeving voor investeerders. Als de investeerders vinden dat de vergoeding van non-audit services dermate hoog is dat dit de objectiviteit van de accountant in de weg staat, dan zal de prijs van het aandeel zakken. Dit komt omdat investeerders dan de geloofwaardigheid in het rapport verliezen (Simunic, 1984). In deze paragraaf zullen eerste de onderzoeken met betrekking tot onafhankelijkheid in feite worden besproken die gebruik 12

14 maken van een going concern variabele. Daarna zullen de onderzoeken met betrekking tot de goedkeurende verklaring aan het licht komen. Ten derde volgen de onderzoeken met de winstmanipulatie. Hierna volgt een samenvatting/conclusie van de hiervoor genoemde onderdelen om zo het overzicht te behouden. 5.1 Going concern oordeel Een accountant moet een going concern oordeel geven. Een going concern oordeel, wat betekend dat de accountant met redelijke zekerheid uitgaat van een voortbestaan van een bedrijf, gaat in twee stappen. De accountant onderzoekt of er problemen zijn en vervolgens gebruikt hij alle beschikbare informatie in een analyse om te beslissen of er een oordeel of een kwalificatie uitgegeven moet worden (Mutchler, 1985). De beslissing over het oordeel over de financiële verslaggeving is de laatste audit beslissing en is onderworpen aan een professioneel kritische houding en aan onderhandelingen met het management van de cliënt. De onderhandelingen met het management van de cliënt zijn gevoeliger op het moment dat de cliënt in financiële stress zit. (Geiger & Rama, 2003). Bovendien brengt en kwalificatie voor beide partijen kosten met zich mee, en zijn beide partijen dus gebaat bij een going concern oordeel (Mutchler, 1985). Voor de afgifte van een going concern oordeel moet een auditor in staat zijn om prestaties objectief te beoordelen, en bestand zijn tegen de druk van de klant (DeFond, Raghunandan, & Subramanyam, 2002). Ook in dit verband valt er een tweestrijd te onderkennen. Als de accountant non-audit services verleent, heeft het meer kennis van het bedrijf en zal het going concern oordeel meer waarde krijgen. De accountant weet meer over het bedrijf en kan zo beter beoordelen of een bedrijf nog levensvatbaar is. Aan de andere kant is de accountant hierdoor meer betrokken of heeft meer belangen bij het afgeven van een going concern oordeel (Mutchler, 1985). Uit onderzoek van Chen en Church (1996) blijkt dat een going concern oordeel een informatieve waarde heeft. De gebruikers van de financiële verslaggeving gebruiken het going concern oordeel als voorspeller van faillissement (Altman, 1982). Daarbij beïnvloedt een going concern oordeel de financiële verslaggeving (Gray & Manson, 2011). Regelgevers zijn bezorgd over de kosten en baten analyse die accountants maken (DeFond, Raghunandan, & Subramanyam, 2002). Als de voordelen van het behouden van klanten met non-audit services hoger zijn dan de kosten van volledige onafhankelijkheid zullen accountants geneigd zijn hun onafhankelijkheid op de tweede plek te zetten. Omdat deze voordelen leiden tot hogere vergoedingen zullen deze hogere vergoedingen gerelateerd 13

15 zijn aan de kans dat de accountant een going concern oordeel afgeeft (DeFond, Raghunandan, & Subramanyam, 2002). Het is moeilijk om bedrijven te onderzoeken die een going concern oordeel krijgen, maar dat eigenlijk niet behoorden te krijgen. Als deze bedrijven failliet gaan, moet er eerst aangetoond kunnen worden dat de accountant hiervan op de hoogte was en had moeten aankaarten. Er is geen lijst beschikbaar van bedrijven die failliet zijn gegaan, maar toch een going concern oordeel kregen. Als oplossing wordt er gezocht op failliete bedrijven en tekenen van stress. Mutchler (1985) bewijst hiermee dat het niet moeilijk is om bedrijven te vinden die in financiële stress zitten. Financiële stress wordt door onderzoekers verschillende benaderd. Een van de gebruikte definities is dat stress gezien wordt als bedrijven negatieve winsten of negatieve cash flow hebben (DeFond, Raghunandan, & Subramanyam, 2002). Sharma (2001) onderzocht de relatie tussen vergoedingen op non-audit service en het going concern oordeel van de accountant. Dit onderzoek werd gedaan aan de hand van een steekproef waarbij bedrijven die ondertussen failliet waren werden onderzocht op het oordeel van het jaar daarvoor. De hypothese dat een hogere proportie van non-audit service vergoedingen op totale vergoedingen leidde tot een going concern oordeel kon niet worden verworpen. Hij pleitte voor de stelling dat accountants hun onafhankelijkheid soms aan de kant zetten door economische prikkels. Het onderzoek kende een beperking omdat belangrijke informatie niet altijd openbaar beschikbaar was (Sharma, 2001). DeFond en andere (2002) daarentegen vonden geen significante relatie tussen de geneigdheid van de accountant om een going concern oordeel te geven en de hoogte van vergoedingen. In dit onderzoek werden niet alleen vergoedingen op non-audit services gebruikt maar ook totale vergoedingen en de ratio hiervan. De steekproef bestond uit 1158 bedrijven, waarvan de hoogte van de audit vergoedingen bekend waren. Daar zij geen relatie vonden concludeerde zij dat accountant hun onafhankelijkheid niet op het spel zetten in verband met reputatieverlies (DeFond, Raghunandan, & Subramanyam, 2002). Ook Lim en Tan (2008) vonden geen relatie tussen het afgeven van een going concern oordeel en de hoogte van non-audit service vergoedingen. Wel stellen zij dat dit vooral geldt bij accountant die niet over de specialistische kennis die nodig is beschikken (Lim & Tan, 2008). De studie van DeFond en andere (2002), welke concludeerde dat er geen relatie is tussen audit en non-audit service vergoedingen en going concern oordelen, maakte gebruikt van een grote steekproef maar namen in hun model status, management plannen of de vorming van een audit comité niet mee als controle variabele (Geiger & Rama, 2003). Deze controle variabele, bleek uit vorig onderzoek, hadden invloed op het te onderzoeken verband. 14

16 Geiger en Rama (2003) namen deze variabele wel mee in hun model. In dit onderzoek werden ook niet alleen de vergoedingen op non-audit services meegenomen, maar ook de totale vergoedingen. Hoewel zij andere resultaten vonden op het gebied van vergoedingen op audit services. Vonden zij ook geen relatie tussen non-audit service vergoedingen en going concern oordelen (Geiger & Rama, 2003). 5.2 Goedkeurende verklaring Accountants kunnen zowel een goedkeurende als een afkeurende verklaring geven. Bij een goedkeurende verklaring is alles in orde. Echter, bij een afgekeurde verklaring is er iets niet in orde. Informatie is niet beschikbaar, de accountant kan dan geen goed beeld krijgen. Of er zijn aanmerkingen, wat wil zeggen dat posten wellicht niet goed zijn of dat de accountant het over deze posten niet eens is geworden met de manager (Gray & Manson, 2011). Het geven van een goedkeurende verklaring wordt hier als variabele gebruikt om de onafhankelijkheid van de accountant weer te geven. De suggestie wekt dat als een accountant afhankelijker wordt van vergoedingen hij eerder een goedkeurende verklaring zal geven. Deze variabele lijkt erg op het going concern oordeel, echter het going concern oordeel heeft betrekking op de toekomst, terwijl een goed- of afkeurende verklaring betrekking heeft op de financiële verslaggeving van het voorgaande jaar. Wines (1994) onderzocht de relatie tussen non-audit service en onafhankelijk door te kijken naar de hoogte van de ratio van non-audit service vergoedingen op totale vergoedingen en de variabele goedkeurende of afkeurende verklaring. De afkeurende verklaring was de onafhankelijke variabele. In zijn onderzoek maakte hij gebruik van random data van Australische bedrijven tussen 1980 en Van deze bedrijven was meer informatie beschikbaar was dan in bijvoorbeeld Amerika. In dit onderzoek werd een negatieve relatie gevonden, wat betekend dat een accountant eerder een goedkeurende verklaring geeft aan een cliënt die meer vergoedingen betaald. De opzet was het vinden van een verband met onafhankelijkheid in schijn, maar zijn de variabele niet goed op gekozen. Hierdoor bestaat d kans dat de conclusie niet opgaat voor onafhankelijkheid in feite (Wines, 1994). Barkess en Simnett (1994) gebruikte de afkeurende verklaring als afhankelijke variabele en de vergoedingen als onafhankelijke variabele. Ook zij maakten gebruik van bedrijven uit Australië, maar hadden een grotere steekproef van 2094 bedrijven die bovendien genoteerd stonden aan de beurs en daardoor geverifieerd waren. Het onderzoek werd gedaan tussen de jaren 1986 en Er werd geen relatie gevonden tussen vergoedingen en afkeurende 15

17 verklaring wat impliceert dat non-audit services de onafhankelijkheid van accountants niet aantasten (Barkess & Simnett, 1994). Doordat de net besproken onderzoeken erg verschillende in tijd waarin onderzoek is gedaan gebruikte Craswell (1999) data uit de jaren 1984, 1987 en Bovendien maakte zij gebruik van een uitgebreider model waarin bijvoorbeeld risico s waren verwerkt. De steekproef was groter dan vorige onderzoeken en kwam van alle bedrijven die op de beurs van Australië waren genoteerd. In elk van de onderzochte jaren werd geen bewijs gevonden dat een accountant sneller een goedkeurende verklaring geeft voor bedrijven die hogere vergoedingen geven. Het verlenen van non-audit services is daarmee geen bedreiging voor de onafhankelijkheid van de accountant (Craswell A., 1999). Crasswell, Stokes en Laughton (2002) deden opnieuw onderzoek naar het effect van vergoedingen op non-audit service op de afgekeurde verklaring. Dit onderzoek werd uitgebreid door ook audit vergoedingen ten opzichte van totale inkomsten van een accountantskantoor te testen. Bovendien werd niet alleen Australië als geheel genomen, maar werden steden ook als individu onderzocht. De steekproef ging slechts over de jaren 1994 en 1996, wat de steekproef enigszins beperkte. De verschillende gebruikte variabele van vergoedingen hebben geen significant effect op de onafhankelijkheid van de accountant in het vellen van hun oordeel. Hiermee werd geconcludeerd dat accountants zich niet in hun onafhankelijkheid laten beïnvloeden door vergoedingen (Craswell, Stokes & Laughton, 2002). Ook Barkess, Simnett & Urquhart (2002) deden onderzoek in deze richting. De variabele vergoedingen werd anders gebruikt dan voorgaande onderzoeken. Waar normaliter de ratio non-audit vergoedingen op totale vergoedingen of de ratio totale vergoeding op totale inkomsten werden gebruikt, wordt hier gebruik gemaakt van bruto vergoedingen. De hypothese was: er is geen verschil in het geven van een verklaring aan cliënten die een hogere proportie van de totale inkomsten genereren. Door middel van drie testen kon deze hypothese niet worden verworpen. De conclusie was dus dat bruto vergoedingen geen effect hadden op de onafhankelijkheid van de accountant (Barkess, Simnett, & Urquhart, 2002). Door het verschil in tijd, het verschil in vergoedingen en de iets verschillende steekproeven zijn deze testen lastig te vergelijken. In de onderzoeken werd gebruik gemaakt van openbare informatie over afkeurende verklaringen. Eigenlijk zou gebruik gemaakt moeten worden van bedrijven die een goedkeurende verklaring afgeven, waar ze eigenlijk een afkeurende verklaring hadden moeten geven (Craswell, Stokes, & Laughton, 2002). Dit is een beperking van de openbare informatie. Hierdoor kan deze variabele niet goed onderzocht 16

18 worden en blijft het een aandachtspunt. Volgend onderzoek zou zich kunnen richten om een oplossing voor dit probleem te vinden (Craswell, Stokes, & Laughton, 2002). 5.3 Winstmanipulatie De vergoeding op non-audit services kan zorgen voor een band tussen accountant en zijn klant. Dit kan ervoor zorgen dat de accountant onder de druk van de klant bezwijkt en bijvoorbeeld winstmanipulatie toestaat (Simunic, 1984). In de volgende onderzoeken wordt winstmanipulatie onderzocht. Hierbij zijn overlopende posten en winst posten de variabele voor het oordeel van de accountant over de acties van cliënten (Geiger & Rama, 2003). Een nadeel van deze manier van onderzoeken is dat dit slechts een indirect effect weergeeft. Beslissingen en acties zouden direct effect moeten hebben op het type oordeel dat de accountant afgeeft (Geiger & Rama, 2003; DeFond, Raghunandan, & Subramanyam, 2002). Frankel, Johnson en Nelson (2002) onderzochten de proportie non-audit service vergoedingen van de totale vergoedingen op de overlopende passiva. Met een enkele vergelijking vonden zij dat de proportie non-audit service vergoedingen ten opzichte van de totale vergoedingen positief gerelateerd zijn aan de overlopende passiva. Dat wil zeggen dat er meer kans is op winstmanipulatie als er een grotere relatie is tussen accountant en klant. De conclusie van dit onderzoek was dan ook dat het verlenen van non-audit services de onafhankelijkheid van de accountant aantast (Frankel, Johnson, & Nelson, 2002). Deze test werd gerepliceerd door Reynolds, Deis & Francis (2004). In de eerste test vonden zij inderdaad dat de onafhankelijkheid van de accountants wordt aangetast op het moment dat zij non-audit services verlenen. Echter, zij pleitte ervoor dat de factor groei niet in de steekproef thuishoorde. Door deze factor uit het oorspronkelijke model te halen werd er bij de tweede test geen relatie gevonden tussen non-audit service vergoedingen en overlopende passiva. Dat betekend dat de onafhankelijkheid van de accountants niet wordt aangetast op het moment dat non-audit services verleent worden (Reynolds, Deis, & Francis, 2004). Ook Ashbaugh, Lafond en Mayhew (2003) hebben het onderzoek van Frankel en andere (2002) gerepliceerd. Zij testte dus ook de onafhankelijkheid van accountants door middel van de ratio van non-audit service vergoedingen op totale vergoedingen en de overlopende passiva. Met dezelfde steekproef kwamen zij op een tegenstrijdige conclusie. Naast het uitvoeren van de test met de ratio van non-audit service vergoedingen op totale vergoedingen voerden zij ook een test uit met de totale vergoedingen. Zij pleitte er namelijk voor dat de ratio van non-audit service vergoedingen niet het economische belang weergeeft. Er werd geen bewijs gevonden dat de vergoedingen van non-audit services de 17

19 onafhankelijkheid van de accountants aantast (Ashbaugh, Lafond, & Mayhew, 2003). Dit onderzoek werd gerepliceerd door Srinidhi en Gul (2006). Zij namen als variabele zowel de ratio non-audit vergoedingen op totale vergoedingen als audit vergoedingen en non-audit service vergoedingen. De steekproef van 4282 bedrijven was erg groot, maar werd slechts over twee jaar genomen. Waar audit vergoedingen een positief effect hadden op winstmanipulatie, hadden non-audit vergoedingen dit niet. Dit impliceerde dat door non-audit service vergoedingen de kwaliteit van overlopende posten slechter is. Zij kwamen tot de conclusie dat non-audit service de onafhankelijkheid van accountant aantast (Srinidhi & Gul, 2006). Antle en andere (2006) en Larcker en Richardson (2004) en Ruddock, Taylor en Taylor (2006) hadden veel commentaar op de onderzoeken van Frankel en andere (2002) en Ashbaugh en andere (2003). Zij vonden deze testen te eenvouding. Antle en andere (2006) deden daarom een uitgebreide analyse om zo de ingewikkelde relatie tussen de accountant en zijn cliënt weer te geven. Zij voegden meer variabele toe om zo te kijken naar meerdere factoren die die de accountant cliënt relatie beïnvloeden. Zij concludeerden dat de vergoedingen op non-audit service er niet voor zorgt dat de onafhankelijkheid van accountants wordt aangetast. Sterker nog, Antle en andere (2006) vonden een positief verband. Zij leggen dit uit aan de hand van informatieverlies dat ontstaat als een accountant geen non-audit services verricht (Antle, Gordon, Narayanamoorthy, & Zhou, 2006). Larcker en Richardson (2004) richtte zich vooral op het onderzoek van Frankel en andere (2002), welke zij niet sterk genoeg vonden. Zij deden een soort gelijk onderzoek met de ratio van vergoedingen van non-audit services op de totale vergoedingen in relatie met overlopende posten. Met een soort gelijk onderzoek kwamen Larcker en Richardson (2004) wel op een kleine positieve relatie tussen de ratio van non-audit service vergoedingen op totale vergoedingen en overlopende posten. Zij breidde de test echter verder uit, door variabele toe te voegen, waaronder corporate governance, waardoor zij tot de conclusie kwamen dat corporate governance hierin een rol speelt. Het verlenen van non-audit service tast volgens hen de onafhankelijkheid van accountants niet aan (Larcker & Richardson, 2004). Ruddock, Taylor en Taylor (2006) trekken de uitkomsten van onder andere Frankel en andere (2002) en Ashbaugh en andere (2003) nog in twijfel vanwege het feit dat de informatie nodig voor het onderzoeken van hun variabele, zoals openbare vergoedingen, niet altijd beschikbaar is. Daarom deden zij dezelfde test met op nieuws gebaseerd winst kwaliteit als variabele. Hiermee kwamen zij tot de conclusie dat non-audit service vergoedingen niet leidt tot minder onafhankelijkheid in feite (Ruddock, Taylor, & Taylor, 2006). 18

20 Kinney, Palmrose en Scholz (2004) deden een soort gelijke test, met een vergelijkbare steekproef, als Frankel en andere (2002) en Ashbaugh en andere (2003) alleen namen een andere variabele. Waar de vorige testen als variabele overlopende posten namen, namen Kinney en andere (2004) de kans dat de financiële verslaggeving nog gewijzigd werd na de audit als variabele. Ook namen zij niet alleen non-audit service mee in hun model, maar zij splitste verschillende soorten van non-audit services op in individuele services. Zij vonden een positieve link tussen non-audit service en de gewijzigde verslaggeving. Hiermee concludeerde zij dat accountants door de vergoeding op non-audit services dermate economisch afhankelijk werden. Tegelijkertijd vonden zij een negatieve relatie tussen belasting services en de gewijzigde verslaggeving. Zij maken als statement dat belasting services dus niet leiden tot onafhankelijkheid in feite en dat belasting service dan ook naast non-audit services gezien kan worden. Waar belastingservices de onafhankelijkheid van de accountants niet aantastte, is dit wel het gevolg van non-audit services (Kinney, Palmrose, & Scholz, 2004). Chung & Kallapur (2003) gebruikte niet de proportie non-audit service vergoedingen ten opzicht van de totale vergoedingen, maar de proportie van totale vergoedingen ten opzichte van de totale inkomsten van het accountantskantoor. Deze ratio geeft volgens hen veel beter het belang van de klant weer. Wel werd alleen onderzoek gedaan in Big 5 bedrijven, de vijf grootste accountantskantoren van de wereld. Er werd geen bewijs gevonden dat het belang van de klant een rol speelt in winstmanipulatie. De conclusie is dan ook dat non-audit service vergoedingen niet de onafhankelijkheid van accountants aantast. (Chung & Kallapur, 2003). Francis & Ke (2006) deden ook onderzoek rond de Big 5 kantoren. Hun onderzoek leek sterk op het onderzoek van Frankel en andere (2002). Zij hadden ook dezelfde bevindingen, namelijk dat non-audit service de onafhankelijkheid van accountants aantast. Dit kwam omdat er een negatieve relatie werd gevonden tussen de ratio van non-audit service vergoedingen op totale vergoedingen en overlopende passiva. De bevindingen golden wel alleen voor Big 5 bedrijven (Francis & Ke, 2006). 5.4 Conclusie Een going concern oordeel is een oordeel van de accountant over de levensvatbaarheid van zijn cliënt. Op het moment dat een going concern oordeel wordt afgegeven gaat de accountant ervan uit dat de cliënt nog minimaal een jaar kan voortbestaan. Ondanks dat het moeilijk is om de juiste informatie te verkrijgen, zijn er onderzoeken gedaan naar de going concern oordelen en de onafhankelijkheid van de accountants, op het moment dat er non-audit services 19

21 worden verleend. De resultaten zijn niet allemaal gelijk, maar leidden wel tot een duidelijk beeld. Er lijkt geen sprake te zijn van een relatie tussen vergoedingen op non-audit services en going concern oordelen. Hiermee impliceert de variabele going concern oordeel dat de onafhankelijkheid in feite van de accountant niet wordt aangetast door non-audit service vergoedingen. Bij een goedkeurende verklaring is alles in orde, terwijl dit bij een afkeurende verklaring niet zo is. Deze variabele lijkt sterk op die van de going concern oordeel maar kijkt naar het afgelopen jaar in plaats van komend jaar. De suggestie wekt dat een accountant bij een cliënt die hoge vergoedingen betaald voor bijvoorbeeld non-audit services eerder geneigd is een goedkeurende verklaring af te geven. Door te testen of dit het geval is wordt een relatie tussen onafhankelijkheid en non-audit services getest. De onderzoeken met de variabele afkeurende verklaring leidde tot wisselende resultaten, waarin de meerderheid geen effect tussen vergoedingen en het afgeven van een goed- dan wel afkeurende verklaring vond. De resultaten zijn wisselend omdat veel verschillende steekproeven, verschillende tijden en verschil in de variabele vergoedingen zijn gebruikt. De meerderheid vond geen effect, wat inhoud dat het afgeven van een goed- dan wel afkeurende verklaring de onafhankelijkheid van accountants niet aantast. Onderzoek naar de onafhankelijkheid van de accountant via winstmanipulatie levert verschillende bevindingen op. Winstmanipulatie is het overkoepelde geheel waaronder overlopende posten en het wijzigen van de financiële verslaggeving na de audit worden verstaan. Bij de aanwezigheid van winstmanipulatie worden winsten gepresenteerd welke niet overeenstemmen met de werkelijkheid. De variabele die genomen wordt om non-audit service of het belang van de cliënt te meten is niet eenduidig. Verschillende metingen werden gedaan met de ratio van non-audit service vergoedingen op totale vergoedingen, non-audit service vergoedingen, totale vergoedingen en de ratio s van totale vergoedingen op totale inkomsten en non-audit service vergoedingen op totale inkomsten. Doordat er verschillende metingen zijn gedaan zijn er ook verschillende uitkomsten. Verschillende onderzoekers vinden een negatieve relatie, met als gevolg de conclusie dat de vergoeding op non-audit services ervoor zorgt dat de onafhankelijkheid van de accountants in gevaar komt. Maar meer onderzoekers vinden geen relatie of juist een positieve relatie. Met de conclusie dat de vergoeding op nonaudit services er niet voor zorgt dat de onafhankelijkheid van de accountant in gevaar komt. 20

Zwart, wit of grijs? Een literatuurstudie naar de onafhankelijkheid van de accountant. Carly Former

Zwart, wit of grijs? Een literatuurstudie naar de onafhankelijkheid van de accountant. Carly Former Zwart, wit of grijs? Een literatuurstudie naar de onafhankelijkheid van de accountant Carly Former 0541885 9 juli 2009 Mw. E.A. Duyster-Went RA Bachelor thesis Universiteit van Amsterdam Faculteit Economie

Nadere informatie

Het verwachte effect van de scheiding tussen audit en non-audit diensten op de onafhankelijkheid van accountants

Het verwachte effect van de scheiding tussen audit en non-audit diensten op de onafhankelijkheid van accountants Het verwachte effect van de scheiding tussen audit en non-audit diensten op de onafhankelijkheid van accountants Bachelorscriptie Definitieve versie Naam: Hidde Wyngaard Studentnummer: 6074340 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

De onafhankelijkheid van de accountant en het verlenen van nonaudit services: bewijs aan de hand van drie verschillende maatstaven

De onafhankelijkheid van de accountant en het verlenen van nonaudit services: bewijs aan de hand van drie verschillende maatstaven De onafhankelijkheid van de accountant en het verlenen van nonaudit services: bewijs aan de hand van drie verschillende maatstaven Bachelorscriptie Naam: Joris Tanke Studentnummer: 5947448 Bachelor: Economie

Nadere informatie

Het effect van het verlenen van non-auditdiensten op de onafhankelijkheid van de accountant

Het effect van het verlenen van non-auditdiensten op de onafhankelijkheid van de accountant Universiteit van Amsterdam Faculteit Economie en Bedrijfskunde Bachelor Accountancy en Control Het effect van het verlenen van non-auditdiensten op de onafhankelijkheid van de accountant Naam Max van Egmond

Nadere informatie

De invloed van het Litigation risk op Audit Kwaliteit

De invloed van het Litigation risk op Audit Kwaliteit De invloed van het Litigation risk op Audit Kwaliteit Bachelor Scriptie Naam: Mandy Zwarthoed Studentnummer: 10003169 Inleverdatum: 2-7-2013 Opleiding: BSc Accountancy & Control Universiteit: Universiteit

Nadere informatie

Tast het verlenen van non-audit diensten naast het verlenen van audit diensten de onafhankelijkheid van de accountant aan

Tast het verlenen van non-audit diensten naast het verlenen van audit diensten de onafhankelijkheid van de accountant aan 1 Tast het verlenen van non-audit diensten naast het verlenen van audit diensten de onafhankelijkheid van de accountant aan Denny Smink 6082637 Definitieve versie 25 Juni 2012 Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Wat is de relatie tussen accountantscontrole en advies? Een overzicht van de bestaande literatuur.

Wat is de relatie tussen accountantscontrole en advies? Een overzicht van de bestaande literatuur. Wat is de relatie tussen accountantscontrole en advies? Een overzicht van de bestaande literatuur. Jan Bouwens 1 Professor of accounting at Cambridge University, Judge Business School en Managing director

Nadere informatie

The influence of non-audit services on auditor independence

The influence of non-audit services on auditor independence The influence of non-audit services on auditor independence Ka Yiu Lee 5941334 Bachelor Scriptie 25 juni - 2012 Universiteit van Amsterdam Economie en Bedrijfskunde, Studierichting Accountancy & Control

Nadere informatie

Niet-audit diensten en de onafhankelijkheid van de controlerend accountant

Niet-audit diensten en de onafhankelijkheid van de controlerend accountant Niet-audit diensten en de onafhankelijkheid van de controlerend accountant Mylène Goei 5784190 1 januari 2012 Faculteit Economie en Bedrijfskunde Begeleider: André Th. A. Koet RA Inhoudsopgave 1. Abstract

Nadere informatie

Verplichte Audit-Firm Rotatie: de effecten op de kwaliteit van de accountantscontrole

Verplichte Audit-Firm Rotatie: de effecten op de kwaliteit van de accountantscontrole Verplichte Audit-Firm Rotatie: de effecten op de kwaliteit van de accountantscontrole Door: Marinka Karsemeijer Collegekaartnummer: 5876699 Datum: 21 juli 2011 Universiteit van Amsterdam (FEB) Supervisor:

Nadere informatie

Verschillen en overeenkomsten tussen SOx en SAS 70

Verschillen en overeenkomsten tussen SOx en SAS 70 Compact 2007/3 Verschillen en overeenkomsten tussen SOx en SAS 70 Drs. J.H.L. Groosman RE Sinds de bekende boekhoudschandalen is er veel aandacht voor de interne beheersing en goed ondernemingsbestuur,

Nadere informatie

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA)

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 706, PARAGRAFEN TER BENADRUKKING VAN BEPAALDE AANGELEGENHEDEN EN PARAGRAFEN INZAKE OVERIGE AANGELEGENHEDEN IN DE CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE AUDITOR

Nadere informatie

In hoeverre heeft de grootte van een accountantskantoor invloed op de kwaliteit van een accountantscontrole?

In hoeverre heeft de grootte van een accountantskantoor invloed op de kwaliteit van een accountantscontrole? In hoeverre heeft de grootte van een accountantskantoor invloed op de kwaliteit van een accountantscontrole? Robert van der Vijver 6068731 Bachelorscriptie Accountancy & Control Faculteit Economie & Bedrijfskunde

Nadere informatie

ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN

ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

ISA 510, INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN - BEGINSALDI

ISA 510, INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN - BEGINSALDI INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 510, INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN - BEGINSALDI Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in 2009 in de Engelse taal gepubliceerd door de International

Nadere informatie

Amsterdam Business School Nader onderzoek naar de onafhankelijkheid van de accountant

Amsterdam Business School Nader onderzoek naar de onafhankelijkheid van de accountant Amsterdam Business School Nader onderzoek naar de onafhankelijkheid van de accountant Naam: René Janssen Student nummer: 6194540 Scriptiebegeleider: Dr. B.J. van Praag Datum: 25-06-2012 MSc Accountancy

Nadere informatie

De invloed van de aanwezigheid van een audit committee op de kwaliteit van de jaarrekening

De invloed van de aanwezigheid van een audit committee op de kwaliteit van de jaarrekening De invloed van de aanwezigheid van een audit committee op de kwaliteit van de jaarrekening Bachelorscriptie - BSc Accountancy & Control Kevin Wanschers 10411305 Definitieve versie 29 juni 2015 Begeleider

Nadere informatie

Going concern clausules en het selffulfilling

Going concern clausules en het selffulfilling Going concern clausules en het selffulfilling prophecy effect Ilse Carina Eland 6278426/10000389 Faculteit Economie en Bedrijfskunde, Universiteit van Amsterdam Bachelorscriptie Accountancy & Control Begeleider:

Nadere informatie

Prof dr Philip Wallage 2 JUNI 2010 AMSTERDAM SEMINAR EUMEDION, NIVRA EN VBA

Prof dr Philip Wallage 2 JUNI 2010 AMSTERDAM SEMINAR EUMEDION, NIVRA EN VBA Wat is de feitelijke rol van de accountant ten aanzien van het jaarverslag en elders opgenomen niet financiële informatie? In hoeverre matcht deze rol met de verwachtingen van beleggers? Prof dr Philip

Nadere informatie

De relatie tussen economische afhankelijkheid. en de kwaliteit van de accountantscontrole.

De relatie tussen economische afhankelijkheid. en de kwaliteit van de accountantscontrole. De relatie tussen economische afhankelijkheid en de kwaliteit van de accountantscontrole. Student name: Paulette Vos Student number: 10527834 Date: 21 th of June 2014 First supervisor: Dr. J.J.F. van Raak

Nadere informatie

De invloed van non-audit services op de onafhankelijkheid van de accountant

De invloed van non-audit services op de onafhankelijkheid van de accountant De invloed van non-audit services op de onafhankelijkheid van de accountant Sven Haver Universiteit van Amsterdam Studentnummer 10219862 Bachelor scriptie Accountancy & Control Begeleider: dhr. A.T.A.

Nadere informatie

ISA 700, HET VORMEN VAN EEN OORDEEL EN HET RAPPORTEREN OVER FINANCIËLE OVERZICHTEN

ISA 700, HET VORMEN VAN EEN OORDEEL EN HET RAPPORTEREN OVER FINANCIËLE OVERZICHTEN INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 700, HET VORMEN VAN EEN OORDEEL EN HET RAPPORTEREN OVER FINANCIËLE OVERZICHTEN Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in 2009 in de Engelse taal gepubliceerd

Nadere informatie

ISA 710, Ter vergelijking opgenomen informatie overeenkomstige cijfers en vergelijkende financiële overzichten.

ISA 710, Ter vergelijking opgenomen informatie overeenkomstige cijfers en vergelijkende financiële overzichten. INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 710, Ter vergelijking opgenomen informatie overeenkomstige cijfers en vergelijkende financiële overzichten. Copyright IFAC Deze Internationale controlestandaard

Nadere informatie

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i Aan: de aandeelhouders en de raad van commissarissen van... (naam entiteit(en)) A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 201X

Nadere informatie

Verplichte accountantskantoor roulatie en het effect op de kwaliteit van de accountantscontrole

Verplichte accountantskantoor roulatie en het effect op de kwaliteit van de accountantscontrole Verplichte accountantskantoor roulatie en het effect op de kwaliteit van de accountantscontrole Naam: Joost Bakker Studentnummer: 6189733 Datum: 25 juni 2012 Versie: Final Universiteit: Universiteit van

Nadere informatie

De invloed van de recente ontwikkelingen op het gedrag van de accountant ten aanzien van de going-concern rapportage

De invloed van de recente ontwikkelingen op het gedrag van de accountant ten aanzien van de going-concern rapportage De invloed van de recente ontwikkelingen op het gedrag van de accountant ten aanzien van de going-concern rapportage Bachelor thesis Sacha Kappers 10001592 Eerste versie: 24 juni 2013 Definitieve versie:

Nadere informatie

Verplichte kantoorroulatie en audit kwaliteit

Verplichte kantoorroulatie en audit kwaliteit Sophie van der Zwet 10108610 Verplichte kantoorroulatie en audit kwaliteit In hoeverre heeft verplichte kantoorroulatie een positieve invloed op de audit kwaliteit? Bachelorscriptie Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Achtergrond en Probleemstelling

Achtergrond en Probleemstelling 142 Achtergrond en Probleemstelling Dit proefschrift onderzoekt hoe de kwaliteit van accountantscontroles van financiële verantwoordingen verband houden met de gereguleerde context waarin die controles

Nadere informatie

Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming?

Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming? Vragen hoofdstuk 8: Externe verslaggeving Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming? Externe verslaggeving is, zoals de naam al aangeeft, gericht op het verschaffen van informatie aan partijen

Nadere informatie

Consultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden 30 juli 2015

Consultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden 30 juli 2015 Dit document maakt gebruik van bladwijzers Consultatiedocument Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden 30 juli 2015 Consultatieperiode loopt tot en met 21 september 2015

Nadere informatie

Het beperken van de duur van de aanstelling van een accountant, en het effect daarvan op de kwaliteit van de accountantscontrole

Het beperken van de duur van de aanstelling van een accountant, en het effect daarvan op de kwaliteit van de accountantscontrole Het beperken van de duur van de aanstelling van een accountant, en het effect daarvan op de kwaliteit van de accountantscontrole Inge van Maanen 5603471 Bachelorscriptie 10 ECTS Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

De kwaliteit van governance, verslaggeving en accountantscontrole gaat omhoog

De kwaliteit van governance, verslaggeving en accountantscontrole gaat omhoog De kwaliteit van governance, verslaggeving en accountantscontrole gaat omhoog Activiteitenagenda 1. Monitoring maatregelen en veranderplannen OOB-accountantsorganisaties De accountantsorganisaties die

Nadere informatie

Kan ik procesbijstand verlenen bij een fiscale procedure van een audit cliënt van een geassocieerde accountant?

Kan ik procesbijstand verlenen bij een fiscale procedure van een audit cliënt van een geassocieerde accountant? Kan ik procesbijstand verlenen bij een fiscale procedure van een audit cliënt van een geassocieerde accountant? Juli 2018 Commissie Beroepszaken Inhoud 1. Inleiding 3 2. Samenwerken met accountants in

Nadere informatie

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA)

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 720, DE VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE AUDITOR MET BETREKKING TOT ANDERE INFORMATIE IN DOCUMENTEN WAARIN GECONTROLEERDE FINANCIËLE OVERZICHTEN ZIJN OPGENOMEN

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-4 Relevant orgaan... 5-10 Te communiceren controle-aangelegenheden

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Nederlandse Waterschapsbank N.V. Verklaring over de jaarrekening 2015

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van accountants binnen de EU

Aansprakelijkheid van accountants binnen de EU Aansprakelijkheid van accountants binnen de EU Commentaar NIVRA op EU Consultatie, maart 2007 Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants Inleiding De laatste jaren wordt veel gediscussieerd

Nadere informatie

VRAGENLIJST NADERE VOORSCHRIFTEN ONAFHANKELIJKHEID 1. (deel A: cliëntniveau) Cliëntnaam: Cliëntnummer: Jaar: Paraaf Datum Dossiercode

VRAGENLIJST NADERE VOORSCHRIFTEN ONAFHANKELIJKHEID 1. (deel A: cliëntniveau) Cliëntnaam: Cliëntnummer: Jaar: Paraaf Datum Dossiercode VRAGENLIJST NADERE VOORSCHRIFTEN ONAFHANKELIJKHEID 1 (deel A: cliëntniveau) Cliëntnaam: Cliëntnummer: Jaar: Paraaf Datum Dossiercode 1. Waarborgen in de organisatie van de assurancecliënt 1.1 Ga na of

Nadere informatie

AUDIT QUALITY VAN ACCOUNTANTSKANTOREN BIG FOUR VERSUS NON-BIG FOUR

AUDIT QUALITY VAN ACCOUNTANTSKANTOREN BIG FOUR VERSUS NON-BIG FOUR AUDIT QUALITY VAN ACCOUNTANTSKANTOREN BIG FOUR VERSUS NON-BIG FOUR Naam: Zhi Kwan Cheung Student nummer: 10095039 Datum: 1 juli 2013, definitieve versie Kwalificatie: BSc Accountancy & Control Instelling:

Nadere informatie

Audit Quality. Heeft diversiteit tussen mannen en vrouwen invloed op de kwaliteit van de audit?

Audit Quality. Heeft diversiteit tussen mannen en vrouwen invloed op de kwaliteit van de audit? Audit Quality Heeft diversiteit tussen mannen en vrouwen invloed op de kwaliteit van de audit? Fleur Birnie 10059652 1 Juli 2013 Eerste versie Bachelor Economie en Bedrijfskunde Richting Accountancy &

Nadere informatie

Directiestatuut N.V. Waterbedrijf Groningen

Directiestatuut N.V. Waterbedrijf Groningen Directiestatuut N.V. Waterbedrijf Groningen Dit Directiestatuut is op 14 december 2006 ter kennis gebracht aan de algemene vergadering van aandeelhouders en na goedkeuring door de raad van commissarissen

Nadere informatie

Indorama Ventures Public Company Limited Ondernemingsbestuur beleid

Indorama Ventures Public Company Limited Ondernemingsbestuur beleid Indorama Ventures Public Company Limited Ondernemingsbestuur beleid (Goedgekeurd door de raad van bestuur vergadering nr.1/2009 op 29 september 2009) Bericht van de voorzitter Indorama Ventures Public

Nadere informatie

ISA 610, GEBRUIKMAKEN VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN INTERNE AUDITORS

ISA 610, GEBRUIKMAKEN VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN INTERNE AUDITORS INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 610, GEBRUIKMAKEN VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN INTERNE AUDITORS Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in 2009 in de Engelse taal gepubliceerd door de

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 510 EERSTE UITVOERING VAN CONTROLE-OPDRACHTEN OPENINGSSALDI

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 510 EERSTE UITVOERING VAN CONTROLE-OPDRACHTEN OPENINGSSALDI INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 510 EERSTE UITVOERING VAN CONTROLE-OPDRACHTEN OPENINGSSALDI INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-3 Controlewerkzaamheden... 4-10 Controlebevindingen en rapportering...

Nadere informatie

PostNL Groepsprocedure inzake Conflicterende Belangen

PostNL Groepsprocedure inzake Conflicterende Belangen PostNL Groepsprocedure inzake Conflicterende Belangen Datum 12/4/2018 Auteur Versie 2.0 Director Audit & Security De definities, communicatie en uitvoering van dit Groepsbeleid zijn te vinden op de website

Nadere informatie

Kwaliteitsverschil audit grote en middelgrote accountantskantoren. Bachelorscriptie Tamara Heuyerjans Studentnummer: 6048986

Kwaliteitsverschil audit grote en middelgrote accountantskantoren. Bachelorscriptie Tamara Heuyerjans Studentnummer: 6048986 Kwaliteitsverschil audit grote en middelgrote accountantskantoren Bachelorscriptie Naam: Tamara Heuyerjans Studentnummer: 6048986 Docent : Dhr. R. van Loon Opleiding: Bedrijfseconomie variant Accountancy

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Meer duidelijkheid over samenstellingsopdrachten met komst Standaard 4410

Meer duidelijkheid over samenstellingsopdrachten met komst Standaard 4410 Spotlight Meer duidelijkheid over samenstellingsopdrachten met komst Standaard 4410 Robert van der Glas - Statutaire compliance, Tax Reporting & Strategy De NBA heeft onlangs de herziene standaard uitgebracht

Nadere informatie

TETRALERT - ONDERNEMING VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE RICHTLIJN AANDEELHOUDERSRECHTEN

TETRALERT - ONDERNEMING VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE RICHTLIJN AANDEELHOUDERSRECHTEN TETRALERT - ONDERNEMING VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE RICHTLIJN AANDEELHOUDERSRECHTEN 1. Inleiding Op 9 april 2014 maakte de Europese Commissie aan het Europees Parlement een voorstel van richtlijn over

Nadere informatie

Datum Onderwerp Referentie Bijlage(n) Doorkiesnummer 24 juni 2016 Reactie op consultatie. VS Tekstsuggesties T

Datum Onderwerp Referentie Bijlage(n) Doorkiesnummer 24 juni 2016 Reactie op consultatie. VS Tekstsuggesties T Brancheorganisaties Zorg T.a.v. mr. Yvonne C.M.T. van Rooy Postbus 9696 3506 GR Utrecht Datum Onderwerp Referentie Bijlage(n) Doorkiesnummer 24 juni 2016 Reactie op consultatie Zorgbrede VS Tekstsuggesties

Nadere informatie

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van Lavide Holding N.V. te Alkmaar gecontroleerd.

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van Lavide Holding N.V. te Alkmaar gecontroleerd. Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Grant Thornton Accountants en Adviseurs B.V. De Passage 150 Postbus 71003 1008 BA Amsterdam T 088-676 90 00 F 088-676 90 10

Nadere informatie

Onafhankelijkheid van de accountant in relatie tot de non-audit services

Onafhankelijkheid van de accountant in relatie tot de non-audit services Onafhankelijkheid van de accountant in relatie tot de non-audit services Martijn Pieter Ooijevaar Universiteit van Amsterdam Studentnummer 5800366 Bachelorscriptie Accountancy & Control Begeleider: André

Nadere informatie

JAN. Aan: het bestuur van het Nederlands Instituut voor Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk (Vereniging NIVON) te Amsterdam

JAN. Aan: het bestuur van het Nederlands Instituut voor Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk (Vereniging NIVON) te Amsterdam CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van het Nederlands Instituut voor Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk (Vereniging NIVON) te Amsterdam A. Verklaring over de in het

Nadere informatie

Een kwestie van principes

Een kwestie van principes Een kwestie van principes De Verordening Gedragscode voor registeraccountants in het kort Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants Hoofdlijnen van de Verordening Gedragscode Op 1 januari

Nadere informatie

ISA 320, MATERIALITEIT BIJ DE PLANNING EN UITVOERING VAN EEN CONTROLE

ISA 320, MATERIALITEIT BIJ DE PLANNING EN UITVOERING VAN EEN CONTROLE INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 320, MATERIALITEIT BIJ DE PLANNING EN UITVOERING VAN EEN CONTROLE Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in 2009 in de Engelse taal gepubliceerd door

Nadere informatie

Herziene Standaard 4410 Samenstellingsopdrachten

Herziene Standaard 4410 Samenstellingsopdrachten Herziene Standaard 4410 Samenstellingsopdrachten Charles Kock Lid Adviescollege beroepsreglementering NBA Vakdirecteur Accountancy Flynth Carel Verdiesen Vice-voorzitter Adviescollege beroepsreglementering

Nadere informatie

Masterproef De invloed van het aanbieden van non-auditdiensten op de gepercipieerde auditkwaliteit in private bedrijven

Masterproef De invloed van het aanbieden van non-auditdiensten op de gepercipieerde auditkwaliteit in private bedrijven 2016 2017 FACULTEIT BEDRIJFSECONOMISCHE WETENSCHAPPEN master in de toegepaste economische wetenschappen: handelsingenieur Masterproef De invloed van het aanbieden van non-auditdiensten op de gepercipieerde

Nadere informatie

Richtlijn 4401 Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot informatietechnologie

Richtlijn 4401 Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot informatietechnologie Richtlijn 4401 Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot informatietechnologie Inleiding 1-3 Doel van de opdracht tot het verrichten van overeengekomen

Nadere informatie

Global Policy. Responsible Party: Director, Global Compliance & Ethics Programs. Conflict Of Interest. Title: Next Review Date:

Global Policy. Responsible Party: Director, Global Compliance & Ethics Programs. Conflict Of Interest. Title: Next Review Date: oktober 2018 Issue oktober 2016 Page: 1 of 5 I. DOEL Als medewerkers en leden van de raad van commissarissen van Modine zijn wij jegens Modine Manufacturing Company en dochterondernemingen (gezamenlijk

Nadere informatie

De onafhankelijkheid van een accountant, verplichte kantoorroulatie en scheiding van audit en nonauditdiensten.

De onafhankelijkheid van een accountant, verplichte kantoorroulatie en scheiding van audit en nonauditdiensten. De onafhankelijkheid van een accountant, verplichte kantoorroulatie en scheiding van audit en nonauditdiensten. Name: Amel Guediche Student-ID: 6041701 Thesis: BSc Economie en Bedrijfskunde - Accountancy

Nadere informatie

Modelverslagen met betrekking tot de statistieken

Modelverslagen met betrekking tot de statistieken Bijlage 6 Circulaire _2011_06-6 dd. 14 februari 2011 Modelverslagen met betrekking tot de statistieken Toepassingsveld: Openbare instellingen voor collectieve belegging naar Belgisch recht met een veranderlijk

Nadere informatie

Audit kwaliteit door de proxy earnings

Audit kwaliteit door de proxy earnings Audit kwaliteit door de proxy earnings Een analyse of earnings een juiste proxy is om audit kwaliteit te meten M.W. Blokdijk 10214534 30 Juni 2014, V1 BSc Accountancy and Control University of Amsterdam

Nadere informatie

Controleprotocol subsidies gemeente Amersfoort

Controleprotocol subsidies gemeente Amersfoort Controleprotocol subsidies gemeente Amersfoort Controleprotocol voor de accountantscontrole bij door de gemeente Amersfoort gesubsidieerde organisaties November 2014 # 4174019 Algemeen Op grond van de

Nadere informatie

Gedragsregels van de Raad van Advies van Sint Maarten Omtrent de handhaving van de onafhankelijkheid van de Raad en de kwaliteit van zijn adviezen

Gedragsregels van de Raad van Advies van Sint Maarten Omtrent de handhaving van de onafhankelijkheid van de Raad en de kwaliteit van zijn adviezen I. Inleiding Gedragsregels van de Raad van Advies van Sint Maarten Omtrent de handhaving van de onafhankelijkheid van de Raad en de kwaliteit van zijn adviezen De Raad van Advies streeft na de beginselen

Nadere informatie

Controleprotocol subsidie Vervoersautoriteit MRDH - Openbaar Vervoer, concessie Bus -

Controleprotocol subsidie Vervoersautoriteit MRDH - Openbaar Vervoer, concessie Bus - Controleprotocol subsidie Vervoersautoriteit MRDH - Openbaar Vervoer, concessie Bus - 1. Inleiding 1.1 Dit protocol heeft betrekking op de controle van de door de subsidieontvanger af te leggen verantwoording

Nadere informatie

HOEBERT HULSHOF & ROEST

HOEBERT HULSHOF & ROEST Inleiding Artikel 1 Deze standaard voor aan assurance verwante opdrachten heeft ten doel grondslagen en werkzaamheden vast te stellen en aanwijzingen te geven omtrent de vaktechnische verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V.

Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Grant Thornton Accountants en Adviseurs B.V. De Passage 150 Postbus 71003 1008 BA Amsterdam T 088-676 90 00 F 088-676 90 10

Nadere informatie

Doorlopende tekst van Verordening gedrags- en beroepsregels (VGBA) uitgaande van aanvaarding van door het bestuur ingediende amendementen 1

Doorlopende tekst van Verordening gedrags- en beroepsregels (VGBA) uitgaande van aanvaarding van door het bestuur ingediende amendementen 1 Doorlopende tekst van Verordening gedrags- en beroepsregels (VGBA) uitgaande van aanvaarding van door het bestuur ingediende amendementen 1 2 december 2013 1 De hiernavolgende tekst van VGBA geeft de tekst

Nadere informatie

Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond?

Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond? Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond? Donderdag 13 maart 2014 Martijn Kilsdonk MScHA Manager behandeling & begeleiding en Planetree coördinator Disclosure belangen

Nadere informatie

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING 560 GEBEURTENISSEN NA DE EINDDATUM VAN DE PERIODE

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING 560 GEBEURTENISSEN NA DE EINDDATUM VAN DE PERIODE INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING 560 GEBEURTENISSEN NA DE EINDDATUM VAN DE PERIODE INHOUDSOPGAVE Paragraaf Inleiding... 1-3 Definities... 4 Gebeurtenissen die zich vóór de datum van de controleverklaring

Nadere informatie

Invloed van de aanwezigheid van een audit comité op de kwaliteit van de financiële jaarverslaggeving

Invloed van de aanwezigheid van een audit comité op de kwaliteit van de financiële jaarverslaggeving Invloed van de aanwezigheid van een audit comité op de kwaliteit van de financiële jaarverslaggeving Bachelor Thesis Accountancy & Control Naam: Cindy de Vries Studentnummer: 10495789 Datum: 28 juni 2016

Nadere informatie

Materieel belang in de jaarrekening. Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving

Materieel belang in de jaarrekening. Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving Materieel belang in de jaarrekening Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving Agenda Inleiding Doel van de jaarrekening Wat is materieel belang Wat

Nadere informatie

De accountant en het bestuursverslag Visie NBA Young Profs

De accountant en het bestuursverslag Visie NBA Young Profs De accountant en het bestuursverslag Visie NBA Young Profs Aanleiding Op 13 november 2015 publiceerde de NBA haar consultatiedocument De accountant en het bestuursverslag: Verder kijken dan de jaarrekening.

Nadere informatie

Controleprotocol verantwoording van subsidies vanaf ,- provincie Utrecht mei 2017

Controleprotocol verantwoording van subsidies vanaf ,- provincie Utrecht mei 2017 Controleprotocol verantwoording van subsidies vanaf 125.000,- provincie Utrecht mei 2017 Dit protocol vormt een uitwerking van artikel 23 lid 2, van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Asv).

Nadere informatie

In hoeverre biedt een analyse van de natuurlijke adviesfunctie inzicht in de verhouding tussen audit en non- auditdiensten?

In hoeverre biedt een analyse van de natuurlijke adviesfunctie inzicht in de verhouding tussen audit en non- auditdiensten? In hoeverre biedt een analyse van de natuurlijke adviesfunctie inzicht in de verhouding tussen audit en non- auditdiensten? Een literatuuronderzoek naar de verschillende ideeën betreffende de scheiding

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA)

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 700 (Herzien), Het vormen van een oordeel en het rapporteren over financiële overzichten Copyright IFAC Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Deze dissertatie gaat over antecedenten en consequenties van publiek vertrouwen in organisaties die betrokken zijn bij de ontwikkeling van en de besluitvorming

Nadere informatie

Training Marketing. Marketing, bouwen aan een sterk merk

Training Marketing. Marketing, bouwen aan een sterk merk Training Marketing Marketing, bouwen aan een sterk merk Marketing is vandaag de dag onmisbaar voor een bedrijf om de verkoop van je producten en diensten te bevorderen. Sterker nog, het is een vereiste

Nadere informatie

JAN CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT *136076* Aan: de aandeelhouder van Scotch Whisky International B.V. A. Verklaring over de in het jaarrapport opgenomen jaarrekening 2017 Ons oordeel

Nadere informatie

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA)

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 700 (Herzien), Het vormen van een oordeel en het rapporteren over financiële overzichten Copyright IFAC Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in

Nadere informatie

Bijlage C Onafhankelijkheidsvereisten voor de leden van de raad van commissarissen van Ernst & Young Nederland LLP ( RvC )

Bijlage C Onafhankelijkheidsvereisten voor de leden van de raad van commissarissen van Ernst & Young Nederland LLP ( RvC ) Bijlage C Onafhankelijkheidsvereisten voor de leden van de raad van commissarissen van Ernst & Young Nederland LLP ( RvC ) Uitgangspunten Uitgangspunten bij het borgen van de normen geldend voor de Accountantsorganisatie

Nadere informatie

Accountantsprotocol declaratieproces. revalidatiecentra 2018: bestaan en werking

Accountantsprotocol declaratieproces. revalidatiecentra 2018: bestaan en werking Copro 15223 Accountantsprotocol declaratieproces revalidatiecentra 2018: bestaan en werking Definitief 2017 Inhoud 1. Inleiding en uitgangspunten 3 2. Onderzoeksaanpak accountant 4 2.1 Doel en reikwijdte

Nadere informatie

Controleprotocol Jaarrekening Gemeente De Bilt 2014

Controleprotocol Jaarrekening Gemeente De Bilt 2014 Behoort bij raadsbesluit d.d. 29 januari 2015 tot vaststelling van het 'Controleprotocol 2014'. Controleprotocol Jaarrekening 2014 Inhoudsopgave 1. Samenvatting... 3 2. Inleiding... 3 2.1 Doelstelling...

Nadere informatie

Gedragscode Bureau Financieel Toezicht

Gedragscode Bureau Financieel Toezicht Gedragscode Bureau Financieel Toezicht Welke uitgangspunten geven richting aan ons gedrag? INLEIDING Deze gedragscode beschrijft de waarden die richting geven aan het werken bij het Bureau Financieel Toezicht

Nadere informatie

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting Gooisch Natuurreservaat A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2016 Ons oordeel Wij hebben de

Nadere informatie

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008 Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008 1 Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden Vastgesteld

Nadere informatie

Rubriek Verslaggeving en Verslaglegging. Het mega project van de IASB

Rubriek Verslaggeving en Verslaglegging. Het mega project van de IASB Rubriek Verslaggeving en Verslaglegging Het mega project van de IASB Meerdere malen hebben we in deze rubriek gesproken over allerlei initiatieven van de International Accounting Standards Board (IASB)

Nadere informatie

Analyse belangenverstrengeling

Analyse belangenverstrengeling Analyse belangenverstrengeling Besproken in de bestuursvergadering van 7 mei 2015 Versie 31 mei 2015 Opgesteld door Mol & Pensioen 1 Inleiding Van belangenverstrengeling is sprake wanneer persoonlijke

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de algemene vergadering van Nederlandse Waterschapsbank N.V. Verklaring over de jaarrekening 2014 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2014 van

Nadere informatie

De accountant verklaart!

De accountant verklaart! Een accountant kan bij historische financiële informatie verschillende soorten opdrachten uitvoeren, afhankelijk van de vraagstelling van de opdrachtgever (hierna: de organisatie of het bestuur daarvan)

Nadere informatie

Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA)

Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA) (VGBA) Geldend per 1 januari 2014 Verordening gedrags- en beroepsregels accountants De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants, Gelet op artikel 19, tweede lid, aanhef en

Nadere informatie

Preview. Voorwoord. adviesbureaus op het gebied van managementsystemen en auditing;

Preview. Voorwoord. adviesbureaus op het gebied van managementsystemen en auditing; Voorwoord In 2003 verscheen de eerste druk van deze praktijkgids. Het doel was om organisaties te voorzien van een praktische toelichting op de nieuwe ISO 19011 Richtlijnen voor het uitvoeren van kwaliteits-

Nadere informatie

Wim Eysink Deloitte IIA Raad van Advies. Voorstellen herziene Corporate Governance Code

Wim Eysink Deloitte IIA Raad van Advies. Voorstellen herziene Corporate Governance Code Wim Eysink Deloitte IIA Raad van Advies Voorstellen herziene Corporate Governance Code De voorstelllen voor de nieuwe corporate governance code Compliance versus impact Zeist, 8 juni 2016 Commissie Peters

Nadere informatie

A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017

A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017 VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan de Raad van Beheer van de Stichting voor Protestants Christelijk Onderwijs voor Meppel e.o. A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017 Ons

Nadere informatie

ISA 705, AANPASSINGEN VAN HET OORDEEL IN DE CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE AUDITOR

ISA 705, AANPASSINGEN VAN HET OORDEEL IN DE CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE AUDITOR INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 705, AANPASSINGEN VAN HET OORDEEL IN DE CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE AUDITOR Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in 2009 in de Engelse

Nadere informatie

Graduation Document. General Information. Master of Science Architecture, Urbanism & Building Sciences. Student Number

Graduation Document. General Information. Master of Science Architecture, Urbanism & Building Sciences. Student Number Graduation Document Master of Science Architecture, Urbanism & Building Sciences General Information Student Number 4106105 Student Name Nicky Joy Sargentini E. nickysargentini@gmail.com T. 06 10 56 52

Nadere informatie

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting Gooisch Natuurreservaat A. Verklaring over de in het jaarverslag op

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting Gooisch Natuurreservaat A. Verklaring over de in het jaarverslag op CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting Gooisch Natuurreservaat A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017 B. Ons oordeel Wij hebben

Nadere informatie