EXTERNE FINANCIËLE VERSLAGGEVING

Transcriptie

1 EXTERNE FINANCIËLE VERSLAGGEVING Analyse van de jaarrekening Hoofdstuk 1: Inleidende beschouwingen 1.1 Analyse van de jaarrekening: definiëring Trachten de financiële staten te analyseren zodat informatie wordt verschaft over de prestaties in het verleden, de huidige situatie en de toekomstige prestaties Falingskans van bedrijf inschatten 3 belangrijke indicatoren van financiële gezondheid: - Rentabiliteit: winstgevendheid genereren van middelen om schulden af te lossen - Solvabiliteit: financiële structuur financieringswijze (LT bankenschulden) - Liquiditeit: dagelijkse activiteiten van bedrijf (KT leveranciersschulden) MO: - ook andere infobronnen (benchmarking, trends, ) kijken over langere periode - verschillende delen (ratio s en andere info) integreren globaal beeld - financiële analyse = verleden (gedateerde cijfers) <> falingskans = toekomst 1.2 Analyse van de jaarrekening: relevantie Voor verschillende belangenpartijen: - Aandeelhouders (aankoop/ verkoop, waardebepaling, aandeelprijs, ) - Schuldeisers o financiële instellingen (toekenning (waarborg, rente, bedrag) & opvolging kredieten) o leveranciers (leverancierskrediet info uit handelsrapporten) - Concurrenten, overnemers (fin. positie in markt, waardebepaling, rel. prestaties) (!! liquiditeit concurreren op betalingstermijnen) - Werknemers (werkzekerheid, marge loononderhandelingen, ) geïnformeerd door ondernemingsraad - Overheid (beeld van bedrijfs- en sectorsituatie) regulerende interventies als nodig - Managers (beoordeling o.b.v. winstcijfers) regulerende acties als resultaten tegenvallen 1.3 Analyse van de jaarrekening: voor welke bedrijven? Publicatieverplichting van de jaarrekening? Externe belangenpartijen kunnen enkel financiële analyse doen als jaarrekening gepubliceerd Alle vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid moeten publiceren Beschikbare informatie beïnvloed door nieuw KB van 15/12/2015 nieuwe schema s, nieuwe groottecriteria, geringe verschillen in waarderingsregels (venn. boekh.) Beschikbare informatie Oprichtingskosten geen VA meer Uitzonderlijke kosten niet-recurrente kosten 3 categorieën van ondernemingen (groottecriteria) ( in geval van meerdere schema s = beste telt) - Micro vennootschap (nooit moedervennootschap van een groep) verkort schema - Kleine vennootschap (nooit beursgenoteerd) verkort schema - Grote vennootschappen & beursgenoteerde vennootschappen volledig schema Hoe beperkter het schema, hoe lager de kwaliteit v/d analyse (minder ratio s berekenbaar) Sofie Vanden Eynden 2e bach

2 VERKORT SCHEMA VOLLEDIG SCHEMA Balans Balans Resultatenrekening Resultatenrekening zeer beperkte toelichting (MICRO) Uitgebreide toelichting ruimere toelichting (KLEIN) Geen jaarverslag (RvB) Jaarverslag (RvB) Geen commissaris-revisorverslag (= controle van 3 e partij) Verslag van de commissaris revisor Criteria ter bepaling van type jr-schema op geconsolideerde basis getoetst Bepalen getrouwe beeld en graad van detaillering = zijn verschillend tussen bedrijven Waarom volledig schema: - Verslag van de raad van bestuur: beschrijving voornaamste risico s, info belangrijke gebeurtenissen na jaarafsluiting, verbale toelichting bij resultaten - Verslag van de commissaris revisor: oordeel (z)onder voorbehoud, eventueel benadrukking van bepaalde aangelegenheden

3 Hoofdstuk 2: Voorbereidende fase voor analyse v/d jaarrekening - aandachtspunten 2.1 Voorbereidende werkzaamheden op sectorniveau Algemeen profiel schetsen van de sector sterke/ zwakke sector beïnvloedt betekenis ratio s MO: sectorinformatie niet 100% accuraat aangeraden zelf selectie v. belangrijkste peers maken 2.2 Voorbereidende werkzaamheden op ondernemingsniveau Algemeen 1. Leeftijd v/d onderneming: balansstructuur beter begrijpen (bv. jong bedr. minder reserves) 2. Aandeelhoudersstructuur: geloofwaardigheid aandeelhouders 3. Groepsstructuur: moeder/ dochter? onderlinge ondersteuning (liq. stromen), waarborgen GROEP: meerdere statutaire jaarrekeningen & 1 geconsolideerde jaarrekening analyse v/d jr gebeurt o.b.v. enkelvoudige jaarrekening MAAR geconsolideerde ook bekijken! (transacties t.o.v. derden alleen weergegeven) Financiële draagkracht inschatten Specifiek betrekking hebbend op het boekjaar 1. Controleverslag van de commissaris-revisor (retro-actieve informatie) - Externe audit door onafhankelijke partij (getrouw beeld + naleving wetgeving) - Neerleggen bij NBB (publiek beschikbaar) - Grote ondernemingen opgericht onder de vorm v/e handelsvennootschap Groottecriteria voor al dan niet aanstellen v/e commissaris op enkelvoudige basis getoetst Het controleverslag van de commissaris heeft als voordeel dat het een uitspraak doet over de continuïteit alsook over de bruikbaarheid van de gegevens voor de analyse (getrouw beeld). Er zijn daarbij verschillende controleverslagen. De goedkeurende verklaring: Goedkeurende verklaring zonder voorbehoud Verklaring zonder voorbehoud met een toelichtende paragraaf (onzekerheden) Verklaring met voorbehoud (GAAP = boekhoudprincipes geschonden) Verklaring met voorbehoud met een toelichtende paragraaf (opm. over waardering, externe feiten melden, ) De niet-goedkeurende verklaring: Afkeurende verklaring (adverse audit opinion) (wetgeving geschonden, organisat.struct.) Onthoudende verklaring (disclaimer of opinion) (onmogelijkheid tot oordelen: redenen) 2. Verslag van de raad van bestuur = jaarlijks beheersverslag (ook prospectieve informatie) = verslag van bestuurders of zaakvoerders waarin zij rekenschap geven van hun beleid Opgelegd door vennootschapswetgeving (inhoud bep. door art. 96 W. Venn.) Bevat alle informatie die niet bevat is in de financiële data, maar toch nuttig kan zijn - Commentaar bij de jaarrekening - Bestemming van het resultaat - Bijkomende commentaren (omtrent waarderingsregels en continuïteit) - Belangrijke gebeurtenissen die plaatsvonden na afloop van het boekjaar - Gebeurtenissen die invloed kunnen uitoefenen o/d verdere ontwikkeling v/d onderneming - Kosten onderzoek en ontwikkeling

4 3. Waarderingsregels en gebruikte accounting standaarden Nagaan of onderneming kiest voor winst verhogende waarderingsmethodes & of er wijzigingen in waarderingsmethodes zijn opgetreden waardoor het resultaat significant beïnvloedt wordt Winstmanagement (= resultaatmanipulatie) detecteren: - Balans: elimineren van oprichtingskosten - Resultatenrekening: niet-kaskosten manipuleren (afschr., waardevermind., voorzieningen) - Toelichting: consistentieprincipe 4. Verleende waarborgen Schuldeisers (bv. leveranciers): nagaan in toelichting of er bevoorrechte schuldeisers zijn kan kans op terugbetaling van schuld in belangrijke mate beïnvloeden - niveau van gewaarborgde schulden (XB: gewaarborgde schulden) (VOL 5.9) - verleende waarborgen in functie v/d schulden (XII: aard van de waarborg) (VOL 5.13) Waarom bekijken? - Veel waarborgen = weinig vertrouwen van banken - afwezigheid van waarborgen = nog veel bijkomende leningcapaciteit 2.3 Besluit Bieden mogelijkheid om ratio s te plaatsen in een ruimer perspectief (= noodzakelijk) Na voorbereidende werkzaamheden soms al uitspraak mogelijk over financiële gezondheid & falingskans onderneming = externe belangenpartij al dan niet bereid om samen te werken STAPPENPLAN: Stap 1: sectorinformatie Goed of slecht presterende sector? Stap 2: Ondernemingsspecifieke informatie Algemene informatie Leeftijd (jaartal van oprichting: oud <> nieuw = andere kijk op cijfers) Groepsstructuur (moeder/ dochter) Typisch voor familiale ondernemingen: toelichting omtrent deelnemingen alles op NUL Beursgenoteerd of niet? Specifiek betrekking hebbende op het boekjaar Verslag v/d commissaris (oordeel) Jaarlijks verslag v/d raad van bestuur (gebeurtenissen na einde bj, voornaamste risico s) Getrouw beeld v/d jaarrekening (winststuring?) Resultatenrek.: niet-kaskosten (voorzieningen, waardeverminderingen, afschrijvingen) Verleende waarborgen: verhouding waarborgen schulden (vertrouwen bank)

5 Hoofdstuk 3: Kerncijfers uit de balans en resultatenrekening 3.1 Kerncijfers in de balans STRAMIEN VOOR HET BESPREKEN VAN EEN HERWERKTE BALANS: Stap 1: Welk type onderneming is het en wat verwachten we? Stap 2: Hoe ziet een gezonde balansstructuur eruit? - Financieel risico op KT PV > UVA (LT vastlegging gefinancierd met LT bronnen) BVLA > VVKT (KT realiseerbare activa groter dan KT eisbare activa) - Financieel risico op LT Verhouding EV/PV = min. 1/3 Stap 3: Bespreking deelcomponenten van een gezonde balansstructuur samenstelling: - Permanent vermogen (best EV > VVLT) - Uitgebreide vaste activa (best meer MVA dan FVA) (inkomstentroom FVA minder zeker, activiteiten best voornamelijk realiseren uit MVA) - Beperkte vlottende activa (genoeg liquide middelen + realiseerbaarheid vorderingen) - Vreemd vermogen op KT (bevoorrechte schuldeisers & bankschulden = grotere eisbaarh.) Stap 4: Mogelijke aanpassingen getrouw beeld Bep. rubrieken ondergewaardeerd of nodige waardeverminderingen niet geboekt? Stap 5: Uitspraak over gezondheid van balansstructuur en mogelijke remediëring (bv. nieuw EV, desinvestering in activa of schuldherschikking) 3.2 Kerncijfers uit resultatenrekening STRAMIEN VOOR HET BESPREKEN VAN KERNCIJFERS UIT DE RESULTATENREKENING: Stap 1: Onderscheid winst van activiteiten en financiële structuur Winst voor en na financiële kosten (Winst van het BJ vs EBIT) EBIT bepaalt rendement op investeringen EBIT = 9903 Winst van BJ voor belast kosten van schulden Stap 2: Onderscheid tussen winst en geldstroom Winst (aandeelhouders) & cash flow/ EBITDA (schuldeisers) EBITDA = kosten en opbrengsten die aanleiding geven tot geldbeweging bepaalt hoeveel schulden je kan aangaan (in staat om jaarl. aflossingen te dragen) EBITDA TOTAAL = KO KK (directe methode) EBITDA TOTAAL = EBIT + NKK NKO (indirecte methode) Stap 3: Nadruk leggen op de recurrente resultaten Terugkerend karakter en oorsprong van opbrengsten en kosten inschatten: BedrijfsEBIT & bedrijfsebitda bedrijfsebit = EBIT niet recurrente opbrengsten + niet recurrente kosten bedrijfsebitda = / /8 NKK = niet-kaskosten = afschrijvingen, waardeverminderingen, voorzieningen & minderwaardes NKO = niet-kasopbrengsten = terugnemingen op afschrijvingen, waardevermind. & voorzieningen ( meerwaardes zijn WEL kasinkomsten!!) 3.3 Besluit 9125 = kapitaalstubsidies Kerncijfers uit de balans Liquiditeits- en solvabiliteitsratio s uitgebreide VA <> permanent vermogen (EV+VVLT) & beperkte VLA <> VVKT Kerncijfers uit de resultatenrekening Rentabiliteits- en solvabiliteitsratio s winst: (bedr.)ebit (PERFORMANTIE) & geldstroom: (bedr.)ebitda (TERUGBETALINGSCAPAC.)

6 Hoofdstuk 4: Horizontale en verticale analyse - opstellen van een kasstromentabel 4.1 Horizontale en verticale analyse TENDENSEN WAARNEMEN tijdsperspectief inbrengen Zijn er abnormale zaken te observeren? (bv. omzet niet maar handelsvorderingen en voorraden wel reden? Hoe evolueert de balans? Marge aan PV boven UVA? Marge BVLA boven VVKT? Hoe evolueert de resultatenrekening? Hoe evolueert (bedrijfs)ebit Hoe evolueert (bedrijfs)ebitda Horizontale analyse Volgende bedragen worden uitgedrukt in functie van het basisjaar: = in % of in absolute bedragen Vaststellen van wijzigingen van rubrieken over de tijd heen Verticale analyse Balans: alle rubrieken als functie van verkopen UVA, BVLA, PV, VVKT & (bedrijfs)ebit en (bedrijfs)ebitda Resultatenrekening: alles in functie van verkopen (bedrijfs)ebit en (bedrijfs)ebitda = Vaststellen t.o.v. het totale actief van dat jaar 4.2 Cashflow statement/ Kasstromentabel Cashflow statement legt verband tussen i/d hoeveelh. cash i/d balans en de EBITDA gerealiseerd EBITDA (geldstroom = KO KK) - Rente - Belastingen = Cashflow uit de activiteiten (= winst na belast. + alle niet-kaskosten) - in werkkapitaal (= vorderingen + voorraden + overl. rek. A - handelsschulden - overl. rek. P) = Operationele cashflow uit de bedrijfsactiviteiten - Investeringscashflow (investeringen in VA) (UVA = cash outflow / UVA cash inflow) - Financieringscashflow (financiële instromen) (pos. bij aangaan nieuwe leningen, kapitaalsverhogingen) (neg. Bij aflossing leningen, kapitaalsverlagingen, uitkeren dividenden) = IN LIQUIDITEITEN einde en begin boekjaar Sofie Vanden Eynden 2e bach

7 4.2.1 Nut van cashflow statement voor financieel analist op basis van cashflow statement een uitspraak doen over de falingskans Goede prestaties Slechte prestaties Operationele cashflow HOOG LAAG Wijziging in werkkapitaal DALING STIJGING Investeringsstromen HOOG DESINVESTERINGEN/ LAAG Financiële stromen NIEUWE LENINGEN TERUGBETALING GEEN NIEUWE LENINGEN GEEN TERUGBETALINGEN Goede differentiatie tussen goed en slecht presterende ondernemingen

8 Hoofdstuk 5: Ratio-analyse Interpretatie van ratio s vergelijken t.o.v. sectorgemiddelde en ratio s v/d ond. gedurende de voorbije jaren CRUCIAAL: kan onderneming voldoende rendement aan AH geven? 5.1 Rentabiliteit Netto rentabiliteit van het eigen vermogen voor belastingen (ROE) ROE = winst (verlies)bj voor belast (9903) EV (10 15) vergoeding voor risicodragend kapitaal: geëiste rendement minimaal 4% à 5% boven risicovrije intrestvoet ROE wordt beïnvloedt door financiële en ondernemingsstrategie: financiële strategie: ROE verhogen door stuk v/d activiteiten te financieren met VV? ondernemingsstrategie: ROE verhogen door meer te verkopen (rotatie activa) of hogere marges? Netto rentabiliteit van de totale activa Return on assets (ROA) ROA = netto resultaat voor financiële kosten en voor belastingen (EBIT)( ) totaal actief (20 58) Komt financiering met VV ten goede van de AH Hoeveel wordt er optimaal gefinancierd met EV en hoeveel met VV? fin. met VV slechts aangewezen als rendement van investeringen > betaalde intrestvoet ROA > i ROA i = komt ten goede van AH FINANCIËLE HEFBOOMFACTOR: ROE > ROA Rendement investering > kostprijs van VV MO: naarmate VV in project = risico voor bank = gevraagde intrestvoet evenwichtspunt! De 3-way of 5-way Dupont Analyse A. 3-way Dupont Analyse Rentabiliteit v/h EV kan of, dit is te wijten aan: 1. winstgevendheid v/d activiteiten 2. omloopsnelheid v/d totale activa 3. in welke mate VV financiering bijdraagt tot huidig niveau van rentabiliteit van EV ROE = EBT (9903) verkopen ( ) x verkopen ( ) totaal actief (20 58) x totaal actief (20 58) EV (10 15) B. 5-way Dupont Analyse Rentabiliteit v/h EV kan of, dit is te wijten aan: 1. Welk aandeel v/d winst gaat naar rentebetaling 2. Belang van operationeel resultaat (in vgl. met totaal resultaat) 3. Belang van de verkoopsmarge (nettoverkoopsmarge) 4. Belang v/d rotatie v/d activa 5. Belang v/d hefboom van schuldfinanciering

9 ROE = EBT (9903) EBIT ( ) bedrijfsebit (9901) x x EBIT ( ) bedrijfsebit (9901) verkopen ( ) verkopen ( ) x totaal actief (20 58) x totaal actief (20 58) EV (10 15) Probleem Hogere financiële kosten Lager aandeel v/d winst uit niet-commerciële activiteiten Lagere nettoverkoopsmarges Lagere rotatie v/d activa Mindere hefboomwerking Te nemen actie Onderhandelen met bank / minder schuldfinanciering Opdrijven v/d winstgevendheid v/d niet-commerciële activiteiten Opdrijven v/d winstgevendheid v/d verkopen Meer verkopen met de beschikbare activa Indien solvabiliteit OK: meer beroep doen op schuldfinanciering Rentabiliteit van de verkopen = geeft weer of de commerciële activiteiten voldoende winstgevend zijn (bedrijfsresultaat centraal) Gezond bedrijf: positieve netto- en bruto verkoopsmarge A. Netto verkoopsmarge Indicatie over de relatieve efficiëntie van de onderneming Netto verkoopsmarge = netto bedrijfsresultaat verkopen = ( ) ( ) = 9901 ( ) MO: Netto verkoopsmarge kan gemanipuleerd worden = winstmanipulatie B. Bruto verkoopsmarge Geeft percentage EBITDA met bedrijfskarakter dat gegenereerd wordt uit één euro verkopen Bruto verkoopsmarge = bedrijfsebitda verkopen = ( ) ( ) Geeft indicatie van rentabiliteit en efficiëntie v/d bedrijfsactiviteit v/e onderneming: Bruto verkoopsmarge op LT neg = continuïteit van onderneming in gedrang (KK > KO) VERTICALE ANALYSE: hoe groter gewicht bep. kost, hoe effectiever verbetering v/d kost MO: rekening houden met sector lage verkoopsmarge goedgemaakt worden door hogere rotatie

10 5.2 Solvabiliteit Statische ratio s = onderzoeken of onderneming LT gezonde financiële structuur heeft ( terugbetalingsproblemen?) A. Graad van financiële onafhankelijkheid Let op achtergestelde leningen: EV = 10/ graad van financiële onafhankelijkheid = EV (10 15) TV (10 49) Hoe lager graad van fin. onafhankelijkheid, hoe kleiner bescherming v/d schuldeisers Onderneming onderhevig aan bedrijfsrisico en financiële risico Banksector algemeen: 1/3 EV & 2/3 VV MO: Hoe hoger bedrijfsrisico, hoe lager fin. risico mag zijn meer EV nodig binnen onderneming Probleem Graad fin. onafh. te laag Te nemen actie Kapitaalsverhoging / Resultaatsverbetering B. Zelffinancieringsgraad zelffinancieringsgraad = reserves (13) + overgedragen winst of verlies (14) totaal actief (10 49) Positief als winstgevende onderneming (in verleden steeds goed gedaan) Negatief als verlieslatende onderneming beïnvloed door dividend- en reserveringspolitiek & leeftijd van onderneming Dynamische ratio s = beoordelen aflossingscapaciteit van huidige verplichtingen & bepalen bijkomende leningscapaciteit A. Dekking v/h VVLT door de cash flow Geeft duidelijk beeld van LT bijkomende leningscapaciteit cashflow voor winstuitkering (EBITDA ) Dekking VVLT door cashflow = VVLT ( ) Banken algemeen: ratio min. 10% (Alg.: ondern. gezond als LT leningen aflosbaar binnen 10j) (Hoe beter verhouding, hoe minder waarborgen & hoe lager aangerekende intrestvoet) 1/ratio = # jaren nodig, bij cte cashflow, om VVLT volledig af te lossen cashflow voor winstuitkering = cashflow na financiële kosten en belastingen als interestsubsidies: cashflow voor winstuitkering = (EBITDA /77) ratio met bedrijfsebitda vaak relevanter B. Dekking van schulden > 1 jaar die binnen het jaar vervallen door de cash flow dekking rek. 42 door cashflow = cashflow voor winstuitkering (EBITDA ) VVKT (42) Geeft duidelijk beeld van terugbetalingscapaciteit v/d huidige fin. Verplichtingen Geen terugbetalingsproblemen t.o.v. banken als ratio > 1 ratio < 1 = probleem Probleem Onvoldoende cashflow creatie Aflossingsplan te kort Sofie Vanden Eynden Te nemen actie Verhogen kasopbrengsten / beperken kasuitgaven Herschikken afbetalingsplan 2e bach

11 5.2.3 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen A. Waarborgen aandeel gewaarborgde schulden = gewaarborgde schulden (9381) schulden > 1j (rek. 17) Toelichting Staat X: heeft onderneming gewaarborgde schulden? Hoe minder gewaarborgde schulden, hoe meer bijkomende leningscapaciteit - Persoonlijke zekerheden: waarborgen gekoppeld aan iets ontastbaars - Zakelijke zekerheden: waarborgen gekoppeld aan iets materieel Hypotheken voorkeur bankier Pand handelsfonds Andere hypotheken B. Covenanten = extra regels die bank oplegt aan schuldenaar kostenefficiënter voor ondern. dan waarborgen Als onderneming covenanten schaadt dan schulden onmiddellijk terugbetalen ANALYSE VAN DE JAARREKENING FINANCIËLE STRUCTUUR: 1: Wat is mijn statische solvabiliteit? Voldoende hoog & hoe tot stand gekomen (opbouw) Opgebouwde reserves door zelffinanciering? Goede balansstructuur? 2: Wat is mijn dynamische solvabiliteit? Kan ik mijn huidige schulden aflossen? Heb ik bijkomende leningscapaciteit? 3: Kan ik iets in waarborg geven of ben je bereid om covenanten te aanvaarden? Kans groot om lening te krijgen!

12 5.3 Liquiditeit Analyse v/d liquiditeit binnen de onderneming A. Netto bedrijfskapitaal Hoeveelheid permanente middelen ter beschikking voor de dagelijkse uitvoering v/d activiteiten OF NBK = PV UVA NBK = [EV (10 15) + VVLT ( )] [VA (20 28) + vorderingen > 1 jaar (29)] NBK = BVLA ( ) VVKT( ) NBK > 0 = voldoende BVLA omzetbaar in liquiditeiten om VVKT af te lossen MO: NBK bepaald door financiële prestaties, kapitaalstructuur bij aanvang & activiteiten v/d ondern. B. Netto bedrijfskapitaalbehoefte Bedrag aan middelen dat nodig is voor de dagelijkse uitoefening v/d activiteiten = extra nood aan middelen nodig boven o/d spontane financiering v/h productieproces NBK behoefte = [voorraden & BIU (3) + vorderingen 1j + overl. rek. actief (490/1)] [schulden 1j (42/48) fin. Schulden (43 42) + overl. rek. passief (492/3)] belangrijke overige schulden niet beschouwen als deel van operat. schulden (zijn vaak intra groepsschulden) C. Netto kas of thesaurie Netto kas (thesaurie) = NBK behoefte NBK = Netto-kas > 0 (NBK > behoefte NBK) = ondern. kan dagelijkse activiteiten zelf financieren Netto-kas < 0 (NBK < behoefte NBK) = beroep doen op KT bankkrediet (rek. 42/43) MO: Overschot aan middelen komen bij geldbeleggingen of liquide middelen (of geïnvesteerd) MO: Goed presterende ondern. kunnen netto-kas < 0 ALS bank- boven leverancierskrediet verkiezen Soms is bankkrediet goedkoper voordeliger om leverancier cash te betalen Probleem Tekort aan middelen (Netto-kas < 0 & EV < TV) Te nemen actie Behoefte aan werkkapitaal reduceren Proberen starten met grotere hoeveelheid kapitaal (EV) D. Maatregelen ter remediëring Netto-kaspositie op 2 manieren verbeteren: - NBK verhogen: UVA reduceren (desinvesteringen) of PV verhogen (kap.verh./ LT lening) - NBK behoefte reduceren: voorraadrotatie/ klantenkrediet/ leverancierskrediet Sofie Vanden Eynden 2e bach

13 D.1 Voorraadrotatie Hoeveel keer worden de voorraden vervangen gedurende het boekjaar? voorraadrotatie = kostprijs verkopen ( ) voorraden & BIU (3) Hoe sneller voorraadrotatie, hoe kleiner behoefte aan NBK # dagen voorraad = (1/voorraadrotatie) * 365 als kapitaalsubsidies: kostprijs verkopen = (60/ ) MO: trage voorraadrotatie = kleinere liquiditeit van voorraden MAAR rekening houden met sector MO: evolutie over tijd mag niet systematisch dalen (te lage rotatie = operationele ingreep) Welke voorraadrotatie moet verbeterd worden? 1. Rotatie v/d aangekochte goederen Rotatie v/d voorraad handelsgoederen en grond en hulpstoffen = 60 ( ) 2. Rotatie v/d geproduceerde voorraden en BIU ( ) Rotatie v/d geproduceerde voorraden en BIU = D.2 Klantenkrediet Hoe lang duurt het vooraleer de gerealiseerde verkopen worden geïnd? # dagen klantenkrediet = handelsvorderingen < 1j (40) x 365 verkopen ( ) + BTW op verkopen (9146) Hoe vlugger klanten betalen, hoe kleiner behoefte aan NBK MO: Als # dagen klantenkrediet ± = normale betalingstermijn factuur behoefte hiermee reduceren MO: Rekening houden met sector (contante betalingen?) Beleidsmaatregel: betere debiteurensopvolging (beter geen klant dan slechte betaler) Normale termijn = 30 dagen probleem als < 20 en > 75 dagen! D.3 Leverancierskrediet Binnen welke termijn worden de leveranciers betaald? # dagen leverancierskrediet =, < ( )+ (. ) ( )+.. Hoe groter # dagen leverancierskrediet, hoe kleiner behoefte aan NBK MO: Groot # dagen leverancierskrediet = veel vertrouwen v. leveranciers OF liquiditeitsproblemen MO: Uitbreiden leverancierskrediet afh. van bereidwilligheid leveranciers (bep. kostprijs & goodwill) Kostprijs vergelijken met rentevoet fin. lening: % # Jrl. kostenvoet leverancierskred. = x 100 x % # Sofie Vanden Eynden 2e bach

14 KIEZEN WELKE MAATREGEL MEEST GANGBAAR VOOR REMEDIËRING: Sectorgegevens: ALS < Q1 voor voorraadrotatie ALS > Q3 voor leverancierskrediet en klantenkrediet = onderneming wijkt sterk af van anderen in sector ingrijpen noodzakelijk Liquiditeitsratio s voor de vergelijking van ondernemingen onderling = vergelijkingen i.v.m. liquiditeitspositie tussen verschillende ondernemingen mogelijk maken A. Liquiditeit in ruime zin (CURRENT RATIO) Geeft inzicht i/d mate waarin VVKT gedekt wordt door BVLA current ratio = BVLA ( ) VVKT ( ) Current ratio > 1 = sterke liquiditeitstoestand MO: mate waarin ontoereikende current ratio kan leiden tot liquiditeitsproblemen afgeleid uit Samenstelling VVKT (eisbaarheid v/d schulden indruk over ernst als ratio < 1) Samenstelling BVLA (current ratio bijz. hoog) - te hoge voorraden voorraden onverkoopbaar - te veel handelsvorderingen niet meer incasseerbaar (nagaan via aging tabel) B. Liquiditeit in enge zin (ACID RATIO) Eliminatie van minst liquide activa (o.a. voorraden) en minst eisbare schulden vorderingen 1j (40 41) + geldbeleg. (50 53) + liquide middelen (54 58 acid ratio = ) schulden 1j (42 48) acid ratio > 1 MO: [current ratio acid ratio] = groot onderneming investeert veel in voorraden MO: vorderingen liquide maken d.m.v. factoring C. Vergelijkingsbasis Benchmarking met peers: - vergelijken op individueel vlak (bv. met belangrijkste concurrent) - vergelijken op vlak van sector MO: Balanscentrale v/d NBB sectorgegevens met ruime vertraging gepubliceerd