Bedrijfs- economische kencijfers. gww-bedrijven 2008

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bedrijfs- economische kencijfers. gww-bedrijven 2008"

Transcriptie

1 Bedrijfs- economische kencijfers gww-bedrijven 2008

2

3 Bedrijfseconomische kencijfers gww-bedrijven 2008

4 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend toegestaan met schriftelijke toestemming van het EIB. Het is geoorloofd gegevens uit dit rapport te gebruiken in artikelen en dergelijke, mits daarbij de bron duidelijk en nauwkeurig wordt vermeld. Februari 2010

5 Bedrijfs- economische kencijfers gww-bedrijven 2008 M.H. Vrolijk, MSc drs. D.M. Holtackers

6 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 7 1 Omzet en markten Algemeen Regionale markten Marktsectoren 11 2 Opdrachtverkrijging Opdrachtgevers Wijze van opdrachtverkrijging 16 3 Vermogensmutaties en financiële structuur Vermogensmutaties Financiële structuur 20 4 Kostenstructuur en winstmakers Kostenstructuur Winstmakers 24 5 Kencijfers per werkende Omzet en toegevoegde waarde Loonkosten 28 6 Financiële kencijfers Liquiditeit Vermogensbeheer Solvabiliteit Rentabiliteit 35 Bijlage 1: Populatie, steekproef en respons 37 Bijlage 2: Financiële analyseschema s volgens Dupont 39 Bijlage 3: Begrippenoverzicht 41 EIB-Publicaties 43 5

7 6

8 Conclusies op hoofdlijnen In dit rapport worden de bedrijfseconomische ontwikkelingen in 2008 weergegeven bij de gww-bedrijven die voornamelijk als hoofdaannemer of bouwondernemer werkzaam zijn. Bij vergelijkingen van jaar tot jaar moet rekening worden gehouden met veranderingen in de samenstelling van de responsgroep. Tenzij anders vermeld, worden bedragen weergegeven in lopende prijzen. De gww-hoofdaannemers boekten in 2008 een recordomzet. De totale omzet steeg tot 8,9 miljard euro. Een nominale groei van 7,5 procent. In 2008 kwam meer vermogen beschikbaar dan dat er besteed werd. Er kwam vooral extra vermogen beschikbaar uit netto vermogensbeslag in werken en overige vorderingen. Van dit extra vermogen werd het meeste besteed aan liquide middelen. Het gemiddelde winstpercentage bleef nagenoeg ongewijzigd en bedroeg 2,9 procent. Met de stabiele winstmarges bleef ook het aantal winstmakende bedrijven stabiel. Het percentage winstmakende bedrijven bedroeg 83 procent. De bruto omzet per werkende ontwikkelde zich positief. De netto omzet per werkende bleef nagenoeg gelijk. De toegevoegde waarde per werkende nam daarentegen met zes procent af tot euro. Dit kwam vooral door een stijging van het aandeel van verbruik- en overige bedrijfskosten in de omzet. De loonkosten per werkende zijn gemiddeld genomen iets gestegen tot euro. Doordat de toegevoegde waarde gemiddeld daalde en de loonkosten iets stegen, steeg ook het aandeel van de loonkosten in de toegevoegde waarde. De current ratio en de quick ratio zijn op een bevredigend niveau. De current ratio bleef met 120 procent in lijn met het niveau van voorgaande jaren. De quick ratio bedroeg 115 procent. Na een aantal jaren van afnemende debiteuren- en crediteurentermijnen, namen de termijnen weer toe. De debiteurentermijn steeg tot 77 dagen, de crediteurentermijn tot 99 dagen. Het nettovermogensbeslag nam af tot 18 dagen. De omlooptijd van het vermogen (189 dagen) was met 16 dagen toegenomen, door een sterkere stijging van het balanstotaal ten opzichte van de omzet. De solvabiliteit van de gww-hoofdaannemers was in 2008 een fractie verslechterd. De rentedekkingsratio daalde wel, maar bleef uitstekend. Dit komt vooral, doordat een groot deel van het vreemd vermogen geen rente draagt. De rentabiliteit was redelijk. De rentabiliteit van het totale vermogen daalde door de lagere omloopsnelheid van het vermogen tot 6,3 procent. 7

9 8

10 1 Omzet en markten Dit hoofdstuk gaat in op de in 2008 behaalde omzet door gww-hoofdaannemers (paragraaf 1.1) en de markten waarin deze omzet is verkregen (paragrafen 1.2 en 1.3). 1.1 Algemeen De gww-hoofdaannemers (met personeel in dienst) boekten in 2008 een recordomzet. De totale omzet bedroeg 8,9 miljard euro (zie tabel 1.1). Vergeleken met 2007 steeg de totale omzet met 7,5 procent. Gecorrigeerd voor prijsstijgingen bedroeg de totale omzetstijging 3,8 procent. Het grootste gedeelte van de totale omzet kwam voort uit binnenlandse omzet uit bouwbedrijf (93 procent). Voor het vijfde opeenvolgende jaar is deze binnenlandse omzet gestegen. Ten opzichte van 2007 nam de binnenlandse omzet uit bouwbedrijf in reële termen met 1,5 procent toe. In 2008 kreeg het grootbedrijf te maken met een omzetstijging (zie figuur 1.1). In het kleinbedrijf (bedrijven tot en met twintig werknemers) daalde de omzet. De omzet van het kleinbedrijf was ongeveer 9 procent lager dan in De omzet van het middenbedrijf bleef in 2008 op hetzelfde niveau als in In het grootbedrijf bedroeg de omzetstijging 13 procent. De ontwikkelingen hadden tot gevolg dat het aandeel van het kleinbedrijf in de binnenlandse omzet uit gww-bedrijf daalde tot 12 procent. Het aandeel van het midden- en grootbedrijf in de binnenlandse omzet uit gww-bedrijf bedroeg respectievelijk 26 en 62 procent. Door verschillen in populatie en verschillen in definitie van de gww-sector en grootteklasse verschillen de gerapporteerde cijfers met de cijfers van het CBS. Desondanks zijn de trends in de omzetontwikkeling vergelijkbaar. 1.2 Regionale markten Bouwbedrijven kunnen projecten uitvoeren op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Hiermee worden diverse geografische marktgebieden bediend. In deze publicatie worden de regio s Noord (Groningen, Friesland, Drenthe), Oost (Overijssel, Gelderland, Flevoland), West (Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht) en Zuid (Zeeland, Noord-Brabant, Limburg) onderscheiden. Niet uit elke regio werd evenveel omzet behaald. Het grootste deel van de binnenlandse omzet uit gww-bedrijf werd in 2008 in het Westen gerealiseerd. Het aandeel van 50 procent was goed voor 4,1 miljard euro (zie figuur 1.2). Het aandeel in de omzet van de regio Oost bedroeg ongeveer 14 procent. Dit vertaalt zich naar een bedrag van 1,1 miljard euro. In het Zuiden kwam de omzet uit op 2,1 miljard euro, of 25 procent van de omzet. Het aandeel van het Noorden in de omzet was met ongeveer 11 procent het kleinst. Er werd in deze regio 0,9 miljard euro omzet gerealiseerd. Gww-bedrijven boekten in 2008 niet in alle regio s meer omzet ten opzichte van

11 Tabel 1.1 Verdeling van de totale omzet van gww-bedrijven (hoofdaannemers) in de periode , in mln euro s Omzet uit bouwbedrijf Omzet uit Totale omzet nevenactiviteit Binnenland Buitenland Omzet van in Nederland gevestigde werkmaatschappijen met Nederland als voornaamste werkgebied. Figuur 1.1 Omzet van gww-bedrijven naar grootteklasse in arbeidsjaren, in de periode , in mld euro s Mld euro

12 Figuur 1.2 Regionale verdeling van de binnenlandse omzet van gww-bedrijven in 2008, in mld euro s 0,9 4,1 1,1 2,1 In het Westen werd een miljard euro meer gerealiseerd dan vorig jaar. In het Zuiden steeg de omzet met 0,1 miljard euro. Het Noorden en Oosten zagen de omzet met respectievelijk 0,2 miljard en 0,4 miljard euro afnemen. 1.3 Marktsectoren Gww-bedrijven kunnen in verschillende delen van de markt actief zijn. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om wegenbouw, spoorwegbouw, kabels- en buizenleggen, civiele betonbouw, kust- en oeverwerk en landinrichting. Wegenbouwactiviteiten hadden net als voorgaande jaren het grootste aandeel in de omzet. Het aandeel bedroeg in procent (zie tabel 1.2). Andere deelsectoren met een aanzienlijk aandeel in de omzet zijn civiele beton (17 procent) en kabels en buizen (15 procent). Ten opzichte van 2007 daalde het aandeel van de wegenbouwactiviteiten met 6 procentpunt. De aandelen van de andere grote deelsectoren stegen in 2008 met een paar procentpunt. Het klein-, midden- en grootbedrijf begeven zich op verschillende segmenten van de markt. Ten opzichte van de voorgaande jaren is hier in 2008 over het algemeen weinig verandering in gekomen. De wegenbouw is voor het midden- en kleinbedrijf de belangrijkste deelsector. De helft van de omzet wordt in deze sector gerealiseerd (zie figuur 1.3). Andere belangrijke activiteiten voor de midden- en 11

13 kleinbedrijven bestaan vooral uit civiele betonbouw en kunst- en oeverwerk. Voor het grootbedrijf is de wegenbouw, met een aandeel van 44 procent, eveneens van groot belang. Naast civiele betonbouw en kabels- en buizenleggen hebben ook railinfra-werkzaamheden een relatief groot aandeel in de omzet van het grootbedrijf. Het marktaandeel van het grootbedrijf in de railinfra bedraagt dan ook vrijwel 100 procent (zie figuur 1.4). Een groot deel van het kust- en oeverwerk komt voor rekening van het middenbedrijf. Het kleinbedrijf is eveneens een relatief belangrijkere speler op de deelmarkt kust- en oeverwerk en ook landinrichting. De mutaties in de grootteklassen houden overigens deels verband met veranderingen in de samenstelling daarvan. Tabel 1.2 Verdeling van de binnenlandse omzet van gww-bedrijven naar marktsector in de periode , in procenten Marktsector Wegenbouw Railinfra Kabels en buizen Civiele beton Kust en oever Baggerwerk Landinrichting Overig Totaal

14 Figuur 1.3 Verdeling van de binnenlandse omzet van gww-bedrijven naar grootteklasse in arbeidsjaren naar marktsector in 2008, in procenten Wegenbouw Railinfra Kabels en buizen Civiele beton Kust en oever Bagger Landinrichting Overig Figuur 1.4 Marktaandelen van gww-bedrijven naar grootteklasse in arbeidsjaren in 2008, in procenten Wegenbouw Railinfra Kabels en buizen 14 4 Civiele beton Kust en oever 97 3 Bagger Landinrichting Overig Kleinbedrijf Middenbedrijf Grootbedrijf 13

15 14

16 2 Opdrachtverkrijging Dit hoofdstuk gaat in op de opdrachtgevers van de gww-hoofdaannemers (paragraaf 2.1) en de manieren waarop opdrachten in 2008 zijn verkregen (paragraaf 2.2). 2.1 Opdrachtgevers De gww-hoofdaannemers kennen verschillende opdrachtgevers. De landelijke, provinciale en gemeentelijke overheden zijn bijvoorbeeld belangrijke opdrachtgevers voor wegenbouwactiviteiten. Werken in civiele beton zoals bruggen en viaducten worden in combinatie met wegenbouwactiviteiten ook vaak in opdracht van de overheid uitgevoerd. Telecom-, kabel- en elektriciteitsbedrijven zijn doorgaans opdrachtgevers voor kabellegactiviteiten. Industrie, gas- en waterbedrijven zijn belangrijke opdrachtgevers voor buizenlegactiviteiten. De gww-hoofdaannemers kunnen ook in opdracht van andere bouw- of gww-bedrijven activiteiten uitvoeren. De verdeling van de omzet naar opdrachtgevers lijkt in 2008 sterk op die van voorgaande jaren. De overheid bleef met een aandeel van 54 procent in de omzet de belangrijkste opdrachtgever in de gww (zie tabel 2.1). Werk in opdracht van andere hoofdaannemers nam in 2008 in belang toe. Het aandeel in de omzet steeg met 4 procentpunt tot 19 procent. Werk voor bedrijven voor de gww-hoofdaannemers was eveneens van groot belang. Een vijfde van de omzet werd in opdracht van bedrijven gerealiseerd. Tabel Verdeling van de binnenlandse omzet van uit gww-bedrijf gww-bedrijven naar naar opdrachtgever objectcategorie, in in de procenten, periode , periode in procenten Opdrachtgever Overheid Bedrijven Particulieren Hoofdaannemers Overige Totaal Onder overheid is begrepen rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en overige publiekrechtelijke lichamen. 15

17 Figuur Verdeling van de binnenlandse omzet van gww-bedrijven naar grootteklasse in arbeidsjaren naar opdrachtgever in 2008, in procenten Overheid Bedrijven Particulieren Hoofdaannemers Het klein-, midden- en grootbedrijf richten zich deels op verschillende opdrachtgevers in de markt. Ten opzichte van de voorgaande jaren is hier in 2008 weinig verandering in gekomen. Voor het kleinbedrijf zijn vooral de overheid en hoofdaannemers belangrijke opdrachtgevers. Ruim 40 procent van de omzet was afkomstig uit één van deze segmenten (zie figuur 2.1). Bij de overheidsopdrachtgevers moet bij de kleine bedrijven vooral gedacht worden aan gemeentelijke overheden. Bij het middenbedrijf zijn de overheid en hoofdaannemers eveneens belangrijke opdrachtgevers. Deze laatste had hier echter een iets kleiner belang in de omzet dan bij de kleine bedrijven. Het middenbedrijf richt zich tevens op bedrijven. Het grootbedrijf behaalde het merendeel van de omzet in opdracht van (landelijke en provinciale) overheid en bedrijven. De mutaties in de grootteklassen houden deels verband met veranderingen in de samenstelling daarvan. 2.2 Wijze van opdrachtverkrijging Opdrachten kunnen op verschillende manieren worden verkregen. Opdrachtgevers kunnen meerdere aannemers om een offerte vragen of slechts één. In het eerste geval wordt gesproken over aanbesteding en in het tweede geval over enkelvoudige uitnodiging. Binnen de aanbesteding kan een onderscheid worden gemaakt tussen openbare en onderhandse aanbesteding. Wanneer opdrachtgevers één aannemer om een offerte vragen, dan wordt gesproken over enkelvoudige uitnodiging. Tot slot kunnen werkzaamheden tegen een vaste prijs worden verrekend of tegen een tarief. Dit laatste heet klantenwerk. 16

18 Tabel Verdeling van de binnenlandse omzet van uit gww-bedrijf gww-bedrijven naar naar wijze objectcategorie, van opdrachtverkrijging in procenten, periode in periode , in procenten Wijze van opdrachtverkrijging Uit aanbesteding: openbaar onderhands Uit enkelvoudige uitnodiging Uit klantenwerk Uit overige wijze Totaal Wat betreft de wijze van opdrachtverkrijging doen er zich ten opzichte van voorgaande jaren nauwelijks wijzigingen voor (zie tabel 2.2). Het grootste gedeelte van de omzet werd in 2008 uit aanbesteding gerealiseerd. Openbare en onderhandse aanbesteding waren samen goed voor 67 procent van de omzet. Openbare aanbesteding was hiervan het belangrijkst. Daarnaast hadden opdrachten verkregen uit enkelvoudige uitnodiging ook een belangrijk aandeel in de omzet (14 procent). Kleine, middelgrote en grote bedrijven verschillen in de wijze waarop opdrachten worden verkregen (zie figuur 2.2). Ook hier lijkt het beeld globaal op voorgaande jaren. Vooral kleine bedrijven voerden klantenwerk uit. In vergelijking met het aandeel van klantenwerk (36 procent), waren aanbesteding (38 procent) en enkelvoudige uitnodiging (26 procent) voor de kleine bedrijven eveneens van groot belang. De middelgrote en grote bedrijven behaalden het merendeel van hun omzet uit aanbesteding. De aandelen in de omzet bedroegen respectievelijk 70 en 69 procent. Openbare aanbesteding had hierin het grootste belang. De mutaties in de grootteklassen houden deels verband met veranderingen in de samenstelling daarvan. 17

19 Figuur 2.2 Verdeling van de binnenlandse omzet van gww-bedrijven in 2008 naar wijze van opdrachtverkrijging per bedrijfsgrootteklasse in arbeidsjaren, in procenten Openbare aanbesteding Onderhandse aanbesteding Enkelvoudig Klantenwerk en ov. 18

20 3 Vermogensmutaties en financiële structuur Bedrijven trekken vermogen aan om dit te besteden. In paragraaf 3.1 wordt weergegeven welke vermogensmutaties in 2008 hebben plaatsgevonden. Paragraaf 3.2 laat zien welke gevolgen de vermogensmutaties hadden op de samenstelling van de financiële structuur. 3.1 Vermogensmutaties In 2008 hebben verschillende vermogensmutaties plaatsgevonden (zie tabel 3.1). In 2008 kwam 728 miljoen euro vermogen beschikbaar. Er kwam vooral extra vermogen beschikbaar uit netto vermogensbeslag in werken en overige vorderingen. De bestedingen daalden ten opzichte van 2007 met 89 procent. Van het 728 miljoen euro beschikbaar gekomen vermogen werd slechts 89 miljoen besteed. Per saldo kwamen in 2008 meer liquide middelen beschikbaar (639 miljoen euro). Tabel 3.1 Vermogensmutaties van gww-bedrijven in 2008 ten opzichte van 2007 Beschikbaar x 1 mln Besteed aan: x 1 mln gekomen uit: 1 Vaste activa 32 2 Netto vermogensbeslag in werken Overige vorderingen Garantievermogen Langlopende schulden 18 6 Overige kortlopende schulden 89 7 Totaal besteed 89 8 Liquiditeitssaldo Totaal beschikbaar Totaal beschikbaar Voorraden, onderhanden werk en vorderingen op opdrachtgevers verminderd met schulden aan leveranciers en vooruit gedeclareerde termijnen op onderhanden werk. 2 Eigen vermogen plus voorzieningen. 19

21 3.2 Financiële structuur De financiële structuur (balans) laat de verschillende bezittingen (debet) zien en de soorten vermogen die daarvoor zijn aangetrokken (credit). De balans geeft een momentopname weer en vertelt ons wat over (1) de mate van liquiditeit; (2) schulden versus vermogen en (3) wat de onderneming kost. De debetzijde van de balans laat de diverse bezittingen zien in, van boven naar beneden, toenemende mate van liquiditeit. In vergelijking met voorgaande jaren blijft de samenstelling van de bezittingen grotendeels gelijk. De post debiteuren heeft met 41 procent het grootste aandeel in de bezittingen (zie tabel 3.2). De vermogensmutaties in 2008 hadden echter wel effect op de samenstelling van de debetzijde. De toename van de liquide middelen leidde ook tot een stijging van dat aandeel. De bedrijven zijn naar verhouding dus wat meer liquide geworden. Door de besteding aan liquide middelen benutten bedrijven minder de kans om hogere rendementen te halen op het vermogen. De creditzijde laat het aangetrokken vreemd vermogen zien en het eigen vermogen. Het eigen vermogen is het vermogen dat de eigenaren zouden krijgen na verkoop van alle bezittingen en betaling van alle schuldeisers. In vergelijking met voorgaande jaren blijft ook de samenstelling van de soorten vermogen grotendeels gelijk. De posten crediteuren, eigen vermogen en overige schulden hebben de grootste aandelen in het vermogen dat is aangetrokken. De vermogensmutaties in 2008 hadden ook effect op de samenstelling van de creditzijde. De aandelen van de post gedeclareerde termijnen onderhanden werk nam toe door het hieruit vrijgekomen vermogen. Het totaal geïnvesteerd vermogen steeg in 2008 met 16 procent. Het totaal geïnvesteerd vermogen had een waarde van 4,3 miljard euro. 20

22 Tabel 3.2 Balansstructuur van gww-bedrijven in de periode (debet en credit in procenten van het balanstotaal per datum eindbalans) 1 Debet Vaste activa Voorraden en onderhanden werk Debiteuren Overige vorderingen Liquide middelen Balanstotaal Credit Eigen vermogen Voorzieningen Schulden op lange termijn Crediteuren Termijnen onderhanden werk Bankkrediet Overige schulden op korte termijn Balanstotaal Balanstotaal in mln euro s Fiscale balans. 21

23 22

24 4 Kostenstructuur en winstmakers Als de balans een momentopname is van het begin of eind van een periode, dan geeft de kostenstructuur (resultatenrekening) weer wat er gedurende die periode is gebeurd. Dit hoofdstuk geeft informatie over de kostenstructuur (4.1) en winstmakende bedrijven (4.2). 4.1 Kostenstructuur De resultatenrekening geeft een overzicht van de opbrengsten, de kosten en de winst. De winst drukt hiermee een mate van efficiëntie uit. Ten opzichte van 2007 waren er beperkte wijzigingen in de kostenstructuur van de bedrijven (zie tabel 4.1). Het aandeel van de verbruikskosten steeg met 2,8 procentpunt tot 66,0 procent. Vooral de betalingen aan onderaannemers nam in 2008 toe. Tabel 4.1 Kostenstructuur van gww-bedrijven, in procenten, periode Kostenstructuur Omzet 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 Verbruik, waarvan: 64,1 63,0 66,8 63,2 66,0 betalingen aan grondstoffen, halffabrikaten en materialen 30,9 34,2 33,6 32,7 29,6 betalingen aan onderaannemers 33,2 28,8 33,2 30,5 36,4 Arbeid, waarvan: 23,1 22,2 20,0 20,7 19,6 directe loonkosten 14,3 14,1 12,8 12,6 12,3 indirecte loonkosten 8,8 8,1 7,2 8,1 7,3 Overig, waarvan: 10,9 12,2 9,5 10,3 12,0 afschrijving- en huurkosten 4,2 5,6 3,5 3,6 4,1 rentekosten 0,2 0,2 0,2 0,2 0,4 overige kosten n.e.g. 6,5 6,4 5,8 6,5 7,5 Diverse baten en lasten -0,2-0,8-1,0 2,7-0,5 Resultaat (voor belasting) 1 2,1 3,4 4,8 3,1 2,9 Omzet in mln. euro s Indien van toepassing is op het resultaat een ondernemersloon van ( ), (2007), of (2008) in mindering gebracht. 23

25 Het aandeel van de loonskosten in de omzet daalde met 1,1 procentpunt. Desondanks waren de totale loonkosten in 2008 een fractie hoger in vergelijking met Het aandeel van de overige kosten steeg met 1,7 procentpunt en bedroeg 12 procent van de omzet. Door een daling van de diverse lasten bleef echter het resultaat voor belasting op vrijwel hetzelfde niveau als in De gemiddelde winstmarge bedroeg 2,9 procent. Tussen de grootteklassen deden zich enkele kleine verschillen voor. In het midden- en grootbedrijf steeg het aandeel van de verbruikskosten vooral door een stijging van het aandeel betalingen aan onderaannemers. In het kleinbedrijf kwam dit vooral door een stijging van het aandeel materiaalkosten. De overige kosten (inclusief baten en lasten) namen in het kleinbedrijf toe en in het middenen grootbedrijf af. De winstmarges daalden bij het midden- en grootbedrijf. Het kleinbedrijf zag de winstmarge met 0,4 procentpunt stijgen. Het kleinbedrijf was met een gemiddelde winstmarge van 4,1 procent het meest kostenefficiënt, het grootbedrijf met 2,5 procent het minst. 4.2 Winstmakers Naast de winstmarges is het aantal winstmakende bedrijven een signaal voor de winstgevendheid in de sector. Met de stabiele winstmarges bleef ook het aantal winstmakende bedrijven stabiel. Ten opzichte van 2007 slaagden in 2008 vrijwel evenveel bedrijven er in om winst te maken: 83 procent (zie figuur 4.2). Het percentage winstmakers steeg vooral in het grootbedrijf. 24

26 Figuur 4.1 Kostenstructuur van gww-bedrijven naar grootteklasse in arbeidsjaren in 2008, in procenten van de omzet 0, ,2 21,6 23,4 4,0 10,2 4,1 0, ,7 33,1 18,3 4,5 7,6 3,3 0, ,5 39,9 19,4 4,0 6,4 2, Materiaal Onderaannemers Arbeid Afschrijvingen Rentekosten Overige kosten Resultaat voor belasting Figuur 4.2 Percentage gww-bedrijven met winst in de periode , totaal en naar grootteklasse in arbeidsjaren Totaal

27 26

28 5 Kencijfers per werkende Ten behoeve van het voortbestaan is het van belang dat bedrijven efficiënt zijn en waarde toevoegen. Met kengetallen per werkende worden in dit hoofdstuk de efficiency en het economisch belang van de bedrijven weergegeven. 5.1 Omzet en toegevoegde waarde Bedrijven transformeren productiemiddelen (input) in diensten en producten (output). De bijbehorende productieactiviteiten spelen een grote rol in het bepalen van de kosten. Voor de concurrentiepositie is het altijd in het belang van het bedrijf om efficiënt te zijn. De kosten dienen zo laag mogelijk gehouden te worden. Productiviteit is een maatstaf voor efficiency. Productiviteit kan worden uitgedrukt in het aantal eenheden output per eenheid input. De bruto omzet per werkende is zo n maatstaf voor productiviteit. In 2008 steeg de bruto omzet per werkende van 271 naar gemiddeld 297 duizend euro (zie tabel 5.1). De bruto omzet per werkende kan een ietwat vertekend beeld geven. De bruto omzet bevat niet alleen de eigen omzet, maar ook het deel uitbestede omzet. De uitbestede omzet wordt door andere bedrijven gerealiseerd en niet door de eigen werkenden. De netto omzet (de bruto omzet min de betalingen aan onderaannemers) is zodoende nauwkeuriger. In vergelijking met de bruto omzet, bleef de netto omzet per werkende in 2008 gelijk aan het niveau van De netto omzet per werkende bedroeg 188 duizend euro. De productiviteit van de gww-hoofdaannemers is dus gelijk gebleven. Tabel 5.1 Kencijfers omzet en toegevoegde waarde per werkende van gww-bedrijven in de periode , x euro Bruto omzet Netto omzet Toegevoegde Toegevoegde per werkende per werkende waarde per waarde per werkende direct werkende

29 Tabel 5.2 Kencijfers omzet en toegevoegde waarde per werkende van gww-bedrijven naar grootteklasse in 2007 en 2008, x euro Grootte in Bruto omzet Netto omzet Toegevoegde Toegevoegde arbeids- per werkende per werkende waarde per waarde per jaren werkende direct werkende Zoals eerder aangegeven transformeren bedrijven productiemiddelen in diensten en producten. Bedrijven danken hun bestaan aan het toevoegen van waarde door deze productieactiviteit. Het heeft immers alleen zin om productiemiddelen te transformeren als het nut daarvan volgens afnemers groter is dan het nut van de productiemiddelen afzonderlijk. De toegevoegde waarde geeft weer hoeveel inkomen het bedrijf genereert ten behoeve van personeel, eigenaren, verschaffers van vreemd vermogen en de overheid. Ook de toegevoegde waarde kan als productiviteitsmaatstaf worden uitgedrukt. De toegevoegde waarde per werkende bedroeg in 2008 gemiddeld 80 duizend euro. Ten opzichte van 2007 nam de toegevoegde waarde per werkende met 6 procent af. De oorzaak ligt vooral in de stijging van de verbruiks- en overige kosten. De toegevoegde waarde per direct werkende steeg met euro tot euro. Dit kwam doordat het aandeel direct werkenden in het totaal van het personeel sneller daalde dan de toegevoegde waarde. Er zijn enkele verschillen in de ontwikkeling van de omzet en toegevoegde waarde per werkende per grootteklasse. De bruto omzet per werkende steeg in alle grootteklassen. De netto omzet per werkende steeg in het kleinbedrijf en daalde in het middenbedrijf, terwijl deze in het grootbedrijf gelijk bleef. De toegevoegde waarde daalde in alle grootteklassen. Bij het kleinbedrijf was deze daling sterker dan bij het midden- en grootbedrijf. De resultaten in tabel 5.2 laten schaalvoordelen zien. Grote bedrijven hebben een hogere omzet en toegevoegde waarde per werkende dan kleine bedrijven. 5.2 Loonkosten De loonkosten vormen een groot aandeel in de toegevoegde waarde. Voor efficiency en kostenbeheersing is het zodoende van belang de ontwikkeling van de loonkosten te beoordelen. Per werkende bedroegen de loonkosten in 2008 gemiddeld 58 duizend euro, een stijging van 3,6 procent ten opzichte van 2007 (zie tabel 5.3). Doordat de toegevoegde waarde gemiddeld daalde en de loonkosten iets stegen, steeg ook het aandeel van de loonkosten in de toegevoegde waarde. De 28

30 Tabel 5.3 Kencijfers loonkosten van gww-bedrijven, in de periode Loonkosten Toegevoegde Arbeids- Percentage per werkende waarde per inkomenquote direct (x 1.000) 100 direct loon (%) werkenden arbeidsinkomenquote steeg tot 73 procent. Per honderd euro directe loonkosten daalde de toegevoegde waarde gemiddeld van 250 naar 219 euro. Hieruit resulteerde een verslechtering van de dekking voor indirecte kosten. De loonkostenontwikkeling in 2008 verschilt per bedrijfsgrootteklasse ietwat (zie tabel 5.4). De loonkosten per werkende stegen in het klein- en middenbedrijf wat harder dan bij het grootbedrijf. De toegevoegde waarde per honderd euro direct loon daalde flink in het klein- en grootbedrijf. Overeenkomstig met het totale beeld steeg in elke grootteklasse het aandeel van de loonkosten in de toegevoegde waarde. Deze ontwikkelingen waren in het klein- en middenbedrijf iets sterker dan in het grootbedrijf. Het percentage direct werkenden daalde vooral in het grootbedrijf. De resultaten in tabel 5.4 laten schaalvoordelen zien. Kleine bedrijven hebben lagere loonkosten per werkende dan grotere bedrijven. Daarentegen is de toegevoegde waarde per 100 euro direct loon bij de grote bedrijven weer hoger dan bij de kleine bedrijven. 29

31 Tabel 5.4 Kencijfers loonkosten van gww-bedrijven naar grootteklasse in arbeidsjaren, in 2007 en 2008, x euro Grootte in Loonkosten Toegevoegde Arbeids- Percentage arbeids- per werkende waarde per inkomenquote direct jaren (x 1.000) 100 direct (%) werkenden loon

32 6 Financiële kencijfers De balans en de resultatenrekening kunnen geen direct antwoord geven op vragen als: in welke mate kunnen bedrijven hun rekeningen betalen (6.1); hoe effectief wordt vermogen beheerd (6.2); in welke mate zijn bedrijven afhankelijk van anderen (6.3); en hoe winstgevend zijn de bedrijven (6.4)? Met financiële kengetallen kunnen de financiële prestaties van bedrijven worden weergegeven en dit soort vragen worden beantwoord. 6.1 Liquiditeit Liquiditeitratio s laten zien in welke mate een bedrijf in staat is om haar rekeningen te betalen. Meestal wordt de liquiditeit uitgedrukt in de current ratio of de quick ratio. De current ratio geeft aan hoeveel keer de vlottende activa (voorraden en vorderingen) met de liquide middelen (kas- en banktegoeden) groter zijn dan de korte-termijnschulden. Bij de quick ratio worden de voorraden weggelaten uit de berekening. Dit vergroot de vergelijking tussen bedrijven, omdat de waardering van voorraden van bedrijf tot bedrijf kan verschillen. Daarnaast is het de vraag of voorraden wel snel in geld omgezet kunnen worden wanneer dat nodig is. Een current ratio of quick ratio lager dan honderd procent betekent dat het bedrijf niet direct de korte-termijnschulden kan aflossen. Gebruikelijk is om minstens een verhouding van 120 procent na te streven, aangezien er ook langetermijn verplichtingen zijn. De current ratio en quick ratio van de gww-hoofdaannemers waren in 2008 voldoende. De current ratio was gemiddeld 120 procent (zie figuur 6.1). Hiermee bleef de current ratio in lijn met het niveau van voorgaande jaren. De quick ratio was gemiddeld 115 procent. De quick ratio ligt de afgelopen drie jaar gemiddeld vijf procent onder de current ratio (zie tabel 6.1). Ten opzichte van 2007 daalde bij de kleine en middelgrote bedrijven de gemiddelde current ratio. Tabel 6.1 Kencijfers van liquiditeit van gww-bedrijven naar grootteklasse in arbeidsjaren, in 2007 en 2008, in procenten Grootte in Quick ratio Current ratio arbeidsjaren

33 Figuur 6.1 Kencijfers van liquiditeit van gww-bedrijven in de periode , in procenten % Quick ratio Current ratio Bij het grootbedrijf steeg de current ratio wat. De quick ratio per grootteklasse lag voor de kleine en grote bedrijven iets onder de current ratio. Vooral bij de grote bedrijven verbeterde de quick ratio. 6.2 Vermogensbeheer Ratio s van vermogen laten zien hoe succesvol een bedrijf is in het beheren van vermogen. Er kunnen diverse ratio s van vermogen worden berekend. In dit rapport worden de omloopsnelheid van het vermogen, de debiteuren- en crediteurentermijn en het netto vermogensbeslag in lopende werken weergegeven. De omloopsnelheid van het vermogen laat zien hoe effectief het totale vermogen wordt gebruikt om omzet te genereren. Hoe hoger de omloopsnelheid, hoe minder tijd er zit tussen het ontstaan van voorraad of schulden en de beëindiging daarvan. De omloopsnelheid van het vermogen bedroeg in 2008 gemiddeld 1,93 keer. Dit betekent dat het vermogen in 189 dagen wordt omgezet (zie figuur 6.2). Ten opzichte van 2007 is de omloopsnelheid gedaald met 0,18. De omlooptijd is hiermee met 16 dagen toegenomen. Per bedrijfsgrootteklasse verschilt de ontwikkeling van de omloopsnelheid van het vermogen (zie tabel 6.2). Door een lager vermogen steeg ook de omloopsnelheid van het vermogen bij de kleine bedrijven flink. Bij de middelgrote en grote bedrijven gold echter dat de omloopsnelheid daalde, doordat het vermogen naar verhouding harder steeg dan de omzet. De debiteuren- en crediteurentermijn laten zien hoe snel de opdrachtgevers en, respectievelijk, de bouwbedrijven zelf facturen betalen. Een korte debiteurentermijn is van belang voor de liquiditeit. Een korte crediteurentermijn getuigt van professioneel ondernemerschap. Het kostte de opdrachtgevers van de gww- 32

34 Figuur 6.2 Kencijfers van vermogensbeheer van gww-bedrijven in de periode , in dagen Dagen Debiteurentermijn Crediteurentermijn Nettovermogensbeslag hoofdaannemers in 2008 gemiddeld ruim tweeënhalve maand (77 dagen) om de facturen te betalen. De hoofdaannemers zelf deden er gemiddeld bijna een maand langer over: 99 dagen. Na een aantal jaren van afnemende termijnen nemen de debiteuren- en crediteurentermijn weer toe. Gemiddeld waren vooral Tabel 6.2 Kencijfers van vermogensbeheer van gww-bedrijven naar grootteklasse in arbeidsjaren, in 2007 en 2008, in dagen Grootte in Omlooptijd Debiteuren- Crediteuren- Netto vermoarbeids- termijn termijn gensbeslag jaren

35 de debiteuren van kleine bedrijven rapper met hun betalingen, terwijl de crediteuren van grote bedrijven gemiddeld langer moesten wachten. Het netto vermogensbeslag in lopende werken laat de termijn zien waarop per saldo geïnvesteerd vermogen in onderhanden werk vastligt. Hoe korter de termijn, hoe eerder financieringsmiddelen vrijkomen uit het onderhanden werk. Een kort netto vermogensbeslag is van belang voor de liquiditeit. In 2008 nam het netto vermogensbeslag af van 23 naar 18 dagen. Vooral bij de kleine en grote bedrijven nam het netto vermogensbeslag af. Bij de middelgrote bedrijven bleef het netto vermogensbeslag gelijk aan het niveau van Solvabiliteit Solvabiliteitsratio s laten zien in welke mate een bedrijf afhankelijk is van financiering met vreemd vermogen in plaats van eigen vermogen. Hoe meer schulden, hoe onwaarschijnlijker het bedrijf aan al haar betalingsverplichtingen zal kunnen voldoen. Solvabiliteitsratio s geven schuldeisers informatie over de mate van bescherming tegen faillissement van de schuldnemer en over de mate waarop de schuldnemer extra financiering kan krijgen. De solvabiliteit van de gww-hoofdaannemers was in 2008 een fractie verslechterd. De vermogensmutaties in 2008 (zie hoofdstuk 3) hebben ertoe geleid dat het aandeel van het vreemd vermogen in het totaal vermogen is gestegen met een procentpunt. Het aandeel vreemd vermogen bedroeg gemiddeld 77 procent (zie tabel 6.3). Hierdoor steeg eveneens de ratio schulden-eigenvermogen. In het grootbedrijf daalde de solvabiliteit twee procentpunt. In het klein- en middenbedrijf verslechterde de solvabiliteit wat (zie tabel 6.4). De solvabiliteitsratio s houden geen rekening met de rentekosten die bij het vreemd vermogen horen. De rentedekkingsratio geeft weer in welke mate het bedrijf voldoende inkomen genereert om de rentekosten te dekken. Het kunnen betalen van de rente is de eerste stap in het voorkomen van wanbetaling. De rentedekkingsratio van de gww-hoofdaannemers was zowel voor het totaal van de bedrijven als per grootteklasse uitstekend. Dit komt vooral doordat een groot Tabel 6.3 Kencijfers van solvabiliteit van gww-bedrijven, in de periode , in procenten Jaar Aandeel schulden Ratio schulden- Rentedekkingsin totaal vermogen eigen vermogen ratio

36 Tabel 6.4 Kencijfers van solvabiliteit van gww-bedrijven naar grootteklasse in arbeidsjaren, in 2007 en 2008, in procenten Grootte in Aandeel schulden Ratio schulden- Rentedekkingsarbeids- in totaal vermogen eigen vermogen ratio jaren deel van het vreemd vermogen geen rente draagt. De rentedekkingsratio daalde echter wel door de lagere winstmarge en gestegen rentekosten. 6.4 Rentabiliteit Zoals in hoofdstuk 4 is aangegeven, geeft de winstmarge een mate van efficiency weer. Winstmarges houden geen rekening met de investeringen die zijn gedaan door eigenaren of verschaffers van vreemd vermogen. Het vaststellen van de winstgevendheid (rentabiliteit) van bedrijven is één van de lastigste vragen om te beantwoorden, omdat er geen duidelijke maatstaf voor is. Over het algemeen geldt dat bedrijven in economische zin winstgevend zijn als het rendement van de investering in het bedrijf hoger is dan als het geld op de bank zou worden gezet. De rentabiliteit van het totale vermogen (RTV) geeft de hoeveelheid winst weer ten opzichte van het totaal geïnvesteerde kapitaal. Bedrijven kunnen hun RTV verhogen door de winstmarge te vergroten of door de omloopsnelheid van het vermogen te verhogen. De rentabiliteit van het eigen vermogen (REV) geeft weer wat de eigenaren met hun investering hebben verdiend. Het verschil tussen de RTV en de REV wordt verklaard door de invloed van de rentemarge en de verhouding vreemd vermogen en eigen vermogen. De rentemarge bepaalt of de REV groter, gelijk of kleiner is dan de RTV. De verhouding vreemd vermogen en eigen vermogen bepaalt de grootte van de invloed die de REV ondergaat van de rentemarge. De rentabiliteit van de gww-aannemers was in 2008 redelijk. De RTV daalde 0,7 procentpunt tot 6,3 procent (zie figuur 6.3). Dit kwam vooral doordat de omloopsnelheid van het vermogen naar verhouding afnam en de bruto winstmarge gelijk bleef. De REV daalde 2 procentpunt tot 22,6 procent. De rentabiliteit verschilt per grootteklasse. Door de hogere bruto winstmarge steeg de rentabiliteit in het kleinbedrijf. Het midden- en grootbedrijf zag de rentabiliteit dalen door de lagere omloopsnelheid van het vermogen (zie tabel 6.5). 35

37 Figuur 6.3 Kencijfers van rentabiliteit van gww-bedrijven, in de periode , in procenten % Rentabiliteit totaal vermogen Rentabiliteit eigen vermogen Tabel 6.5 Kencijfers van rentabiliteit van gww-bedrijven naar grootteklasse in arbeidsjaren, in 2007 en 2008, in procenten Grootte in Rentabiliteit totaal vermogen Rentabiliteit eigen vermogen arbeidsjaren ,6 13,3 28,2 32, ,0 9,7 32,3 38, ,3 4,7 21,5 17,7 36

38 Bijlage 1: Populatie, steekproef en respons In de zomer van 2009 heeft het EIB alle in Nederland gevestigde en in de sector grond-, water- en wegenbouw (gww) werkzame bouwbedrijven met personeel in dienst geënquêteerd. Deze bedrijven zijn aangesloten bij Cordares te Amsterdam. De totale populatie (in ) bestaat uit 817 ondernemingen met een totale arbeidscapaciteit van arbeidsjaren (verloonde mensjaren). De respons op de enquête bestaat uit 85 bedrijven (inclusief werkmaatschappijen van grote concerns) met een gezamenlijke arbeidscapaciteit van werkenden (inclusief meewerkende eigenaren niet in loondienst). De enquête had tot doel financiële gegevens te verzamelen uit de jaarrekeningen over Met behulp van de jaarcijfers is door middel van kengetallen een beeld geschetst van de bedrijfseconomische positie van deze bedrijven in De belangrijkste bedrijfskarakteristieken van de onderzochte bedrijven zijn: het hebben van personeel in loondienst, het uitvoeren van bouwwerken rechtstreeks in opdracht van de opdrachtgever (hoofdaannemer), en/of het uitvoeren van projecten voor eigen rekening en risico (bouwondernemer). Vanwege ondervertegenwoordiging van het aantal bedrijven in de kleinste grootteklasse en oververtegenwoordiging in de grotere grootteklassen heeft weging van de resultaten plaatsgevonden. Als maatstaf hiervoor diende de verhouding tussen het aantal bedrijven per grootteklasse (gebaseerd op verloonde arbeidsjaren) in de populatie van 2007 en in de responsgroep. Voor zover sprake was van een telling van financiële gegevens of van werkenden is uitgegaan van de verhouding tussen het aantal arbeidsjaren in de populatie en in de responsgroep. Met behulp van een panelbestand zijn de resultaten van jaar op jaar nader beoordeeld. De hier gepresenteerde resultaten zijn schattingen voor de totale populatie van hoofdaannemingsbedrijven in Nederland in De samenstelling van de populatie en de responsgroep naar grootteklasse is weergegeven in tabel B1.1. Sommige bedrijven hebben op concern- of divisieniveau gerespondeerd. Dit betekent dat in de gegevens van deze respondenten werkmaatschappijen begrepen zijn die in de populatie als afzonderlijke teleenheid voorkomen. Bedrijven konden ook hun gegevens via het internet opgeven 2. 1 Ten tijde van het onderzoek waren nog geen populatiegegevens van 2008 voorhanden 2 Hiervoor bestaat de speciaal beveiligde website: 37

39 Tabel B1.1 Aantal gww-bedrijven naar grootteklasse: populatie en responsgroep Grootte in arbeidsjaren Populatie (2007) Responsgroep (2008) Totaal

40 Bijlage 2: Financiële analyseschema s volgens Dupont Figuur B2.1 Totale sector in 2008 (bedragen x 1 mln) Totaal resultaat 269 Omzet Directe kosten Bruto winstmarge 3,3% Kosten van de omzet Indirecte kosten Rentabiliteit totaal vermogen 6,3% x Omzet Omzet Incidentele baten en lasten -41 Voorraden en onderhanden werk Omloopsnelheid 1,93 Vlottende activa Debiteuren Totaal vermogen Vaste activa 543 Liquide middelen

41 Figuur B2.2 Per grootteklasse in arbeidsjaren in 2008 (bedragen x 1 mln) 20 Rentabiliteit totaal vermogen 13,3% Bruto winstmarge 4,6% Omloopsnelheid 2,89 Totaal resultaat 44 Omzet 961 Omzet 961 Totaal vermogen 333 Omzet 961 Kosten van de omzet 917 Vlottende activa 238 Vaste activa Rentabiliteit totaal vermogen 9,7% Bruto winstmarge 4,0% Omloopsnelheid 2,43 Totaal resultaat 85 Omzet Omzet Totaal vermogen 883 Omzet Kosten van de omzet Vlottende activa 751 Vaste activa Rentabiliteit totaal vermogen 4,7% Bruto winstmarge 2,8% Omloopsnelheid 1,68 Totaal resultaat 144 Omzet Omzet Totaal vermogen Omzet Kosten van de omzet Vlottende activa Vaste activa

42 Bijlage 3: Begrippenoverzicht Omschrijving van begrippen bruto omzet: de waarde van de totale binnenlandse omzet, exclusief btw; netto omzet: omzet verminderd met de betalingen aan onderaannemers; toegevoegde waarde: totaal van lonen, salarissen, afschrijvingskosten, rentekosten en resultaat voor belasting; werkende: een persoon die als werknemer of als eigenaar (niet in loondienst) werkzaam is geweest; direct werkende: werkende die productiegerichte werkzaamheden verricht; loonkosten: arbeidskosten van alle in loondienst verrichte werkzaamheden, waarin begrepen: premies sociale verzekeringen (werkgevers- en werknemersdeel), pensioenpremies en -in voorkomende gevallen- een ondernemersloon; directe loonkosten: kosten van direct productiegerichte werkzaamheden (inclusief ondernemersloon); ondernemersloon: berekende beloning voor de werkzaamheden van meewerkende eigenaren van geen rechtspersoonlijkheid bezittende ondernemingen; arbeidsinkomenquote: aandeel van de totale arbeidskosten in de toegevoegde waarde; resultaat voor belasting: saldo van bruto omzet en kosten, verlaagd of verhoogd met het saldo van diverse baten en lasten, voor aftrek van belasting; diverse baten en lasten: saldo van opbrengsten en kosten die geen verband houden met de eigenlijke bedrijfsuitoefening; bruto winst: resultaat voor belasting vermeerderd met de betaalde rente; totaal geïnvesteerde vermogen: totaal van alle geldmiddelen (passiva) dat in bedrijfsmiddelen (activa) is vastgelegd; vaste activa: waarde van duurzame materiële en immateriële bedrijfsmiddelen; vlottende activa: waarde van materiële en immateriële bedrijfsmiddelen, waaruit op korte termijn de daarin vastgelegde geldmiddelen weer beschikbaar (kunnen) komen; onderhanden werk: waarde van in onderhanden werk vastgelegd vermogen, na aftrek van hierop ingediende termijnen (debetsaldo); vaste passiva: op lange termijn beschikbare geldmiddelen; vlottende passiva: op korte termijn beschikbare geldmiddelen; termijnen onderhanden werk: waarde van op onderhanden werk ingediende termijnen, na aftrek van de waarde van het in onderhanden werk vastgelegd vermogen (creditsaldo); eigen vermogen: deel van alle geldmiddelen dat niet door derden (schuldeisers) ter beschikking is gesteld; current ratio: verhouding tussen vlottende activa en vlottende passiva; debiteurentermijn: termijn waarop vorderingen op opdrachtgevers uitstaan; crediteurentermijn: termijn waarop schulden aan leveranciers worden voldaan; netto vermogensbeslag in lopende werken: termijn waarop per saldo in onderhanden werken geïnvesteerd vermogen vastligt; netto vermogen in lopende werken: het saldo van voorraden, onderhanden werken en debiteuren enerzijds en crediteuren anderzijds; 41

43 winstmarge: het resultaat voor belasting in procenten de bruto omzet; rentabiliteit van het totale vermogen: de bruto winst in procenten van het totaal geïnvesteerde vermogen; rentabiliteit van het eigen vermogen: het resultaat voor belasting in procenten van het eigen vermogen (inclusief voorzieningen); vlottende activa: voorraden + onderhanden werk + debiteuren + overige vorderingen + liquide middelen; vlottende passiva: crediteuren + termijnen onderhanden werk + bankkrediet + overige schulden op korte termijn; vaste passiva: eigen vermogen + voorzieningen + langlopende schulden; totaal vermogen: vaste passiva + vlottende passiva. Rekenformules Bruto omzet per werkende: Bruto omzet / Aantal werkenden Netto omzet per werkende: (Bruto omzet - Betalingen aan onderaannemers) / aantal werkenden Toegevoegde waarde per werkende: (Loonkosten + Afschrijvingen + Rente + Resultaat voor belasting) / Aantal werkenden Loonkosten per werkende: Loonkosten / Aantal werkenden Arbeidsinkomenquote: Loonkosten / Toegevoegde waarde Current ratio: (Vlottende activa / Vlottende passiva) x 100 Quick ratio: (Vlottende activa - Voorraden / Vlottende passiva) x 100 Debiteurentermijn: (Waarde van de debiteuren / Bruto omzet) x 365 Crediteurentermijn: (Waarde van de crediteuren / Betalingen aan grondstoffen en materialen en onderaannemers) x 365 Netto vermogensbeslag in lopende werken: [(Voorraden + Onderhanden werk + Debiteuren Crediteuren) / Bruto omzet] x 365 Winstmarge: (Resultaat voor belasting / Bruto omzet) x 100 Ratio schulden-eigen vermogen (Totale schulden / Eigen vermogen) x 100 Rentedekkingsratio (Resultaat voor belasting / Rentekosten) x 100 Rentabiliteit totaal vermogen: [(Resultaat voor belasting + betaalde rente) / Totaal vermogen] x 100 Rentabiliteit eigen vermogen: [Resultaat voor belasting / (Eigen vermogen + Voorzieningen] x 100 Omloopsnelheid totaal vermogen: Bruto omzet / Totaal vermogen Omlooptijd van het totaal vermogen: (1 / Omloopsnelheid totaal vermogen) x

44 EIB-publicaties 2005 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid in 2005 Bouworganisatievormen in beweging Beroepsmobiliteit in de bouw Bouwbedrijven 2005, ontwikkelingen en vooruitzichten Waardecreatie door grote bouwonderne-mingen De vooruitzichten voor de installatiemarkt in 2005 (UNETO-VNI) Kosten en baten van het verlaagde BTW-tarief op onderhoudswerk aan woningen (FOSAG) Marktgericht ondernemen in de bouw Het ziekteverzuim in de bouw in 2004 De metselaar Het leidinggevend personeel in de bouw De bouwarbeidsmarkt in het najaar van 2004 Beroepscompetenties van het middenkader in de bouw Arbowensen en -behoeften van werkgevers en werknemers in de bouw in 2004 (ARBOUW) Arbeidsongevallen in de bouw in 2004 (ARBOUW) Bouwen voor de gezondheids- en welzijnszorg Regelgeving in de planontwikkelingsfase Regionale woningmarkten De bouwarbeidsmarkt op weg naar 2010 De bouwarbeidsmarkt in de periode Opdrachtgevers aan het woord 43

45 Bedrijfseconomische kencijfers van gespecialiseerde bedrijven in de bouw in 2004 Bedrijfseconomische kencijfers van gww-bedrijven in 2004 Bedrijfseconomische kencijfers van b&u-bedrijven in 2004 Algemene kosten in het bouwbedrijf in 2004 Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in de bouwnijverheid Eindmeting Arbovoorlichting in de bouw, tweede effectmeting (Ministerie van SZW) Het arbeidsbestand in de bouwnijverheid in 2004 De bouwbedrijven in Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid in 2006 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid in 2006 De Nederlandse regio s Vraag naar kantoren tot 2015 Bouwbedrijven 2006, ontwikkelingen en vooruitzichten Bouwen in: Noord-Nederland, Noord-Holland en Utrecht, Oost-Nederland, Zuid- Nederland en Zuid-Holland (Bouwend Nederland) Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in de aan de bouw toeleverende industrie en de bouwmaterialenhandel Eindevaluatie Arboconvenant Funderingsbranche Het ziekteverzuim in de bouwnijverheid in 2005 Arbowensen en -behoeften van bouwbedrijven en werknemers 2005 (ARBOUW) Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in ontwerpbureaus Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2005 (ARBOUW) Activity Based Costing in het bouwbedrijf Prestatietoeslag in de restauratiebouw Bouwen op vertrouwen Internetgebruik door bouwbedrijven 44

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2015

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2015 Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2015 Bedrijfseconomische kencijfers 2015 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven Bedrijfseconomische kencijfers Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud

Nadere informatie

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u-bedrijven 2008

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u-bedrijven 2008 Bedrijfs- economische kencijfers b&u-bedrijven 2008 Bedrijfseconomische kencijfers b&u-bedrijven 2008 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw.

Nadere informatie

Bedrijfs- economische kencijfers. gww-bedrijven 2009

Bedrijfs- economische kencijfers. gww-bedrijven 2009 Bedrijfs- economische kencijfers gww-bedrijven 2009 Bedrijfseconomische kencijfers gww-bedrijven 2009 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u-bedrijven 2009

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u-bedrijven 2009 Bedrijfs- economische kencijfers b&u-bedrijven 2009 Bedrijfseconomische kencijfers b&u-bedrijven 2009 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2010

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2010 Bedrijfs- economische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2010 Bedrijfseconomische kencijfers 2010 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2011

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2011 Bedrijfs- economische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2011 Bedrijfseconomische kencijfers 2011 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2013

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2013 Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2013 Bedrijfseconomische kencijfers 2013 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2012

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2012 Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2012 Bedrijfseconomische kencijfers 2012 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2014

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2014 Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2014 Bedrijfseconomische kencijfers 2014 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfs- economische kencijfers. gespecialiseerde bedrijven

Bedrijfs- economische kencijfers. gespecialiseerde bedrijven Bedrijfs- economische kencijfers gespecialiseerde bedrijven 2007-2008 Bedrijfseconomische kencijfers gespecialiseerde bedrijven 2007-2008 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting

Nadere informatie

Hoofdstuk 17 Financiële verslaggeving

Hoofdstuk 17 Financiële verslaggeving Hoofdstuk 17 Financiële verslaggeving 17.1 Geef van elke uitspraak aan of hij juist of onjuist is. a b c d e f g h i Publicatie van de jaarrekening is verplicht voor alle ondernemingen. Het jaarverslag

Nadere informatie

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart Jaarverslag 2016 Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart Financieel economisch verslag Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2016 uitsluitend de kerncijfers en

Nadere informatie

Tussentijdse rapportage 2016 mrt van:

Tussentijdse rapportage 2016 mrt van: Tussentijdse rapportage 216 mrt van: Tussentijdse rapportage 1 van 16 8-5-216 RESULTAAT IN EURO Ontwikkeling van opbrengsten en kosten Zoals blijkt uit de winst-en-verliesrekening bedraagt het resultaat

Nadere informatie

Basisprognose

Basisprognose Bedrijfsnaam: RestauRanto Vestigingsplaats: Voorwoord Opsteldatum: 28 oktober 216 Periode: 1 januari 215 t/m 31 december 217 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Opsteller: Telefoonnummer: E-mail adres: RestauRanto

Nadere informatie

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 Docentenhandleiding Hoofdstuk 25 9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 a Per november 2008 wordt aan huur vooruitontvangen: 400 3 650 = 780.. b Per december wordt achteraf ontvangen: 25 3 720 = 270..

Nadere informatie

Financiële analyse van de jaarrekening

Financiële analyse van de jaarrekening 17 hoofdstuk Financiële analyse van de jaarrekening 17.1 B 17. C 17.3 C 17.4 A 17.5 A 17.6 C 17.7 D 17.8 D 17.9 B 17.10 D 17.11 D 17.1 C 17.13 A 17.14 C 17.15 B 17.16 C 1.000.000 / 1.500.000 = 0,08 17.17

Nadere informatie

Financiële ratio s met CASH!

Financiële ratio s met CASH! Inleiding Het is belangrijk dat je als ondernemer weet hoe je onderneming er financieel voor staat. Hier kan je financiële ratio's goed voor gebruiken. Maar wat zijn ze en wat doe je ermee? Om de financiële

Nadere informatie

Jaarrekening dec december 2016 Benchmarkperiode 31 dec december om 15:55 uur

Jaarrekening dec december 2016 Benchmarkperiode 31 dec december om 15:55 uur Jaarrekening 2016 Rapportageperiode 31 dec 2016 31 december 2016 Benchmarkperiode 31 dec 2015 31 december 2015 Printdatum 07-06-2017 om 15:55 uur Voorblad 0 0 Inhoud Algemeen 2 Resultaatvergelijking 3

Nadere informatie

Stichting 070Watt Pletterijkade SG Den Haag. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015

Stichting 070Watt Pletterijkade SG Den Haag. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015 Stichting 070Watt Pletterijkade 15 2515 SG Den Haag KvK-nummer: 60690461 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015 Inhoud ACCOUNTANTSVERSLAG Samenstellingsverklaring Resultaat-analyse Financiële positie JAARSTUKKEN

Nadere informatie

123WatEenSite C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam

123WatEenSite C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 3 Voorwoord 4 Resultaten 5 Financiële positie 7 Ondertekening van de accountantsrapportage 9 Jaarstukken 2008 Jaarrekening

Nadere informatie

Module 4 Inzicht in cijfers

Module 4 Inzicht in cijfers Geleerd in vorige presentaties Module 4 Inzicht in cijfers Les 3. Begrijp de balans en stuur op kengetallen 1. Winst- en verliesrekening 2. Balans 3. Kasstroomoverzicht 4. Winst en belasting Les 3 Maak

Nadere informatie

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG OVERZICHT JAARVERSLAG 2014 FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2014 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens

Nadere informatie

Going concern Vestigingsplaats:

Going concern Vestigingsplaats: Bedrijfsnaam: Dorssports Vestigingsplaats: Heiloo Opsteldatum: 5 juli 2018 Periode: 1 januari 2015 t/m 31 december 2020 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Opsteller: Telefoonnummer: E-mail adres: Dorssports

Nadere informatie

Jaarcijfers Stichting LIZ Vrouwe Udasingel GT LENT. Inhoudsopgave:

Jaarcijfers Stichting LIZ Vrouwe Udasingel GT LENT. Inhoudsopgave: Jaarcijfers 2015 Vrouwe Udasingel 235 6663 GT LENT Inhoudsopgave: - Balans (en toelichting op de balans) - Winst- en verliesrekening - Kengetallen Balans per 31-12-2015 ACTIVA 2015 2014 Vaste activa Materiële

Nadere informatie

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 5

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 5 Opgave 5.1 a. Liquiditeitsbalans b. 1/1 solvabiliteitsratio = 1.570.000 = 0,48 3.240.000 31/12 solvabiliteitsratio = 1.630.000 = 0,46 3.550.000 c. 1/1 debt ratio = 1.100.000 + 570.000 = 0,52 3.240.000

Nadere informatie

Opsteldatum: 23 mei 2011 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december 2013. Telefoonnummer: 611358230 Email adres: wilco.kraaij@unit4.

Opsteldatum: 23 mei 2011 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december 2013. Telefoonnummer: 611358230 Email adres: wilco.kraaij@unit4. Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Driel Aggregaten BV Veenendaal Opsteldatum: 23 mei 211 Periode: 1 januari 29 t/m 31 december 213 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Driel Aggregaten BV Veenendaal Opsteller:

Nadere informatie

Jaarrekeninglezen voor non-financials. Ruitenburg University 15 november 2016

Jaarrekeninglezen voor non-financials. Ruitenburg University 15 november 2016 Jaarrekeninglezen voor non-financials Ruitenburg University 15 november 2016 Introductie Welkom Voorstelronde sprekers Doel Eerst even dit! Inhoud Waarom een jaarrekening? Onderdelen van de jaarrekening

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Financieel economisch verslag

Financieel economisch verslag Financieel economisch verslag Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2016 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens van dochteronderneming

Nadere informatie

Opsteldatum: 26 oktober 2012 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december 2014. Telefoonnummer: 31611359232 Email adres: wilco.kraaij@unit4.

Opsteldatum: 26 oktober 2012 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december 2014. Telefoonnummer: 31611359232 Email adres: wilco.kraaij@unit4. Prognose 213-214 Bedrijfsnaam: Van Driel Aggregaten B V Vestigingsplaats: Veenendaal Opsteldatum: 26 oktober 212 Periode: 1 januari 29 t/m 31 december 214 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Van Driel Aggregaten

Nadere informatie

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg Burgemeester Kengenstraat 46 6336 BK Hulsberg Jaarrekening 214/215 INHOUD JAARREKENING 1 Samenstellingsverklaring 2 Resultaat 3 Financiële positie 4 Grafieken 5 Fiscale positie JAARREKENING 1 Balans 2

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Voorjaar 2015. Marien Vrolijk

Monitor Bouwketen. Voorjaar 2015. Marien Vrolijk Monitor Bouwketen Voorjaar 2015 Marien Vrolijk 2 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 5 1 Bouwketen 6 1.1 Recente ontwikkelingen 6 1.2 Conjunctuur bouwketen 8 2 Architectenbureaus 10 3 Ingenieursbureaus

Nadere informatie

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 4

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 4 Opgave 4.1 Balans 1 januari jaar 3 1 Vaste activa Eigen vermogen 178.500 Gebouw 150.000 Bedrijfsauto s 48.000 Lang vreemd vermogen Inventaris 16.000 214.000 Hypotheek 80.000 Vlottende activa Voorraad goederen

Nadere informatie

Opsteldatum: 30 januari 2014 Periode: 1 januari 2012 t/m 31 december Telefoonnummer:

Opsteldatum: 30 januari 2014 Periode: 1 januari 2012 t/m 31 december Telefoonnummer: Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Van Driel periodes Veenendaal Opsteldatum: 3 januari 214 Periode: 1 januari 212 t/m 31 december 217 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Van Driel periodes Veenendaal Opsteller:

Nadere informatie

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 8 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 30 meerkeuzevragen (maximaal

Nadere informatie

Jaarrekening december 2015 Benchmarkperiode 31 december om 15:39 uur

Jaarrekening december 2015 Benchmarkperiode 31 december om 15:39 uur Jaarrekening 2015 Rapportageperiode 31 december 2015 Benchmarkperiode 31 december 2014 Printdatum 24-06-2016 om 15:39 uur Voorblad 0 0 Inhoud Algemeen 2 Resultaatvergelijking 4 Financiële positie 6 Jaarrekening

Nadere informatie

Jaarstukken Stichting Koinonia

Jaarstukken Stichting Koinonia Jaarstukken 2012 2. Inhoudsopgave Inhoudsopgave Pagina 2 Opdracht Pagina 3 1. Resultaten Pagina 4 2. Financiele positie Pagina 5 3. Kengetallen Pagina 6 4. Balans Activa Pagina 8 5. Balans Passiva Pagina

Nadere informatie

Financieel verslag 2011/2012. Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag 12 2342 KM Vlissingen

Financieel verslag 2011/2012. Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag 12 2342 KM Vlissingen Financieel verslag 2011/2012 Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag 12 2342 KM Voorblad 0 Inhoud Bestuursverslag 2 Algemeen 3 Resultaatvergelijk 4 Financiele positie 5 Jaarrekening 7 Balans 8 Staat

Nadere informatie

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk www.jooplengkeek.nl belangrijk 1 Liquiditeitskengetallen Current ratio Quick ratio Working capital (werkkapitaal) Cashflow Kengetallen Kengetallen zijn verhoudingsgetallen, ze geven de verhouding aan tussen

Nadere informatie

Nieuw gebouw Vestigingsplaats:

Nieuw gebouw Vestigingsplaats: Bedrijfsnaam: Demobouw BV Vestigingsplaats: Zeist Voorwoord Opsteldatum: 10 september 2018 Periode: 1 januari 2014 t/m 31 december 2017 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Opsteller: Telefoonnummer: E-mail

Nadere informatie

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB 1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen

Nadere informatie

Stichting NME Alkmaar gevestigd te Alkmaar. Jaarrekening 2013

Stichting NME Alkmaar gevestigd te Alkmaar. Jaarrekening 2013 Jaarrekening 2013 Nummer Kamer van Koophandel: 51410141 Datum: Opgesteld door: 9 april 2014 P.A. Vorstenbosch Aantal exemplaren: 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave pagina Opdracht 3 Samenstellingsverklaring

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2014 2011 EV HAARLEM. Haarlem, 7 april 2015 - 1 - STICHTING DE WERELD KINDERTHEATER Gasthuisvest 47

JAARVERSLAG 2014 2011 EV HAARLEM. Haarlem, 7 april 2015 - 1 - STICHTING DE WERELD KINDERTHEATER Gasthuisvest 47 JAARVERSLAG 2014 STICHTING DE WERELD KINDERTHEATER Gasthuisvest 47 2011 EV HAARLEM Haarlem, 7 april 2015-1 - INHOUDSOPGAVE Pagina RAPPORT 1 Opdracht 3 2 Resultaat 4 3 Financiële positie 5 4 Kengetallen

Nadere informatie

Stichting Omroep Landgraaf

Stichting Omroep Landgraaf Stichting Omroep Landgraaf T.a.v. Het Bestuur Felix Ruttenstraat 16 6372KV Landgraaf KvK-nummer: 4172374 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 218 Inhoud JAARREKENING Financiële positie JAARSTUKKEN 218 JAARREKENING

Nadere informatie

De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg AA Amsterdam. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg AA Amsterdam. Jaarrekening Datum vastgesteld: De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg 6 1108 AA Amsterdam Jaarrekening 2016 Relatiebeheerder: Hans Beijer Datum vastgesteld: 19-05-2018 Stichting Plan Angel Provincialeweg 6 1108 AA Amsterdam

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8 HOOFDSTUK 8 Opgave 1 a. Wat geeft de liquiditeit van een onderneming aan? De liquiditeit geeft aan in welke mate een onderneming aan haar lopende betalingsverplichtingen kan voldoen. b. Wat is het verschil

Nadere informatie

Groesman International B.V.

Groesman International B.V. Kredietrapport Rapport datum 15-05-2014 Bedrijf Adres groesman international amsterdam - Samenvatting Bedrijfsnaam Vestigingsadres Breitnerlaan 7 Kredietadvies EUR 1.000.000 Score 7,4 Betalingsscore 7,8

Nadere informatie

De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg AA Amsterdam. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg AA Amsterdam. Jaarrekening Datum vastgesteld: De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg 6 1108 AA Amsterdam Jaarrekening 2017 Relatiebeheerder: Hans Beijer Datum vastgesteld: 19-05-2018 Stichting Plan Angel Provincialeweg 6 1108 AA Amsterdam

Nadere informatie

Wat zegt uw financiële balans?

Wat zegt uw financiële balans? Wat zegt uw financiële balans? Samen met een door uw accountant opgestelde toelichting vormen de winst- en verliesrekening en de balans gezamenlijk de jaarrekening van uw onderneming. De balans is een

Nadere informatie

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014 FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS 2014 Utrecht, november 2014 INHOUD Inleiding 5 1 Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs 7 2 Expertisecentra 10 3 Voortgezet onderwijs 12 4 Samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Najaar Marien Vrolijk

Monitor Bouwketen. Najaar Marien Vrolijk Monitor Bouwketen Najaar 2014 Marien Vrolijk 2 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 5 1 Bouwketen 6 1.1 Recente ontwikkelingen 6 1.2 Conjunctuur bouwketen 8 2 Architectenbureaus 10 3 Ingenieursbureaus

Nadere informatie

FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG

FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG 2017 FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG GECONSOLIDEERDE BALANS 2017 Het balanstotaal ultimo 2017 bedraagt 20.282.000 en is daarmee 578.000 lager dan de balans ultimo 2016. Dit betekent een daling van 2,8%.

Nadere informatie

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief Utrecht, december 2013 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs...

Nadere informatie

Jaarstukken Stichting Koinonia

Jaarstukken Stichting Koinonia Jaarstukken 2013 2. Inhoudsopgave Inhoudsopgave Pagina 2 Opdracht Pagina 3 1. Resultaten Pagina 4 2. Financiele positie Pagina 5 3. Kengetallen Pagina 6 4. Balans Activa Pagina 8 5. Balans Passiva Pagina

Nadere informatie

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg

Stichting Amati Ensemble Burgemeester Kengenstraat BK Hulsberg Burgemeester Kengenstraat 46 6336 BK Hulsberg Jaarrekening 215/216 INHOUD JAARREKENING 1 Samenstellingsverklaring 2 Resultaat 3 Financiële positie 4 Grafieken 5 Fiscale positie JAARREKENING 1 Balans 2

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers Monitor Bouwketen Daan Holtackers Rapport in opdracht van BNA, Bouwend Nederland, NLingenieurs en UNETO-VNI Juli 2014 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 3 1 Bouwkolom 5 1.1 Recente ontwikkelingen

Nadere informatie

Stichting Omroep Landgraaf

Stichting Omroep Landgraaf Stichting Omroep Landgraaf T.a.v. Het Bestuur Felix Ruttenstraat 16 6372KV Landgraaf KvK-nummer: 4172374 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 215 Inhoud JAARREKENING Financiële positie JAARSTUKKEN 215 JAARREKENING

Nadere informatie

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG OVERZICHT JAARVERSLAG 2015 FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2015 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens

Nadere informatie

Balans per

Balans per Balans per 31-12-212 Algemeen In de jaarrekening is het voorstel tot resultaatbestemming verwerkt. De jaarrekening is opgesteld op basis van historische kosten. De gehanteerde grondslagen van waardering

Nadere informatie

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis RAPPORT 21 Stichting Spin for Life Aletta Jacobskade 66 3137 TB Vlaardingen Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee 4 3144 DB Maassluis INHOUD JAARVERSLAG Verklaring Resultaat-analyse Financiële

Nadere informatie

Groesman International B.V.

Groesman International B.V. Kredietrapport Rapport datum 22-04-2015 Bedrijf Adres AMSTERDAM - Samenvatting Bedrijfsnaam Vestigingsadres Breitnerlaan 7 Kredietadvies EUR 1.000.000 Score 7,6 Betalingsscore 7,8 Rating Risico Bedrijfsstatus

Nadere informatie

MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016

MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016 MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016 Wat gaan we doen? Wat zijn je verwachtingen? Stukje theorie Oefencasus Afronding Handel en boekhouding Zo lang er handel wordt gedreven

Nadere informatie

De bestuursleden van Stichting Goed Bezig Midscheeps 3 9733 A Groningen. Financieel verslag 2012. Dossiernummer: 800070.0

De bestuursleden van Stichting Goed Bezig Midscheeps 3 9733 A Groningen. Financieel verslag 2012. Dossiernummer: 800070.0 De bestuursleden van Stichting Goed Bezig Midscheeps 3 9733 A Groningen Financieel verslag 2012 Dossiernummer: 800070.0 Kenmerk: H. Veen Datum: 26 april 2013 Inhoudsopgave 1. Rapport 3 1.1 Opdracht 4 1.2

Nadere informatie

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Bedrijfseconomie Beschikbare tijd uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen met

Nadere informatie

Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg BL Langbroek. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2016

Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg BL Langbroek. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2016 Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg 8 3947BL Langbroek KvK-nummer: 57776180 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2016 Inhoud ACCOUNTANTSVERSLAG Samenstellingsverklaring Resultaat-analyse Financiële positie

Nadere informatie

De directie van Stichting de Ster. Jaarrekening Datum: 28 februari 2017

De directie van Stichting de Ster. Jaarrekening Datum: 28 februari 2017 De directie van Stichting de Ster Jaarrekening 2016 Relatiebeheerder: Frank Kanen Datum: 28 februari 2017 Inhoudsopgave Pagina 1 Algemeen 2 1.1 Kengetallen 2 1.2 Grafieken 4 2 Jaarrekening 6 2.1 Balans

Nadere informatie

Hindu Swayamsevak Sangh. Financieel Jaarverslag 2014

Hindu Swayamsevak Sangh. Financieel Jaarverslag 2014 Hindu Swayamsevak Sangh Financieel Jaarverslag 2014 Inhoudsopgave Balans per 31 december... 2 Resultatenrekening... 6 Waarderingsgrondslag... 10 ~ 1 ~ Balans per 31 december Activa Passiva Vaste activa

Nadere informatie

financieel management les 2 interactive marketing communications

financieel management les 2 interactive marketing communications financieel management les 2 leerdoelen 1. inzicht krijgen in de totale financiele huishouding van een bureau 2. wat is een balans, een winst- en verliesrekening en een kasstroomoverzicht 3. begrippen:

Nadere informatie

Homework. week 4. H5 Liquiditeit. opgave 1. januari februari maart ontvangsten. entree abonnementen subsidie horeca

Homework. week 4. H5 Liquiditeit. opgave 1. januari februari maart ontvangsten. entree abonnementen subsidie horeca H5 Liquiditeit opgave 1 januari februari maart ontvangsten entree abonnementen subsidie horeca 8. 5. 1.35. 75. 8. 1.. 75. 8. 1.5. 75. totaal 2.725. 1.875. 2.375. uitgaven alle kosten rente aflossingen

Nadere informatie

Jaarverslag Sportbedrijf Deventer Smeenkhof 12a Deventer sportbedrijfdeventer.nl

Jaarverslag Sportbedrijf Deventer Smeenkhof 12a Deventer sportbedrijfdeventer.nl Jaarverslag 2016 Foto: Coen Schilderman - Sportfoto van het jaar 2016 (Emma Oosterwegel) Sportbedrijf Deventer Smeenkhof 12a Deventer 0570-503939 sportbedrijfdeventer.nl Financieel economisch verslag Voor

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit BENCHMARK OP MAAT Inhoud pagina 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12 Bijlage 1 1 Inleiding Ons product Benchmark Op Maat is speciaal ontwikkeld

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande Jaarrekening 2013 Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg 57 2671MT Voorblad 0 Inhoud Opdracht 2 Resultaatvergelijk 3 Financiele positie 5 Grondslagen 7 Balans 9 V en W 11 Materiele activa

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers Ad Grootenboer

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers Ad Grootenboer Monitor Bouwketen Daan Holtackers Ad Grootenboer V01 Rapport in opdracht van BNA, Bouwend Nederland, FOSAG, NLingenieurs en UNETO-VNI Juni 2011 Inhoudsopgave Inleiding 3 1 Algemeen 5 1.1 De conjunctuurontwikkeling

Nadere informatie

Stichting RAVON. Jaarrekening Vestigingsadres Natuurplaza, Toernooiveld 1, 6525 ED Nijmegen. Postadres Postbus BK Nijmegen

Stichting RAVON. Jaarrekening Vestigingsadres Natuurplaza, Toernooiveld 1, 6525 ED Nijmegen. Postadres Postbus BK Nijmegen Stichting RAVON Jaarrekening 2016 Vestigingsadres Natuurplaza, Toernooiveld 1, 6525 ED Nijmegen Postadres Postbus 1413 6501 BK Nijmegen Balans per 31 december 2016 ( x 1,00) 31 december 2016 31 december

Nadere informatie

Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg BL Langbroek. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2017

Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg BL Langbroek. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2017 Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg 8 3947BL Langbroek KvK-nummer: 5777618 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 217 Inhoud ACCOUNTANTSVERSLAG Samenstellingsverklaring Resultaat-analyse Financiële positie JAARSTUKKEN

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Opsteldatum: 30 oktober 2012 Periode: 1 januari 2011 t/m 31 december 2015. Telefoonnummer: 611358230 Email adres: wilco.kraaij@unit4.

Opsteldatum: 30 oktober 2012 Periode: 1 januari 2011 t/m 31 december 2015. Telefoonnummer: 611358230 Email adres: wilco.kraaij@unit4. Uitkeringstoets 2013-2015 Bedrijfsnaam: Van Driel periodes Vestigingsplaats: Veenendaal Opsteldatum: 30 oktober 2012 Periode: 1 januari 2011 t/m 31 december 2015 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Van Driel

Nadere informatie

Lesbrief Kopen en Werken 2 e druk Hoofdstuk 6 Het koeriersbedrijf van Ewout 6.1 Het hele vermogen van 50.000.

Lesbrief Kopen en Werken 2 e druk Hoofdstuk 6 Het koeriersbedrijf van Ewout 6.1 Het hele vermogen van 50.000. Hoofdstuk 6 Het koeriersbedrijf van Ewout 6.1 Het hele vermogen van 50.000. 6.2 80% van de bezittingen de leningen = 0,8 (18.000 + 12.000 + 6.000 + 9.000) 20.000 15.000 = 1.000. 5.000 (kas) + 1.000 = 6.000.

Nadere informatie

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld: De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan Jaarrekening 2017 Relatiebeheerder: Frank Kanen Datum vastgesteld: 26-02-2018 Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan Breda, 26 februari 2018 Geachte

Nadere informatie

Bijlagen. Bijlage 1: Resultaat 2005

Bijlagen. Bijlage 1: Resultaat 2005 Jaarrekening 25 Koetser CV 1. Balans per 31 december 25 2. Winst- en verliesrekening over 25 3. Toelichting op algemene zaken 4. Toelichting op de balans 5. Toelichting winst- en verliesrekening Bijlagen

Nadere informatie

Groesman International B.V.

Groesman International B.V. Kredietrapport Plus Datum 29-04-2016 Naam Groesman International BV Samenvatting Bedrijfsnaam Groesman International B.V. Vestigingsadres Kredietadvies EUR 1.000.000 Score 7,5 Betalingsscore 7,8 Rating

Nadere informatie

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld: De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Jaarrekening 2018 Relatiebeheerder: Frank Kanen Datum vastgesteld: 26-02-2019 Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Breda, 26 februari 2019 Geachte directie,

Nadere informatie

Jaarrekening 2016 Ter Stal Tweewielers B.V.

Jaarrekening 2016 Ter Stal Tweewielers B.V. Verslagperiode 1 januari 2016-31 december 2016 Gegenereerd op 23 okt 2017 INHOUDSOPGAVE FINANCIEEL VERSLAG 3 Voorwoord 4 Resultaatanalyse 5 Winst-en-verliesrekening (EUR) 5 Winst-en-verliesrekening meerjarenoverzicht

Nadere informatie

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld: De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan Jaarrekening 2016 Relatiebeheerder: Frank Kanen Datum vastgesteld: 23-11-2017 Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan Breda, 23 november 2017 Geachte

Nadere informatie

Aurington. Administratie en Advies

Aurington. Administratie en Advies Aurington Administratie en Advies Let op de houdbaarheidsdatum! Mei 5 Pincode 6 7 8 Boetes Dit jaar Deze maand De balans Tandorine B.V. Debet Activa Bezittingen Wat heb ik? Credit Passiva Vermogen Hoe

Nadere informatie

Toets 3 HAVO 5 g Diagnostische toets 2012

Toets 3 HAVO 5 g  Diagnostische toets 2012 Uitwerkingen/waardering Toets 3 HAVO 5 20 12 MO Onderdeel 3.1 Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Diagnostische toets 2012 Uitwerkingen/waardering Voor deze toets zijn maximaal 35 punten te behalen; De

Nadere informatie

grote ondernemingen nemingen in eerste kwartaal aal 2009

grote ondernemingen nemingen in eerste kwartaal aal 2009 08 Wisselende 0s signalen bij grote ondernemingen nemingen in eerste kwartaal aal 2009 Frank Bonger en Hen Pustjens Publicatiedatum CBS-website: 17 juli 2009 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens

Nadere informatie

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investering in machines / 350 Desinvestering in machines 65 Aandeel in winst C / 20 Aandeel in dividend C 30

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investering in machines / 350 Desinvestering in machines 65 Aandeel in winst C / 20 Aandeel in dividend C 30 Voortgezette Studie Boekhouden 12.1 a De functie van het kasstroomoverzicht is een bijdrage leveren aan de beoordeling door gebruikers van het vermogen van de onderneming om geldmiddelen en kasequivalenten

Nadere informatie

Samenvatting Economie Boekhouden: THEORIE

Samenvatting Economie Boekhouden: THEORIE Samenvatting Economie Boekhouden: THEORIE Samenvatting door J. 1589 woorden 4 maart 2013 5,6 18 keer beoordeeld Vak Economie Economie Boekhouden Waar haalt de onderneming het geld vandaan? Financieringsbehoeften

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken 1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2012 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele

Nadere informatie

Stichting Hope of the Nations M.F. Lodewijk Hogeweg 16D 8278 BC Kamperveen

Stichting Hope of the Nations M.F. Lodewijk Hogeweg 16D 8278 BC Kamperveen M.F. Lodewijk Hogeweg 16D 8278 BC Kamperveen INHOUDSOPGAVE Pagina Rapportage 3 Voorwoord 4 Resultaten 5 Financiële positie 7 Jaarstukken 2011 Jaarrekening 9 Balans per 31 december 2011 10 Winst-en-verliesrekening

Nadere informatie

VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP. Rapport inzake jaarstukken 2010

VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP. Rapport inzake jaarstukken 2010 VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP Rapport inzake jaarstukken 2010 INHOUDSOPGAVE Pagina RAPPORT 1 Opdracht 3 2 Samenstellingsrapport 3 3 Resultaat 4 4 Financiële positie 6 JAARREKENING 1 Balans per

Nadere informatie

RAPPORT inzake de jaarrekening 2014 van Stichting Grafisch Museum te GRONINGEN. Blad 1

RAPPORT inzake de jaarrekening 2014 van Stichting Grafisch Museum te GRONINGEN. Blad 1 RAPPORT inzake de jaarrekening 2014 van te GRONINGEN Blad 1 Stadskanaal, 16 februari 2015 Ref. 071714 JAARVERSLAG 2014 INHOUD Bladnummer Accountantsverslag 1. Samenstellingsverklaring 4 2. Algemeen 5 3.

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

Aanbestedings- opdrachtgevers. Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers gedrag

Aanbestedings- opdrachtgevers. Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers gedrag Aanbestedings- Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers gedrag 2009-2010 opdrachtgevers 2009-2010 Aanbestedings- gedrag opdrachtgevers 2009-2010 drs. S. Hardeman Rapport in opdracht van Stichting Aanbestedingsinstituut

Nadere informatie

Financieel economisch verslag

Financieel economisch verslag OVERZICHT JAARVERSLAG 2013 Financieel economisch verslag Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2013 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens

Nadere informatie