ANders in de klas. Zorgtweedaagse Januari Iris Philips Katleen Koopmans

Transcriptie

1 ANders in de klas Zorgtweedaagse Januari 2018 Iris Philips Katleen Koopmans

2 2 For the birds

3 Planning Regelgeving Onthaal van AN Taalontwikkeling Taken en differentiatiemogelijkheden 3

4 Regelgeving LS AN is een leerling die Uiterlijk op 31/12 van het lopende schooljaar 5 jaar of ouder is en op de dag van inschrijving of op 1 sept. die volgt op de inschrijving, gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoet: Hij is een nieuwkomer, dit wil zeggen dat hij maximaal één jaar ononderbroken in België verblijft; Hij heeft niet het Nederlands als thuistaal of moedertaal; Hij beheerst onvoldoende de onderwijstaal om met goed gevolg de lessen te kunnen volgen; Hij is maximaal 9 maanden ingeschreven in een school met het Nederlands als onderwijstaal, vakantiemaanden juli en augustus niet inbegrepen OF: officieel verblijft in een open asielcentrum en uiterlijk op 31/12 van het lopende schooljaar 5 jaar of ouder is. 4

5 Regelgeving KS uiterlijk op 31 december 2017 jonger dan vijf jaar zijn; een nieuwkomer zijn, d.w.z. pas vanaf 1 juli 2017 of later in België verblijven; het Nederlands niet als thuistaal of als moedertaal hebben; de onderwijstaal onvoldoende beheersen om met goed gevolg de lessen te kunnen volgen; maximaal negen maanden ingeschreven zijn in een school met Nederlands als onderwijstaal (juli en augustus niet inbegrepen)

6 Onthaal AN OPDRACHT Welk leerjaar kies je voor je AN? Welk soort opvang? Wat heeft AN de eerste twee weken nodig? Informatie over je casus: ingevuld intakeformulier: Younes, Dounia, Mario, Mehmet 6

7 Taalontwikkeling Hoe leren jonge kinderen woorden? Elk kind verwerft taal op een natuurlijke wijze Een greep uit de eerste woorden: papa, bed, kijken, nog, poes, spelen, mama, bal, auto, slapen, stoel, weg, drinken, kapot, buiten, groot, eten,. Opdracht: Hoe leren kleine kinderen deze woorden? Waarom leren ze nu net deze woorden? 7

8 Taalontwikkeling Woorden die verwijzen naar concrete dingen in het hier-en-nu Woorden die actie-gericht zijn Woorden die voor het kind het bruikbaarst zijn (functioneel) Woorden die in de volwassentaal frequent voorkomen In interactie met volwassenen 8

9 Taalontwikkeling Hoe zit dat dan met een 2 de of een 3 de taal? Eveneens vanuit INTERACTIE met de omringende wereld Het kind hoort Nederlands op school Het kind krijgt feedback op zijn taalproductie en stelt daardoor de Nederlandse taal bij De KLAS en SCHOOL zijn het verlengde van het natuurlijke taalleren Nederlandse taal leert het kind via de leraar, de andere kinderen en de andere leraren 9

10 Mondelinge tweedetaalverwerving (Bron: Contact! Actief tweede taal leren, J. Copper, W. van Elsäcker, J. High ea., uitgeverij Bazalt, p. 8-9) Niveau Tijdsduur Kenmerken Passende activiteit + Receptieve WS 1. Voorproductie 0-6 maanden - stille periode - minimaal begrip - nadruk ligt op het luisteren naar de verschillende componenten van de doeltaal eigen activiteiten Luisteren, aanwijzen, bewegen, kiezen, imiteren, uitbeelden, tekenen 500 woorden 2. Vroege productie (redzaamheid) 6 maand 1 jaar - beperkt begrip - antwoorden van 1 of 2 woorden, gekopieerde taal en taal stukjes - gebruikt tegenwoordige tijd werkwoorden Benoemen, opsommen, categoriseren, labellen, antwoorden met 1 of 2 woorden woorden 3. Spraakontwikkeling (redzaamheid) 1-3 jaar - goed begrip - simpele zinnen met beperkt vocabulaire - maakt grammaticale- en uitspraakfouten - begrijpt frequent grapjes verkeerd Opnieuw vertellen, samenvatten, uitleggen woorden 4. Gemiddelde taalvaardigheid (omgangstaal) 3-5 jaar - uitstekend begrip - maakt minder grammaticale fouten Beschrijven, definiëren, opnieuw voor de geest halen/terugroepen, rollenspel spelen, vergelijken, tegenover elkaar stellen (tegenstelling) woorden 5. Vloeiende taalvaardigheid (schooltaal) 5-7 jaar - excellent begrip - verscheidenheid van zinsstructuren en werkwoordstijden - niveau van bijna volledig de nieuwe taal beheersen Meningen geven, verdedigen, bespreken, verantwoorden, onderzoeken, analyseren, creëren, evalueren, lezen, opschrijven woorden 10

11 Taalontwikkeling Verloopt steeds volgens vast stramien Het tempo en het uiteindelijke niveau kunnen verschillen Dagelijkse taalvaardigheid = 2 jaar Vloeiende taalvaardigheid = 5 à 9 jaar Factoren die de taalverwerving beïnvloeden Persoonlijke factoren Omgevingsfactoren Basiskennis moedertaal 11

12 Taalontwikkeling Taalgroeimiddelen??? 12

13 Taalontwikkeling Taalgroeimiddelen?? 13

14 Onderzoek Machteld Verhelst Waarom werden deze woorden eerst verworven? Boekentas (997) Trein (297) Kusje (691) Plasticine (392) Kindje (1782) Knippen (94) Plaats (193) Hoofd (501) Sjaal (182) Bak (389) Mand (342) Kauwgom (14) Eten (829) Boterham (470) 14

15 Taalontwikkeling Taalgroeimiddelen? 15

16 Onderzoek Machteld Verhelst Aantal keren naam genoemd per dag Amine 80 Adnane 62 Mohamed 52 Ahlame 47 Ameline 39 Elissa 34 Youness 31 Amira 30 Anissa 27 Yasmina 18 Abdel 18 Aantal woorden dat geproduceerd werd op drie dagen Amine 30 Ameline 13 Youness 11 Anissa 8 Mohamed 4 Adnane 4 Elissa 3 Yasmina 2 Ahlame 1 Amira 0 Abdel 0 16

17 17 Hoe leert een kind taal?

18 Welke interventies hebben de hoogste invloed op de resultaten van je leerlingen? 18

19 19

20 20

21 21

22 Taken en differentiatie Kleuter- een verhaal 1 ste leerjaar leestaak 3 de leerjaar wiskundetaak 5 de leerjaar W.O. taak 22

23 Taken en differentiatie Taaleisen van de taak OPDRACHT Waar situeren zich de taaleisen van de activiteit? Tips: Bekijk de taak, onafhankelijk van An. Wat wordt er verwacht van alle leerlingen? 23

24 Taken en differentiatie Aanpassingen voor AN OPDRACHT Pas je taal-, WO- of wiskunde-activiteit aan voor AN Tips: Gebruik de waaier: Welke ondersteuning ga je voorzien of wat ga je eventueel aanpassen? 24

25 Vergeet-AN-nietje differentiatiewaaier 25

26 Vergeet-AN-nietje iles/files/document/160525_%20handleiding_onderwijscentrum_a4-lr.pdf 26

27