AANBOD. Theorielessen (vakleer) Studenten krijgen voorbeelden van passend taalgebruik in de beroepspraktijk, zoals in een klachtgesprek of offerte.

Transcriptie

1 AANBOD Theorielessen (vakleer) Studenten krijgen voorbeelden van passend taalgebruik in de beroepspraktijk, zoals in een klachtgesprek of offerte.

2 ACTIE Theorielessen (vakleer) Verzamel voorbeelden van passend taalgebruik in de beroepspraktijk. TIP: Laat werkverslagen, correcte brieven en video s van klantgesprekken, vergaderingen of presentaties zien.

3 WOORDENSCHAT Theorielessen (vakleer) Studenten maken kennis met belangrijke (vak)woorden in de beroepspraktijk en leren hoe zij deze goed kunnen gebruiken.

4 ACTIE Theorielessen (vakleer) Maak lijsten van belangrijke (vak)woorden. Spreek met studenten af hoe zij deze woorden in de vakles gebruiken. TIP: Zet doelwoorden op het bord, laat studenten de betekenis uitleggen. Beloon het gebruik van deze woorden, bijvoorbeeld door extra punten hiervoor te geven.

5 FEEDBACK Theorielessen (vakleer) Studenten kunnen praten en schrijven over hun vak en krijgen feedback op de manier waarop zij dit doen.

6 ACTIE Theorielessen (vakleer) Stel beoordelingscriteria op voor taalgebruik en -begrip van studenten bij het uitvoeren van presentaties e.d. over hun vak. TIP: Geef extra punten voor taalgebruik.

7 TOETSEN EN EXAMENS Theorielessen (vakleer) De vaktheorietoetsen zijn geschreven in eenvoudige en begrijpelijke taal.

8 ACTIE Theorielessen (vakleer) Laat vaktheorietoetsen en -examens screenen op eenvoudig en begrijpelijk taalgebruik. TIP: Laat studenten aangeven welke woorden en zinnen ze moeilijk vinden in een toets. Stel samen met de taaldocent richtlijnen op voor het schrijven van begrijpelijke toetsen.

9 AANBOD Praktijklessen Studenten ervaren hoe belangrijk taalvaardigheid is voor de vakinhoud. Bijvoorbeeld bij beroepstaaltaken als het plaatsen van een bestelling of het voeren van baliegesprekken.

10 ACTIE Praktijklessen Laat studenten praktijkhandelingen observeren en kijken welke taalvaardigheid hierbij hoort. Laat hen vervolgens deze handelingen zelf uitvoeren. TIP: Laat studenten opnames zien of meebrengen van beroeps beoefenaren, die een voorbeeld van goed taalgebruik zijn.

11 WOORDENSCHAT Praktijklessen Studenten letten erop dat ze vaktaalwoorden correct gebruiken in de beroepspraktijk.

12 ACTIE Praktijklessen Laat studenten kennismaken met vaktaalwoorden. Laat hen zelf de betekenis achterhalen en oefen met deze woorden in de praktijklessen. TIP: Stel lijsten op van belangrijke (vaktaal)woorden uit de beroepspraktijk.

13 Studenten letten op hun taalvaardigheid als zij praktijkopdrachten uitvoeren. FEEDBACK Praktijklessen

14 ACTIE Praktijklessen Geef studenten feedback op hun taalvaardigheid als zij praktijkopdrachten uitvoeren. TIP: Laat studenten regelmatig praktijkhandelingen mondeling (of schriftelijk) toelichten.

15 WOORDENSCHAT Stage- of werkplek Studenten werken op de werkvloer aan uitbreiding van hun woordenschat.

16 ACTIE Stage- of werkplek Voeg opdrachten toe aan het stageboek die studenten helpen op de werkvloer hun woordenschat uit te breiden. TIP: Laat studenten een stagewoordenboek maken. Geef opdrachten waarbij ze de betekenis van vakwoorden op de werkvloer moeten navragen.

17 KILOMETERS MAKEN Stage- of werkplek Studenten oefenen taal passend te gebruiken op de werkvloer. Bijvoorbeeld tijdens een overleg of als zij verslag doen van hun werkzaamheden.

18 ACTIE Stage- of werkplek Maak voor studenten en praktijkopleiders een overzicht van beroepstaaltaken die op de werkvloer voorkomen. TIP: Stel een lijst op met beroepstaaltaken op de werkvloer en vink af wanneer studenten deze hebben geoefend.

19 FEEDBACK Stage- of werkplek Studenten krijgen van de praktijkopleiders feedback op de manier waarop zij op de werkvloer communiceren en beroepstaaltaken uitvoeren.

20 ACTIE Stage- of werkplek Bespreek met praktijkopleiders het belang van goede taalbeheersing en vraag om voorbeelden. Bied de praktijkopleider handvatten om studenten feedback te geven op hun taalvaardigheid. TIP: Zorg voor korte en overzichtelijke feedbackformulieren en koppel die aan beroepstaaltaken.

21 WOORDENSCHAT Loopbaan en burgerschap Studenten werken tijdens de loopbaan- en burgerschapsactiviteiten aan de uitbreiding van hun woordenschat.

22 ACTIE Loopbaan en burgerschap Houd een woordenlijst bij met belangrijke woorden. Laat studenten tijdens de loopbaan- en burgerschapsactiviteiten de betekenis van deze woorden achterhalen. TIP: Gebruik een digitale quiz om de woordkennis te toetsen en de woordenschat te vergroten.

23 KILOMETERS MAKEN Loopbaan en burgerschap De loopbaan- en burgerschapsactiviteiten zijn zo gekozen dat studenten veel lezen, luisteren, schrijven en spreken. Studenten krijgen opdrachten waarmee ze deze taalvaardigheden kunnen oefenen.

24 ACTIE Loopbaan en burgerschap Bedenk bij elk activiteit hoe u studenten kunt stimuleren om te lezen, luisteren, spreken of schrijven. TIP: Organiseer taalontwikkelende activiteiten. Bijvoorbeeld het schrijven van uitnodigingen of een debat met stellingen.

25 FEEDBACK Loopbaan en burgerschap Studenten krijgen feedback op hun taalgebruik van de docenten die de loopbaan- en burgerschapsactiviteiten begeleiden.

26 ACTIE Loopbaan en burgerschap Geef feedback op taal tijdens loopbaan- en burgerschapsactiviteiten. TIP: Geef extra punten voor taal bij een opdracht.

27 TOETSEN EN EXAMENS Loopbaan en burgerschap In de examens Nederlands Schrijven, Spreken en Gesprekken voeren zitten talige opdrachten uit de maatschappelijke context.

28 ACTIE Loopbaan en burgerschap Kies producten en prestaties bij loopbaan en burgerschap waarmee u ook de taalvaardigheid Nederlands kunt beoordelen. TIP: Studenten schrijven een motivatie voor een bepaalde beroepsrichting. Deze wordt gebruikt als examenopdracht Schrijven.

29 AANBOD Reguliere lessen Nederlands De studenten werken in de lessen Nederlands met voorbeelden uit de beroepspraktijk. De docent Nederlands benoemt de taaleisen en bereidt studenten voor op beroepstaaltaken.

30 ACTIE Reguliere lessen Nederlands Verzamel voorbeelden van teksten en video s uit de beroepscontext en gebruik deze in de lessen Nederlands. TIP: Laat vakdocenten en praktijkopleiders voorbeelden van goed en slecht taalgebruik in de beroepspraktijk aanleveren.

31 KILOMETERS MAKEN Reguliere lessen Nederlands Studenten krijgen de kans om in de lessen Nederlands te oefenen met taal uit de opdrachten uit de beroepsopleiding, zoals presentaties geven, vakteksten lezen en een stageverslag schrijven.

32 ACTIE Reguliere lessen Nederlands Overleg in het team welke talige opdrachten uit de beroepsopleiding taalproblemen opleveren en extra aandacht verdienen. TIP: Benoem in de studiewijzer Nederlands ook beroepsgerichte producten en prestaties die studenten moeten leveren.

33 TOETSEN EN EXAMENS Reguliere lessen Nederlands Voor de examens Nederlands Schrijven, Spreken en Gesprekken voeren zijn talige opdrachten uit de beroepspraktijk het uitgangspunt. Studenten hebben een goed beeld van de vereiste taalvaardigheid.

34 ACTIE Reguliere lessen Nederlands Kies samen met de vakdocent beroepsgerichte producten en prestaties die het mogelijk maken de taalvaardigheid Nederlands te beoordelen. TIP: Laat studenten prestaties en producten (bijvoorbeeld presentaties) beoordelen met de beoordelingscriteria van de examens Spreken, Schrijven en Gesprekken voeren.

35 AANBOD Remediërend taalonderwijs Taalzwakke studenten bespreken wat zij moeilijk vinden in de beroepsopleiding, zoals presentaties geven, vakteksten lezen en een stageverslag schrijven.

36 ACTIE Remediërend taalonderwijs Inventariseer welke talige opdrachten uit de beroepsopleiding problemen opleveren en laat goede uitwerkingen hiervan zien. TIP: Verzamel teksten en opdrachten uit de vaklessen waar taalzwakke studenten moeite mee hebben.

37 KILOMETERS MAKEN Remediërend taalonderwijs Taalzwakke studenten oefenen, zowel individueel als in groepen, met talige opdrachten uit de beroepspraktijk om taalachterstanden weg te werken.

38 ACTIE Remediërend taalonderwijs Ondersteun taalzwakke studenten, door bij de uitvoering van talige opdrachten uit de beroepspraktijk aandacht te besteden aan taalachterstanden en -problemen. TIP: Focus per les/student op een specifiek leerpunt, bijvoorbeeld tekstbegrip of woordenschat.

39 TOETSEN EN EXAMENS Remediërend taalonderwijs Taalzwakke studenten oefenen met de formulering van de vragen in de beroepsgerichte examens en de examens Nederlands.

40 ACTIE Remediërend taalonderwijs Laat studenten proefexamens maken en extra oefenen met tekstbegrip en woordenschat. TIP: Stel voor studenten een lijst op met woorden en zinnen die veel in de examens voorkomen.

41 AANBOD Wat willen we bereiken?

42 ACTIE Wat gaan we doen?

43 WOORDENSCHAT Wat willen we bereiken?

44 ACTIE Wat gaan we doen?

45 KILOMETERS MAKEN Wat willen we bereiken?

46 ACTIE Wat gaan we doen?

47 FEEDBACK Wat willen we bereiken?

48 ACTIE Wat gaan we doen?

49 TOETSEN EN EXAMENS Wat willen we bereiken?

50 ACTIE Wat gaan we doen?