Periode 1 & 2. Manier van inleveren.

Transcriptie

1 Periode 1 & 2 Leerjaar: 1 Vak: Economie In de eerste twee periodes van het 1 e studiejaar ga je tijdens het vak economie bezig met een probleemanalyse van een merk/bedrijf naar keuze. Je kiest een merk/bedrijf uit waarvan jij vindt dat er nog wat te verbeteren is. Eerst onderzoek je de meerdere facetten van het merk/bedrijf om zo een compleet beeld te krijgen. Nadat je dit hebt afgerond, maak je een plan die dient als oplossing van het door jou onderzochte probleem. Voor deze oplossing bedenk je hoe dit het best geïmplanteerd kan worden. Belangrijke informatie: De eerste twee periodes zijn opgedeeld in deelopdrachten. Je bent vrij om vooruit te werken. Let op dat niet elke deelopdracht evenveel tijd kost. Schat dus goed in hoeveel tijd je nodig hebt om een opdracht te maken. Beoordeling: Per deelopdracht krijg je een score. Als dit een O is, dan is de deelopdracht onvoldoende en moet deze overnieuw. Is dit een V, dan heb je aan de minimale voorwaarden voldaan en is het voldoende. Is dit een G, dan heb je naast de minimale voorwaarden iets extra s gedaan. Je kunt ook een G krijgen als je uitwerking dermate zorgvuldig en uitgebreid is. Let op: geen enkele opdracht mag onvoldoende zijn. In dit portfolioweek van periode 1 lever je alle deelopdrachten af met een 1 in de titel. In periode 2 alle deelopdrachten met een 2 in de titel. Je eindbeoordeling is hetzelfde als de letter die het vaakst voorkomt. Indien er evenveel V s als G s zijn, krijg je een V. Het belangrijkste is altijd je argumentatie. Denk ook aan bronvermelding. Daarnaast let je op je Nederlandse spelling en vormgeving. Manier van inleveren. Voor het vak economie koop je een ringmap, waarin je de opdrachten zult presenteren. Elke periode scherm je af met een apart scheidingsblad. Na dit scheidingsblad komt eerst de pagina algemene informatie, vervolgens de samenvatting van de periode plus het beoordelingsformulier en tot slot de deelopdrachten. Achter elke deelopdracht komt jouw uitwerking van de opdracht.

2 Titel: Deelopdrachten: O V G 1.1 Doel- en probleemanalyse 1.2 Interne analyse 1.3 Meso-omgeving: Klanten 1.4 Meso-omgeving: concurrenten 1.5 Macro-omgeving: DESTEP 1.6 SWOT Totaal: Eindbeoordeling:

3 1.1 Doel- en probleemanalyse: Je beschrijft waarom je voor dit bedrijf/merk gekozen hebt en wat het probleem/de problemen zijn. Je vertelt wat de oorzaak van het probleem is en beargumenteert wat de gevolgen kunnen zijn als er niets aan gedaan wordt. Daarnaast beschrijf je wie betrokken moeten worden bij het oplossen van het probleem. Minimale eisen: Je hebt beschreven wat het probleem is, wat de oorzaak is, de gevolgen en wie er bij betrokken zijn.

4 1.2 Interne analyse: Je beschrijft wat voor bedrijf/merk je hebt gekozen. Dit doe je door iets te vertellen over de geschiedenis van het bedrijf, normen en waarden van het bedrijf op te noemen en enkele voorbeelden van promoties uit het verleden en heden te beschrijven. Vervolgens beschrijf je door gebruik te maken van of de 4P s of de 4C s hoe het bedrijf de marketingmix op dit moment inzet. (Zie de presentaties op de site voor uitleg over de marketingmix.) Minimale eisen: Je hebt beschreven wat voor soort bedrijf/merk het is, wat de geschiedenis is, waar het bedrijf voor staat en de huidige marketingmix ingevuld.

5 1.3 Meso-omgeving: Wie zijn de klanten? In dit hoofdstuk beschrijf je wie de klanten (de doelgroep) zijn van het door jou gekozen bedrijf. Het gaat erom dat je specifiek beschrijft wat de focusgroep is van het bedrijf. Je begint door te kijken naar de volgende criteria: geografie, demografie, socioeconomisch, psychografie, fase levenscyclus en qua gebruik/verbruik. (Hoofdstuk 5 van de theorie) Vervolgens maak je een ijkprofiel. Hierin geef je een voorbeeld van een dag uit het leven van iemand uit de door jou specifiek beschreven focusgroep. Minimale eisen: Alle 6 criteria zijn beschreven en het ijkprofiel is gemaakt. De focusgroep is specifiek.

6 1.4 Meso-omgeving: Wie zijn de concurrenten? In dit hoofdstuk beschrijf je wie de directe en indirecte concurrenten zijn van het door jou gekozen merk of bedrijf. Je vertelt kort iets over het bedrijf zelf en nadat je dit gedaan hebt maak je een overzicht van de sterktes en zwaktes van de concurrenten t.o.v. het door jou gekozen bedrijf en dit ook beargumenteerd.. Minimale eisen: Er zijn tenminste 3 directe en 3 indirecte concurrenten beschreven. Er is beargumenteerd waarom deze bedrijven/merken concurrenten zijn en er is een vergelijking gemaakt qua sterktes/zwaktes en dit ook beargumenteerd.

7 1.5 Macro-omgeving: wat gebeurt er qua DESTEP factoren. Denk hierbij ook aan trends. In dit hoofdstuk beschrijf je wat er op dit moment gebeurt in de wereld wat betrekking kan hebben op jouw bedrijf/merk. Je doet dit door te kijken naar de demografie; hoe ziet de bevolkingssamenstelling eruit en welke invloed heeft dit. Ook kijk je naar economische factoren, sociaalculture, technologische, ecologische en politiek-juridische. (Zie de presentaties op de site voor uitleg over extra uitleg en voorbeelden.) Minimale eisen: Ten minste 2 factoren per letter beschreven en beargumenteert waarom dit invloed heeft en welke invloed dit heeft.

8 1.6 SWOT-analyse: Samenvatting van de belangrijkste kansen, bedreigingen, sterktes en zwaktes van het bedrijf. In dit hoofdstuk vat je je bevindingen van de voorgaande hoofdstukken samen. Je herhaalt nogmaals het probleem van het bedrijf en schrijft de belangrijkste bevindingen uit je vooronderzoek op. Je weet waar jouw bedrijf sterk en zwak in is door te kijken naar de concurrenten en de doelgroep. Ook weet je door te kijken naar de DESTEP waar mogelijke kansen en bedreigingen liggen. Minimale eisen: Je hebt de belangrijkste kansen, bedreigingen, sterktes en zwaktes beschreven en overzichtelijk gemaakt in een tabel.

9 Titel: Deelopdrachten: O V G 2.1 Confrontatiematrix 2.2 Beste strategie 2.3 Doelstellingen 2.4 Uitwerking strategie/concept 2.5 Visualisering strategie/concept 2.6 Planning/kosten Totaal: Eindbeoordeling:

10 2.1 Welke sterktes kan je inzetten om kansen te pakken of bedreigingen tegen te gaan? In dit hoofdstuk ga je de sterktes/zwaktes/kansen en bedreigingen met elkaar combineren. Hier maak je een confrontatiematrix van. In deze matrix staan tenminste 2 hoofdaandachtspunten benoemd en kort uitgeschreven. (Zie presentatie bij de lesbrieven) Minimale eisen: Je hebt tenminste 2 hoofdaandachtspunten benoemd en kort uitgeschreven.

11 2.2 Welke mogelijkheid is het best? In dit hoofdstuk formuleer je uit de 2 hoofdaandachtspunten, bepaald uit het vorige hoofdstuk. Vervolgens kies je 1 waarvoor je een advies gaat schrijven. Je legt uit en beargumenteerd waarop de door jouw gemaakte keuze gebaseerd is. (Zie presentatie bij de lesbrieven) Minimale eisen: Je hebt gekozen voor tenminste één aandachtspunt, waarvoor je hebt uitgelegd waarom dit de beste keuze is om het probleem op te lossen/doel te bereiken.

12 2.3 Wat zijn de doelen van je plan? Denk aan de verschillende marketingdoelstellingen. Je formuleert een marketingdoelstelling voor een of meerdere stadia. Deze doelstelling is SMART geformuleerd. Nadat je dit gedaan hebt schrijf je drie communicatiedoelstellingen in termen van kennis, houding en gedrag. (Hoofdstuk 6 Pagina 18 t/m 20) Minimale eisen: Je hebt tenminste één SMART marketingdoelstelling en drie communicatiedoelstellingen beschreven.

13 2.4 Met welk concept en boodschap ga je deze doelen bereiken? In dit hoofdstuk werk je je strategie uit. Wat komt er allemaal bij kijken of de door jou geformuleerde doelstelling te bereiken? (Hoofdstuk 7, 8 Pagina 21 t/m 23) Minimale eisen: Je strategie is uitgewerkt in een concreet concept incl. boodschap.

14 2.5 Maak de fysieke/digitale uitwerking van je advies. In het vorige hoofdstuk heb je je plan beschreven en in dit hoofdstuk laat je de uitwerking hiervan zien. (Denk aan het ontwerp van een nieuw product, een nieuwe reclame commercial, een nieuwe huisstijl, een nieuwe website, etc.) Minimale eisen: Je hebt je concept/strategie/plan uitgewerkt in visuele voorbeelden.

15 2.6 Wat gaat het plan kosten qua tijd en geld? In dit hoofdstuk maak je een planning op basis van de door jouw geformuleerde doelstelling, gecombineerd met je strategie. In hoeveel tijd wordt de doelstelling behaald en met welke handelingen? (Etc.) Vervolgens laat je in een kostenoverzicht zien wat je plan stapsgewijs kost. (Hoofdstuk 11 & 12 Pagina 33/34) Minimale eisen: Je hebt een uitgewerkte strokenplanning gemaakt, waarin duidelijk te zien is welke stappen er achtereenvolgens gedaan moeten worden, welke stappen afhankelijk zijn van elkaar en welke stappen er horen bij een bepaalde doelstelling. Daarnaast is er een kostenoverzicht gemaakt per stap.