2 Oplossingen van kinderen
|
|
- Thijmen de Haan
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Kladwerk als reflectieve wiskundige productie H. ter Heege SLO, Enschede Het is in het onderwijs niet ongebruikelijk dat kinderen bij het oplossen van rekenprobleempjes kladjes maken. Deze kladjes hebben over het algemeen een lage status. Ze worden meestal genegeerd door leerling en leraar. Ten onrechte, zo wordt in dit artikel betoogd: kladjes leggen immers het denkwerk vast. Dit gegeven kan als bron voor reflectie worden gebruikt. De kladblaadjes verdienen positieve aandacht en zouden daarvoor met enige regelmaat in het onderwijs aan de orde moeten worden gesteld. Hiermee wordt werk gemaakt van de ontwikkeling van reflectieve vaardigheden. 1 Inleiding 2 Oplossingen van kinderen Op een conferentie voor reken-wiskundedidactiek werd aan de aanwezigen een groot aantal voorbeelden van kladwerk van leerlingen voorgelegd. Deze voorbeelden kwamen uit het derde PPON-onderzoek van het Cito. Het ging steeds om uitwerkingen van de volgende ingeklede rekenopgave die in groep 5 werd afgenomen. De opgave bevatte zowel illustratie als tekst (fig.1). Vier kinderen willen hun moeder voor haar verjaardag een horloge geven. Ze dragen allen evenveel bij. Men kan zich indenken dat kinderen van groep 5 het antwoord op verschillende manieren hebben proberen te berekenen. Sommige van hen hanteerden een cijferprocedure, anderen gebruikten een of andere hoofdrekenstrategie om het antwoord te vinden, een enkeling meende dat tellen de beste oplossing was, enzovoort. De verschillen in de uitwerkingen die de kinderen kozen, zijn soms in hun kladwerk te traceren, soms ook niet. Lang niet alle kinderen hebben overigens kladwerk gemaakt. Dit kladwerk laat in enige mate het denkwerk van de kinderen voor de oplossing zien. Zo ziet men bijvoorbeeld aan de kladjes of er gecijferd is of dat er voor een hoofdrekenstrategie is gekozen. Soms ziet men in de kladjes of de gekozen oplossing tot succes leidde of niet, en in een enkel geval zelfs waarom een oplossing niet succesvol was. Het kladwerk lijkt daarom geschikt om oplossingen van kinderen te analyseren. Zo werd dit dan ook op de eerdergenoemde conferentie gepresenteerd. Vaak biedt het kladwerk van kinderen echter niet meer en niet minder dan een puzzel voor iemand die de oplossingsweg zou willen analyseren die het kind heeft gevolgd. We geven enkele voorbeelden en voorzien ze van commentaar. figuur 1 Dan volgt de vraag: Hoeveel moet ieder betalen? Het zal duidelijk zijn dat het in dit ingeklede vraagstuk om de opgave 124 : 4 handelt. figuur 2 De analyse van dit kladwerk (fig.2) lijkt hier niet moeilijk: deze leerling heeft een correcte staartdeling ge- jaargang 20 nummer 1 15
2 maakt, volgens de traditionele aanpak. Het schema dat de leerling op het kladblaadje heeft gemaakt heeft hij dus niet zelf verzonnen, maar leidde hij af uit het onderwijs in het cijferen dat genoten werd. De leerling van de oplossing in figuur 6 heeft de vier kinderen die meebetalen aan het cadeau kennelijk een naam gegeven (hij noemt ze H, J, P en L) en koos vervolgens voor een soort uitdeelprocedure: eerst doet H 4 gulden in de pot, dan J, enzovoort. Onduidelijk blijft echter of deze procedure tot een (correct) antwoord heeft geleid. In ieder geval komt dit laatste gedeelte van het denkproces niet in de totale omvang tot uitdrukking op het kladje. figuur 3 Deze oplossing in figuur 3 is uiteraard ook correct. Hier is de procedure van herhaald optellen gevolgd. Daarbij komt een probleem voor de analyse om de hoek kijken: waarom koos de leerling direct het getal 31 om herhaald op te tellen? Wist hij de uitkomst al en was dit kladje slechts als controle achteraf bedoeld? Je zou het kunnen denken, maar zeker weet je het niet. Het blijft met andere woorden gissen: de analyse geeft op dit punt geen uitsluitsel. Vergelijkbare gedachten als bij het voorgaande voorbeeld dringen zich bij de oplossing in figuur 4 op. figuur 6 Ook de leerling van het werk in figuur 7 heeft ter begeleiding van zijn of haar oplossing een schema gemaakt. En ook hier wordt gekozen voor een eerste inleg in de pot van 24 gulden. Waarom? Waarom geen 25 gulden? Dat blijft onduidelijk. Dan volgen er in de gekozen procedure twee rondes, waarin ieder van de meebetalende kinderen 4 gulden in de pot doet. Maar dan zit er al 138 gulden in de pot, dus krijgt iedereen 3 gulden terug: 126 gulden. Dat het niet goed uitkomt is het gevolg van een aftrekfout onderweg. Twee kinderen krijgen daarom elk nog een gulden terug. En dan klopt het, zij het dat de uitkomst niet juist wordt berekend. figuur 4 Zag de leerling direct dat de uitkomst 31 moest zijn en is de functie van de cijferende vermenigvuldiging slechts die van controle geweest? Wellicht was de leerling van mening dat van hem werd verwacht iets op het kladblaadje te schrijven en was hij vervolgens zo bereidwillig dit te doen. Als dit het geval is, dan heeft het kladje weinig te maken met zijn denkproces dat tot de (overigens correcte) oplossing leidde. De uitwerking in figuur 5 is onduidelijk en biedt nauwelijks aanknopingspunten voor een analyse. Als er iets over te zeggen valt hoort dat in de categorie gissen en missen thuis. figuur 7 Wat zeggen we van de volgende twee kladjes? Er lijkt weinig of niets over te zeggen en als we dat toch willen doen, lijkt het meer gissen dan weten (fig.8 en 9). figuur 5 figuur 8 figuur 9 16 tijdschrift voor nascholing en onderzoek van het reken-wiskundeonderwijs
3 3 De betekenis van kladblaadjes Waarom zijn die kladblaadjes in het algemeen genomen zo weinig zeggend? Of, zo men wil, waarom blijven er zoveel vragen staan die zelfs door een nauwgezette analyse niet kunnen worden beantwoord? Bij het oplossen van een ingeklede opgave als de voorgaande, zet een leerling alle kennis en vaardigheden in die hij bezit: dus feitenkennis, zoals 4 3 = 12, kennis van rekenprocedures, bijvoorbeeld uitdeelprocedures, zoals uit enkele van de hiervoor gegeven voorbeelden blijkt. Daarnaast is er ook iets aan de orde dat voor de leerling nieuw is: hij heeft deze opgave nog nooit eerder opgelost, kent deze opgave in ieder geval niet van buiten en moet dientengevolge z n weg vinden in de gegevens. De leerling is, met andere woorden, voor een nieuw probleem geplaatst en moet voor de oplossing een selectie maken uit eerder verworven kennis en vaardigheden. Hij moet bijvoorbeeld de juiste bewerking kiezen en de bij die bewerking passende procedure. De leerling is mentaal actief en zet wiskundige zaken in gang. Je kunt dit met recht een wiskundige productie noemen. Natuurlijk zijn er ook leerlingen die met de opgave totaal geen raad weten en naar het antwoord raden. Misschien zijn er zelfs ook kinderen die een antwoord in het wilde weg gaven, omdat ze er geen zin in hadden mentaal productief te zijn. Dit duidt dan op een motivatieprobleem. Dit soort zaken komt in de kladjes niet tot uitdrukking. Veel zaken zijn en blijven het geheim van tussen de oren. Toch zouden we het geheim graag weten, omdat inzicht in dit geheim ons in staat stelt het denken van kinderen te begrijpen en daardoor beter hulp te bieden als er zich problemen voordoen. Hebben we dan iets aan het kladje? Dat zou het geval kunnen zijn als het kladje de structuur van het denkproces van kinderen zou weerspiegelen. Dit blijkt echter vaak niet het geval te zijn, zoals de hiervoor gegeven voorbeelden laten zien. We worden niet of nauwelijks wijzer van het antwoord op papier, ook niet als we het kladje ernaast bekijken. Misschien krijgen we zelfs geen inzicht als we met de leerling over zijn oplossing praten. Het laatste helpt natuurlijk wel het meest om zijn oplossing te begrijpen, omdat we de leerling iets dat we niet begrijpen, altijd nog kunnen vragen. Deze vragen gaan echter over de betekenis die kladblaadjes kunnen hebben ten behoeve van de analyse van een oplossing. We zouden echter het accent ook kunnen leggen op de betekenis die het kladblaadje voor het kind zelf heeft: onder welke voorwaarden heeft het kind iets aan zijn kladwerk voor het eigen oplossingsproces? Sommige deskundigen zijn van mening dat kladblaadjes niet bedoeld zijn voor de analyse van de oplossing door anderen, maar slechts steun bieden aan het eigen denkproces van de leerling. Dat kan waar zijn, maar dan zou men mogen verwachten dat de kwaliteit van het kladje van dien aard is, dat het daadwerkelijk steun voor het eigen denken betekent. Dat het dus reflectie op het eigen oplossingsproces mogelijk maakt of dat het model staat voor het eigen denken op hoger niveau. Daarom stellen we de vraag of het mogelijk is de leerlingen kladblaadjes te laten maken die hen in staat stellen op de eigen oplossing te reflecteren. 4 Het ontwikkelen van reflectieve vaardigheden Kladjes zijn niet voor analisten bedoeld, zeggen sommige deskundigen. Kinderen hebben baat bij het maken van kladblaadjes, omdat het hun eigen denkwerk tijdens het oplossen mede kan structureren. Indien dit het geval is zouden we kinderen echter moeten leren dit hulpmiddel ten volle uit te buiten (Nelissen, 1987, pag.179). Dit betekent dat we in het reken-wiskundeonderwijs veel meer aandacht dan gebruikelijk is moeten besteden aan het gebruik van kladblaadjes als hulp bij het denken. Dit zou betekenen dat we het reflectieve karakter van deze kladjes versterken. Als gevolg van dit oogmerk moeten we kinderen op gezette tijden in het onderwijs aanmoedigen kladjes te maken. Niet bij elke som die gemaakt wordt, maar af en toe en met zekere regelmaat. Vervolgens zouden we de kladjes tijdens individuele hulp of tijdens groepslessen in de klas ter sprake moeten brengen. Vaak wordt in modern reken-wiskundeonderwijs aan kinderen gevraagd hoe ze iets hebben uitgerekend. Kinderen vertellen dan hoe ze hebben gedacht. De vraag is of hun verslag achteraf het juiste beeld geeft van het oplossingsproces dat plaats heeft gevonden. Er zal in veel gevallen een gestroomlijnd denkproces worden weergegeven. Daar is op zich niets tegen. De leerling reflecteert op z n oplossing en selecteert daaruit wat hem in tweede instantie relevant en irrelevant lijkt. Het zoekproces naar de juiste oplossing en de missers in het oplossingsproces worden dus lang niet altijd voor het voetlicht gebracht. Als we de oplossing van kinderen door observaties en interviews zouden willen achterhalen, moeten we ons hiervan steeds bewust zijn: reflecties op het eigen oplossingsproces van kinderen zijn sterk gestroomlijnd en geven slechts in beperkte mate het reële oplossingsproces weer. In de realiteit verloopt dit veel chaotischer. jaargang 20 nummer 1 17
4 5 Reflectieve aspecten in het wiskundig denken Veel reken-wiskundedidactici benadrukken in hun geschriften de betekenis van reflectie in het leren van wiskunde. Er is sprake van een constructieve activiteit, die steeds gecontroleerd en beoordeeld moet worden. Dit wil zeggen dat op het eigen handelen gereflecteerd wordt, waarmee de leerling zich bewust wordt van het eigen mathematisch handelen. Freudenthal (Nelissen, 1987, pag.166) ziet het reflecteren uit de dialoog ontstaan, wat over het algemeen de dialoog met anderen zal zijn, maar mogelijk ook de dialoog met zichzelf. Nelissen zegt daar zelf het volgende over: de dialoog met de ander wordt geïnterioriseerd tot dialoog met jezelf. Ik zou in dit verband over reflectie willen spreken als geïnterioriseerde dialoog. (pag.160) In een achttal punten beschrijft hij vervolgens zijn standpunt ten aanzien van de vraag wat reflectie is. Enkele van deze punten zijn hiervoor reeds genoemd, maar voor de verhandeling in dit artikel is met name ook het vijfde punt van belang. Deze luidt: Reflectie is onder bepaalde voorwaarden, en in het onderwijs vooral op langere termijn, ontwikkelbaar en beïnvloedbaar. Ik neem deze stelling graag van Nelissen over en ga daarom in op de vraag hoe die beïnvloeding dan zou kunnen plaatsvinden. kwaliteit van het kladje sterk kunnen toenemen en krijgt het kladblaadje meer betekenis voor de reflectie van de leerling op zijn oplossing. Het kladje wordt hierdoor middel tot reflectie voor het kind zelf. Het kladblaadje krijgt deze functie als het oplossingsproces van het probleem ermee te traceren is. Soms ontwikkelt het kind een eigen oplossingsstructuur. In de eerdergenoemde voorbeelden lijkt dit vooral het geval met de oplossing in figuur 7. De eerste drie voorbeelden geven een externe oplossingsstructuur weer, zoals de leraar die wellicht op het bord heeft geschreven en die door deze kinderen waarschijnlijk goed begrepen is en daarom op het kladblaadje herhaald wordt. De kladblaadjes weerspiegelen het denkwerk van de kinderen onvoldoende en vormen daarom geen element in de reflectie op de oplossing van het probleem. In de overige kladblaadjes in figuur 5, 6, 8 en 9 lijkt de oplossingsstructuur evenmin adequaat, hoewel er wel aanzetten toe zijn. 7 Gebruik van tekeningetjes Als we kinderen vrij laten in het zoeken van mogelijkheden om hun denken te ondersteunen, kunnen we interessante wiskundige producties zien ontstaan. Zo vertelt Steinvoorte (1996) van een leerling, Thijs, die de volgende opgave maakt. Zes mannen van de plantsoenendienst laden ieder veertien jonge kastanjebomen op een vrachtauto. Reken uit hoeveel boompjes er naar de Kastanjelaan worden gebracht. De leerling maakt daarbij een tekening van de situatie zoals hij die voor de geest heeft (fig.10). 6 Aandacht voor het kladblaadje in de les De aanpak om kinderen aan te moedigen een kladblaadje te gebruiken, en om er vervolgens in de les aandacht aan te besteden, kan een belangrijke houdingsverandering bewerkstelligen. Opeens krijgt het kladje positieve aandacht. Je hoeft als kind niet meer in het geheim met een kladje te werken, het wordt aangemoedigd en er wordt zelfs in de les aandacht aan besteed. Daarmee heeft het kladblaadje een mate van legitimiteit gekregen die het voorheen niet had. Het gaat op het kladblaadje, kort gezegd, niet zozeer om het antwoord, maar om hoe de oplossing tot stand kwam. We mogen vervolgens verwachten dat kinderen na enige tijd hun kladblaadje naar eigen goeddunken gaan gebruiken, ook in gevallen waarin dit niet expliciet gevraagd is. Als ze niet direct uit een probleem komen, kunnen leerlingen hun kladblaadje raadplegen. Ze beheren zelf hun oplossingsproces en leggen hun denkstappen in het kladje vast. Na verloop van tijd zou door deze didactische aanpak de figuur 10 Steinvoorte kwalificeert de leerling als beelddenker. Dit wil zeggen dat de jongen, die eerst niet weet hoe hij de opgave aan zal pakken, een tekening maakt om steun te geven aan zijn denken. Je ziet in de tekening ook ontwikkeling: aanvankelijk tekent de leerling vrij precies vrachtauto s met duidelijk herkenbare bomen, later worden zowel de auto als de bomen schematischer. Het 18 tijdschrift voor nascholing en onderzoek van het reken-wiskundeonderwijs
5 gaat de leerling er dan zelfs niet meer om of het aantal bomen op de vrachtauto s elke keer veertien is. Ten leste is er een tot de essentie gereduceerde vrachtwagen met in de laadbak enkele streepjes, om precies te zijn acht, die de stammen van de bomen moeten voorstellen. Dat is dan voldoende en weerspiegelt zijn denkproces op adequate wijze. Er zijn dus kennelijk kinderen die een visueel beeld van een opgave produceren. Thijs is daar een voorbeeld van. Hij kan zich de oplossing voorstellen met behulp van een tekening. Veel kinderen werken echter schematischer, hoewel ook in beelden. In reken-wiskundeonderwijs, waar van meet af aan wordt toegewerkt naar snelheid in het oplossen en het maken van veel, vooral veel sommen, komen beelddenkers als Thijs tijd te kort. De tijd ontbreekt veelal om een tekening of een schema te maken die steun biedt bij het oplossen van een ingeklede opgave. Onder kladjes die van belang zijn voor het reflectief en productief oplossen van ingeklede opgaven, zouden tekeningen en schema s echter ook moeten worden gerekend en gewaardeerd. 8 Verbeteren van kladjes voor reflectie op het eigen denken Indien leerlingen wordt gevraagd kale opgaven als uit te rekenen, is het te verwachten dat ze de oplossingsstructuur die hen in het onderwijs is gegeven, op het kladblaadje zullen kopiëren en niet hun eigen denktrant. Het is belangrijk dat hetgeen je als leerling aan de leraar meedeelt in overeenstemming is met wat de leraar wenst te horen. Hierin staat het legitieme karakter van de reflectie centraal. De structuur van de oplossing is in de opgave in zekere zin al gegeven. Het is de meeste leerlingen duidelijk: er moet vermenigvuldigd worden, wat de leerling wordt meegedeeld door het -teken. In een ingeklede opgave als de gepresenteerde - het horloge als cadeautje voor moeder - is dit echter anders. Hoewel het hier om een deling gaat, staat er geen opdracht als zodanig en wordt het aan de kinderen overgelaten om de conclusie te trekken of delen of een andere bewerking de meest effectieve is. Er zullen dan ook leerlingen zijn die de oplossing vinden via andere bewerkingen, zoals vermenigvuldigen ( op-vermenigvuldigen ). Uit de selectie van het leerlingenwerk zijn hiervan bevestigingen te zien. 9 Conclusie We trekken uit het voorgaande de conclusie dat het kladblaadje dat leerlingen maken reflectie op het eigen denkproces mogelijk maakt. Deze rol van het kladblaadje vinden we echter niet of nauwelijks in het reken-wiskundeonderwijs terug. Indien we de betekenis daarvan inzien, zou het kladblaadje onderdeel moeten zijn van het onderwijsleerproces en zou in de les over de reflectieve kwaliteit van een kladblaadje moeten worden gediscussieerd. Indien dit reeds vanaf groep 4 of 5 met enige regelmaat wordt gedaan, zal die kwaliteit van het kladblaadje als reflectieve productie sterk vooruit kunnen gaan. Daarom wordt er in dit artikel voor gepleit dat kladblaadjes die leerlingen maken bij het oplossen van rekenopgaven, in alle leerjaren vanaf groep 5 in de klas aan de orde worden gesteld. Literatuur Nelissen, J.M.C. (1987). Kinderen leren wiskunde; Een studie over constructie en reflectie in het basisonderwijs. Gorinchem (proefschrift). Steinvoorte, S. (1996). Denkers en doeners. Willem Bartjens, 16(1), jaargang 20 nummer 1 19
Rekenbollebozen, hebben we daar wat voor?
Rekenbollebozen, hebben we daar wat voor? Rekenbollebozen, hebben we daar wat voor? De vraag naar rekenopdrachten voor slimme rekenaars wordt steeds groter. Het blijkt dat de verrijkingsstof in de rekenmethoden
TVE TIEN VRAGEN EXTENSIE LVS - VCLB WISKUNDE Begin 1 ste leerjaar
TVE TIEN VRAGEN EXTENSIE LVS - VCLB WISKUNDE Begin 1 ste leerjaar INSTRUCTIE BIJ VRAGEN Wiskunde Begin 1 ste leerjaar Voor de afname leg je aan iedereen kort de betekenis uit van de tekens =, < en > a.d.h.v.
Rekenen met de procentenstrook
Rekenen met de procentenstrook Volgens Bartjens Frans van Galen en Dolly van Eerde Kinderen weten aan het eind van de basisschool heus wel wat procenten zijn: een percentage geeft aan om hoeveel honderdsten
WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN
WISKUNDIGE TLVRDIGHEDEN Derde graad 1 Het begrijpen van wiskundige uitdrukkingen in eenvoudige situaties (zowel mondeling als 1V4 2V3 3V3 (a-b-c) schriftelijk) 2 het begrijpen van figuren, tekeningen,
Schets van een leerlijn
- vermenigvuldigen en delen voor kinderen van niveau 1F - uitgeverij Malmberg 1 inleiding Als mij een jaar of zes geleden de vraag was gesteld wat doen we met het cijferen anno 2010, dan had ik gezegd:
Rekenen met verhoudingen
Rekenen met verhoudingen Groep 6, 7 Achtergrond Leerlingen moeten niet alleen met de verhoudingstabel kunnen werken wanneer die al klaar staat in het rekenboek, ze moeten ook zelf een verhoudingstabel
Getal en Ruimte wi 1 havo/vwo deel 1 hoofdstuk 4 Didactische analyse door Lennaert van den Brink (1310429)
Getal en Ruimte wi 1 havo/vwo deel 1 hoofdstuk 4 Didactische analyse door Lennaert van den Brink (1310429) - een lijst met operationele en concrete doelen van de lessenserie, indien mogelijk gerelateerd
DECEMBER 2017 Lisa Jansen-Scheepers HET DRIESLAGMODEL
DECEMBER 2017 Lisa Jansen-Scheepers HET DRIESLAGMODEL Hoe het drieslagmodel kan worden ingezet ter ondersteuning van het getalbegrip in de realistische rekenles. Het belangrijkste doel van school is niet
Welkom bij de workshop
Welkom bij de workshop Werken met een denkschrift Door: Lauréen Sinkeldam en Jeannette Fölsche Agenda Waarom een denkschrift?, Korte uitleg over onderzoek op 5 verschillende scholen, Praktische voorbeelden
Rekentaalkaart - toelichting
Rekentaalkaart - toelichting 1. Het rekendoel van de opgave In de handleiding van reken-wiskundemethodes beschrijft bij iedere opgave of taak wat het rekendoel voor leerlingen is. Een doel van een opgave
Hoofdrekenen als struikelblok
Hoofdrekenen als struikelblok Jan van de Craats 18 oktober 2007 Op de basisschool neemt hoofdrekenen tegenwoordig een belangrijke plaats in. Daarbij gaat het vooral om sommen waarbij de manier waarop je
Rekendidactiek van ffrekenen in beeld
Rekendidactiek van ffrekenen in beeld De doelgroep van ffrekenen is (jong)volwassenen die beter willen worden in functioneel rekenen. Deze (jong)volwassenen in onze maatschappij hebben een zeer diverse
Rekenen: vroeger en nu! Karin Lukassen Suzanne Sjoers
Rekenen: vroeger en nu! Karin Lukassen Suzanne Sjoers Rekenen: vroeger en nu! Colofon Titel Rekenen: vroeger en nu! Auteurs Karin Lukassen, Suzanne Sjoers Vormgeving APS, Marije Koopmans Foto s Shutterstock
Vragen stellen in de reken-wiskundeles
Vragen stellen in de reken-wiskundeles Marc van Zanten, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling SLO & Universiteit Utrecht: Panama, O&T, Faculteit Sociale Wetenschappen Inleiding Dit hoofdstuk
Lesopbouw: instructie. 2 Instructie. 1 Start. Blok 4 Week 2 Les 1
Blok Week 2 Les 1 0 70 30 0 35 5 20 10 1 36 2 11 12 1 0 739 00 96 325 10 71 02 9 327 330 69 56 1 210 332 700 566 20 212 59 29 3 599 76 551 300 5 1 770 99 0 00 109 3 991 10 02 111 350 70 270 96 596 150
1.3 Rekenen met pijlen
14 Getallen 1.3 Rekenen met pijlen 1.3.1 Het optellen van pijlen Jeweetnuwatdegetallenlijnisendat0nochpositiefnochnegatiefis. Wezullen nu een soort rekenen met pijlen gaan invoeren. We spreken af dat bij
RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'T LOO
RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'T LOO School : Basisschool 't Loo Plaats : 't Loo BRIN-nummer : 09CR Onderzoeksnummer : 94545 Datum schoolbezoek : 8 mei 2007 Datum vaststelling : 17 september
Derde peiling rekenen-wiskunde aan het einde van de basisschool
Derde peiling rekenen-wiskunde aan het einde van de basisschool J. Janssen Cito, Instituut voor Toetsontwikkeling, Arnhem 1 inleiding In 1987 is in opdracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Algebra, Les 18 Nadruk verboden 35
Algebra, Les 18 Nadruk verboden 35 18,1 Ingeklede vergelijkingen In de vorige lessen hebben we de vergelijkingen met één onbekende behandeld Deze vergelijkingen waren echter reeds opgesteld en behoefden
WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN. De leerlingen ontwikkelen (binnen het gekende wiskundig instrumentarium) Derde graad kso/tso. Tweede graad kso/tso
WISKUNDIGE TLVRDIGHEDEN 1 Het begrijpen van wiskundige uitdrukkingen in eenvoudige situaties (zowel mondeling als 1V4 2V3 3V3(a-bschriftelijk) eenvoudige 2 het begrijpen (lezen) van figuren, tekeningen,
Potloden, doppen en papier
Potloden, doppen en papier Handige strategieën Vermenigvuldigen Inhoudsopgave - Inleiding op Potloden, doppen en papier p. 3 - Potloden in dozen p. 4 - Flessendoppen sparen p. 6 - Papier in pakken p. 8
1 Rekenen met gehele getallen
1 Inhoudsopgave 1 Rekenen met gehele getallen... 1.1 De gehele getallen... 1. Optellen... 1. Opgaven... 1. Aftrekken... 1. Opgaven... 1. Vermenigvuldigen... 1. Opgaven... 1.8 Delen... 9 1.9 Opgaven...9
Overig nieuws Hulp ouders bij rekenen deel 3.
Overig nieuws Hulp ouders bij rekenen deel 3. Het rekenonderwijs van tegenwoordig ziet er anders uit dan vroeger. Dat komt omdat er nieuwe inzichten zijn over hoe kinderen het beste leren. Vroeger lag
Instructies zijn niet alleen visueel, maar ook auditief, met hoogkwalitatief ingesproken geluid (geen computerstem).
Getallen 3 Doelgroep Getallen 3 is bedoeld voor leerlingen in klas 3-5 van de havo, klas 3-6 van het vwo en in mbo 3&4. Het programma is bijzonder geschikt voor groepen waarin niveauverschillen bestaan.
Enkele 2F opgaven onder de loep; Waar verwacht u problemen?
Welkom Enkele 2F opgaven onder de loep; Waar verwacht u problemen? 9 december 2013 Ceciel Borghouts Inhoud Korte uitleg drieslagmodel Aantal 2F opgaven, zowel contextopgaven als kale sommen Tips voor aanpak
De kwaliteit van het onderwijs in rekenen en wiskunde
De kwaliteit van het onderwijs in rekenen en wiskunde A.H. Corporaal Inspectie van het Onderwijs 1 inleiding Ongeveer een jaar voordat het PPON-onderzoek werd uitgevoerd waarover kortelings is gerapporteerd
Vertel en verbind. Zo heb ik er nog nooit naar gekeken! Een werkvorm waardoor Bijbelverhalen van betekenis kunnen zijn voor leerlingen
Zo heb ik er nog nooit naar gekeken! Een werkvorm waardoor Bijbelverhalen van betekenis kunnen zijn voor leerlingen Vertel en verbind ANNET DE GROOT-VAN BEEM Oud is out denken leerlingen vaak wanneer de
Tenslotte de staartdelingen. De regel is ietwat gecompliceerder dan de vorige, omdat zulke delingen niet op 0 hoeven uit te komen:
REKENEN? Uit onderzoek van het CITO (2006) blijkt dat ruim de helft van de eerstejaars Pabo-studenten slechter rekent dan de beste leerlingen uit groep 8. Die ruime helft van de eerstejaars Pabo-studenten
Diagnostiek bij het optellen en aftrekken onder de twintig
- 1- Diagnostiek bij het optellen en aftrekken onder de twintig Karel Groenewegen, OBS Delfshaven, Rotterdam Deze wat uitgebreide samenvatting kwam tot stand naar aanleiding van een presentatie van Marius
Wiskunde: vakspecifieke toelichting en tips
Wiskunde: vakspecifieke toelichting en tips Met deze voorbeelden van taken voor de wiskundelessen willen wij verschillende ideeën illustreren. Ten eerste geven zij een idee wat bedoeld wordt met hele-taakeerst
Zwakke rekenaar in het MBO
Welkom Zwakke rekenaar in het MBO 10 december 2014 Monica Wijers Ceciel Borghouts info@borghoutsrekenadvies.nl Programma Intro wie was op conferentie? Over welke studenten hebben we het? Een indruk. Vooraf:
Afscheid van het cijferen
BREDEWEG 13 1098 BL AMSTERDAM 020 6680776 REKENEN@XS4ALL.NL Afscheid van het cijferen Marisca Milikowski en Rob Milikowski Als het aan de projectgroep Speciaal Rekenen van het Freudenthal Instituut ligt
Correcties en verbeteringen Wiskunde voor het Hoger Onderwijs, deel A.
Wiskunde voor het hoger onderwijs deel A Errata 00 Noordhoff Uitgevers Correcties en verbeteringen Wiskunde voor het Hoger Onderwijs, deel A. Hoofdstuk. 4 Op blz. in het Theorieboek staat halverwege de
8000-4000=4000 900-600=300 90-90 =0 7-8= 1 tekort! 4000 + 300+0-1 = 4299
Rekenstrategieën Voor de basisbewerkingen optellen en aftrekken, vermenigvuldigen en delen en voor het rekenen met breuken en rekenen met decimale getallen, wordt een overzicht gegeven van rekenstrategieën
Voorbereidend Cijferend rekenen Informatie voor ouders van leerlingen in groep 3 t/m 8
nummer 2 bijgesteld in nov. 2013 Voorbereidend Cijferend rekenen Informatie voor ouders van leerlingen in groep 3 t/m 8 Hoe cijferend rekenen wordt aangeleerd Deze uitgave van t Hinkelpad gaat over het
Hoe rekenen groep 8 leerlingen? (1) op welk niveau? (2) op welke manier?
(1) op welk niveau? (2) op welke manier? Dr. Marian Hickendorff Sectie Methoden en Technieken Instituut Psychologie, Universiteit Leiden in samenwerking met Kees van Putten Marije Fagginger Auer Staartdeling
Enkele 2F opgaven onder de loep; Waar verwacht u problemen?
Welkom Enkele 2F opgaven onder de loep; Waar verwacht u problemen? 2 april 2014 Ceciel Borghouts info@borghoutsrekenadvies.nl Inhoud Korte uitleg drieslagmodel Aantal 2F opgaven, zowel contextopgaven als
i n s t a p h a n d l e i d i n g
jaargroep 7 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs i n s t a p h a n d l e i d i n g k o l o m s g e w i j s d e l e n Inleiding Het programma laat de leerlingen kennismaken met vernieuwende elementen
Hieronder zie je hoe dat gaat. Opgave 3. Tel het aantal routes in de volgende onvolledige roosters van linksboven naar rechtsonder.
Groepsopdracht 1: Volledige en onvolledige roosters Voor een volledig rooster kun je de driehoek van Pascal gebruiken om te weten te komen hoeveel routes er van A naar B zijn. Bij onvolledige roosters
ProefToelatingstoets Wiskunde B
Uitwerking ProefToelatingstoets Wiskunde B Hulpmiddelen :tentamenpapier,kladpapier, een eenvoudige rekenmachine (dus geen grafische of programmeerbare rekenmachine) De te bepalen punten per opgave staan
TULE inhouden & activiteiten Rekenen/wiskunde (Getallen en bewerkingen) Kerndoel 29. Toelichting en verantwoording
TULE - REKENEN/WISKUNDE KERNDOEL 29 120 TULE inhouden & activiteiten Rekenen/wiskunde (Getallen en bewerkingen) Kerndoel 29 De leerlingen leren handig optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Toelichting
Proeve van een nationaal programma voor het reken-wiskundeonderwijs op de basisschool (8)
Proeve van een nationaal programma voor het reken-wiskundeonderwijs op de basisschool (8) L. Streefland, E. de Moor en A. Treffers Verhoudingen (2a) Zoals in de vorige aflevering (nummer 7) van deze serie
De rekentoets halen in het vmbo? Zeker weten!
Het Kanaal nummer 142 De rekentoets halen in het vmbo? Zeker weten! F. van Merwijk & A. Lek Hs.Arnhem en Nijmegen / Marant, Elst Wat is de bedoeling? Voor een doorsnee rekendocent uit het vo en mbo moeten
Dossier opdracht 12. Vakproject 2: Vakdidactiek
Dossier opdracht 12 Vakproject 2: Vakdidactiek Naam: Thomas Sluyter Nummer: 1018808 Jaar / Klas: 1e jaar Docent Wiskunde, deeltijd Datum: 12 november, 2007 Samenvatting Dit document is onderdeel van mijn
Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten.
Werkvorm 1 Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten. Stap 2 Vervolgens formuleren ze vragen over wat ze
REKENVAARDIGHEID BRUGKLAS
REKENVAARDIGHEID BRUGKLAS Schooljaar 008/009 Inhoud Uitleg bij het boekje Weektaak voor e week: optellen en aftrekken Weektaak voor e week: vermenigvuldigen Weektaak voor e week: delen en de staartdeling
27 November 2018 ONDERWIJSADVIES EN TRAINING. De taal van rekenen. Vincent Jonker & Monica Wijers
ONDERWIJSADVIES EN TRAINING 27 November 2018 De taal van rekenen Vincent Jonker & Monica Wijers Starter Wat zie je hier? Kennismaken MBO of VO? Docent of anders? Rekenen, taal of een ander vak? Bespreek
basiscursus rekenen derde bijeenkomst Woensdag 19 november 2014 vincent jonker, monica wijers
basiscursus rekenen derde bijeenkomst Woensdag 19 november 2014 vincent jonker, monica wijers Programma in vijf bijeenkomsten 1. Referentiekader rekenen domeinen, niveaus 2. Rekendidactiek, basisschool
Het leek ons wel een interessante opdracht, een uitdaging en een leuke aanvulling bij het hoofdstuk.
Praktische-opdracht door een scholier 2910 woorden 3 mei 2000 5,2 46 keer beoordeeld Vak Wiskunde Wiskunde A1 - Praktische Opdracht Hoofdstuk 2 1. Inleiding We hebben de opdracht gekregen een praktische
Hoe schrijf je dat. Het gebruik van hulpnotaties in het reken-wiskundeonderwijs. Kees Buijs
Kees Buijs Hoe schrijf je dat Het gebruik van hulpnotaties in het reken-wiskundeonderwijs Leerlingen die leren hoe ze bij het oplossen van rekenvraagstukken systematisch hulpnotaties kunnen gebruiken,
Over de peilingen rekenen-wiskunde:
: 1. Wat vertellen de uitkomsten? 2. Wat kunnen de peilingsgegevens nog meer vertellen? Dr. Marian Hickendorff Sectie Methoden en Technieken Instituut Psychologie, Universiteit Leiden in samenwerking met
REKENEN EN WISKUNDE OUDE EN NIEUW STIJL
REKENEN EN WISKUNDE OUDE EN NIEUW STIJL Nadat bekend was geworden dat studenten van hogere opleidingen tekortschieten in rekenkundige en wiskundige vaardigheden, haastten docenten en studenten zich te
Werkplan vakverdieping kunstvakken
Werkplan vakverdieping kunstvakken 2012-2013 algemene gegevens Naam: Klas: Nanda ten Have VR3C Gekozen vakverdieping: Beeldend onderwijs Persoonlijke leerdoel gekoppeld aan de vakcompetenties of gericht
Kernbegrippen Handig met getallen 1, onderdeel Bewerkingen
Kernbegrippen Handig met getallen 1, onderdeel Bewerkingen 1.12 Kernbegrippen van de Kennisbasis Hele getallen, onderdeel Bewerkingen Aftrekker De aftrekker in een aftreksom is het getal dat aangeeft hoeveel
Rekenen aan wortels Werkblad =
Rekenen aan wortels Werkblad 546121 = Vooraf De vragen en opdrachten in dit werkblad die vooraf gegaan worden door, moeten schriftelijk worden beantwoord. Daarbij moet altijd duidelijk zijn hoe de antwoorden
Model Interactie Analyse (MIA) rekenen-wiskunde Hilde Amse en Wil Oonk
Model Interactie Analyse (MIA) rekenen-wiskunde Hilde Amse en Wil Oonk Inleiding Met het Model MIA kunnen de interactiehandelingen van de leraar geobserveerd en geanalyseerd worden, met het uiteindelijke
Onderzoek naar en praktijk van de Vertaalcirkel als middel tot professionalisering van pabodocenten en rekenspecialisten
Onderzoek naar en praktijk van de Vertaalcirkel als middel tot professionalisering van pabodocenten en rekenspecialisten Rekenspecialisten: Aletta Wattimena, Annelies de Boer, Jos Salet, Lieke van Meer,
Functioneel rekenen. Wat? Waarom? opdracht: Doelen van vandaag: 1. Doel van wiskunde-onderwijs
Doelen van vandaag: Functioneel rekenen - Samen reflecteren en inzien wat het uiteindelijke doel, de essentie is van wiskunde-onderwijs. - De begrippen functioneel rekenen, realistisch rekenen en levensecht
Jongerennumerologie, je hebt alles in je
Jongerennumerologie, je hebt alles in je Aan ouders, jongeren en voor iedereen die met (jonge) mensen werkt Heb je vragen over jouw kind en/of over jezelf en wil je op een niet alledaagse en gemakkelijke
Nu een leuk stukje wiskunde ter vermaak (hoop ik dan maar). Optellen van oneindig veel getallen
Nu een leuk stukje wiskunde ter vermaak (hoop ik dan maar). Optellen van oneindig veel getallen Ter inleiding: tellen Turven, maar: onhandig bij grote aantallen. Romeinse cijfers: speciale symbolen voor
Protocol Ernstige Reken-Wiskundeproblemen en Dyscalculie
Protocol Ernstige Reken-Wiskundeproblemen en Dyscalculie Daar waar leerlingen problemen ervaren bij rekenen-wiskunde dient het onderwijs te worden afgestemd op de problematiek van de leerling. Voor elk
i n s t a p h a n d l e i d i n g
jaargroep 5 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs i n s t a p h a n d l e i d i n g d e g e t a l l e n k a a r t Inleiding Het programma laat de leerlingen kennismaken met vernieuwende elementen
Rekenen in het VO. 9 december 2013
Rekenen in het VO 9 december 2013 Eén boek, vijf delen: Visie en organisatie (h 1 t/m 4) Rekenen (h 5 t/m 9) Afstemmen (h 10 t/m 13) Begeleiding (h 14 t/m 17) Onderzoek (h 18 en h 19) Kern: Goed rekenonderwijs
Bijlage bij aflevering 3 van de serie Formatief evalueren bij wiskunde
Niveaumodellen Bijlage bij aflevering van de serie Formatief evalueren bij wiskunde Inleiding Niveaucriteria kun je gebruiken om groei van leerlingen in kaart te brengen en horen bij een leerdoel, een
T O E L I C H T I N G R E K E N E N M E T V E R H O U D I N G E N
TOELICHTING REKENEN MET VERHOUDINGEN LEERSTAP 1 LEERSTAP 2 LEERSTAP 3 Rekenvlinder_rekenen_met_verhoudingen.indd 2 08-02-13 10:54Rekenvlinder_rekenen_met_verhoudingen.indd 3 08-02-13 10:54 LEERSTAP 4 LEERSTAP
Deel C. Breuken. vermenigvuldigen en delen
Deel C Breuken vermenigvuldigen en delen - 0 Sprongen op de getallenlijn. De sprongen op de getallenlijn zijn even groot. Schrijf passende breuken of helen bij de deelstreepjes. 0 Welk eindpunt wordt bereikt
Verhoudingen: doorlopende leerlijn?!
Verhoudingen: doorlopende leerlijn?! M. Wijers FIsme, Universiteit Utrecht 1 Inleiding U bent bij de supermarkt op zoek naar pindakaas. U staat voor de keuze tussen een pot van 190 ml van merk A voor 0,99
Thema: Prijs voor The Voice. Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen
Handleiding en opgaven niveau AA Thema: Prijs voor The Voice Dit jaar is het Stappenplan iets veranderd (zie pag. 5). Er is een Stap 4 toegevoegd: Ik controleer of mijn antwoord kan kloppen. Ook noteren
Vervolgcursus Rekenen. bijeenkomst 3 12 januari 2012 vincent jonker, monica wijers Freudenthal Instituut
Vervolgcursus Rekenen bijeenkomst 3 12 januari 2012 vincent jonker, monica wijers Freudenthal Instituut Programma 12 januari 1. Pas op de plaats 2. Huiswerk 3. Breuken Didactiek Wat wel en wat niet? Hoe
Zwakke rekenaars sterk maken. Bijeenkomst monica wijers, ceciel borghouts Freudenthal Instituut
Zwakke rekenaars sterk maken Bijeenkomst 1 26-01-2011 monica wijers, ceciel borghouts Freudenthal Instituut Programma vandaag Inleiding en voorstellen Rekenen in mbo (kort) Wat is een zwakke rekenaar?
TOELICHTING REKENEN MET BREUKEN
TOELICHTING REKENEN MET BREUKEN 1 2 3 11628_rv_wb_breuken_bw.indd 2 13-11-12 23:2611628_rv_wb_breuken_bw.indd 3 13-11-12 23:27 4 5 6 Rekenvlinder Rekenen met breuken Toelichting Uitgeverij Zwijsen B.V.,
Eindtermen wiskunde. 1. Getallen. Nr. Eindterm B MB NB Opm. B = behaald MB = meer behaald NB = niet behaald Opm. = opmerking
Eindtermen wiskunde B = behaald MB = meer behaald NB = niet behaald Opm. = opmerking 1. Getallen 1.1 Tellen en terugtellen met eenheden, tweetallen, vijftallen en machten van tien 1.2 Functies van natuurlijke
TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:...
TOETS REKENEN / WISKUNDE Naam:... School:... Datum:... Groep:... 1A. Hoofdrekenen: optellen en aftrekken Reken de sommen op je eigen manier uit. Gebruik het kladblaadje als je een tussenstap wilt noteren.
2 REKENEN MET BREUKEN 3. 2.3 Optellen van breuken 6. 2.5 Aftrekken van breuken 9. 2.7 Vermenigvuldigen van breuken 11. 2.9 Delen van breuken 13
REKENEN MET BREUKEN. De breuk. Opgaven. Optellen van breuken 6. Opgaven 8. Aftrekken van breuken 9.6 Opgaven 9.7 Vermenigvuldigen van breuken.8 Opgaven.9 Delen van breuken.0 Opgaven. Een deel van een deel.
Passende perspectieven praktijkonderwijs
Passende perspectieven praktijkonderwijs Toelichting op overzicht leerroutes A-B-C rekenen SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Overzichten van leerroutes rekenen voor het praktijkonderwijs,
Differentiatie in de rekenles. Reken- en Taalcentrum Albeda 18 januari 2011 Vincent Jonker
Differentiatie in de rekenles Reken- en Taalcentrum Albeda 18 januari 2011 Vincent Jonker Programma Canadees Vermenigvuldigen Hoe maak je een rekenles aantrekkelijk en succesvol voor alle deelnemers? Differentiatie
Rekenen in het MBO. 11 maart 2014
Rekenen in het MBO 11 maart 2014 Eén boek, vijf delen: Visie en organisatie (h 1 t/m 4) Rekenen (h 5 t/m 9) Afstemmen (h 10 t/m 13) Begeleiding (h 14 t/m 17) Onderzoek (h 18 en h 19) Kern: Goed rekenonderwijs
Opleiding docent rekenen MBO. 17 februari 2016 Derde bijeenkomst ID College - Entree
Opleiding docent rekenen MBO 17 februari 2016 Derde bijeenkomst ID College - Entree Inhoud 1. Starters: meetkunde 2. Drie keer meetkunde 3. Meetkunde in de COE 4. Lunch 5. Onderzoek en portfolio 6.
Rondom Rekenen VO/MBO. Op weg naar topdocenten rekenen mbo. Thema 1: De eigenheid van de mbo-student Een mbo-leerling heeft geen achterstand rekenen
Rondom Rekenen VO/MBO Op weg naar topdocenten rekenen mbo Thema 1: De eigenheid van de mbo-student Een mbo-leerling heeft geen achterstand rekenen + (inspireert me tot actie) * Dit wil ik bespreken! *
i n s t a p h a n d l e i d i n g
jaargroep 6 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs i n s t a p h a n d l e i d i n g e i g e n s c h a p p e n v a n b e w e r k i n g e n Inleiding Het programma laat de leerlingen kennismaken
inhoudsopgave juni 2005 handleiding haakjes 2
handleiding haakjes inhoudsopgave inhoudsopgave 2 de opzet van haakjes 3 bespreking per paragraaf 5 rekenen trek-af-van tegengestelde tweetermen merkwaardige producten tijdpad 6 materialen voor een klassengesprek
Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters
Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters Maerlant College Brielle 5 oktober 2009 c Swier Garst - RGO Middelharnis 2 Inhoudsopgave Rekenen met gehele getallen 7. De gehele getallen.....................................
Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen.
Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen. Leerstijlentest van David Kolb Mensen, scholieren dus ook, verschillen nogal in de wijze waarop ze leren. Voor
gelijkvormigheid handleiding inhoudsopgave 1 de grote lijn 2 applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek
gelijkvormigheid inhoudsopgave 1 de grote lijn 2 applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek gelijkvormigheid gelijkvormigheid 1 de grote lijn hoofdlijn de zijlijn
Kernbegrippen Kennisbasis wiskunde Onderdeel breuken
Kernbegrippen Kennisbasis wiskunde Onderdeel breuken De omschreven begrippen worden expliciet genoemd in de Kennisbasis. De begrippen zijn in alfabetische volgorde opgenomen. Breuk Een breuk is een getal
kan worden vereenvoudigd tot kan worden vereenvoudigd tot 15 16.
Voorkennistoets Met behulp van deze toets kun je voor jezelf nagaan of je voldoende kennis en vaardigheden in huis hebt om het vak wiskunde in het eerste jaar van de studie Bedrijfskunde te kunnen volgen
Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE
Instructie voor Docenten Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE Instructie voor docenten H13: OMTREK EN OPPERVLAKTE DOELEN VAN DIT HOOFDSTUK: Leerlingen weten wat de begrippen omtrek en oppervlakte betekenen.
Valkuilen bij Rekenen conferentie dyscalculie 9 december 2013. Monica Wijers Freudenthal Instituut Onderwijsadvies & training
Valkuilen bij Rekenen conferentie dyscalculie 9 december 2013 Monica Wijers Freudenthal Instituut Onderwijsadvies & training Vooraf Kennismaken Het gaat hier om rekenzwakke leerlingen Vmbo bb met lwoo
De rol van taal in rekenen bijeenkomst 2
LAMAVOC 5 juni 2019 De rol van taal in rekenen bijeenkomst 2 Vincent Jonker & Monica Wijers Starter Cursusopzet 8 mei inleiding, taalgericht vakonderwijs, reken-inhoud Huiswerk zelf uitproberen 5 juni
Uitwerking toets rekenvaardigheid. Opgave 1 a. 7125,98 + 698,99 = Tip: Bij kommagetallen is het eenvoudiger om aan geld te denken.
Uitwerking toets rekenvaardigheid Opgave a. 725,98 + 698,99 = Tip: Bij kommagetallen is het eenvoudiger om aan geld te denken. 725,98 + 698,99 = 725,98 + 700,0= 7824,97 Denk eraan ik doe er teveel bij
Leren & Leidinggeven:
Leren & Leidinggeven: Leerstijl inventarisatie: algemeen Mensen verschillen nogal in de manier waarop ze leren. Nuttig is het om te weten wat jouw meest efficiënte manier van leren is. Als je dat weet
2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen ( 15 x 3 = 45
15 x 3 = 45 2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (http://www.youtube.com/watch?v=cceqwwj6vrs) 15 x 3 is een product. 15 en 3 zijn de factoren van het product. 15 : 3 = 5 15 : 3 is een
Reken uit en Leg uit 4 e bijeenkomst maandag 15 februari 2013 monica wijers en vincent jonker
Reken uit en Leg uit 4 e bijeenkomst maandag 15 februari 2013 monica wijers en vincent jonker deel 0 WAT DEDEN WE DE 3 E KEER? samengevat Inleveropgaven Breuken context ondersteunt berekening en betekenis
Praktische opdracht Wiskunde Vermenigvuldiging en deling van lijnen en parabolen
Praktische opdracht Wiskunde Vermenigvuldiging en deling van lijnen en parabolen Praktische-opdracht door een scholier 1862 woorden 15 september 2001 5,8 78 keer beoordeeld Vak Wiskunde Inleiding In dit
BEWERKINGEN. B0 Doelstellingen
BEWERKINGEN B0 Doelstellingen Deze doelstellingen zijn bedoeld voor de studenten kleuteronderwijs Arteveldehogeschool. Ze geven een beeld van wat verwacht wordt voor het examen. Toch is het ook voor anderen
Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel
Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft
Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude
Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Eenheidscirkel In de figuur hiernaast
Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam
Naam auteur(s) Nijenhuis, N Vakgebied Natuurkunde Titel Wiskunde bij Natuurkunde: de afgeleide Onderwerp Wiskunde natuurkunde transfer Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam
Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven
Klacht concertkaartjes U heeft een paar maanden geleden concertkaartjes besteld bij Concert En Zo. Dit is echter niet helemaal goed gegaan. U schrijft daarom een klachtenbrief naar Concert En Zo. Opdracht
Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element.
Hoofdstuk 2 De regels van het spel 2.1 De gehele getallen Grof gezegd kunnen we de (elementaire) getaltheorie omschrijven als de wiskunde van de getallen 1, 2, 3, 4,... die we ook de natuurlijke getallen