De lln. vertellen elkaar over hun familie. In de klas wordt een familiemuur gemaakt.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De lln. vertellen elkaar over hun familie. In de klas wordt een familiemuur gemaakt."

Transcriptie

1 wereldoriëntatie THEA 1 E 5 THEA 2 THEA 3 THEA 4 De lln. vertellen elkaar over hun familie. In de klas wordt een familiemuur gemaakt. Klein en groot: Jouw familie aan de muur! 1 Wat moet je doen? 3 Doe het zo! Wie hoort bij jouw familie? Je mag je familiefoto in de klas hangen. Vertel elkaar wie wie is. 1 Haal uit de doos de foto van jullie familie. 2 Toon ze aan elkaar. Vertel wie wie is. e Wie is nog klein? e Wie is al groot? 3 Neem een karton. Plak je foto in het midden. 4 Schrijf erbij wie wie is. Je mag ook nog iets anders over je familie schrijven. Kijk naar prent. 5 Hang je karton op in de klas. De juf of meester weet waar. ateriaal 2 e Een doos met al de familiefoto s van de kinderen uit je klas e Stiften en karton e Lijm en plakband Corrigeer je werk e Heb je netjes gewerkt? Klaar? e Ruim alles op. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 2de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

2 wereldoriëntatie THEA 1 E 5 THEA 2 THEA 3 THEA 4 De lln. vertellen elkaar over hun familie. In de klas wordt een familiemuur gemaakt. Klein en groot: Jouw familie aan de muur! Doel(en) e De leerlingen ervaren gelijkenissen en verschillen tussen elkaars families. Overzichtsblad Leerinhouden wo nrs. 20 en 21. ateriaal e De doos met familiefoto s: vraag aan de ouders om familiefoto s mee te geven. Verzamel ze in een mooie fotodoos. Let wel: deze opdracht kan niet worden opgenomen in het hoekenwerk als er niet van iedereen foto s zijn. e Gekleurd karton, voor elk kind 1 (met voldoende kleurkeuze) e Lijm, stiften en punaises of plakband Differentiatie De gezinssituatie van kinderen kan erg verschillen, maar leg geen nadruk op deze verschillen. Doe nooit afbreuk aan wat kinderen hun gezin of familie noemen: grootouders, zelfs de hond mag erbij. Ook 2 mama s kan! Hulpkaart Aanpak Zie Doe het zo! op keerzijde. Controle en verbetering Tips De familiemuur: maak op kindhoogte een ruimte vrij aan de muur. Hier komen alle foto s. isschien kun je zelf een titel ophangen (bv. Onze familiemuur ). Voorzie ook punaises of plakband. Het is fijn wanneer deze muur zich aan de zithoek of praathoek bevindt. Geef de familiemuur echt een plekje in je klas: ook in kringgesprekken kan ermee worden gewerkt. Hij versterkt meestal ook het contact met de ouders. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 2de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

3 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 E 5 THEA 3 THEA 4 De lln. maken een persoonlijke groeilijn voor een aantal activiteiten. Oud en nieuw: Voor de eerste keer 1 Wat moet je doen? 3 Doe het zo! Denk even terug aan de eerste keer dat je iets deed. Hoe oud was je toen? Weet je dat nog? 1 Leg de gekleurde stroken in de goede volgorde naast elkaar: baby peuter kleuter kind van de lagere school. Kijk naar prent. 2 Leg de kaartjes voor jou. 3 Denk goed na: wanneer heb je de dingen op de kaartjes voor de eerste keer gedaan? 4 Leg de kaartjes onder de juiste strook. Corrigeer je werk 2 ateriaal e Een stapel gekleurde stroken e Een stapel kaartjes e Vraag de juf of meester om even te controleren. Klaar? e Leg de stroken en de kaartjes terug op een stapel. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 2de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

4 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 E 5 THEA 3 THEA 4 De lln. maken een persoonlijke groeilijn voor een aantal activiteiten. Oud en nieuw: Voor de eerste keer Doel(en) e De leerlingen kunnen voor een aantal activiteiten aangeven rond welke levensfase (baby, peuter, kleuter, lagereschoolkind) ze die voor de eerste maal hebben gedaan. Overzichtsblad Leerinhouden wo nrs. 5 en 8. ateriaal Differentiatie Hulpkaart e Een aantal stroken: materiaalkaart 12 (de eerste keer nog verknippen) e Een stapel kaartjes: kopieerkaarten 24 en 25 (de eerste keer nog kopiëren en verknippen, eventueel lamineren) Aanpak Zie Doe het zo! op keerzijde. Controle en verbetering Na afloop van de opdracht controleer je even het werk van de leerling. Tips Je kunt een grote groeilijn maken in de klas, die tentoongesteld wordt aan een muur. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 2de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

5 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 THEA 3 THEA 4 E 7 De lln. voeren een proefje uit om na te gaan hoe zeepbellen reageren wanneer ze met elkaar in contact komen. Kunstjes: Proefjes met bellen 1 2 Wat moet je doen? Je bent even een professor. Je zult een proefje uitvoeren. Daardoor kom je meer te weten over zeepbellen. ateriaal e Een klein glas water e Een lepel e Een bord e Een rietje e Afwasmiddel e Pen en papier 3 Doe het zo! 1 Doe één lepel afwasmiddel in het glas water. Roer tot je zeepsop hebt. 2 Doe een beetje zeepsop op het bord. 3 Houd het rietje schuin tegen het bord, in het sop. Blaas een bel. Kijk naar prent. 4 aak je rietje opnieuw nat. Ga door de bel. 5 Blaas in de bel een andere bel. Let op: ze mogen elkaar niet raken. Kijk naar prent. 6 Wat gebeurt er als de bellen elkaar per ongeluk raken? Neem een papier. Schrijf het antwoord op. Corrigeer je werk e Toon je blad aan de juf of meester. Hij of zij kijkt je antwoord na. Klaar? e Doe het sop weg in de wasbak. Ruim je spullen op. Nog even tijd? Probeer zo veel mogelijk bellen naast elkaar te blazen. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 2de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

6 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 THEA 3 THEA 4 E 7 De lln. voeren een proefje uit om na te gaan hoe zeepbellen reageren wanneer ze met elkaar in contact komen. Kunstjes: Proefjes met bellen Doel(en) e De leerlingen kunnen een eenvoudig proefje uitvoeren waarbij zichtbaar wordt hoe zeepbellen met elkaar in contact komen. e Ze kunnen een conclusie trekken uit hun waarnemingen. Overzichtsblad Leerinhouden wo nr. 32. ateriaal Differentiatie Hulpkaart e Een klein glas water e Een lepel e Een bord e Een rietje e Afwasmiddel e Pen en papier Aanpak Zie Doe het zo! op keerzijde. Je kunt het zeepsop altijd al vooraf klaarmaken in plaats van de leerlingen het te laten doen (*). Controle en verbetering Na de proef toont de leerling zijn/haar antwoord op de vraag: wat gebeurt er als de bellen elkaar per ongeluk raken? Zeepbellen willen hun oppervlakte steeds zo klein mogelijk houden. Vandaar dat ze hun kleinste wand gaan delen als ze elkaar raken. Ze gaan als het ware aan elkaar kleven. Tips Bij mooi weer kun je de opdracht buiten laten doen. Tijdens een knutselles kun je met de leerlingen grote bellenblazers maken en met speciale vormen experimenteren. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 2de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

7 wereldoriëntatie THEA 1 E 8 THEA 2 THEA 3 ICT De lln. ontwerpen een zelfgekozen verkeersbord, rekening houdend met de verplichte kleur en vorm. Kleur: Kleur op het bord Wat moet je doen? Verkeersborden zeggen ons wat je mag en niet mag doen in het verkeer. Ken jij de verschillende borden? Je krijgt de taak om zelf een verkeersbord te maken. ateriaal e Een stapeltje kaarten met daarop verkeersborden e De hulpkaart Kleur op het bord e Een tekenblad en tekengerei Doe het zo! 1 Leg de kaarten met daarop verkeersborden verspreid op de bank. 2 Orden de borden per soort. Dus: maak groepjes van dezelfde soort verkeersborden. 3 Neem de hulpkaart Kleur op het bord en lees de informatie. 4 Weet je wat de borden op de kaartjes willen zeggen? 5 Ontwerp nu zelf een leuk verkeersbord dat opgehangen kan worden op school. Bijvoorbeeld: Hier moet je zwijgen of Hier mag je roepen of Let op: zorg dat de vorm en de kleur van je verkeersbord overeenkomt met het soort boodschap dat je wilt geven (moet-bord, mag niet-bord, enz.). Als je twijfelt, lees je de hulpkaart nog eens. Je moet alles tekenen op je verkeersbord. Je mag dus geen woorden schrijven! Corrigeer je werk e Vraag de verbetersleutel aan je juf of meester (voor stap 2 en 4). e Toon je verkeersbord aan een andere leerling. Laat hem/haar raden wat je verkeersbord betekent. Klaar? e Ruim het materiaal op. Nog wat tijd over? Ontwerp nog een (klein) verkeersbord extra. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 3de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

8 wereldoriëntatie THEA 1 E 8 THEA 2 THEA 3 ICT De lln. ontwerpen een zelfgekozen verkeersbord, rekening houdend met de verplichte kleur en vorm. Kleur: Kleur op het bord Doel(en) e De leerlingen kunnen de verschillende soorten verkeersborden onderscheiden. e Ze kunnen de betekenis van deze verkeersborden kort omschrijven naargelang kleur en vorm. e Ze kunnen een origineel verkeersbord ontwerpen, rekening houdend met de verplichte kleur en vorm. Overzichtsblad Leerinhouden wo nrs. 5 en 25. ateriaal e Een stapeltje kaarten met daarop verkeersborden: materiaalkaart 17 (de eerste keer nog verknippen) e Een verbetersleutel: kopieerkaart 20 (de eerste keer kopiëren en eventueel lamineren) e Een tekenblad en tekengerei Differentiatie Je kunt de leerlingen verschillende verkeersborden laten ontwerpen (***). Je zou hen een vaste soort van verkeersbord kunnen opleggen (**). Hulpkaart Wo 1 Kleur op het bord Aanpak Zie Doe het zo! op keerzijde. oeilijke woorden: ontwerp, overeenkomen Controle en verbetering Na de opdracht toont de leerling zijn/haar verkeersbord aan een andere leerling. Die zal de boodschap van het verkeersbord moeten raden. Tips De verkeersborden kunnen ook daadwerkelijk omhooggehangen worden op school. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 3de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

9 wereldoriëntatie THEA 1 E 6 THEA 2 THEA 3 ICT De lln. ontwerpen een plattegrond van een eiland en maken daarbij een legende. Kleur: Schatteneiland Wat moet je doen? Je ontwerpt je eigen droomeiland. Je maakt een legende bij je plattegrond. ateriaal e Tekenbladen e Kleurpotloden Doe het zo! 1 Neem een tekenblad. Teken een groot eiland. 2 Duid op het eiland de haven aan met enkele dikke zwarte strepen. 3 Teken (op het eiland) de verschillende elementen die op jouw eiland aanwezig moeten zijn: bijvoorbeeld zand, bossen, rivieren, meren, wegen, struiken, keien, bergen, enkele gebouwen, enz. Kijk daarvoor naar het voorbeeld hiernaast. 4 Neem de kleurpotloden en kleur de elementen in met een gepaste kleur. Opgepast: alle verschillende elementen moeten een andere kleur hebben. 5 aak onderaan op je blad een legende zodat duidelijk is wat de kleuren betekenen. Een goed voorbeeld vind je hiernaast. 6 Schrijf op de achterkant van je blad waar je een schat zou verstoppen op je eiland. Corrigeer je werk e Toon je eiland aan de andere leerling. Vertel die leerling de weg van aan de haven tot aan jouw schat. Laat hem/haar met een kruisje aanduiden waar jouw schat verstopt is. Controleer samen de plaats van de schat aan de hand van wat je opgeschreven hebt op de achterkant van je blad. Klaar? e Ruim het materiaal op. Enkele voorbeelden: Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 3de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009 WORLD.3.TASK.indd 11 15/01/10 14:38

10 wereldoriëntatie THEA 1 E 6 THEA 2 THEA 3 ICT De lln. ontwerpen een plattegrond van een eiland en maken daarbij een legende. Kleur: Schatteneiland Doel(en) e De leerlingen kunnen een plattegrond van een eiland ontwerpen en daarop enkele onderdelen (bos, weide, gebouwen, wegen ) weergeven. e Ze kunnen bij een zelfgemaakte plattegrond een gepaste legende voorzien. e Ze kunnen een weg beschrijven tussen twee plaatsen op een plattegrond. Overzichtsblad Leerinhouden wo nrs. 3 en 4. ateriaal e Tekenbladen e Kleurpotloden Differentiatie Je kunt een aantal (natuur)elementen laten tekenen volgens de windrichting, bijvoorbeeld: in het noorden van het eiland bevindt zich een groot zandstrand, in het oosten van het eiland staan voornamelijk loofbomen, enz. (**). Hulpkaart Aanpak Zie Doe het zo! op keerzijde. oeilijke woorden: legende, elementen Controle en verbetering Na afloop van de opdracht toont de leerling zijn/haar plattegrond aan de andere leerling. Die duidt de schat op het eiland aan aan de hand van de beschrijving van de ontwerper van het eiland. Tips Deze opdracht zou een inleiding of een verwerking kunnen zijn in het thema ontdekkingsreizigers of piraten. Je kunt de plattegronden tentoonstellen in je klas en de verschillen van alle werkjes bespreken. Je kunt de leerlingen ook een plattegrond (met legende) laten maken van de klas of de school. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 3de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009 WORLD.3.TASK.indd 12 15/01/10 14:38

11 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 E 3 THEA 3 ICT De lln. leren enkele woonplaatsen van dieren kennen, zowel onder als boven de grond. Gaatjes: Dieren in gaten Wat moet je doen? Een vos, een konijn, een mol, een veldmuis Ze verschillen erg van elkaar. Toch hebben ze één ding met elkaar gemeen. Ze hebben een huis nodig. Jullie gaan door een spel ontdekken welke dieren er zoal in een gat hun thuis gevonden hebben. ateriaal e Een blad met een tekening van gaten onder en boven de grond e Een stapeltje kaarten met afbeeldingen van dieren Doe het zo! 1 Ga naast elkaar zitten. Verdeel de kaartjes met de dierenafbeeldingen. Zorg ervoor dat jullie allebei evenveel kaartjes hebben. 2 Bekijk de dierenkaartjes die jij hebt aandachtig. 3 Leg het blad met de tekening tussen jullie beiden. 4 Lees luidop de informatie die bij één van de gaten staat. Je mag zelf kiezen welk gat. 5 Zoek nu uit over welk dier het zou gaan. Wie denkt dat hij/zij het dier tussen zijn kaartjes heeft, mag het dierenkaartje bij het juiste gat leggen. 6 Doe zo voort tot jullie allebei de kaartjes kwijt zijn. Corrigeer je werk e Ga de verbetersleutel halen bij de juf/meester en controleer of alle dierenkaartjes bij de juiste gaten liggen. Klaar? e Ruim het materiaal op. e Nog wat tijd over? Speel het spel nogmaals. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 3de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

12 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 E 3 THEA 3 ICT De lln. leren enkele woonplaatsen van dieren kennen, zowel onder als boven de grond. Gaatjes: Dieren in gaten Doel(en) e De leerlingen kunnen vaststellen dat dieren er een bepaalde beschutting en leefwijze op nahouden. e Ze kunnen voor een aantal dieren een kenmerk geven van deze beschutting/woonst. Overzichtsblad Leerinhouden wo nr. 15. ateriaal e Een blad met een tekening van gaten onder en boven de grond: kopieerkaarten 22 en 23 (de eerste keer kopiëren op A3-formaat, aan elkaar plakken en eventueel lamineren) e Een stapeltje kaarten met afbeeldingen van dieren: kopieerkaart 24 (de eerste keer kopiëren, eventueel lamineren en verknippen) e Een verbetersleutel: kopieerkaart 25 (de eerste keer kopiëren en eventueel lamineren) Differentiatie Je kunt de opdracht nog uitgebreider maken. Laat de leerlingen het spel eerst spelen zoals vermeld: informatie bij een gat lezen en nadien het juiste dierenkaartje erbij leggen. Vervolgens komt de extra opdracht erbij: de leerlingen spelen het spel opnieuw, maar zonder de hulp van de dierenkaartjes. Dus: ieder leest om de beurt de informatie bij een gat; de andere moet zo snel mogelijk zeggen over welk dier het gaat (zonder naar de kaartjes te kijken) (**). Hulpkaart Aanpak Zie Doe het zo! op keerzijde. oeilijk woord: gemeen hebben Controle en verbetering Tips Wanneer alle kaartjes op de tekening liggen, komen de leerlingen de verbetersleutel bij jou halen. Aan de hand van deze kaart controleren ze of alle dierenkaartjes bij het juiste gat liggen. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 3de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

13 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 THEA 3 E 3 ICT De lln. zoeken overeenkomsten bij verschillende beroepen en benoemen ze. Verzamelen: Heel veel verschillende beroepen 1 Wat moet je doen? De meeste beroepen zijn zowel voor mannen als vrouwen. Of denk je er anders over? Speel dan ons beroepenspel. 3 Doe het zo! 1 Ga over elkaar zitten. Zet een map of een stuk karton tussen jullie. 2 De ene leerling neemt de witte kaartjes, de andere de gekleurde. Zorg dat je elkaars kaartjes NIET ziet. 3 Bekijk je kaartjes. 4 Neem een kaartje. Zoek samen hetzelfde beroep bij de andere speler. Als je een kaartje moeilijk vindt, neem je eerst een ander. Stel goede vragen of bespreek wat jouw persoon allemaal doet. 5 Heb je het bijpassende kaartje gevonden? Schrijf dan op een blanco kaartje de naam van het beroep en leg de drie kaartjes samen weg. 6 Dan mag de andere leerling een kaartje uit zijn stapel kiezen. Doe zo verder. Corrigeer je werk ateriaal 2 e Een reeks witte kaartjes e Een reeks gekleurde kaartjes e Blanco kaartjes en pen e Vraag de verbetersleutel aan je juf of meester. Klaar? e Bespreek wat je later wilt worden. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 3de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

14 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 THEA 3 E 3 ICT De lln. zoeken overeenkomsten bij verschillende beroepen en benoemen ze. Verzamelen: Heel veel verschillende beroepen Doel(en) e De leerlingen zien in dat vrouwen en mannen hetzelfde beroep kunnen uitvoeren. e Ze kunnen in een reeks gegevens overeenkomsten vinden en deze verwoorden. e Ze kennen de correcte naam van een aantal beroepen. Overzichtsblad Leerinhouden wo nr. 26. ateriaal Differentiatie Hulpkaart e Kaartjes reeks 1: kopieerkaarten 56 en 57 (de eerste keer kopiëren op wit papier, best lamineren en verknippen) e Kaartjes reeks 2: kopieerkaarten 58 en 59 (de eerste keer kopiëren op gekleurd papier, best lamineren en verknippen) e De verbetersleutel: kopieerkaarten 60 en 61 (de eerste keer kopiëren en eventueel lamineren) e Blanco kaartjes (liefst even groot als de beroepenkaartjes) en pen Aanpak De leerlingen zitten over elkaar. Ieder krijgt een reeks kaartjes met beroepen, maar de naam van het beroep ontbreekt. Ze zien elkaars kaartjes niet. Door uitwisseling van gegevens moeten ze hetzelfde beroep bij hun medeleerling vinden. Ze schrijven de naam van het beroep op een apart kaartje en leggen de 3 kaartjes samen weg. Controle en verbetering De leerlingen controleren hun werk aan de hand van de verbetersleutel. Tips Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 3de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

15 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA E 2 ICT De lln. spelen een krantenquiz, waarbij ze zelf eerst de vragen maken. Krantenquiz 1 Wat moet je doen? Je werkt mee aan het spelprogramma Ken je krant! Je stelt de vragen voor dit programma op en test de vragen van andere redactieleden uit. 3 Doe het zo! 1 Wanneer je de oefening per twee maakt, dan werk je nu even alleen. Wanneer je met meer werkt, dan maak je groepjes van twee. Elke groep neemt één krant. 2 Doorblader je krant en ga op zoek naar artikels die jullie aanspreken. Stel vijf vragen op, elke vraag bij een ander artikel. Zorg ervoor dat je artikels uit verschillende rubrieken kiest (bv.: sport, cultuur, streeknieuws, buitenland ). Het antwoord op je vraag moet natuurlijk in het artikel te vinden zijn. 3 Schrijf je vragen op. Noteer de antwoorden op een apart blad. 4 Wissel uit! Geef jouw vragen en je krant aan een ander groepje. 5 Los de vragen die je kreeg op door in de krant te zoeken. Jullie krijgen daarvoor 10 minuten. Stel de kookwekker in of draai de zandloper om. Corrigeer je werk ateriaal 2 e Kranten e Kookwekker of zandloper e Pen en papier e Overloop samen de vragen en de antwoorden. Toon, wanneer het antwoord fout was of niet werd gevonden, waar het antwoord in de krant stond. e Bespreek hoe jullie te werk gingen om de antwoorden snel te zoeken. Klaar? e Ruim het materiaal netjes op. Vouw de kranten terug toe. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 4de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

16 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA E 2 ICT De lln. spelen een krantenquiz, waarbij ze zelf eerst de vragen maken. Krantenquiz Doel(en) e De leerlingen leren de indeling van een krant (rubrieken) kennen. e Ze kunnen vragen goed formuleren. e Ze kunnen op een handige manier informatie in een krant opzoeken. Overzichtsblad Leerinhoud voor wo nr. 6. ateriaal e Een stapel kranten (liefst van de voorbije dagen, een groter aanbod zorgt ervoor dat de kinderen keuze hebben) e Zandloper of kookwekker e Pen en papier Differentiatie Je kunt ervoor kiezen om het zoeken naar vragen (en antwoorden) te vergemakkelijken door af te bakenen uit welke rubriek(en) de vragen mogen komen (bv.: enkel vragen uit streeknieuws, vragen uit sport en cultuur ) (*) Hulpkaart Aanpak Zie Doe het zo! op keerzijde. oeilijke woorden: doorbladeren, streeknieuws Controle en verbetering De leerlingen corrigeren zelf hun werk. Samen kunnen ze nog verder stilstaan bij het zoeken naar informatie in een krant (bv.: ik lees de artikels niet van het begin tot het einde, ik zoek onmiddellijk de passende rubriek in de krant ). Tips De vragen van de krantenquiz kunnen, samen met de bijbehorende krant, in de leeshoek van de klas komen. Je maakt daarvoor best zelf ook nog een opdrachtenkaart. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 4de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

17 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA E 7 ICT De lln. schrijven een krantenartikel over een gebeurtenis uit de klas of de school. Nieuws uit onze klas en school 1 2 Wat moet je doen? Jij bent vandaag journalist van jouw klas! Je schrijft een krantenartikel over een gebeurtenis of activiteit in of met je klas. ateriaal e Pen en papier (kladbladen en lijntjespapier) e Enkele kranten (als voorbeeld) e Kleurpotloden en stiften of foto s (als er foto s van de gebeurtenis of activiteit getrokken werden) e Een lijmstift 3 Doe het zo! 1 Je werkt voor de hele opdracht alleen! Kies één gebeurtenis, activiteit of uitstap die je met je klas of met de school de laatste maand hebt gedaan. Die wordt het onderwerp van jouw krantenartikel. 2 Werk nu je artikel uit. Zorg voor een duidelijke opbouw: eerst een inleiding daarna het artikel zelf (midden) dan het slot (afsluiting). Geef in je artikel zeker een antwoord op de volgende vragen: Wie? Wat? Wanneer? Waar? Neem een kijkje in de kranten voor enkele voorbeelden. 3 Bedenk nu een goede krantenkop (titel) voor je artikel. Corrigeer je werk e Lees je artikel zelf goed na (denk aan leestekens, duidelijke zinsbouw ). e Toon de eerste versie van je artikel aan je juf of meester. e Daarna kun je in het net beginnen. Werk nu op een lijntjesblad of gebruik de computer. Klaar? e Heb je nog tijd? aak dan een passende illustratie bij je artikel of zorg voor een passende foto (als er foto s werden getrokken van de gebeurtenis of activiteit). Plak die erbij. e Geef je afgewerkte artikel af aan je juf of meester. Een voorbeeld: Een duidelijke opbouw: 1 Inleiding: Artikel? - Wie? - Wat? - Wanneer? - Waar Slot Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 4de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

18 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA E 7 ICT De lln. schrijven een krantenartikel over een gebeurtenis uit de klas of de school. Nieuws uit onze klas en school Doel(en) e De leerlingen kunnen een krantenartikel schrijven over een actuele gebeurtenis, activiteit of uitstap met of in de klas of school (rekening houdend met de opbouw van een artikel: krantenkop inleiding midden slot). Overzichtsblad Leerinhoud voor wo nr. 6. ateriaal Differentiatie e Pen en papier (kladbladen en lijntjespapier) e Enkele kranten (minstens 2, dienen als voorbeeld) e Eventueel: kleurpotloden en stiften (illustratie) of foto s die van de gebeurtenis/activiteit getrokken werden, een lijmstift Hulpkaart Aanpak Zie Doe het zo! op keerzijde. Controle en verbetering Je controleert het artikel na de eerste versie, zodat de leerlingen daarna in het net kunnen werken. Daarvoor kunnen ze ook de computer gebruiken. Tips De leerlingen kunnen het artikel ook uittypen op de computer en daarna in de klas hangen of in de leeshoek leggen. isschien is er wel een plaatsje waar ook kinderen uit andere klassen het nieuws kunnen lezen (bv.: website, gang ) Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 4de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

19 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA ICT E 5 De lln. zoeken bij een woord of begrip naar allerlei betekenisrelaties. Die noteren ze in een tabel (in Word). Een woordenposter maken met de computer 1 2 Wat moet je doen? Je moet een rooster (tabel) maken waar je allerlei woorden in noteert die met het startwoord te maken hebben. ateriaal e Computer met tekstverwerker 3 Doe het zo! 1 Ofwel werk je alleen, ofwel samen. Als je samenwerkt, mag je om de beurt een woord in het rooster invullen. 2 Ga (samen) aan de computer zitten. Zorg dat je allebei bij het klavier (toetsenbord) kunt. Start de computer en de tekstverwerker. 3 aak nu eerst een tabel. Doe dat zo: e Ga naar de menubalk bovenaan en zoek het woord Tabel. e Klik het woord aan en ga naar invoegen en dan Tabel. e Bij aantal kolommen typ je nu 5 in en bij aantal rijen 7. Klik dan op OK. 4 Typ het startwoord dierentuin linksboven. Dan typ je om de beurt een woord in dat iets te maken heeft met het startwoord dierentuin. De plek in de tabel mag je zelf kiezen, maar probeer woorden die erg bij elkaar horen ook dicht bij elkaar te plaatsen. 5 De leerling die toekijkt moet steeds zeggen wat het ingetypte woord (van de andere leerling) te maken heeft met het startwoord. 6 Doe dat tot je tabel vol is. Dit is jullie woordenposter. Corrigeer je werk Een voorbeeld: SCHOOL bord refter bordveger hoekenwerk meester juf speelplaats boeken e Tot slot mag je je tabel afdrukken (als dat kan) en aan je meester of juf tonen. Je kunt hem ook opslaan op de computer. Als je dat nog niet kunt, gebruik je de hulpkaart Word starten en aan een tekst beginnen of verder werken. Klaar? e Ruim al je spullen netjes op. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 4de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

20 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA ICT E 5 De lln. zoeken bij een woord of begrip naar allerlei betekenisrelaties. Die noteren ze in een tabel (in Word). Een woordenposter maken met de computer Doel(en) e De leerlingen speuren naar allerlei aspecten van de betekenis van een woord (synoniemen, tegenstellingen, betekenis, abstracter woord ). e Ze kunnen hun bevindingen noteren in de tabel van een tekstverwerkingsprogramma. Overzichtsblad Leerinhoud voor wo nrs. 14, 15, 17 en 18. Leerinhoud voor taal nr. 13. ateriaal e Computer met tekstverwerker Differentiatie Je kunt bij wijze van variatie andere woorden opgeven dan het oorspronkelijke startwoord. ogelijkheden zijn: vakantie, vervoer, enz. Je kunt ook moeilijkere (** of ***) woorden opgeven dan het startwoord dierentuin, zoals boeken, computer, of een onderwerp uit een andere les, zodat de leerlingen in hun tabel een soort van mindmap maken over iets wat ze geleerd hebben. Een goede herhaling dus! Hulpkaart Eventueel de algemene hulpkaarten voor computergebruik (wo 29 t.e.m. 31). Aanpak Zie Doe het zo! op keerzijde. Controle en verbetering De leerlingen drukken hun resultaat af, zodat jij het ook kunt nakijken. Tips Zie differentiatie hierboven. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 4de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

21 wereldoriëntatie THEA 1 E 5 THEA 2 ACTUA ICT De lln. staan stil bij het sorteren en gebruik van verpakkingen en ontwerpen een afvalarme verpakking. Verpakken: wat zit erin? Je afval sorteren Wat moet je doen? 1 3 Je helpt een dag bij de ophaaldienst van vuilnis in onze gemeente. Je controleert of de zakken de juiste inhoud bevatten. ateriaal 2 e Kaartjes met vuilniszakken en dozen e De hulpkaart Sorteren: zo moet het! e Pen en papier Doe het zo! 1 Neem de kaartjes met vuilniszakken en dozen. Bekijk alleen of samen elke vuilniszak of elke doos. Gebruik daarvoor de informatie op de hulpkaart Sorteren: zo moet het!. aak twee groepen: van welke zak of doos is de inhoud juist? Welke dozen of vuilniszakken hebben een foute inhoud en kunnen niet worden meegenomen door de vuilniswagen? 2 Neem een leeg blad. Noteer per zak/doos of de inhoud juist of fout is. Nummer alles goed! Schrijf bij een foute inhoud ook wat er niet thuishoort in de zak of doos. Corrigeer je werk Controleer jullie antwoorden nog een keer met de hulpkaart. Klaar? e Toon je blad met antwoorden aan je juf of meester. e Ruim de kaartjes op. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 4de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

22 wereldoriëntatie THEA 1 E 5 THEA 2 ACTUA ICT De lln. staan stil bij het sorteren en gebruik van verpakkingen en ontwerpen een afvalarme verpakking. Verpakken: wat zit erin? Je afval sorteren Doel(en) De leerlingen kunnen afval sorteren: huisvuil, pmd, glas, papier, kga. Overzichtsblad Leerinhoud voor wo nr. 8. ateriaal Differentiatie e ateriaalkaarten 7 en 8: kaartjes met vuilniszakken en dozen. Die moet je nog verknippen en eventueel lamineren. e Pen en papier Hulpkaart Wo 7 Sorteren: zo moet het! Aanpak (Nadat de opdracht door de leerlingen werd doorlopen.) Sta met de leerlingen stil bij het sorteren van afval in de klas. Wat moet waar? Hoe wordt op school gesorteerd? Controle en verbetering Tips Je kunt de lege verpakkingen ook echt in de klas halen om afval te laten sorteren. Zorg voor passende vuilniszakken van je gemeente, een doos voor papier Deze oefening kun je na de oefening op de keerzijde inlassen. De hulpkaart dient ook hier als hulp- en controlemiddel. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 4de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

23 wereldoriëntatie THEA 1 E 9 THEA 2 ACTUA ICT De lln. spelen De Ronde van België en leren zo monumenten, bouwwerken e.d. uit de tien provincies kennen. Verpakken: waar staat het? De Ronde van België Wat moet je doen? 1 3 Je fietst mee tijdens De Ronde van België. Je moet door elke Belgische provincie fietsen en bekende monumenten, gebouwen of bezienswaardigheden verzamelen. ateriaal 2 e Het spelbord De Ronde van België e 1 pion per speler e Kleurpotloden e Dobbelsteen e De hulpkaart Spelreglement e oto s van bezienswaardigheden e Het werkblad De ronde van België Doe het zo! 1 Leg het spelbord De Ronde van België in het midden. Neem elk een pion en een werkblad De Ronde van België. Leg de foto s naast het spelbord. 2 Lees samen het spelreglement. 3 De Ronde van België kan beginnen! Speel het spel. Corrigeer je werk Bespreek samen: e Welke gebouwen / monumenten / bezienswaardigheden kende je al? Welke heb je al bezocht? e Hoe verliep het spel? Wat was moeilijk? Wat liep goed? Klaar? e Ruim het materiaal netjes op. e Geef je werkblad De Ronde van België af aan je juf of meester. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 4de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

24 wereldoriëntatie THEA 1 E 9 THEA 2 ACTUA ICT De lln. spelen De Ronde van België en leren zo monumenten, bouwwerken e.d. uit de tien provincies kennen. Verpakken: waar staat het? De Ronde van België Doel(en) e De leerlingen kennen de tien provincies van België en weten van belangrijke monumenten in welke provincie je ze kunt vinden. Overzichtsblad Leerinhoud voor wo nr. 4. ateriaal Differentiatie e Kopieerkaart 10: Werkblad De Ronde van België. (Voorzie voor elke leerling een kopie.) e Kopieerkaart 11: Spelbord De Ronde van België. Kopieer het bord de eerste keer op A3- formaat en lamineer het. e 2 of 3 pionnen (één per speler) e Dobbelsteen e Kleurpotloden e ateriaalkaarten 11 t.e.m. 14: foto s van bezienswaardigheden (de eerste keer nog verknippen) Hulpkaart Wo 15 De Ronde van België, spelreglement Aanpak Zie Doe het zo! op keerzijde. oeilijke woorden: monument, bezienswaardigheid Controle en verbetering Tips Je brengt deze oefening best in het hoekenwerk wanneer er in de klas al werd gewerkt rond België en zijn provincies. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 4de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

25 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 E 2 ACTUA ICT De lln. zoeken de energievreters in de klas en bespreken hoe ze energie kunnen besparen. Gewoontes en rages: doe het licht eens uit! Wat moet je doen? 1 3 Je zoekt de energievreters in de klas en bekijkt hoe je in de klas energie kunt besparen. Doe het zo! 1 Ga samen in de klas op zoek naar energievreters. Energievreters zijn dingen die niet kunnen werken zonder energie te verbruiken. Ze hebben elektriciteit, gas of aardolie nodig. Noteer elke energievreter apart bij een wolf. Kijk naar het voorbeeld hiernaast. 2 Je kunt ook energie besparen door er verstandig mee om te gaan. Zoek samen uit hoe jullie minder energie kunnen verbruiken in de klas en de wolven gaan omtoveren tot schapen. Noteer elke tip/oplossing apart bij een schaap. Kijk weer naar het voorbeeld hiernaast. Corrigeer je werk Een voorbeeld: Ik zet de televisie enkel af met de afstandsbediening. Het rode stand-by-lampje blijft branden. 2 ateriaal e De kaart Wolven en schapen e Kijk samen na of jullie duidelijk de energievreters en de oplossingen genoteerd hebben. Klaar? e Geef jullie wolven en schapen af aan de juf. Ik schakel de televisie volledig uit met de drukknop. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 4de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

26 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 E 2 ACTUA ICT De lln. zoeken de energievreters in de klas en bespreken hoe ze energie kunnen besparen. Gewoontes en rages: doe het licht eens uit! Doel(en) e De leerlingen kunnen energievreters in de klas aanduiden en mogelijke oplossingen of tips ter verbetering verwoorden. Overzichtsblad Leerinhoud voor wo nr. 8. ateriaal e Kopieerkaart 12: Wolven en schapen (telkens kopiëren voor elke leerling) Differentiatie Nadat minstens twee groepjes de opdracht doorlopen hebben, kunnen de volgende groepjes worden uitgedaagd enkel energievreters en tips te vinden die nog niet aan bod kwamen. Ze krijgen dus eerst de wolven en schapen van de andere groepjes te lezen en werken dan verder aan de opdracht. Hulpkaart Aanpak Controle en verbetering De controle volgt pas nadat verschillende groepjes de opdracht hebben uitgevoerd. De wolven (energievreters) vormen het begin van een kringgesprek en worden eerst op de juiste plaatsen in de klas gehangen. Daarna worden de schapen (oplossingen, tips) besproken en over de wolven geplakt. Tips Deze opdracht kan goed worden ingeschakeld in de periode rond de Dikke truiendag, waar veel scholen aan meedoen. De resultaten uit het hoekenwerk kunnen die dag besproken worden en in de klas worden aangebracht. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 4de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

27 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA E 1 ICT De lln. lezen een artikel binnen één krantenrubriek, vullen een actuakaart in en stellen hun artikel voor. Stage op de redactie van een krant Doel(en) e De leerlingen kunnen een krantenartikel (binnen een eigen redactie) kiezen. Ze kunnen het zelfstandig lezen en verwerken (a.d.h.v. de actuakaart). e Ze kunnen een krantenartikel vlot voorstellen aan klasgenoten. Overzichtsblad Leerinhouden voor wo nrs. 8 en 18. ateriaal Differentiatie Hulpkaart e Een stapel kranten (liefst van de voorbije dagen en best wat meer dan er leerlingen aan deze opdracht werken) e Redacties : kopieerkaart 48 (de eerste keer best kopiëren en lamineren en dan verknippen) e De actuakaart met vragen: kopieerkaart 49 (de eerste keer 4 x kopiëren en lamineren) e Pen en papier e Eventueel extra bronnen: atlas, woordenboek enz. Aanpak Zie Doe het zo! op keerzijde. Controle en verbetering Nadat de leerlingen de vragen op de actuakaart beantwoord hebben, controleer je de antwoorden. Daarna kan de voorstelling in de groep beginnen. Tips Deze opdracht kennen de leerlingen uit het vierde leerjaar. We maken ze nu wat moeilijker door de rubriek Buitenland / Europa toe te voegen. Laat de artikels na het hoekenwerk eventueel ook voorstellen aan de rest van de klas (actuakring). Na de bespreking kunnen de leerlingen hun artikel rond de wereldkaart van de klas hangen. Ze verbinden het artikel met een touw naar de juiste plaats op de wereldkaart. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

28 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA E 2 ICT De lln. kiezen zelf artikels uit de krant en stellen daarover meerkeuzevragen op voor hun medespelers. Het nieuws in meerkeuzevragen 1 Wat moet je doen? Je stelt meerkeuzevragen op bij de inhoud van enkele krantenartikels. Daarna spelen jullie het spel. Wie heeft het beste geheugen en is de actualiteitenkampioen? 3 Doe het zo! 1 Neem elk één krant. Ga op zoek naar drie artikels die je aanspreken en knip ze uit. Werk alleen. 2 Lees je artikels goed door. Stel nu drie meerkeuzevragen op waarvan het antwoord in de artikels te vinden is. Je noteert bij elke vraag telkens drie mogelijke antwoorden: één antwoord is juist en de twee andere verzin je zelf. 3 Klaar? Geef je artikels nu door aan je linkerbuur. Je vragen en antwoorden houd je zelf bij. 4 Je krijgt 5 minuten om de artikels die nu voor je liggen te lezen. Start de kookwekker of zandloper! 5 Iedereen draait zijn artikels nu om. Je mag er niet meer naar kijken. Stel om de beurt je meerkeuzevragen aan je buur. Je krijgt één punt per juist antwoord. 6 Wie heeft het beste geheugen en is de actualiteitenkampioen? ateriaal 2 e Enkele kranten e Pen en papier e Een schaar e Een kookwekker of zandloper (5 minuten) Corrigeer je werk Na elke vraag geven jullie onmiddellijk het juiste antwoord. Klaar? e Ruim de kranten op. e Toon de artikels en je blad aan je juf of meester. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

29 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA E 6 ICT De lln. spelen een krantenquiz, waarbij ze zelf eerst de vragen maken. Krantenquiz 1 Wat moet je doen? Je werkt mee aan het spelprogramma Ken je krant!. Je stelt daarvoor de vragen op en test vragen van andere redactieleden uit. 3 Doe het zo! Wanneer je de oefening per twee maakt, dan werk je nu eerst alleen. Wanneer je met meer werkt, dan maak je groepjes van twee leerlingen. Elke groep neemt één krant. 1 Doorblader je krant en ga op zoek naar artikels die jullie aanspreken. Stel vijf vragen op, elke vraag bij een ander artikel. Zorg ervoor dat je artikels uit verschillende rubrieken kiest (bv.: sport, cultuur, streeknieuws, buitenland ). Het antwoord op je vraag moet natuurlijk in het artikel te vinden zijn. 2 Schrijf je vragen op. Noteer de antwoorden op een apart blad. 3 Wissel uit! Geef jouw vragen en je krant aan een ander groepje. 4 Los de vragen die je kreeg op door in de krant te zoeken. Jullie krijgen daarvoor 10 minuten. Stel de kookwekker in of draai de zandloper om. ateriaal 2 e Kranten e Pen en papier e Kookwekker of zandloper Corrigeer je werk e Overloop samen de vragen en de antwoorden. Toon, wanneer het antwoord fout was of niet werd gevonden, waar het antwoord in de krant stond. e Bespreek hoe jullie te werk gingen om de antwoorden snel te zoeken. Klaar? Ruim het materiaal netjes op. Vouw de kranten terug toe. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

30 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA E 6 ICT De lln. spelen een krantenquiz, waarbij ze zelf eerst de vragen maken. Krantenquiz Doel(en) e De leerlingen leren de indeling van een krant (rubrieken) kennen. e Ze kunnen goede vragen formuleren. e Ze kunnen op een handige manier informatie in een krant opzoeken. Overzichtsblad Leerinhouden voor wo nrs. 8 en 18 ateriaal Differentiatie Hulpkaart e Een stapel kranten (liefst van de voorbije dagen, een groter aanbod zorgt ervoor dat de kinderen keuze hebben) e Een zandloper of kookwekker e Pen en papier e Je kunt ervoor kiezen om het zoeken naar vragen (en antwoorden) te vergemakkelijken door af te bakenen uit welke rubriek(en) de vragen mogen komen (bv.: enkel vragen uit streeknieuws, vragen uit sport en cultuur ) (*). Aanpak Zie Doe het zo! op keerzijde. Controle en verbetering De leerlingen corrigeren zelf hun werk. Ze kunnen samen nog wel verder stilstaan bij hoe ze de informatie in de krant gezocht hebben (bv.: ik lees de artikels niet van het begin tot het einde, ik zoek onmiddellijk de passende rubriek in de krant ). Tips De vragen van de krantenquiz kunnen, samen met de bijbehorende krant, in de leeshoek van de klas komen. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

31 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA E 9 ICT De lln. creëren een passend decor voor een foto die bij een krantenartikel hoort. De fotograaf is zoek! 1 Wat moet je doen? De fotograaf van de Klavertjeskrant is spoorloos. Kunnen jullie zijn taak overnemen? aak zelf de foto bij het krantenartikel. 3 Doe het zo! 1 Neem een krant en zoek een artikel zonder foto. 2 Lees samen het artikel. 3 Wie de meeste letters in zijn / haar voornaam heeft, is de fotograaf en neemt het fototoestel. 4 De anderen maken een passend decor voor de foto. Jullie mogen daarvoor voorwerpen uit de klas gebruiken. Vind je niet genoeg voorwerpen? Teken dan wat je nodig hebt. 5 Trek de foto! Corrigeer je werk ateriaal 2 e Een krant e Een digitaal fototoestel e Allerlei attributen uit de klas Staat alles mooi en duidelijk op de foto? e Ja? Proficiat! e Nee? Kijk op het schermpje hoe het beter kan. Trek een nieuwe foto. Klaar? Toon de foto aan de juf of meester. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

32 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA E 9 ICT De lln. creëren een passend decor voor een foto die bij een krantenartikel hoort. De fotograaf is zoek! Doel(en) e De leerlingen creëren met allerhande attributen een decor dat bij een krantenartikel past en nemen er een foto van. e Ze lezen het artikel voldoende diepgaand zodat hun foto zo juist mogelijk de feiten weergeeft. Overzichtsblad Leerinhouden voor wo nrs. 8 en 18. ateriaal e Een krant e Een digitaal fototoestel e Allerlei attributen uit de klas e Eventueel een printer Differentiatie De oefening wordt iets gemakkelijker wanneer je zelf (geselecteerde) artikels ter beschikking stelt (*). Hulpkaart Aanpak Zie Doe het zo! op keerzijde. Controle en verbetering De leerlingen tonen jou na afloop van de opdracht hun foto. Tips Het zou leuk zijn mocht de foto afgeprint kunnen worden en nadien bij het artikel geplaatst worden. Beide kunnen dan opgehangen worden aan de actuamuur of verzameld worden in een actuaboek. ocht je in je klas een verkleedkoffer hebben, dan zou het leuk zijn dat de leerlingen hieruit ook materiaal kunnen gebruiken. Als de leerlingen het eenmaal gewoon zijn om met het fototoestel te werken, kunnen ze dit zeker blijven doen, bijvoorbeeld voor de schoolwebsite. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

33 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA ICT E 1 De lln. spreken een verhaal in op basis van een tekenfilm die ze op You Tube zoeken. Een tekenfiilm van geluid voorzien 1 Wat moet je doen? Je moet voor jongere kinderen bij een tekenfilm de stemmen in het Nederlands maken. 3 Doe het zo! 1 Ga op internet naar de site met films: 2 Zoek een korte tekenfilm door bovenaan in het lege vakje Walt Disney in te typen en nog een paar Engelse woorden van tekenfilmfiguren, zoals Susie of snow fight (misschien geeft je juf of meester je nog andere woorden). 3 Bekijk je tekenfilm rustig en schrijf in steekwoorden op wat er allemaal gebeurt. 4 Spreek af wat je gaat zeggen. Welke rollen (van de mensen of de dieren) gaan jullie spelen? Verdeel ze. 5 Zet het geluid van de tekenfilm af en speel de stemmen nu zelf. Probeer het een paar keer. Corrigeer je werk ateriaal 2 e Internetverbinding e Pen en papier om te noteren e Geef elkaar commentaar, of vraag aan je juf of meester om even te komen luisteren. Wat kan nog beter? e Oefen opnieuw jullie tekst tot je een goede voorstelling kunt geven. Klaar? Sluit de computer af zoals het hoort. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

34 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA ICT E 1 De lln. spreken een verhaal in op basis van een tekenfilm die ze op You Tube zoeken. Een tekenfilm van geluid voorzien Doel(en) e De leerlingen kunnen een rol van een personage in een tekenfilm van aangepaste tekst voorzien. e Ze kunnen commentaar geven bij beelden. Overzichtsblad Leerinhouden voor wo nrs. 23 en 24. ateriaal e Een computer met internetverbinding e Pen en papier om te noteren Differentiatie Er zijn uiteraard moeilijkere en gemakkelijkere films (en beelden) om te becommentariëren. Je helpt de leerlingen best even om een goede keuze te maken. Desnoods geef je zoekwoorden die de leerlingen bij gemakkelijkere films brengen (*). Nog gemakkelijker dan het nabootsen van de stemmen is gewoon als een verslaggever commentaar geven van wat er in de film gebeurt. Dat kan dus ook (*). Hulpkaart Aanpak Zie Doe het zo! op keerzijde. oeilijke woorden: steekwoorden (= belangrijkste woorden, hoofdzaken). Controle en verbetering Tips Je kunt even gaan kijken wat de leerlingen ervan maken en commentaar ter verbetering geven. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

35 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA ICT E 6 De lln. stellen een schema op van een onderwerp of les waarover ze net leerden. Schema s maken met de computer 1 Wat moet je doen? Om een les goed te kunnen leren, maak je er best ook een schema of overzicht van. Dat ga je nu doen met de computer. 3 Doe het zo! 1 Je gaat alleen of met z n tweeën aan een computer zitten. 2 Start de computer en start de tekstverwerker (bv. Word). 3 Denk nu samen na over de les en typ ondertussen je schema. Doe het zo: e Noteer eerst de grote lijnen: o Waarover ging de les? aak hiervan een titel voor je schema. o Hoe begon de les? o Wat gebeurde er daarna allemaal? Noteer stap voor stap. o Hoe eindigde de les? o Zet nu de belangrijkste woorden in vet. e Nu mag je bij de onderdelen van je schema nog wat uitleg opschrijven (wat heb je onthouden of geleerd?). Gebruik daarvoor kleinere letters. ateriaal 2 e Computer met tekstverwerker en een printer e Een les van wiskunde, taal of wo die je moet samenvatten. Spreek af met je juf of meester. Corrigeer je werk Druk je schema af en toon het aan je juf of meester. oet je nog iets verbeteren? Klaar? Sluit de computer af zoals het hoort. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

36 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA ICT E 6 De lln. stellen een schema op van een onderwerp of les waarover ze net leerden. Schema s maken met de computer Doel(en) e De leerlingen kunnen een les of activiteit samenvatten. e Ze kunnen de computer daarbij gebruiken als hulpmiddel. e Ze kunnen simpele, grafische tekstverwerkingsmogelijkheden gebruiken om een schema duidelijker en overzichtelijker te maken. Overzichtsblad Leerinhouden voor wo nrs. 22, 23, 24, 25 en 26. Leerinhouden voor taal nrs. 6, 8 en 9. ateriaal e Computer en printer e Een les van wiskunde, taal of wo die de leerlingen moeten samenvatten. De leerlingen spreken dat met jou af. Dit laatste is natuurlijk geen materiaal dat leerlingen kunnen vasthouden. Het gaat om terugduiken in de herinnering. Differentiatie De leerlingen kiezen een les waar ze al/nog wat zicht op hebben. Hulpkaart Er is geen specifieke hulpkaart voor deze oefening. De stappen die de leerlingen best zetten staan mee op de keerzijde. De algemene hulpkaarten voor computergebruik kunnen uiteraard wel geraadpleegd worden (hulpkaarten 11 t.e.m. 13). Aanpak De leerlingen werken meteen aan de computer. Controle en verbetering Je kijkt het getypte schema na. Tips Vanaf dit ogenblik is het mogelijk dat leerlingen samenvattingen van lessen of activiteiten op de computer maken. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

37 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 E 3 ACTUA ICT De lln. leren kenmerken van dieren over de hele wereld kennen. Ver en diep: Dieren van over de hele wereld Wat moet je doen? Je speelt een dierenlotto. Aan de hand van enkele kenmerken van een dier moet jij raden over welk dier het gaat. ateriaal e Lottokaarten (voor iedere speler 1 lottokaart) e Stapeltje kaarten met kenmerken van dieren Doe het zo! 1 Iedere speler neemt een lottokaart. Kijk eerst eens goed wat erop staat. 2 De speler met de donkerste ogen begint. Die neemt de bovenste kaart van het stapeltje en leest klaar en duidelijk voor wat erop staat. 3 Wie denkt dat de uitleg bij een dier past dat op zijn/haar lottokaart staat, mag het kaartje op de juiste plaats op de lottokaart leggen. 4 Als niemand het dier heeft, leg je het kaartje terug onderaan in het stapeltje. 5 Wie het snelst de lottokaart vol heeft, is de winnaar. De anderen spelen verder. Ga bij elkaar kijken of de kaartjes wel op de juiste plaats liggen. Corrigeer je werk Als er kaartjes overblijven, is er iemand fout! Lees de overblijvende kaartjes nog eens voor. Ga daarna de verbetersleutel halen bij je juf of meester. Klaar? Als je nog tijd over hebt, kun je nog een extra spelletje spelen. Leg de lottokaarten weg. Je speelt nu enkel met het stapeltje kaarten met de kenmerken van dieren. Iemand leest voor wat er op het kaartje staat. De andere twee spelers raden zo snel mogelijk over welk dier het gaat. Wie het eerst met de hand op de tafel slaat, mag eerst raden. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

38 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 E 3 ACTUA ICT De lln. leren kenmerken van dieren over de hele wereld kennen. Ver en diep: Dieren van over de hele wereld Doel(en) e De leerlingen leren specifieke kenmerken kennen van dieren over de hele wereld. Overzichtsblad Leerinhouden voor wo nr. 12. ateriaal Differentiatie Hulpkaart e 3 lottokaarten: kopieerkaarten 20 t.e.m. 22 (de eerste keer kopiëren en best lamineren) e Kaartjes met de kenmerken van dieren: kopieerkaarten 23 en 24 (de eerste keer kopiëren, best lamineren en verknippen) e Verbetersleutel: kopieerkaarten 25 en 26 (de eerste keer kopiëren en best lamineren) Aanpak Zie Doe het zo! op keerzijde. Controle en verbetering Tips De leerlingen kunnen de verbetersleutel bij jou komen halen om te controleren of de kaartjes op de juiste plaats liggen. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

39 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA E 1 ICT De lln. werken met een artikel binnen één krantenrubriek, vullen een actuakaart in en stellen hun artikel voor. Actualiteit: Stage op de redactie van een krant! 1 Wat moet je doen? Jij bent aangenomen als journalist voor een krant. Vandaag moet je stage lopen op één van de redacties van de krant. 3 Doe het zo! 1 Leg de kaartjes van de verschillende redacties op de tafel. Kies elk één redactie uit. Op deze redactie loop jij vandaag stage. 2 Zoek in de kranten één artikel dat je aanspreekt en dat bij je redactie hoort. 3 Lees je artikel grondig door en los de vragen van de actuakaart op. Je schrijft je antwoorden op een apart blad. Schrijf er ook telkens de vetgedrukte woorden van de vraag bij (die helpen je later bij de voorstelling). Je mag een atlas, een woordenboek of andere infobronnen gebruiken. 4 Stel jullie artikel aan elkaar voor met behulp van je blad met antwoorden. Vertel de inhoud van je artikel, zonder het artikel voor te lezen. Corrigeer je werk ateriaal 2 e Redactiekaartjes e Kranten e Voor elke leerling een actuavragenkaart e Pen en papier e Eventueel extra bronnen: atlas, woordenboek e VOOR de voorstelling: toon je antwoorden aan je juf of meester. e NA de voorstelling: beoordeel elkaars voorstelling. (Wat ging goed? Wat ging minder goed/fout?) Klaar? e Ruim al het materiaal netjes op. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 6de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

40 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA E 1 ICT De lln. werken met een artikel binnen één krantenrubriek, vullen een actuakaart in en stellen hun artikel voor. Actualiteit: Stage op de redactie van een krant! Doel(en) e De leerlingen kunnen een krantenartikel (binnen hun redactie) kiezen, zelfstandig lezen en verwerken a.d.h.v. een actuakaart. e De leerlingen kunnen hun krantenartikel vlot voorstellen aan klasgenoten. Overzichtsblad Leerinhouden wo nrs. 8, 17 en 18. ateriaal e Een stapel kranten (liefst van de voorbije dagen en best wat meer dan er leerlingen aan deze opdracht werken) e Redactiekaartjes: materiaalkaart 18 (de eerste keer nog verknippen) e De actua-vragenkaart: kopieerkaart 40 (de eerste keer 4x kopiëren en lamineren) e Pen en papier e Eventueel extra bronnen: atlas, woordenboek Differentiatie Je kunt gerust enkele redactiekaartjes weglaten of één rubriek centraal stellen voor elke leerling (bv.: iedereen zoekt een artikel binnen de redactie buitenland wereld ) (*). Er wordt gewerkt vanuit interesse en verrassing. Hulpkaart Aanpak Zie Doe het zo! op keerzijde. Controle en verbetering Na het aanvullen van de actuakaart controleer je de antwoorden. Daarna kan de voorstelling in de groep beginnen. Tips Deze opdracht kennen de leerlingen al uit het vierde en vijfde leerjaar. We maken ze nu wat moeilijker door een nieuwe rubriek toe te voegen: buitenland wereld. De leerlingen kunnen hun artikels voorstellen aan de klas en rond de wereldkaart hangen. Ze verbinden het artikel met een touw naar de juiste plaats op de wereldkaart. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 6de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

41 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA E 4 ICT De lln. zetten een geschreven artikel om naar een nieuwsflash. Ze stellen hun artikel als nieuwslezer voor. Actualiteit: Nieuwsfllash! 1 Wat moet je doen? Je bent vandaag nieuwslezer en stelt tijdens de nieuwsflash één nieuwsbericht voor! 3 Doe het zo! 1 Lees samen de hulpkaart Nieuwslezer? Zo word ik een echte!. 2 Neem elk een krant en kies één artikel. Het mag uit de rubrieken Binnenland, Streeknieuws of Buitenland komen. Lees het artikel goed door. Knip het uit. 3 Bereid je nieuwsflash voor: wat zul je vertellen? Hoe? Noteer alles op een apart blad. Oefen het nieuwsbericht in. Houd daarbij rekening met de tips van de hulpkaart. isschien wordt de nieuwsflash wel opgenomen, om nadien nog eens te beluisteren. 4 Stel om de beurt je nieuwsflash voor. Wie luistert, noteert wat de nieuwslezer heel goed of iets minder goed doet. Gebruik daarvoor de hulpkaart. Corrigeer je werk ateriaal 2 e Kranten e De hulpkaart Nieuwslezer? Zo word ik een echte! e Pen en papier e Een schaar e Het nieuws zit erop! Evalueer elkaar: geef om de beurt bij elke nieuwslezer één compliment (wat je heel goed vond) en één tip (wat je minder goed vond). Klaar? e Ruim alles netjes op. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 6de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

42 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA E 4 ICT De lln. zetten een geschreven artikel om naar een nieuwsflash. Ze stellen hun artikel als nieuwslezer voor. Actualiteit: Nieuwsflash! Doel(en) e De leerlingen kunnen een geschreven nieuwsfeit aanpassen en er een gesproken bericht van maken. e Ze kunnen het artikel voorstellen als een echte nieuwslezer. Overzichtsblad Leerinhouden wo nrs. 8, 17 en 18. ateriaal e Een stapel kranten (liefst van de voorbije dagen en enkele meer dan er leerlingen aan de opdracht werken) e Pen en papier e Een schaar Differentiatie Je kunt ervoor kiezen om op voorhand zelf artikels te selecteren binnen een thema of onderwerp waarrond in de klas wordt gewerkt (*). Hulpkaart Wo 8 Nieuwslezer? Zo word ik een echte! Aanpak Zie Doe het zo! op keerzijde. ogelijk moeilijke woorden: nieuwsflash Controle en verbetering De leerlingen evalueren elkaar a.d.h.v. de tips voor nieuwslezers op de hulpkaart. Tips Je kunt de nieuwsflash opnemen op geluidscassette of met de videocamera. Zo kunnen de leerlingen zichzelf bekijken en evalueren a.d.h.v. de tips voor nieuwslezers op de hulpkaart. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 6de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

43 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA ICT E 5 De lln. gaan op een gedichtenwebsite op zoek naar een leuk gedicht voor een speciale gelegenheid. Een gedicht voor oederdag uitkiezen 1 Wat moet je doen? Je zoekt op een website met gedichten een leuk gedicht uit dat je je mama cadeau kan doen op oederdag. 3 Doe het zo! 1 Ga samen aan de computer zitten. Eén leerling mag het toestel bedienen. Spreek af wie. 2 Ga op het internet en typ dit adres in: 3 Klik dan links (in het menu) bij gedicht categorieën op moederdaggedichten. 4 Rechts zie je nu allemaal gedichten die speciaal geschreven zijn als geschenkjes voor moeder op oederdag. Klik er een paar aan (zeker vier) en zoek het mooiste gedicht. Als je met z n tweeën aan deze oefening werkt, mag je ieder je mooiste gedicht kiezen. Als het lukt, mag je dat gedicht afdrukken. 5 Schrijf ook (ieder) op waarom je dat gedicht het mooiste vindt. Gebruik de waardeschaal die je hiernaast vindt. Je mag er nog nieuwe woorden bij verzinnen om iets over het gedicht te zeggen. ateriaal e Een computer met internetaansluiting e isschien ook een printer e Pen en papier Corrigeer je werk 2 Blij e Toon je gedicht en je beoordeling aan je juf of meester. Klaar? e Ruim dan alle spullen netjes op. Koud Vaag Speels Gewoon Vervelend Stil Veelkleurig Zoet << < 0 > >> Droevig Warm Gedetailleerd Ernstig Vreemd Boeiend Luid Zwart-grijs-wit Zuur Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 6de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

44 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 ACTUA ICT E 5 De lln. gaan op een gedichtenwebsite op zoek naar een leuk gedicht voor een speciale gelegenheid. Een gedicht voor oederdag uitkiezen Doel(en) e De leerlingen zoeken op een website materiaal dat voor een specifiek doel kan dienen. Vandaag gaat het om het vinden en selecteren van moederdaggedichten. Overzichtsblad Leerinhouden wo nr. 26. ateriaal e Computer met internetaansluiting e Indien mogelijk een printer om de gedichten af te drukken e Pen en papier Differentiatie De leerlingen maken zelf een keuze bij een breed aanbod van teksten. Hulpkaart De waardeschaal is hier het hulpmiddel om iets over het gedicht te zeggen. Aanpak De leerlingen lezen een aantal gedichten en zeggen dan op grond van echte argumenten welk gedicht zij het knapst vinden. Controle en verbetering De leerlingen tonen je hun keuze en hun argumenten om die keuze te verantwoorden. Tips ocht omwille van een of andere reden de site die we in deze oefening gebruiken, niet meer toegankelijk zijn, dan kun je de leerlingen best één of meer alternatieven opgeven. Die vind je probleemloos door in een zoekmachine (zoals Google) de termen oederdag en gedichten op te geven. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 6de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

45 wereldoriëntatie THEA 1 E 1 THEA 2 ACTUA ICT De lln. formuleren juiste / foute antwoorden bij vragen en achterhalen als luisteraar welk antwoord juist is. Anders is niet gek: De 3 wijzen! Wat moet je doen? Je speelt het spel De 3 wijzen. Wie liegt en wie vertelt de waarheid? ateriaal e Drie teksten over dieren e Pen en papier Doe het zo! 1 Leg de teksten met de tekst naar onderen op tafel. Iedere speler trekt één kaart. 2 Lees aandachtig de tekst. Heb je het antwoord op de vraag gevonden? Dan verzin je er ook een antwoord bij waarin je een fout steekt. Hoe je dat doet, vind je rechts hiernaast. 3 Schrijf het goede en foute antwoord kort op zodat je straks goed kunt vertellen! 4 Als iedereen klaar is, start de vertelronde. De speler met de kleurrijkste sok mag beginnen. Lees je vraag voor en vertel je twee mogelijke antwoorden. Eén antwoord is fout, het andere juist. De andere spelers moeten raden welk het juiste antwoord is. Daarna is de volgende aan de beurt. Wie twee keer het goede antwoord kan raden, is de winnaar! Corrigeer je werk e Bespreek wie van je groepje overtuigend heeft kunnen vertellen. Wie heeft iemand op het verkeerde spoor kunnen brengen? e Vonden jullie dit een moeilijke opdracht? Klaar? e Ruim dan alle spullen netjes op. Een voorbeeld: Hoe bedenk je een antwoord met een fout in? Kies uit deze mogelijkheden: - Zet een ander dier of voorwerp in de plaats van de dieren of voorwerpen in de tekst. - Verander één of meer getallen. - Verander een werkwoord door eentje dat niet kan, bv. zwemmen in plaats van kruipen. - Verander plaatsen of momenten waarop iets gebeurt door plaatsen en momenten die niet kunnen. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 6de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

46 wereldoriëntatie THEA 1 E 1 THEA 2 ACTUA ICT De lln. formuleren juiste / foute antwoorden bij vragen en achterhalen als luisteraar welk antwoord juist is. Anders is niet gek: De 3 wijzen! Doel(en) e De leerlingen kunnen een juist antwoord formuleren op allerlei dierenclichés. e Ze kunnen de belangrijkste informatie uit een tekst halen. Overzichtsblad Leerinhouden wo nrs. 14 en 15. ateriaal e Drie teksten over dieren: kopieerkaarten 1 t.e.m. 3 (de eerste keer kopiëren en eventueel lamineren) e Pen en papier Differentiatie De leerlingen kiezen een tekst naar hun eigen interesse. Hulpkaart Aanpak Zie Doe het zo! op keerzijde. Controle en verbetering Tips De leerlingen verbeteren elkaar tijdens het spel. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 6de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

47 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 E 2 ACTUA ICT De lln. voeren een proefje uit om na te gaan hoe een duikboot kan blijven drijven of gaat zinken. Water en vuur: Een duik onder water Wat moet je doen? Sommige dingen drijven op het water en andere dingen zinken. et een boot kun je op het water varen, omdat hij gemakkelijk blijft drijven. aar hoe zit dat dan met een duikboot? Blijft hij drijven of zal hij toch zinken? ateriaal e Een plastic flesje e Een rietje e Een blokje klei e Een emmer water e Pen en papier Doe het zo! 1 Knip van aan het buigstukje aan het rietje ongeveer 2 cm van de lange kant af. (Je zorgt ervoor dat je een V geknipt hebt). Zie ook hiernaast. 2 Zorg ervoor dat het rietje goed gebogen is. 3 Doe een beetje klei aan de lange kant van het rietje, over het gaatje. 4 Zet het rietje rechtop in de emmer water en kijk of het blijft drijven. Blijft het niet drijven? Doe nog wat klei aan het rietje. 5 Vul het flesje met water en steek het rietje er rechtop in (de klei komt als eerste in het water terecht). 6 Draai de dop op het flesje. Vraag 1: wat denk je dat er gebeurt als je in het flesje zou knijpen? Noteer je antwoord op een apart blad. Let erop dat je alles goed nummert! 7 Knijp even in het flesje. Vraag 2: wat gebeurt er met het rietje? Noteer je antwoord weer. Vraag 3: hoe denk je dat dat komt? Noteer je antwoord weer. Corrigeer je werk e Toon je blad aan je juf of meester en vertel met je eigen woorden wat je gedaan hebt en wat het resultaat is van deze proef. e Is je verklaring voor wat gebeurde juist? Dan heb je prima gewerkt! Klaar? e Ruim het materiaal op. Stap 1 Stap 3 Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 6de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

48 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 E 2 ACTUA ICT De lln. voeren een proefje uit om na te gaan hoe een duikboot kan blijven drijven of gaat zinken. Water en vuur: Een duik onder water Doel(en) e De leerlingen kunnen het natuurlijk verschijnsel van drijven en zinken nagaan door een eenvoudig proefje uit te voeren. e Ze kunnen hun verwachtingen en waarnemingen kort noteren en er een conclusie uit trekken. Overzichtsblad Leerinhouden wo nr. 24. ateriaal Differentiatie Hulpkaart e Een blokje klei, een plastic flesje en een emmer water e Een rietje dat aan één kant kan verbogen worden (met een accordeonstukje) e Pen en papier Aanpak Zie Doe het zo! op keerzijde. Controle en verbetering Na afloop van het proefje komt de leerling bij jou verslag uitbrengen: wat hij/zij gedaan heeft, wat hij/ zij als antwoord gaf op de vragen en wat de verklaring is voor het zinken van het rietje. Indien deze verklaring niet klopt, geef je zelf meer uitleg. Het rietje drukt water naar beneden, maar het water drukt even hard het rietje terug naar boven. Als je in de fles knijpt, druk je alles samen en dus ook de lucht in het rietje. Doordat deze lucht nu minder plek inneemt, drijft het rietje ook minder hard en zinkt het. Een duikboot werkt ook volgens dit principe. Tips Je kunt de proef ook uitvoeren met een pipetpunt of de dop van een pen in plaats van een rietje. Rond het thema water zijn heel wat proefjes mogelijk. Je zou in de klas een proefjesweek kunnen opstarten en de kinderen alleen of per twee een experimentje laten voorbereiden. Nadien kunnen ze dit dan demonstreren en verklaren voor de klas. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 6de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

49 wereldoriëntatie THEA 1 THEA 2 E 4 ACTUA ICT De lln. ontdekken meer over brandwonden (soorten en hulpverlening) en maken er een folder over. Water en vuur: Brand in het verband Wat moet je doen? Heb je je wel eens verbrand? Weet je nog hoe je toen verzorgd werd? Brandwonden kunnen heel wat moeilijkheden opleveren. Je leert welke brandwonden er zijn en hoe je ze moet verzorgen. Je maakt ook een folder om anderen te informeren over brandwonden en de verzorging ervan. ateriaal e De hulpkaart Eerste hulp bij brandwonden e Pen en papier e Kleurpotloden e Een computer Doe het zo! 1 Wanneer deze webplek nog bestaat, mag je er een kijkje nemen: Scroll naar het onderdeel animatie: brandwonden en bekijk het filmpje. 2 Lees de hulpkaart Eerste hulp bij brandwonden. 3 Neem pen en papier. 4 Ontwerp ieder apart een folder waarbij je mensen informeert over brandwonden en wat je moet doen bij een brandwonde. e Zorg voor een aantrekkelijke folder: duidelijke taal, kleine tekening, kleur, schikking, enz. e Denk eraan: jouw folder moet mensen helpen! Corrigeer je werk e Wanneer je alleen werkte, toon je je folder aan de juf of meester. e Wanneer je met 2 of 3 werkte, geef je de folders door aan elkaar en bespreken jullie elkaars folders. Klaar? e Ruim het materiaal op. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 6de leerjaar wereldoriëntatie VAN IN 2009

LEERJAAR 3 WERELDORIËNTATIE

LEERJAAR 3 WERELDORIËNTATIE VOORBEELDATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 3 WERELDORIËNTATIE P. 02-03 Thema 1 KLEUR SCHATTENEILAND De leerlingen ontwerpen een plattegrond van een eiland en maken daarbij een legende. P. 04-05 Thema 1 KLEUR

Nadere informatie

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 5 WERELDORIËNTATIE

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 5 WERELDORIËNTATIE VOORBEELDATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 5 WERELDORIËNTATIE P. 02-03 Thema 1 DIEREN OVER DE HELE WERELD De leerlingen leren kenmerken van dieren over de hele wereld kennen. P. 04-05 Actua 1 STAGE BIJ EEN REDACTIE

Nadere informatie

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 4 WERELDORIËNTATIE

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 4 WERELDORIËNTATIE VOORBEELDATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 4 WERELDORIËNTATIE P. 02-03 Thema 1 JE AVAL SORTEREN De leerlingen staan stil bij het sorteren en gebruik van verpakkingen en ontwerpen een afvalarme verpakking. P.

Nadere informatie

LEERJAAR 2 WERELDORIËNTATIE

LEERJAAR 2 WERELDORIËNTATIE VOORBEELDATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 2 WERELDORIËNTATIE De leerlingen vertellen elkaar over hun familie. In de klas wordt P. 02-03 Klein en Groot JOUW AILIE AAN DE UUR een familiemuur gemaakt. De leerlingen

Nadere informatie

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 6 WERELDORIËNTATIE

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 6 WERELDORIËNTATIE VOORBEELDATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 6 WERELDORIËNTATIE P. 02-03 Thema 1 DE DRIE WIJZEN De leerlingen formuleren juiste en foute antwoorden bij vragen en kunnen als luisteraar achterhalen welk antwoord

Nadere informatie

LEERJAAR 3 WISKUNDE VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX. P Metend Rekenen RONDJES LOPEN De leerlingen berekenen de omtrek en duiden hem aan.

LEERJAAR 3 WISKUNDE VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX. P Metend Rekenen RONDJES LOPEN De leerlingen berekenen de omtrek en duiden hem aan. VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 3 WISKUNDE P. 02-03 Metend Rekenen RONDJES LOPEN De leerlingen berekenen de omtrek en duiden hem aan. P. 0-05 Getallenkennis BINGO De leerlingen lezen kommagetallen.

Nadere informatie

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 4 WISKUNDE

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 4 WISKUNDE VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR WISKUNDE P. 02-03 Metend Rekenen KLOKKWARTET De leerlingen leren de klok lezen, zowel analoog als digitaal. P. 0-05 Getallenkennis GEHEUGENTRAINING De leerlingen zetten

Nadere informatie

De leerlingen kleuren prenten in aan de hand van informatie waarover de andere leerling beschikt.

De leerlingen kleuren prenten in aan de hand van informatie waarover de andere leerling beschikt. VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 3 TAAL P. 02-03 Luisteroefeningen KLEURENDICTEE De leerlingen kleuren prenten in aan de hand van informatie waarover de andere leerling beschikt. P. 04-05 Leesoefeningen

Nadere informatie

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 6 WISKUNDE

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 6 WISKUNDE VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 6 WISKUNDE P. 02-03 Metend Rekenen PROESSOR SUPERICIE De leerlingen berekenen de oppervlakte van een balk, kubus, cilinder. P. 0-05 Bewerkingen CIJERSLAG De leerlingen

Nadere informatie

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 6 TAAL

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 6 TAAL VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 6 TAAL P. 02-03 Luisteroefeningen SUPERUITVINDINGEN De leerlingen tekenen een mondeling beschreven voorwerp, in dit geval een wat complexere machine. P. 04-05 Leesoefeningen

Nadere informatie

oefenbundel voor het tweede leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd

oefenbundel voor het tweede leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd oefenbundel voor het tweede leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd leerinhoud aard bron de helft en het dubbel hoofdrekenen: aftrekken TE-E de tafels van 2, 3,, 5, 10 de tafels van 2, 3,, 5, 10 dagen, maanden,

Nadere informatie

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 4 TAAL

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 4 TAAL VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 4 TAAL P. 02-03 Luisteroefeningen ZOEK DE VERSCHILLEN De leerlingen zoeken op twee prenten de verschillen, zonder elkaars prent te zien P. 04-05 Leesoefeningen JIJ

Nadere informatie

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 5 TAAL

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 5 TAAL VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 5 TAAL P. 02-03 Luisteroefeningen OPSPORING VERZOCHT De leerlingen maken en interpreteren persoonsbeschrijvingen. P. 04-05 Leesoefeningen EEN KAT MAKEN De leerlingen

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Antoniusschool Groep 5/6 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding: 1. Je kiest

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

PLEINGEIN SPELENDERWIJS IN GESPREK OVER HET SCHOOLPLEIN

PLEINGEIN SPELENDERWIJS IN GESPREK OVER HET SCHOOLPLEIN PAGINA 2 PLEINGEIN SPELENDERWIJS IN GESPREK OVER HET SCHOOLPLEIN HANDLEIDING VOOR DE SPELLEIDER PAGINA 2 PLEINGEIN Het SAT is het team van kinderen waarmee jullie gaan samenwerken om een Gezond Schoolplein

Nadere informatie

Je eigen nieuwjaarsbrief

Je eigen nieuwjaarsbrief Je eigen nieuwjaarsbrief Doelgroep Eerste, tweede, derde graad Aard van de activiteit De leerlingen schrijven zelf een nieuwjaarsbrief voor hun ouders. Vooraf Verzamel allerhande nieuwjaarsbrieven: tekstjes

Nadere informatie

oefenbundel voor het derde leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd

oefenbundel voor het derde leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd oefenbundel voor het derde leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd leerhoud aard bron een stambreuk nemen oefenen Rekensprong Plus Map van Wibbel, oefenen, automatiseren en toepassgen cijferen: aftrekken

Nadere informatie

Over taaie taboes en lastige liefdes

Over taaie taboes en lastige liefdes Seksuele diversiteit graad 3 Lesvoorbereiding Over taaie taboes en lastige liefdes Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Print het artikel Huwelijken

Nadere informatie

BLOK 1 thema 1 Kennismaking

BLOK 1 thema 1 Kennismaking BLOK 1 Leerinhoud Les 1 aanbrg van de woordschat Les 2 inoef van de woordschat in zinn Les 3 inoef veranker van de woordschat in zinn Woord zinn LES 1 LES 2 LES 3 Niveau 1 Niveau 2 hallo, dag Ik b Jij

Nadere informatie

WIJ BESLISSEN MEE: KINDEREN EN INSPRAAK

WIJ BESLISSEN MEE: KINDEREN EN INSPRAAK WIJ BESLISSEN MEE: KINDEREN EN INSPRAAK VOORBESPREKING Een kinderreglement Kinderen laten nadenken over de rechten van het kind. Verzamel samen met de kinderen materiaal uit de media waarin kinderen betrokken

Nadere informatie

Inhoud Voor de leerling Voor de leraar Algemeen

Inhoud Voor de leerling Voor de leraar Algemeen Vogel ABC Inhoud Voor de leerling... 2 Inleiding... 2 Aanpak... 2 Opdracht... 3 Evaluatie-formulier (groep 3-4)... 4 Voor de leraar... 5 Instructie en feedback... 5 Verbinding met hele groep... 5 Beoordeling...

Nadere informatie

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 5 WISKUNDE

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 5 WISKUNDE VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 5 WISKUNDE P. 0-03 Metend Rekenen WINKELTIJD De leerlingen berekenen inkoopprijs, verkoopprijs, winst of verlies.. P. 0-05 Getallenkennis KRIEBELCIJERS De leerlingen

Nadere informatie

Oefenen met breuken. Circuitles voor groep 6

Oefenen met breuken. Circuitles voor groep 6 Oefenen met breuken. Circuitles voor groep 6 Circuit met verschillende hoeken. Hierbij meerder intellegenties aanspreken. De kinderen wel in vele hoeken laten komen, zodat ze op verschillende manieren

Nadere informatie

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens. Tuin van Heden 1 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal Dag van de Rechten van het Kind Kinderrechten Doelstellingen De kinderen leiden uit concrete ervaringen af wat een kinderrecht is. De kinderen zien in hoe belangrijk het is dat kinderrechten gerespecteerd

Nadere informatie

Bijlage W2 groep 7 1

Bijlage W2 groep 7 1 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding: Waarom ik een werkstuk maak 2 Zo begin ik met mijn werkstuk 3 De onderdelen van het werkstuk 4 Waaraan moet mijn werkstuk voldoen? 4 Beoordelingsschema voor je werkstuk 5 Hoe

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna

Nadere informatie

SPELFICHE: WAT WORD IK?

SPELFICHE: WAT WORD IK? SPELFICHE: WAT WORD IK? Per 2 OF per 4 Wat moet ik doen? 1 Je probeert te achterhalen wat de ander later wil worden. 2 Je kijkt welke talenten horen bij de job dat je zelf hebt gekozen. 3 Je bespreekt

Nadere informatie

TAFELTASJE. Tafeltasje is een rugzak met daarin allemaal leuke spelletjes om de maal- en deeltafels in te oefenen. juf Tessa

TAFELTASJE. Tafeltasje is een rugzak met daarin allemaal leuke spelletjes om de maal- en deeltafels in te oefenen. juf Tessa TAFELTASJE Tafeltasje is een rugzak met daarin allemaal leuke spelletjes om de maal- en deeltafels in te oefenen. juf Tessa 0 INHOUD MAALTAFELBOEKJE... 2 SNELLE JELLE... 12 VIER OP EEN RIJ... 14 KRUISWOORDPUZZEL...

Nadere informatie

Stappenplan: een spreekbeurt maken

Stappenplan: een spreekbeurt maken Stappenplan: een spreekbeurt maken 1. Dit weet ik al! Dit wil ik nog te weten komen! Maak op een kladblad een woordspin over het onderwerp. Ik noteer sleutelwoorden Schrijf onder je woordspin vragen die

Nadere informatie

Tuin van Heden 1 Werken met kunst in de kerstperiode

Tuin van Heden 1 Werken met kunst in de kerstperiode Tuin van Heden 1 Werken met kunst in de kerstperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Uitleg Werkwijzers Bovenbouw Dit zijn de beschrijvingen van alle presentaties die je moet doen en het werkstuk dat je maakt.

Uitleg Werkwijzers Bovenbouw Dit zijn de beschrijvingen van alle presentaties die je moet doen en het werkstuk dat je maakt. Uitleg Werkwijzers Bovenbouw Dit zijn de beschrijvingen van alle presentaties die je moet doen en het werkstuk dat je maakt. Om het overzichtelijk te maken, hebben we onder elk onderdeel een afvinklijstje

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Antoniusschool Groep 7/8 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding:

Nadere informatie

Winkelen in het bos?

Winkelen in het bos? Winkelen in het bos? Natuur, tweede graad Doelstellingen Kinderen ervaren dat het bos uit verschillende delen en bewoners bestaat. Kinderen ontdekken verbanden tussen alle delen en bewoners van het bos.

Nadere informatie

HUISWERKGIDS SCHOOLJAAR 2011-2012

HUISWERKGIDS SCHOOLJAAR 2011-2012 HUISWERKGIDS SCHOOLJAAR 2011-2012 1 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk bladzijde 1. Inleiding De huiswerkgids 3 2. Hoe maak en leer je huiswerk? 4 3. Het leren van woorden (spelling/engels) 5 4. Het leren van topografie

Nadere informatie

De ontwikkelde materialen per unit.

De ontwikkelde materialen per unit. Handleiding. Dit is de handleiding voor het remediërende programma voor de leeszwakke leerling bij het vak Engels. De hulpmiddelen zijn ontwikkeld voor leerlingen die bij de toetsen technisch lezen uitvallen

Nadere informatie

Schoolbrede start (15 min) Zie hoofdstuk Schoolbrede start.

Schoolbrede start (15 min) Zie hoofdstuk Schoolbrede start. EERLIJK DELEN EN OPRUIMEN In dit hoofdstuk zijn de activiteiten voor beschreven. Voor begint de Grote Rekendag met een gesprek over de meubels en materialen die in iedere kleutergroep te vinden zijn. Iedere

Nadere informatie

Inhoudsopgave 1. Waarom maak je een werkstuk? 2. Zo begin ik met mijn werkstuk 2. De onderdelen van het werkstuk 3

Inhoudsopgave 1. Waarom maak je een werkstuk? 2. Zo begin ik met mijn werkstuk 2. De onderdelen van het werkstuk 3 Groep 7 / 8 Inhoudsopgave 1 Waarom maak je een werkstuk? 2 Zo begin ik met mijn werkstuk 2 De onderdelen van het werkstuk 3 Waaraan moet mijn werkstuk voldoen? 3 Hoe werk ik mijn werkstuk af 4 Tips: Hoe

Nadere informatie

Mirjams mama en moekie

Mirjams mama en moekie Seksuele diversiteit graad 1 Mirjams mama en moekie Lesvoorbereiding Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Print 2 lege gedragspatroongrafieken af voor

Nadere informatie

Archeologen logboek Namen:....

Archeologen logboek Namen:.... Archeologen logboek Namen:... Bladzijde 1 De antwoorden op deze vragen kun je vinden bij de internetsites die bij opdracht 1 op de WebQuest staan. Vul de antwoorden in de piramide in. De letters in de

Nadere informatie

ZET DE BOXEN AAN! Kijk op de week. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

ZET DE BOXEN AAN! Kijk op de week. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS ZET DE BOXEN AAN! Jongeren verkennen verschillende manieren om radio te maken (podcasting, internetradio), beluisteren voorbeelden en zetten de grote lijnen uit voor een eigen radio-uitzending: voor wie?

Nadere informatie

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal Dag van de Rechten van het Kind Kinderrechten Doelstellingen De kinderen verwoorden wat een kinderrecht is. De kinderen zien in hoe belangrijk het is dat kinderrechten gerespecteerd worden. De kinderen

Nadere informatie

oefenbundel voor het eerste leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd

oefenbundel voor het eerste leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd oefenbundel voor het eerste leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd leerinhoud aard bron splitsen tot automatiseren Rekensprong Plus Map van Wibbel, inoefenen, automatiseren en toepassingen optellen tot

Nadere informatie

Teken een architect. Lees het volgende verhaal:

Teken een architect. Lees het volgende verhaal: Teken een architect Lees het volgende verhaal: Een architect heeft een hele dag nagedacht over een nieuwe brug die gebouwd moet worden. Via de brug moet het verkeer, ook zware vrachtwagens, over een brede

Nadere informatie

Hoe leer ik uit... Naam: Klas:

Hoe leer ik uit... Naam: Klas: Hoe leer ik uit... Naam: Klas: 1 Inhoud Woorden... 3 Flashcards... 3 Opschrijven... 3 WRTS... 3 Tekenen... 4 Stones... 5 Flashcards Opschrijven - WRTS... 5 Het thema van de Stone... 5 Stukjes combineren...

Nadere informatie

Liefde, voor iedereen gelijk?

Liefde, voor iedereen gelijk? Seksuele diversiteit graad 2 Lesvoorbereiding Liefde, voor iedereen gelijk? Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Print de verhalen 'Het geheim van Mirjam'

Nadere informatie

Behandelde onderwerpen Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (eventueel: verbanden tussen kinderrechten)

Behandelde onderwerpen Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (eventueel: verbanden tussen kinderrechten) Kennismaking met het IVRK (Uit: verzameling workshops kinderrechten) (Uit: Recht in de roos) Algemeen doel: kennismaken met de verschillende kinderrechten uit het Internationaal Verdrag inzake de Rechten

Nadere informatie

bijlagen bij groep 5 en 6

bijlagen bij groep 5 en 6 bijlagen bij groep 5 en 6 groep 5 en 6 honing, melk en eieren 75 bijlage 1 opdrachtblad bijendans Bekijk voor deze opdrachten op http://www.fi.uu.nl/toepassingen/00596/ de filmpjes over de bijendans. De

Nadere informatie

Kern 6: geit-pauw-duif-ei

Kern 6: geit-pauw-duif-ei Kern 6: geit-pauw-duif-ei In deze kern leert uw kind Letters: g - ui - au - f - ei Woorden: geit, pauw, duif, ei Alle letters compleet In kern 6 leert uw kind de laatste nieuwe letters. Op het eind van

Nadere informatie

Leren als een expert!

Leren als een expert! Leren als een expert! Welk vak vind jij lastig? Wiskunde, of juist Frans? Ken je iemand die heel goed is in dat vak? En heb je wel eens aan diegene gevraagd hoe hij/zij voor dat vak leert? Als je dat weet,

Nadere informatie

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens. Tuin van Heden 2 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Werkvolk gezocht. Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les:

Werkvolk gezocht. Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Werk graad 1 Lesvoorbereiding Werkvolk gezocht Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Print de beroepenkaartjes 2 uit als er maximum 18 kinderen in jouw

Nadere informatie

Spelregels voor de kaarten Beroepskwaliteiten en Leerpunten. Het Beroepskwaliteitenspel

Spelregels voor de kaarten Beroepskwaliteiten en Leerpunten. Het Beroepskwaliteitenspel Het Beroepskwaliteitenspel Het Beroepskwaliteitenspel is een leermiddel voor de loopbaanoriëntatie van mensen in de leeftijd van twaalf jaar en ouder. Het spel heeft als doel de speler bewust te maken

Nadere informatie

ACTIVITEITEN GROEP 3 en 4

ACTIVITEITEN GROEP 3 en 4 ACTIVITEITEN GROEP 3 en 4 Wat zegt die grafiek? De indeling van de ochtend is als volgt: Schoolbrede start (15 minuten) Zie hoofdstuk Schoolbrede start. Deel 1 Tellen in een plaatje (20 minuten) De kinderen

Nadere informatie

Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar

Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar Overzicht Doelen Leerlingen vormen een beeld bij het onderzoek van de professor Leerlingen vergroten hun woordenschat door het leren van nieuwe vaktermen

Nadere informatie

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

In je kracht. Werkboek voor deelnemers In je kracht Werkboek voor deelnemers Uitleg Mijn toekomst! Benodigdheden: Werkblad Mijn toekomst! (je kunt het Werkblad meegeven om thuis na te lezen, maar dit is niet noodzakelijk) Voor iedere deelnemers

Nadere informatie

Hoe maak ik een werkstuk?

Hoe maak ik een werkstuk? Hoe maak ik een werkstuk? Je gaat, misschien wel voor de eerste keer, een eigen werkstuk maken. Dat is leuk, maar ook best moeilijk. Je moet er namelijk een heleboel voor doen. Heb je al eens een eigen

Nadere informatie

Grafieken. 10-13 jaar. Rekenles over het maken van grafieken. Rekenen. 60 minuten. Weerstation, data, grafieken

Grafieken. 10-13 jaar. Rekenles over het maken van grafieken. Rekenen. 60 minuten. Weerstation, data, grafieken Grafieken Rekenles over het maken van grafieken 10-13 jaar Rekenen Weerstation, data, grafieken 60 minuten Op het digitale schoolbord bekijkt de leerkracht met de klas verschillende grafieken over het

Nadere informatie

Aan de tafel! Ga je mee om de wonderlijke wereld van de tafels te ontdekken? Bedacht en ontwikkeld door Linda van de Weerd. www.klasvanjuflinda.

Aan de tafel! Ga je mee om de wonderlijke wereld van de tafels te ontdekken? Bedacht en ontwikkeld door Linda van de Weerd. www.klasvanjuflinda. Aan de tafel! Ga je mee om de wonderlijke wereld van de tafels te ontdekken? Bedacht en ontwikkeld door Linda van de Weerd. www.klasvanjuflinda.nl Aan de tafel 1. Zeeslag 2. Snelle Jelle 3. Vier op een

Nadere informatie

4 Vind me dan. Achtergrondinfo Planten en dieren hebben allerlei manieren om niet op te vallen. Deze kunnen onderverdeeld worden in:

4 Vind me dan. Achtergrondinfo Planten en dieren hebben allerlei manieren om niet op te vallen. Deze kunnen onderverdeeld worden in: 4 Vind me dan Er is altijd wel een verjaardag of een ander feestje om te vieren. En bij een feestje horen cadeautjes. Maar voor het zover is, wil je het cadeautje natuurlijk zo goed mogelijk verstoppen.

Nadere informatie

Hoe maak je een werkstuk?

Hoe maak je een werkstuk? Hoe maak je een werkstuk? Je gaat een werkstuk maken. Maar hoe zit een werkstuk nou eigenlijk in elkaar? Hoe moet je beginnen? En hoe kies je nou een onderwerp? Op deze vragen en nog vele anderen krijg

Nadere informatie

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke Spinners Een nieuwe rage: spinners! Heb jij ze al gespot in jouw klas? Vervelend, al dat speelgoed op school, of handig! spinners in de klas, daar kun je leuke, leerzame activiteiten mee doen! Wij bedachten

Nadere informatie

Dag 1 Kaders vol kunst!

Dag 1 Kaders vol kunst! Dag 1 Kaders vol kunst! Domeinen: lezen, spreken, luisteren, schrijven Onderwerp: kunstwerken maken met letters en woorden Lesduur: 50 minuten Lesdoelen Hoofddoel van de les > Met taal en woorden tot een

Nadere informatie

Lesonderwerp: Hocus pocus circus: Een nieuw dier samenstellen a.d.h.v. verschillende materialen.

Lesonderwerp: Hocus pocus circus: Een nieuw dier samenstellen a.d.h.v. verschillende materialen. Vak: MUVO Lesonderwerp: Hocus pocus circus: Een nieuw dier samenstellen a.d.h.v. verschillende materialen. Doelen: Eindtermen: Muvo 1.2 De leerlingen kunnen door betasten en voelen (tactiel), door kijken

Nadere informatie

Tekst lezen en moeilijke woorden

Tekst lezen en moeilijke woorden Tekst lezen en moeilijke woorden 1. Lees de tekst met het stappenplan. Zet een lijn onder de woorden die jij moeilijk vindt. 2. Lees de uitleg. In een tekst staan soms woorden die je niet kent. Op de woordhulp

Nadere informatie

Uitleg bij de spellingskaartjes.

Uitleg bij de spellingskaartjes. Uitleg bij de spellingskaartjes. 1. De BLAUWE kaartjes zijn bedoeld om alleen te oefen met de spellingskaartjes 2. Met de Paarse kaartjes mag je met zijn tweeën oefenen met de spellingskaartjes 3. De Groene

Nadere informatie

Sorteer netjes! 1. Knip de kaartjes van bijlage 1 uit. Sorteer

Sorteer netjes! 1. Knip de kaartjes van bijlage 1 uit. Sorteer Sorteer netjes! 1 Knip de kaartjes van bijlage 1 uit. Sorteer a de rozen (*1) b de kleine bloemen (*2) c de bloemen zonder bladeren (*3) d de bloemen, niet tulpen (*4) Omcirkel de dieren. Omcirkel de dieren

Nadere informatie

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

Voor jezelf? Les 1 Welkom! Voor jezelf? Les 1 Welkom! Welkom! Dit is de cursus Voor jezelf? Wil je voor jezelf beginnen? Droom je ervan een eigen bedrijfje te starten? Zou je dit ook kunnen? In deze cursus ga je dit onderzoeken.

Nadere informatie

lesmateriaal Taalkrant

lesmateriaal Taalkrant lesmateriaal Taalkrant Toelichting Navolgend vindt u een plan van aanpak en 12 werkbladen voor het maken van de Taalkrant in de klas, behorende bij het project Taalplezier van Stichting Wereldleren. De

Nadere informatie

DE GROTE VERKEERSTOETS

DE GROTE VERKEERSTOETS DE GROTE VERKEERSTOETS Verkeerstekens Lesfiche 5 e LEERJAAR Lesdoel De leerlingen leren de betekenis van de voor hen relevante verkeersborden (gebodsborden, verbodsborden, aanwijzingsborden en gevaarsborden)

Nadere informatie

Lesideeën beroepenkaarten WERKEND NEDERLANDS

Lesideeën beroepenkaarten WERKEND NEDERLANDS Lesideeën beroepenkaarten WERKEND NEDERLANDS Lesidee: Wat is weg? Speel dit spel met een klein groepje. Leg steeds vijf tot acht kaarten open op tafel. Geef de cursisten even de tijd om alle foto s in

Nadere informatie

Met Word een hoger cijfer halen. Word ken je al, toch kun je nog veel meer doen met Word. Nog beter leren omgaan met Word

Met Word een hoger cijfer halen. Word ken je al, toch kun je nog veel meer doen met Word. Nog beter leren omgaan met Word Nog beter leren omgaan met Word Met Word een hoger cijfer halen. Word ken je al, toch kun je nog veel meer doen met Word. Informatiekunde Omgaan met Word College De Heemlanden 2005. Informatiekunde Leerjaar

Nadere informatie

Kennismaken met en inoefenen van het geven van commando s. De leerlingen volbrengen een opdracht door het geven van commando s.

Kennismaken met en inoefenen van het geven van commando s. De leerlingen volbrengen een opdracht door het geven van commando s. Onderwerp Kennismaken met en inoefenen van het geven van commando s. De leerlingen volbrengen een opdracht door het geven van commando s. NED 2.8 WO 2.7 WO 2.9 WIS 5.4 *NED 4.2 Een instructie geven zodat

Nadere informatie

Project 'positief opvoeden' Maandag: complimentendag! Aangezien we werken rond positief opvoeden, starten we de projectweek met een positieve dag.

Project 'positief opvoeden' Maandag: complimentendag! Aangezien we werken rond positief opvoeden, starten we de projectweek met een positieve dag. Project 'positief opvoeden' Maandag: complimentendag! Aangezien we werken rond positief opvoeden, starten we de projectweek met een positieve dag. De leerlingen gaan elkaar vandaag eens extra veel complimenten

Nadere informatie

Lesbrief Assenstelsels. Versie 1

Lesbrief Assenstelsels. Versie 1 Versie 1 Datum: 11 juni 2011 Cursus: Docent: Taal in alle vakken Radha Gangaram Panday Door: Mario Hummeling, 1597628 Shafi Ilahibaks, 1540943 Cyril Bouwman, 1581806 Herman Hofmeijer, 1058201 Nico van

Nadere informatie

Een stop-motion film maken

Een stop-motion film maken Naam: Een stop-motion film maken 1. Wat is een stop-motion? Voor je een stop-motion film kan maken, moet je weten wat een stop-motion film is. Dit is immers geen gewone film. Hoe maak je een (gewone) film?

Nadere informatie

Naam activiteit. Werkvorm. Materiaal. Wat is afval?

Naam activiteit. Werkvorm. Materiaal. Wat is afval? Technische fiche Naam activiteit Doel Duur Werkvorm Materiaal Wat is afval? De leerlingen kunnen afval omschrijven als zaken die je niet meer kan gebruiken en die je weggooit. Ze kunnen opsommen wat mensen

Nadere informatie

Werkwijzer Verslagkring:

Werkwijzer Verslagkring: Werkwijzer Verslagkring: 1. Je maakt een tweetal. 2. Met zijn tweeën kies je een onderwerp, waarin jullie je willen verdiepen en waarover jullie meer willen weten. 3. Samen ga je op zoek naar informatie

Nadere informatie

Werkvorm: Bekend, Benieuwd en Bewaard.

Werkvorm: Bekend, Benieuwd en Bewaard. Werkvorm: Bekend, Benieuwd en Bewaard. Doel: Eén van jullie groep gaat opschrijven wat jullie al weten over De Tweede Wereldoorlog (bekend). Daarna schrijven jullie op wat jullie graag willen weten over

Nadere informatie

Tuin van Heden 2 Werken met kunst in de kerstperiode

Tuin van Heden 2 Werken met kunst in de kerstperiode Tuin van Heden 2 Werken met kunst in de kerstperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

taal Doe het zo! Wat moet je doen? 3 Je krijgt een reeks prenten. Ze liggen al goed, maar het verhaal is zoek. Kunnen jullie het erbij vertellen?

taal Doe het zo! Wat moet je doen? 3 Je krijgt een reeks prenten. Ze liggen al goed, maar het verhaal is zoek. Kunnen jullie het erbij vertellen? E 1 LEZEN/BOEKEN SCHRIJVEN TAALBESCHOUWING WOORDEN/LETTERS De lln. vertellen samen een verhaal bij reeksen prenten. Vertel je verhaal 1 Wat moet je doen? 3 Doe het zo! Je krijgt een reeks prenten. Ze liggen

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,

Nadere informatie

MEMORIE OUD-NIEUW VARIANT

MEMORIE OUD-NIEUW VARIANT MEMORIE OUD-NIEUW Het spel bestaat uit 20 combinaties van oud en nieuw. In totaal dus 40 kaartjes. Leg de kaartjes met de foto naar onder en laat de kinderen de juiste combinatie vinden van bijvoorbeeld

Nadere informatie

Handleiding Les 1. Nieuwsbegriponderwerp. Schrijftaak. Voorbereiding. week september 2013 Handleiding niveau B, les 1 en 2

Handleiding Les 1. Nieuwsbegriponderwerp. Schrijftaak. Voorbereiding. week september 2013 Handleiding niveau B, les 1 en 2 Handleiding Les 1 Deze schrijfles is de tweede waarin leerlingen oefenen in het genre beschrijven. Het is een instructieles, waarin u uitlegt en voordoet hoe je een beschrijvende tekst maakt met de schrijfstrategie

Nadere informatie

Stappenplan voor het maken van een presentatie

Stappenplan voor het maken van een presentatie Stappenplan voor het maken van een presentatie De voorbereiding van een presentatie is erg belangrijk. Je kunt niet de avond ervoor even een presentatie maken. Je moet informatie verzamelen (bv. uit boeken,

Nadere informatie

Aardoliealarm in het bos

Aardoliealarm in het bos Landbouw graad 3 Aardoliealarm in het bos Lesvoorbereiding Print de stickers zoveel keer uit als je groepjes van 4 kunt maken. Aanwijzingen voor de indeling van de groepjes: zie verder. Als je niet over

Nadere informatie

De leerlingen die al vertrouwd zijn met het bouwen van een elektrische stroomkring. die het verschil tussen een geleider en een isolator kennen.

De leerlingen die al vertrouwd zijn met het bouwen van een elektrische stroomkring. die het verschil tussen een geleider en een isolator kennen. Doelgroep De leerlingen die al vertrouwd zijn met het bouwen van een elektrische stroomkring. die het verschil tussen een geleider en een isolator kennen. Lesdoelen De leerlingen kunnen geleiders en isolatoren

Nadere informatie

Schaken op de basisschool Werkboek 1, les 1: de beginstelling, de Toren en de Loper

Schaken op de basisschool Werkboek 1, les 1: de beginstelling, de Toren en de Loper Schaken op de basisschool Werkboek 1, les 1: de beginstelling, de Toren en de Loper Extra spullen - Stickers met de namen van de kinderen. - Voldoende kopieën van het uitdeelvel Loop van de stukken ; 1

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau B, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

BELAND JIJ OP EEN VULKANISCH EILAND?

BELAND JIJ OP EEN VULKANISCH EILAND? BELAND JIJ OP EEN VULKANISCH EILAND? 2 TOT 4 UUR Groep 4 5 6 7 8 Begin november 1963 ontstond er een nieuw eiland in de Atlantische Oceaan, ongeveer 33 kilometer ten zuiden van IJsland. Een week eerder

Nadere informatie

Lesvoorbereiding Studie en loopbaan Keuze- en Loopbaanvaardigheden 3-4 vmbo

Lesvoorbereiding Studie en loopbaan Keuze- en Loopbaanvaardigheden 3-4 vmbo Lesvoorbereiding Studie en loopbaan Keuze- en Loopbaanvaardigheden 3-4 vmbo Bespreek met vakdocenten mogelijkheden om leerlingen in de vaklessen feedback over zichzelf te laten vergaren. Deel Vaardigheid:

Nadere informatie

Rob Bervoets - 3 Balo a 0. Het verhaal achter het spel

Rob Bervoets - 3 Balo a 0. Het verhaal achter het spel 0. Het verhaal achter het spel Ik heb de inspiratie voor dit spel gevonden bij een bestaand "vloerspel" waarbij de kinderen in de huid van Aladin kruipen en samen met Yasmine op zoek gaan naar de grot

Nadere informatie

Pak de jas! Werkvorm: Spel. Materiaal: Dobbelsteen Zes gekleurde jasjes. Verloop:

Pak de jas! Werkvorm: Spel. Materiaal: Dobbelsteen Zes gekleurde jasjes. Verloop: Pak de jas! Spel Dobbelsteen Zes gekleurde jasjes De leerkracht gooit met de dobbelsteen. De leerlingen nemen om ter snelste dezelfde kleur jas als de kleur van de dobbelsteen. De leerlingen verwoorden

Nadere informatie

De parabel van de Talenten

De parabel van de Talenten De parabel van de Talenten Peter Bajo Nynke Talsma GEGEVENS BOEK: ISBN 978 90 5924 406 1 14,95 Uitgeverij Bakermat Suggesties: Emy Geyskens Vanaf 5 jaar Ook verschenen: Een nacht om nooit te vergeten (het

Nadere informatie

BROKKENKAARTEN IN DE KLAS

BROKKENKAARTEN IN DE KLAS BROKKENKAARTEN IN DE KLAS 1 - EEN VERHAAL VOL GEVOEL emoticons - boek: Per ongeluk Laat een aantal leerlingen om de beurt één van de emoticons nadoen. Bespreek ze met de kinderen, laat hen het gezicht

Nadere informatie

Startopdracht. Startopdracht. Startopdracht. Startopdracht. Startopdracht. Zoek op wat de betekenis is van het woord media en. in de witte kader.

Startopdracht. Startopdracht. Startopdracht. Startopdracht. Startopdracht. Zoek op wat de betekenis is van het woord media en. in de witte kader. Radio & Televisie W1 Zoek op de radio een liedje dat minstens 2 groepsleden graag horen. Radio Mensen en media W1 Zoek 4 voorbeelden van media die in 1984 al bestonden. bij 1984 Internet W1 Zoek een liedje

Nadere informatie

Instructie taakspecifieke vragenlijst + observatie

Instructie taakspecifieke vragenlijst + observatie Instructie taakspecifieke vragenlijst + observatie In tegenstelling tot de eerste vragenlijst is het doel van de taakspecifieke vragenlijst niet om over verschillende leersituaties heen het zelfregulerend

Nadere informatie