GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN TUINWIJK

Transcriptie

1 GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN TUINWIJK STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Opdrachtgever: Gemeente Overpelt 17 februari 2014

2 Titel Opdrachtgever Contactpersoon opdrachtgever Opdrachtnemer Contactpersoon opdrachtnemer Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Overpelt Stein Geuens TECHNUM (Technum-Tractebel n.v.) Ilgatlaan Hasselt T info@technum-tractebel.be Inge Gorissen CREOSUM voor TECHNUM Versie Datum Opmerkingen Schetsontwerp Voorontwerp Plenaire vergadering Ontwerp Openbaar onderzoek Definitief ontwerp Datum 17 februari 2014 Versienummer 4 Projectnummer P GemRUP Tuinwijk DOCUMENTVERANTWOORDELIJKHEID Datum Auteur(s) Inge Gorissen 17/02/2014 Datum Documentscreener(s) Davy Ceunen 17/02/2014 BESTANDSINFORMATIE Bestandsnaam Sbtuinwijk.docx Laatst opgeslagen 17/02/2014 KWALITEIT DOCUMENTGESCHIEDENIS

3 GEMEENTE OVERPELT GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN (GEMRUP) TUINWIJK Op basis van artikel en van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van 29 augustus 2013 De Secretaris, De Voorzitter, Peter Spooren Jaak Fransen Opgesteld door TECHNUM Het College van Burgemeester en Schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek op het gemeentehuis werd neergelegd van 23/09/2013 tot 05/12/2013 De Secretaris De Burgemeester Peter Spooren Jaak Fransen Hasselt, 17 februari 2014 Inge Gorissen, Ruimtelijk Planner opgenomen in het register BVR , gewijzigd , , en Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van 27 februari 2014 De Secretaris, De Voorzitter, Peter Spooren Jaak Fransen

4 P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 2

5 INHOUD 1. ALGEMENE BEPALINGEN Grens van het Ruimtelijk uitvoeringsplan Bestaande vergunde gebouwen Nutsvoorzieningen Algemeen architectonisch voorkomen / materiaalgebruik Bestaande bomen Wetgeving betreffende de watertoets Archeologie Terminologie Bestaande toestand Duurzaamheid 6 2. BIJZONDERE BEPALINGEN EN VOORSCHRIFTEN PER ZONE WONEN 7 Art. 1. Zone voor wonen, woontype 1 7 Art. 2. Zone voor wonen, woontype 2 12 Art. 3. Zone voor wonen, woontype 3 17 Art. 4. Zone voor wonen, woontype 4 22 Art. 5. Zone voor wonen, woontype 5 26 Art. 6. Zone voor wonen, woontype 6 33 Art. 7. Zone voor wonen, woontype 7 38 Art. 8. Zone voor wonen, woontype 8 43 Art. 9. Zone voor wonen, woontype 9 47 Art. 10. Zone voor wonen, woontype Art. 11. Zone voor wonen W1 54 Art. 12. Zone voor wonen W2 58 Art. 13. Zone voor wonen W3 62 Art. 14. Zone voor wonen W4 66 Art. 15. Zone voor wonen gemengde bestemmingen RECREATIE 75 Art. 16. Zone voor dagrecreatie RESERVAAT EN NATUUR 77 Art. 17. Zone voor natuur met medegebruik tuin OVERIG GROEN 79 Art. 18. Zone voor parkgebied LIJNINFRASTRUCTUUR 80 Art. 19. Zone voor wegen 80 Art. 20. Zone voor multifunctioneel plein GEMEENSCHAPS- EN NUTSVOORZIENINGEN 84 Art. 21. Zone voor openbaar nut OVERIGE AANDUIDINGEN 86 Art. 22. Overdruk groene beeldvorming 86 Art. 23. Zachte recreatieve verbinding 88 Art. 24. Ontsluiting gemotoriseerd verkeer 89 Art. 25. Hoogspanningsleiding 90 Art. 26. Reservatiestrook 92 P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 3

6 1. ALGEMENE BEPALINGEN De algemene bepalingen bestaan uit twee onderdelen: namelijk bepalingen die verordenend worden opgelegd en bepalingen die een toelichting inhouden bij een mogelijke interpretatie van een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. Het grafisch plan en het verordenend deel van de stedenbouwkundige voorschriften zijn het juridisch verordenend gedeelte van dit GemRUP. De volgende algemene bepalingen gelden slechts zover ze niet tegengesproken worden in de bepalingen per zone. 1.1 Grens van het Ruimtelijk uitvoeringsplan Deze grens duidt het gedeelte van het grondgebied aan, onderworpen aan de voorschriften van bijhorend plan. 1.2 Bestaande vergunde gebouwen Alle bestaande stedenbouwkundig vergunde gebouwen kunnen behouden blijven ook al zijn ze strijdig met de bijzondere bepalingen en de stedenbouwkundige voorschriften van de zones. Aan deze panden kunnen werken uitgevoerd worden op basis van de voorschriften van dit RUP. 1.3 Nutsvoorzieningen Oprichting van openbare nutsvoorzieningen zoals elektriciteitscabines, verdeelkasten, buswachthokjes, publieke infopanelen mogen in alle bestemmingszones. Deze nutsvoorzieningen moeten zoveel mogelijk ruimtelijk en vormelijk in de omgeving van de Tuinwijk geïntegreerd worden, zodat ze niet als storende objecten worden waargenomen. 1.4 Algemeen architectonisch voorkomen / materiaalgebruik De architectuur van alle nieuwbouw zal strak, eenvoudig en kwaliteitsvol zijn, waarbij rekening gehouden wordt met de aard en architectuur van de bestaande woningen in de tuinwijk. De architecturale uitwerking dient op een eigentijdse, kwaliteitsvolle manier de ruimtelijke integratie te realiseren. Zo moeten inplanting, vormgeving, maatvoering, materiaalkeuze, enz. niet alleen bepaald worden rekening houdend met de eigen bouwkavel, maar moet er in de eerste plaats ook gezorgd worden voor een kwaliteitsvolle relatie met: Het openbaar domein door inplanting en buitenaanleg; De omliggende kavels door het garanderen van normale lichtinval, bezonning en privacy; Alle constructies moeten opgetrokken worden uit materialen die qua duurzaamheid en uitzicht verantwoord zijn. Volumes dienen op een harmonische wijze aan te sluiten enerzijds op elkaar, maar ook op hun omgeving qua vorm, structuur, afmetingen, verdeling van gevelvlakken, volume en materiaal om tot een ruimtelijke eenheid van de Tuinwijk te komen. 1.5 Bestaande bomen De wijk straalt een sterk groen karakter uit en het moet de bedoeling zijn om dit te behouden en nog verder te versterken. Onder bestaande beplanting worden beschouwd, hoogstambomen van welke soort dan ook één- of meerstammig met een stamomtrek van minimaal 100 cm, gemeten op 1.50m boven het maaiveld. Bestaande beplanting mag niet gerooid of gekapt worden zonder vergunning. Per vergunde te kappen boom is het verplicht een nieuwe hoogstamboom te planten op een daartoe geëigende plaats. Aanvragen voor te kappen bomen moeten vergezeld zijn van een plan met daarop de aanduiding van de te kappen boom (bomen) en de nieuw aan te planten boom (bomen). P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 4

7 1.6 Wetgeving betreffende de watertoets De regelgeving met betrekking tot de watertoets geldt in alle bestemmingszones. Bij verharde oppervlakten van meer dan 1000 m² moeten er infiltratiemaatregelen genomen worden aan de hand van open waterstructuren. Deze waterstructuren moeten gedimensioneerd worden a.d.h.v. de infiltratiecapaciteit van de bodem (te achterhalen door een infiltratieproef) en rekening houdend met een terugkeerperiode van de overloop van minimaal 20 jaar. 1.7 Archeologie De bestaande regelgeving is van toepassing. 1.8 Terminologie (in alfabetische volgorde weergegeven) Bestaande bebouwing: Al de constructies (het geheel aan gebouwen) aanwezig op het terrein zoals grafisch weergegeven op het plan bestaande toestand. B/T - Bebouwingscoëfficiënt: De bebouwingscoëfficiënt is de verhouding van het geheel van de bebouwde terreinoppervlakte op de totale terreinoppervlakte van de betreffende bestemmingszone. Bouwhoogte: Hoogte van een bouwwerk, die indien niet anders is aangeduid, wordt gemeten vanaf het grondpeil, bestaand maaiveld of voorliggende stoep tot de bovenkant voorgeveldakrand (deksteen, kroonlijst of dergelijke). Constructie: Elk bouwwerk, van hout, steen, beton, metaal of ander bouwmateriaal, dat met de grond verbonden is of erop geplaatst is. Gebouw: Een door de mens gemaakte, toegankelijke, overdekte en geheel of gedeeltelijk omsloten ruimte. Haag: Bestaande of nieuw te planten haag, zijnde van de soort: Ligustrum, Crataegus, Carpinus, Fagus, Taxus. Coniferen (kegeldragers) met uitzondering van de soort Pinus (zie bij bestaande boom) worden als gewone beplanting beschouwd, dus niet als haag noch als boom. Inrichtingsstudie: De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. De inrichtingsstudie geeft ook aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is in het gebied en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van het gebied. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties in overeenstemming met de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten. Nevenbestemming: is altijd ondergeschikt aan de woonbestemming en beslaat maximum 50 % van de bebouwde oppervlakte, tenzij anders aangegeven. Parkeren: Betreffende de parkeernorm voor bewoning is de gemeentelijke verordening van toepassing. T = Terreinoppervlakte: totale oppervlakte van de zone waarop de betreffende voorschriften van toepassing zijn. Vloeroppervlakte: De buitenwerks gemeten oppervlakte van alle bovengrondse bouwlagen van een gebouw. V/T Vloerindex: De vloerindex is de verhouding van de totale vloeroppervlakte op de totale terreinoppervlakte van de betreffende bestemmingszone. Verharding: Verharding kan gesloten verharding, halfopen of open - verharding zijn. Gesloten verhardingen zijn asfalt of beton. Halfopen - verhardingen zijn: betonplaten, klinkers, kasseien, steenslag, gebonden P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 5

8 dolomiet. Zij zijn waterdoorlatend. Puin is niet toegelaten. Open - verhardingen bestaan uit ongebonden (grofkorrelig) materiaal, onder andere grind, ongebonden dolomiet. Dit is waterdoorlatend. In de tuinzones moeten de verhardingsmaterialen waterdoorlatend zijn. TOELICHTEND 1.9 Bestaande toestand De bestaande toestand is de toestand activiteiten in een gegeven vorm en omvang bij het opstellen van het RUP in ontwerp fase Duurzaamheid Alle werken, handelingen en wijzigingen die inzake duurzaamheid, nodig of nuttig kunnen zijn voor de realisatie van de vooropgestelde bestemming, zijn toegelaten voor zover ze wat schaal en ruimtelijke impact betreft verenigbaar zijn met de omgeving. Het bestaande groen moet zo veel als haalbaar behouden blijven. De bestaande waardevolle bomen mogen niet wijken voor de aanleg van zonnepanelen. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 6

9 2. BIJZONDERE BEPALINGEN EN VOORSCHRIFTEN PER ZONE 2.1 WONEN Art. 1. Zone voor wonen, woontype 1 TOELICHTEND Gebiedscategorie Wonen, cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, art Bestemming Hoofdbestemming: Wonen, onder de vorm van eengezinswoningen Nevenbestemming: Woningtype 1. Oorspronkelijke woningen gekenmerkt als in spiegelbeeld gekoppelde enkelhuizen van twee traveeën met gemeenschappelijke centrale haakse aanbouw tegen de achtergevel. Voorgevels met bakstenen parement, rechte muizentand, getoogde muuropeningen en ramen met grote roedenverdeling. Kantoren: diensten of vrije beroepen Kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid met verkoop gerelateerd aan de bedrijvigheid ter plaatse Nevenbestemmingen zijn maximum 100 m² vloeroppervlakte. Nevenbestemmingen mogen geen hinder veroorzaken voor de hoofdbestemming. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 7

10 Inplanting van de gebouwen Het oorspronkelijke hoofdvolume is het gebouwvolume onder het hoofdzadeldak. Eventuele centrale haakse aanbouwen tegen de achtergevel worden niet beschouwd als behorende tot het oorspronkelijke hoofdvolume, maar dit volume verdient wel de nodige aandacht in geval van uitbreidingen. De bestaande voorbouwlijn en de bestaande bouwbreedte van het oorspronkelijke hoofdvolume blijft van kracht, ook bij heropbouw, vernieuwbouw, restauratie, renovatie, Een herverkaveling kan enkel als de halfopen bebouwing in zijn totaliteit gerealiseerd kan worden. Het betekent dus dat voor het bouwen van de nieuwe gekoppelde enkelhuizen een minimumbreedte van 24 m beschikbaar moet zijn: Maximum 8m bouwbreedte + 4m bouwvrije zate = 12m x 2 = 24m. Deze voorschriften bepalen dat de voorgevel minimum 6m en maximum 8m breed moet zijn en er een bouwvrije zone moet zijn naast de bouwvrije laterale perceelgrens van minstens 4m. De bepaling heeft tot doel om het open groene karakter van de percelen en de open zijtuinstroken te bewaren. Bij herverkaveling moet de minimale perceelsbreedte 12m zijn, zodat de maximaal toegelaten voorgevelbreedte kan worden gerealiseerd met behoud van de vereiste 4m bouwvrije zijtuinstrook. De afmetingen zijn zodanig dat de ritmiek van de bebouwing, met ruime on- Het behoud en/of herstel van het oorspronkelijke hoofdvolume is verplicht. Uitbreidingen gebeuren steeds achter en aansluitend aan het oorspronkelijke hoofdvolume, rekening houdende met: o Ondergeschikt aan het oorspronkelijke hoofdvolume o Totale bouwdiepte vanaf de voorgevellijn is maximum 20 m o Een bouwvrije zone van minimum 4 m vanaf de laterale perceelsgrens, behoudens in bestaande gevallen die minder dan 4 m zijn. In voorkomend geval moet de bestaande bouwvrije zate verplicht behouden blijven. o Bouwbreedte is maximum 8 m, vanaf de gemeenschappelijke kavelgrens, indien voldaan wordt aan het vorige punt. Halfopen bebouwing in de vorm van gekoppelde enkelhuizen is verplicht. Een open bebouwingstypologie is niet toegestaan. De voorgevel per woning heeft een breedte van minimum 6 m, en maximum 8 m. Naast de bouwvrije laterale perceelgrens is een bouwvrije zone van minimum 4 m verplicht. Bij herverkaveling van percelen of gegroepeerde percelen moet de nieuwe perceelbreedte minimum 12 m breed zijn. Bouwhoogte Bij verbouwingen aan het oorspronkelijke hoofdvolume of bij heropbouw mag niet afgeweken worden van de bestaande bouwhoogte, kroonlijsthoogte en/of dakhelling Uitbreidingen: de maximale bouwhoogte is gelijk aan de nokhoogte van het bestaande hoofdvolume, waarbij de uitbreiding qua volume en voorkomen steeds ondergeschikt zal zijn aan het bestaande hoofdvolume P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 8

11 bebouwde groene zijtuinstroken, in de tuinwijk wordt behouden. Voor werken aan het bestaande hoofdvolume zal het materiaal hetzelfde zijn als het bestaande volume, in het bijzonder een handgevormde donkerrode baksteen. Voor de uitbreidingen worden dezelfde materialen gebruikt, ofwel wordt gekozen voor een hedendaags materiaal dat de ondergeschiktheid aan het hoofdvolume onderschrijft. Hieronder worden onder andere verstaan: glas, hout, kleinschalige staalplaten, trespaplaten, en dergelijke meer. Dakvorm Oorspronkelijk hoofdvolume: hellend dak gelijk aan bestaande dakvorm Uitbreidingen: o plat dak: In het platte dak zijn lichtkoepels of lichtstraten toegelaten o Hellend dak: zelfde dakhelling als bestaand hoofdvolume en afwaterend naar het eigen perceel o Andere dakvormen zijn niet toegestaan Dakramen zijn toegelaten voor zover ze in het dakvlak gelegen zijn. Aan de voorzijde zijn maximum 2 dakramen - die de raam- en deurgeleding volgen - toegelaten. Dakkapellen of verticale dakramen zijn niet toegelaten. Materialen De gebruikte materialen van al de bouwdelen en van de bouwwerken, dienen zowel duurzaam, esthetisch verantwoord als aangepast aan de omgeving en het karakter van de oorspronkelijke tuinwijkgedachte te zijn. Voor de uitbreidingen worden sobere materialen gekozen die het ondergeschikt karakter van de uitbreiding ten opzichte van het bestaande hoofdvolume ondersteunen. Inrichting van de onbebouwde ruimte P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 9

12 Bodemreliëf Bij het bouwen of verbouwen van een gebouw moeten de peilen van het bestaande bodemoppervlak behouden blijven. Indien er zich op het perceel een hoogteverschil van meer dan 0,50 m voordoet dient een hoogteplan bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag gevoegd te worden. Tuinzone Voor- en zijtuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als voor-/zijtuin, het inrichten van niet overdekte parkeerplaatsen is toegelaten De kavelgrenzen in de voortuin (voor de voorgevellijn) worden afgebakend met een haag die maximum 1.20 m hoog mag zijn. Vanaf de voorgevellijn naar achter toe is de hoogte maximum 2.00 m hoog Er wordt slechts één inrit per perceel toegestaan. De inrit is maximum 3m breed en is open of voorzien van een poort die maximum 1.20 m hoog mag zijn Bij een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan tot 30% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn Bij andere bestemmingen worden verhardingen toegestaan tot 70% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn De niet verharde ruimte wordt beplant De plaatsing van goederen, afval, wrakken, containers en dergelijke is verboden Gebouwen zijn in deze zone niet toegelaten Achtertuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als tuin horende bij de woonfunctie, het inrichten van parkeerplaatsen is enkel toegelaten in functie van de woonbestemming, waarbij het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Verhardingen gebeuren in duurzame materialen In geval van een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan onder andere i.f.v. tuinpaden en terrassen. Zij worden tot een minimum beperkt en het groene karakter (beplan- P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 10

13 ting, gras, hoogstambomen) moet primeren Achter de woningen is op de gemeenschappelijke perceelsgrens een tuinmuur of een haag toegestaan, dit om optimale privacy te garanderen. In geval van een tuinmuur moet de materialisering gelijkaardig zijn aan die van het hoofdgebouw en bedraagt de maximum hoogte 2.40 m. Bijgebouwen (=losstaande gebouwen) In het achtertuingebied is één (1) bijgebouw, aanvullend op de hoofd- of nevenbestemming toegelaten. De maximum oppervlakte bedraagt 40 m². Bij hoekpercelen kan de positionering van de bijgebouwen bekeken worden in functie van de perceelsconfiguratie. Dit bijgebouw mag net als het oorspronkelijke hoofdvolume op de gemeenschappelijke bebouwde perceelsgrens opgetrokken worden of op minimum 2 m ten opzichte van de andere kavelgrenzen Het bijgebouw is van eenzelfde architecturale kwaliteit qua materialen en uitzicht als het oorspronkelijke hoofdvolume of de uitbreiding De bouwhoogte bedraagt maximum 3 m, gemeten van maaiveld tot bovenkant kroonlijst De dakvorm is plat of hellend met een helling gelijk aan deze van het hoofdvolume. De nokhoogte is maximum 6 m hoog gemeten vanaf het maaiveld. Publiciteit Publiciteit is enkel toegelaten in functie van het kenbaar maken van een nevenfunctie Publiciteit is enkel toegelaten als gevelplaat dwars op de gevel, beperkt in afmeting zodat er geen afbreuk gedaan wordt aan het voorgeveluitzicht Publiciteit in de voortuinzone is verboden P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 11

14 Art. 2. Zone voor wonen, woontype 2 TOELICHTEND Gebiedscategorie Wonen, cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, art Bestemming Hoofdbestemming: Wonen, onder de vorm van eengezinswoningen Nevenbestemming: Kantoren: diensten of vrije beroepen Kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid met verkoop gerelateerd aan de bedrijvigheid ter plaatse Nevenbestemmingen zijn maximum 100 m² vloeroppervlakte. Woningtype 2. Iets ruimer opgevatte enkelhuizen van drie traveeën, opgesteld naar spiegelbeeldschema, met haakse aanbouwsels onder lessenaarsdak tegen de uiterste zijden van de achtergevel. Voorts sluiten oorspronkelijk de afwerking van de gevel en muuropeningen aan bij die van type I. Dit type, eveneens met rechte muizentand, komt gegroepeerd of afzonderlijk voor. Nevenbestemmingen mogen geen hinder veroorzaken voor de hoofdbestemming. Inplanting van de gebouwen Het oorspronkelijke hoofdvolume is het gebouwvolume Het behoud en/of herstel van het oorspronkelijke hoofdvolume is verplicht. Uitbreidingen gebeuren steeds achter en aansluitend aan het oorspronkelijke hoofdvolume, re- P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 12

15 onder het hoofdzadeldak. Eventuele haakse aanbouwen tegen de achtergevel worden niet beschouwd als behorende tot het oorspronkelijke hoofdvolume, maar dit volume verdient wel de nodige aandacht in geval van uitbreidingen. De bestaande voorbouwlijn en de bestaande bouwbreedte van het oorspronkelijke hoofdvolume blijft van kracht, ook bij heropbouw, vernieuwbouw, restauratie, renovatie, Een herverkaveling kan enkel als de halfopen bebouwing in zijn totaliteit gerealiseerd kan worden. Het betekent dus dat voor het bouwen van de nieuwe gekoppelde enkelhuizen een minimumbreedte van 28 m beschikbaar moet zijn: Maximum 10 m bouwbreedte + 4 m bouwvrije zate = 14 m x 2 = 28 m. kening houdende met: o Ondergeschikt aan het oorspronkelijke hoofdvolume o Totale bouwdiepte vanaf de voorgevellijn is maximum 20 m o Een bouwvrije zone van minimum 4 m vanaf de laterale perceelsgrens, behoudens in bestaande gevallen die minder dan 4 m zijn. In voorkomend geval moet de bestaande bouwvrije zate verplicht behouden blijven. o Breedte is maximum 10 m, vanaf de gemeenschappelijke kavelgrens, indien voldaan wordt aan het vorige punt. Halfopen bebouwing in de vorm van gekoppelde enkelhuizen is verplicht. Een open bebouwingstypologie is niet toegestaan. De voorgevel per woning heeft een breedte van minimum 8 m, en maximum 10 m. Naast de bouwvrije laterale perceelsgrens is een bouwvrije zone van minimum 4 m verplicht. Bij herverkaveling van percelen of gegroepeerde percelen moet de nieuwe perceelbreedte minimum 14 m breed zijn. Bouwhoogte Bij verbouwingen aan het oorspronkelijke hoofdvolume of bij heropbouw mag niet afgeweken worden van de bestaande bouwhoogte, kroonlijsthoogte en/of dakhelling Uitbreidingen: de maximale bouwhoogte is gelijk aan de nokhoogte van het bestaande hoofdvolume, waarbij de uitbreiding qua volume en voorkomen steeds ondergeschikt zal zijn aan het bestaande hoofdvolume. Dakvorm Oorspronkelijk hoofdvolume: hellend dak gelijk aan bestaande dakvorm Uitbreidingen: o plat dak: In het platte dak zijn lichtkoepels of lichtstraten toegelaten o Hellend dak: zelfde dakhelling als bestaand hoofdvolume en afwaterend naar het eigen P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 13

16 Voor werken aan het bestaande hoofdvolume zal het materiaal hetzelfde zijn als het bestaande volume, in het bijzonder een handgevormde donkerrode baksteen. Voor de uitbreidingen worden dezelfde materialen gebruikt, ofwel wordt gekozen voor een hedendaags materiaal dat de ondergeschiktheid aan het hoofdvolume onderschrijft. Hieronder worden onder andere verstaan: glas, hout, kleinschalige staalplaten, trespaplaten, en dergelijke meer. perceel o Andere dakvormen zijn niet toegestaan Dakramen zijn toegelaten voor zover ze in het dakvlak gelegen zijn. Aan de voorzijde zijn maximum 3 dakramen - die de raam- en deurgeleding volgen - toegelaten. Dakkapellen of verticale dakramen zijn niet toegelaten. Materialen De gebruikte materialen van al de bouwdelen en van de bouwwerken, dienen zowel duurzaam, esthetisch verantwoord als aangepast aan de omgeving en het karakter van de oorspronkelijke tuinwijkgedachte te zijn. Voor de uitbreidingen worden sobere materialen gekozen die het ondergeschikt karakter van de uitbreiding ten opzichte van het bestaande hoofdvolume ondersteunen. Inrichting van de onbebouwde ruimte Bodemreliëf Bij het bouwen of verbouwen van een gebouw moeten de peilen van het bestaande bodemoppervlak behouden blijven. Indien er zich op het perceel een hoogteverschil van meer dan 0,50 m voordoet dient een hoogteplan bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag gevoegd te worden. Tuinzone Voor- en zijtuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als voor-/zijtuin, het inrichten van niet overdekte parkeerplaatsen is toegelaten De kavelgrenzen in de voortuin (voor de voorgevellijn) worden afgebakend met een haag die P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 14

17 maximum 1.20 m hoog mag zijn. Vanaf de voorgevellijn naar achter toe is de hoogte maximum 2.00 m hoog Er wordt slechts één inrit per perceel toegestaan. De inrit is maximum 3 m breed en is open of voorzien van een poort die maximum 1.20 m hoog mag zijn Bij een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan tot 30% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn Bij andere bestemmingen worden verhardingen toegestaan tot 70% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn De niet verharde ruimte wordt beplant De plaatsing van goederen, afval, wrakken, containers en dergelijke is verboden Gebouwen zijn in deze zone niet toegelaten Achtertuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als tuin horende bij de woonfunctie, het inrichten van parkeerplaatsen is enkel toegelaten in functie van de woonbestemming, waarbij het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Verhardingen gebeuren in duurzame materialen In geval van een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan onder andere i.f.v. tuinpaden en terrassen. Zij worden tot een minimum beperkt en het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Achter de woningen is op de gemeenschappelijke perceelsgrens een tuinmuur of een haag toegestaan, dit om optimale privacy te garanderen. In geval van een tuinmuur moet de materialisering gelijkaardig zijn aan die van het hoofdgebouw en bedraagt de maximum hoogte 2.40 m. Bijgebouwen (=losstaande gebouwen) In het achtertuingebied is één (1) bijgebouw, aanvullend op de hoofd- of nevenbestemming toegelaten. De maximum oppervlakte bedraagt 40 m². Bij hoekpercelen kan de positionering van de bijgebouwen bekeken worden in functie van de perceelsconfiguratie. Dit bijgebouw mag net als het oorspronkelijke hoofdvolume op de gemeenschappelijke be- P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 15

18 bouwde perceelsgrens opgetrokken worden of op minimum 2m ten opzichte van de andere kavelgrenzen Het bijgebouw is van eenzelfde architecturale kwaliteit qua materialen en uitzicht als het oorspronkelijke hoofdvolume of de uitbreiding De bouwhoogte bedraagt maximum 3 m, gemeten van maaiveld tot bovenkant kroonlijst De dakvorm is plat of hellend met een helling gelijk aan deze van het hoofdvolume. De nokhoogte is maximum 6 m hoog gemeten vanaf het maaiveld. Publiciteit Publiciteit is enkel toegelaten in functie van het kenbaar maken van een nevenfunctie Publiciteit is enkel toegelaten als gevelplaat dwars op de gevel, beperkt in afmeting zodat er geen afbreuk gedaan wordt aan het voorgeveluitzicht Publiciteit in de voortuinzone is verboden P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 16

19 Art. 3. Zone voor wonen, woontype 3 TOELICHTEND Gebiedscategorie Wonen, cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, art Bestemming Hoofdbestemming: Wonen, onder de vorm van eengezinswoningen Nevenbestemming: Woningtype 3. Deze variante type vertoont muurbanden en boogruggen van alternerende witte baksteen ter verfraaiing van het gevelparement en een dakvenster boven de centrale, gekoppelde deurtraveeën. Achteraan, eertijds alleenstaand gemeenschappelijk dienstgebouwtje (nok loodrecht op straat). Kantoren: diensten of vrije beroepen Kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid met verkoop gerelateerd aan de bedrijvigheid ter plaatse Nevenbestemmingen zijn maximum 100 m² vloeroppervlakte. Nevenbestemmingen mogen geen hinder veroorzaken voor de hoofdbestemming. Inplanting van de gebouwen Het oorspronkelijke hoofdvolume is het gebouwvolume onder het hoofdzadeldak. De bestaande voorbouwlijn en de bestaande bouwbreedte van het oorspronkelijke hoofdvolume blijft van kracht, ook bij heropbouw, vernieuwbouw, restauratie, renovatie, Het behoud en/of herstel van het oorspronkelijke hoofdvolume is verplicht. Uitbreidingen gebeuren steeds achter en aansluitend aan het oorspronkelijke hoofdvolume, rekening houdende met: o Ondergeschikt aan het oorspronkelijke hoofdvolume o Totale bouwdiepte vanaf de voorgevellijn is maximum 20 m o Een bouwvrije zone van minimum 4 m vanaf de laterale perceelsgrens, behoudens in P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 17

20 Een herverkaveling kan enkel als de halfopen bebouwing in zijn totaliteit gerealiseerd kan worden. Het betekent dus dat voor het bouwen van de nieuwe gekoppelde enkelhuizen een minimumbreedte van 28 m beschikbaar moet zijn: Maximum 10 m bouwbreedte + 4 m bouwvrije zate = 14 m x 2 = 28 m. bestaande gevallen die minder dan 4 m zijn. In voorkomend geval moet de bestaande bouwvrije zate verplicht behouden blijven. o Bouwbreedte is maximum 10 m, vanaf de gemeenschappelijke kavelgrens, indien voldaan wordt aan het vorige punt. Halfopen bebouwing in de vorm van gekoppelde enkelhuizen is verplicht. Een open bebouwingstypologie is niet toegestaan. De voorgevel per woning heeft een breedte van minimum 8 m, en maximum 10 m. Naast de bouwvrije laterale perceelsgrens is een bouwvrije zone van minimum 4 m verplicht. Bij herverkaveling van percelen of gegroepeerde percelen moet de nieuwe perceelbreedte minimum 14 m breed zijn. Bouwhoogte Bij verbouwingen aan het oorspronkelijke hoofdvolume of bij heropbouw mag niet afgeweken worden van de bestaande bouwhoogte, kroonlijsthoogte en/of dakhelling Uitbreidingen: de maximale bouwhoogte is gelijk aan de nokhoogte van het bestaande hoofdvolume, waarbij de uitbreiding qua volume en voorkomen steeds ondergeschikt zal zijn aan het bestaande hoofdvolume Dakvorm Oorspronkelijk hoofdvolume: hellend dak gelijk aan bestaande dakvorm Uitbreidingen: o plat dak: In het platte dak zijn lichtkoepels of lichtstraten toegelaten o Hellend dak: zelfde dakhelling als bestaand hoofdvolume en afwaterend naar het eigen perceel o Andere dakvormen zijn niet toegestaan Dakramen zijn toegelaten voor zover ze in het dakvlak gelegen zijn. Aan de voorzijde zijn maximum 2 dakramen - die de raam- en deurgeleding volgen - toegelaten. Extra dakkapellen P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 18

21 Voor werken aan het bestaande hoofdvolume zal het materiaal hetzelfde zijn als het bestaande volume, in het bijzonder een handgevormde donkerrode baksteen. Voor de uitbreidingen worden dezelfde materialen gebruikt, ofwel wordt gekozen voor een hedendaags materiaal dat de ondergeschiktheid aan het hoofdvolume onderschrijft. Hieronder worden onder andere verstaan: glas, hout, kleinschalige staalplaten, trespaplaten, en dergelijke meer. Materialen of verticale dakramen zijn niet toegelaten. De gebruikte materialen van al de bouwdelen en van de bouwwerken, dienen zowel duurzaam, esthetisch verantwoord als aangepast aan de omgeving en het karakter van de oorspronkelijke tuinwijkgedachte te zijn. Voor de uitbreidingen worden sobere materialen gekozen die het ondergeschikt karakter van de uitbreiding ten opzichte van het bestaande hoofdvolume ondersteunen. Inrichting van de onbebouwde ruimte Bodemreliëf Bij het bouwen of verbouwen van een gebouw moeten de peilen van het bestaande bodemoppervlak behouden blijven. Indien er zich op het perceel een hoogteverschil van meer dan 0,50m voordoet dient een hoogteplan bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag gevoegd te worden. Tuinzone Voor- en zijtuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als voor-/zijtuin, het inrichten van niet overdekte parkeerplaatsen is toegelaten De kavelgrenzen in de voortuin (voor de voorgevellijn) worden afgebakend met een haag die maximum 1.20 m hoog mag zijn. Vanaf de voorgevellijn naar achter toe is de hoogte maximum 2.00 m hoog Er wordt slechts één inrit per perceel toegestaan. De inrit is maximum 3 m breed en is open of voorzien van een poort die maximum 1.20 m hoog mag zijn P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 19

22 Bij een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan tot 30% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn Bij andere bestemmingen worden verhardingen toegestaan tot 70% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn De niet verharde ruimte wordt beplant De plaatsing van goederen, afval, wrakken, containers en dergelijke is verboden Gebouwen zijn in deze zone niet toegelaten Achtertuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als tuin horende bij de woonfunctie, het inrichten van parkeerplaatsen is enkel toegelaten in functie van de woonbestemming, waarbij het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Verhardingen gebeuren in duurzame materialen In geval van een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan onder andere i.f.v. tuinpaden en terrassen. Zij worden tot een minimum beperkt en het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Achter de woningen is op de gemeenschappelijke perceelsgrens een tuinmuur of een haag toegestaan, dit om optimale privacy te garanderen. In geval van een tuinmuur moet de materialisering gelijkaardig zijn aan die van het hoofdgebouw en bedraagt de maximum hoogte 2.40 m. Bijgebouwen (=losstaande gebouwen) In het achtertuingebied is één (1) bijgebouw, aanvullend op de hoofd- of nevenbestemming toegelaten. De maximum oppervlakte bedraagt 40 m². Bij hoekpercelen kan de positionering van de bijgebouwen bekeken worden in functie van de perceelsconfiguratie. Dit bijgebouw mag net als het oorspronkelijke hoofdvolume op de gemeenschappelijke bebouwde perceelsgrens opgetrokken worden of op minimum 2m ten opzichte van de andere kavelgrenzen Het bijgebouw is van eenzelfde architecturale kwaliteit qua materialen en uitzicht als het oorspronkelijke hoofdvolume of de uitbreiding P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 20

23 De bouwhoogte bedraagt maximum 3 m, gemeten van maaiveld tot bovenkant kroonlijst De dakvorm is plat of hellend met een helling gelijk aan deze van het hoofdvolume. De nokhoogte is maximum 6 m hoog gemeten vanaf het maaiveld. Publiciteit Publiciteit is enkel toegelaten in functie van het kenbaar maken van een nevenfunctie Publiciteit is enkel toegelaten als gevelplaat dwars op de gevel, beperkt in afmeting zodat er geen afbreuk gedaan wordt aan het voorgeveluitzicht Publiciteit in de voortuinzone is verboden P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 21

24 Art. 4. Zone voor wonen, woontype 4 TOELICHTEND Gebiedscategorie Wonen, cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, art Bestemming Hoofdbestemming: Wonen, onder de vorm van eengezinswoningen Nevenbestemming: Woningtype 4. Drie traveeën brede, van een rechte muizentand voorziene enkelhuizen in spiegelbeeld, doch met deuren in de uiterste travee en aanleunend bijbouwtje onder lessenaarsdak. Hier wordt het bakstenen parement verlevendigd door gecementeerde muurbanden. Dit eerder uitzonderlijk type komt alleen voor aan de noordzijde van de Hospitaalstraat. Kantoren: diensten of vrije beroepen Kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid met verkoop gerelateerd aan de bedrijvigheid ter plaatse Nevenbestemmingen zijn maximum 100 m² vloeroppervlakte. Nevenbestemmingen mogen geen hinder veroorzaken voor de hoofdbestemming. Inplanting van de gebouwen Het oorspronkelijke hoofdvolume is het gebouwvolume onder het hoofdzadeldak + het voorkomende aanleunende bijgebouwtje. Het behoud en/of herstel van het lessenaarsdak van het bijgebouwtje staat voorop. De bestaande voorbouwlijn en de bestaande bouwbreedte Het behoud en/of herstel van het oorspronkelijke hoofdvolume is verplicht. Uitbreidingen gebeuren steeds achter en aansluitend aan het oorspronkelijke hoofdvolume, rekening houdende met: o Ondergeschikt aan het oorspronkelijke hoofdvolume o Totale bouwdiepte vanaf de voorgevellijn is maximum 20 m o Een bouwvrije zone van minimum 4 m vanaf de laterale perceelsgrens, behoudens in P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 22

25 van het oorspronkelijke hoofdvolume blijft van kracht, ook bij heropbouw, vernieuwbouw, restauratie, renovatie, o Bouwhoogte bestaande gevallen die minder dan 4 m zijn. In voorkomend geval moet de bestaande bouwvrije zate verplicht behouden blijven. Bouwbreedte is minder of gelijk aan de bestaande breedte van het oorspronkelijke hoofdvolume, waarbij de bestaande zijgevel van het oorspronkelijke hoofdvolume de uiterste bouwlijn aangeeft ten opzichte van de zijdelingse perceelsgrens Voor werken aan het bestaande hoofdvolume zal het materiaal hetzelfde zijn als het bestaande volume, in het bijzon- Bij verbouwingen aan het oorspronkelijke hoofdvolume of bij heropbouw mag niet afgeweken worden van de bestaande bouwhoogte, kroonlijsthoogte en/of dakhelling Uitbreidingen: de maximale bouwhoogte is gelijk aan de nokhoogte van het bestaande hoofdvolume, waarbij de uitbreiding qua volume en voorkomen steeds ondergeschikt zal zijn aan het bestaande hoofdvolume Dakvorm Oorspronkelijk volume: hellend dak gelijk aan bestaande dakvorm Uitbreidingen: o plat dak: In het platte dak zijn lichtkoepels of lichtstraten toegelaten o Hellend dak: zelfde dakhelling als bestaand hoofdvolume en afwaterend naar het eigen perceel o Andere dakvormen zijn niet toegestaan Dakramen zijn toegelaten voor zover ze in het dakvlak gelegen zijn. Aan de voorzijde zijn maximum 3 dakramen - die de raam- en deurgeleding volgen - toegelaten. Dakkapellen of verticale dakramen zijn niet toegelaten. Materialen De gebruikte materialen van al de bouwdelen en van de bouwwerken, dienen zowel duurzaam, esthetisch verantwoord als aangepast aan de omgeving en het karakter van de oorspronkelijke tuinwijkge- P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 23

26 der een handgevormde donkerrode baksteen. Voor de uitbreidingen worden dezelfde materialen gebruikt, ofwel wordt gekozen voor een hedendaags materiaal dat de ondergeschiktheid aan het hoofdvolume onderschrijft. Hieronder worden onder andere verstaan: glas, hout, kleinschalige staalplaten, trespaplaten, en dergelijke meer. dachte te zijn. Voor de uitbreidingen worden sobere materialen gekozen die het ondergeschikt karakter van de uitbreiding ten opzichte van het bestaande hoofdvolume ondersteunen. Inrichting van de onbebouwde ruimte Bodemreliëf Bij het bouwen of verbouwen van een gebouw moeten de peilen van het bestaande bodemoppervlak behouden blijven. Indien er zich op het perceel een hoogteverschil van meer dan 0,50m voordoet dient een hoogteplan bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag gevoegd te worden. Tuinzone Voor- en zijtuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als voor-/zijtuin, het inrichten van niet overdekte parkeerplaatsen is toegelaten De kavelgrenzen in de voortuin (voor de voorgevellijn) worden afgebakend met een haag die maximum 1.20 m hoog mag zijn. Vanaf de voorgevellijn naar achter toe is de hoogte maximum 2.00 m hoog Er wordt slechts één inrit per perceel toegestaan. De inrit is maximum 3 m breed en is open of voorzien van een poort die maximum 1.20 m hoog mag zijn Bij een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan tot 30% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn Bij andere bestemmingen worden verhardingen toegestaan tot 70% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn De niet verharde ruimte wordt beplant De plaatsing van goederen, afval, wrakken, containers en dergelijke is verboden P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 24

27 Gebouwen zijn in deze zone niet toegelaten Achtertuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als tuin horende bij de woonfunctie, het inrichten van parkeerplaatsen is enkel toegelaten in functie van de woonbestemming, waarbij het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Verhardingen gebeuren in duurzame materialen In geval van een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan onder andere i.f.v. tuinpaden en terrassen. Zij worden tot een minimum beperkt en het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Achter de woningen is op de gemeenschappelijke perceelsgrens een tuinmuur of een haag toegestaan, dit om optimale privacy te garanderen. In geval van een tuinmuur moet de materialisering gelijkaardig zijn aan die van het hoofdgebouw en bedraagt de maximum hoogte 2.40 m. Bijgebouwen (=losstaande gebouwen) In het achtertuingebied is één (1) bijgebouw, aanvullend op de hoofd- of nevenbestemming toegelaten. De maximum oppervlakte bedraagt 40 m². Bij hoekpercelen kan de positionering van de bijgebouwen bekeken worden in functie van de perceelsconfiguratie. Dit bijgebouw mag net als het oorspronkelijke hoofdvolume op de gemeenschappelijke bebouwde perceelsgrens opgetrokken worden of op minimum 2m ten opzichte van de andere kavelgrenzen Het bijgebouw is van eenzelfde architecturale kwaliteit qua materialen en uitzicht als het oorspronkelijke hoofdvolume of de uitbreiding De bouwhoogte bedraagt maximum 3 m, gemeten van maaiveld tot bovenkant kroonlijst De dakvorm is plat of hellend met een helling gelijk aan deze van het hoofdvolume. De nokhoogte is maximum 6 m hoog gemeten vanaf het maaiveld. Publiciteit P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 25

28 Publiciteit is enkel toegelaten in functie van het kenbaar maken van een nevenfunctie. Publiciteit is enkel toegelaten als gevelplaat (plat of dwars) en is van beperkte afmetingen waarbij er geen afbreuk gedaan mag worden aan het voorgeveluitzicht. Publiciteit in de voortuinzone is verboden. Art. 5. Zone voor wonen, woontype 5 TOELICHTEND Gebiedscategorie Wonen, cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, art Bestemming Hoofdbestemming: Wonen, onder de vorm van eengezinswoningen Woningtype 5. Gekoppelde bredere enkelhuizen met woningen van vier traveeën en aanpalend stalletje onder doorlopend zadeldak. Aflijnende overhoekse muizentand. Voordeur en lagere staldeur in de uiterste zijtravee. Dit type met landelijke inslag situeert zich aan de oostkant van de zuidelijke Hotelstraat. Nevenbestemming: Kantoren: diensten of vrije beroepen Kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid met verkoop gerelateerd aan de bedrijvigheid ter plaatse Nevenbestemmingen zijn maximum 100 m² vloeroppervlakte. Nevenbestemmingen mogen geen hinder veroorzaken voor de hoofdbestemming. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 26

29 Het oorspronkelijke hoofdvolume is het gebouwvolume onder het hoofdzadeldak. De bestaande voorbouwlijn en de bestaande bouwbreedte van het oorspronkelijke hoofdvolume blijft van kracht, ook bij heropbouw, vernieuwbouw, restauratie, renovatie, Een herverkaveling kan enkel als de halfopen bebouwing in zijn totaliteit gerealiseerd kan worden. Het betekent dus dat voor het bouwen van de nieuwe gekoppelde enkelhuizen een minimumbreedte van 28 m beschikbaar moet zijn: Maximum 10 m bouwbreedte + 4 m bouwvrije zate = 14 m x 2 = 28 m. Een aantal tussenliggende percelen bieden nog bouwmogelijkheid, hetzij op eigen perceel (tussen Hotelstraat 21 en 31), hetzij op samenvoegen van percelen en herverkaveling (tussen Hotelstraat 15 en 23). Er is gekozen voor een afstand van 15m achter de rooilijn om nieuwe hedendaagse architectuur een groen voorgebied te geven, zodat deze diepere inplanting op die manier respect toont voor de oorspronkelijke architectuur van de originele woningen. Inplanting van de gebouwen Het behoud en/of herstel van het oorspronkelijke hoofdvolume is verplicht. Uitbreidingen gebeuren steeds achter en aansluitend aan het oorspronkelijke hoofdvolume, rekening houdende met: o Ondergeschikt aan het oorspronkelijke hoofdvolume o Totale bouwdiepte vanaf de voorgevellijn is maximum 15 m o Een bouwvrije zone van minimum 4 m vanaf de laterale perceelsgrens, behoudens in bestaande gevallen die minder dan 4 m zijn. In voorkomend geval moet de bestaande bouwvrije zate verplicht behouden blijven. o Bouwbreedte is minder of gelijk aan de bestaande breedte van het oorspronkelijke gebouw, waarbij de bestaande zijgevel van het oorspronkelijke hoofdvolume de uiterste bouwlijn aangeeft ten opzichte van de zijdelingse perceelsgrens Halfopen bebouwing in de vorm van gekoppelde enkelhuizen is verplicht. Een open bebouwingstypologie is niet toegestaan. De voorgevel per woning heeft een breedte van maximum 10 m. Naast de bouwvrije laterale perceelsgrens is een bouwvrije zone van minimum 4 m verplicht. Bij herverkaveling van percelen of gegroepeerde percelen moet de nieuwe perceelbreedte minimum 14 m breedte zijn. Inplanting nieuwbouw tussen de oorspronkelijke gebouwen verdichting van het weefsel: De voorbouwlijn voor nieuwbouw ligt verplicht op 15 m vanaf de rooilijn De bouwdiepte is maximum 15 m en op verdieping maximum 12 m Naast de uiterste vrije zijde van de woning moet een vrije doorgangszate zijn van minimum 4 m. De zijgevel van de nieuwbouw moet worden vormgegeven in functie van het bewaren van de privacy van de aangrenzende percelen. Zichten zijn dan enkel zijdelings mogelijk vanaf de voor- of achtergevel in de tuinzone. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 27

30 Bouwhoogte Bij verbouwingen aan het oorspronkelijke hoofdvolume of bij heropbouw mag niet afgeweken worden van de bestaande bouwhoogte, kroonlijsthoogte en/of dakhelling Uitbreidingen: de maximale bouwhoogte is gelijk aan de nokhoogte van het bestaande hoofdvolume, waarbij de uitbreiding qua volume en voorkomen steeds ondergeschikt zal zijn aan het bestaande hoofdvolume Nieuwbouw tussen de oorspronkelijke gebouwen verdichting van het weefsel: Impressie tussenliggende nieuwbouwmogelijkheid. 2 bouwlagen De vrije zijgevels worden architecturaal zodanig aangepast dat de privacy van de naastliggende bebouwde percelen niet in het gedrang komt. Dakvorm Oorspronkelijk volume: hellend dak gelijk aan bestaande dakvorm Uitbreidingen: o plat dak: In het platte dak zijn lichtkoepels of lichtstraten toegelaten o Hellend dak: zelfde dakhelling als bestaand hoofdvolume en afwaterend naar het eigen perceel o Andere dakvormen zijn niet toegestaan Dakramen zijn toegelaten voor zover ze in het dakvlak gelegen zijn. Aan de voorzijde zijn maximum 4 dakramen - die de raam- en deurgeleding volgen - toegelaten. Dakkapellen of ver- P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 28

31 Voor werken aan het bestaande hoofdvolume zal het materiaal hetzelfde zijn als het bestaande volume, in het bijzonder een handgevormde donkerrode baksteen. Voor de uitbreidingen worden dezelfde materialen gebruikt, ofwel wordt gekozen voor een hedendaags materiaal dat de ondergeschiktheid aan het hoofdvolume onderschrijft. Hieronder worden onder andere verstaan: glas, hout, kleinschalige staalplaten, trespaplaten, en dergelijke meer. ticale dakramen zijn niet toegelaten. Nieuwbouw tussen de oorspronkelijke gebouwen verdichting van het weefsel: Plat dak verplicht Materialen De gebruikte materialen van al de bouwdelen en van de bouwwerken, dienen zowel duurzaam, esthetisch verantwoord als aangepast aan de omgeving en het karakter van de oorspronkelijke tuinwijkgedachte te zijn. Voor de uitbreidingen worden sobere materialen gekozen die het ondergeschikt karakter van de uitbreiding ten opzichte van het bestaande hoofdvolume ondersteunen. Nieuwbouw tussen de oorspronkelijke gebouwen verdichting van het weefsel: Vrije materiaalkeuze gestoeld op duurzaam bouwen en zich inpassend in het bestaande weefsel. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 29

32 Inrichting van de onbebouwde ruimte Bodemreliëf Bij het bouwen of verbouwen van een gebouw moeten de peilen van het bestaande bodemoppervlak behouden blijven. Indien er zich op het perceel een hoogteverschil van meer dan 0,50m voordoet dient een hoogteplan bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag gevoegd te worden. Tuinzone Voor- en zijtuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als voor-/zijtuin, het inrichten van niet overdekte parkeerplaatsen is toegelaten De kavelgrenzen in de voortuin (voor de voorgevellijn) worden afgebakend met een haag die maximum 1.20 m hoog mag zijn. Vanaf de voorgevellijn naar achter toe is de hoogte maximum 2.00 m hoog Er wordt slechts één inrit per perceel toegestaan. De inrit is maximum 3m breed en is open of voorzien van een poort die maximum 1.20 m hoog mag zijn Bij een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan tot 30% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn Bij andere bestemmingen worden verhardingen toegestaan tot 70% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn De niet verharde ruimte wordt beplant De plaatsing van goederen, afval, wrakken, containers en dergelijke is verboden Gebouwen zijn in deze zone niet toegelaten Achtertuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als tuin horende bij de woonfunctie, het inrichten van parkeerplaatsen is enkel toegelaten in functie van de woonbestemming, waarbij het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Verhardingen gebeuren in duurzame materialen P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 30

33 In geval van een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan onder andere i.f.v. tuinpaden en terrassen. Zij worden tot een minimum beperkt en het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Achter de woningen is op de gemeenschappelijke perceelsgrens een tuinmuur of een haag toegestaan, dit om optimale privacy te garanderen. In geval van een tuinmuur moet de materialisering gelijkaardig zijn aan die van het hoofdgebouw en bedraagt de maximum hoogte 2.40 m. Nieuwbouw tussen de oorspronkelijke gebouwen verdichting van het weefsel: bijkomende voorschriften voor de voortuinzone Een tuinmuur of haag ter afbakening van een tuinpatio is toegestaan op de voorgevellijn van de al bestaande oorspronkelijke bebouwing. De hoogte van deze tuinmuur / haag is maximum 1.60 m Er wordt slechts één inrit per perceel toegestaan. De inrit is maximum 3m breed en is open of voorzien van een poort die maximum 1.60 m hoog mag zijn De patiotuin mag - bijkomend op de 30% verharding van de voortuinzone - volledig verhard zijn Achtertuingebied en zijgevelzone De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als tuin horende bij de woonfunctie, het inrichten van parkeerplaatsen is enkel toegelaten in functie van de woonbestemming, waarbij het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Verhardingen gebeuren in duurzame materialen In geval van een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan onder andere i.f.v. tuinpaden en terrassen. Zij worden tot een minimum beperkt en het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Achter de woningen is op de gemeenschappelijke perceelsgrens een tuinmuur of een haag toegestaan, dit om optimale privacy te garanderen. In geval van een tuinmuur moet de materialisering gelijkaardig zijn aan die van het hoofdgebouw en bedraagt de maximum hoogte P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 31

34 2.40 m. Bijgebouwen (=losstaande gebouwen) In het achtertuingebied is één (1) bijgebouw, aanvullend op de hoofd- of nevenbestemming toegelaten. De maximum oppervlakte bedraagt 40 m². Bij hoekpercelen kan de positionering van de bijgebouwen bekeken worden in functie van de perceelsconfiguratie. Dit bijgebouw mag net als het oorspronkelijke hoofdvolume op de gemeenschappelijke bebouwde perceelsgrens opgetrokken worden of op minimum 2 m ten opzichte van de andere kavelgrenzen Het bijgebouw is van eenzelfde architecturale kwaliteit qua materialen en uitzicht als het oorspronkelijke hoofdvolume of de uitbreiding De bouwhoogte bedraagt maximum 3 m, gemeten van maaiveld tot bovenkant kroonlijst De dakvorm is plat of hellend met een helling gelijk aan deze van het hoofdvolume. De nokhoogte is maximum 6 m hoog gemeten vanaf het maaiveld. Publiciteit Publiciteit is enkel toegelaten in functie van het kenbaar maken van een nevenfunctie Publiciteit is enkel toegelaten als gevelplaat (plat of dwars) en is van beperkte afmetingen waarbij er geen afbreuk gedaan mag worden aan het voorgeveluitzicht Publiciteit in de voortuinzone is verboden P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 32

35 Art. 6. Zone voor wonen, woontype 6 TOELICHTEND Gebiedscategorie Wonen, cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, art Bestemming Hoofdbestemming: Wonen, onder de vorm van eengezinswoningen Nevenbestemming: Woningtype 6. Voormalige bediendenwoningen aan de zuidkant van de Hospitaalstraat. Verspreide, eveneens in spiegelbeeld opgestelde en van rechte en overhoekse muizentanden voorziene bediendenwoningen met een gemeenschappelijke uitbouw met venster en zijdeur onder het doorgetrokken schild van het zadeldak. Deze bediendenwoningen vertonen achteraan een haakse gemeenschappelijke aanbouw onder zadeldak. Alle woningen zijn opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Er moet bij verbouwingen, restauratie, renovatie, expliciet rekening gehouden worden met deze erfgoedwaarde. Kantoren: diensten of vrije beroepen Kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid met verkoop gerelateerd aan de bedrijvigheid ter plaatse Nevenbestemmingen zijn maximum 100 m² vloeroppervlakte. Nevenbestemmingen mogen geen hinder veroorzaken voor de hoofdbestemming. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 33

36 Inplanting van de gebouwen Het oorspronkelijke hoofdvolume is het gebouwvolume onder het hoofdzadeldak, inclusief de gemeenschappelijke uitbouw aan de voorzijde. Het behoud en/of herstel van het oorspronkelijke hoofdvolume is verplicht. Uitbreidingen gebeuren steeds achter en aansluitend aan het oorspronkelijke hoofdvolume, rekening houdende met: o Ondergeschikt aan het oorspronkelijke hoofdvolume o Totale bouwdiepte vanaf de langste voorgevellijn exclusief de vooruitbouw bedraagt maximum 18 m o Een bouwvrije zone van minimum 4 m vanaf de laterale perceelsgrens, behoudens in bestaande gevallen die minder dan 4 m zijn. In voorkomend geval moet de bestaande bouwvrije zate verplicht behouden blijven. o Bouwbreedte is maximum 10 m, vanaf de gemeenschappelijke kavelgrens, indien voldaan wordt aan het vorige punt. Bouwhoogte Bij verbouwingen aan het oorspronkelijk hoofdvolume of bij heropbouw mag niet afgeweken worden van de bestaande bouwhoogte, kroonlijsthoogte en/of dakhelling Uitbreidingen: de maximale bouwhoogte is gelijk aan de nokhoogte van het bestaande hoofdvolume, waarbij de uitbreiding qua volume en voorkomen steeds ondergeschikt zal zijn aan het bestaande hoofdvolume Dakvorm Oorspronkelijk volume: hellend dak gelijk aan bestaande dakvorm Dakramen zijn toegelaten voor zover ze in het dakvlak gelegen zijn. Aan de voorzijde zijn maximum 3 dakramen - die de raam- en deurgeleding volgen - toegelaten. Dakkapellen of verticale dakramen zijn niet toegelaten. Uitbreidingen: o plat dak: In het platte dak zijn lichtkoepels of lichtstraten toegelaten P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 34

37 o o Hellend dak: zelfde dakhelling als bestaand hoofdvolume en afwaterend naar het eigen perceel Andere dakvormen zijn niet toegestaan Voor werken aan het bestaande hoofdvolume zal het materiaal hetzelfde zijn als het bestaande volume, in het bijzonder een handgevormde donkerrode baksteen. Voor de uitbreidingen worden dezelfde materialen gebruikt, ofwel wordt gekozen voor een hedendaags materiaal dat de ondergeschiktheid aan het hoofdvolume onderschrijft. Hieronder worden onder andere verstaan: glas, hout, kleinschalige staalplaten, trespaplaten, en dergelijke meer. Materialen De gebruikte materialen van al de bouwdelen en van de bouwwerken, dienen zowel duurzaam, esthetisch verantwoord als aangepast aan de omgeving en het karakter van de oorspronkelijke tuinwijkgedachte te zijn. Voor de uitbreidingen worden sobere materialen gekozen die het ondergeschikt karakter van de uitbreiding ten opzichte van het bestaande hoofdvolume ondersteunen. Inrichting van de onbebouwde ruimte Bodemreliëf Bij het bouwen of verbouwen van een gebouw moeten de peilen van het bestaande bodemoppervlak behouden blijven. Indien er zich op het perceel een hoogteverschil van meer dan 0,50 m voordoet dient een hoogteplan bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag gevoegd te worden. Tuinzone Voor- en zijtuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als voor-/zijtuin, het inrichten van niet overdekte parkeerplaatsen is toegelaten De kavelgrenzen in de voortuin (voor de voorgevellijn) worden afgebakend met een haag die maximum 1.20 m hoog mag zijn. Vanaf de voorgevellijn naar achter toe is de hoogte maximum 2.00 m hoog P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 35

38 Er wordt slechts één inrit per perceel toegestaan. De inrit is maximum 3 m breed en is open of voorzien van een poort die maximum 1.20 m hoog mag zijn Bij een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan tot 30% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn Bij andere bestemmingen worden verhardingen toegestaan tot 70% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn De niet verharde ruimte wordt beplant De plaatsing van goederen, afval, wrakken, containers en dergelijke is verboden Gebouwen zijn in deze zone niet toegelaten Achtertuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als tuin horende bij de woonfunctie, het inrichten van parkeerplaatsen is enkel toegelaten in functie van de woonbestemming, waarbij het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Verhardingen gebeuren in duurzame materialen In geval van een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan onder andere i.f.v. tuinpaden en terrassen. Zij worden tot een minimum beperkt en het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Achter de woningen is op de gemeenschappelijke perceelsgrens een tuinmuur of een haag toegestaan, dit om optimale privacy te garanderen. In geval van een tuinmuur moet de materialisering gelijkaardig zijn aan die van het hoofdgebouw en bedraagt de maximum hoogte 2.40 m. Bijgebouwen (=losstaande gebouwen) In het achtertuingebied is één (1) bijgebouw, aanvullend op de hoofd- of nevenbestemming toegelaten. De maximum oppervlakte bedraagt 40 m². Bij hoekpercelen kan de positionering van de bijgebouwen bekeken worden in functie van de perceelsconfiguratie. Dit bijgebouw mag net als het oorspronkelijke hoofdvolume op de gemeenschappelijke bebouwde perceelsgrens opgetrokken worden of op minimum 2 m ten opzichte van de andere kavelgrenzen P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 36

39 Het bijgebouw is van eenzelfde architecturale kwaliteit qua materialen en uitzicht als het oorspronkelijke hoofdvolume of de uitbreiding De bouwhoogte bedraagt maximum 3 m, gemeten van maaiveld tot bovenkant kroonlijst De dakvorm is plat of hellend met een helling gelijk aan deze van het hoofdvolume. De nokhoogte is maximum 6 m hoog gemeten vanaf het maaiveld. Publiciteit Publiciteit is enkel toegelaten in functie van het kenbaar maken van een nevenfunctie Publiciteit is enkel toegelaten als gevelplaat (plat of dwars) en is van beperkte afmetingen waarbij er geen afbreuk gedaan mag worden aan het voorgeveluitzicht Publiciteit in de voortuinzone is verboden P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 37

40 Art. 7. Zone voor wonen, woontype 7 TOELICHTEND Gebiedscategorie Wonen, cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, art Bestemming Hoofdbestemming: Wonen, onder de vorm van eengezinswoningen Nevenbestemming: Woningtype 7. Voormalige bediendenwoningen bezijdens de oostkant van de noordelijke Kanaalstraat en enkele dubbelwoningen met facade naar de Kerkstraat en naar de Fabrieksstraat. Verspreide, eveneens in spiegelbeeld opgestelde en van rechte muizentanden voorziene bediendenwoningen die zich enerzijds onderscheiden door hun dubbelhuisopstand, hun geknikte zadeldaken, de soms uitgewerkte dakkapellen boven de centrale travee en de haakse aanbouwsels onder lessenaarsdak tegen de uiterste zijden van de achtergevel Alle deze woningen zijn opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Er moet bij verbouwingen, restauratie, renovatie, expliciet rekening gehouden worden Kantoren: diensten of vrije beroepen Kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid met verkoop gerelateerd aan de bedrijvigheid ter plaatse Nevenbestemmingen zijn maximum 100 m² vloeroppervlakte. Nevenbestemmingen mogen geen hinder veroorzaken voor de hoofdbestemming. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 38

41 met deze erfgoedwaarde. Inplanting van de gebouwen Het oorspronkelijke hoofdvolume is het gebouwvolume onder het geknikte hoofdzadeldak. Het behoud en/of herstel van het oorspronkelijke hoofdvolume is verplicht. Uitbreidingen gebeuren steeds achter en aansluitend aan het oorspronkelijke hoofdvolume, rekening houdende met: o Ondergeschikt aan het oorspronkelijke hoofdvolume o Totale bouwdiepte vanaf de voorgevellijn exclusief de vooruitbouw is maximum 18 m. o Breedte is minder of gelijk aan de bestaande breedte van het oorspronkelijke hoofdvolume, waarbij de bestaande zijgevel van het oorspronkelijke hoofdvolume de uiterste bouwlijn aangeeft ten opzichte van de zijdelingse perceelsgrens Bouwhoogte Bij verbouwingen aan het oorspronkelijk hoofdvolume of bij heropbouw mag niet afgeweken worden van de bestaande bouwhoogte, kroonlijsthoogte en/of dakhelling Uitbreidingen: de maximale bouwhoogte is gelijk aan de nokhoogte van het bestaande hoofdvolume, waarbij de uitbreiding qua volume en voorkomen steeds ondergeschikt zal zijn aan het bestaande hoofdvolume Dakvorm Oorspronkelijk volume: geknikt zadeldak gelijk aan bestaande dakvorm Extra dakkapellen of dakramen in het geknikte zadeldak zijn niet toegestaan Uitbreidingen: o plat dak: In het platte dak zijn lichtkoepels of lichtstraten toegelaten o Hellend dak: zelfde dakhelling als bestaand hoofdvolume en afwaterend naar het eigen perceel o Andere dakvormen zijn niet toegestaan P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 39

42 Voor werken aan het bestaande hoofdvolume zal het materiaal hetzelfde zijn als het bestaande volume, in het bijzonder een handgevormde donkerrode baksteen. Voor de uitbreidingen worden dezelfde materialen gebruikt, ofwel wordt gekozen voor een hedendaags materiaal dat de ondergeschiktheid aan het hoofdvolume onderschrijft. Hieronder worden onder andere verstaan: glas, hout, kleinschalige staalplaten, trespaplaten, en dergelijke meer. Materialen De gebruikte materialen van al de bouwdelen en van de bouwwerken, dienen zowel duurzaam, esthetisch verantwoord als aangepast aan de omgeving en het karakter van de oorspronkelijke tuinwijkgedachte te zijn. Voor de uitbreidingen worden sobere materialen gekozen die het ondergeschikt karakter van de uitbreiding ten opzichte van het bestaande hoofdvolume ondersteunen. Inrichting van de onbebouwde ruimte Bodemreliëf Bij het bouwen of verbouwen van een gebouw moeten de peilen van het bestaande bodemoppervlak behouden blijven. Indien er zich op het perceel een hoogteverschil van meer dan 0,50 m voordoet dient een hoogteplan bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag gevoegd te worden. Tuinzone Voor- en zijtuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als voor-/zijtuin, het inrichten van niet overdekte parkeerplaatsen is toegelaten De kavelgrenzen in de voortuin (voor de voorgevellijn) worden afgebakend met een haag die maximum 1.20 m hoog mag zijn. Vanaf de voorgevellijn naar achter toe is de hoogte maximum 2.00 m hoog Er wordt slechts één inrit per perceel toegestaan. De inrit is maximum 3m breed en is open of voorzien van een poort die maximum 1.20 m hoog mag zijn Bij een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan tot 30% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn Bij andere bestemmingen worden verhardingen toegestaan tot 70% van de onbebouwde zone P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 40

43 tussen de rooilijn en de achtergevellijn De niet verharde ruimte wordt beplant De plaatsing van goederen, afval, wrakken, containers en dergelijke is verboden Gebouwen zijn in deze zone niet toegelaten Achtertuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als tuin horende bij de woonfunctie, het inrichten van parkeerplaatsen is enkel toegelaten in functie van de woonbestemming, waarbij het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Verhardingen gebeuren in duurzame materialen In geval van een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan onder andere i.f.v. tuinpaden en terrassen. Zij worden tot een minimum beperkt en het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Achter de woningen is op de gemeenschappelijke perceelsgrens een tuinmuur of een haag toegestaan, dit om optimale privacy te garanderen. In geval van een tuinmuur moet de materialisering gelijkaardig zijn aan die van het hoofdgebouw en bedraagt de maximum hoogte 2.40 m. Bijgebouwen (=losstaande gebouwen) In het achtertuingebied is één (1) bijgebouw, aanvullend op de hoofd- of nevenbestemming toegelaten. De maximum oppervlakte bedraagt 40m². Bij hoekpercelen kan de positionering van de bijgebouwen bekeken worden in functie van de perceelsconfiguratie. Dit bijgebouw mag net als het oorspronkelijke hoofdvolume op de gemeenschappelijke bebouwde perceelsgrens opgetrokken worden of op minimum 2 m ten opzichte van de andere kavelgrenzen Het bijgebouw is van eenzelfde architecturale kwaliteit qua materialen en uitzicht als het oorspronkelijke hoofdvolume of de uitbreiding De bouwhoogte bedraagt maximum 3 m, gemeten van maaiveld tot bovenkant kroonlijst De dakvorm is plat of hellend met een helling gelijk aan deze van het hoofdvolume. De nok- P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 41

44 Publiciteit hoogte is maximum 6 m hoog gemeten vanaf het maaiveld. Publiciteit is enkel toegelaten in functie van het kenbaar maken van een nevenfunctie Publiciteit is enkel toegelaten als gevelplaat (plat of dwars) en is van beperkte afmetingen waarbij er geen afbreuk gedaan mag worden aan het voorgeveluitzicht Publiciteit in de voortuinzone is verboden P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 42

45 Art. 8. Zone voor wonen, woontype 8 TOELICHTEND Gebiedscategorie Woningtype 8. Alleenstaande villa s op eigen perceel. Deze woningen zijn van een grotere orde dan de voormalige arbeiders- en bediendenwoningen. Het gaat veelal om villa s van het voormalige kaderpersoneel of ingenieurs, de voormalige pastorie, de voormalige schoolmeesterswoning. Alle villa s binnen deze zone voor wonen zijn opgenomen in de lijst van het bouwkundig erfgoed en komen in aanmerking voor bescherming. Er moet bij verbouwingen, restauratie, renovatie, expliciet rekening gehouden worden met deze erfgoedwaarde. Wonen, cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, art Bestemming Hoofdbestemming: Wonen o Eengezinswoningen o Meergezinswoningbouw (max 2 wooneenheden) Nevenbestemming: Kantoren: diensten of vrije beroepen Kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid met verkoop gerelateerd aan de bedrijvigheid ter plaatse Gastenkamers, restaurant Nevenbestemmingen mogen geen hinder veroorzaken voor de hoofdbestemming. Inplanting van de gebouwen De bestaande inplanting van de oorspronkelijke gebouwen blijft onverminderd van kracht Uitbreidingen vast aan het hoofdvolume toegelaten tot maximum 20 % van het oorspronkelijke hoofdvolume. Het behoud van de bestaande bebouwing staat voorop. Bouwen in tweede orde is niet toegestaan. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 43

46 Voor werken aan het bestaande hoofdvolume zal het materiaal hetzelfde zijn als het bestaande volume, in het bijzonder een handgevormde donkerrode baksteen. Voor de uitbreidingen worden dezelfde materialen gebruikt, ofwel wordt gekozen voor een hedendaags materiaal dat Een bouwvrije zone van minimum 3 m vanaf de perceelgrenzen, behoudens in bestaande gevallen die minder dan 3 m zijn. In voorkomend geval moet de bestaande bouwvrije zate verplicht behouden blijven (geen uitbreiding mogelijk). Bouwhoogte Bij verbouwingen aan het oorspronkelijke hoofdvolume of bij heropbouw mag niet afgeweken worden van de bestaande bouwhoogte, kroonlijsthoogte en/of dakhelling Uitbreidingen: de maximale bouwhoogte is gelijk aan de nokhoogte van het bestaande hoofdvolume, waarbij de uitbreiding qua volume en voorkomen steeds ondergeschikt zal zijn aan het bestaande hoofdvolume Dakvorm Oorspronkelijk volume: hellend dak gelijk aan bestaande dakvorm Dakramen zijn toegelaten voor zover ze in het dakvlak gelegen zijn. Dakkapellen of verticale dakramen zijn niet toegelaten. Uitbreidingen: o Plat dak: In het platte dak zijn lichtkoepels of lichtstraten toegelaten o Hellend dak: zelfde dakhelling als bestaand hoofdvolume en afwaterend naar het eigen perceel o Andere dakvormen zijn niet toegestaan Materialen De gebruikte materialen van al de bouwdelen en van de bouwwerken, dienen zowel duurzaam, esthetisch verantwoord als aangepast aan de omgeving en het karakter van de oorspronkelijke tuinwijkgedachte te zijn. Voor de uitbreidingen worden sobere materialen gekozen die het ondergeschikt karakter van de uitbreiding ten opzichte van het bestaande hoofdvolume ondersteunen. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 44

47 de ondergeschiktheid aan het hoofdvolume onderschrijft. Hieronder worden onder andere verstaan: glas, hout, kleinschalige staalplaten, trespaplaten, en dergelijke meer. Inrichting van de onbebouwde ruimte Bodemreliëf Bij het bouwen of verbouwen van een gebouw moeten de peilen van het bestaande bodemoppervlak behouden blijven. Indien er zich op het perceel een hoogteverschil van meer dan 0,50 m voordoet dient een hoogteplan bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag gevoegd te worden. Tuinzone Voor- en zijtuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als voor-/zijtuin, het inrichten van niet overdekte parkeerplaatsen is toegelaten De kavelgrenzen in de voortuin (voor de voorgevellijn) worden afgebakend met een haag die maximum 1.20 m hoog mag zijn. Vanaf de voorgevellijn naar achter toe is de hoogte maximum 2.00 m hoog Er wordt slechts één inrit per perceel toegestaan. De inrit is maximum 3 m breed en is open of voorzien van een poort die maximum 1.20 m hoog mag zijn Bij een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan tot 30% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn Bij andere bestemmingen worden verhardingen toegestaan tot 70% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn De niet verharde ruimte wordt beplant De plaatsing van goederen, afval, wrakken, containers en dergelijke is verboden Gebouwen zijn in deze zone niet toegelaten P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 45

48 Achtertuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als tuin horende bij de woonfunctie, het inrichten van parkeerplaatsen is enkel toegelaten in functie van de woonbestemming, waarbij het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Verhardingen gebeuren in duurzame materialen In geval van een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan onder andere i.f.v. tuinpaden en terrassen. Zij worden tot een minimum beperkt en het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Bijgebouwen (=losstaande gebouwen) In het achtertuingebied is één (1) bijgebouw, aanvullend op de hoofd- of nevenbestemming toegelaten. De maximum oppervlakte bedraagt 40 m². Bij hoekpercelen kan de positionering van de bijgebouwen bekeken worden in functie van de perceelsconfiguratie. Dit bijgebouw mag net als het oorspronkelijke hoofdvolume op de gemeenschappelijke bebouwde perceelsgrens opgetrokken worden of op minimum 2m ten opzichte van de andere kavelgrenzen Het bijgebouw is van eenzelfde architecturale kwaliteit qua materialen en uitzicht als het oorspronkelijke hoofdvolume of de uitbreiding De bouwhoogte bedraagt maximum 3 m, gemeten van maaiveld tot bovenkant kroonlijst De dakvorm is plat of hellend met een helling gelijk aan deze van het hoofdvolume. De nokhoogte is maximum 6 m hoog gemeten vanaf het maaiveld. Publiciteit Publiciteit is enkel toegelaten in functie van het kenbaar maken van een nevenfunctie Publiciteit is enkel toegelaten als gevelplaat (plat of dwars) en is van beperkte afmetingen waarbij er geen afbreuk gedaan mag worden aan het voorgeveluitzicht Publiciteit in de voortuinzone is verboden P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 46

49 Art. 9. Zone voor wonen, woontype 9 TOELICHTEND Gebiedscategorie Woningtype 9. Gespiegelde of halfopen villa s in ruime tuin met oude bomen. Twee villa s en tuinen (Tennislaan nrs 2 en 4) binnen deze zone voor wonen zijn opgenomen zijn in de lijst van het bouwkundig erfgoed en komen in aanmerking voor bescherming. Er moet bij verbouwingen, restauratie, renovatie, expliciet rekening gehouden worden met deze erfgoedwaarde van deze gebouwen. Wonen, cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, art Bestemming Hoofdbestemming: Wonen o Eengezinswoningen o Meergezinswoningbouw (maximum 2 wooneenheden) Nevenbestemming: Kantoren: diensten of vrije beroepen Kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid met verkoop gerelateerd aan de bedrijvigheid ter plaatse Gastenkamers, restaurant Nevenbestemmingen mogen geen hinder veroorzaken voor de hoofdbestemming. Inplanting van de gebouwen De bestaande inplanting van de oorspronkelijke gebouwen blijft onverminderd van kracht Uitbreidingen vast aan het hoofdvolume toegelaten tot maximum 20 % van het oorspronkelijke hoofdvolume. Het behoud van de bestaande bebouwing staat voorop. Bouwen in tweede orde is niet toegestaan. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 47

50 Voor werken aan het bestaande hoofdvolume zal het materiaal hetzelfde zijn als het bestaande volume, in het bijzonder een handgevormde donkerrode baksteen. Voor de uitbreidingen worden dezelfde materialen gebruikt, ofwel wordt gekozen voor een hedendaags materiaal dat de ondergeschiktheid aan het hoofdvolume onderschrijft. Hieronder worden onder andere verstaan: glas, hout, kleinschalige staalplaten, trespaplaten, en dergelijke meer. Bouwhoogte Bij verbouwingen aan het oorspronkelijk hoofdvolume of bij heropbouw mag niet afgeweken worden van de bestaande bouwhoogte, kroonlijsthoogte en/of dakhelling Uitbreidingen: de maximale bouwhoogte is gelijk aan de nokhoogte van het bestaande hoofdvolume, waarbij de uitbreiding qua volume en voorkomen steeds ondergeschikt zal zijn aan het bestaande hoofdvolume Dakvorm Oorspronkelijk volume: hellend dak gelijk aan bestaande dakvorm Dakramen zijn toegelaten voor zover ze in het dakvlak gelegen zijn. Dakkapellen of verticale dakramen zijn niet toegelaten. Uitbreidingen: o plat dak: In het platte dak zijn lichtkoepels of lichtstraten toegelaten o Hellend dak: zelfde dakhelling als bestaand hoofdvolume en afwaterend naar het eigen perceel o Andere dakvormen zijn niet toegestaan Materialen De gebruikte materialen van al de bouwdelen en van de bouwwerken, dienen zowel duurzaam, esthetisch verantwoord als aangepast aan de omgeving en het karakter van de oorspronkelijke tuinwijkgedachte te zijn. Voor de uitbreidingen worden sobere materialen gekozen die het ondergeschikt karakter van de uitbreiding ten opzichte van het bestaande hoofdvolume ondersteunen. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 48

51 Inrichting van de onbebouwde ruimte Bodemreliëf Bij het bouwen of verbouwen van een gebouw moeten de peilen van het bestaande bodemoppervlak behouden blijven. Indien er zich op het perceel een hoogteverschil van meer dan 0,50 m voordoet dient een hoogteplan bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag gevoegd te worden. Tuinzone Voorgevelzone (voortuin) Voor- en zijtuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als voor-/zijtuin, het inrichten van niet overdekte parkeerplaatsen is toegelaten De kavelgrenzen in de voortuin (voor de voorgevellijn) worden afgebakend met een haag die maximum 1.20 m hoog mag zijn. Vanaf de voorgevellijn naar achter toe is de hoogte maximum 2.00 m hoog Er wordt slechts één inrit per perceel toegestaan. De inrit is maximum 3 m breed en is open of voorzien van een poort die maximum 1.20 m hoog mag zijn Bij een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan tot 30% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn Bij andere bestemmingen worden verhardingen toegestaan tot 70% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn De niet verharde ruimte wordt beplant De plaatsing van goederen, afval, wrakken, containers en dergelijke is verboden Gebouwen zijn in deze zone niet toegelaten Achtertuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als tuin horende bij de woonfunctie, het inrichten van parkeerplaatsen is enkel toegelaten in functie van de woonbestemming, waarbij P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 49

52 het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Verhardingen gebeuren in duurzame materialen In geval van een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan onder andere i.f.v. tuinpaden en terrassen. Zij worden tot een minimum beperkt en het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Achter de woningen is op de gemeenschappelijke perceelsgrens een tuinmuur of een haag toegestaan, dit om optimale privacy te garanderen. In geval van een tuinmuur moet de materialisering gelijkaardig zijn aan die van het hoofdgebouw en bedraagt de maximum hoogte 2.40 m. Bijgebouwen (=losstaande gebouwen) In het achtertuingebied is één (1) bijgebouw, aanvullend op de hoofd- of nevenbestemming toegelaten. De maximum oppervlakte bedraagt 40 m². Bij hoekpercelen kan de positionering van de bijgebouwen bekeken worden in functie van de perceelsconfiguratie. Dit bijgebouw mag net als het oorspronkelijke hoofdvolume op de gemeenschappelijke bebouwde perceelsgrens opgetrokken worden of op minimum 2m ten opzichte van de andere kavelgrenzen Het bijgebouw is van eenzelfde architecturale kwaliteit qua materialen en uitzicht als het oorspronkelijke hoofdvolume of de uitbreiding De bouwhoogte bedraagt maximum 3 m, gemeten van maaiveld tot bovenkant kroonlijst De dakvorm is plat of hellend met een helling gelijk aan deze van het hoofdvolume. De nokhoogte is maximum 6 m hoog gemeten vanaf het maaiveld. Publiciteit Publiciteit is enkel toegelaten in functie van het kenbaar maken van een nevenfunctie. Publiciteit is enkel toegelaten als gevelplaat (plat of dwars) en is van beperkte afmetingen waarbij er geen afbreuk gedaan mag worden aan het voorgeveluitzicht. Publiciteit in de voortuinzone is verboden. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 50

53 Art. 10. Zone voor wonen, woontype 10 TOELICHTEND Gebiedscategorie Woningtype 10. Sociaal woonproject Kempisch Tehuis. Wonen, cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, art Bestemming Hoofdbestemming: Wonen o Grondgebonden woningen o Meergezinswoningbouw Nevenbestemming: Niet toegelaten Bebouwingscoëfficient De totale oppervlakte van de zone (T) bedraagt 7191 m² (grafisch bepaald). De bebouwde oppervlakte (B), bepaald op basis van de bouwplannen is 1925 m² voor de 2 bouwblokken samen. De huidige B/T is dus ca B/T maximum 0.5 Inplanting van de gebouwen Gebouw A moet zich steeds aanpassen aan de ritmiek van de in het verlengde liggende bestaande schoolgebouwen. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 51

54 Bouwhoogte Max 2 bouwlagen Dakvorm Vrij Bij plat dak kan een 3 e bouwlaag binnen het gabarit van het hellende dak. Bij hellend dak is slechts één laag in het gabarit van het dak toegelaten, enkel voor private lokalen van de onderliggende woongelegenheden, zoals slaapvertrekken en sanitaire ruimten,... Materialen Vrije materiaalkeuze gestoeld op duurzaam bouwen en zich inpassend in het bestaande weefsel. Inrichting van de onbebouwde ruimte Bodemreliëf Bij het bouwen of verbouwen van een gebouw moeten de peilen van het bestaande bodemoppervlak behouden blijven. Indien er zich op het perceel een hoogteverschil van meer dan 0,50 m voordoet dient een hoogteplan bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag gevoegd te worden. Tuinzone Elke woongelegenheid moet over een private buitenruimte aansluitend bij de woning kunnen beschikken. Minimale oppervlakte van 10 m² per wooneenheid. Dit kan onder de vorm van tuinen, terrassen of patio s. De lengte van de kleinste zijde bedraagt in alle gevallen minimum 2 m. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 52

55 Deels privaat Deels semipubliek Parkeren Parkeren op eigen terrein is verplicht Publiciteit Verboden P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 53

56 Art. 11. Zone voor wonen W1 TOELICHTEND Gebiedscategorie Bestaande alleenstaande open bebouwing op eigen perceel. Wonen, cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, art Bestemming Hoofdbestemming: Wonen, onder de vorm van eengezinswoningen Nevenbestemming: Kantoren: diensten of vrije beroepen Kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid met verkoop gerelateerd aan de bedrijvigheid ter plaatse Gastenkamers, restaurant Nevenbestemmingen mogen geen hinder veroorzaken voor de hoofdbestemming. Inplanting van de gebouwen De inplanting van de bestaande gebouwen moet behouden blijven aan de Voetbalstraat. Aan de Kerkstraat kan de inplanting van de bebouwing wijzigen in functie van een aanvaardbare inplanting op het perceel in relatie met de aangrenzende percelen en met respect voor de bouwvrije zone van min. 3 m vanaf de perceelgrenzen. Uitbreidingen vast aan het hoofdvolume toegelaten tot maximum 20% van het oorspronkelijke hoofdvolume. Bouwen in tweede orde is niet toegestaan. Een bouwvrije zone van minimum 3 m vanaf de perceelgrenzen, behoudens in bestaande ge- P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 54

57 Bouwhoogte vallen die minder dan 3 m zijn. In voorkomend geval moet de bestaande bouwvrije zate verplicht behouden blijven (geen uitbreiding mogelijk). 2 bouwlagen: kroonlijsthoogte bovenkant maximum 6 m Bouwdiepte Aan de Kerkstraat: de maximaal toegelaten bouwdiepte is die van het aangrenzend perceel artikel 14 Aan de Voetbalstraat: de maximaal toegelaten bouwdiepte is de bestaande bouwdiepte, rekening houdend met de toegestane uitbreidingsmogelijkheid Dakvorm De aanleg van groendaken en daktuinen is toegestaan. Hellend dak Uitbreidingen: o plat dak: In het platte dak zijn lichtkoepels of lichtstraten toegelaten o Hellend dak: zelfde dakhelling als bestaand hoofdvolume o Andere dakvormen zijn niet toegestaan Alle gebouwen en constructies worden opgetrokken in duurzame materialen die harmonisch passen in de omgeving. Voor alle gevels dienen de gebruikte materialen zoals gevelmaterialen, dakbedekking, schrijnwerk, beglazing en buitenschrijnwerk duurzaam, esthetisch verantwoord in harmonie met de omgeving te zijn. Voor de van op de Materialen De gebruikte materialen van al de bouwdelen en van de bouwwerken, dienen zowel duurzaam, esthetisch verantwoord als aangepast aan de omgeving en het karakter van de oorspronkelijke tuinwijkgedachte te zijn. Voor de uitbreidingen worden sobere materialen gekozen die het ondergeschikt karakter van de uitbreiding ten opzichte van het bestaande hoofdvolume ondersteunen. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 55

58 openbare wegen zichtbare bouwdelen dienen materialen gebruikt die qua kleur en structuur de continuïteit in het straatbeeld ondersteunen. Inrichting van de onbebouwde ruimte Bodemreliëf Bij het bouwen of verbouwen van een gebouw moeten de peilen van het bestaande bodemoppervlak behouden blijven. Indien er zich op het perceel een hoogteverschil van meer dan 0,50 m voordoet dient een hoogteplan bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag gevoegd te worden. Tuinzone Voor- en zijtuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als voor-/zijtuin, het inrichten van niet overdekte parkeerplaatsen is toegelaten De kavelgrenzen in de voortuin (voor de voorgevellijn) worden afgebakend met een haag die maximum 1.20 m hoog mag zijn. Vanaf de voorgevellijn naar achter toe is de hoogte maximum 2.00 m hoog Er wordt slechts één inrit toegestaan. De inrit is maximum 3 m breed en is open of voorzien van een poort die maximum 1.20 m hoog mag zijn Bij een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan tot 30% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn Bij andere bestemmingen worden verhardingen toegestaan tot 70% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn De niet verharde ruimte wordt beplant De plaatsing van goederen, afval, wrakken, containers en dergelijke is verboden Gebouwen zijn in deze zone niet toegelaten Achtertuingebied P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 56

59 De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als tuin horende bij de woonfunctie, het inrichten van parkeerplaatsen is enkel toegelaten in functie van de woonbestemming, waarbij het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Verhardingen gebeuren in duurzame materialen In geval van een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan onder andere i.f.v. tuinpaden en terrassen. Zij worden tot een minimum beperkt en het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Bijgebouwen (=losstaande gebouwen) In het achtertuingebied is één (1) bijgebouw, aanvullend op de hoofd- of nevenbestemming toegelaten. De maximum oppervlakte bedraagt 40 m². Bij hoekpercelen kan de positionering van de bijgebouwen bekeken worden in functie van de perceelsconfiguratie. Dit bijgebouw mag net als het oorspronkelijke hoofdvolume op de gemeenschappelijke bebouwde perceelsgrens opgetrokken worden of op minimum 2m ten opzichte van de andere kavelgrenzen Het bijgebouw is van eenzelfde architecturale kwaliteit qua materialen en uitzicht als het oorspronkelijke hoofdvolume of de uitbreiding De bouwhoogte bedraagt maximum 3 m, gemeten van maaiveld tot bovenkant kroonlijst De dakvorm is plat of hellend met een helling gelijk aan deze van het hoofdvolume. De nokhoogte is maximum 6 m hoog gemeten vanaf het maaiveld. Publiciteit Publiciteit is enkel toegelaten in functie van het kenbaar maken van een nevenfunctie. Publiciteit is enkel toegelaten als gevelplaat (plat of dwars) en is van beperkte afmetingen waarbij er geen afbreuk gedaan mag worden aan het voorgeveluitzicht. Publiciteit in de voortuinzone is verboden. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 57

60 Art. 12. Zone voor wonen W2 TOELICHTEND Gebiedscategorie Open- en halfopen bebouwing op eigen perceel op de rooilijn van de Fabrieksstraat Wonen, cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, art Bestemming Hoofdbestemming: Wonen, onder de vorm van eengezinswoningen Nevenbestemming: Kantoren: diensten of vrije beroepen Kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid met verkoop gerelateerd aan de bedrijvigheid ter plaatse Gastenkamers, restaurant Nevenbestemmingen mogen geen hinder veroorzaken voor de hoofdbestemming. Inplanting van de gebouwen Verbouwen, heropbouwen, is verplicht van op de rooilijn. De inplanting van de bestaande gebouwen blijft onverminderd van kracht Uitbreidingen vast aan het hoofdvolume toegelaten tot maximum 20% van het oorspronkelijke hoofdvolume. Bouwen in tweede orde is niet toegestaan. Een bouwvrije zone van minimum 3 m vanaf de perceelgrenzen, behoudens in bestaande gevallen die minder dan 3 m zijn. In voorkomend geval moet de bestaande bouwvrije zate verplicht behouden blijven (geen uitbreiding mogelijk). P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 58

61 Bouwhoogte De maximale bouwhoogte: 2 bouwlagen: kroonlijsthoogte bovenkant maximum 7.5 m Dakvorm De aanleg van groendaken en daktuinen is toegestaan. Dakvorm hellend, maximum 45 Nokhoogte: maximum 6 m boven de kroonlijst Dakkapellen en/of dakramen in het hellende vlak zijn toegelaten Alle gebouwen en constructies worden opgetrokken in duurzame materialen die harmonisch passen in de omgeving. Voor alle gevels dienen de gebruikte materialen zoals gevelmaterialen, dakbedekking, schrijnwerk, beglazing en buitenschrijnwerk duurzaam, esthetisch verantwoord in harmonie met de omgeving te zijn. Voor de van op de openbare wegen zichtbare bouwdelen dienen materialen gebruikt die qua kleur en structuur de continuïteit in het straatbeeld ondersteunen. Materialen Alle gebouwen worden opgetrokken met volwaardige gevels: zowel wat betreft gevelcompositie als materiaalgebruik. Tussen de eventueel verschillende bouwdelen op een perceel dient er onderling een eenheid in de materialenkeuze nagestreefd te worden. De gebouwen worden opgetrokken in duurzame, esthetisch verantwoorde en onderhoudsvriendelijke materialen. Voor de van op de openbare wegen zichtbare bouwdelen dienen de gebruikte materialen qua kleur en structuur de continuïteit van het straatbeeld te ondersteunen. Betonplaten, industriële profielplaten, plastiek- en butylproducten, behalve voor rolluiken en schrijnwerk, zijn niet toegestaan.. Inrichting van de onbebouwde ruimte Bodemreliëf Bij het bouwen of verbouwen van een gebouw moeten de peilen van het bestaande bodemoppervlak behouden blijven. Indien er zich op het perceel een hoogteverschil van meer dan 0,50 m voordoet P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 59

62 dient een hoogteplan bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag gevoegd te worden. Tuinzone Voor- en zijtuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als voor-/zijtuin, het inrichten van niet overdekte parkeerplaatsen is toegelaten De kavelgrenzen in de voortuin (voor de voorgevellijn) worden afgebakend met een haag die maximum 1.20 m hoog mag zijn. Vanaf de voorgevellijn naar achter toe is de hoogte maximum 2.00 m hoog Er wordt slechts één inrit per perceel toegestaan. De inrit is maximum 3m breed en is open of voorzien van een poort die maximum 1.20 m hoog mag zijn Bij een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan tot 30% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn Bij andere bestemmingen worden verhardingen toegestaan tot 70% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn De niet verharde ruimte wordt beplant De plaatsing van goederen, afval, wrakken, containers en dergelijke is verboden Gebouwen zijn in deze zone niet toegelaten Achtertuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als tuin horende bij de woonfunctie, het inrichten van parkeerplaatsen is enkel toegelaten in functie van de woonbestemming, waarbij het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Verhardingen gebeuren in duurzame materialen In geval van een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan onder andere i.f.v. tuinpaden en terrassen. Zij worden tot een minimum beperkt en het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Achter de woningen is op de gemeenschappelijke perceelsgrens een tuinmuur of een haag toegestaan, dit om optimale privacy te garanderen. In geval van een tuinmuur moet de mate- P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 60

63 rialisering gelijkaardig zijn aan die van het hoofdgebouw en bedraagt de maximum hoogte 2.40 m. Bijgebouwen (=losstaande gebouwen) In het achtertuingebied is één (1) bijgebouw, aanvullend op de hoofd- of nevenbestemming toegelaten. De maximum oppervlakte bedraagt 40 m². Bij hoekpercelen kan de positionering van de bijgebouwen bekeken worden in functie van de perceelsconfiguratie. Dit bijgebouw mag net als het oorspronkelijke hoofdvolume op de gemeenschappelijke bebouwde perceelsgrens opgetrokken worden of op minimum 2 m ten opzichte van de andere kavelgrenzen Het bijgebouw is van eenzelfde architecturale kwaliteit qua materialen en uitzicht als het oorspronkelijke hoofdvolume of de uitbreiding De bouwhoogte bedraagt maximum 3 m, gemeten van maaiveld tot bovenkant kroonlijst De dakvorm is plat of hellend met een helling gelijk aan deze van het hoofdvolume. De nokhoogte is maximum 6 m hoog gemeten vanaf het maaiveld. Publiciteit Publiciteit is enkel toegelaten in functie van het kenbaar maken van een nevenfunctie. Publiciteit is enkel toegelaten als gevelplaat (plat of dwars) en is van beperkte afmetingen waarbij er geen afbreuk gedaan mag worden aan het voorgeveluitzicht. Publiciteit in de voortuinzone is verboden. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 61

64 Art. 13. Zone voor wonen W3 TOELICHTEND Gebiedscategorie Bouwvrije percelen of percelen met enkel bijgebouwen of loodsen. Wonen, cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, art Bestemming Hoofdbestemming: Wonen, o Eengezinswoningen o Meergezinswoningen, maximum 2 wooneenheden Nevenbestemming: Kantoren: diensten of vrije beroepen Kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid met verkoop gerelateerd aan de bedrijvigheid ter plaatse Gastenkamers, restaurant Nevenbestemmingen mogen geen hinder veroorzaken voor de hoofdbestemming. Inplanting van de gebouwen Voorgevels op de lijn van de aanpalende bebouwing, anders op minimaal 8.50m vanaf de rooilijn Bouwdiepte: minimaal 10 m, maximum 12 m Een bouwvrije zone van minimum 5 m vanaf de laterale perceelgrenzen. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 62

65 Bouwhoogte De maximale bouwhoogte: 2 bouwlagen: kroonlijsthoogte bovenkant maximum 6 m Dakvorm De aanleg van groendaken en daktuinen is toegestaan. Dakvorm hellend, maximum 45 Nokhoogte: maximum 6 m boven de kroonlijst Dakkapellen en/of dakramen in het hellende vlak zijn toegelaten Alle gebouwen en constructies worden opgetrokken in duurzame materialen die harmonisch passen in de omgeving. Voor alle gevels dienen de gebruikte materialen zoals gevelmaterialen, dakbedekking, schrijnwerk, beglazing en buitenschrijnwerk duurzaam, esthetisch verantwoord in harmonie met de omgeving te zijn. Voor de van op de openbare wegen zichtbare bouwdelen dienen materialen gebruikt die qua kleur en structuur de continuïteit in het straatbeeld ondersteunen. Materialen Alle gebouwen worden opgetrokken met volwaardige gevels: zowel wat betreft gevelcompositie als materiaalgebruik. Tussen de eventueel verschillende bouwdelen op een perceel dient er onderling een eenheid in de materialenkeuze nagestreefd te worden. De gebouwen worden opgetrokken in duurzame, esthetisch verantwoorde en onderhoudsvriendelijke materialen. Voor de van op de openbare wegen zichtbare bouwdelen dienen de gebruikte materialen qua kleur en structuur de continuïteit van het straatbeeld te ondersteunen. Betonplaten, industriële profielplaten, plastiek- en butylproducten, behalve voor rolluiken en schrijnwerk, zijn niet toegestaan.. Inrichting van de onbebouwde ruimte Bodemreliëf Bij het bouwen of verbouwen van een gebouw moeten de peilen van het bestaande bodemoppervlak behouden blijven. Indien er zich op het perceel een hoogteverschil van meer dan 0,50 m voordoet P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 63

66 dient een hoogteplan bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag gevoegd te worden. Tuinzone Voor- en zijtuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als voor-/zijtuin, het inrichten van niet overdekte parkeerplaatsen is toegelaten De kavelgrenzen in de voortuin (voor de voorgevellijn) worden afgebakend met een haag die maximum 1.20 m hoog mag zijn. Vanaf de voorgevellijn naar achter toe is de hoogte maximum 2.00 m hoog Er wordt slechts één inrit per perceel toegestaan. De inrit is maximum 3m breed en is open of voorzien van een poort die maximum 1.20 m hoog mag zijn Bij een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan tot 30% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn Bij andere bestemmingen worden verhardingen toegestaan tot 70% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn De niet verharde ruimte wordt beplant De plaatsing van goederen, afval, wrakken, containers en dergelijke is verboden Gebouwen zijn in deze zone niet toegelaten Achtertuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als tuin horende bij de woonfunctie, het inrichten van parkeerplaatsen is enkel toegelaten in functie van de woonbestemming, waarbij het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Verhardingen gebeuren in duurzame materialen In geval van een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan onder andere i.f.v. tuinpaden en terrassen. Zij worden tot een minimum beperkt en het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 64

67 Bijgebouwen (=losstaande gebouwen) In het achtertuingebied is één (1) bijgebouw, aanvullend op de hoofd- of nevenbestemming toegelaten. De maximum oppervlakte bedraagt 40 m². Bij hoekpercelen kan de positionering van de bijgebouwen bekeken worden in functie van de perceelsconfiguratie. Dit bijgebouw mag net als het oorspronkelijke hoofdvolume op de gemeenschappelijke bebouwde perceelsgrens opgetrokken worden of op minimum 2 m ten opzichte van de andere kavelgrenzen Het bijgebouw is van eenzelfde architecturale kwaliteit qua materialen en uitzicht als het oorspronkelijke hoofdvolume of de uitbreiding De bouwhoogte bedraagt maximum 3 m, gemeten van maaiveld tot bovenkant kroonlijst De dakvorm is plat of hellend met een helling gelijk aan deze van het hoofdvolume. De nokhoogte is maximum 6 m hoog gemeten vanaf het maaiveld. Publiciteit Publiciteit is enkel toegelaten in functie van het kenbaar maken van een nevenfunctie. Publiciteit is enkel toegelaten als gevelplaat (plat of dwars) en is van beperkte afmetingen waarbij er geen afbreuk gedaan mag worden aan het voorgeveluitzicht. Publiciteit in de voortuinzone is verboden. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 65

68 Art. 14. Zone voor wonen W4 TOELICHTEND Gebiedscategorie Wonen, cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, art Bestemming Hoofdbestemming: Wonen, o Eengezinswoningen, maximum 6 eenheden, bruto vloeroppervlakte maximum 110 m² o Meergezinswoningen, maximum 12 eenheden bruto vloeroppervlakte maximum 125 m² Nevenbestemming: Kantoren: diensten of vrije beroepen Kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid met verkoop gerelateerd aan de bedrijvigheid ter plaatse Nevenbestemmingen zijn maximum 100 m² vloeroppervlakte. Nevenbestemmingen mogen geen hinder veroorzaken voor de hoofdbestemming. Inplanting van de gebouwen Halfopen bebouwing Inplanting voorgevel op verplicht 6 m vanaf de rooilijn Schoolstraat. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 66

69 Bouwdiepte: maximum 10 m Zijgevels direct aanpalend aan zone voor multifunctioneel plein worden architecturaal afgewerkt en mogen voorzien worden van ramen, rekening houdende met de privacy van de andere aanpalende woning. Bouwvrije zone langs de andere halfopen gevels: minimum 3 m. Bouwhoogte De maximale bouwhoogte: 2 bouwlagen: kroonlijsthoogte bovenkant maximum 6 m Dakvorm Indien het project niet in één fase gerealiseerd wordt (verkaveling tot grondgebonden woningen) dan is de dakvorm van het eerste gebouwde volume verplicht verder te zetten voor alle andere woningen. Dakvorm: vrij maar uniform. Alle gebouwen en constructies worden opgetrokken in duurzame materialen die harmonisch passen in de omgeving. Voor alle gevels dienen de gebruikte materialen zoals gevelmaterialen, dakbedekking, schrijnwerk, beglazing en buitenschrijnwerk duurzaam, esthetisch verantwoord in harmonie met de omgeving te zijn. Voor de van op de openbare wegen zichtbare bouwdelen dienen materialen gebruikt die qua kleur en structuur de continuïteit in het straatbeeld ondersteunen. Materialen Alle gebouwen worden opgetrokken met volwaardige gevels: zowel wat betreft gevelcompositie als materiaalgebruik. Tussen de eventueel verschillende bouwdelen op een perceel dient er onderling een eenheid in de materialenkeuze nagestreefd te worden. De gebouwen worden opgetrokken in duurzame, esthetisch verantwoorde en onderhoudsvriendelijke materialen. Voor de van op de openbare wegen zichtbare bouwdelen dienen de gebruikte materialen qua kleur en structuur de continuïteit van het straatbeeld te ondersteunen. Betonplaten, industriële profielplaten, plastiek- en butylproducten, behalve voor rolluiken en schrijnwerk, zijn niet toegestaan.. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 67

70 Inrichting van de onbebouwde ruimte Bodemreliëf Bij het bouwen of verbouwen van een gebouw moeten de peilen van het bestaande bodemoppervlak behouden blijven. Indien er zich op het perceel een hoogteverschil van meer dan 0,50 m voordoet dient een hoogteplan bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag gevoegd te worden. Tuinzone Voor- en zijtuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als voor-/zijtuin, het inrichten van niet overdekte parkeerplaatsen is toegelaten De kavelgrenzen in de voortuin (voor de voorgevellijn) worden afgebakend met een haag die maximum 1.20 m hoog mag zijn. Vanaf de voorgevellijn naar achter toe is de hoogte maximum 2.00 m hoog Er wordt slechts één inrit per perceel toegestaan. De inrit is maximum 3 m breed en is open of voorzien van een poort die maximum 1.20m hoog mag zijn Bij een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan tot 30% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn Bij andere bestemmingen worden verhardingen toegestaan tot 70% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn De niet verharde ruimte wordt beplant De plaatsing van goederen, afval, wrakken, containers en dergelijke is verboden Gebouwen zijn in deze zone niet toegelaten Achtertuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als tuin horende bij de woonfunctie. Verhardingen gebeuren in duurzame materialen In geval van een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan onder andere i.f.v. tuinpaden en terrassen. Zij worden tot een minimum beperkt en het groene karakter (beplan- P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 68

71 ting, gras, hoogstambomen) moet primeren Bijgebouwen (=losstaande gebouwen) In het achtertuingebied is één (1) bijgebouw per gerealiseerde wooneenheid, aanvullend op de hoofd- of nevenbestemming toegelaten. De maximum oppervlakte bedraagt 18 m². Bij hoekpercelen kan de positionering van de bijgebouwen bekeken worden in functie van de perceelsconfiguratie. Het bijgebouw is van eenzelfde architecturale kwaliteit qua materialen en uitzicht als het oorspronkelijke hoofdvolume of de uitbreiding De bouwhoogte bedraagt maximum 3 m, gemeten van maaiveld tot bovenkant kroonlijst De dakvorm is plat of hellend met een helling gelijk aan deze van het hoofdvolume. De nokhoogte is maximum 6 m hoog gemeten vanaf het maaiveld. Publiciteit Publiciteit is enkel toegelaten in functie van het kenbaar maken van een nevenfunctie. Publiciteit is enkel toegelaten als gevelplaat (plat of dwars) en is van beperkte afmetingen waarbij er geen afbreuk gedaan mag worden aan het voorgeveluitzicht. Publiciteit in de voortuinzone is verboden. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 69

72 Art. 15. Zone voor wonen gemengde bestemmingen TOELICHTEND Gebiedscategorie Op de hoek Fabrieksstraat # Schoolstraat staat de (voormalige) jongensschool. Het gebouw heeft een T-vormig grondvlak, telt 15 traveeën waarvan de eerste 3 traveeën uitgebouwd zijn als een breedhuis. Gecombineerde zadeldaken over een bouwlaag. Wonen, cfr. de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, art Bestemming bestemming: Wonen o Eengezinswoningen o Meergezinswoningen o Of een combinatie van de beide niet bebouwd domein o Interne ontsluiting o Interne voet- en fietspaden o Groene ruimtes Gemeenschaps en openbaar nutsvoorzieningen Kantoren: diensten of vrije beroepen Kleinschalige artisanale, ambachtelijke bedrijvigheid met verkoop gerelateerd aan de bedrijvigheid ter plaatse Gastenkamers, restaurant Handel die de Tuinwijk en omgeving lokaal ondersteunt en bedient De toegelaten bestemmingen mogen geen hinder veroorzaken naar het wonen in de omgeving. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 70

73 Bebouwingscoëfficient Het betreft het behoud van het bestaande gebouw. Een uitbreiding aan dit gebouw is toegelaten. In de zone voor groene beeldvorming kan geen bebouwing voorkomen. Het behoud van het oorspronkelijke gebouw is verplicht. Een uitbreiding aan dit gebouw is toegestaan. B/T maximum 0,30 Het bestaande gebouw heeft een bebouwingsoppervlakte van 403 m². De oppervlakte van de zone, exclusief de zone voor groene beeldvorming, bedraagt m². Dit betekent een B/T van 17%. De B/T bedraagt maximum 30%. Dit komt neer op een uitbreiding van 300 m². Inplanting van de gebouwen Om voldoende informatie te hebben voor een goede beoordeling van projecten en hun exacte gevolgen, wordt De bestaande inplantingsplaats van het bestaande gebouw moet behouden blijven, de nieuwe bebouwing sluit onmiddellijk aan bij de bestaande bebouwing. De gebouwen kunnen zich richten naar de voor een projectzone strikt toegekeken op de volledigheid Fabrieksstraat en/of de Schoolstraat. en duidelijkheid van het aanvraagdossier. Naast de wettelijk voorziene documenten wordt een inrichtingsstudie aan het dossier toegevoegd. De inrichtingsstudie dient tot voorlichting van de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het licht van de bestemmingsvoorschriften. Hen inrichtingsplan geeft de gebouwinplanting weer en geeft een indicatie van de inrichting van de groene zones, interne verbindingen,enz. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 71

74 Bouwhoogte Maximum de bestaande hoogte van de kroonlijst of goot van het bestaande gebouw. De dakrand mag deze hoogte ook niet overschrijden. Dakvorm Materialen Een combinatie van platte daken en hellende daken is toegelaten voor zover ze architecturaal esthetisch verantwoord zijn. Een harmonie met het bestaande gebouw is na te streven. De gebruikte materialen van al de bouwdelen en van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen zowel duurzaam, esthetisch verantwoord als aangepast aan de omgeving te zijn. Tussen de bouwdelen onderling dient een eenheid in de materialenkeuze nagestreefd te worden; de materialen dienen dezelfde te zijn of nauw met elkaar verwant. Voor de van op de openbare wegen zichtbare bouwdelen dienen materialen gebruikt die qua kleur en structuur de continuïteit in het straatbeeld ondersteunen. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 72

75 Inrichting van de onbebouwde ruimte Bodemreliëf Bij het bouwen of verbouwen van een gebouw moeten de peilen van het bestaande bodemoppervlak behouden blijven. Indien er zich op het perceel een hoogteverschil van meer dan 0,50m voordoet dient een hoogteplan bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag gevoegd te worden. Private tuinzones Voor- en zijtuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als voor-/zijtuin, het inrichten van niet overdekte parkeerplaatsen is toegelaten De kavelgrenzen in de voortuin (voor de voorgevellijn) worden afgebakend met een haag die maximum 1.20 m hoog mag zijn. Vanaf de voorgevellijn naar achter toe is de hoogte maximum 2.00 m hoog Er wordt slechts één inrit per perceel toegestaan, met uitzondering voor de bebouwing gekeerd naar de Fabrieksstraat. De inrit is maximum 3 m breed en is open of voorzien van een poort die maximum 1.20 m hoog mag zijn Bij een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan tot 30% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn Bij andere bestemmingen worden verhardingen toegestaan tot 70% van de onbebouwde zone tussen de rooilijn en de achtergevellijn De niet verharde ruimte wordt beplant De plaatsing van goederen, afval, wrakken, containers en dergelijke is verboden Gebouwen zijn in deze zone niet toegelaten Achtertuingebied De niet bebouwde zone dient te worden ingericht als tuin horende bij de woonfunctie, het inrichten van parkeerplaatsen is enkel toegelaten in functie van de woonbestemming, waarbij het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 73

76 Verhardingen gebeuren in duurzame materialen In geval van een zuivere woonfunctie worden verhardingen toegestaan onder andere i.f.v. tuinpaden en terrassen. Zij worden tot een minimum beperkt en het groene karakter (beplanting, gras, hoogstambomen) moet primeren Bijgebouwen (=losstaande gebouwen) Op het perceel is één (1) bijgebouw, aanvullend op de hoofd- of nevenbestemming toegelaten. De maximum oppervlakte bedraagt 40 m². Het bijgebouw is van eenzelfde architecturale kwaliteit qua materialen en uitzicht als het oorspronkelijke hoofdvolume of de uitbreiding De bouwhoogte bedraagt maximum 3 m, gemeten van maaiveld tot bovenkant kroonlijst De dakvorm is plat of hellend met een helling gelijk aan deze van het hoofdvolume. De nokhoogte is maximum 6 m hoog gemeten vanaf het maaiveld. Publieke groenzones en bufferbeplanting De opmaak van een inrichtingsplan + uitvoeringsstudie + beplantingsplan is verplicht. Parkeren Parkeren op eigen terrein is verplicht Publiciteit Publiciteit is enkel toegelaten in functie van het kenbaar maken van een nevenfunctie Publiciteit is enkel toegelaten als gevelplaat (plat of dwars) en is van beperkte afmetingen waarbij er geen afbreuk gedaan mag worden aan het voorgeveluitzicht Publiciteit in de voortuinzone is verboden Overdruk groene beeldvorming: Zie Art. 22. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 74

77 2.2 RECREATIE Art. 16. Zone voor dagrecreatie TOELICHTEND Gebiedscategorie Het betreft de terreinen van de Tennisclub Metallic. Er zijn in totaliteit 9 tennisterreinen gesitueerd. Deze zone valt ook binnen de reservatiezone, bij de realisatie van de weg dient maximaal getracht te worden om de tennisterreinen te behouden en te zorgen voor een groene landschappelijke inkleding van de weg, ook is de inrichting van een geluidsberm aangewezen. Een effect van de weg op een 3-tal speelvelden is niet uit te sluiten en indien op termijn het wegsegment wordt gerealiseerd dan is een reorganisatie van de zone voor dagrecreatie noodzakelijk. Recreatie, cfr. het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen. Bestemming Hoofdbestemming: dagrecreatie Nevenbestemming: Alle bestemming gerelateerd aan de dagrecreatieve functie Nevenbestemmingen mogen geen hinder veroorzaken naar de hoofdbestemming. Nieuwe ontsluitingsweg Door de sterke groei van Nolimpark is de mobiliteit in relatie tot de industriezone sterk toegenomen en ondervinden veel omwonenden (o.a. in Tuinwijk) hinder van het gegenereerde verkeer. Een aantal straten, die momenteel ongehoord als ontsluiting worden gebruikt, zijn woonstraten, hetgeen de overlast veroorzaakt. Het gaat onder andere P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 75

78 om de Fabrieksstraat en de Tennislaan. Door het doortrekken van de Europalaan tot aan de N790 Fabrieksstraat ontstaat een interne ontsluitingsroute die de op- en afrit N74 verbindt met het kruispunt op de N71. Deze twee knooppunten worden dan de enige toegangen voor vrachtverkeer tot Nolimpark. De Tennislaan wordt rechtstreeks aangesloten op de Leukenstraat waardoor deze woonstraten ontlast worden van doorgaand zwaar verkeer. Om de realisatie van deze nieuwe gemeentelijke ontsluitingsweg mogelijk te maken is deze zone in het RUP opgenomen. Het is een zone voor dagrecreatie in het noordoosten van het plangebied tot aan de Fabrieksstraat en wordt ter hoogte van deze zone voor dagrecreatie een reservatiestrook voorzien, waarbinnen het nieuwe wegsegment met geluidsberm aangelegd kan worden. Dit is een reservatiezone van m breed te meten vanaf de Noord-Zuid Verbinding. Bebouwingscoëfficiënt Er is geen bebouwing toegestaan. Overdruk reservatiestrook: P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 76

79 Zie Art RESERVAAT EN NATUUR Art. 17. Zone voor natuur met medegebruik tuin TOELICHTEND Gebiedscategorie Zones behorende bij alleenstaande villa s op ruimte percelen en ingericht als tuin. De onderliggende gewestplanbestemming is Buffergebied, Natuurgebied of Recreatiegebied. De ontwikkeling van een recreatieve functie is achterhaald en niet wenselijk. De tuinfunctie wordt bestendigd, maar het karakter moet liggen op een bos- en bufferbeplanting ten opzichte van bestaande of geplande infrastructuren. Bestaande vergunde constructies binnen deze zone mogen blijven bestaan. Natuurgebied, cfr. het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen. Bestemming en inrichting Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de ontwikkeling, de instandhouding en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu, bos en van de landschapswaarden zijn toegelaten. Het oprichten van jagers-, vissershutten en vogelkooien (volières) is verboden. 80% van de oppervlakte is bebost met streekeigen beplanting (bos, hoogstambomen, bufferbeplanting). Medegebruik tuin P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 77

80 Wonen in tweede orde is verboden. Het gebruik en de inrichting van deze zones als private tuin bij de woningen is toegelaten. Verhardingen worden tot een minimum beperkt en uitgevoerd in waterdoorlatende materialen. Het planten van hagen is toegelaten. De soortenkeuze is beperkt tot de soorten die opgesomd zijn in 1.10 Terminologie > Haag. Het oprichten van bebouwing is niet toegestaan, het is een zone non - aedificandi. Het plaatsen van afsluitingen in de vorm van draadafsluitingen (ursusdraad of prikkeldraad aan houten palen) en/of houten fencing is toegelaten in de functie van kleinveekering. De hoogte is maximum 1.20 m. Alle andere afsluitingen zijn verboden. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 78

81 2.4 OVERIG GROEN Art. 18. Zone voor parkgebied TOELICHTEND Het behoud van de ruimtelijke samenhang en de landschappelijke en cultuurhistorische waarde van het gebied wordt als randvoorwaarde ingeschreven. Recreatie moet hier verstaan worden in verhouding tot de andere functies van het gebied. Het is een nevengeschikte functie en geen enige functie noch de enige hoofdfunctie. Gebiedscategorie Overig groen, cfr. het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen. Bestemming en inrichting Het gebied is bestemd voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van een park of parken. Dit gebied heeft ook een sociale functie. Binnen dit gebied is natuurbehoud, bosbouw, landschapszorg en recreatie een nevengeschikte functie. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor deze functies zijn toegelaten. De genoemde werken, handelingen en wijzigingen zijn toegelaten voor zover de ruimtelijke samenhang in het gebied, de cultuurhistorische waarden, landschapswaarden, natuurwaarden en bestaand reliëf in het gebied bewaard blijven. Het oprichten van gebouwen, van welke aard en omvang ook, in deze zone is verboden. Overdruk zachte recreatieve verbinding Zie Art. 23. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 79

82 2.5 LIJNINFRASTRUCTUUR Art. 19. Zone voor wegen TOELICHTEND De zone is bestemd voor de inrichting van wegen die gericht zijn op een veilige bereikbaarheid van de woonkavels en/of ontsluiting. Het aspect verblijven in een aangenaam en groen kader is richtinggevend voor de inrichting van de interne wijkstraten. Gebiedscategorie Lijninfrastructuur, cfr. het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen. Bestemming en inrichting Dit gebied is bestemd voor verkeersinfrastructuur wegen voor gebiedsontsluiting en aanhorigheden. In dit gebied zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die voor verkeersinfrastructuur wegen voor gebiedsontsluiting en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, ecologische en waterbuffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, recreatienetwerk en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten. Streefbeeldprofiel van de woonstraten. Onder aanhorigheden van wegeninfrastructuur wordt onder andere verstaan: al dan niet verharde bermen, P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 80

83 grachten en taluds, de stationeer- en parkeerstroken, de wegsignalisatie en wegbebakening, de verlichting, de afwatering, de beplantingen P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 81

84 Art. 20. Zone voor multifunctioneel plein TOELICHTEND Onder aanhorigheden van het multifunctioneel plein wordt onder andere verstaan: al dan niet afgebakende rijstroken, de stationeer- en parkeerstroken, de wegsignalisatie en wegbebakening, de verlichting, de afwatering, de beplantingen, het straatmeubiliair De aanleg getuigt van het DOD-principe: goede DOORGANG verlenen voor de fietsers en voetgangers en personen met een handicap, een zo vlak mogelijk OPPERVLAK op het gebied van materiaalgebruik om deze weggebruikers van het nodige comfort te laten genieten (vlakte en stroefheid), zo veel als mogelijk DREMPELLOOS, om fietsers, voetgangers, personen met een handicap niet te confronteren met (te hoge) niveauverschillen (boordstenen, trappen, enz.) Gebiedscategorie Lijninfrastructuur, cfr. het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen. Bestemming en inrichting Het gebied is bestemd voor de ontwikkeling van een aangename publieke ruimte. Dit gebied heeft ook een sociale functie. Het gebied dient te worden voorzien voor de invulling van de sociale noden zoals: ontspanning, wandelen, verkorte looproutes. Uitgezonderd de gemotoriseerde ontsluitingsfunctie (zie overdruk ontsluiting) is het plein verkeersvrij. Een parkeerfunctie is toegelaten maar moet op een niet dominante zienswijze geïntegreerd worden. Er dient verplicht een ontwerpplan met uitvoeringsstudie + beplantingsplan opgesteld te worden. Hierin wordt rekening gehouden met het volgende: Verhardingen worden aangelegd met waterdoorlatende materialen. De pleinen worden voorzien van een architecturaal passende en energiezuinige verlichting. Er dienen voldoende rustbanken (is meer dan 1) te worden voorzien op strategische plaatsen. Deze banken zijn van een uitnodigende en ergonomische kwaliteit en de materiaalkeuze is gestoeld op het cradle2cradle systeem. Op strategische punten mogen collectieve afvalverzamelingsplaatsen (scheidingsprincipe) voorzien worden. Bepaalde plekken mogen voorzien worden van kleinere speeltoestellen (valhoogte gras of rubbertegels) in beperkte aantallen. Reclamepanelen, en dergelijke zijn toegelaten, maar moeten zodanig opgesteld worden dat een vrije ruimte langs de gevels van min m gerespecteerd worden en dat ze de verbin- P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 82

85 dende looplijnen niet verstoren. Eventuele onverharde ruimtes binnen het multifunctionele plein mogen qua reliëf gemoduleerd worden tot een maximale hoogte van 1.50 m boven de peilen van de omgevende verhardingen. De hellingen zijn maximum 12/4. Eventuele onverharde ruimtes mogen beplant worden met een lage beplanting tot maximum 1m hoogte of mogen voorzien worden van gras. De multifunctionele pleinen worden met voldoende aantal hoogstambomen met streekeigen karakter beplant. Deze aanplant kan in de eventuele onverharde ruimtes of in boomspiegels van min. 4 m². Overdruk ontsluiting gemotoriseerd verkeer Zie art. 24. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 83

86 2.6 GEMEENSCHAPS- EN NUTSVOORZIENINGEN Art. 21. Zone voor openbaar nut TOELICHTEND In deze zone staat de parochiekerk Sint-Jozef. Deze is opgenomen in de lijst van het bouwkundig erfgoed en komt mogelijk in aanmerking voor bescherming. De neoromaanse kerk is noord-zuid georiënteerd. De plattegrond beschrijft een rechthoekig portaal, een zaalkerk van vijf traveeën, één rechte koortravee met inspringende halfronde sluiting, twee zijkapellen met analoge sluiting, waarbij de oostkapel fungeert als doopkapel, alsook later aan de koorpartij aangebouwde sacristie, met bergruimte ten westen. Gebiedscategorie Gemeenschaps- en nutsvoorzieningen, cfr. het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen. Bestemming Het gebied is bestemd als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen. Alle werken, handelingen, en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het aanbieden van gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen zijn toegelaten. P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 84

87 Ten aanzien van de bestaande elektriciteitscabine moet een betere ruimtelijke integratie nagestreefd worden. Bebouwingscoëfficient Grafisch wordt berekend voor ON: o T = 1496 m² o B kerk = m² Waarbij de bestaande B over T gelijk is aan 0.4. De bebouwing wordt voorzien binnen de grenzen van de bestemmingszone. Het betreft de bestendiging van de bestaande elektriciteitscabine zonder uitbreidingsmogelijkheid en de bestaande kerk met uitbreidingsmogelijkheden in functie van ondersteunende functies. Heropbouw is mogelijk. De betrokken werken, handelingen en wijzigingen kunnen worden toegelaten ongeacht het publiek- of privaatrechtelijk statuut van de initiatiefnemer of het al dan niet aanwezig zijn van winstoogmerk. Bebouwingscoëfficiënt B/T: maximum 0.45 Max één grootschalig gebouw P GemRUP Tuinwijk Stedenbouwkundige voorschriften 85