BEWEGING EN VOEDING VOOR OUDEREN

Transcriptie

1 BEWEGING EN VOEDING VOOR OUDEREN

2 BELANG VAN BEWEGEN Lichamelijk inactief, gevolgen? Actieve geest Wat gebeurt er als je beweegt?

3 HERSENEN

4 INDELING HERSENEN

5 GEHEUGEN EN EMOTIONELE LADING

6 HERSENCELLEN

7 WAT DOET BEWEGEN VOOR JE BREIN? Nieuwe verbindingen Nieuwe cellen Mentale reserve Door moeilijke dingen te doen, jezelf uit te dagen

8 WAT GEBEURT ER DAN? Hippocampus belangrijk voor geheugen, ruimtelijke oriëntatie, stress vermindering. Lopen verhoogt activiteit van de Hippocampus Arousal (wakker maken) van de hersenen wordt verhoogt door bewegen Lopen verbetert impulscontrole, vermindert risico op hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk en ouderdomssuiker. Beweging bevordert bloedsomloop, longinhoud neemt toe, vermogen van je hart Bewegen is een bescherming voor ons brein tegen veroudering Veroudering wordt opgeschoven

9 JUISTE VOEDING HELPT HERSENEN LANGER IN CONDITIE TE BLIJVEN Wat heeft voeding met je hersenen te maken? Energie verbruik Brandstof hersenen is glucose 25% van alle glucose is voor je hersenen Elke verandering van voeding heeft een belangrijke invloed op die hersenen, je geheugen, je concentratie, je humeur

10 Ontbijten is belangrijk, waarom? Eerst koffie WAT IS BELANGRIJK? proteïne, koolhydraten en fruit/groente in elke maaltijd! Gezonde, gevarieerde voedselinname is voldoende De nieuwe schijf van vijf: Voldoende vocht, meer groente (250gr/dag) en fruit, minder vlees, meer plantaardig. Varieer! Genoeg zuivel, handje ongezouten noten /dag. Meer onbewerkte producten, kleine porties. Niet teveel zout, suiker en verzadigd vet. Vooral volkoren producten.

11 SCHIJF VAN VIJF

12 VOEDSEL EN OUDER WORDEN Wat verandert er? Energiebehoefte neemt af Minder beweging, minder eetlust, minder dorst Minder opname van vitamines Ziekten, kauw- en slikproblemen, bijwerking medicijnen, sociale omgeving Ondervoeding en overgewicht

13 WAAR MOET JE OP LETTEN? Voldoende water, minder dorst; nierfunctie kan afnemen Vetten (meervoudig onverzadigde vetten) en Omega-3 vetzuren (vette vis, walnoten, lijnzaad) Vitamines Calcium, helpt functies van de zenuwen te verbeteren, tegen botontkalking Langzame koolhydraten Anti-oxidanten

14 VITAMINES: Zorgen voor vermogen om helder te denken, voor beter geheugen. Direct effect op chemische werking van de hersenen, aanmaak neurotransmitters. Functioneren als antioxidanten A:voor je netvlies, bescherming van celmembranen Oa in ei, bladgroente, broccoli, wortel, spinazie, aardappel B C:voor productie neurotransmitters, antioxidant. Te weinig: concentratie- en geheugenproblemen Oa in bessen, broccoli, paprika, citrusvruchten, spruitjes D: heel belangrijk! Voor denkvermogen, concentratie, snel reageren, betere uitvoering complexe taken. Voor botten, spieren en weerstand. Zonlicht! Te weinig: depressie, minder denkvermogen. Extra vitamine D is nodig voor ouderen: advies vrouwen boven 50 jaar om elke dag 10 mcg te slikken. Boven de 70 jaar zelfs 20 microgram.

15 B:beïnvloeden aanmaak neurotransmitters, belangrijk voor concentratie, goede werking zenuwstelsel B1: zet glucose om in energie Te weinig: verminderde waakzaamheid, langere reactietijd, emotioneel instabiel, vermoeidheid oa in zemelen, bonen, gist, havermout, pinda, groenten, tarwe B2: voor vertering koolhydraten en proteïne, belangrijk voor gezonde hersenwerking. Te weinig: depressie, oogproblemen, traagheid, stress, gespannenheid, trillen oa in gist, kaas, ei, vis, lever, melk, broccoli, bladgroenten B3: cholesterolverlagend, geleider zenuwimpulsen. Te weinig: geheugenproblemen, verwardheid oa in lever, melk, yoghurt en graan B4: vorming neurotransmitters en celmembranen. Te weinig: geheugen- en concentratieproblemen oa in bloemkool, eieren, sla, lever, sojabonen

16 B5: betrokken bij aanmaak rode bloedlichaampjes (voor zuurstof naar de hersenen) oa in bonen, vis, gevogelte en granen B6: voor vorming rode bloedlichaampjes, neurotransmitters. Te weinig: denk- en geheugenproblemen, depressie, hoofdpijn, prikkelbaar, spiervermoeidheid, tintelingen oa in rundvlees, bonen, witlof, bloemkool, eieren, vis, bladgroente, peulvruchten, lever, melk, banaan B11 (foliumzuur): bij zwangeren voor vorming neuraal systeem. Te weinig: prikkelbaar, geheugenproblemen, mentale traagheid oa in wortelen, asperges, bladgroente, peulvruchten, knollen B12 is belangrijk, ¼ van de ouderen heeft hiervan een tekort, want wordt slechter uit voedsel gehaald, minder in darm opgenomen. Voor productie rode bloedlichaampjes, myelinescheden, werking en verhoging deling hersencellen. Te weinig: verward, zwakke ledematen, mentale traagheid, psychose, stamelen oa in kaas, eieren, vis, lever, melk, vlees

17 E: is een antioxidant, een alles reiniger. Beschermt vette celmembranen. Kan schade herstellen aan Hippocampus, afweer verhogend, bloedverdunner Oa in ei, noten, melk, olijfolie, pompoenpitten, aardappelen, tarwekiemen K: essentieel om calcium in botten terecht te laten komen, voor bloedstolling Oa in groene bladgroente, fruit, zuivel, brood, kaas, kip Mineralen zijn belangrijk voor de werking van vitamines. Voor je hersenen, en geheugen. Magnesium, zink, calcium, kalium, fosfaat

18 VERDER.. Alcohol Zout Suiker Rust Blijf actief Beweeg voldoende Geheugentraining Sensorische stimulatie Daag uzelf uit!!!