Preventie van decubitus: de kost van de huidige preventieve maatregelen in Vlaamse ziekenhuizen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Preventie van decubitus: de kost van de huidige preventieve maatregelen in Vlaamse ziekenhuizen"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Preventie van decubitus: de kost van de huidige preventieve maatregelen in Vlaamse ziekenhuizen Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Verpleegkunde en Vroedkunde Door Dennis Boudt Promotor: Prof. Dr. Lieven Annemans Co-promotor: Dr. Dimitri Beeckman Begeleider: Lic. Liesbet Demarré

2

3

4

5 UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Preventie van decubitus: de kost van de huidige preventieve maatregelen in Vlaamse ziekenhuizen Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Verpleegkunde en Vroedkunde Door Dennis Boudt Promotor: Prof. Dr. Lieven Annemans Co-promotor: Dr. Dimitri Beeckman Begeleider: Lic. Liesbet Demarré

6 VI

7 Abstract Achtergrond: De kost voor de behandeling van decubitusletsels loopt vaak hoog op. Hoewel niet alle letsels kunnen vermeden worden, zijn er preventieve maatregelen die deze kans verkleinen, maar een bepaalde kost inhouden voor het ziekenhuis. De besparing door het aantal vermeden letsels zou echter groter zijn dan het budget voor decubituspreventie. Doelstelling: Binnen deze masterproef werd nagegaan wat de kost is van decubituspreventie in Vlaamse ziekenhuizen. Methode: De datacollectie voor de kost gebeurde op twee manieren. Voor de arbeidsduur werd enerzijds gebruik gemaakt van tijdsmetingen door de onderzoekers, anderzijds vond een dubbele Delphi-procedure plaats door middel van vragenlijsten. De kost van het materiaal werd bevraagd via de betrokken diensten van de instelling. Deze resultaten werden nadien toegepast op de nationale databank voor decubitusprevalentie uit 2008 dat patiënten omvatte. Resultaten: De tijds- en kostinvestering ligt significant hoger bij risicopatiënten in vergelijking met niet-risicopatiënten (p<0,001). De dagelijkse arbeidstijd per risicopatiënt bedraagt 6 minuten en 47 seconden. De kost bedraagt 6,86 euro per patiënt per dag. Bij risicopatiënten wordt op een IZ-dienst 8 minuten en 38 seconden per dag decubituspreventie toegepast, wat de langste tijdsduur is in vergelijking met andere diensten. Ook de kost ligt hier het hoogst met 9,15 euro per dag. De aanwezigheid van een decubitusverpleegkundige zorgt voor een verhoging van de arbeidstijd (p=0,039), maar een daling van de kost (p<0,001). Conclusie: Bij risicopatiënten ligt de tijds- en kostinvestering voor decubituspreventie hoger dan bij niet-risicopatiënten. De grootse kosten inzake preventiemaatregelen worden gemaakt op G- en IZ-diensten. Aantal woorden masterproef: (exclusief bijlagen en literatuurlijst) VII

8 Inhoudstafel Woord vooraf... X Inleiding Literatuuroverzicht Preventie Economische gevolgen van decubituspreventie Materiaalkost Arbeidskost Preventieprogramma s Economische gevolgen van behandeling van decubitus Probleemstelling Onderzoeksmethodologie Onderzoeksdesign Setting Perspectief Outcome Meetinstrumenten Datacollectie Tijdsmeting decubituspreventie Vragenlijsten decubituspreventie Kostprijs preventiemateriaal en loonkost Ethisch Comité Gegevensanalyse Analyse materiaal- en personeelskost Analyse databank van de nationale prevalentiemeting VIII

9 3. Resultaten Steekproef Tijdsmetingen Subjectieve inschatting op basis van dubbele Delphi-methode Arbeidstijd aan de hand van directe tijdsmeting door onderzoekers Kostenberekening materiaal Kostenberekening decubituspreventie aan de hand van PUMap-databank Risicopatiënt versus niet-risicopatiënt Preventie versus geen preventie Adequate preventie versus inadequate preventie Decubitusverpleegkundige Discussie Sterktes en zwaktes Suggesties voor verder onderzoek en praktijk Conclusie Literatuurlijst Lijst van tabellen Lijst van figuren Bijlagen IX

10 Woord vooraf Deze masterproef kwam tot stand in het kader van het masterjaar verpleeg- en vroedkunde aan de Universiteit Gent. Bloed, zweet en tranen heeft het mij gekost om door deze masterproef heen te slaan. Het welslagen van dit werk heb ik te danken aan verschillende personen. Ik wil mijn vriendin en ouders bedanken voor de ervaren steun en toeverlaat die zij waren tijdens deze periode. Mijn promotor prof. dr. Lieven Annemans, co-promotor dr. Dimitri Beeckman en begeleider mevr. Liesbet Demarré wil ik nadrukkelijk bedanken voor het delen van hun rijke kennis en inzicht binnen dit onderwerp van kostenstudies en decubitus, alsook hun steun doorheen dit proces. Tot slot dank ik alle participanten die hebben deelgenomen aan het praktijkgedeelte van deze masterproef. X

11 Inleiding De huidige gezondheidszorg wordt nog steeds geconfronteerd met decubitus. Deze aandoening wordt getypeerd door een lokale beschadiging van de huid en het onderliggend weefsel (McInnes, Jammali-Blasi, Bell-Syer, Dumville & Cullum, 2011). Decubitus wordt volgens het European Pressure Ulcer Advisoy Panel (EPUAP) & National Pressure Ulcer Advisory Panel (NPUAP) (2009) gedefinieerd als: Een gelokaliseerde beschadiging van de huid en/of onderliggend weefsel, meestal ter hoogte van een botuitsteeksel, als gevolg van druk of druk in samenhang met schuifkracht. Een aantal andere bevorderende of beïnvloedende factoren wordt ook geassocieerd met decubitus; de betekenis van deze factoren moet nog verder onderzocht worden. De drukkracht die ontstaat op het lichaamsoppervlak zorgt voor verminderde toevoer van zuurstof en voedingsstoffen waardoor in dit gedeelte ischemie optreedt. De schuifkracht, zoals in de definitie beschreven, wordt uitgeoefend wanneer de kracht evenwijdig aan het weefsel kleiner is dan het kleefvermogen van de huid aan de onderlaag, waardoor de huid aan de onderlaag blijft kleven. Op die manier zal het weefsel vervormen en tot decubitusletsels leiden. (Defloor et al., 2005a) Volgens het EPUAP-NPUAP (2009) classificatiesysteem kan decubitus in vier categorieën worden onderverdeeld. Bij categorie I is er sprake van niet-wegdrukbare roodheid. Categorie II vertoont zich door verlies van oppervlakkig huidweefsel, al dan niet met blaarvorming. Wanneer de volledige huidbarrière wordt doorbroken is er sprake van categorie III. Bij categorie IV is alle huidweefsel verloren en zijn spieren of bot zichtbaar. Deze laatste categorie wordt al dan niet gekenmerkt door de vorming van necrose. Risicofactoren voor het ontwikkelen van decubitus zijn onder andere een hoge leeftijd, verminderde mobiliteit (Pham et al., 2011a), malnutritie (Banks, Graves, Bauer & Ash, 2009), vasculaire problematiek en fecale incontinentie (Iglesias et al., 2006). Ten gevolge van decubitusletsels kunnen pijn en verminderd functioneren optreden en daalt 1

12 de kwaliteit van leven (Pham et al., 2011a; Pham et al., 2011b; Riordan & Voegeli, 2009 & Sendelbach, Zink & Peterson, 2011). Uit een prevalentieonderzoek van Vanderwee, Clark, Dealey, Gunningberg & Defloor (2007) in 25 Europese ziekenhuizen zou 18,1% van de ziekenhuispatiënten in een acute ziekenhuissetting een decubitusletsel categorie I tot IV ontwikkelen. Vanderwee et al. (2011) onderzochten in 2008 de prevalentiecijfers van decubitus in België bij patiënten, verdeeld over 84 Belgische ziekenhuizen. Hier werd bij 12,1% een decubitusletsel categorie I-IV, en bij 7% een decubitusletsel categorie II-IV geconstateerd, waarvan respectievelijk 48,1% en 38,4% ter hoogte van het sacrum en de hielen ontstond. Deze cijfers stemden grotendeels overeen met andere studies uit Europa. Verpleegeenheden zoals intensieve zorgen en geriatrische afdelingen hadden de hoogste prevalentiecijfers met respectievelijk 19,9% en 18,9% voor categorie I-IV en 13% en 12,3% voor categorie II-IV (Vanderwee et al., 2011). Uit een cross-sectionele studie door Kottner, Wilborn, Dassen & Lahmann (2009) bij patiënten in 225 ziekenhuizen in Duitsland bleek dat de prevalentie in ,3% bedroeg voor letsels categorie I tot IV en 3,9% voor letsels categorie II tot IV. In 2001 was dit nog respectievelijk 10,2% en 5%, wat voor beide een significante daling van de prevalentiecijfers gaf (p<0,001). Op de afdelingen geriatrie bekwam men, binnen dezelfde studie, een prevalentiecijfer van 19,8% voor categorie I tot IV en 10,7% voor categorie II tot IV voor het jaar In 2007 waren deze cijfers respectievelijk 14,5% en 9,3%. Voor de letsels categorie I-IV was hier een significante vermindering (p<0,001) op te merken. Als reden hiervoor werd gesuggereerd dat de kwaliteit van de preventie en behandeling gestegen was. De prevalentiecijfers voor de intensieve zorgenafdelingen daalden eveneens significant (p<0,001) voor categorie I tot IV van 24,5% in 2001 naar 24,3% in De prevalentiecijfers op de intensieve zorgenafdelingen waren het hoogst in vergelijking met andere verpleegafdelingen. Decubitusletsels kunnen vaak vermeden worden mits adequate preventie (Iglesias et al., 2006; Lyder, 2003 & Pham et al., 2011b). Het EPUAP & NPUAP (2009) geeft aanbevelingen inzake decubituspreventie weer zoals het uitvoeren van risico- en huidbeoordelingen, het optimaliseren van de voedingstoestand, het geven van wisselhouding en werken met drukreducerend materiaal. Uit onderzoek bleek dat 2

13 slechts 10,8 tot 13,9% van de risicopatiënten in Belgische ziekenhuizen volledig adequate preventie kreeg (Vanderwee et al., 2011 & Beeckman, Defloor, Schoonhoven & Vanderwee, 2011). Beeckman et al. (2011) duidden hierbij onder meer op de zwakke kennis en attitude van de verpleegkundigen in Belgische ziekenhuizen. Binnen deze masterproef werden in het literatuuronderzoek enkele nationale en internationale studies aangehaald omtrent het financiële aspect van decubituspreventie. Zo bleek uit onderzoek van Schuurman et al. (2009) dat de kost van decubituspreventie in 2005 in Nederland geschat werd op een bedrag van 27,5 miljoen euro waarbij gericht werd op technische preventiemaatregelen. Dit betekende dat de druk- en schuifkrachten gereduceerd werden door middel van preventiemateriaal zoals drukverlagende matrassen en kussens. Bij een personeel-intensieve aanpak, waarbij de nadruk gelegd werd op wisselhouding, herpositioneren en mobiliseren, werd de kostprijs voor de Nederlandse gezondheidszorg geraamd op 63,6 miljoen euro per jaar. Een technische aanpak is goedkoper dan een personeel-intensieve aanpak. De technische aanpak vergt tevens meer tijd van de verpleegkundigen (Schuurman et al., 2009). Het ontstaan van decubitusletsels zorgt voor een verlengde hospitalisatie, wat resulteert in een hogere kost (Banks et al., 2009; Pham et al., 2011a & Pham et al., 2011b). De verlengde hospitalisatieduur ten gevolge van een decubitusletsel varieert van vier tot 18 dagen (Trueman & Whitehead, 2010). Dit houdt in dat hierbij de kosten voor verpleegkundige en persoonlijke zorgen, voeding en accommodatie stijgen (Pham et al., 2011b). Naast een langere hospitalisatie, zorgt het ontstaan van decubitus ook voor een verhoogd risico op complicaties en een verhoogde comorbiditeit (Cannon & Cannon, 2004). Uit onderzoek in Groot-Brittannië bleek dat de jaarlijkse kost van decubitusbehandeling geschat werd op 1,4 tot 2,1 miljard Britse Pond (GBP), of twee tot drie miljard in huidige euro s. De gemiddelde behandelingskost bedroeg hier GBP ( 1.518) voor categorie I tot GBP ( ) voor een categorie IV wonde (Bennett, Dealey & Posnett, 2004). Pham et al. (2011b) schatten de kost voor behandeling van decubitus in de Verenigde Staten in 2008 op 3,3 miljard Amerikaanse Dollar (USD) ( 2,7 miljard), waar jaarlijks naar schatting 2,5 miljoen decubitusletsels werden behandeld 3

14 (Pham et al., 2011a). Severens, Habraken, Duivenvoorden & Frederiks (2002) schatten de kost van decubitusletsels in Nederland tussen 500 miljoen en 2 miljard USD ( 481 miljoen en 1,9 miljard), wat respectievelijk 1,2% en 6,6% bedroeg van de totale uitgaven voor de gezondheidszorg in Nederland. Voor België werden nog geen cijfers beschreven omtrent de kost van behandeling van decubitus. Verschillende auteurs toonden aan dat de kost van een preventieve aanpak lager lag dan de kost van de behandeling (Schuurman et al., 2009). Deze masterproef schetste een beeld van de kost van decubituspreventie in Vlaamse ziekenhuizen. Hierbij werd zowel de kost van het materiaal, als de kost van de verpleegkundige arbeid in rekening gebracht. In deze masterproef werd de kost op twee manieren onderzocht. Enerzijds werd de kost van het materiaal nagegaan. Ziekenhuizen werden, via de betrokken diensten, bevraagd naar cijfers rond kost- en/of huurprijzen van preventiemateriaal aan de hand van een vragenlijst. Anderzijds werd de loonkost en de arbeidsduur van het personeel bevraagd. Dit gebeurde via twee methodes. De eerste methode was time and motion, waarbij op basis van observatie tijdsmetingen werden uitgevoerd om de tijd nodig voor het uitvoeren van activiteiten, gerelateerd aan de preventie van decubitus, te meten. Dit werd op alle afdelingen toegepast door twee onderzoekers. Ten tweede werd een dubbele Delphi-methode toegepast op 24 ziekenhuisafdelingen, waarbij aan vijf verpleegkundigen per participerende afdeling gevraagd werd een vragenlijst in te vullen met betrekking tot dezelfde variabelen die werden geregistreerd door de onderzoekers. Hierbij gaven de verpleegkundigen met hun expertise een subjectieve inschatting weer van wat de benodigde tijd was om interventies inzake decubituspreventie toe te passen. De totale kosten werden enerzijds bepaald aan de hand van het aantal risicopatiënten en patiënten met decubitus en anderzijds aan de hand van de directe medische kosten, die bestaan uit de kost van het preventiemateriaal en de verpleegtijd. De datacollectie werd uitgevoerd door twee onderzoekers, de verwerking gebeurde door één onderzoeker. Uit het Project PUMap, een decubitusprevalentiemeting uit 2008 in België, was de frequentie van de preventiemaatregelen, het aantal risicopatiënten en het aantal patiënten met decubitus reeds gekend (Defloor et al., 2008). De combinatie van de 4

15 arbeidskost van verpleegkundigen en de materiaalkost resulteerde in de kostprijs van decubituspreventie. Aan deze studie namen patiënten deel uit 84 Belgische ziekenhuizen. Hoofdstuk één van deze masterproef bevat de literatuurstudie over de wetenschappelijke kennis rond de kost van decubituspreventie. In hoofdstuk twee wordt de methodologie weergegeven van het veldwerk. Hierbij wordt de time and motion methode en dubbele Delphi-methode geduid. De resultaten hiervan worden weergegeven in hoofdstuk drie. Deze resultaten worden gecombineerd met de PUMap-databank. Het laatste deel bestaat uit de discussie en de conclusie van de resultaten, waarbij deze worden getoetst aan de literatuur. 5

16 1. Literatuuroverzicht In deze masterproef werd onderzoek gedaan naar de kost van decubituspreventie in Vlaamse ziekenhuizen. De onderzoeksvraag luidde: Wat is de kost van huidige decubituspreventie in Vlaamse ziekenhuizen?. In de literatuurstudie werden internationale studies weergegeven waarbij de focus lag op de kost van decubituspreventie en kostenstudies met gebruik van tijdsmetingen en een Delphimethode. Voor de literatuurstudie van deze masterproef werd gebruik gemaakt van vijf wetenschappelijke databanken: Cinahl, Cochrane, PubMed, Science Direct en Web of Science. Er werd gezocht op verschillende zoektermen waaronder pressure ulcer of decubitus of pressure sore of decubitus ulcer of bedsore en cost-benefit analysis of cost-benefit analyses of cost benefit of cost benefit data of cost analysis of cost measure of cost. De artikels werden geselecteerd op titel en abstract. Enkel artikels gepubliceerd in de laatste 20 jaar en die handelden over de kost van decubituspreventie werden geïncludeerd. Ook werden enkel Nederlandstalige, Engelstalige en Franstalige artikels behouden. Artikels zonder abstract en artikels die betrekking hadden op kinderen en specifiek de behandeling van decubitusletsels werden geëxcludeerd. In totaal werden 1711 artikels gevonden, waarvan 57 artikels werden behouden, nog 18 werden toegevoegd via de sneeuwbalmethode (Bijlage 1). Artikels werden verder weerhouden op basis van onder meer de focus op behandeling, geen beschrijving van de kosten en irrelevantie van het onderwerp. De artikels werden geanalyseerd met behulp van tabellen volgens Drummond (2005), die zich specifiek richten op kostenstudies. De kosten in de literatuurstudie werden telkens verrekend naar eenzelfde valuta. De geldbedragen werden omgezet naar euro volgens de wisselkoersen van 1 juni 2013 (XE, 2013) (Tabel 1). Na omzetting van valuta werd de kost verrekend volgens de gezondheidsindex teneinde de bedragen te actualiseren (FOD Economie, 2013). Hiervoor werd als basis de maand januari genomen in het jaar waarin het artikel werd 6

17 gepubliceerd, tenzij anders aangegeven. Mei 2013 werd gebruikt als meest recente indexcijfer. Tabel 1: Wisselkoers buitenlandse valuta 1 juni 2013 (XE TM, 2013) Originele valuta Euro per eenheid Amerikaanse Dollar (USD) Australische Dollar (AUD) Canadese Dollar (CAD) Britse Pond (GBP) Preventie De preventie van decubitus bestaat uit een correcte risico-inschatting, huidbeoordeling en voedingstoestand en het toepassen van houdingsveranderingen en drukreducerend materiaal (EPUAP & NPUAP, 2009). Bij een studie in België in 2008 kreeg slechts 10,8% van de risicopatiënten volledige adequate preventie. In totaal namen hier patiënten aan deel, waarvan bijna 25% risicopatiënten. Bij 60,8% van de risicopatiënten werd geen zwevende hielen toegepast (Vanderwee et al., 2011). Volgens Trueman & Whitehead (2010) zijn decubitusletsels in de meeste gevallen te vermijden. Brandeis, Berlowitz & Katz (2001) concludeerden uit hun vragenlijst bij 65 participanten met expertise in het domein van decubitus dat 62% niet akkoord ging met de stelling dat alle decubitusletsels te vermijden zijn Economische gevolgen van decubituspreventie In 2007 bedroeg de gezondheidszorgconsumptie in België 10,2% van het bruto binnenlands product. België had in 2007 een gezondheidsconsumptie van USD per capita, wat omgerekend neerkomt op euro, gebaseerd op de basisindex in Dit bracht België op de zesde hoogste plaats tussen de landen van de Europese Unie (Gerkens & Merkur, 2010). Decubitusletsels worden geassocieerd met een significante economische last. Ze zorgen onder andere voor een verlengde ligduur, wat 7

18 een belangrijke kost met zich mee brengt (Banks et al., 2009; Trueman & Whitehead, 2010). Zogenoemde saved bed days hebben dan ook een positieve economische waarde wanneer er wachtlijsten zijn in ziekenhuizen. Wanneer men de incidentie van decubitus kan verminderen worden de wachtlijsten korter. Deze hogere patiënten turnover heeft implicaties voor de exploitatiekosten van het ziekenhuis wanneer variabele kosten zouden stijgen (Drummond, Sculpher, Torrance, O Brein & Stoddart, 2005). Naast deze economische kost is tevens een verminderde kwaliteit van leven, een verminderd zelfvertrouwen en pijn waar te nemen. Patiënten hebben schrik voor de gevolgen van de letsels op hun dagelijkse activiteiten (Gorecki et al., 2009). In een studie van Severens et al. (2002) werd de kost voor decubituspreventie in Nederland per patiënt per dag geschat door twee experts per instelling. Bij hoog risicopatiënten binnen een algemeen ziekenhuis kwam dit neer op 8,99 tot 11,92 USD ( 8,65 tot 11,47). Binnen een universitair ziekenhuis was dit tussen 59,29 en 94,67 USD ( 57,05 tot 91,09). Decubitus heeft volgens Nero, Lipp & Callahan (2012), de grootste impact op een verlengde hospitalisatieduur in vergelijking met andere nosocomiale oorzaken. De frequentie lag hier hoger, zijnde 44 patiënten op 1000 opnames, alsook de kostprijs voor de behandeling, wat neerkwam op USD per patiënt of jaarlijks zo n 680 miljoen USD. Omgerekend naar huidige euro s is dit euro per patiënt en jaarlijks 535 miljoen euro. Deze studie, die plaatsvond in verschillende ziekenhuizen in New York, besloeg patiëntenontslagen. Alle zorgverleners van het multidisciplinair team dienen vroegtijdige symptomen van decubitusletsels te herkennen en een gepaste preventiestrategie kunnen opstarten (Lloyd Jones, 2007). Deze kennis gecombineerd met standaardisatie van preventieprotocollen, zorgt ervoor dat de duurste middelen niet willekeurig worden toegepast. Standaardisatie van richtlijnen inzake verminderen van druk- en schuifkrachten leidde tot een daling van de prevalentie en kost van decubitus, en had een positief effect op de patiëntenzorg (Antenucci Kuhn & Coulter, 1992). Hieronder wordt concreter ingegaan op verschillende financiële maatregelen in de preventie van decubitus. 8

19 Materiaalkost Matrassen In een RCT-studie van Vyhlidal, Moxness, Bosak, Van Meter & Bergstrom (1997) werden de schuimmatras en de schuim oplegmatras tegen elkaar afgewogen. Er was geen statistisch verschil in het aantal dagen tot een decubituswonde ontwikkelde (p=0,329). Wel was er een statistisch verschil in het aantal ontwikkelde decubitusletsels (p=0,025). Zo werden er 16 decubitusletsels bij 12 patiënten gedetecteerd bij de schuim oplegmatras en vijf decubitusletsels bij vijf patiënten bij de schuimmatras. Hier tegenover stond de hogere kostprijs. Men betaalde voor een oplegmatras 38 USD ( 40) (directe en indirecte kosten) voor zes maanden levensduur en deze matras kon slechts bij één patiënt gebruikt worden. Voor de kostbepaling was hier het aantal risicopatiënten per jaar van belang. Voor de vervangmatras betaalde men 260 USD of 272 in huidige euro s. Deze matras kon voor meerdere patiënten gebruikt worden en had een levensduur van vijf jaar. Bij een vergelijking van de standaard schuimmatrassen met visco-elastische matrassen bleek volgens Russell et al. (2003) dat het gebruik van viscoelastische matrassen de dominante maatregel was, gezien het goedkoper en effectiever zou zijn. Ondanks een dagelijkse meerprijs van 0,04 GBP ( 0,06) voor de viscoelastische matras, lag de totale kost 154 GBP ( 223) lager dan bij de standaard schuimmatrassen. De reden hiervoor was onder andere de kortere ligduur en lagere verbandkosten. In deze studie ontwikkelden 22% van de patiënten op standaard schuimmatrassen decubitus, in vergelijking met 15% op de visco-elastische matrassen. Ook Chou et al. (2013) concludeerden uit hun review dat er een lager risico was op decubitus bij risicopatiënten bij gebruik van visco-elastische matrassen dan bij standaard schuimmatrassen. Vanuit economisch oogpunt werd het gebruik van geavanceerde onderlagen bij risicopatiënten aangeraden, in tegenstelling tot standaard schuimmatrassen (Trueman & Whitehead, 2010). Het gebruik van geavanceerde onderlagen zou het aantal decubitusletsels tot 60% drukken in tegenstelling tot een standaard schuimmatras (McInnes, Bell-Syer, Dumville, Legood & Cullum, 2008). Whitehead & Trueman (2010) bevraagden de kost van enkele matrassen. De standaard schuimmatras kostte 9

20 gemiddeld 383 GBP, een low-air-loss systeem GBP en de alternerende matras GBP. Dit verrekend naar huidige euro s komt neer op respectievelijk 486, en euro. De kans op het ontwikkelen van decubitus voor deze matrassen was respectievelijk 21,8% (Russell et al., 2003), 8,9% (McInnes et al., 2008) en 6,8% (McInnes et al., 2008). Severens et al. (2002) deelden in hun onderzoek naar de cost of illness van decubitusletsels in Nederlandse zorgcentra alle types matrassen op in drie categorieën, nl. licht, medium en zwaar. Dit werd uitgevoerd door een panel van experts en op basis van de financiële draaglast van het materiaal. De prijs per dag bedroeg respectievelijk 0,75, 17 en 58 USD ( 0,72, 16,63 en 55,81). De matrassen uit de eerste categorie werden hoofdzakelijk aangekocht, terwijl matrassen uit de categorie medium en zwaar meestal werden gehuurd. In een studie van Asimus, MacLellan & Li (2011) werd onder meer nagegaan of er een efficiënt gebruik was van alternerende matrassen. Bij een steekproef bij 96 patiënten lagen er 26 van hen op een alternerende matras. Na toepassing van de Waterlow risicoschaal bleken slechts tien van hen effectief deze matras nodig te hebben. Op basis van een algoritme waarbij rekening werd gehouden met een goede risicobeoordeling en het aanpassen van het matrassengebruik bij deze 26 patiënten, werd een potentiële kost berekend van USD ( ) binnen een tijdsperiode van 12 maanden. Bij het huren van deze systemen kwam men op een bedrag van 22,83 AUD of 17,76 euro per dag per patiënt. Waarop deze kost werd gebaseerd, staat niet vermeld. In een RCT-studie van Iglesias et al. (2006) werd een alternerende oplegmatras afgewogen tegenover een alternerende matras om de kosteneffectiviteit na te gaan. Zo was de aankoopprijs van een alternerende matras GBP ( 5.495). Voor een alternerende oplegmatras betaalde men GBP ( 1.374). Hoewel het economisch contra-intuïtief was om voor de alternerende matras te kiezen, is deze keuze te verklaren gezien het gebruik van een alternerende matras meer kosteneffectief is dan een alternerende oplegmatras. Dit omwille van het verschil in tijd waarin men decubitus ontwikkelt bij deze twee verschillende soorten matrassen. Zo zou de tijd totdat men een decubituswonde ontwikkelde bij een alternerende matras 10,64 dagen langer duren dan bij een alternerende oplegmatras en zouden de personen met een alternerende oplegmatras gemiddeld 1,2 dagen langer in het ziekenhuis liggen. Wanneer de 10

21 dagelijkse kostprijs in rekening wordt gebracht, oversteeg deze de meerkost die ontstond door de aankoop van alternerende matrassen de opnamekosten. Zo werd de kost per dag, voor een levensduur van twee jaar, geraamd op 1,38 GBP ( 1,90) voor de alternerende oplegmatras en 5,71 GBP ( 7,84) voor de alternerende matras. Zodoende vielen de opnamekosten, die geschat werden op 165 GBP tot 385 GBP, of 227 tot 529 euro, per dag, hoger uit dan de kostprijs van de alternerende matras, waardoor men op termijn een kostenbesparing in de hand werkte. Fleurence (2005) kwam tot de conclusie dat het gebruik van alternerende oplegmatrassen kosteneffectief kon zijn in de preventie van decubitusletsels terwijl alternerende matrassen kosteneffectief waren in de behandeling van reeds aanwezige decubitusletsels. In een studie van Gebhardt, Bliss, Winwright en Thomas (1996) werd een low-air-loss systeem (dynamische matras met continue lage druk) vergeleken op basis van kosteneffectiviteit, met de alternerende matras op een intensieve zorgenafdeling. Wanneer men de effectiviteit van de twee soorten matrassen ging vergelijken, bleek 4% van de patiënten die op een alternerende matras lagen niet-wegdrukbare roodheid te hebben ontwikkeld, tegenover 55% bij de continu lage drukmatras (p<0,001). De kosten werden opgesteld vanuit het perspectief van het ziekenhuis. Dit hield de aankoop, onderhoud en schoonmaken van de matrassen in. De prijzen van de alternerende matrassen waren gebaseerd op de huurprijzen. Zo betaalde men per patiënt gemiddeld 44,5 GBP ( 72) voor het gebruik van een alternerende matras en 86,2 GBP ( 139) voor een continue lage druk matras. De gemiddelde kosten voor het gebruik van een alternerende matras waren lager en de voordelen ervan beter dan voor het low-air-loss systeem, waardoor de alternerende matras meer kosteneffectief was. Verdere analyse van de cijfers was niet mogelijk, gezien geen gegevens kenbaar waren omtrent het aantal dagen gebruik van een bepaalde matras per patiënt, details van huur- en aankoopprijzen en uurlonen van verpleegkundig personeel. Bij gebruik van dynamische systemen dienen onderhoud- en reparatiekosten in rekening te worden gebracht, wat niet het geval is bij statische matrassen. Statische matrassen hebben tevens minder kans onopzettelijk beschadigd te worden door zorgverleners dan dynamische systemen (Beldon, 2002). Ook Vanderwee, Grypdonck & Defloor (2008) wezen op potentiële mechanische problemen bij alternerende matrassen waardoor 11

22 frequent onderhoud noodzakelijk is. Verpleegkundigen moeten hierin geschoold worden zodat deze het toestel op een correcte manier gebruiken. Gezien de kost voor een alternerende matras hoger lag dan de kost voor een low-air-loss systeem, diende de keuze van materiaal afgewogen te worden met behulp van correcte informatie omtrent de effectiviteit. In een studie van Berthe, Bustillo, Mélot & Fontaine (2007) werd gebruik gemaakt van een Kliniplot matras die bestaat uit verschillende blokken in schuim, die de druk verdelen over het lichaam van de patiënt. Volgens de auteurs was dit een simpel en goedkoop systeem, wat per matras in totaal 110 euro bedroeg. In de Kliniplot -groep ontwikkelden 21 van de 657 patiënten (3,2%) decubitus, in vergelijking met 21 van de 1072 patiënten (1,9%) in de controlegroep met standaard schuimmatrassen. Hier was geen significant verschil waar te nemen (p=0,154). Bij onderzoek van de tijd tot het ontstaan van decubitus was de mediaan 31 dagen bij de Kliniplot -matras en 18 dagen met een standaard schuimmatras. De tijd tot het ontstaan van decubitus werd significant verlengd bij de Kliniplot -matras (p<0,001). Op basis van voorgaande studies kon algemeen gesteld worden dat het gebruik van visco-elastische matrassen in eerste instantie een dure aankoop was, maar tegenover standaard schuimmatrassen toch kostenbesparend was in zijn totaliteit door een kortere hospitalisatieduur. Het gebruik van dynamische systemen moest worden afgewogen in functie van de risicobeoordeling van de patiënt, gezien deze duurder waren dan statische systemen. De kost voor dynamische systemen was per stuk zo n euro voor lowair-loss systemen en zo n tot euro voor alternerende systemen. Bijkomend was er bij dynamische systemen een verhoogde kans op onderhoud- en reparatiekosten. Omtrent het gebruik van zitkussens werden geen relevante artikels gevonden Voeding Banks et al. (2009) stelden dat een derde van de decubitusletsels te wijten is aan malnutritie, wat resulteert in een aanzienlijk aantal verloren ligdagen met een kost van bijna 13 miljoen AUSD voor de periode binnen één ziekenhuis in Australië. In huidige euro s komt dit neer op 10 miljoen. Deze studie gaf tevens aan dat binnen dit onderzoek, de geattribueerde kost van malnutritie 33% bedroeg van alle verlengde 12

23 hospitalisaties door decubitus. Banks et al. (2013) berekenden via statistische modellen dat interventies met betrekking tot het verbeteren van de voedingsstatus bij risicopatiënten kosteneffectief waren. De kost van decubitus, wanneer alle risicopatiënten ondersteuning kregen in voeding, werd bepaald aan de hand van volgende formule: (kost van voedingsondersteuning)-(aantal relevante ontslagen x incidentiecijfer van decubitusletsels x onafhankelijk effect van decubitusletsels op de hospitalisatieduur x kost van een dag hospitalisatie x risicowijziging tot het ontwikkelen van decubitus geassocieerd met ondersteuning in voeding) Andere hulpmiddelen Gilcreast et al. (2005) vergeleken drie types hielbeschermers: een bunny boot (ventilerende fleece in polyester), egg crate (polyurethaan met het reliëf van een eierdoos met opening voor de hiel) en een foot waffel (opblaasbaar plastic kussen met ventilatie en een opening voor de hiel). De studiepopulatie had Bradenscores van minder dan of gelijk aan 14, zijnde een hoog risico. Bij de hielbeschermers werden respectievelijk 3,9%, 4,6% en 6,6% decubitusletsels vastgesteld waardoor klinisch geen verschil was tussen de systemen. Gezien de bunny boot significant goedkoper was, zijnde 16,70 USD ( 15) per paar in vergelijking met 29,67 USD ( 27) per paar egg crate hielbeschermers en 26,62 USD ( 24) per paar foot waffle hielbeschermers, werd de voorkeur gegeven aan de bunny boot als het meest kosteneffectief. Lyman (2009) kwam in haar studie, naar het effect van hielbeschermers, tot de conclusie dat ondanks de initiële kosten van preventiemateriaal, men op termijn toch bespaarde door het aantal vermeden letsels. Binnen deze studie werden 550 risicopatiënten geïncludeerd die elk twee hielbeschermers van samen 112 USD kregen, wat op USD neerkomt. Binnen deze studie werden naar schatting 37 letsels vermeden, wat tot een potentiële besparing leidt van tot USD ( tot ), op de totale behandelingskosten van tot USD ( tot ). Torra I Bou et al. (2009) vergeleken de kosteneffectiviteit van een beschermend verband tegenover een hydrocellulair verband (interventiegroep) met behulp van twee vergelijkbare patiëntenpopulaties. Hieruit bleek dat 44% van de patiënten met een beschermend verband decubitusletsels ontwikkelde tegenover 3,3% binnen de interventiegroep. De verbandwissels gebeurden bijna vier keer zoveel in de groep met 13

24 het beschermend verband, nl. 2,04 keer per week, dan in de interventiegroep waarbij deze 0,58 keer per week werden vervangen (p<0,001). Op vlak van materiaalkost lag de prijs van het hydrocellulair verband beduidend hoger dan voor een beschermend verband. Wanneer dit verrekend werd met het uurloon van de verpleegkundige en de tijdsduur die het aanbrengen van het verband inhield, bleek dit verschil echter opgelost. Per verbandwissel kwam dit neer op 73,28 CAD voor de controlegroep en 76,05 CAD voor de interventiegroep. In huidige euro s komt dit neer op 59 voor de controlegroep en 61 voor de interventiegroep. Tevens moest de indirecte besparing per vermeden decubitusletsel in rekening worden gebracht. In hun onderzoek naar de totale kost van verbandmateriaal in de preventie van hieldecubitus, berekenden Torra I Bou et al. (2009) de materiaalkost als de kost per verband vermenigvuldigd met het aantal gebruikte verbanden binnen de onderzoeksperiode. Hierbij telde men ook de kost van het fixatiemateriaal om de verbanden op hun plaats te houden, vermenigvuldigd met het aantal verbandwissels tijdens de onderzoeksperiode. Toch zouden moderne verbanden een economisch voordeel hebben in tegenstelling tot de traditionele verbanden gezien ze vaak effectiever waren in de genezing, langer op de wonde konden blijven en hierdoor minder frequent moesten vervangen worden. Dit reduceerde de arbeidskost van verpleegkundigen (San Miguel, Torra I Bou & Verdú Soriano, 2007). Lyman (2009) stelde echter dat het gebruik van een gewoon kussen onder de onderbenen van de patiënt nog steeds effectiever was in de preventie van decubitus dan het gebruik van hielbeschermers. Ook wordt benadrukt dat ongeacht het bed, de druk van de hielen moest worden weggenomen en deze nooit op de onderlaag mochten rusten. Mistiaen et al. (2010b) onderzochten de effectiviteit van Australische medische schapenvacht op de incidentie van drukletsels op de stuit. Wat deze schapenvacht onderscheid van synthetische schapenvacht, is dat het een natuurlijk product is, bestand is tegen wassen op 80 C en vocht absorbeert (Mistiaen et al., 2008, 2010a). Voor de studie werd de data van drie bestaande RCT s samengevoegd waardoor een populatie ontstond van patiënten. De incidentie bedroeg 12,2% in de controlegroep waar deze schapenvacht niet werd toegepast en 5,4% in de experimentele groep met gebruik van de schapenvacht. De meta-analyse toonde een odds ratio van 0,37 (95% BI, 0,17-0,77). Er werd gesteld dat het gebruik van Australische medische schapenvacht het ontstaan van decubitusletsels op de stuit reduceerde. De kost voor de aankoop van de 14

25 schapenvachten was echter groter dan de potentiële besparingen door vermeden decubitusletsels. Wanneer bij alle patiënten een schapenvacht zou worden toegepast, komt dit neer op een bedrag van 2,28 euro per patiënt per dag. Toegepast op risicopatiënten bedroeg deze kost 2,23 per patiënt per dag. Het onderhoud van de schapenvachten was hierbij de grootste kost. Het gebruik bij risicopatiënten bedroeg euro voor de aankoop van de schapenvachten waarbij nog eens euro werd toegevoegd om de schapenvachten te wassen. Dit kwam neer op een jaarlijks totaal van euro. De besparing op jaarbasis, zijnde het aantal vermeden letsels vermenigvuldigd met de kost van de behandeling per letsel, bedroeg voor deze situatie slechts euro. Gezien deze studie andere studies omvatte, diende rekening gehouden te worden met bias in deze studies. Mistiaen et al. (2008) duidden dat een schapenvacht geen vervanging was van de standaard drukreducerende interventies zoals het toepassen van wisselhouding Arbeidskost Samen met het materiaal dient de kost voor de arbeid meegerekend te worden. Deze kost werd bepaald door de arbeidsduur voor het personeel in combinatie met de loonkost voor het personeel. Inzake arbeidsduur verwezen Dorr, Horn & Smout (2005) naar de National Pressure Ulcer Long-Term Care Study (NPULS), waarin werd aangetoond dat naarmate verpleegkundigen meer tijd spendeerden aan patiënten, de kans op decubitusletsels daalde. Bij zorgkundigen was geen verschil aan te tonen. Bij een tekort aan verpleegkundigen konden extra opleidingen of premies nodig zijn om er maatschappelijke voordelen uit te halen. Howe (2008) duidde het belang van preventieprogramma s, waarbij tijd uitgespaard kon worden en de productiviteit steeg. Ook Sendelbach et al. (2011) volgden hierin door te stellen dat informatie omtrent preventie bruikbaar, kort en bondig moest worden aangeboden. Up-to-date intranet kon hier een oplossing bieden. Het berekenen van de arbeidskost werd bekomen door de gemiddelde loonkost per minuut te vermenigvuldigen met het aantal minuten nodig om de interventie uit te 15

26 voeren (Schuurman et al., 2009; Torra I Bou et al. 2009). Hierbij diende rekening gehouden te worden met een hogere personeelskost tijdens de nachtshift (Schuurman et al., 2009). In een studie van Xakellis & Frantz (1996) vergeleek men het flat on the back -preventieprincipe met de actuele preventie van drukreducerend materiaal en het uitvoeren van wisselhouding. Om de kosten van de preventie hiervoor te berekenen werd rekening gehouden met de kosten van de verpleegkundige tijd om wisselhouding toe te passen en de kostprijs van drukreducerende middelen. Volgens Severens et al. (2002) was de kost voor ziekenhuizen in Nederland 24 USD per uur voor een verpleegkundige werkzaam in een universitair ziekenhuis en 20 USD per uur voor een verpleegkundige binnen een algemeen ziekenhuis. Omgerekend naar huidige euro s komt dit neer op respectievelijk 23,09 en 19,24 euro per uur. Verder merkten ze op dat naarmate de categorie van decubitusletsel steeg, de kost van het materiaal steeg en de personeelskost daalde (Tabel 2). Deze cijfers werden bekomen door schatting van een expertpanel. Tabel 2: Proportionele kost van personeel en materiaal binnen de totale kost (Severens et al., 2002) Risicopatiënten Categorie I Categorie IV Algemeen ziekenhuis Personeelskost Materiaalkost Universitair ziekenhuis Personeelskost Materiaalkost Schuurman et al. (2009) stelden dat in de preventie van decubitus een technische aanpak, met gespecialiseerd materiaal en wondzorg, meer kostbesparend was dan een menselijke benadering, waarbij wisselhouding en mobilisatie centraal stonden. De dagelijkse kost van deze menselijke benadering was tweemaal zo groot als deze van de technische benadering, vooral omdat er bij deze laatstgenoemde minder arbeidstijd aan 16

27 te pas kwam. Uit deze studie kwam voort dat er een gemiddelde kostprijs van 13 euro (95%BI: 8-18; range 0,54-103) was voor de technische benadering en 24 euro (95%BI: 17-30; range 0,13-166) voor de menselijke benadering gezien er meer verpleegtijd aan bod kwam. Beeckman et al. (2012) duidden in de nationale richtlijnen voor decubituspreventie van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE), op het belang van training en educatie aan de zorgverleners. Lloyd Jones (2007) stelde dat patiënteneducatie van even groot belang was als het opleiden van zorgverleners. Indien mogelijk moest de patiënt gestimuleerd worden om een actieve rol op te nemen gedurende zijn opname. De educatie kon zowel verbaal, als via brochures gebeuren. Het stimuleren van de patiënt tot het zelf toepassen van wisselhouding werd ook aangeraden binnen de nationale richtlijnen van het KCE (Beeckman et al., 2012). Op die manier kwam meer tijd vrij voor verpleegkundigen voor andere activiteiten. In een studie van Asimus et al. (2011) werd een preventieprogramma opgestart en geleid door een Nurse Practitioner (NP) in 41 instellingen in Australië. Een NP werd door Hamric (2009) omschreven als een verpleegkundige dat extra handelingen verricht nadat hij toegevoegde kennis en vaardigheden heeft ontwikkeld door middel van bijkomende studies, opleiding en klinische ervaring. Asimus et al. (2011) beschreven een reductie van de decubitusprevalentie van 16,4% over drie jaar met een hieraan gekoppelde besparing van AUD in het eerste jaar. In huidige euro s betekende dit Binnen de studie werd de nadruk gelegd op educatie van de staf, het gebruik van risicoschalen en het toepassen van gepast drukverlagend materiaal Risicobeoordeling Zowel preventieve maatregelen als het toepassen van een vroegtijdige risicobeoordeling stonden centraal in het reduceren van de morbiditeit, mortaliteit en de hoge medische kosten dat decubitusletsels met zich mee bracht (Lyman, 2009). Torra I Bou et al. (2009) beschouwden in hun onderzoek naar de preventie van hieldecubitus effectieve ontlasting van druk en regelmatige inspectie ter hoogte van de hielen als belangrijkste maatregelen. Vanderwee, Grypdonck & Defloor (2005) toonden 17

28 aan dat het uitstellen van preventie tot niet-wegdrukbare roodheid aanwezig was, geen invloed had op de incidentie van categorie II letsels of hoger. Beeckman et al. (2012) raadden het gebruik van een risicoschaal aan. Er was echter geen eenduidig bewijs dat de ene risicoschaal klinisch effectiever is dan de ander. De risicoschalen dienden te worden afgenomen bij opname van de patiënt en regelmatig te worden herhaald. Hierbij hoorde tevens een controle van de huid op niet-wegdrukbare roodheid, met aandacht voor de drukpunten Wisselhouding Hibbert, Edbrooke, Corcoran, Bright & Kingsley (1999) berekenden de verpleegkundige kost per patiënt per dag voor het toepassen van wisselhouding op een afdeling intensieve zorgen en kwamen uit op een bedrag van 172,80 GBP, of 269 in huidige euro s. Hierbij werd op één afdeling een gewogen gemiddeld uurloon bepaald, 9,60 GBP ( 15), op basis van de bezetting tijdens het onderzoek. Dit uurloon werd verrekend naar de kost per minuut en vermenigvuldigd met de gemiddelde tijdsduur voor het toepassen van wisselhouding over een periode van 24 uur. In een studie van Schuurman et al. (2009) in twee ziekenhuizen in Nederland kwam men voor wisselligging aan een gemiddelde kost per minuut van 0,58 euro met een gemiddelde verpleegtijd van 7,9 minuten (95%BI: 7,3-8,6), wat neer kwam op een gemiddelde kost per interventie van 4,60 euro. Welke handelingen omvat zitten binnen deze tijdsmetingen werden niet omschreven. Mistiaen et al. (2010b) kwam in zijn studie tot een gemiddelde interventietijd voor wisselhouding van 10 minuten en geeft aan dat dit in de literatuur varieert tussen de twee en 12,5 minuten. Dit gemiddelde was gebaseerd op enkele reeds uitgevoerde studies waarbij de details van de metingen niet werden beschreven. Xakellis, Frantz & Lewis (1995) bestudeerden de totale kost van decubituspreventie. Hierbij werd de nadruk gelegd op wisselhouding, drukreducerende matrassen, zitkussens en andere preventieve maatregelen. In totaal werden 539 patiënten geïncludeerd in de studie, waarvan 505 de studie volledig afwerkten en hiermee onderzoeksdagen werden bereikt. Het toepassen van wisselhouding was hierbij de 18

29 duurste interventie met een kost van gemiddelde kost per patiënt van 184,72 USD (SD 362) ( 200). Toegepast op de patiënten die decubituspreventie kregen, kwam de kost per patiënt voor wisselhouding neer op 772 USD (SD 309) ( 836) of 8,83 USD (SD 1,66) ( 10) per dag per patiënt. Het gebruik van zitkussens, matrassen en aanvullende maatregelen kostte respectievelijk gemiddeld 46,86 USD (SD 108) ( 51), 12,22 USD (SD 37) ( 13) en 1,30 USD (SD 5,3) ( 1,40) per patiënt. De gemiddelde tijd voor het toepassen van wisselhouding was 3,5 minuten. De kost voor wisselhouding bedroeg dagelijks 8,83 USD (SD 1,66) ( 10). Materiaal dat de frequentie van wisselhouding reduceerde, kon de kost van decubitus doen dalen. De totale kost werd berekend door de totale kost voor elke patiënt te delen door het aantal ligdagen gedurende het onderzoek. Bij 68% van de patiënten werd decubituspreventie toegepast. Het toepassen van wisselhouding gebeurde bij 24% van de volledige steekproef. De mediaan voor wisselhouding was om de twee uur. Drukreducerende matrassen werden gebruikt bij 41% van de patiënten, al is niet duidelijk om welke systemen het gaat. De totale kost van decubituspreventie voor de periode van drie maanden was USD ( ) voor alle patiënten, met een gemiddelde van 245 USD (SD 422) ( 265). De totale kost per patiënt per dag was 2,98 USD (SD 5,3) ( 3,22). Bij 32% van de patiënten werden geen uitgaven gedaan inzake preventie. De kosten van preventie stegen in functie van het risicoprofiel volgens de Norton-schaal. Deze studie vond plaats binnen één ziekenhuis in de Verenigde Staten. Defloor, De Bacquer & Grypdonck (2005b) onderzochten het effect van vier wisselhoudingsschema s: wisselhouding om de twee uur op een schuimmatras, wisselhouding om de drie uur op een schuimmatras, wisselhouding om de vier uur op een visco-elastische matras en wisselhouding om de zes uur op een visco-elastische matras. Er was geen verschil tussen de verschillende schema s in incidentie op vlak van het ontstaan van niet-wegdrukbare roodheid (categorie I) in vergelijking met de standaard preventie. Categorie II letsels werden slechts bij 3% van de patiënten vastgesteld bij gebruik van een visco-elastische matras en wisselhouding om de vier uur. Deze methode zorgde hierdoor voor een significante reductie in vergelijking met de andere groepen waarbij de incidentie tussen de 14,3 en 24,1% lag. Wanneer deze cijfers werden toegepast op de resultaten van Xakellis et al. (1995), waarbij gesteld werd dat het toepassen van wisselhouding 3,5 minuten in beslag nam, zouden dagelijks 19,5 19

30 minuten per dag per patiënt bespaard worden wanneer er werd overgeschakeld van twee uur naar vier uur op een visco-elastische matras. Bij deze besparing zou volgens Defloor et al. (2005b) een visco-elastische matras van 300 euro zich na drie maanden reeds terugbetalen. Dit op basis van een gemiddelde loonkost van 10,88 euro per uur (beginnend verpleegkundige in België in 2003). Het toepassen van wisselhouding om de vier uur maakte dit een haalbare preventiemaatregel inzake arbeidsduur en kost Massage Vanuit de nationale richtlijnen van het KCE dient massage te worden vermeden. Het effect van crèmes werd niet onderzocht. (Beeckman et al., 2012) De toepassing van massage dient dus als een overbodige kost gezien te worden. Shannon, Coombs & Chakravarthy (2009) merkten echter in hun onderzoek naar het effect van een voedende en verzachtende crème op siliconebasis op de incidentie van decubitusletsels, dat deze werden teruggedrongen van 20% naar 0% over een periode van acht maanden. Deze maatregel werd binnen een groter preventieprogramma geïntegreerd. De kost van deze toepassing liep gelijk met de huidige behandeling met andere crèmes. De crème kostte 0,75 USD meer per opname (32,51 USD tegenover 33,26 USD). De balans wordt echter achteraf gemaakt wanneer er mede door het gebruik van de crème op siliconebasis een reductie was van het aantal decubitusletsels, alsook de behandelingskosten hiervan werden vermeden. De besparing voor het ziekenhuis bedroeg hier tot 6.677,11 USD per patiënt of in huidige euro s Preventieprogramma s Thomson & Brooks (1999) gaven in hun onderzoek naar de invloed van een preventieprogramma op de kosten voor het ziekenhuis weer dat het toepassen van een preventieprogramma op termijn goedkoper was dan de standaard zorg. Bij de huidige zorg kwam de jaarlijkse kost naar schatting neer op tot GBP ( tot ). Bij toepassing van het preventieprogramma lag het jaarlijkse totaal tussen de en GBP ( tot ). Hierbij werd zowel rekening gehouden met de directe kosten zoals de kost van materiaal en personeel in de zorg bij decubitusletsels, als indirecte kosten zoals kosten van verloren vrije tijd en 20

31 arbeidstijd van de patiënt omwille van hospitalisatie. De besparing op de totale jaarlijkse kosten was hier tussen de en GBP ( tot ). Uit een studie van McInerney (2008), dat een preventieprogramma implementeerde binnen één ziekenhuis, bleek dat met behulp van het preventieprogramma de prevalentie van het aantal decubitusletsels daalde met 81% en dit over een periode van 4,5 jaar. Elke zes maanden werd een nieuwe strategie geïmplementeerd. De eerste maatregel was het registreren van letsels in een elektronisch dossier waarbij een verpleegkundig specialist in de wondzorg inzage kreeg en kon anticiperen op risicopatiënten, hierna volgde ook de invoering van een elektronische risicoschaal waar deze verpleegkundig specialist zicht op had. Een derde maatregel was het toepassen van wisselhouding en het plaatsen van statische lucht oplegmatrassen bij risicopatiënten, gevolgd door educatie van personeel door de verpleegkundig specialist als vierde procedure. Op dat ogenblik daalde de prevalentie reeds van 12,8% naar 5,1%, terwijl op nationaal vlak de prevalentie 8,2% bedroeg. Na het invoeren van hielbeschermers en drukverlagende matrassen bij alle patiënten kwam dit na twee jaar op een prevalentiecijfer van 2,0%. Een jaar later was dit 2,4%. Op basis van het aantal vermeden letsels, waarvoor een kost geraamd werd van USD ( 2.586), werd de besparing van het volgende jaar geraamd op USD, of in huidige euro s Economische gevolgen van behandeling van decubitus Severens et al. (2002) schatten aan de hand van experten de kost per dag per patiënt. Voor patiënten met decubitusletsels categorie I kwam dit neer op een kost tussen 9,13 en 11,43 USD ( 8,78 en 11,00) voor een algemeen ziekenhuis en 62,42 tot 98,60 USD ( 60,06 tot 94,88) binnen een universitair ziekenhuis. Voor letsels categorie IV werd een schatting gemaakt van 111,81 tot 118,60 USD ( 107,59 tot 114,12) voor een algemeen ziekenhuis en 148,84 tot 226,32 USD ( 143,22 tot 217,77) voor een universitair ziekenhuis. Bennett et al. (2004) duidden op het belang van preventie, gezien de behandeling van een categorie I decubitusletsel al meer dan GBP kan kosten. In huidige euro s betekent dit

De kost van preventie en behandeling van decubitus in Vlaamse ziekenhuizen en WZC

De kost van preventie en behandeling van decubitus in Vlaamse ziekenhuizen en WZC De kost van preventie en behandeling van decubitus in Vlaamse ziekenhuizen en WZC 20 November 2014 Liesbet Demarré Promotor: Prof. dr. D. Beeckman Co-promotor: Prof. dr. L. Annemans INLEIDING Types gezondheidseconomisch

Nadere informatie

Overzicht. Inleiding. Inleiding. Preventie van decubitus Principes en materialen & methodes

Overzicht. Inleiding. Inleiding. Preventie van decubitus Principes en materialen & methodes Overzicht Preventie van decubitus Principes en materialen & methodes Prof. dr. Katrien Vanderwee Prof. dr. Tom Defloor Verplegingswetenschap Universiteit Gent Hoe risico bepalen? Preventieprincipes Aanbevelingen

Nadere informatie

Decubitus nieuwe inzichten vragen een nieuw beleid

Decubitus nieuwe inzichten vragen een nieuw beleid Decubitus nieuwe inzichten vragen een nieuw beleid Tom Defloor Verplegingswetenschap Probleem(pje) Definitie en observatie Risico Preventie principes Preventie Prevalentie Definitie en observatie Definitie

Nadere informatie

Decubituspreventie: een kwaliteitslabel voor een Woon- en Zorgcentrum? Nita Myburgh, Ergotherapeute Rudi logist, Hoofd Bewonerszorg

Decubituspreventie: een kwaliteitslabel voor een Woon- en Zorgcentrum? Nita Myburgh, Ergotherapeute Rudi logist, Hoofd Bewonerszorg Decubituspreventie: een kwaliteitslabel voor een Woon- en Zorgcentrum? Nita Myburgh, Ergotherapeute Rudi logist, Hoofd Bewonerszorg Inhoud: Wie zijn we? Wat doen we? Welke beroepsgroepen werken er? Personeelsbeleid

Nadere informatie

DECUBITUSPREVENTIE SAMEN DECUBITUSLETSELS VOORKOMEN. - Patiëntinformatie -

DECUBITUSPREVENTIE SAMEN DECUBITUSLETSELS VOORKOMEN. - Patiëntinformatie - DECUBITUSPREVENTIE SAMEN DECUBITUSLETSELS VOORKOMEN - Patiëntinformatie - U verblijft in het ziekenhuis omwille van ziekte, een ongeval of een operatie. Tijdens uw hospitalisatie werd een decubitusletsel

Nadere informatie

Nood aan duidelijkheid?! Liesa Verhaeghe

Nood aan duidelijkheid?! Liesa Verhaeghe Nood aan duidelijkheid?! Liesa Verhaeghe 1 Inhoud 1. Aanleiding 2. Planning 3. Literatuurstudie 4. Protocolontwikkeling 5. Opleiding 6. Kennistest 7. Besluit 2 1 Aanleiding Prevalentiecijfers Europees

Nadere informatie

Decubitus preventie en behandeling. Mirjam Kempkes Gespecialiseerd verpleegkundige huiddefecten

Decubitus preventie en behandeling. Mirjam Kempkes Gespecialiseerd verpleegkundige huiddefecten Decubitus preventie en behandeling Mirjam Kempkes Gespecialiseerd verpleegkundige huiddefecten Landelijke multidisciplinaire richtlijn Decubitus preventie en behandeling Inhoud van de presentatie * * *

Nadere informatie

Hora-Est: Preventie van decubitus Hou het simpel

Hora-Est: Preventie van decubitus Hou het simpel Home no. 2 Themanummer Huidziekten April 2017 Eerdere edities Verenso.nl Hora-Est: Preventie van decubitus Hou het simpel Eefje Sizoo redactie@verenso.nl Onze oud-hoofdredacteur en specialist ouderengeneeskunde

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN DECUBITUS

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN DECUBITUS SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN 2014-2015-2016 DECUBITUS 1 I. INLEIDING... 3 II. METHODOLOGIE... 4 STRUCTUURINDICATOREN... 4 PROCESINDICATOREN... 4 RESULTAATINDICATOREN... 5 DEFINITIE

Nadere informatie

Bedenking van een deelnemer...

Bedenking van een deelnemer... De bijdrage van wetenschappelijk onderzoek aan decubitus preventie dr. Dimitri Beeckman Coördinator decubitus onderzoek Universiteit Gent, België EPUAP Trustee Symposium Samen werken aan een beter decubitusbeleid

Nadere informatie

Decubitus. samen doorligwonden voorkomen

Decubitus. samen doorligwonden voorkomen Decubitus samen doorligwonden voorkomen Inhoud Decubitus 3 Risicofactoren 4 Decubitus voorkomen 5 Niet geschikt 6 Tot slot 7 Contact 7 Ter bevordering van het leesgemak wordt in elke brochure de derde

Nadere informatie

Richtlijn-project. Richtlijn-project methodologie. Nieuwe Richtlijn Decubitus 2011. Sterkte van aanbeveling

Richtlijn-project. Richtlijn-project methodologie. Nieuwe Richtlijn Decubitus 2011. Sterkte van aanbeveling Nieuwe Richtlijn Decubitus 2011 Peter Quataert, Voorzitter V&VN Wondconsulenten Richtlijn-project EPUAP & NPUAP: Februari 2005 Guideline Development Groups Preventie: EPUAP C.Dealey, M.Clark, T.Defloor,

Nadere informatie

Nieuwe Richtlijn Decubitus 2011

Nieuwe Richtlijn Decubitus 2011 Nieuwe Richtlijn Decubitus 2011 Peter Quataert, Voorzitter V&VN Wondconsulenten Richtlijn-project EPUAP & NPUAP: Februari 2005 Guideline Development Groups Preventie: EPUAP C.Dealey, M.Clark, T.Defloor,

Nadere informatie

Belgische Richtlijn 2013 www.decubitus.be. Focus op DECUBITUS... Focus op DECUBITUS... Inhoud. Inhoud. 1/3 onderzoeken = preventie

Belgische Richtlijn 2013 www.decubitus.be. Focus op DECUBITUS... Focus op DECUBITUS... Inhoud. Inhoud. 1/3 onderzoeken = preventie Belgische Richtlijn 2013 www.decubitus.be DECUBITUS Wetenschappelijk onderzoek en zijn beperkingen dr. Dimitri Beeckman Coördinator decubitus onderzoek Universiteit Gent EPUAP Trustee Vijfde Vlaams tweedaags

Nadere informatie

Nieuwe richtlijn decubitus. Barbara den Boogert Wondconsulent Reinier de Graaf Gasthuis Delft

Nieuwe richtlijn decubitus. Barbara den Boogert Wondconsulent Reinier de Graaf Gasthuis Delft Nieuwe richtlijn decubitus Barbara den Boogert Wondconsulent Reinier de Graaf Gasthuis Delft Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen. Academiejaar 2010-2011

UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen. Academiejaar 2010-2011 UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2010-2011 VERGELIJKENDE CONTACTDRUKMETINGEN VAN VERSCHILLENDE ALTERNERENDE MATRASSEN IN VERSCHILLENDE LICHAAMSHOUDINGEN

Nadere informatie

Doorligwonden (decubitus) Beter voorkomen dan genezen!

Doorligwonden (decubitus) Beter voorkomen dan genezen! Doorligwonden (decubitus) Beter voorkomen dan genezen! B140 11 2018 1. Wat is een doorligwonde? Een doorligwonde is een beschadiging van de huid en/of het onderliggende weefsel door druk- of schuifkrachten.

Nadere informatie

Kennis en attitude van verpleegkundigen ten aanzien van decubitus

Kennis en attitude van verpleegkundigen ten aanzien van decubitus Kennis en attitude van verpleegkundigen ten aanzien van decubitus Dr. Dimitri Beeckman Florence Nightingale School of Nursing & Midwifery, King s College London Arteveldehogeschool Gent Plaats hierover

Nadere informatie

RAPPORT. Vergelijkende contactdrukmetingen van verschillende drukreducerende matrassen in verschillende lichaamshoudingen

RAPPORT. Vergelijkende contactdrukmetingen van verschillende drukreducerende matrassen in verschillende lichaamshoudingen FCULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHPPEN Verplegingswetenschap RPPORT Vergelijkende contactdrukmetingen van verschillende drukreducerende matrassen in verschillende lichaamshoudingen Dr. K. Vanderwee

Nadere informatie

Deutsches Netzwerk für Qualitätsentwicklung in der Pflege (Hrsg.) Expertenstandaard Decubituspreventie in de zorg

Deutsches Netzwerk für Qualitätsentwicklung in der Pflege (Hrsg.) Expertenstandaard Decubituspreventie in de zorg Hochschule Osnabrück University of Applied Sciences Deutsches Netzwerk für Qualitätsentwicklung in der Pflege (Hrsg.) [Duits Netwerk voor kwaliteitsontwikkeling in verpleegkunde (Ed.)] Expertenstandaard

Nadere informatie

17/11/2017. Bepaling van risico op decubitus. Doelstelling. Decubituspreventie in de praktijk

17/11/2017. Bepaling van risico op decubitus. Doelstelling. Decubituspreventie in de praktijk Bepaling van risico op decubitus Steven Smet, Verpleegkundig specialist wondzorg / voorzitter decubituscommissie UZ Gent Handvaten voor een goed, zinvol en effectief decubitusbeleid Doelstelling Implementatie

Nadere informatie

Nieuwe Richtlijn Decubitus 2011

Nieuwe Richtlijn Decubitus 2011 Nieuwe Richtlijn Decubitus 2011 Peter Quataert, Voorzitter V&VN Wondconsulenten Richtlijn-project EPUAP & NPUAP: Februari 2005 Guideline Development Groups Preventie: EPUAP C.Dealey, M.Clark, T.Defloor,

Nadere informatie

but no statistically significant differences

but no statistically significant differences but no statistically significant differences Astma is een chronische aandoening, die niet te genezen is. Met de passende zorg kunnen symptomen tot een minimum worden gereduceerd en zou een astma patiënt

Nadere informatie

INTRODUCTIE 17/11/2017 DE ONTWIKKELING VAN EEN MINIMUM DATASET (MDS) VOOR IAD INTRODUCTIE. Prof. dr. Dimitri Beeckman drs. Karen Van den Bussche

INTRODUCTIE 17/11/2017 DE ONTWIKKELING VAN EEN MINIMUM DATASET (MDS) VOOR IAD INTRODUCTIE. Prof. dr. Dimitri Beeckman drs. Karen Van den Bussche DEPARTMENT OF PUBLIC HEALTH UNIVERSITY CENTRE FOR NURSING AND MIDWIFERY DE ONTWIKKELING VAN EEN MINIMUM DATASET (MDS) VOOR IAD Prof. dr. Dimitri Beeckman drs. Karen Van den Bussche INTRODUCTIE 2 INTRODUCTIE

Nadere informatie

PATIËNTENBROCHURE Decubituspreventie

PATIËNTENBROCHURE Decubituspreventie PATIËNTENBROCHURE Decubituspreventie Inhoudsopgave Inleiding... 3 Wat is decubitus?... 3 Hoe ontstaat decubitus?... 3 Wanneer heeft u meer kans op decubitus?... 3 Hoe kan u decubitus voorkomen?... 4 Welke

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING In de gezondheidszorg is decubitus nog steeds een veel voorkomend zorgprobleem. Decubitus betekent voor de patiënt pijn en overlast en kan

Nadere informatie

Workshop de oudere huid. Henri Post MA-ANP Wond Expertisecentrum Evean Willem Masker Sales/productspecialist BiologiQ

Workshop de oudere huid. Henri Post MA-ANP Wond Expertisecentrum Evean Willem Masker Sales/productspecialist BiologiQ Workshop de oudere huid Henri Post MA-ANP Wond Expertisecentrum Evean Willem Masker Sales/productspecialist BiologiQ Skin tears Skin tears is een scheurwond bij ouderen die ontstaat door frictie en/of

Nadere informatie

Wond expertise centrum. Doorliggen voorkomen

Wond expertise centrum. Doorliggen voorkomen Wond expertise centrum Doorliggen voorkomen 1 Iedereen die vanwege ziekte of ongeval in bed, stoel of rolstoel moet blijven kan last krijgen van doorliggen (decubitus). Gelukkig kan decubitus in veel gevallen

Nadere informatie

STUDIE VAN DE DECUBITUSPREVALENTIE IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN 2008 Project PUMap

STUDIE VAN DE DECUBITUSPREVALENTIE IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN 2008 Project PUMap STUDIE VAN DE DECUBITUSPREVALENTIE IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN 2008 Project PUMap UGent Prof. Dr. Tom Defloor Nadia Bouzegta Dimitri Beeckman Dr. Katrien Vanderwee UCL Dr. Micheline Gobert Thérèse Van

Nadere informatie

Goede scores voor het OLV Ziekenhuis

Goede scores voor het OLV Ziekenhuis Toelichting bij de resultaten van het OLV Ziekenhuis voor de kwaliteitsindicatoren van het Vlaams Ziekenhuisnetwerk Goede scores voor het OLV Ziekenhuis Het project Sinds enkele jaren is er meer aandacht

Nadere informatie

Lijst van redacteuren en auteurs 1 1. Voorwoord 1 4. Inleiding 1 6

Lijst van redacteuren en auteurs 1 1. Voorwoord 1 4. Inleiding 1 6 Inhoud Lijst van redacteuren en auteurs 1 1 Voorwoord 1 4 Inleiding 1 6 1 Prevalentie van decubitus 2 3 1.1 Inleiding 2 3 1.2 Definitie van decubitus 2 4 1.2.1 Oorzaken 2 4 1.3 Meten van decubitus 2 5

Nadere informatie

Infobrochure. Doorligwonden (decubitus)

Infobrochure. Doorligwonden (decubitus) Infobrochure Doorligwonden (decubitus) Infobrochure Ziekenhuishygiëne Mevrouw, mijnheer, Doorligwonden vormen een belangrijk probleem in de gezondheidszorg. Ze brengen heel wat ongemakken en kosten met

Nadere informatie

DECUBITUS, PREVENTIE EN BEHANDELING. MOTIVEREN! ENKELE FEITEN BELANG VOOR DE PATIËNT BELANG VAN PREVENTIE BELANG VOOR DE VERPLEEGKUNDIGE

DECUBITUS, PREVENTIE EN BEHANDELING. MOTIVEREN! ENKELE FEITEN BELANG VOOR DE PATIËNT BELANG VAN PREVENTIE BELANG VOOR DE VERPLEEGKUNDIGE DECUBITUS, PREVENTIE EN BEHANDELING. MOTIVEREN! WCS WERKGROEP DECUBITUS ENKELE FEITEN 6,8% VAN DE PATIËNTEN IN DE THUISZORG KAMPEN MET DECUBITUS (PAQUAY ET AL., 2008) PATIËNT KOMT MET EEN DECUBITUSWONDE

Nadere informatie

Evidence-Based Nursing: decubitus

Evidence-Based Nursing: decubitus Evidence-Based Nursing: decubitus Sam Cordyn, verpleegkundig beleidsmedewerker WGK van Vlaanderen Hilde Claessen, stafmedewerker wondzorg WGK Antwerpen 1. Inleiding 2. Enkele cijfers 3. Differentiële diagnose

Nadere informatie

Wat is decubitus? Definitie preventie Stichting Curamus Probleemanalyse chronische complexe zorg MovinSense Vraagstelling onderzoek Doelstelling

Wat is decubitus? Definitie preventie Stichting Curamus Probleemanalyse chronische complexe zorg MovinSense Vraagstelling onderzoek Doelstelling Wat is decubitus? Definitie preventie Stichting Curamus Probleemanalyse chronische complexe zorg MovinSense Vraagstelling onderzoek Doelstelling onderzoek Inclusie exclusie criteria Onderzoeksmethode Onderzoeksresultaten

Nadere informatie

NIEUWE CLASSIFICATIE DRUKLETSELS

NIEUWE CLASSIFICATIE DRUKLETSELS NIEUWE CLASSIFICATIE DRUKLETSELS WCS WERKGROEP DRUKLETSELS 28 SEPTEMBER 2017 INLEIDING DRUKLETSEL WORDT NATIONAAL EN INTERNATIONAAL GEZIEN ALS EEN BELANGRIJKE INDICATOR VOOR KWALITEIT VAN ZORG 1 DEFINITIE

Nadere informatie

Decubituspreventie. informatie voor patiënten

Decubituspreventie. informatie voor patiënten Decubituspreventie informatie voor patiënten INLEIDING 3 HOE ONTSTAAT EEN DOORLIGWONDE? 4 HOE KUNNEN DOORLIGWONDEN VOORKOMEN WORDEN? 4 Wat kunt u zelf doen? Wat mag u in het ziekenhuis als extra preventie

Nadere informatie

Enkel- druk Decubitus aan de onderste extremiteiten

Enkel- druk Decubitus aan de onderste extremiteiten Enkel- druk Decubitus aan de onderste extremiteiten Marc Vos, RN, wondconsulent, BBeterzorg Expertise Centrum Wondzorg Expertise Centrum Wondzorg Heerlen Maastricht Veldhoven Inhoud Voorwoord Decubitus

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

Inleiding. A Case finding B Multifactoriële C Multifactoriële. Transfer van informatie bij ontslag

Inleiding. A Case finding B Multifactoriële C Multifactoriële. Transfer van informatie bij ontslag Inleiding Het College van Geneesheren voor de dienst Geriatrie heeft in het kader van kwaliteitsverbeterende initiatieven de laatste jaren gewerkt rond het gebruik van assessment instrumenten. Aan de hand

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift richt zich op statinetherapie in type 2 diabetespatiënten; hiervan zijn verschillende aspecten onderzocht. In Deel I worden de effecten van statines op LDLcholesterol en cardiovasculaire

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER)

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) Juni 2004 INLEIDING Voor u ligt een stappenplan dat gebaseerd is op de CBO-richtlijn

Nadere informatie

17/11/2017 EEN NIEUW GEVALIDEERD INSTRUMENT VOOR DE CLASSIFICATIE VAN INCONTINENTIE- GEASSOCIEERDE DERMATITIS (IAD) INHOUD INHOUD INTRODUCTIE

17/11/2017 EEN NIEUW GEVALIDEERD INSTRUMENT VOOR DE CLASSIFICATIE VAN INCONTINENTIE- GEASSOCIEERDE DERMATITIS (IAD) INHOUD INHOUD INTRODUCTIE DEPARTMENT OF PUBLIC HEALTH UNIVERSITY CENTRE FOR NURSING AND MIDWIFERY EEN NIEUW GEVALIDEERD INSTRUMENT VOOR DE CLASSIFICATIE VAN INCONTINENTIE- GEASSOCIEERDE DERMATITIS (IAD) drs. Karen Van den Bussche

Nadere informatie

Decubitus - Smetten - Vochtletsel

Decubitus - Smetten - Vochtletsel WONDVERZORGING INFECTIEBESTRIJDING PREVENTIE Decubitus - Smetten - Vochtletsel WWW.BIOLOGIQ.NL Definitie Decubitus Volgens de NPUAP en EPUAP wordt decubitus als volgt gedefinieerd: Decubitus is een gelokaliseerde

Nadere informatie

Kennis en expertise Centrum klinische wondzorg. Prevalentie van wonden in Europa en België

Kennis en expertise Centrum klinische wondzorg. Prevalentie van wonden in Europa en België Kennis en expertise Centrum klinische wondzorg. Prevalentie van wonden in Europa en België Luc Gryson Coördinator WOUND-Ex expertisecentrum van HUBrussel Moeilijk te helen wonden De prevalentie van moeilijk

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

Ook over incidentie van decubitus is in de literatuur weinig overeenstemming 1.

Ook over incidentie van decubitus is in de literatuur weinig overeenstemming 1. Toolkit Decubitus Doel 1. Het voorkomen van decubitus, zowel in de 1 e als in 2 e lijn. 2. Het adequaat behandelen van decubituswonden. Achtergrond Definitie Decubitus is een beschadiging van de huid of

Nadere informatie

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.

Nadere informatie

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 SAMENVATTING Dit proefschrift is gewijd aan Bouwen aan Gezondheid : een onderzoek naar de effectiviteit van een leefstijlinterventie voor werknemers in de bouwnijverheid met een verhoogd risico op hart

Nadere informatie

UITBOUW VAN EEN PREVENTIE- EN INTERVENTIEBELEID BIJ DECUBITUS

UITBOUW VAN EEN PREVENTIE- EN INTERVENTIEBELEID BIJ DECUBITUS UITBOUW VAN EEN PREVENTIE- EN INTERVENTIEBELEID BIJ DECUBITUS DOOR AUTOMATISATIE EN VISUALISATIE INDICATOREN Dirk Miliau Wondzorgspecialist AZ Nikolaas 03/760.26.85 Karolien Van de Steene Stafmedewerker

Nadere informatie

Casuïstiek. Extreem (w)on(d)geval. Extreme (w)on(d)gevallen 22/11/2017. Preventie en behandeling in de praktijk

Casuïstiek. Extreem (w)on(d)geval. Extreme (w)on(d)gevallen 22/11/2017. Preventie en behandeling in de praktijk Preventie en behandeling in de praktijk Casuïstiek Nathalie Vandergheynst Wondzorgconsulente AZMM Gent Extreem (w)on(d)geval Extreme (w)on(d)gevallen 1 Risico-analyse bij opname Controle EPD Risico-analyse

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Doorligwonden

Patiënteninformatie. Doorligwonden Patiënteninformatie Doorligwonden Inhoud Inleiding... 3 Wat is een doorligwonde?... 3 Hoe ontstaat een doorligwonde?... 3 Op welke plaatsen komt een doorligwonde het vaakst voor?... 4 Het uiterlijk van

Nadere informatie

Doorliggen voorkomen

Doorliggen voorkomen Doorliggen voorkomen Wat is decubitus? Decubitus (doorligplekken) wordt veroorzaakt door voortdurende druk. Door druk wordt de huid en het onderliggende weefsel beschadigd. Decubitus kan in verschillende

Nadere informatie

Praktische voorbeelden DECUBITUS: preventie en behandeling

Praktische voorbeelden DECUBITUS: preventie en behandeling NVKVV congres 25-27 maart 2014 Marnix Tack AZ-Alma/ Campus Sijsele Hoofdverpleegkundige heelkunde Verpleegkundig wondzorg specialist marnix.tack@azalma.be Praktische voorbeelden DECUBITUS: preventie en

Nadere informatie

H.298554.0715. Het voorkomen van doorliggen (decubitus)

H.298554.0715. Het voorkomen van doorliggen (decubitus) H.298554.0715 Het voorkomen van doorliggen (decubitus) Inleiding Iedereen die vanwege ziekte of ongeval in bed, stoel of rolstoel moet blijven kan last krijgen van doorligplekken (decubitus). Gelukkig

Nadere informatie

Ontwikkelen van een pakket van wetenschappelijke tools ter ondersteuning van evidence-based decubituszorg

Ontwikkelen van een pakket van wetenschappelijke tools ter ondersteuning van evidence-based decubituszorg Ontwikkelen van een pakket van wetenschappelijke tools ter ondersteuning van evidence-based decubituszorg Projectleiders Prof. Dr. T. Defloor Equipe Ugent Lic. A. Courtens 2 Ontwikkelen van een pakket

Nadere informatie

Preventie van doorligwonden

Preventie van doorligwonden Preventie van doorligwonden INFORMATIEFOLDER VOOR PATIËNTEN Een verblijf in het ziekenhuis kan een verhoogd risico op de ontwikkeling van doorligwonden met zich meebrengen. In deze folder geven wij u en

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING Samenvatting 147 Samenvatting Bezorgdheid om te vallen is een algemeen probleem onder zelfstandig wonende ouderen en vormt een bedreiging voor hun zelfredzaamheid. Deze bezorgdheid is geassocieerd met

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients

Nadere informatie

INCONTINENCE - ASSOCIATED DERMATITIS ( I A D) Edwige Strippe Wondconsulente Q Care woundservices B.V.

INCONTINENCE - ASSOCIATED DERMATITIS ( I A D) Edwige Strippe Wondconsulente Q Care woundservices B.V. INCONTINENCE - ASSOCIATED DERMATITIS ( I A D) Edwige Strippe Wondconsulente Q Care woundservices B.V. Studie* 1452 verpleegkundigen 5 Europese landen 20 foto's ( normale huid, decubitus, IAD, combinaties)

Nadere informatie

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH) Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014 Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 214 Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health Behaviour in School-aged Children) studie en in de Wereldgezondheidsorganisatie

Nadere informatie

Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk. Definitie EBP 16-4-2015

Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk. Definitie EBP 16-4-2015 Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk Lies Braam, verpleegkundig specialist neurologie 26 maart 2015 V &VN neurocongres Definitie EBP Bij EBP gaat het om klinische beslissingen op basis van

Nadere informatie

Decubitus en microklimaat. Barbara den Boogert Wondconsulent Reinier de Graaf Gasthuis

Decubitus en microklimaat. Barbara den Boogert Wondconsulent Reinier de Graaf Gasthuis Decubitus en microklimaat Barbara den Boogert Wondconsulent Reinier de Graaf Gasthuis Definitie decubitus Decubitus is een gelokaliseerde beschadiging van de huid en/of onderliggend weefsel meestal ter

Nadere informatie

Doorliggen voorkomen. Een handleiding voor patiënten en familie

Doorliggen voorkomen. Een handleiding voor patiënten en familie Doorliggen voorkomen Een handleiding voor patiënten en familie Doel van deze folder In deze folder kunt u lezen wat doorliggen (decubitus) is, waar decubitus ontstaat en wat er tegen gedaan kan worden.

Nadere informatie

De implementatie van het standaardverpleegplan preventie en behandeling van decubitus 2 jaar later-

De implementatie van het standaardverpleegplan preventie en behandeling van decubitus 2 jaar later- De implementatie van het standaardverpleegplan preventie en behandeling van decubitus 2 jaar later- Auteur: Drs. M. Hanraets Vertaald/bijgewerkt: Nieuwsbrief: 1993 Pagina: 27-29 Jaargang: 9 Nummer: 4 Toestemming:

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Preventie en behandeling van decubitus (doorligplekken)

Preventie en behandeling van decubitus (doorligplekken) Preventie en behandeling van decubitus (doorligplekken) Deze folder bevat informatie over het voorkomen en behandelen van doorliggen (decubitus). In deze folder staat beschreven wat u kunt doen om doorliggen

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2009-2010

UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2009-2010 UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2009-2010 BELEMMERENDE FACTOREN BIJ HET TOEPASSEN VAN DECUBITUSPREVENTIE Ontwikkelen en piloottesten van een verpleegkundige

Nadere informatie

Decreasing rates of major lower-extremity amputation in people with diabetes but not in those without : a nationwide study in Belgium

Decreasing rates of major lower-extremity amputation in people with diabetes but not in those without : a nationwide study in Belgium Decreasing rates of major lower-extremity amputation in people with but not in those without : a nationwide study in Belgium Samenvatting van de resultaten gepubliceerd in Diabetologia (het artikel is

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Decubitus nieuwe inzichten vragen een nieuw beleid

Decubitus nieuwe inzichten vragen een nieuw beleid Decubitus nieuwe inzichten vragen een nieuw beleid Prof.dr.Tom Defloor Probleem(pje) Probleem(pje) met dank aan E.Koopman Probleem(pje) Jonge vrouw na een normale bevalling. Decubitus ten gevolge van schuifkracht

Nadere informatie

EEN E-LEARNING PROGRAMMA VOOR

EEN E-LEARNING PROGRAMMA VOOR Departement Gezondheidszorg EEN E-LEARNING PROGRAMMA VOOR DELIRIUM Detroyer Elke Netwerksessie 4 december 2012 INLEIDING PROBLEEM DELIRIUM DELIRIUM: Bewustzijnstoornis met gedaalde aandacht, verandering

Nadere informatie

Vermijden van doorligwonden

Vermijden van doorligwonden Vermijden van doorligwonden Draai met ons mee T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch

Nadere informatie

Hoe ontstaat decubitus?

Hoe ontstaat decubitus? DECUBITUS Wat is decubitus? Decubitus is ernstige beschadiging van de huid als gevolg van permanente druk op- en verminderde bloedvoorziening in een bepaald huidgebied. Decubitus is een veel voorkomende

Nadere informatie

Preventie en behandeling van decubitus (doorligplekken)

Preventie en behandeling van decubitus (doorligplekken) 5 Preventie en behandeling van decubitus (doorligplekken) 1 Deze folder bevat informatie over het voorkomen en behandelen van doorliggen (decubitus). In deze folder staat beschreven wat u kunt doen om

Nadere informatie

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij hulpverleners

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij hulpverleners In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij hulpverleners Colloquium psychosociale risico s Brussel, 23-09-2014 dr Sofie Vandenbroeck 2 Opdrachtgevers Federale

Nadere informatie

Samenvatting in. het Nederlands

Samenvatting in. het Nederlands 11 Samenvatting in het Nederlands Chapter Samenvatting 1 in het Nederlands Naast therapeutische effectiviteit zijn kostenbeheersing en het verminderen van onnodig antibioticumgebruik belangrijke aspecten

Nadere informatie

Doorligwonden (decubitus)

Doorligwonden (decubitus) Doorligwonden (decubitus) Personen die langdurig in een bed, zetel of rolstoel moeten blijven liggen of zitten, kunnen doorligwonden ontwikkelen. Deze wonden kunnen heel wat ongemak en pijn veroorzaken.

Nadere informatie

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs FEDERAAL WETENSCHAPSBELEID Wetenschapsstraat 8 B-1000 BRUSSEL Tel. 02 238 34 11 Fax 02 230 59 12 www.belspo.be Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs Projectformulier ten behoeve van

Nadere informatie

PREVENTIE VAN VAP. De gebundelde aanpak. Sonia Labeau. VLAAMSE VERENIGING INTENSIEVE ZORGEN VERPLEEGKUNDIGEN (vzw)

PREVENTIE VAN VAP. De gebundelde aanpak. Sonia Labeau. VLAAMSE VERENIGING INTENSIEVE ZORGEN VERPLEEGKUNDIGEN (vzw) PREVENTIE VAN VAP De gebundelde aanpak Sonia Labeau VLAAMSE VERENIGING INTENSIEVE ZORGEN VERPLEEGKUNDIGEN (vzw) Ziekenhuizen zijn geen veilige oorden Gezondheidszorggerelateerde infecties treden op in

Nadere informatie

Preventie van decubitus. Infobrochure voor patiënt en bezoeker

Preventie van decubitus. Infobrochure voor patiënt en bezoeker Preventie van decubitus Infobrochure voor patiënt en bezoeker Inleiding Deze brochure is bestemd voor patiënten die een mogelijk risico vertonen op het ontwikkelen van decubitus en die meer willen weten

Nadere informatie

Preventie en behandeling van decubitus (doorligplekken)

Preventie en behandeling van decubitus (doorligplekken) WONDZORG Preventie en behandeling van decubitus (doorligplekken) ADVIES Preventie en behandeling van decubitus (doorligplekken) Deze folder gaat over het voorkomen en behandelen van doorliggen (decubitus).

Nadere informatie

Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen:

Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen: Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen: Jaar 2008 B. Jans, Prof. M. Struelens & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2009 48 Depotnummer: D/2009/2505/

Nadere informatie

Het effect van drukreducerende maatregelen op het ontstaan van decubitus. Een bijdrage tot evidence based verpleegkundige praktijkvoering

Het effect van drukreducerende maatregelen op het ontstaan van decubitus. Een bijdrage tot evidence based verpleegkundige praktijkvoering 1 2 Het effect van drukreducerende maatregelen op het ontstaan van decubitus Een bijdrage tot evidence based verpleegkundige praktijkvoering 3 4 Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Vakgroep

Nadere informatie

Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland. [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands]

Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland. [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands] Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands] Klaas A. Hartholt; Nathalie van der Velde; Casper W.N. Looman;

Nadere informatie

De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie

De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie Samenvatting 163 De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie Lage rugpijn is een veelvuldig voorkomend probleem in geïndustrialiseerde landen. De kans dat iemand gedurende zijn leven een

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 Vallen komt in alle leeftijdsgroepen voor, maar vormt vooral bij ouderen een groot gezondheidsprobleem. Onder een val wordt verstaan een gebeurtenis waarbij de betrokkene onbedoeld op de grond of een lager

Nadere informatie

OPSTAAN TEGEN DOORLIGGEN VOORKOMEN VAN DECUBITUS

OPSTAAN TEGEN DOORLIGGEN VOORKOMEN VAN DECUBITUS OPSTAAN TEGEN DOORLIGGEN VOORKOMEN VAN DECUBITUS 25742 Inleiding Deze folder bevat informatie over het voorkomen en/of behandelen van doorliggen, ook wel decubitus genoemd. In deze folder staat beschreven

Nadere informatie

Australische medische schapenvacht ter preventie van decubitus: meta-analyse met individuele patiëntendata toont effectiviteit

Australische medische schapenvacht ter preventie van decubitus: meta-analyse met individuele patiëntendata toont effectiviteit Postprint Version 1.0 Journal website http://www.ntvg.nl/publicatie/%e2%80%98australische-medischeschapenvacht%e2%80%99-ter-preventie-van-decubitus-meta-analyse-metindividuele-pati%c3%abn/volledig Pubmed

Nadere informatie

Hoe kan u drukletsels (decubitus) voorkomen?

Hoe kan u drukletsels (decubitus) voorkomen? Heeft u opmerkingen of suggesties i.v.m. deze brochure? Geef ons gerust een seintje! Dienst kwaliteit E-mail: info@jessazh.be Tel: 011 33 55 11 Hoe kan u drukletsels (decubitus) voorkomen? Preventiefolder

Nadere informatie

Decubituspreventie in de thuiszorg. Informatiebrochure voor patiënten en familie

Decubituspreventie in de thuiszorg. Informatiebrochure voor patiënten en familie Decubituspreventie in de thuiszorg Informatiebrochure voor patiënten en familie imelda omringt u met zorg Inhoud Voorwoord: Wie, Wat en Waarom 3 Verhoogd risico op doorligwonden? 4 Wat zijn risicoplaatsen?

Nadere informatie

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie. Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan

Nadere informatie

Middelengebruik: Cannabisgebruik

Middelengebruik: Cannabisgebruik Middelengebruik: Cannabisgebruik Inleiding Cannabisgebruik geeft zowel gezondheidsrisico s, psychosociale gevolgen als wettelijke consequenties 1,2. Frequent gebruik van cannabis wordt geassocieerd met

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Mogelijke zorgrisico s tijdens uw ziekenhuisopname

Mogelijke zorgrisico s tijdens uw ziekenhuisopname Mogelijke zorgrisico s tijdens uw ziekenhuisopname Registreren van pijn Voorkomen van ondervoeding Voorkomen van doorliggen (decubitus) Mogelijke zorgrisico s tijdens uw ziekenhuisopname 1. Welkom 3 2.

Nadere informatie