Gebiedsontwikkeling Uffelte - Ruinen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gebiedsontwikkeling Uffelte - Ruinen"

Transcriptie

1 Gebiedsontwikkeling Uffelte - Ruinen Rapportage van de landbouwenquête zomer 2012 Datum 17 januari 2013 Status Definitief Cartoons: Levenmetwater.nl

2 Colofon Projectnaam Locatie Projectleider Contactpersoon Enquêteurs Adviseurs Tabellen Auteur Eindredactie Gebiedsontwikkeling Uffelte Ruinen (GUR) Landbouwenquête Share Drenthe / GUR / Eindrapport Dhr. A. Albers Dhr. M. Kooijinga T F M Regio Noord Groningen Trompsingel CX Groningen Postbus RM Groningen Dhr. W.S. Hermse en Dhr. M. Kooijinga Dhr. W. Landstra, H. Asjes. Mevr. M. Joling (stagiair WS Reest en Wieden) Dhr. M. Kooijinga Mevr. J.J. Froma Pagina 2 van 37

3 Samenvatting In het project Gebiedsontwikkeling Uffelte Ruinen (GUR) wordt er gestreefd naar 2,4 miljoen m3 waterberging. Deels is dat mogelijk door natuurgebieden beschikbaar te stellen voor waterberging. Daarnaast is nog 600 ha landbouwgrond nodig voor het opvangen van water. Om die 600 ha te realiseren zijn verschillende opties mogelijk: (I) het ruilen van landbouwgrond met andere landbouwgrond of natuurgronden; (II) afspraken maken met de eigenaren over een compensatieregeling ten behoeve van waterberging; (III) het aankopen van landbouwgrond. Om na te gaan welke mogelijkheden er zijn heeft DLG in opdracht van het waterschap Reest en Wieden en provincie Drenthe enquêtes afgenomen bij de betrokken grondeigenaren/gebruikers, agrariërs en de Terreinbeherende Organisaties (TBO s). Van de 70 geselecteerde landbouwbedrijven zijn er 59 aan huis geënquêteerd. Gezien de grote bereidheid tot deelname aan de enquête en de hoge waardering voor de enquête kan geconcludeerd worden dat dit project qua opzet en uitvoering succesvol is geweest. De landbouw in dit gebied wordt vooral door melkveebedrijven ingevuld. Deze bedrijven zijn hier mede op basis van de matige grondslag en hoge waterstanden ontwikkeld (in plaats van akkerbouw). Deze grondslag samen met het intensieve karakter van het bedrijf maken dat er weinig flexibiliteit in de productiemogelijkheden zit. De beschikbare oppervlakte is meestal exact afgestemd op de benodigde productie. Bij de vleesveebedrijven is meer flexibiliteit mogelijk en is de productiegrond makkelijker te combineren met andere doelen. De enquête is speciaal opgezet voor het GUR project en heeft gerichte informatie opgeleverd over de volgende onderwerpen: Verkaveling (bedrijfsgegevens, bedrijfstak, bedrijfsgrootte, mobiliteit, gronddruk en toekomstplannen). Waterbeheersing (huidige situatie, te droog, te nat, knelpunten en oplossingen). Waterberging (invloed op landbouwproductie, effecten, mogelijkheden groene en blauwe diensten, kansen). Gestuurde berging en koppelleiding (huidige situatie, grondmobiliteit, ligging). Mogelijkheden (voor landbouw, kavelruil, recreatie, toerisme, landschap, landgoederen, natuur, sociale- en economische groei). Overig (participatie, adviezen, standpunten TBO s. Vanuit een hydrologische benadering heeft dit gebied zeker potentie voor het bergen van veel water. De omstandigheden zijn vaak al aan de natte kant en een vervlechting met de al aanwezige natuur is een voor de hand liggende keuze. Vanuit een landbouwkundige benadering is de keuze minder voor de hand liggend. Dit is een gebied welke recent een ruilverkaveling achter de rug heeft. Dit heeft er mede toe bijgedragen dat er voor Drentse begrippen zeer goed verkavelde bedrijven in liggen met toekomstperspectief. De gewenste waterberging raakt veel waardevolle huiskavels van de landbouwbedrijven. Pagina 3 van 37

4 Dit bemoeilijkt de realisatie van de bergingsopgave in vergelijking met een (marginaal) landbouwgebied met vooral veldkavels. Deze bevindingen geven aan dat de realisatie van waterberging in het GUR gebied tot (extra) hoge kosten kan leiden. Conclusies: Het betreft een goed verkaveld gebied (recente ruilverkavelingen) wat de realisatie van de waterberging van 600 ha niet gemakkelijk maakt. Om de landbouwproductie op peil te houden moet er 937 hectare geruild worden. Dit is meer dan de 600 hectare waar van uit wordt gegaan. Uit de interviews blijkt voor de realisatie van waterberging in potentie het volgende mogelijk: (I) Ruilen van bestaande natuurgrond naar landbouwgrond: daarmee wordt natuurgrond weer landbouw en kan landbouwgrond worden benut voor waterberging. SBB geeft aan dat daar 65 ha voor beschikbaar is. Onderzoek en overleg met SBB moeten helder maken hoeveel hectares werkelijk inzetbaar zijn. (I) Ruilen van landbouwgrond met landbouwgrond: alleen ruilingen van landbouwpercelen kunnen voor een beperkt deel bijdragen aan een oplossing voor de waterberging. Ruilen in een gebied met overdruk aangevuld met andere doelen die hun ruimtebeslag vragen is erg lastig. De kans op ruilingen neemt toe in combinatie met het verplaatsen van bedrijven. (II) Afspraken maken met grondeigenaren over compensatieregeling voor waterberging: maar liefst 25 bedrijven van de 59 zijn bereid om hierover te praten en het betreft circa 300 hectare die daarbij ingezet zou kunnen worden. In welke mate deze oppervlakte werkelijk kan bijdragen aan de waterbergingsopgave is o.a. afhankelijk van de ligging van die 300 hectare en de compensatieregeling zelf (welke beperkingen en welke vergoeding). (III) Aankopen van gronden: uit de interviews blijkt dat een aantal bedrijven grond willen verkopen met een gezamenlijke oppervlakte van 377 ha. Daarnaast zijn 10 bedrijven bereid om te verplaatsen (totaal 597 ha). Hierin is 252 ha overlap, dus netto zou in theorie ca. 680 ha via aankoop en verplaatsing beschikbaar kunnen komen. Het zal duidelijk zijn dat dit natuurlijk grote investeringen betekenen. Met betrekking tot de koppelleiding en gestuurde berging wil men meer informatie voordat er resultaat geboekt kan worden. Aanbevelingen. In dit rapport zijn een 18-tal aanbevelingen opgenomen gericht op inhoud en proces. Opvallende zijn onder andere de potentie van de groene en blauwe diensten als bijdrage aan waterberging. De mogelijkheden hiertoe verdienen het nader uitgewerkt te worden. De Oude vaart biedt op het eerste gezicht goede mogelijkheden voor waterberging op basis van ligging, verkaveling en draagvlak. Nadere studie is wenselijk. Staatsbosbeheer heeft grondposities ingebracht om in te spelen op de bergingsopgave. Ook hierbij is nadere studie aan te bevelen. Met de uitvoering van deze enquête heeft het gebied het gevoel gekregen dat haar mening er toe doet. Verzorg een goede terugkoppeling, blijf investeren in het raadplegen van de bedrijven en zet in op een goede communicatie met de streek om dit gevoel vast te houden. Houd daarbij rekening met het recente verleden waarin veel bedrijven een ruilverkaveling hebben meegemaakt en soms gestreden hebben voor behoud van de landbouw tegenover nieuwe natuur. Pagina 4 van 37

5 Inhoudsopgave Colofon 2 Samenvatting 3 Inhoudsopgave 5 1 Inleiding Aanleiding en doel Opdrachtsamenvatting Stappenplan 8 2 Landbouwenquête Algemeen Werkwijze 10 3 Resultaten Verkaveling Bedrijfsgegevens Verkavelingsituatie - landbouwstructuur Mobiliteit en gronddruk 17 4 Resultaten Waterbeheersing Huidige situatie Knelpunten en oplossingen 20 5 Resultaten Waterberging Invloed waterberging op landbouwproductie Verwachte effecten van de waterberging Mogelijkheden voor groene- en blauwe diensten Kansen en andere teelten 24 6 Resultaten Gestuurde berging en koppelleiding Huidige situatie met betrekking tot gestuurde berging Grondmobiliteit in gestuurde berging Huidige situatie met betrekking tot koppelleiding Adviezen met betrekking tot ligging koppelleiding 26 7 Resultaten Overige zaken en afronding Mogelijkheden landbouw en kavelruil Mogelijkheden voor Recreatie en Toerisme Mogelijkheden voor landschap, landgoederen, natuur Mogelijkheden voor sociale- en economische groei Participatie en adviezen aan het waterschap Waardering enquête Overige opmerkingen en terugkoppeling Standpunten TBO's 30 8 Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen 33 Bijlage 1: Enquête data in exel bestand (separaat - digitaal) Bijlage 2: Bedrijfskaarten met kansen en knelpunten (separaat) Bijlage 3: Gebiedskaart met kansen en knelpunten (separaat) Pagina 5 van 37

6 1 Inleiding Het GUR-gebied (Gebiedsontwikkeling Uffelte Ruinen) ligt op de overgang van het hooggelegen Drents Plateau naar de laaggelegen ruilverkaveling Ruinerwold Koekange (zie figuur 1). In het gebied liggen enkele natuurgebieden zoals Rheebruggen, de Zure Venen en de Lange Ronde Weiden. Samen met landbouwgronden liggen ze als een lappendeken in het landschap. Hierdoor zijn de waterhuishoudkundige omstandigheden voor zowel de landbouw als de natuur niet optimaal. Voor landbouw is het soms te nat, voor natuur is het soms te droog. Figuur 1: projectgebied Gebiedsontwikkeling Uffelte Ruinen Door het projectgebied stromen de Wold Aa en de Oude Vaart. Het watersysteem van beide beken is ingericht om overtollig water zo snel mogelijk af te voeren. De beken monden, net als de Drentse Hoofdvaart, de Hoogeveense Vaart en de Reest, bij Meppel uit in het Meppelerdiep. Vanuit het Meppelerdiep stroomt het water door de sluizen bij Zwartsluis naar het IJsselmeer. Bij noordwestenwind kan het water niet meer vrij wegstromen. Dan sluiten de sluizen en wordt het gemaal Zedemuden aangezet. Deze pompt vervolgens het water richting het IJsselmeer. Het waterschap Reest en Wieden en haar samenwerkingspartners zoeken in dit gebied naar mogelijkheden voor waterberging om bij extreme weersomstandigheden wateroverlast in Zuidwest Drenthe te voorkomen. De ligging van het GUR-gebied, aan de rand van het Drents Plateau, maakt dat juist dit gebied geschikt is om tijdelijk water te bergen. Pagina 6 van 37

7 Om na te gaan welke mogelijkheden er zijn binnen de landbouwgebieden is DLG door het waterschap Reest en Wieden en de provincie Drenthe gevraagd om gesprekken te voeren met betrokken grondeigenaren/gebruikers binnen het zoekgebied. In dit rapport treft u de uitkomsten van de landbouwenquête en aanbevelingen aan. 1.1 Opdrachtsamenvatting In het project Gebiedsontwikkeling Uffelte Ruinen (GUR) wordt er gestreefd naar 2,4 miljoen m3 waterberging. Deels is dat mogelijk door natuurgebieden beschikbaar te stellen voor waterberging. Daarnaast is nog 600 ha landbouwgrond nodig voor het opvangen van water. Om die 600 ha te realiseren zijn verschillende opties mogelijk: (I) het ruilen van landbouwgrond met andere landbouwgrond of natuurgronden; (II) afspraken maken met de eigenaren over een compensatieregeling ten behoeve van waterberging; (III) het aankopen van landbouwgrond. Om na te gaan welke mogelijkheden er zijn is DLG in opdracht van het waterschap Reest en Wieden en provincie Drenthe gesprekken gaan voeren met de betrokken grondeigenaren/gebruikers, agrariërs en de Terreinbeherende Organisaties (TBO s). Van de 70 geselecteerde bedrijven zijn er 59 bezocht. Om draagvlak te creëren worden de interviews ingestoken vanuit het ondernemersperspectief. Door er achter te komen wat de bedrijfsstrategie is, kunnen kansen en knelpunten voor ondernemer en waterschap in beeld worden gebracht. 1.2 Aanleiding en doel In het project Gebiedsontwikkeling Uffelte Ruinen (GUR) moet 2,4 miljoen m3 waterberging worden gerealiseerd. Deels kan dat worden gerealiseerd door natuurgebieden beschikbaar te stellen voor waterberging. Daarnaast is nog 600 ha landbouwgrond nodig die beschikbaar is voor het opvangen van water. Om die 600 ha te realiseren zijn verschillende opties mogelijk zoals het ruilen van landbouwgrond met andere landbouwgrond (of natuurgrond), afspraken maken over compensatie regeling en het aankopen van landbouwgrond. Het achterliggende doel van deze opdracht is om een bijdrage te leveren aan de doelstelling van het project Gebiedsontwikkeling Uffelte Ruinen (GUR) om 2,4 miljoen m3 waterberging te realiseren. Het concrete doel van deze opdracht is het geven van inzicht in de mogelijkheden om binnen het project 600 ha landbouwgrond beschikbaar te krijgen voor waterberging, op basis van de informatie uit interviews met de betrokken grondeigenaren/gebruikers. Daarbij gaat het zowel om de plaats waar kansen zijn om waterberging te realiseren maar ook om de wijze waarop (bv. via aankoop of compensatieregeling). Pagina 7 van 37

8 1.3 Stappenplan Ter uitvoering van dit project zijn de volgende stappen doorlopen: Startbijeenkomst Deelname aan een informatieavond Deelname aan inloopbijeenkomsten Opstellen plan van aanpak (vragenlijst, benaderen grondeigenaren/gebruikers, benodigd kaartmateriaal) Bespreken plan van aanpak Goedkeuring definitief plan van aanpak Gesprekken grondeigenaren/-gebruikers Evaluatie met opdrachtgever na 10 gesprekken voor evt. bijsturing 1 e analyse Deelgebied 1 + evaluatie 2 e analyse Deelgebied 2 + evaluatie 3 e analyse Deelgebied en concept eindrapport Bespreken concept eindrapport Eindrapport definitief Presentatie eindrapport in Projectgroep GUR Vele meningen over het water. Cartoon: levenmetwater.nl Pagina 8 van 37

9 2 Landbouwenquête 2.1 Algemeen In eerste instantie is er een plan van aanpak opgesteld als voorbereiding op de af te nemen enquêtes met de grondeigenaren/gebruikers. Belangrijke onderdelen daarvan waren de vragenlijst en de selectie van de te enquêteren landbouwbedrijven. Er is voor gekozen om zowel bedrijven in het geplande bergingsgebied te bezoeken en de omliggende bedrijven (zie figuur 2). Hiermee is een volledig beeld verkregen van de kansen en knelpunten van de plannen. Figuur 2: Bergingsgebied en omliggend gebied waar de geënquêteerde bedrijven in zijn gelegen. Pagina 9 van 37

10 2.2 Werkwijze De geselecteerde bedrijven zijn door DLG telefonisch benaderd, ze worden vooraf kort geïnformeerd over het onderwerp en vervolgens wordt er een afspraak voor de enquête gemaakt. De enquêtes zijn afgenomen op het bedrijf zodat de ondernemers in een vertrouwde omgeving kunnen worden geïnterviewd. Ook is verzocht om de partner, maatschap en/of bedrijfsopvolger bij het gesprek aanwezig te laten zijn. DLG heeft met twee medewerkers de enquêtes uitgevoerd. De eerste twee enquêtes zijn door de twee medewerkers gezamenlijk uitgevoerd om zo te zorgen voor een goede afstemming en een vergelijkbare manier van enquêteren. De tijdsduur voor het afnemen van de enquête was gemiddeld 2 uur. De bezoektijden waren aangepast op de werkstructuur op de landbouwbedrijven. Dit houdt in dat er s morgens tussen 9.30 uur en uur één enquête afgenomen wordt en s middags één tussen uur en uur. Na circa 10 afgenomen enquêtes heeft er een tussenevaluatie met de opdrachtgever plaatsgevonden. Deze evaluatie heeft enkele kleine aanpassingen tot gevolg gehad. De opdrachtgever heeft tevens verzocht de TBO s te benaderen. De TBO s zijn bezocht en men is gevraagd naar de grondposities, wensen en knelpunten en grondmobiliteit. Pagina 10 van 37

11 3 Resultaten verkaveling De eerste serie vragen maken duidelijk welke landbouwbedrijven zijn geënquêteerd, waar en hoelang ze op die plek zijn gevestigd en of er sprake is van opvolging. Tevens wordt duidelijk wat voor type bedrijven geënquêteerd zijn, waar ze dagelijks tegenaan lopen en hoe men samenwerkt. 3.1 Bedrijfsgegevens Nr. 1a 1b 1c 1d 1e 1f 1g 1h Vragen van de landbouwenquête. Naam geïnterviewde / bedrijf straatnaam / nummer postcode / woonplaats telefoonnummer adres sinds welk jaar is uw bedrijf hier gevestigd hoeveelste generatie bent u op dit bedrijf Heeft u een bedrijfsopvolger? Van de 70 vooraf geselecteerde bedrijven zijn 59 bedrijven geënquêteerd. De bedrijven bevinden zich zowel in het bergingsgebied als in de directe omgeving ervan. De bedrijven vallen onder de woonkernen van Ansen, Havelte, Ruinen, Ruinerwold, Uffelte, Dwingeloo en Wittelte. Alle bedrijven hebben meer dan 5 hectare in het plangebied liggen. Bedrijven en eigenaren met minder oppervlakte in het gebied zijn in principe niet geënquêteerd. 23 landbouwbedrijven dateren van voor de oorlog waarbij het familiebezit zich tot op heden heeft voortgezet. Enkele bedrijven hebben hun oorsprong in de 16 e, 17 e en 18 e eeuw waar generaties lang van vader op zoon wordt geboerd. Het aantal jonge bedrijven daterend uit de jaren 80, 90 en 00 betreft eveneens 23. De bedrijfsvoering ligt hier veelal in handen van de 1 e of 2 e generatie. Van de 59 geënquêteerde bedrijven geven 39 aan dat de volgende generatie klaar staat of voorbereid word op de overname van het bedrijf. Pagina 11 van 37

12 Analyse - conclusie. De bereidheid om deel te nemen aan de enquête is groot te noemen. De keuze om een overgangsgebied te enquêteren gelegen op de overgang van het Drents plateau naar de lager gelden gebieden wordt weerspiegeld in het aantal oude en jonge bedrijven. De oude landbouwbedrijven hebben hun oorsprong veelal in de oude woonkernen op de hogere zandgronden en de jonge bedrijven liggen meer in het lager gelegen ontginningslandschap. Het aantal bedrijven met een opvolger is opvallend hoog, 66%. Nr. 1i 1j 1k 1l 1m 1n Vragen van de landbouwenquête. Wat is de hoofdtak van uw bedrijf Indien u een melkveebedrijf heeft, houdt u het jongvee aan? Heeft u een tweede tak? Zo ja, welke? Heeft u ook een derde tak? Zo ja, welke? Bent u van plan of heeft u ooit overwogen om een nieuwe tak op te zetten of uw bedrijf om te vormen? Waar bent u het meest trots op in uw bedrijf? Hoofdtak. De hoofdtak van een bedrijf duidt op het deel van het bedrijf waar het grootste deel van het inkomen uit gegenereerd worden. De meerderheid, 36 stuks, hebben melkvee als hoofdtak. Deze melkveebedrijven houden allemaal hun jongvee aan op het bedrijf. Binnen de landbouwsector komt het voor dat het opfokken van het jongvee wordt uitbesteed aan een bedrijf wat gestopt is met melken. Voor één bedrijf is het opfokken van jongvee de hoofdbedrijfstak. 10 bedrijven hebben zich voornamelijk gericht op vleesproductie. Een bedrijf mest kuikens en 9 bedrijven fokken en mesten verschillende vleeskoeienrassen. Eén bedrijf doet dit op biologische wijze. De overige 13 bedrijven hebben als hoofdbedrijfstak de volgende disciplines aangegeven: landgoed en particulier natuurbeheer (2x), legkippen (1x), verpachten en verhuren land (4x), schapen (1x), sierteelt (1x), akkerbouw (1x), loondienst (1x), paardenhouderij (1x), geiten melken (1x). Pagina 12 van 37

13 2 e en 3 e tak. De geënquêteerden zijn geïnterviewd over een 2 e en 3 e tak op het bedrijf, ook wel verbreding binnen de landbouw genoemd. Voeren de bedrijven in het plangebied momenteel een 2 e of 3 e tak naast hun hoofdtak of hebben ze dit ooit overwogen. Of zijn ze zich er momenteel op aan het oriënteren? 30 van de 36 melkveebedrijven zijn volledig gespecialiseerd op de melkproductie. De melkveesector heeft zich zodanig gespecialiseerd en geïntensiveerd dat deze weinig ruimte over laat aan andere takken die inpasbaar zijn in de huidige bedrijfsstructuur. De melkveebedrijven die wel een 2 e of 3 e tak voeren doen dit in de vorm van akkerbouw, boerderijwinkel, theeschenkerij, kruidentuin, minicamping, paardenhouderij, schapen, ruwvoerleverantie en natuurbeheer. De laatste is opvallend omdat tijdens de meeste gesprekken werd gemeld dat melkveehouderij slecht combineert met natuurbeheer. Vleesveebedrijven kunnen makkelijker combineren met andere productietakken. De 2 e en 3 e tak voor vleesveebedrijven zijn: akkerbouw, windenergie, verpachten van land, grasverkoop op stam, adviesbureau en schapen. Overige vormen van verbreding binnen de landbouw zijn: jongveeopfok, 2 e hands dakpannen, stieren houden, groene diensten, akkerbouw en hooibouw, paardenhouderij, groenvoorziening en caravanstalling. Meerdere malen is ook loondienst aangegeven als tweede tak. Dit kan betekenen dat de agrariër deels werkt bij een agrarisch loonbedrijf of dat de partner voor een tweede inkomen zorgt. De indruk bestaat dat niet alle bedrijven deze vorm van inkomsten hebben opgegeven bij de beantwoording van een 2 e of 3 e tak. Een aantal bedrijven is zich aan het oriënteren op een 2 e tak. Deze richten zich op: Bed & Breakfast, duurzame energie, rondleidingen, zorg, vaste planten, webwinkel, ander vleesras, landgoed, recreatie en natuurontwikkeling. Trots. Voor de Drentse boer was dit soms een lastige vraag. Het zijn harde werkers maar waar ben je nou trots op? Na enig doorvragen blijkt de trots vooral te zitten in de ontwikkeling en voorzetting van het familiebedrijf. Een mooie ligging, goede verkaveling, verzorgd land, gezonde veestapel, mooie nieuwe gebouwen en voldoende inkomsten om voor het gezin te zorgen. Analyse - conclusie. De grootste gebruiker van het plangebied is de melkveehouderij met daarop volgend de vleesdierhouderij. Beide gebruiken voor een grootste deel van hun bedrijfsvoering grasland, net als de meeste overige bedrijfsvormen. Het gebied bestaat daarmee grotendeels uit grasland wat vooral zijn oorzaak heeft in de matige bewerkbaarheid van de bodem en de hoge grondwaterstanden. Ruim 80% van de melkveebedrijven zijn volledig gespecialiseerd in de productie van melk. De melkveesector heeft zich zodanig gespecialiseerd en geïntensiveerd dat dit weinig ruimte over laat aan andere takken die inpasbaar zijn in de huidige bedrijfsstructuur. Vleesveebedrijven blijken makkelijker te kunnen combineren met andere productietakken. De 2 e en 3 e takken passen in het algemene beeld binnen de landbouw. De ontwikkeling van nieuwe takken is bescheiden. De landbouwbedrijven zijn vooral trots op het voorzetten en doorontwikkelen van het familiebedrijf. Pagina 13 van 37

14 Nr. 1o 1p 1q 1r Vragen van de landbouwenquête. Waar heeft u in de bedrijfsvoering dagelijks / wekelijks het meeste last of hinder van? Werkt u samen met (collega)boeren of andere ondernemers of terreinbeheerders? Zo ja, hoe dan? Bent u lid van een vereniging / samenwerkingsverband? Zo ja, met welk doel of met betrekking tot welk onderwerp? Bent u voorstander van samenwerkingsverbanden. Voorbeelden als een gezamenlijke mestvergister, gezamenlijke jongveestallen op 1 boerderij Last of hinder. Deze vraag is bedoeld in algemene zin. Waar ondervindt men in de dagelijkse bedrijfsvoering last van, of waar loopt men wekelijks tegenaan. 19 bedrijven geven aan problemen te hebben met factoren die de bewerkbaarheid en het voortbrengende vermogen van het land beïnvloeden zoals het weer, grondslag, te hoge waterpeilen, onderhoud van de waterlopen. Hinder als gevolg van regelgeving of beperking als gevolg van ruimtelijk beleid binnen de landbouwsector wordt 16 keer genoemd. Deze regelgeving wordt als veranderlijk ervaren en wordt steeds strakker. 5 bedrijven ervaren hinder als gevolg van verouderde bedrijfsgebouwen en slechte verkaveling zoals kleine huiskavels of slecht bereikbare veldkavels. Dit relatief gunstige oordeel over de verkaveling hangt samen met goede verkaveling (zie par. 3.2). Daarnaast ergert men zich incidenteel aan de buren of het prijspeil voor de geleverde producten. 12 bedrijven ervaren geen hinder in de dagelijkse bedrijfsvoering. Vereniging en samenwerken. Nagenoeg alle geënquêteerden zijn lid van één of zelfs meerdere werktuigenverenigingen. Deze is soms ondergebracht bij een boermarke. Circa 15 bedrijven zijn lid van de LTO, maar dit aantal zou hoger kunnen zijn. Niet iedereen associeert de LTO direct met een vereniging of samenwerkingsverband. Daarnaast zijn er nog enkelen die aangesloten zijn bij gespecialiseerde organisaties. Onderling wordt tussen landbouwbedrijven weinig samengewerkt. 45 bedrijven geven aan niet samen te werken en de bedrijfsvoering zelf te doen of met inhuur van de loonwerker. 9 bedrijven werken op kleine schaal samen met buren of doen aan landruil. 5 bedrijven werken samen met natuurorganisaties. 24 bedrijven zijn ook geen voorstander van samenwerken. De andere 35 bedrijven zijn op zich voor samenwerking, al dan niet onder voorwaarden. Pagina 14 van 37

15 Analyse - conclusie. Zeker 30% van de landbouwbedrijven heeft moeite om de gronden optimaal te benutten. De slechte bewerkbaarheid van de grond en de hoge waterstanden zijn daar debet aan. Een dergelijke score is gepast voor dit plangebied. Bijna 30% van de landbouwbedrijven heeft moeite met regelgeving. Ook dit is geen opzienbarend gegeven maar geeft wel aan dat de landbouwbedrijven in combinatie met het voorgaande weinig flexibel zijn in de bedrijfsvoering. Driekwart van de bedrijven werkt niet samen en doet de bedrijfsvoering zelf, veelal met hulp van de loonwerker. De matige productieomstandigheden dwingen nog niet tot meer samenwerking. Zelfstandigheid weegt zwaarder. 3.2 Verkavelingsituatie - landbouwstructuur Nr. Vragen van de landbouwenquête. 2a Op de bedrijfskaart (wordt tijdens enquête getoond) ziet u uw kadastraal eigendom, klopt dit? Staan alle maatschappen / familie-eigendommen er ook op die u in de bedrijfvoering benut? Hoeveel hectare heeft uw bedrijf in eigendom? 2b Welke gronden heeft u regelmatig in gebruik (pacht / afspraken) Hoeveel hectare gebruikt u naast uw eigendom? 2c Oppervlakte eigendom en gebruik samen (geautomatiseerd) 2d Wat is de oppervlakte van uw huiskavel (incl. pacht / huur)? 2e Wat is de oppervlakte van uw veldkavel(s) (incl. pacht / huur)? 2f Wat voor cijfer geeft u uw verkaveling? (1=heel slecht / 10= uitmuntend) Tijdens de enquête worden bedrijfskaarten getoond. Deze worden op correctheid en volledigheid gecontroleerd door de geënquêteerde. Zonodig corrigeert de enquêteur de eigendoms- en pachtsituatie. Deze resultaten zijn digitaal verwerkt en alleen beschikbaar voor de opdrachtgever en alleen geschikt voor intern gebruik. De 59 bedrijven bezitten gezamenlijk een oppervlakte van 2211 hectare en pachten 1821 hectare land. Het gezamenlijke gebruik zou daarmee op 4036 hectare komen ware het niet dat in de verpachte situaties hectares dubbel kunnen zijn geteld. Opgemerkt dient te worden dat er een paar uitschieters onder de pachters zitten. Enkele bedrijven pachten gezamenlijk 1200 tot 1300 hectare. Dit beinvloedt de bepaling van de gemiddelden wezenlijk. Vandaar dat er een tweede waarde (*) wordt toegekend aan de gemiddelden. Pagina 15 van 37

16 Bedrijfsgrootte. De hoeveelheid eigendom in grond verschilt enorm per bedrijf, de kleinste heeft circa 5 hectare in eigendom, de grootste circa 130 hectare. De pachtsituatie geeft een nog grotere range te zien, van 0 tot honderden hectares. De gemiddelde grootte qua eigendom is 37,5 hectare. De gemiddelde hoeveelheid pachtgrond is 31 hectare (* 8,5 hectare) De gemiddelde bedrijfsgrootte is 68,5 hectare (* 46 hectare) De huiskavel is het eigendom en pachtgrond welke aaneengesloten bij de bedrijfsgebouwen liggen. Onder veldkavels word verstaan de eigendommen en pachtgronden die niet aaneengesloten bij de bedrijfsgebouwen liggen maar veelal verspreid. De huiskavels zijn gemiddeld 31 hectare groot. In totaal ligt er 1821 hectare huiskavel in het projectgebied. Over het algemeen kan aangenomen worden dat huiskavels vast eigendom is welke moeilijk uitruilbaar is. De veldkavels zijn gemiddeld 37,5 hectare (* 15 hectare) groot. Score verkaveling. De geënquêteerden zijn gevraagd wat voor cijfer zij geven aan hun eigen verkavelingsituatie. Met andere woorden, hoe vindt u dat uw gronden liggen ten opzichte van de gebouwen? Gemiddeld is deze vraag met een 8 beantwoord (op een schaal van 1 tot 10). Analyse - conclusie. De landbouwbedrijven in het plangebied hebben gemiddeld 37,5 hectare grond in eigendom en in totaal 46 hectare in gebruik (voor de zuiverheid worden de grote pachtoppervlakten hier buiten gelaten). Voor Drentse begrippen zijn dit normale bedrijfsgroottes. Met betrekking tot de grootte van de gemiddelde huiskavel scoren de landbouwbedrijven in het plangebied positief. Maar liefst 67% van de grond ligt nabij de bedrijfsgebouwen. 10 melkveebedrijven hebben meer dan 80% van de grond aan huis. De goed verkavelde bedrijven zijn veelal het resultaat van de recent afgeronde ruilverkavelingen. De geënquêteerden zijn zelf tevreden met hun verkavelingssituatie en waarderen dit met een rapportcijfer 8. Pagina 16 van 37

17 3.3 Mobiliteit en gronddruk Nr. 2g 2h 2i 2j 2k 2l Vragen van de landbouwenquête. Welke percelen zou u willen ruilen tegen betere percelen (locatie + opp.)? Welke percelen zou u bij uw bedrijf willen voegen (locatie + opp.)? Heeft u plannen om tot en met 2015 uw bedrijf te vergroten of te verkleinen? (opp.) Heeft u plannen om tot en met 2020 uw bedrijf te vergroten of te verkleinen? (opp.) Indien u in oppervlakte wenst te groeien: hoe groot acht u de kans dat u deze groei realiseert? (1=totaal kansloos / 10=gaat gegarandeerd lukken) Heeft u plannen om tot en met 2015 of 2020 circa of meer dan ,- te investeren, anders dan in grond? Grondruilen. Om de verkavelingsituatie van de landbouwbedrijven te optimaliseren is gevraagd of men percelen zou willen ruilen tegen gronden van betere kwaliteit of gunstigere ligging. Hierbij werd duidelijk dat er in theorie 301 hectare ingebracht zou kunnen worden om te verruilen. Daarbij moet dan wel aan de voorwaarde worden voldaan dat zich betere grond aandient. De grond die gewenst wordt ter verbetering van de verkavelingssituatie betreft 925 hectare. Toekomstplannen. Naast de grondruil is dieper ingegaan op de toekomstplannen van de landbouwbedrijven. Daaruit blijkt dat 34 bedrijven willen groeien in omvang binnen nu en 8 jaar. 19 bedrijven hebben geen groeiambities in de komende 8 jaren. 5 bedrijven zullen in de komende 8 jaar afgebouwd worden en komen deels of geheel te koop. Netto komt dit neer op een grondbehoefte van 377 hectare tot Het ingeschatte slagingspercentage van deze toekomstplannen is bijna 80%. Investeringen. Gevraagd is of men in de afgelopen 3 tot 5 jaren of in de komende jaren plannen heeft om omvangrijke investeringen te doen die bepalend zijn voor het toekomstperspectief van het bedrijf. Deze vraag is 34 keer positief beantwoord. Pagina 17 van 37

18 Analyse - conclusie. De landbouwbedrijven geven gezamenlijk aan dat er 300 hectare zo ongunstig ligt of kwalitatief slecht is dat men deze graag zou willen verruilen tegen betere gronden. Men heeft drie keer zoveel grond aangewezen als beter alternatief. Men heeft dus ruimte geboden om een geschikte toedeling te realiseren. Dit zegt nog niets over de slagingskansen van de gewenste grondruilen. Afhankelijk van de grondkwaliteit kan in het algemeen gesteld worden dat veldkavels zich makkelijker laten ruilen dan huiskavels. Veldkavels geschikt als bouwgrond (mais) behoudt men liever. Verder valt op dat er een aanzienlijke gronddruk op het gebied rust, de landbouw wil netto met 377 hectare uitbreiden. Dat is een groei van circa 1% per jaar terwijl het landbouwareaal landelijk jaarlijks afneemt. Bijna 60% heeft recent of gaat binnenkort lange termijn investeringen aan, bijvoorbeeld ten behoeve van gebouwen. Als men het aantal bedrijven met opvolgers (39) vergelijkt met het aantalbedrijven die groeiambities hebben (34) en geïnvesteerd hebben of gaan investeren (34) dan blijkt de beantwoording betrouwbaar. Deze cijfers corresponderen goed met elkaar. Pagina 18 van 37

19 4 Resultaten Waterbeheersing Dit hoofdstuk geeft inzicht in de huidige toestand van de waterbeheersing. Hoeveel gronden worden te nat of te droog bevonden, hoe komt dat en wat zijn mogelijke oplossingen? 4.1 Huidige situatie Nr. 3a 3b 3c 3d 3e 3f Vragen van de landbouwenquête. Hoeveel hectare van uw bedrijf is jaarlijks te nat? Tijdens welke maanden doen zich deze problemen voor? Wat is de oorzaak hiervan? Hoeveel hectare van uw bedrijf is jaarlijks te droog? Tijdens welke maanden heeft u het vaakst last van droogte? Wat is de oorzaak hiervan? Te nat. In de enquête is de huidige situatie van de waterbeheersing meegenomen. Het blijkt dat 43 bedrijven in meer of mindere mate vinden dat hun percelen jaarlijks te nat zijn. In totaal betreft het 712 hectare welke overeenkomt met bijna 20% van de gezamenlijke bedrijfsoppervlakte. De periode waarin het meeste hinder wordt ondervonden van de natte omstandigheden is niet exact aan maanden gerelateerd. De voornaamste probleemperiode is omschreven als natte periodes met veel regenval. In een enkel geval wordt het gehele jaar hinder ondervonden van te natte omstandigheden. Bij de oorzaak wordt 20 keer naar het waterschap gewezen en noemt men het peilbeheer. 23 keer worden de te natte omstandigheden verklaard door de grondslag, lage ligging of ingesloten laagten. 17 bedrijven geven aan geen hinder te ondervinden van te natte gronden. Te droog. 18 bedrijven geven aan jaarlijks last te hebben van te droge gronden. Ook de droogte laat zich niet exact aan een maand koppelen, vooral in droge periodes ondervindt men hinder van vochttekort in de bodem. In nagenoeg alle gevallen wordt zandgrond met soms een hoge ligging als oorzaak geduid. 41 bedrijven geven aan geen last te hebben van te droge gronden. Pagina 19 van 37

20 4.2 Knelpunten en oplossingen Nr. 3g 3h 3i 3j Vragen van de landbouwenquête. Wat is het grootste knelpunt op uw bedrijf? Hoe is dit knelpunt op te lossen? Waar zitten volgens u de grootste knelpunt m.b.t. waterbeheersing in het gebied Uffelte Ruinen? Ziet u een haalbare oplossing voor dit probleem? Oplossingen. 27 bedrijven reiken oplossingen aan om de hinder van de natte omstandigheden te beperken. Deze oplossingen richten zich op een ander peilbeheer en peilverlaging, winterpeil eerder omlaag, zomerpeil lager, meer maatwerk in peilbeheer (detailontwatering), duikers lager leggen, intensiever onderhoud van de sloten, verbeteren van het slotenpatroon, stuwen verplaatsen en drainage. Anticiperend peilbeheer. Veelvuldig is het anticiperende peilbeheer genoemd. Men ziet graag dat het waterschap vooraf rekening houdt met de weersverwachting. Door voor de regenval aan de peilen te verlagen ontstaan er tijdens de regenval minder grote problemen. Er worden geen oplossingen aangedragen voor te droge gronden. Ook al heeft men last van opbrengstderving als gevolg van de droogte, de waarde van deze drogere percelen zit hem in de bewerkbaarheid. De drogere goed bewerkbare stukken grond zijn schaars in het gebied en worden veel gebruikt voor maisteelt. Gebiedsniveau. Op gebiedsniveau worden minder problemen in de waterbeheersing gesignaleerd. Men richt zich liever op het eigen bedrijf en de omliggende bedrijven kunnen zelf het beste bepalen hoe de situatie is. Desondanks komen de volgende problemen en suggesties naar voren. Er is een tekort aan droge gronden in het gebied, anticiperend peilbeheer in het gehele gebied, de peilverhoging in het Dwingelderveld geeft meer waterdruk, het optreden van veenklink zorgt voor meer wateroverlast, duikers liggen geheel onder water (te diep), omgeving Madedwarsweg en Hesselterdwarsweg te nat, te grote peilvakken meer maatwerk, stuwen verplaatsen, duikers verleggen, nieuwe leiding graven, waterafvoer te snel naar laagste punt vertragen, peilscheiding voor natuur en landbouw beter sturen, stroomopwaarts meer water vasthouden, omgeving Ansermaden Oude vaart te nat, lage ligging Meppel waterberging in Nieuwveense landen. Analyse - conclusie. Bijna 20% van het plangebied wordt als te nat bestempeld en 2/3 e van de bedrijven ondervindt hier hinder van. Veelal ligt de oorzaak in de grondslag en lage ligging van het perceel. Anderzijds geeft men aan dat het peilbeheer beter moet worden afgestemd op de terrein- en weersomstandigheden. 1/3 e van de bedrijven ondervindt hinder van droge gronden maar nemen het vochttekort voor lief in ruil voor goed bewerkbare bouwgrond (voederwinning maisteelt). Pagina 20 van 37

21 5 Resultaten Waterberging Het waterschap Reest en Wieden heeft een scenario doorgerekend ten behoeve van waterberging. Dit scenario is op topografische kaarten afgebeeld en geeft de verwachtte waterstanden weer in natte perioden. Dat houdt in het verwachte peil in de winter en de te verwachten peilen tijdens een regenperiode van 2 tot 3 weken in de zomer. De ligging van het geënquêteerde bedrijf is getoond op de waterbergingskaarten van het waterschap. Hieruit kan de geënquêteerde opmaken welke invloed de berging heeft op de productie van het landbouwbedrijf. Om de invloed meetbaar te maken is verzocht de invloed in een cijfer weer te geven. Opgemerkt dient te worden dat dit een inschatting is welke niet door iedereen eenvoudig was te geven. Tevens is geconstateerd dat het tonen van de waterbergingskaarten erg confronterend was voor verschillende bedrijven. 5.1 Invloed waterberging op landbouwproductie Nr. Vragen van de landbouwenquête. 4a Wat is de invloed van voorbeeld 1 op de productie van uw bedrijf (1=geen invloed / 10= rampzalig) 11 bedrijven geven de maximale score van 10 punten. Dat betekent dat de waterberging rampzalig is voor hun productie en bedrijfsvoering. Daarnaast zijn er 13 bedrijven die scoren met een 8 of 9. In totaal zijn er dus 25 bedrijven die grote hinder ondervinden van het waterbergingscenario. 13 bedrijven scoren in de range van 4 tot 7. Deze bedrijven zien de waterberging eveneens als erg hinderlijk maar met minder grote impact. 21 bedrijven scoren in de range 1 tot 3. Deze bedrijven ondervinden het minste last van de waterberging. Belangrijke criteria bij het bepalen van de invloed van waterberging op de productie bleken: welk aandeel van het bedrijf ligt in het bergingsgebied, ligging huiskavel ten opzichte van de waterberging en de productie-eisen van de grond. Pagina 21 van 37

22 5.2 Verwachte effecten van de waterberging Nr. Vragen van de landbouwenquête. 4b Hoeveel hectare zou u in voorbeeld 1 willen of moeten ruilen om de huidige productie te behouden? 4c Zou u, gezien de effecten, liever uw gehele bedrijf willen verplaatsen? 4d Zou u, gezien de effecten, uw bedrijf vervroegd willen verkopen? Ruilen. Bij het voorbeeld van de waterberging is gevraagd hoeveel grond men moet ruilen om de huidige productie op peil te houden. 31 bedrijven geven aan grond te moeten ruilen wat opgeteld uitkomt op 937 hectare. Verplaatsen. Ook is gevraagd of men, gezien de invloed van de waterberging op het bedrijf, liever het gehele bedrijf zou willen verplaatsen. 10 bedrijven geven aan dit inderdaad liever te doen. Gezamenlijk is hier 596 hectare mee gemoeid. Bij de beantwoording van deze vraag moet worden beseft dat men in 2 uur tijd moet beslissen over de toekomst van het familiebedrijf. Of deze 10 bedrijven ook daadwerkelijk kunnen en willen verplaatsen moet met de nodige voorzichtigheid worden aangenomen. Verkopen. Deze vraag verzocht de geënquêteerden aan te geven of men naar aanleiding van de waterberging het bedrijf vervroegd zou willen verkopen. 9 bedrijven geven aan hiertoe bereid te zijn. Gezamenlijk is hier 327 hectare mee gemoeid. Ook bij deze vraag moet men beseffen dat de geënquêteerde in 2 uur tijd moet beslissen over de toekomst van het familiebedrijf. Of deze 9 bedrijven ook daadwerkelijk willen verkopen moet met de nodige voorzichtigheid worden aangenomen. Pagina 22 van 37

23 Analyse conclusie. Van de 25 bedrijven die ernstige hinder ondervinden van de waterberging hebben 16 bedrijven aangegeven een opvolger te hebben, groeiambities hebben en / of fors geïnvesteerd of plannen hebben daartoe. De waterbergingsopgaaf vraagt om de inzet van circa 600 hectare landbouwgrond. Uit de enquête blijkt dat de bedrijven 937 hectare moeten ruilen om hun productie op peil te houden. In praktische zin is dit een onhaalbare taak omdat de gevraagde oppervlakte niet in het projectgebied aanwezig is en de verkavelingsituatie voor de bedrijven verslechterd. Een andere oplossing in plaats van ruilen van percelen zou het verplaatsen van hele bedrijven zijn. 10 bedrijven met een gezamenlijke oppervlakte van 596 hectare zouden op het eerste gezicht willen verplaatsen omdat ze geen toekomst voor hun bedrijf zien in combinatie met waterberging. Tevens blijkt dat 9 bedrijven hun gronden vervroegd willen verkopen ten behoeve van waterberging. Het gaat hierbij om 337 hectare. In deze beantwoording zitten 5 dubbelingen met een oppervlakte van 252 hectare. Deze bedrijven hebben aangegeven dat ze willen verplaatsen en vervroegd willen verkopen. Netto moet er dus 681 hectare worden opgekocht om de bedrijven te verplaatsen of te beëindigen. 5.3 Mogelijkheden voor groene- en blauwe diensten Nr. Vragen van de landbouwenquête. 4e Zou u groene diensten (uitleg) willen leveren (oppervlakte?) 4f Wilt u groene diensten verder uitwerken (evt. met hulp) om te zien wat dat voor uw bedrijf betekent? 4g Zou u blauwe diensten (uitleg) willen leveren (oppervlakte?) 4h Wilt u blauwe diensten verder uitwerken (evt. met hulp) om te zien wat dat voor uw bedrijf betekent? Groene en blauwe diensten. In de enquête is gevraagd naar de interesse en mogelijke deelname aan het leveren van groene en blauwe diensten. Onder groene en blauwe diensten worden diensten verstaan die het bedrijf kan leveren in het belang van natuur en water in ruil voor een betaling. Groene en blauwe diensten passen goed bij de gedachte om waterberging te realiseren. Als er geen hoogproductieve landbouw mogelijk is bieden groene en blauwe diensten een alternatief. In hoeverre dit alternatief in de bedrijfsvoering past blijkt uit de volgende antwoorden. 25 bedrijven geven te kennen dat zij bereid zijn om de mogelijkheden, voor- en nadelen van groene en blauwe diensten verder te willen uitwerken. Door deze uitwerking kan men beoordelen of deze diensten voldoende inpasbaar zijn in de bedrijfsvoering en of ze voldoende opleveren voor hun bedrijf. In oppervlakte blijkt een kleine 300 hectare in potentie ingezet te kunnen worden voor groene en blauwe diensten, mits de voorwaarden en vergoedingen voldoen. Enkele bedrijven zien mogelijkheden om (delen van) bergingsgebieden te beheren. Zij kunnen of willen met hun bedrijfsvoering inspelen op het vergrootte areaal marginale landbouwgronden. Pagina 23 van 37

24 Analyse conclusie. Bijna 300 hectare zou mogelijk ingezet kunnen worden voor groene en blauwe diensten. Maar liefst 25 bedrijven zijn bereid de mogelijkheden hiertoe verder te verkennen. Dit is opvallend veel in vergelijking met eerdere bevindingen dat de melkveehouderij zich moeilijk laat combineren met andere productieomstandigheden. In hoeverre deze 300 hectare ingevuld kan worden hangt af van de beperkingen die worden opgelegd en de vergoeding die daarbij hoort. Ook is er interesse om bergingsgebieden te beheren met een aangepaste vorm van landbouwkundig gebruik. 5.4 Kansen en andere teelten Nr. 4i 4j Vragen van de landbouwenquête. Welke kansen of mogelijkheden ziet u nu voor uw bedrijf bij uitvoering van voorbeeld 1? Ziet u mogelijkheden voor andere teelten? (bijvoorbeeld energiegewassen, helofytenfilters, ) Kansen. Aan de hand van het voorgestelde bergingsscenario is tevens gevraagd of de geënquêteerden kansen zien voor hun bedrijf. 23 bedrijven zien kansen, hoewel deze natuurlijk wel om een gedegen uitwerking vragen. De kansen lagen op het vlak van groene en blauwe diensten, bedrijfsverplaatsing, uitbreiding en ontwikkeling van landgoederen, kavelruil, verkoop, realisatie zorgwoning, beheer van bergingsgebieden, recreatie, toename loonwerk, verbetering drooglegging omliggende gebieden, hooiwinning en mogelijk extra grond voor de mestboekhouding. Andere teelten. Slecht 6 bedrijven geven aan kansen te zien voor andere teelten. Deze richten zich op grasteelt die beter bestand is tegen hogere waterstanden en op energieteelt in de vorm van wilgenteelt. Analyse - conclusie. Tal van bedrijven noemen ook kansen. Of die kansen ook door hen zelf gerealiseerd zullen worden is nog de vraag. De genoemde kansen vragen veelal om een nadere uitwerking omdat ze vaak als idee zijn geopperd. Enkele voorbeelden zijn de ontwikkeling van landgoederen, realisatie zorgwoning, recreatie en andere teelten zoals grasteelt in natte omstandigheden en wilgenteelt als energiegewas. Pagina 24 van 37

25 6 Gestuurde berging en koppelleiding Het waterschap Reest en Wieden heeft een scenario doorgerekend ten behoeve van waterberging met daarbij de mogelijkheid van gestuurde berging. Dit scenario is op topografische kaarten afgebeeld en geeft aan waar de gebieden zijn gelegen die ingezet kunnen worden voor gestuurde berging. Gestuurde berging houdt in dat deze gebieden bewust en onder vooraankondiging onder water gezet kunnen worden. Het onder water zetten gebeurt alleen in noodgevallen en hoeft dus niet ieder jaar opnieuw plaats te vinden. De ligging van het geënquêteerde bedrijf is getoond op de kaarten met de gestuurde bergingsgebieden. Hieruit kan de geënquêteerde opmaken welke deel van het bedrijf onder invloed staat van de gestuurde berging. Tevens is een door het waterschap geplande koppelleiding getoond. Deze verbindt de Oude vaart met de Wold Aa. In normale omstandigheden betreft het hier een kleine waterleiding. In extreme omstandigheden, wanneer er volume nodig is voor berging, komt een soort uiterwaarden van deze leiding ook onder water te staan. De uiterwaarden worden begrensd door van nature voorkomende hoogten en / of nog aan te leggen nieuwe dijklichamen. 6.1 Huidige situatie met betrekking tot gestuurde berging Nr. 6a Vragen van de landbouwenquête. (kaartje gebied) hoeveel hectare van uw bedrijf ligt in het door het waterschap aangegeven gestuurde bergingsgebied? 13 bedrijven hebben een deel van hun grond in de gestuurde bergingsgebieden liggen. Dit varieert van één hectare tot nagenoeg het gehele bedrijf. In totaal betreft het een oppervlakte van 208 hectare landbouwgrond welke in gestuurde berging ligt. 6.2 Grondmobiliteit in gestuurde berging Nr. 6b 6c 6d Vragen van de landbouwenquête. Wilt u meer weten over gestuurde berging om te bepalen of u er uiteindelijk aan mee wenst te werken? Wenst u percelen uit het GB gebied te ruilen? Zo ja hoeveel? Wenst u meer hectares in het GB gebied te ruilen / verwerven? Zo ja, hoeveel? 19 bedrijven geven aan eerst meer te willen weten over gestuurde berging alvorens zij kunnen bepalen of zij er daadwerkelijk aan mee willen werken. 7 bedrijven geven bij voorbaat aan liever hun gronden uit de gestuurde berging te willen ruilen. In werkelijkheid zijn dit er meer maar deze bedrijven zien geen reële kans voor een ruiling en zitten er soms met hun huiskavel in. Circa 10 bedrijven geven aan wel grond te willen verwerven of gebruiken in de gestuurde bergingsgebieden. Bij deze eerste verkenning komt dat neer op circa 30 hectare, mits de voorwaarden en vergoedingen voldoen. Pagina 25 van 37

26 Analyse - conclusie. Er ligt ruim 200 hectare in de gebieden aangewezen voor gestuurde berging. ¾ van de bedrijven wil eerst meer weten over de gestuurde berging en de bijbehorende vergoedingen alvorens te bepalen of zij hieraan mee willen werken. ¼ van de bedrijven met een gezamenlijke oppervlakte van 80 hectare wil liever bij voorbaat uit de gestuurde berging geruild worden. Er is belangstelling voor de aankoop van 30 hectare in de gestuurde berging en eventueel pachten van de ze gronden. Een aantal bedrijven wil hierin wel gronden verwerven of beheren. 6.3 Huidige situatie met betrekking tot koppelleiding Nr. 6e Vragen van de landbouwenquête. (schets inrichting tracé) raakt of doorsnijdt het zoekgebied van het nieuwe tracé uw bedrijf? 12 bedrijven geven aan dat de koppelleiding hun bedrijf raakt. 6.4 Adviezen met betrekking tot ligging koppelleiding Nr. 6f 6g Vragen van de landbouwenquête. Welke ligging voor het tracé zou u adviseren als een dergelijke maatregel genomen moet worden? Ziet u mogelijkheden om dit tracé in uw bedrijfsvoering op te nemen? 27 bedrijven hebben geadviseerd over de ligging. Veelal werd aangegeven dat de koppelleiding in de laagste delen moest worden gesitueerd of dat er in het geheel van afgezien moest worden. Andere adviezen zijn opgenomen in de exeltabel en / of weergegeven op de bedrijfskaartjes. Uit privacy-overwegingen worden deze adviezen hier niet weergegeven. Circa 10 bedrijven willen misschien het tracé opnemen in hun bedrijfsvoering. Hiervoor is nader overleg gewenst Analyse - conclusie. 12 bedrijven worden geraakt door de koppelleiding en 10 deels andere bedrijven willen deze mogelijk in de bedrijfvoering opnemen. Hiervoor is nader overleg noodzakelijk. Pagina 26 van 37

27 7 Overige mogelijkheden 7.1 Mogelijkheden voor landbouw en kavelruil Nr. 7a 7b Vragen van de landbouwenquête. Welke (nieuwe) mogelijkheden ziet u voor de landbouw in relatie tot de waterbergingopgave? Ziet u mogelijkheden voor kavelruil ter verbetering van de landbouwstructuur? De meeste bedrijven, 36 in totaal, zien geen nieuwe mogelijkheden voor de landbouw. Men ervaart eerder een bedreiging voor de landbouw. Mogelijke kansen die wel werden gezien zijn meer water vasthouden voor de landbouw, goede voorwaarden voor verplaatsing, goede compensatie voor vernatting, inscharen weidevee, groene- en blauwe diensten, camping, kano, huisverkoop, verbetering waterhuishouding, inspelen op GLB (Gemeenschappelijk Landbouw Beleid EU). Kavelruil. 35 bedrijven achten het mogelijk om middels kavelruil een betere landbouwstructuur te realiseren. 7.2 Mogelijkheden voor recreatie en toerisme Nr. 7c Vragen van de landbouwenquête. Welke (nieuwe) mogelijkheden ziet u voor recreatie / toerisme in relatie tot de waterbergingsopgave? 42 bedrijven geven aan weinig tot geen kansen te zien met betrekking tot recreatie en toerisme. Bedrijven die wel kansen zien denken aan een kleine vaarverbinding, watersport, wandelmogelijkheden, fietsen, natuurkamperen, kleinschalig huisjespark, workshops, educatie, theeschenkerij, eendenkooi en visvijver. 7.3 Mogelijkheden voor landschap, landgoederen en natuur Nr. Vragen van de landbouwenquête. 7d Welke (nieuwe) mogelijkheden ziet u voor landschap / landgoederen / natuur in relatie tot de waterbergingsopgave? 42 bedrijven geven aan weinig tot geen kansen te zien met betrekking tot landschap, landgoederen en natuur. Circa 12 bedrijven zien wel mogelijkheden maar zijn niet allen even concreet. Enkelen denken aan de uitbreiding van of omzetting tot een landgoed. Pagina 27 van 37

28 7.4 Mogelijkheden voor sociale- en economische groei Nr. 7e Vragen van de landbouwenquête. Welke (nieuwe) mogelijkheden ziet u voor sociale en/of economische groei in relatie tot de waterbergingsopgave? 49 bedrijven geven aan weinig tot geen kansen te zien met betrekking tot sociale en economische groei. Enkelen zien eerder een afname van de sociale en economische omstandigheden. Circa 6 bedrijven denken dat er wel mogelijkheden ontstaan voor sociale en economische groei. Analyse - conclusie. Een ruime meerderheid ziet geen kansen voor de landbouw in relatie tot de waterbergingsopgaaf. Ook ziet deze meerderheid geen kansen voor recreatie en toerisme, landschap, landgoederen en natuur of sociale en economische groei. Opvallend is dat het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) slechts één keer is genoemd. Dit beleid gaat de komende jaren een belangrijke rol spelen en vraagt aan de landbouw bij te dragen aan natuur en landschap. De noodzaak om deze link te leggen is er schijnbaar nog niet. Gelet op het toch al vrij gunstige verkavelingsbeeld ziet een opvallende meerderheid van de bedrijven kansen voor kavelruil om zodoende hun bedrijfsstructuur verder te verbeteren. 7.5 Participatie en adviezen aan het waterschap Nr. 7f 7g Vragen van de landbouwenquête. Met betrekking tot wel onderwerp zou u verder willen meedenken? Wat wilt u het waterschap meegeven bij het uitwerken van de waterbergingsopgave? 47 bedrijven geven aan dat ze bereid zijn om verder mee te willen denken over verschillende onderwerpen. De genoemde onderwerpen zijn tracékeuze koppelleiding, kavelruil, landschap, landgoederen, natuur, recreatie en toerisme, Pagina 28 van 37

Landbouwverkenning. Lingewaal West - Gorinchem Oost

Landbouwverkenning. Lingewaal West - Gorinchem Oost Landbouwverkenning Lingewaal West - Gorinchem Oost Vuren, 16 november 2009 Programma Welkom (G. van Zandwijk) Resultaten van de landbouwverkenning (R. Vorage, Projecten LTO Noord) Vragen en discussie Pause

Nadere informatie

Stivas December 2016 Projectnummer 16ADV04 Plan van aanpak vervolgproces Integrale ontwikkeling Oostrand Dronten Plan van aanpak vervolgproces Oostrand Dronten 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Beschrijving

Nadere informatie

Vragenlijst Landbouw effect rapportage Buizenzone Eemsdelta

Vragenlijst Landbouw effect rapportage Buizenzone Eemsdelta Vragenlijst Landbouw effect rapportage Buizenzone Eemsdelta Het doel van de Landbouw effect rapportage (LER) is de belangen van de agrarische sector binnen het besluitvormingsproces van de tracékeuze op

Nadere informatie

Agrarische bedrijfsinventarisatie PARK21

Agrarische bedrijfsinventarisatie PARK21 FACTSHEET Agrarische bedrijfsinventarisatie PARK21 DOOR Stivas Noord-Holland VOOR Gemeente Haarlemmermeer, LTO Noord Haarlemmermeer, Stivas Noord-Holland DOELEN VAN HET ONDERZOEK Via bedrijfsinventarisatie:

Nadere informatie

ENQUETEFORMULIER AGRARISCHE BEDRIJFSINVENTARISATIE PARK 21 HAARLEMMERMEER

ENQUETEFORMULIER AGRARISCHE BEDRIJFSINVENTARISATIE PARK 21 HAARLEMMERMEER ENQUETEFORMULIER AGRARISCHE BEDRIJFSINVENTARISATIE PARK 21 HAARLEMMERMEER Datum interview : Nummer(ID): 1 Dit enquêteformulier omvat 2 onderdelen: Deel 1: Dit betreffen uw specifieke bedrijfsgegevens.

Nadere informatie

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl.

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl. Bijlage B, Nota van beantwoording zienswijzen van de heren Liebregts, van Dommelen, van Mierlo en ZLTO afdeling Kempen Zuidoost. Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d.

Nadere informatie

Esdonk 8, Gemert. Onderbouwing grondgebonden karakter. Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Bedrijfsopzet Esdonk 8, Gemert

Esdonk 8, Gemert. Onderbouwing grondgebonden karakter. Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Bedrijfsopzet Esdonk 8, Gemert Onderbouwing grondgebonden karakter Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Onderbouwing grondgebonden karakter rundveehouderij Esdonk 8 - Gemert 1 INHOUD 1 Inleiding 3 2 Locatie 4 3 Beschrijving van de inrichting

Nadere informatie

Rapportage Toekomstvisie bedrijf

Rapportage Toekomstvisie bedrijf Rapportage Toekomstvisie bedrijf Dhr. G. Evers Groeneveld 5 3744 ML Baarn D L V R u n d v e e A d v i e s BV W W W. D L V. N L Noord President Kennedylaan 35a Postbus 354 8440 AJ Heerenveen Tel. 0513 65

Nadere informatie

Boeren rond Brussel Kansen en bedreigingen voor voedselproductie in de Vlaamse Rand. Voorstelling resultaten landbouwstudie 12 mei 2015

Boeren rond Brussel Kansen en bedreigingen voor voedselproductie in de Vlaamse Rand. Voorstelling resultaten landbouwstudie 12 mei 2015 Boeren rond Brussel Kansen en bedreigingen voor voedselproductie in de Vlaamse Rand Voorstelling resultaten landbouwstudie 12 mei 2015 Inhoud Achtergrond Hoe zijn we te werk gegaan? Landbouw in de Vlaamse

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF. Nieuwe aanpak Noordrand Krimpenerwaard: Ruimte voor ondernemen. Oktober Partijen in de Krimpenerwaard en de provincie

NIEUWSBRIEF. Nieuwe aanpak Noordrand Krimpenerwaard: Ruimte voor ondernemen. Oktober Partijen in de Krimpenerwaard en de provincie NIEUWSBRIEF Nieuwe aanpak Noordrand Krimpenerwaard: Ruimte voor ondernemen Oktober 2014 Partijen in de Krimpenerwaard en de provincie Zuid-Holland gaan op een andere manier samenwerken aan de ontwikkeling

Nadere informatie

ENQUETEFORMULIER GRONDBEZITTERS/-VERPACHTERS AGRARISCHE INVENTARISATIE PARK 21 HAARLEMMERMEER

ENQUETEFORMULIER GRONDBEZITTERS/-VERPACHTERS AGRARISCHE INVENTARISATIE PARK 21 HAARLEMMERMEER ENQUETEFORMULIER GRONDBEZITTERS/-VERPACHTERS AGRARISCHE INVENTARISATIE PARK 21 HAARLEMMERMEER Datum interview : (in te vullen door interviewer) Nummer(ID): 1 Dit enquêteformulier omvat 2 onderdelen: Deel

Nadere informatie

Vrijkomende agrarische bebouwing in het buitengebied

Vrijkomende agrarische bebouwing in het buitengebied Vrijkomende agrarische bebouwing in het buitengebied LTO NOORD SHARONA DE KLERK 1 JULI 216 SAMENVATTING De problematiek omtrent Vrijkomende Agrarische Bebouwing zal de komende jaren toenemen. Dat schreef

Nadere informatie

Hatertse en Overasseltse Vennen

Hatertse en Overasseltse Vennen Hatertse en Overasseltse Vennen Maatregelplan aanpak verdroging en natuur Harro Kraal Waterschap Rivierenland Beleid Rijksbeleid TOP-gebieden EHS Provinciaal Waterhuishoudingsplan Actiegebieden Waterberging

Nadere informatie

IMPACT VAN EEN RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN IN EEKLO OP LAND- EN TUINBOUW

IMPACT VAN EEN RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN IN EEKLO OP LAND- EN TUINBOUW IMPACT VAN EEN RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN IN EEKLO OP LAND- EN TUINBOUW Landbouwtoets Eeklo uitgevoerd in opdracht van provincie Oost-Vlaanderen INHOUD 1. Inleiding... 3 2. Situering van het landbouwgebruik...

Nadere informatie

Ruimte om te leven met water

Ruimte om te leven met water Ruimte om te leven met water Het huidige watersysteem is volgens de nieuwe In de toekomst wil het waterschap een zoveel Om de benodigde ruimte aan hectares te verwerven inzichten niet meer op orde. Aanpassingen

Nadere informatie

Programma Nieuwe Natuur Flevoland. Projectvoorstel Noordwest Schokland - NFL04

Programma Nieuwe Natuur Flevoland. Projectvoorstel Noordwest Schokland - NFL04 Programma Nieuwe Natuur Flevoland Projectvoorstel Noordwest Schokland - NFL04 Aangepaste versie augustus 2014 Indiener De heer J.A. Schenk Zaakwaarnemer Agrivesta makelaardij en onteigening J.A.J.M. Huijbregts

Nadere informatie

Herinrichting Aaltense Goor - Zwarte Veen

Herinrichting Aaltense Goor - Zwarte Veen Herinrichting Aaltense Goor - Zwarte Veen PRESENTATIES Werksessie Landbouw 13 Maart 2012 Beste lezer, In dit document vindt u op navolgende pagina s de sheets van de volgende presentaties: 1. Presentatie

Nadere informatie

Samenwerking rondom Bodem De praktijk in Noord-Brabant

Samenwerking rondom Bodem De praktijk in Noord-Brabant Samenwerking rondom Bodem De praktijk in Noord-Brabant Harrie Vissers 21 september 2017 Congres SIKB Varkensdichtheid per gemeente (aantal varkens per ha landbouwgrond) aantal varkens Nederland: 12,5 mln

Nadere informatie

PEILVERHOGING IN HET VEENWEIDEGEBIED; GEVOLGEN VOOR DE INRICHTING EN HET BEHEER VAN DE WATERSYSTEMEN

PEILVERHOGING IN HET VEENWEIDEGEBIED; GEVOLGEN VOOR DE INRICHTING EN HET BEHEER VAN DE WATERSYSTEMEN PEILVERHOGING IN HET VEENWEIDEGEBIED; GEVOLGEN VOOR DE INRICHTING EN HET BEHEER VAN DE WATERSYSTEMEN JOS SCHOUWENAARS WETTERSKIP FRYSLÂN VEENWEIDE SYMPOSIUM 11 APRIL 2019 OPZET PRESENTATIE 1. Wat is de

Nadere informatie

Integraal Peilbesluitplan Smilde Streekbijeenkomst

Integraal Peilbesluitplan Smilde Streekbijeenkomst Integraal Peilbesluitplan Smilde Streekbijeenkomst Dinsdag 20 september 2011 Het Kompas te Smilde Programma van vanavond Tijd activiteit 19:30 start bijeenkomst 19:40 plenaire presentatie - voortraject

Nadere informatie

Het herverkavelingsproces

Het herverkavelingsproces Herverkaveling Het herverkavelingsproces Om het landelijk gebied ook in de toekomst vitaal te houden, worden gebieden opnieuw ingericht. Hoe de nieuwe inrichting van een gebied er uit moet zien, staat

Nadere informatie

AGENDAPUNT 7. Onderwerp: Aankoop percelen BBL Nummer: 270001. Voorstel

AGENDAPUNT 7. Onderwerp: Aankoop percelen BBL Nummer: 270001. Voorstel VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 7 Onderwerp: Aankoop percelen BBL Nummer: 270001 In D&H: 15-12-2010 Steller: Arjan Koerhuis In Cie: BMZ Telefoonnummer: (030) 634 58 37 SKK 14-01-2010 Afdeling:

Nadere informatie

Nieuwe natuur voor droge voeten

Nieuwe natuur voor droge voeten Nieuwe natuur voor droge voeten Informatieavond en klankbord Polder de Dijken-Bakkerom Donderdag 19 april 2018 en De Drie Polders en Lettelberterbergboezem Donderdag 26 april 2018 Programma 19 en 26 april

Nadere informatie

Terugblik gebiedsbijeenkomst Berkel Almen-Borculo

Terugblik gebiedsbijeenkomst Berkel Almen-Borculo Terugblik gebiedsbijeenkomst Berkel Almen-Borculo Hoe leggen we samen de puzzel? Op 1 februari was de gebiedsbijeenkomst Berkel Almen-Borculo bij Camping De Heksenlaak in Barchem. Ruim 140 belangstellenden

Nadere informatie

Door het Dagelijks Bestuur van Waterschap Aa en Maas vastgesteld op 10 juni 2014

Door het Dagelijks Bestuur van Waterschap Aa en Maas vastgesteld op 10 juni 2014 Bedrijfswaterplan Door het Dagelijks Bestuur van Waterschap Aa en Maas vastgesteld op 10 juni 2014 Bedrijfsgegevens Gegevens van het bedrijf Naam bedrijf : Naam en voorletter(s) : Adres : Postcode en woonplaats

Nadere informatie

Topsoil. Korte introductie

Topsoil. Korte introductie Topsoil Korte introductie TOPSOIL is een Europees INTERREG subsidieproject. Het is een samenwerking tussen waterschappen, wetenschappers, overheden en stakeholders uit Nederland, België, Duitsland, Denemarken

Nadere informatie

Herstel natte natuurparels De Utrecht. Informatiebijeenkomst voor agrarische ondernemers

Herstel natte natuurparels De Utrecht. Informatiebijeenkomst voor agrarische ondernemers Herstel natte natuurparels De Utrecht Informatiebijeenkomst voor agrarische ondernemers Doel van de informatiebijeenkomst Alle agrariërs in de natte natuurparel en/of in de beschermingszone informeren

Nadere informatie

Aankoop percelen BBL nr. 09.WSB/204

Aankoop percelen BBL nr. 09.WSB/204 Voorstel aan het algemeen bestuur Ontwerp Onderwerp: Aankoop percelen BBL nr. 09.WSB/204 Portefeuillehouder: Beugelink Steller: A. Koerhuis DB-datum: 15 december 2009 Telefoonnummer: (030) 634 5837 Commissie:

Nadere informatie

Telefoonnummer: Datum: 9 februari 2012 Referentie: NH/ML/MvD/ Faxnummer:

Telefoonnummer: Datum: 9 februari 2012 Referentie: NH/ML/MvD/ Faxnummer: Vestiging Haarlem Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Wijdemeren Postbus 190 1230 AD LOOSDRECHT Telefoonnummer: 088-888 66 66 Datum: 9 februari 2012 Referentie: Faxnummer: 088-888

Nadere informatie

Bedrijfsontwikkelingsplan (BOP) Module Agrarische nieuwvestiging en uitbreiding Limburgs Kwaliteitsmenu

Bedrijfsontwikkelingsplan (BOP) Module Agrarische nieuwvestiging en uitbreiding Limburgs Kwaliteitsmenu Bedrijfsontwikkelingsplan (BOP) Module Agrarische nieuwvestiging en uitbreiding Limburgs Kwaliteitsmenu ALGEMENE GEGEVENS (Bedrijfs-)naam : Straat en huisnummer : Postcode en plaats : Telefoonnummer(s)

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve Inleiding Dit document is opgesteld als vervolg en update van de analyse van de waterhuishouding, opgesteld in januari 2008. Toen is geconstateerd dat de

Nadere informatie

Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Inhoudsopgave

Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Inhoudsopgave 74OF86 RWD rapporten.indd 1 23-10-2007 14:23:15 74OF86 RWD rapporten.indd 2 23-10-2007 14:23:21 Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 4 Het watersysteem...

Nadere informatie

ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente. 2e ontwerpatelier. locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug

ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente. 2e ontwerpatelier. locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente 2e ontwerpatelier locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug 5 locatiesin beeld Proces Principes waterwinning Bestaande

Nadere informatie

Bijlage 4: Uitvoeringsmodule deelgebied Wieden-Weerribben Definitief,

Bijlage 4: Uitvoeringsmodule deelgebied Wieden-Weerribben Definitief, Bijlage 4: Uitvoeringsmodule deelgebied Wieden-Weerribben Definitief, 27-09-10 1 Inleiding Noordwest Overijssel ligt in de gemeente Steenwijkerland en Zwartewaterland en in het beheergebied van Waterschap

Nadere informatie

Verkavelen voor groei. Workshop 19 september 2013

Verkavelen voor groei. Workshop 19 september 2013 Verkavelen voor groei Workshop 19 september 2013 Verkavelen voor groei in de praktijk Hoe werkt het eigenlijk? Vrijwillig Wettelijk Spelregels Kosten/baten Gebied aan tafel, Doelgericht ruilen Workshop

Nadere informatie

Antwoordnota bij zienswijzen op ontwerp peilbesluit Sint Philipsland Documentnummer: Datum:

Antwoordnota bij zienswijzen op ontwerp peilbesluit Sint Philipsland Documentnummer: Datum: Antwoordnota bij zienswijzen op ontwerp peilbesluit Sint Philipsland Documentnummer: 2013026410 Datum: 18-10-2013 Het ontwerp peilbesluit van Sint Philipsland heeft van 27 augustus tot en met 14 oktober

Nadere informatie

Twentse landbouw in nieuw krachtenveld. Gerko Hopster &JurgenNeimeijer

Twentse landbouw in nieuw krachtenveld. Gerko Hopster &JurgenNeimeijer Twentse landbouw in nieuw krachtenveld Gerko Hopster &JurgenNeimeijer Programma Voorstellen Stellingen Presentatie trends en ontwikkelingen Discussie Conclusies en afronding Pratensis Adviesbureau voor

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A ONDERWERP Aangepaste leggerwijziging Tradeportsloot DATUM 14-4-2016 PROJECTNUMMER C01031.000363.0900 ONZE REFERENTIE 078903199 A VAN Joost Veltmaat AAN Waterschap Peel en Maasvallei Inleiding Klaver 6a

Nadere informatie

K a n s e n. voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t. Onderzoeksrapport. Mei 2007

K a n s e n. voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t. Onderzoeksrapport. Mei 2007 K a n s e n voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t Onderzoeksrapport Mei 2007 Opdrachtgever: Uitvoerenden: In samenwerking met: Provincie Noord-Brabant Brabants Landschap Brabants Particulier

Nadere informatie

MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW

MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW VEELZIJDIG BOEREN MIDDEN IN DE SAMENLEVING VOORWOORD De Multifunctionele Landbouw is een groeiende sector. Steeds meer agrarische bedrijven combineren de productie van voedsel

Nadere informatie

Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier droge voeten, natuur en.

Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier droge voeten, natuur en. Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier droge voeten, natuur en. Informatiebijeenkomst gemeenteraad Marum 20 mei 2015 Gebiedscommissie Zuidelijk Westerkwartier Agenda 1. Opening 2. Voorstellen gasten

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR271515_1. Peilbesluit Quarles van Ufford

CVDR. Nr. CVDR271515_1. Peilbesluit Quarles van Ufford CVDR Officiële uitgave van Waterschap Rivierenland. Nr. CVDR271515_1 19 mei 2016 Peilbesluit Quarles van Ufford Hoofdstuk 1 Samenvatting Voor het bemalingsgebied Quarles van Ufford is door middel van de

Nadere informatie

Nr. Door Zienswijze Reactie dagelijks bestuur

Nr. Door Zienswijze Reactie dagelijks bestuur Reactienota n.a.v. zienswijzen ontwerpbesluit Watergebiedsplan landbouwgebied rondom Nieuwveense Landen en m.e.r. -beoordeling Waterbeheersing landbouwgebied rondom Nieuwveense Landen Nr. Door Zienswijze

Nadere informatie

Landbouwverkenning De Liemers

Landbouwverkenning De Liemers Landbouwverkenning De Liemers Landbouwverkenning voor de agrarische sector in de Liemers Eindrapportage van een landbouwonderzoek in het werkgebied van LTO Noord afdeling de Liemers. De inhoud van deze

Nadere informatie

Landschapswaaier Bouwstenen voor duurzame landbouw en natuur in het Groene Hart Henk Kloen en Rita Joldersma, CLM

Landschapswaaier Bouwstenen voor duurzame landbouw en natuur in het Groene Hart Henk Kloen en Rita Joldersma, CLM Landschapswaaier Bouwstenen voor duurzame landbouw en natuur in het Groene Hart Henk Kloen en Rita Joldersma, CLM Download rapport: www.clm.nl/publicaties/data/671.pdf In opdracht van Staatsbosbeheer en

Nadere informatie

RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen

RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen Doel pilot GGOR: Gewogen Grondwater- en Oppervlaktewater Regime Verbetering waterhuishouding voor zowel landbouw als natuur Betere stuurbaarheid waterpeil in Buulder Aa Natuurlijker peilverloop (winter

Nadere informatie

Platteland Aalten in beweging RESULTATEN VAN 200 GESPREKKEN MET AGRARISCHE ONDERNEMERS

Platteland Aalten in beweging RESULTATEN VAN 200 GESPREKKEN MET AGRARISCHE ONDERNEMERS Platteland Aalten in beweging RESULTATEN VAN 200 GESPREKKEN MET AGRARISCHE ONDERNEMERS Platteland Aalten in beweging RESULTATEN VAN 200 GESPREKKEN MET AGRARISCHE ONDERNEMERS In het buitengebied van Aalten

Nadere informatie

onderwerp: Uitgewerkt herijkingsvoorstel Reestdal en Vledders en Leijer hooilanden

onderwerp: Uitgewerkt herijkingsvoorstel Reestdal en Vledders en Leijer hooilanden Aan het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Overijssel postbus 10078 8000 GB ZWOLLE Meppel, verzonden op: uw kenmerk: uw brief van: ons kenmerk: 31 augustus 2012 WS/WRM/CR/JVi/1608 00 onderwerp:

Nadere informatie

Projectplan Holsdiek Orvelte

Projectplan Holsdiek Orvelte Projectplan Holsdiek Orvelte Waterschap Drents Overijsselse Delta Dokter van Deenweg 186 Postbus 60, 8000 AB Zwolle e-mail: info@wdodelta.nl website: www.wdodelta.nl Telefoonnummer: 088 2331200 Datum:

Nadere informatie

Boeren voor Natuur. Natuurbeheer door landbouwbedrijven. Anton Stortelder

Boeren voor Natuur. Natuurbeheer door landbouwbedrijven. Anton Stortelder Boeren voor Natuur Natuurbeheer door landbouwbedrijven Anton Stortelder Problemen natuur en landschap Tegenstellingen Natuur-Landbouw Vermesting en verdroging van natuur Natuurdoelen daardoor vaak niet

Nadere informatie

B i j l a g e 6. N a d e r e o n d e r b o u w i n g g r o n d g e b o n d e n b e d r i j f

B i j l a g e 6. N a d e r e o n d e r b o u w i n g g r o n d g e b o n d e n b e d r i j f B i j l a g e 6. N a d e r e o n d e r b o u w i n g g r o n d g e b o n d e n b e d r i j f Datum: maart 2017 Van: mr. drs. D. Harmsen Aan: dhr. G.J. Klont (gemeente Achtkarspelen) CC: dhr. B. van Dellen

Nadere informatie

werkatelier Kansen Drents-Friese flank

werkatelier Kansen Drents-Friese flank werkatelier Kansen Drents-Friese flank 20 april 2011 Bron: Drents Friese Wold, Atelier Mooi Drenthe Inhoud Het concept werkatelier 3 Werkatelier Kansen Drents-Friese flank 3 Programma 3 Presentaties 4

Nadere informatie

Grondmobiliteit versterken via het decreet landinrichting

Grondmobiliteit versterken via het decreet landinrichting Grondmobiliteit versterken via het decreet landinrichting Decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting Uitvoeringsbesluit van 6 juni 2014 betreffende de landinrichting 22 juni 2015 Grondmobiliteit

Nadere informatie

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR.

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR. analyse GGOR afweging en uitgangspunten Het GGOR voor Alm&Biesbosch richt zich op het realiseren van de gewenste peilen ten behoeve van de geambieerde natuurdoeltypen van de provincie Noord-Brabant voor

Nadere informatie

Naar waarheid ingevuld Enkel vereist indien het bedrijfswaterplan wordt meegestuurd bij een papieren melding of vergunningaanvraag.

Naar waarheid ingevuld Enkel vereist indien het bedrijfswaterplan wordt meegestuurd bij een papieren melding of vergunningaanvraag. Zaaknr. : Kenmerk : Barcode : Model bedrijfswaterplan Waterschap Brabantse Delta Behoort bij besluit nr. 14IT014912 d.d. 17 juni 2014 Het dagelijks bestuur mij bekend, de dijkgraaf Bedrijfsgegevens Gegevens

Nadere informatie

Vergroting agrarisch bouwperceel Beekseweg 58 te Wehl

Vergroting agrarisch bouwperceel Beekseweg 58 te Wehl Vergroting agrarisch bouwperceel Beekseweg 58 te Wehl Het gaat hier om het vergroten van het bouwvlak met de bestemming Agrarisch met waarden. Gebleken is dat een uitbreiding van de melkrundveehouderij

Nadere informatie

Actoren op de agrarische grondmarkt

Actoren op de agrarische grondmarkt Actoren op de agrarische grondmarkt Maart 2016 Huib Silvis en Martien Voskuilen, m.m.v. Paul Peter Kuiper (Kadaster) Nederland heeft nog ruim 2 miljoen hectare landbouwgrond. Ongeveer 85% is van natuurlijke

Nadere informatie

Nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Wat betekent GLB voor U? Gemeenschappelijk Landbouwbeleid! Nieuwe betalingsrechten! Huur verhuur in 2014 en 2015 Historisch wordt regionaal Directe betalingen per

Nadere informatie

Enquête Telefonische dienstverlening

Enquête Telefonische dienstverlening Enquête Telefonische dienstverlening Enquête Telefonische dienstverlening Colofon Titel:Enquête Enquete Telefonische dienstverlening Opdrachtgever: Gemeente Velsen Opdrachtnemer: Marieke Galesloot Datum:

Nadere informatie

2. Waalwijk. 2.1 Grondgebruik. Databron: LGN7

2. Waalwijk. 2.1 Grondgebruik. Databron: LGN7 2. Waalwijk Schaal: 1:45.000 2.1 Grondgebruik Databron: LGN7 Hoofdgrondgebruik ha % Agrarisch gebied 234 23% Bos/ natuur/ water 549 54% Bebouwd gebied en wegen 229 23% Totaal gebiedsoppervlak 1012 100%

Nadere informatie

Watergebiedsplan Hem. Toelichting bij het peilbesluit, projectplan en leggerwijziging. Partiële herziening van het peilbesluit Drechterland (2005)

Watergebiedsplan Hem. Toelichting bij het peilbesluit, projectplan en leggerwijziging. Partiële herziening van het peilbesluit Drechterland (2005) Toelichting bij het peilbesluit, projectplan en leggerwijziging Partiële herziening van het peilbesluit Drechterland (2005) Registratienummer 12.15043 Datum 20 maart 2012 Samenvatting Aanleiding Door een

Nadere informatie

Stellingen Sturen op basisafvoer. water verbindt

Stellingen Sturen op basisafvoer. water verbindt Stellingen Sturen op basisafvoer Stelling 1: Voor ons watersysteem EN de daarin gepositioneerde grondgebruiksfuncties is DROOGTE een veel groter probleem dan WATEROVERLAST Argumenten stelling 1 Areaal

Nadere informatie

Peilbesluit Campen. 12 december 2016

Peilbesluit Campen. 12 december 2016 Peilbesluit Campen 12 december 2016 Luc Mangnus (Dagelijks bestuurslid - waterschap Scheldestromen) WELKOM Doel Informeren over voorontwerp peilbesluit; Met belanghebbenden in gesprek gaan, mogelijkheid

Nadere informatie

Biologische boeren in Noord-Holland. Digitale enquête 2012. Annelies Maarschalkerweerd Stella Blom SAMENVATTING. fotografie: Dick Boschloo

Biologische boeren in Noord-Holland. Digitale enquête 2012. Annelies Maarschalkerweerd Stella Blom SAMENVATTING. fotografie: Dick Boschloo Biologische boeren in Noord-Holland Digitale enquête 2012 Annelies Maarschalkerweerd Stella Blom SAMENVATTING fotografie: Dick Boschloo Samenvatting De provincie Noord-Holland behoort tot de koplopers

Nadere informatie

AQUATISCHE LANDBOUW. haal meer uit land én water

AQUATISCHE LANDBOUW. haal meer uit land én water AQUATISCHE LANDBOUW haal meer uit land én water AQUATISCHE LANDBOUW Waarom wel het land, maar niet de sloot benutten in de veenweiden? Dat is de vraag waar het om draait in het icoon Aquatische landbouw

Nadere informatie

MKBA van de EHS Een institutioneel-economische analyse

MKBA van de EHS Een institutioneel-economische analyse Voorlopige resultaten, niet voor publicatie zonder toestemming auteurs!! MKBA van de EHS Een institutioneel-economische analyse Roel Jongeneel, Louis Slangen en Nico Polman Wageningen, 29 oktober 2009

Nadere informatie

Werk uitvoeren voor natuur in Lingegebied & Diefdijk-Zuid

Werk uitvoeren voor natuur in Lingegebied & Diefdijk-Zuid Werk uitvoeren voor natuur in Lingegebied & Diefdijk-Zuid Nieuwsbrief Natura 2000-gebied Lingegebied & Diefdijk-Zuid Nummer 5, februari 2018 Op 10 januari jl. vond in de Schildkamp in Asperen een inloopbijeenkomst

Nadere informatie

Beverdam in de Scheide

Beverdam in de Scheide Beverdam in de Scheide Aanleiding Sinds enkele jaren heeft zich een bever gevestigd in de overstortvijver bij de watergang Scheide in de gemeente Venray. Het dier heeft meerdere oeverholen langs de vijver

Nadere informatie

PAS en grondbezit. Welke gevolgen heeft de PAS voor u als grondeigenaar?

PAS en grondbezit. Welke gevolgen heeft de PAS voor u als grondeigenaar? PAS en grondbezit Welke gevolgen heeft de PAS voor u als grondeigenaar? PAS EN GRONDBEZIT WELKE GEVOLGEN HEEFT DE PAS VOOR U ALS GRONDEIGENAAR? Gezonde natuur zorgt voor een rijk Brabants landschap om

Nadere informatie

Piekberging Haarlemmermeer

Piekberging Haarlemmermeer Nieuwsbrief Piekberging Haarlemmermeer Nr. 2 - Juli 2011 Klankbordgroep In de klankbordgroep worden belanghebbenden uit het gebied geïnformeerd over de voortgang van het project. Ideeën over de invulling

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, september 2013 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2

Nadere informatie

Enquête Dienstverlening in het stadhuis

Enquête Dienstverlening in het stadhuis Enquête Dienstverlening in het stadhuis Enquête Dienstverlening in het stadhuis Colofon Titel:Enquête Dienstverlening in het stadhuis Opdrachtgever: Gemeente Velsen Opdrachtnemer: Marieke Galesloot Datum:

Nadere informatie

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN Gemeente Someren Datum: 9 november 2001 Project: 119-4 Status: Definitief Opdrachtgever: Gemeente Someren VOORWOORD Door het college van Burgemeester & Wethouders

Nadere informatie

Memo. 1 Inleiding. 2 Eindprotocol

Memo. 1 Inleiding. 2 Eindprotocol Memo Aan Projectgroep dynamisch peilbeheer Zegveld Datum Van Wiebe Borren Aantal pagina's 26 Doorkiesnummer +31 (0)88 33 57 789 E-mail wiebe.borren @deltares.nl Onderwerp Modelresultaten eindprotocol 1

Nadere informatie

Landbouwgevoeligheidsanalyse & Landbouweffectenrapport. Glastuinbouwconcentratie Sint-Katelijne-Waver. 5 januari 2010

Landbouwgevoeligheidsanalyse & Landbouweffectenrapport. Glastuinbouwconcentratie Sint-Katelijne-Waver. 5 januari 2010 Landbouwgevoeligheidsanalyse & Landbouweffectenrapport Glastuinbouwconcentratie Sint-Katelijne-Waver 5 januari 2010 Inhoud VLM Landbouwgevoeligheidsanalyse (LGA) Doel Methodiek Resultaat Landbouweffectenrapport

Nadere informatie

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel De heer M.C.M. Sieben is voornemens een nieuwe rundveestal op te richten op het perceel, kadastraal bekend als gemeente Nederweert, sectie

Nadere informatie

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f 26 juni 2013 1 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Zowel binnen als buiten het natuurgebied Empese

Nadere informatie

Watertekort en wateroverschot op hetzelfde bedrijf

Watertekort en wateroverschot op hetzelfde bedrijf Watertekort en wateroverschot op hetzelfde bedrijf Hoe een graszodenbedrijf met een te droog deel en een te nat deel zijn problemen oplost Foto Waterschap Limburg Korte introductie Leon Steenbergen heeft

Nadere informatie

Waterbeheer en landbouw

Waterbeheer en landbouw Waterbeheer en landbouw Melkveehouderij in veenweidegebieden Bram de Vos (Alterra) Idse Hoving (Animal Sciences Group) Jan van Bakel (Alterra) Inhoud 1. Probleem 2. Waterpas model 3. Peilverhoging polder

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Klanttevredenheidsonderzoek Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Aanleiding, methode en respons Aanleiding Gedurende de afgelopen jaren heeft de gemeente Olst-Wijhe meerdere onderzoeken

Nadere informatie

Evaluatie wateroverlast twee jaar geleden Waterberging in Drenthe blijkt te voldoen

Evaluatie wateroverlast twee jaar geleden Waterberging in Drenthe blijkt te voldoen Evaluatie wateroverlast twee jaar geleden Waterberging in Drenthe blijkt te voldoen ir. B. Kolen (HKV LIJN IN WATER) ir. J.M.U. Geerse (HKV LIJN IN WATER) H.F.M.J. van den Eerenbeemt (Provincie Drenthe)

Nadere informatie

Nr. 18 Brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Nr. 18 Brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 31920 Vergunningverlening natuur- en milieuwetgeving Nr. 18 Brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Instrumentenkoffer voor projecten, plannen en programma s

Instrumentenkoffer voor projecten, plannen en programma s Instrumentenkoffer voor projecten, plannen en programma s Decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting Besluit van de Vlaamse Regering van.. betreffende de landinrichting 4.03.2014 Situering

Nadere informatie

Vergroting agrarisch bouwperceel Akkermansweg 2 te Gaanderen

Vergroting agrarisch bouwperceel Akkermansweg 2 te Gaanderen Vergroting agrarisch bouwperceel Akkermansweg 2 te Gaanderen Het gaat hier om het vergroten van het bouwvlak met de bestemming Agrarisch. Gebleken is dat een uitbreiding van de melkrundveehouderij bedrijfseconomisch

Nadere informatie

Motivatie wijzigingsplan

Motivatie wijzigingsplan Motivatie wijzigingsplan Ten behoeve van natuurontwikkeling in het gebied Hanenplas, wordt de gemeente verzocht om de bestemming van een aantal percelen (gelegen binnen het bestemmingsplan buitengebied

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003.

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003. Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003. In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt. De notitie is als volgt ingedeeld: 1. Samenvatting.

Nadere informatie

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24 Logo MEMO Aan : Henrike Francken Van : Michiel Krutwagen Kopie : Dossier : BA1914-112-100 Project : SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24 Ons

Nadere informatie

IGP Laarakkerse Waterleiding: nieuw perspectief

IGP Laarakkerse Waterleiding: nieuw perspectief Nieuwsbrief IGP Laarakkerse Waterleiding: nieuw perspectief Voor u ligt de eerste nieuwsbrief van het Integraal Gebiedsprogramma (IGP) Laarakkerse Waterleiding. In deze brief vindt u informatie over een

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF KAVELRUIL DE CENTRALE AS

NIEUWSBRIEF KAVELRUIL DE CENTRALE AS No. 4, april 2012 NIEUWSBRIEF KAVELRUIL DE CENTRALE AS Onlangs waren er diverse berichten over het opheffen van het kavelruilbureau Fryslân. Het kavelruilbureau Fryslân is echter niet opgeheven. Wel zijn

Nadere informatie

Onderzoek Dynamiek in het buitengebied van Winterswijk. Inleiding op de enquete

Onderzoek Dynamiek in het buitengebied van Winterswijk. Inleiding op de enquete Onderzoek Dynamiek in het buitengebied van Winterswijk Inleiding op de enquete Bedankt dat u meedoet met deze enquete. Met het invullen gaat u bijdragen aan meer inzicht in de bedrijvigheid in het buitengebied

Nadere informatie

Beleidsregels voor dempingen

Beleidsregels voor dempingen Beleidsregels voor dempingen Doel De notitie Ontheffingenbeleid keur Wetterskip Fryslân geeft inhoud aan de uitwerking van beleid en beleidsregels die toegepast worden bij de beoordeling van ontheffingsaanvragen

Nadere informatie

Pachtafhankelijke bedrijven in beeld

Pachtafhankelijke bedrijven in beeld Pachtafhankelijke in beeld Huib Silvis, Ruud van der Meer en Martien Voskuilen Pacht heeft een belangrijke rol als financieringsinstrument voor de landbouw, zowel bij bedrijfsovername als bedrijfsvergroting.

Nadere informatie

Bijlage E: Peilvakken en de gewenste grond- en oppervlaktewaterpeilen.

Bijlage E: Peilvakken en de gewenste grond- en oppervlaktewaterpeilen. Blad 95 van 127 Bijlage E: Peilvakken en de gewenste grond- en en. Zie ook de bijgevoegde Peilvakkenkaart op A0. Afweging en uitgangspunten peilenplan Terwolde De belangrijkste afweging bij de totstandkoming

Nadere informatie

Voorlopig Ontwerp Deurningerbeek. Maurice Wenker Landschapsontwerper Dienst landelijk Gebied

Voorlopig Ontwerp Deurningerbeek. Maurice Wenker Landschapsontwerper Dienst landelijk Gebied Voorlopig Ontwerp Deurningerbeek Maurice Wenker Landschapsontwerper Dienst landelijk Gebied onderdelen presentatie Proces wat ging vooraf? waar staan we nu? wat gaat komt er hierna? Voorlopig Ontwerp hydrologisch

Nadere informatie

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs Huib Silvis en Martien Voskuilen Grotere bedrijven zijn bij uitbreiding van het areaal landbouwgrond in het voordeel omdat zij over het algemeen hogere

Nadere informatie

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN 1. ALGEMEEN 1.1 INHOUD Onderwerp Pagina 1. ALGEMEEN 1.1 Inhoud 1 1.2 Het onderzoek en

Nadere informatie

Voortgangsbericht De Bruuk juli 2016

Voortgangsbericht De Bruuk juli 2016 Voortgangsbericht De Bruuk juli 2016 Op 4 juli organiseerde de provincie Gelderland in De Sleutel in Breedeweg een inloopavond over de ontwikkelingen in De Bruuk. Vanuit het bewonerscollectief kregen wij

Nadere informatie

BERK FLEXIBELE OPVANG

BERK FLEXIBELE OPVANG ONDERNEMERSRAPPORTAGE ONDERZOEK KLANTTEVREDENHEID 2013 BERK FLEXIBELE OPVANG oktober 2013, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk. www.xs2quality.nl info@xs2quality.nl INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Onderzoeksvariabelen

Nadere informatie

Petra Berkhout. Onderzoeker, Onderzoeksinstituut LEI Wageningen UR GRONDONTWIKKELINGEN IN PERSPECTIEF

Petra Berkhout. Onderzoeker, Onderzoeksinstituut LEI Wageningen UR GRONDONTWIKKELINGEN IN PERSPECTIEF Petra Berkhout Onderzoeker, Onderzoeksinstituut LEI Wageningen UR GRONDONTWIKKELINGEN IN PERSPECTIEF Grondontwikkelingen in perspectief Grondgebonden Ondernemen, 17 november 2015 Petra Berkhout Structuur

Nadere informatie