Mobiliteit van leraren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Mobiliteit van leraren"

Transcriptie

1 Mobiliteit van leraren In-, uit- en doorstroom van leraren in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs

2 Mobiliteit van leraren In-, uit- en doorstroom van leraren in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs Yumi Stamet CAOP Research

3 Het rapport Mobiliteit van leraren is geschreven door CAOP Research in opdracht van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt. Het CAOP is hét kennis- en dienstencentrum op het gebied van arbeidszaken en arbeidsmarktvraagstukken in het publieke domein. CAOP Research is de onderzoeksafdeling van het CAOP en beschikt over ruime ervaring op het gebied van onderzoek, onderzoeksadvies en onderzoeksbegeleiding. CAOP Research, december 2011 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, CD, internet of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur. Mobiliteit van leraren 2

4 Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding Achtergrond Onderzoeksvragen Data en doelgroepen Leeswijzer Wie stromen er in, uit of zijn niet mobiel? Niet-mobiele leraren Instroom Uitstroom Waarom stromen mensen in, uit of zijn ze niet mobiel? Niet-mobiele leraren Instroom Uitstroom Welke aanknopingspunten zijn er om mobiliteit te stimuleren? Inspelen op mobiliteitsintentie Inspelen op motieven Mobiliteit en persoonskenmerken Mobiliteit van leraren 3

5 Samenvatting Mobiliteit wordt vaak genoemd als een oplossingsrichting voor (toekomstige) knelpunten in de personeelsvoorziening in het onderwijs. Hierbij wordt dan bijvoorbeeld gedacht aan de uitstroom van boventallige leraren naar gebieden waar er sprake is van een lerarentekort. Ook wordt van mobiliteit verwacht dat het meer dynamiek brengt in het personeelsbestand. Hierdoor zouden nieuwe ideeën de organisatie binnen stromen en is er ruimte om starters aan te trekken en zo te behouden voor het onderwijs. De mobiliteit in het onderwijs is echter niet groot, mede door de gemiddeld hoge leeftijd van het personeel en het sterk regionale karakter van de onderwijsarbeidsmarkt. Dit maakt het stimuleren van mobiliteit er niet makkelijker op. Deze analyse brengt in kaart wat de mobiliteit in het onderwijs nu inhoudt en welke mogelijkheden er op basis van de huidige mobiliteit zijn om deze te stimuleren. De analyse De analyse betreft een secundaire analyse op het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek (POMO) uitgevoerd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in In deze analyse is onderscheid gemaakt naar instromende leraren, uitstromende leraren en niet-mobiele 2 leraren in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs (po, vo en mbo). Bij instromende leraren is ook gekeken naar de dagelijkse activiteit voor zij in hun huidige baan als leraar instroomden. Bij uitstromende leraren is alleen gekeken naar diegenen die zelf ontslag hebben genomen en dus niet daartoe zijn gedwongen vanwege ontslag of pensioen. Onder nietmobiele leraren is zowel gekeken naar leraren met en zonder intentie om van baan te veranderen (mobiliteitsintentie). De volgende onderzoeksvragen komen in deze analyse aan bod: Wie stromen er in, uit of zijn niet mobiel? Waarom stromen leraren in, uit of zijn ze niet mobiel? Hoe tevreden zijn leraren die mobiel zijn geweest met hun keuze? Welke aanknopingspunten zijn er op basis van de huidige mobiliteit om mobiliteit in het onderwijs te stimuleren? Wie stromen er in, uit of zijn niet mobiel? Onder niet-mobiele leraren heeft rond de tachtig procent ook niet naar een nieuwe baan gezocht. Van diegenen die wel zochten naar een nieuwe baan, zochten de meesten een baan in de eigen sector of zelfs bij de eigen werkgever. Leraren in het mbo zijn net iets vaker actief op zoek geweest naar een baan, net als leraren jonger dan 55 jaar. Een meerderheid van de leraren heeft echter wel interesse in een andere baan van vergelijkbaar of hoger niveau als deze hen zou worden aangeboden. Alleen een zeer beperkte meerderheid van de leraren in het po zou dat niet interessant vinden. De interesse is het grootst in een aanbod voor een baan in dezelfde sector of bij dezelfde werkgever. Uit de instroom van leraren blijkt dat het onderwijs meer vrouwen dan mannen aantrekt. Met name in het po, maar in mindere mate ook in het mbo en vo stromen meer vrouwen dan mannen in als leraar. Het po trekt verder meer jongeren tot 35 jaar aan, terwijl het mbo vooral oudere werknemers aantrekt. In het vo stromen zowel jongeren als ouderen in. Hierin speelt mee dat het po vooral schoolverlaters aantrekt die direct van de pabo afkomen. Schoolverlaters die het vo instromen hebben vaak een langere (wetenschappelijke) opleiding gevolgd. Wanneer gekeken wordt naar leraren die voor hun huidige baan al werkten, valt op dat bijna zestig procent van de instroom in het po daarvóór ook al werkte in het po. Onder leraren in het vo, werkte de helft daarvoor al in het vo en binnen het mbo werkte minder dan dertig procent al in dezelfde onderwijssector. Binnen het mbo stromen vooral mensen in die daarvoor niet in het onderwijs werkten. Het gaat met name om werknemers uit de gezondheids- en welzijnsector, zakelijke dienstverlening en het vo. In het vo stromen voormalige werknemers in de zakelijke dienstverlening, het po en het mbo in. Het po trekt niet echt leraren uit andere onderwijssectoren aan. Daar stromen vooral leraren met een achtergrond in de detailhandel, groothandel en horeca (vermoedelijk pabo-studenten met een bijbaan) en de gezondheids- en welzijnsector in. Onder de sector welzijn vallen ook de kinderopvang en de jeugdzorg. Niet alleen in de instroom, maar ook in de uitstroom zijn vrouwen oververtegenwoordigd. Vrouwen stromen relatief Binnen een jaar niet van functie veranderd. Mobiliteit van leraren 4

6 vaker uit dan mannen. Leeftijd kan hierin een rol spelen. Jongere leraren zijn in het algemeen wat mobieler dan oudere leraren. Onder jongere leraren zijn vrouwen in de meerderheid en onder de oudere leraren juist mannen. Alleen in het mbo stroomt een relatief groot deel van de oudere leraren boven de 45 jaar uit. Uit het po en vo verlaten vooral leraren onder de 45 jaar de onderwijsinstelling. Waarom stromen leraren in, uit of zijn ze niet mobiel en zijn in- en uitgestroomde leraren tevreden met de nieuwe baan? Uit de redenen voor het wel of juist niet mobiel zijn, wordt duidelijk waarom de mobiliteit zo gering is onder leraren. Leraren zijn nou eenmaal tevreden met hun baan. Ze beginnen aan een nieuwe baan vanwege de inhoud en uitdaging van het werk en de sfeer. Ze blijven ook werken in diezelfde baan omdat ze die inhoud, uitdaging en sfeer ook daadwerkelijk vinden. Simpel gezegd zitten de meeste leraren goed op hun plek en hebben zij geen reden om van baan te veranderen. Als leraren in het po toch de school waar zijn werken verlaten, is de meest genoemde reden de werkdruk, gevolgd door de leidinggevende en de werk-privé balans. De belangrijkste vertrekredenen voor leraren in het vo zijn de reistijd en het gebrek aan loopbaanmogelijkheden en waardering. Ook voor leraren in het mbo is gebrek aan loopbaanmogelijkheden een reden om de organisatie te verlaten. Daarnaast geven zij als reden ook de leidinggevende op en het gebrek aan sturing in de organisatie. In het po en vo zoeken de meeste leraren een nieuwe baan in dezelfde sector. Leraren uit het mbo kiezen echter in twee derde van de gevallen voor een baan buiten het mbo. Zij vertrekken dan vooral richting het vo en de gezondheids- en welzijnssector. Opvallend is echter dat zij ten opzichte van uitstromende leraren uit het po en vo vaker binnen een jaar toch weer opnieuw van baan veranderen. Leraren die zijn ingestroomd in het mbo zijn in vergelijking met ingestroomde leraren in het po en vo na een jaar echter het vaakst nog in dezelfde baan werkzaam. Zij zoeken ook minder vaak actief naar een baan dan ingestroomde leraren in het po of vo. Daarvan zijn leraren die zijn ingestroomd in het po het vaakst alweer vertrokken. Het gaat hier dan wel om één op de acht leraren die zijn ingestroomd in het po. De rest is nog steeds werkzaam bij dezelfde werkgever. Welke aanknopingspunten zijn er om mobiliteit te stimuleren? Uit de analyse blijkt dat de interesse in het veranderen van baan drastisch toeneemt als er een baan wordt aangeboden. Het zelf zoeken en solliciteren naar een baan doet ongeveer één op de vijf leraren, maar als leraren een baan wordt aangeboden is de helft of meer hierin geïnteresseerd. De mobiliteit in het onderwijs kan daarom worden vergroot door leraren actief te benaderen met passende banen. Hierbij is het wel van belang dat duidelijk is welke leraren (beter) op hun plaats zouden zijn in de vrijgekomen baan. Intern binnen grote besturen kan dit via de leidinggevenden of loopbaancoaches. Inmiddels zijn er ook samenwerkingsverbanden tussen besturen, zoals mobiliteitscentra waarbinnen dit gecoördineerd kan worden. Tegelijkertijd laat de analyse zien dat de meeste leraren prima op hun plek zitten. Enerzijds is dit een verklaring voor de lage mobiliteit in het onderwijs. Anderzijds is het ook een factor die de wens voor meer mobiliteit in het onderwijs enigszins kan temperen. Een belangrijke reden waarvoor men meer mobiliteit in het onderwijs wil, is om te komen tot een optimale allocatie van arbeid binnen het onderwijs. Dit is bereikt als mensen op de juiste plek werken waar zij hun talenten ten volle en naar tevredenheid kunnen inzetten. Veel leraren lijken die plek gevonden te hebben. Wanneer deze allocatie echter niet meer optimaal is door bijvoorbeeld werkdruk, de relatie met de leidinggevende of het gebrek aan loopbaanmogelijkheden, kan het overstappen naar een andere baan in sommige gevallen een manier zijn om die leraren duurzaam inzetbaar te houden. Deze overstap moet wel goed begeleid worden, zodat leraren die niet goed op hun plek zitten toch voor het onderwijs worden behouden. Gezien de voorkeur van veel leraren voor de inhoud en uitdaging van het leraarschap zal de focus daarbij vooral moeten liggen op doorstroom binnen het onderwijs. Tot slot valt op dat leraren in het mbo gemiddeld ouder zijn dan in de andere onderwijssectoren, maar ook vaker de intentie hebben om van baan te veranderen. In de andere onderwijssectoren is de mobiliteit onder ouderen lager. Een mogelijke verklaring is dat leraren in het mbo eerder bereid zijn risico te nemen in hun carrière. Zij hebben namelijk vaak al een carrièreswitch gemaakt door vanuit een andere sector het mbo in te stromen. Voor het stimuleren van de mobiliteit in met name het po en vo betekent dit dat het aantrekken van meer zij-instromers in deze sectoren ervoor kan zorgen dat de mobiliteit in deze sectoren groter wordt. Deze zij-instromers kunnen vervolgens als voorbeeld dienen voor het al zittende personeel om ook eens verder te kijken op de (onderwijs)arbeidsmarkt. Mobiliteit van leraren 5

7 1 Inleiding 1.1 Achtergrond Ontgroening en vergrijzing Het onderwijs is de meest vergrijsde sector van Nederland. Volgens de cijfers van het CBS was de gemiddelde leeftijd in het onderwijs in 2009 met 43,5 het hoogst van alle economische sectoren 3. De aankomende pensioengolf, waarbij de babyboom generatie met pensioen gaat, zal daarom deze sector hard treffen. Dit doet de vraag naar onderwijspersoneel toenemen. Aan de andere kant wordt de vraag echter ook beïnvloed door de ontgroening van Nederland. Het aantal vier tot en met twaalf jarigen zal de komende tien jaar sterk dalen, om vervolgens weer licht te stijgen 4. Dit betekent dat tot ongeveer 2020 het aantal leerlingen in het po snel zal afnemen om daarna weer iets toe te nemen. In het vo groeit het aantal leerlingen de komende jaren nog om na 2015 te dalen. Minder leerlingen betekent in principe ook minder vraag naar onderwijspersoneel. Ontgroening versus vergrijzing: sectorale verschillen In hoeverre ondervangt de daling van het aantal leerlingen de vervangingsvraag die ontstaat door het pensioen van de babyboomgeneratie? Het antwoord op deze vraag verschilt per onderwijssector. Op basis van recente ramingen 5 wordt verwacht dat met name in het voortgezet onderwijs de uitstroom zo groot zal zijn dat de vraag naar leraren groter blijft dan de instroom. De onvervulde vraag naar leraren in het vo zal vanaf 2011 boven de fte liggen met een piek tussen 2015 en 2016 van meer dan fte. In het po zal de onvervulde vraag afhankelijk van de conjunctuur pas vanaf 2018 boven de fte uitkomen. Voor het mbo wordt het bepalen van de onvervulde vraag bemoeilijkt door het feit dat er geen specifieke vooropleiding is voor het leraarschap in het mbo, waardoor de arbeidsmarkt voor deze groep veel opener is. Daarmee is de verwachte instroom niet in te schatten, maar de verwachtte vraag wel. Deze wordt op fte geschat in 2016 al naar gelang de conjunctuur. Ontgroening versus vergrijzing: regionale verschillen Daarnaast zijn er grote regionale verschillen in de ontwikkeling van het aantal leerlingen 6. In regio s als Groningen, Friesland, Gelderland en Limburg daalt in zowel het po als het vo het aantal leerlingen, terwijl in de grote steden nog groei wordt verwacht. Ook de leeftijdsverdeling van het onderwijspersoneel verschilt per regio en onderwijssector. Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) kent de hoogste gemiddelde leeftijd, doordat veel leraren op latere leeftijd instromen in vergelijking met andere onderwijssectoren. In de regio s Roermond en Maastricht Mergelland lag in 2010 de gemiddelde leeftijd van het personeel in deze sector boven de 51 jaar, terwijl in de regio Eemland de gemiddelde leeftijd het laagst was met 41,6. In de andere onderwijssectoren ligt de gemiddelde leeftijd lager met de hoogste gemiddelde leeftijd onder leraren in het vo in Noord Groningen met 45 jaar en in het po in Weert met 41,8 7. Verwachte knelpunten Zowel de krimp van het aantal leerlingen als de vergrijzing van leraren in het onderwijs kunnen tot knelpunten in de personeelsvoorziening leiden. Voor onderwijsinstellingen in het po en vo heeft de krimp van het aantal leerling grote gevolgen voor de bekostiging vanuit het Rijk. Deze is namelijk gebaseerd op het aantal leerlingen. Daardoor vrezen scholen in het po dat ze over moeten gaan tot een vacaturestop en daardoor geen nieuwe instroom van leraren meer zullen hebben 8. Als gevolg daarvan dreigt het personeelsbestand verder te vergrijzen. In het vo worden vaak dezelfde knelpunten in de personeelsvoorziening gezien, maar daarnaast wordt ook gevreesd voor een vermindering van de keuzevrijheid in het vakkenaanbod voor leerlingen. Zo zouden er op sommige scholen wel eens te weinig leerlingen voor bepaalde vakken kunnen zijn om deze vakken nog in stand te houden. 3 Werkzame beroepsbevolking; vergrijzing per bedrijfstak SBI Vrielink, S., Jacobs, J. & Hogeling, L. (2010). Krimp als kans. Den Haag: Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) 5 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2011). Nota Werken in het Onderwijs Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 6 Vrielink, S., Jacobs, J. & Hogeling, L. (2010). Krimp als kans. Den Haag: Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) 7 Bron: Werkgelegenheid in personen naar RPA en gemiddelde leeftijd 8 Vrielink, S., Jacobs, J. & Hogeling, L. (2010). Krimp als kans. Den Haag: Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) Mobiliteit van leraren 6

8 Ook de vergrijzing van het lerarenbestand heeft financiële gevolgen voor onderwijsinstellingen. Oudere leraren zijn immers duurder dan jongere leraren. Daarnaast zal met de uitstroom van deze leraren veel kennis en ervaring de organisatie verlaten. In het vo zijn bijvoorbeeld eerstegraads leraren oververtegenwoordigd in de groep oudere leraren. Als zij de organisatie verlaten ontstaat een kwalitatief tekort. Een ander knelpunt is de groeiende generatiekloof tussen leraar en leerling, die zich vooral zal aftekenen op het gebied van ICT. Ook wordt gevreesd voor het afnemen van het innovatievermogen van een school als het personeel ouder is en de school geen nieuwe instroom van buiten kent. Samengaand met de krimp van het aantal leerlingen, zien scholen een vergrijsd personeelsbestand als een mogelijk knelpunt, omdat in het geval van boventalligheid oudere leraren minder mobiel zijn, zelfs binnen de eigen werkgever. Mobiliteit als oplossing? Bij de vraag hoe deze knelpunten kunnen worden opgelost, wordt regelmatig het stimuleren van de mobiliteit van leraren genoemd. Met meer mobiliteit onder leraren wordt de kans groter dat boventallige leraren vrijwillig vertrekken naar scholen waar een tekort aan leraren bestaat. Daarnaast brengt het meer dynamiek in het personeelsbestand, waardoor er regelmatig nieuwe ideeën en opvattingen de organisatie instromen. Een meer dynamische samenstelling van het personeelbestand biedt ook kansen om starters aan te nemen en te behouden voor het onderwijs of zij-instromers toe te laten. Dit zorgt vervolgens weer voor kansen om meer balans in de leeftijdsverdeling op scholen te creëren. De mobiliteit in het onderwijs is echter van oudsher niet groot. Van de werknemers in het onderwijs was in 2006 acht procent minder dan een jaar in de huidige baan actief, terwijl dit gemiddeld op veertien procent ligt. Daarmee is de mobiliteit in het onderwijs het laagst van alle sectoren in Nederland 9. Een van de redenen hiervoor is de relatief hoge gemiddelde leeftijd in het onderwijs. Onder de werkenden tussen de 45 en 64 jaar is landelijk namelijk niet meer dan vijf procent minder dan een jaar in de huidige baan actief. Echter, ook binnen deze groep ligt de mobiliteit in het onderwijs met drie procent onder het gemiddelde. Daarnaast is de onderwijsarbeidsmarkt een regionale arbeidsmarkt, waar bij het zoeken naar een (nieuwe) baan vaak alleen binnen de grenzen van de eigen regio wordt gezocht. Het stimuleren van mobiliteit in het onderwijs zal daarom niet makkelijk zijn. Om te achterhalen welke mogelijkheden er zijn om de mobiliteit te stimuleren is het van belang om in beeld te hebben hoe mobiliteit in het onderwijs er nu uitziet. Deze analyse brengt dit in kaart. Vervolgens wordt ingegaan op verschillende mogelijkheden om de mobiliteit van leraren te stimuleren. Deze mogelijkheden worden besproken in het licht van de resultaten van de analyse van de huidige situatie. Het doel van deze analyse is om de discussie rond het actief stimuleren van de arbeidsmarktmobiliteit van leraren te entameren. 1.2 Onderzoeksvragen In dit onderzoek wordt gekeken naar de arbeidsmarktstromen van leraren in het po, vo en mbo. Dit zijn namelijk de groepen waar de meeste knelpunten bij worden verwacht. Belangrijke vragen bij dit onderzoek zijn: Wie stromen er in, uit of zijn niet mobiel? Waarom stromen leraren in, uit of zijn ze niet mobiel? Hoe tevreden zijn leraren die mobiel zijn geweest met hun keuze? Welke aanknopingspunten zijn er op basis van de huidige mobiliteit om mobiliteit in het onderwijs te stimuleren? 1.3 Data en doelgroepen Deze vragen worden beantwoord middels secundaire analyses op het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek (POMO) , een grootschalig enquêteonderzoek onder personeel bij de overheid uitgevoerd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in Bruggink, J-W. en C. Siermann, 2008, Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen, in: CBS, 2008, Sociaal Economische Trends, 1e kwartaal 2008, CBS, Voorburg 10 Mobiliteit van leraren 7

9 In dit onderzoek worden zowel instromende, uitstromende als zittende werknemers in het publieke domein meegenomen. De onderwijssectoren zijn hierin ruim vertegenwoordigd. Voor deze secundaire analyses zijn uit het bestand zittend overheidspersoneel leraren uit het po, vo en mbo geselecteerd en werknemers uit de andere overheidssectoren 11 met een hbo/wo opleidingsniveau. Voor dit opleidingsniveau is gekozen, om de werknemers uit de andere overheidssectoren enigszins vergelijkbaar te houden met leraren die over het algemeen minimaal op hbo-niveau zijn opgeleid. Verder is een opsplitsing gemaakt naar diegenen die op zoek zijn naar een nieuwe baan (al dan niet bij een andere werkgever) en degenen die geen intentie hebben om van baan te veranderen. Van het uitstromende overheidspersoneel zijn in de analyses diegenen meegenomen die zelf ontslag hebben genomen. Dit vanuit de gedachte dat bij het stimuleren van mobiliteit het gaat om het stimuleren van vrijwillige mobiliteit en niet om mobiliteit door gedwongen ontslag of pensioen. Verder heeft de focus van de analyse van de uitgestroomde personeelsleden net als bij het zittende bestand gelegen op leraren uit het po, vo en mbo en werknemers uit de andere overheidssectoren 12 met een hbo/wo opleidingsniveau. De analyse van de instroom heeft deze zelfde focus. Daarnaast is ook onderscheid gemaakt naar de belangrijkste dagelijkse activiteit vóór instroom. Op basis hiervan worden schoolverlaters, nietwerkenden en werkenden onderscheiden. Van degenen die werkten, dan wel tijdens hun studie of niet werkzame periode een baan ernaast hebben gehad, is gekeken naar degenen die uit dezelfde sector komen en degenen die niet uit dezelfde sector komen waar ze zijn ingestroomd. Tabel 1 geeft de responsverdeling over de verschillende doelgroepen weer. Op basis van deze verdeling wordt in de analyse van de instroom in het mbo alleen gekeken naar de totale instroom en de instroom van diegenen die daarvoor werkzaam waren. De data over de instroom van schoolverlaters in het vo zijn zeer indicatief. Hierover wordt niet gerapporteerd. Overige overheidssectoren Leraar primair onderwijs Leraar voortgezet onderwijs Leraar middelbaar beroepsonderwijs Zittend Mobiliteitsintentie Geen mobiliteitsintentie Uitstroom Ontslag genomen Instroom Schoolverlater Niet werkend Werkend Instroom Komt uit zelfde sector Komt uit andere sector Tabel 1: Responsverdeling in aantallen 1.4 Leeswijzer In deze mobiliteitsanalyse wordt eerst gekeken naar de achtergrondkenmerken van degenen die in het po, vo en mbo wel of niet mobiel zijn geweest. Vervolgens komen de redenen achter het wel of niet mobiel zijn aan bod en de mate waarin men tevreden is met de keuze. In deze hoofdstukken worden de instroom, uitstroom en de docenten die niet mobiel zijn geweest (zittend) apart besproken. Hierin wordt ook de vergelijking gemaakt tussen de verschillende onderwijssectoren en de overige overheidsectoren samen. Vervolgens worden de gevonden aanknopingspunten voor het stimuleren van mobiliteit in hoofdstuk vier in kaart gebracht. 11 Exclusief de andere onderwijssectoren hbo en wo 12 Exclusief de andere onderwijssectoren hbo en wo Mobiliteit van leraren 8

10 2 Wie stromen er in, uit of zijn niet mobiel? Arbeidsmobiliteit kent verschillende vormen. Vanuit het organisatieperspectief is er interne en externe mobiliteit. Interne mobiliteit wordt ook wel functiemobiliteit of interne doorstroom genoemd. Dit komt neer op een werknemer die bij de huidige werkgever een andere functie krijgt. Bij externe mobiliteit wordt van werkgever veranderd. Vanuit sectoraal oogpunt is externe mobiliteit uit te splitsen naar intrasectorale mobiliteit en intersectorale mobiliteit. Bij intrasectorale mobiliteit verandert iemand van werkgever, maar wel binnen dezelfde sector. In het geval van intersectorale mobiliteit wordt ook van sector veranderd. 13 In het onderwijs ligt zowel de interne als de externe mobiliteit lager dan het gemiddelde over alle sectoren. Ook de intersectorale mobiliteit in het onderwijs is laag in vergelijking met andere sectoren 14. Het merendeel van de leraren is niet mobiel. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste kenmerken van de niet-mobiele leraren en de in- en uitstroom besproken. 2.1 Niet-mobiele leraren Mobiliteitswens Van de leraren in het po, vo en mbo die niet van baan zijn veranderd in 2009 had rond de tachtig procent ook niet de intentie om van baan te veranderen. Tabel 3.1 laat zien dat onder de niet-mobiele leraren de leraren in het mbo iets vaker de wens hadden om van baan te veranderen dan die in het po en vo. Verder is duidelijk dat de voorkeur uitgaat naar een baan binnen dezelfde sector en voor leraren in het po en mbo zelfs bij de eigen werkgever. Leraren in het mbo blijken iets eerder bereid tot intersectorale mobiliteit dan leraren in het po en vo. Bent u momenteel op zoek naar een andere functie? Leraar primair onderwijs Leraar voortgezet onderwijs Leraar middelbaar beroepsonderwijs Nee 82% 81% 76% Ja, bij dezelfde werkgever 8% 7% 12% Ja, bij een andere werkgever in dezelfde sector 6% 8% 5% Ja, bij een andere werkgever binnen de overheid Ja, bij een andere werkgever buiten de overheid 3% 4% 6% 3% 3% 6% Geen antwoord 3% 3% 4% Tabel 3.1 Mobiliteitswens Geslacht De samenstelling van niet-mobiele leraren naar geslacht laat zien dat in het po vrouwen sterk oververtegenwoordigd zijn (zie figuur 3.1). In het vo en het mbo is de man-vrouw verhouding meer in balans. Ten opzichte van overige overheidssectoren zijn vrouwen in alle drie de onderwijssectoren sterker vertegenwoordigd. In de overige overheidssectoren zijn mannen namelijk in de meerderheid. De man-vrouw verhouding in de verschillende onderwijssectoren verschilt niet tussen degenen met en zonder mobiliteitsintentie. Dit betekent dat relatief gezien mannelijke en vrouwelijke leraren even actief op zoek zijn naar een andere baan. Leeftijd In de leeftijdssamenstelling van de niet-mobiele leraren (zie figuur 3.2), valt op dat in het vo en mbo het aandeel 55-plussers relatief groot is in vergelijking met het po en de overige overheidssectoren. Het mbo is dan ook de meest vergrijsde sector van Nederland. In vergelijking met de andere overheidsectoren is het po een relatief jonge sector. In zowel het po, vo als mbo is in vergelijking met de andere overheidssectoren te zien dat de middengroep van jaar, die de brug vormt tussen de 13 SER 2011, Werk maken van baan-baanmobiliteit 14 SBO Notitie SER ontwerpadvies: Werk maken van baan-baanmobiliteit Mobiliteit van leraren 9

11 jonge werknemers tot 35 jaar en de oudere werknemers van 45 jaar en ouder, ondervertegenwoordigd is. Figuur 3.1 Geslacht niet-mobiele leraren Anders dan bij geslacht verschilt de leeftijdsverdeling van diegenen met een mobiliteitsintentie van diegenen zonder mobiliteitsintentie. Het komt erop neer dat 55-plussers relatief minder vaak van baan willen veranderen, terwijl leraren tot 55 jaar relatief vaker actief op zoek zijn naar een andere baan. Figuur 3.2 Leeftijd niet-mobiele leraren Mobiliteit van leraren 10

12 Mobiliteitsinteresse Naast de vraag of ze op zoek zijn naar een baan, is leraren ook de vraag voorgelegd of ze interesse zouden hebben in een functie van minimaal vergelijkbaar niveau als deze hen zou worden aangeboden. Tabel 3.2 laat zien dat alleen in het po een minimale meerderheid van de leraren daar geen interesse in zou hebben. Onder degenen die er wel interesse in zouden hebben gaat de voorkeur uit naar een baan bij de eigen werkgever. Het minst interessant is een baan buiten de overheid. Als tabel 3.2 wordt vergeleken met tabel 3.1 valt op dat leraren in potentie een veel grotere mobiliteitsintentie hebben als hen een baan wordt aangeboden en ze niet zelf op zoek moeten naar een baan. Dit is een eerste aanwijzing voor een manier om de mobiliteit in het onderwijs te stimuleren. Blijkbaar ervaren veel leraren het zelf moeten zoeken naar een baan als een drempel voor mobiliteit. De mobiliteit kan worden gestimuleerd door leraren actief een andere baan aan te bieden van vergelijkbaar of hoger niveau. Zou u interesse hebben in een functie van vergelijkbaar of hoger niveau als deze u zou worden aangeboden? Leraar primair onderwijs Leraar voortgezet onderwijs Leraar middelbaar beroepsonderwijs Nee 51% 45% 45% Ja, bij dezelfde werkgever 28% 30% 29% Ja, bij een andere werkgever in 19% 24% 17% dezelfde sector Ja, bij een andere werkgever binnen de overheid Ja, bij een andere werkgever buiten de overheid 15% 19% 24% 11% 13% 16% Geen antwoord 5% 4% 4% Tabel 3.2 Mobiliteitsinteresse 2.2 Instroom Geslacht De instroom in het onderwijs lag in 2009 op zeven procent voor het po en vo en acht procent voor het mbo 15. In figuur 3.3 is de instroom uitgesplitst naar geslacht. Hieruit blijkt dat in het po, vo en mbo er meer vrouwelijke leraren instromen dan mannelijke. In het po is al jaren een feminisering van het lerarenkorps te zien met als gevolg dat nu 85 procent van de niet-mobiele leraren vrouw is. Met de instroom uit 2009 is dit alleen maar toegenomen met een instroom die voor bijna 90 procent uit vrouwen bestaat. Ook in het mbo stroomt duidelijk een meerderheid aan vrouwen in. Het vo heeft als enige sector in 2009 nog een zeer lichte oververtegenwoordiging van mannen, maar de instroom kent iets meer vrouwen dan mannen. De man-vrouw verhouding onder instromers uitgesplitst naar dagelijkse bezigheid voor instroom komt nagenoeg overeen met het algemene beeld. Alleen valt op dat de instroom van niet-werkenden in het po nog meer gedomineerd wordt door vrouwen dan de totale instroom in het po. Slechts drie procent van de instroom van niet-werkenden in het po is man. Instromers vanuit een andere baan in dezelfde of een andere sector wijken in de verhouding tussen mannen en vrouwen nauwelijks af van het gemiddelde. 15 Bron: Kennisbank Arbeidszaken Publieke sector Mobiliteit van leraren 11

13 Figuur 3.3 Instroom per sector naar geslacht en man-vrouw verhouding Leeftijd De instroom naar leeftijd laat zien dat in het po met name jonge werknemers tot 35 jaar instromen, terwijl het mbo meer oudere werknemers aantrekt. De instroom in het vo bestaat uit zowel jongere als oudere werknemers. In vergelijking met de overige overheidssectoren valt vooral op dat de instroom in het onderwijs minder bestaat uit 25 tot 35 jarigen. Verder trekt het po naar verhouding veel werknemers onder de 25 aan en in het vo en mbo stromen meer 45-plussers in dan in de overige overheidssectoren. Daar bestaat de instroom vooral uit jarigen. Figuur 3.4 Instroom per sector naar leeftijd Mobiliteit van leraren 12

14 Het po trekt vooral instromende schoolverlaters onder de 25 aan, terwijl in het vo instromende schoolverlaters 16 meer evenredig verdeeld zijn tussen de groep jonger dan 25 en de groep tussen de 25 en 34 jaar. Dit is inherent aan de vooropleiding, voor het po voornamelijk op hbo-niveau en voor vo op wo-niveau, waardoor instromende schoolverlaters in het po eerder de arbeidsmarkt op komen dan die in het vo. De instroom van niet-werkenden in het vo valt op doordat deze voor meer dan de helft bestaat uit 45-plussers. In het po is dit nog geen veertig procent. Daartegenover staat dat in het po naar verhouding meer niet werkenden tussen de 35 en 44 instromen dan in het vo. De instroom van niet-werkende jongeren beslaat ongeveer een kwart van de instroom in zowel het po als vo. Sector van herkomst Het merendeel van de instroom van werkenden in het po is afkomstig uit het po. Daarmee bestaat de instroom in het po vooral uit intrasectorale mobiliteit. In het vo is de instroom nagenoeg gelijk verdeeld in intra- en intersectorale mobiliteit, terwijl in het mbo de intersectorale mobiliteit overheerst. In het mbo stromen vaker vakmensen met meerdere jaren werkervaring in een andere sector in dan in de andere onderwijssectoren, omdat de praktische kennis van vakmensen in het mbo directe meerwaarde biedt en dit qua bevoegdheid ook kan in het mbo. Degenen die in het po vanuit een andere sector instromen, komen voor een derde uit de detailhandel, groothandel en horeca en voor een kwart uit de gezondheids- en welzijnsector. De eerste groep zijn vermoedelijk pabo-studenten die naast de studie ook werken. Onder de gezondheids- en welzijnssector worden ook diegenen gerekend die in de kinderopvang en jeugdzorg werken. Zij hebben over het algemeen een sterke voorkeur voor het werken met kinderen, waardoor een overstap naar het po voor hen aantrekkelijk kan zijn. Door de bezuinigingen op de overheidstegemoetkoming in de kinderopvang zou de werkgelegenheid in deze sector kunnen teruglopen, waardoor werknemers die in de kinderopvang werken weleens een interessante bron van instroom voor het po kunnen zijn. Eén op de vijf werkte eerst in de zakelijke dienstverlening. Zij die vanuit een andere sector het vo zijn ingestroomd werkten in een kwart van de gevallen in de zakelijke dienstverlening en bijna één op de vijf komt uit het po. Eén op de tien komt uit het mbo en elf procent uit de detailhandel, groothandel en horeca. De instroom vanuit andere sectoren in het mbo bestaat voor bijna een derde uit ex-werknemers uit de gezondheids- en welzijnsector. Daarnaast komen ze uit de zakelijke dienstverlening (negentien procent), vo (elf procent) en detailhandel, groothandel en horeca (tien procent). Figuur 3.5 Instroom naar sector van herkomst 16 Zeer indicatief vanwege zeer kleine doelgroepgrootte Mobiliteit van leraren 13

15 2.3 Uitstroom Geslacht De uitstroom uit het po was in 2009 vijf procent, in het vo zeven procent en in het mbo acht procent 17. Met maar een vijfde van het personeel dat bestaat uit mannen, is het niet verwonderlijk dat in het po het grootste deel van de uitstroom bestaat uit vrouwen (zie figuur 3.6). Figuur 3.6 Uitstroom per sector naar geslacht Vrouwen maken echter meer dan negentig procent van de vrijwillige uitstroom uit, terwijl ze 85 procent van het lerarenkorps uitmaken. Daarmee stromen er naar verhouding meer vrouwen dan mannen vrijwillig uit het po. Ook in het vo en mbo stromen naar verhouding meer vrouwen dan mannen uit. Hierbij moet echter wel rekening worden gehouden met het feit dat mannen en vrouwen niet gelijk verdeeld zijn naar leeftijd. Over het algemeen is het aandeel vrouwen in de groep jongere leraren, die ook het meest mobiel zijn, groter dan onder de oudere leraren. Oudere leraren stromen over het algemeen uit vanwege pensioen, maar in deze analyse is alleen gekeken naar diegenen die vrijwillig ontslag hebben genomen waar uitstroom naar pensioen niet ondervalt. 17 Bron: Kennisbank Arbeidszaken Publieke sector Mobiliteit van leraren 14

16 Figuur 3.7 Uitstroom per sector naar leeftijd Leeftijd Leeftijd speelt dus een rol bij de uitstroom. De uitstroom naar leeftijdscategorieën is weergegeven in figuur 3.7. Hierin valt de tegenstelling tussen enerzijds het po en vo en anderzijds het mbo op. In het po en vo stromen vooral werknemers tot 45 jaar uit, terwijl in het mbo meer dan de helft van de uitstroom bestaat uit 45-plussers. Als we dit afzetten tegen de leeftijdssamenstelling binnen deze sectoren valt op dat jongeren onder de 25 en ouderen boven de 55 jaar minder snel zelf ontslag nemen. Daar tegenover staat dat leraren tussen de 25 en 45 jaar naar verhouding vaker vrijwillig uitstromen, waarbij dit vooral zichtbaar is in het vo onder de leraren van jaar. Zij maken iets meer dan een vijfde van het lerarenkorps in het vo uit, maar meer dan dertig procent van de uitstroom. Verder valt op dat alleen in het mbo een relatief groter deel van de groep van jaar uitstroomt ten opzichte van hun aandeel in de lerarenpopulatie in het mbo. Mobiliteit van leraren 15

17 3 Waarom stromen mensen in, uit of zijn ze niet mobiel? In 2009 heeft het SBO een diepgaande analyse uitgevoerd naar de factoren die van invloed zijn op de in-, uit en doorstroom van leraren 18. Uit deze analyse blijkt dat de inhoud van het werk voor alle leraren de belangrijkste reden is om voor een baan in het onderwijs te kiezen en een van de belangrijkste redenen om bij een werkgever te vertrekken. De mate van zelfstandigheid is enerzijds een belangrijke pullfactor voor instroom vanuit andere sectoren, maar anderzijds ook een belangrijke pushfactor bij uitstroom uit het onderwijs naar een andere sector. De loopbaanmogelijkheden zijn voor zowel instromers uit andere sectoren als voor leraren een belangrijke pushfactor om de vorige werkgever te verlaten. Dit is ook samen met de werkdruk het aspect waar leraren het meest ontevreden over waren. Tot slot was het functioneren van het management een reden voor leraren om van onderwijsinstelling te wisselen. In de vergelijking tussen de onderwijssectoren was het vooral opvallend dat leraren die vanuit het po en vo naar een andere sector vertrokken dit vooral deden, omdat de baan in de andere sector hen aantrok, terwijl leraren uit het mbo deze sector verlieten, omdat ze ontevreden waren over de baan in het mbo. Dit hoofdstuk gaat in op de aspecten die van belang zijn bij de keuze van een baan en de mate waarin zittend personeel daar tevreden mee is. Ook wordt dieper ingegaan op de vertrekredenen van zowel leraren die instromen (vertrekredenen oude baan) als leraren die uitstromen (vertrekredenen uit onderwijsbaan). Ook op de motivatie om voor de nieuwe baan te kiezen van zowel instromende als uitstromende leraren wordt ingegaan. 3.1 Niet-mobiele leraren Algehele tevredenheid Het merendeel van de leraren is niet mobiel en heeft ook geen intentie om van baan te veranderen. Uitgaand van het economische perspectief van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zou dit betekenen dat de baan als leraar voor de meeste leraren voldoet aan hun randvoorwaarden voor het verrichten van arbeid en er op dit moment geen andere banen op de arbeidsmarkt beschikbaar zijn die meer aan hun voorwaarden voldoen. De vraag is in hoeverre de huidige baan in het onderwijs ook daadwerkelijk voldoet aan de wensen die leraren hebben ten aanzien van een baan. Figuur 4.1 Percentage dat tamelijk-zeer tevreden is over de baan en de organisatie naar sector 18 Stamet, Y. & Scheeren, J. (2009). Mobiliteit in het onderwijs. SBO Mobiliteit van leraren 16

18 Om te weten hoe tevreden niet-mobiele leraren zijn, is ten eerste gekeken naar hun algehele tevredenheid met de baan en de organisatie. Daaruit blijkt dat leraren over het algemeen tevreden zijn, maar wel meer over de baan dan over de organisatie. In het po zijn de meeste leraren zeer tot tamelijk tevreden over de baan en ook hun tevredenheid over de organisatie is het grootst. Zij blijken over de baan en de organisatie even tevreden als medewerkers in andere overheidssectoren. Daarnaast valt op dat leraren in het mbo het minst tevreden zijn met de baan, maar vooral met de organisatie. Van de leraren in het vo is 78 procent tevreden met de baan en 51 procent tevreden met de organisatie. Duidelijk is wel dat de tevredenheid sterk samenhangt met de wens om van baan te veranderen. Van de leraren die niet van baan willen veranderen is rond de 80 procent tevreden over de baan, terwijl onder leraren die wel van baan wilden veranderen tussen de 51 (mbo) en 64 (po) procent tevreden is over de baan. De tevredenheid over de organisatie is ook hoger onder diegenen die geen intentie hadden om van baan te wisselen. Daarbij zijn ten opzichte van de gemiddelde percentages zoals weergegeven in figuur 4.1 vooral de percentages tevreden leraren beduidend lager onder degenen die van baan willen wisselen. Deze percentages lopen uiteen van 47 procent in het po tot 22 in het mbo. Tevredenheid met werkaspecten Uitgesplitst naar de verschillende aspecten in het werk zijn leraren het meest tevreden over de inhoud van het werk (zie tabel 4.1). Leraren in het po zijn verder het meest tevreden over de uitdaging in het werk en de sociale aspecten van het werk. Leraren in het vo zijn naast over de uitdaging en de sociale aspecten ook tevreden over de zelfstandigheid in het werk. Opvallend is dat leraren in het mbo ook organisatie aspecten in hun top vijf hebben staan, terwijl juist zij het minst tevreden zijn met de organisatie in het algemeen. Leraar primair onderwijs Leraar voortgezet onderwijs De inhoud van het werk De inhoud van het werk De mate van uitdaging in het werk De relatie met uw collega's De mate van zelfstandigheid bij het uitvoeren van uw werk De mate van uitdaging in het werk Leraar middelbaar beroepsonderwijs De inhoud van het werk De mate van zelfstandigheid bij het uitvoeren van uw werk De relatie met uw collega's Overige overheidssectoren De inhoud van het werk De mate van zelfstandigheid bij het uitvoeren van uw werk De mate van uitdaging in het werk De sfeer op de werkvloer De manier waarop uw collega's met u omgaan De relatie met uw collega's De sfeer op de werkvloer De resultaatgerichtheid van de organisatie De mate van sturing in uw organisatie Uw takenpakket Het niveau van uw werkzaamheden Tabel 4.1 Top vijf aspecten waar men het meest tevreden over is per sector Ontevredenheid met werkaspecten Om dit te kunnen plaatsen kijken we ook naar de aspecten waar leraren het minst tevreden over zijn. Daaruit blijkt dat leraren in het mbo samen met leraren in het vo het minst tevreden zijn over de bureaucratie. Verder geven leraren uit alle drie de sectoren aan dat ze niet tevreden zijn met de werkdruk. In het po en mbo lijkt dit samen te hangen met de hoeveelheid werk, terwijl in het vo de ondersteuning vanuit de leidinggevende hier ook een rol bij zou kunnen spelen. Verder zijn leraren in het po en mbo onzeker over het behoud van hun baan. In het po lijkt dit ook te komen door de tijdelijke en flexibele contracten. Leraar primair onderwijs De werkdruk Leraar voortgezet onderwijs De mate van bureaucratie in uw organisatie Leraar middelbaar beroepsonderwijs De mate van bureaucratie in uw organisatie Overige overheidssectoren De mate van bureaucratie in uw organisatie Uw baanzekerheid De werkdruk De werkdruk De werkdruk Mobiliteit van leraren 17

19 De wijze waarop uw leidinggevende leidinggeeft De vorm van uw aanstelling/contract (vast, flexibel, etc.) De hoeveelheid werk De wijze waarop uw leidinggevende leidinggeeft De relatie met uw leidinggevende De relatie met uw collega's De reistijd van huis naar werk Uw baanzekerheid De reistijd van huis naar werk De mate van sturing in uw organisatie De hoeveelheid werk Uw baanzekerheid Tabel 4.2 Top vijf aspecten waar men het minst tevreden over is per sector Belangrijke werkaspecten Tabel 4.3 geeft de top vijf belangrijkste aspecten in de keuze van een werkgever weer, ook wel mobiliteitsmotieven genoemd. Hieruit blijkt dat de sfeer voor veel leraren van belang is in de keuze van een werkgever. Vooral leraren in het po hechten hier sterk aan. Daarnaast is inhoudelijk interessant werk, net als in 2009, een belangrijk aspect. Ook een acceptabele werkdruk komt in de top vijf van zowel leraren uit het po, vo als mbo voor. Daarmee wijken leraren in deze sectoren wel af van andere overheidssectoren, waar dit aspect niet in de top vijf voorkomt. Leraren in het po vinden verder belangrijk dat werk en privé goed te combineren zijn en dat het werk uitdagend is. Leraren in het vo en mbo vinden naast de sfeer, inhoud en werkdruk belangrijk dat ze voldoende zelfstandigheid hebben en dat ze tevreden zijn met het salaris. Leraar primair onderwijs Leraar voortgezet onderwijs Leraar middelbaar beroepsonderwijs Overige overheidssectoren De sfeer op de werkvloer goed is (63%) De sfeer op de werkvloer goed is (54%) Het werk inhoudelijk interessant is (55%) Het werk inhoudelijk interessant is (65%) Het werk inhoudelijk interessant is (48%) Het werk inhoudelijk interessant is (48%) De sfeer op de werkvloer goed is (48%) Ik voldoende zelfstandigheid heb bij het uitvoeren van mijn werk (47%) De werkdruk acceptabel is (43%) Ik voldoende zelfstandigheid heb bij het uitvoeren van mijn werk (41%) Ik voldoende zelfstandigheid heb bij het uitvoeren van mijn werk (44%) De sfeer op de werkvloer goed is (43%) Werk en privé goed te combineren zijn (42%) De werkdruk acceptabel is (41%) De werkdruk acceptabel is (36%) Het werk uitdagend is (41%) Het werk uitdagend is (36%) Ik tevreden ben met het salaris (37%) Ik tevreden ben met het salaris (35%) Werk en privé goed te combineren zijn (38%) Tabel 4.3 Top vijf mobiliteitsmotieven per sector 19 Belang versus tevredenheid In de vergelijking tussen de aspecten die leraren belangrijk vinden en waar ze tevreden over zijn valt op dat de inhoud van het werk voor alle leraren een van de belangrijkste aspecten in het werk is en dat ze daar ook het meest tevreden over zijn. Ook de sfeer op de werkvloer is een belangrijk aspect voor leraren waar ze over het algemeen ook erg tevreden over zijn. Leraren in het vo en mbo krijgen in het werk de autonomie die ze willen hebben in het werk. Leraren in het po vinden in het werk de uitdaging die ze belangrijk vinden. Het enige belangrijke aspect, waar alle leraren niet tevreden over zijn is de werkdruk. Leraren in het vo en mbo vinden het belangrijk dat ze tevreden zijn over het salaris. Het salaris staat onder leraren in het vo en mbo niet in de top vijf aspecten waar ze het meest of het minst tevreden over zijn. Daarmee lijken deze leraren noch heel tevreden noch heel ontevreden te zijn over het salaris. Op basis hiervan kan worden geconcludeerd dat de lage mobiliteit onder leraren mede komt doordat leraren tevreden zijn met hun werk omdat ze er datgene in terugvinden wat ze belangrijk vinden in de keuze van een baan. Mobiliteit moet daarom zeker niet ten koste van alles worden gestimuleerd. De lage mobiliteit kan namelijk ook gezien worden als een positief signaal over werken in het onderwijs. 19 Respondenten konden maximaal vijf aspecten kiezen Mobiliteit van leraren 18

20 3.2 Instroom Reden vertrek bij vorige werkgever Voor het stimuleren van meer instroom en doorstroom in het onderwijs is het van belang om na te gaan waarom leraren bij de vorige werkgever zijn weggegaan om in het onderwijs te werken. Het meest interessant is om daarbij te kijken naar diegenen die al uit dezelfde onderwijssector komen en zij die vanuit een andere sector zijn ingestroomd. Dan valt op dat diegenen die uit een andere sector komen vooral zijn weggegaan bij de vorige werkgever omdat het werk niet meer uitdagend was en het takenpakket niet meer interessant was. Ook het gebrek aan loopbaanmogelijkheden speelde mee, vooral voor diegenen die als leraar in het mbo zijn ingestroomd. De leraren die vanuit dezelfde sector zijn doorgestroomd naar een andere baan geven meer diverse redenen op voor hun vertrek. Meest genoemd onder leraren in het po zijn de sfeer en de leidinggevende. In het vo wordt de reistijd het meest genoemd als reden om bij de vorige werkgever te vertrekken. Reden instroom De belangrijkste reden om te kiezen voor de baan waar de leraren zijn ingestroomd is zowel in het po, vo als mbo de inhoud en uitdaging van het werk. Schoolverlaters hebben daarnaast voor het leraarsvak gekozen vanwege de zelfstandigheid en de sfeer op de school. Zij die vanuit een nietwerkende situatie zijn ingestroomd in het po deden dit ook vanwege de goede combinatie met hun privésituatie. Eerder zagen we al dat deze groep vooral bestaat uit vrouwen. Het is goed mogelijk dat hier veel vrouwen bij zijn met schoolgaande kinderen. Niet-werkenden die het vo instroomden werden ook gemotiveerd door de reistijd vanuit huis. De motivatie van leraren die vanuit een andere baan zijn ingestroomd wijkt niet echt af van gemiddeld. Opvallend is dat leraren die vanuit een andere sector zijn ingestroomd meer redenen noemen waarom ze voor hun huidige baan hebben gekozen dan leraren die binnen de sector van baan zijn veranderd. Zo geven zij veel vaker als instroomreden op dat het nieuwe werk inhoudelijk interessant en uitdagend is dan diegenen die uit dezelfde sector komen. Dit komt omdat de inhoud van het werk per school niet veel verandert. Voor nieuwe leraren uit andere sectoren biedt het onderwijs wel een nieuwe inhoud en uitdaging aan. Instroomredenen die meer door doorstromende leraren worden genoemd zijn: de reistijd en de sfeer (vo), loopbaanmogelijkheden, een organisatie met een goed imago en een vast contract (po, vo). Tevredenheid met nieuwe baan Het is interessant om ook te kijken naar de mate waarin de nieuwe instroom ook daadwerkelijk tevreden is over de aspecten die belangrijk voor hen waren in de keuze voor de nieuwe baan. Over de inhoud van het werk is ongeveer negentig procent van de leraren redelijk tot zeer tevreden. Echter, in het po is ongeveer de helft van de instromende leraren zeer tevreden en veertig procent redelijk tevreden. In het vo is deze verhouding precies omgekeerd daar zijn instromende leraren eerder redelijk tevreden. In het mbo is deze verhouding nagenoeg gelijk verdeeld en daarmee gelijk aan de verhouding in de overige overheidssectoren. Instromende leraren in het po zijn dus meer dan gemiddeld tevreden over de inhoud van het werk en instromende leraren in het vo minder. Over de uitdaging in het werk is meer dan de helft van de instromende leraren in alle sectoren zeer tevreden en een derde of meer redelijk tevreden. Waar duidelijk minder instromende leraren tevreden over zijn, is de hoeveelheid werk en de werkdruk. Over de werkdruk is een kwart (po) of minder (vo en mbo) zeer tevreden. Doordat in het mbo daarbij 21 procent redelijk tevreden is, is minder dan de helft van de instromende leraren in het mbo redelijk tot zeer tevreden met de werkdruk. In het po en vo ligt dit percentage op ongeveer zeventig procent. Over de hoeveelheid werk zijn net iets meer leraren zeer tevreden, maar doordat het percentage redelijk tevreden beduidend lager is dan bij werkdruk is in het mbo en vo minder dan de helft van de ingestroomde leraren tevreden over de hoeveelheid werk en in het po minder dan zestig procent. Voor schoolverlaters waren de sfeer en de zelfstandigheid in het werk belangrijke redenen om voor de nieuwe baan te kiezen. Van de schoolverlaters die zijn ingestroomd in het po is tweederde zeer tevreden over de sfeer op de school. Over de zelfstandigheid zijn instromende schoolverlaters in het po eerder redelijk dan zeer tevreden. Daarmee zijn de instromende schoolverlaters in het po het minst vaak zeer tevreden met de zelfstandigheid in vergelijking met de instroom niet-werkenden en werkenden in het po en de andere sectoren. De goede combinatie tussen werk en privé was een belangrijke reden voor diegenen die vanuit een niet werkende situatie het po zijn ingestroomd. Uiteindelijk is 38 procent heel tevreden met deze combinatie en 45 procent redelijk tevreden. Het leraarschap in het vo was voor diegenen die daarin Mobiliteit van leraren 19

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

DUURZAAM INZETBAAR EN MOBIEL. Secundaire analyse POMO 2012 voor het primair onderwijs. maart 2013

DUURZAAM INZETBAAR EN MOBIEL. Secundaire analyse POMO 2012 voor het primair onderwijs. maart 2013 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers DUURZAAM INZETBAAR EN MOBIEL Secundaire analyse POMO 2012 voor het primair onderwijs maart 2013 1 Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs Het

Nadere informatie

MOBILITEIT IN HET PRIMAIR ONDERWIJS

MOBILITEIT IN HET PRIMAIR ONDERWIJS ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers MOBILITEIT IN HET PRIMAIR ONDERWIJS maart 2016 1 Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs Mobiliteit in het primair onderwijs Deborah van den

Nadere informatie

Rapport Mobiliteit in het voortgezet onderwijs Analyse van de instroom, uitstroom en interne mobiliteit in het voortgezet onderwijs

Rapport Mobiliteit in het voortgezet onderwijs Analyse van de instroom, uitstroom en interne mobiliteit in het voortgezet onderwijs Arbeidsmarkt & mobiliteit Rapport Mobiliteit in het voortgezet onderwijs Analyse van de instroom, uitstroom en interne mobiliteit in het voortgezet onderwijs Rapport Mobiliteit in het voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Vertrekredenen jonge docenten in het vo

Vertrekredenen jonge docenten in het vo Vertrekredenen jonge docenten in het vo 1 Inhoudsopgave Inleiding I. Willen jonge personeelsleden het vo verlaten? II. Waarom verlaten jonge docenten het vo? Rob Hoffius, SBO Januari 2010 2 Verlaten jonge

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Versie 2 Datum 15 oktober 2018 Status Definitief Onze referentie 1427719 Colofon Directie Projectnaam Contactpersoon Kennis/DUO Mobiliteit leraren Ministerie

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Limburg datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Noord-Gelderland datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Zuid- en Oost-Gelderland datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Onderwijs en vluchtelingenkinderen

Onderwijs en vluchtelingenkinderen Onderwijs en vluchtelingenkinderen Zijn scholen en onderwijsgevenden voldoende toegerust om vluchtelingenkinderen onderwijs te bieden? Een enquête onder onderwijsgevenden van basisscholen, scholen voor

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijs 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Resultaten Karin Jettinghoff en Jo Scheeren, SBO Januari 2010 2 1. Inleiding Tot voor kort

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio en datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Zuid- en Oost-Gelderland datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Eindrapport. Ontwikkeling, employability en mobiliteit Secundaire analyse POMO 2010 gemeentepersoneel

Eindrapport. Ontwikkeling, employability en mobiliteit Secundaire analyse POMO 2010 gemeentepersoneel Eindrapport Ontwikkeling, employability en mobiliteit Secundaire analyse POMO 2010 gemeentepersoneel Het CAOP is hét kennis- en dienstencentrum op het gebied van arbeidszaken en arbeidsmarktvraagstukken

Nadere informatie

Duurzaam inzetbaar en mobiel Secundaire analyse POMO 2012 voor het primair onderwijs

Duurzaam inzetbaar en mobiel Secundaire analyse POMO 2012 voor het primair onderwijs afgelopen twee jaar is door onderwijsen en leerlingendalingen de onderwijsarbeidsmarkt duidelijk veranderd. Hierdoor wordt meer flexibiliteit van de inzet van leerkrachten noodzakelijk. Duurzaam inzetbaar

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio West- en Midden-Brabant

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio West- en Midden-Brabant De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio West- en datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Drenthe / Overijssel datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2018-2023 Regio Zuid- en Oost-Gelderland datum 4 januari 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Groningen

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Groningen De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Groningen datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Rotterdam / Rijnmond

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Rotterdam / Rijnmond De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio / datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noordoost- en Zuidoost-Brabant

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noordoost- en Zuidoost-Brabant De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Noordoost- en datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Noord-Gelderland datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Holland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Holland De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Noord-Holland datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Flevoland

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Flevoland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Noord-Holland

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Noord-Holland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Noord-Holland datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt 07 Arbeidsmarktmobiliteit geringer dan in voorgaande jaren Bijna miljoen mensen wisselen in 2008 van beroep of werkgever Afname werkzame door crisis

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Friesland

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Friesland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Drenthe / Overijssel datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Groningen

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Groningen De arbeidsmarkt voor leraren po 2018-2023 Regio Groningen datum 4 januari 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Holland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Holland De arbeidsmarkt voor leraren po 2018-2023 Regio Noord-Holland datum 4 januari 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Utrecht

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Utrecht De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Utrecht datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag

Nadere informatie

Diversiteit in het po, vo en mbo

Diversiteit in het po, vo en mbo Diversiteit in het, en 1. Inleiding In het onderwijs wordt het belang van een divers samengesteld personeelsbestand onderkend. 1 Omdat de school een maatschappelijke instelling is, is het wenselijk dat

Nadere informatie

Formele gesprekken in het onderwijs

Formele gesprekken in het onderwijs Formele gesprekken in het onderwijs Invloed van onderwijsontwikkelingen op de gesprekkencyclus en persoonlijke ontwikkelingsplannen in het primair en voortgezet onderwijs Formele gesprekken in het onderwijs

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Flevoland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Flevoland De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2018-2023 Regio Noord-Gelderland datum 4 januari 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze

Nadere informatie

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar 2004-2008 (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo)

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar 2004-2008 (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo) Aantal gediplomeerden aan de lerarenopleidingen in Nederland Ondanks huidige en verwachte lerarentekorten is er geen sprake van een substantiële groei van aantal gediplomeerden aan de verschillende lerarenopleidingen.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noordoost- en Zuidoost-Brabant

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noordoost- en Zuidoost-Brabant De arbeidsmarkt voor leraren po 2018-2023 Regio Noordoost- en datum 4 januari 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Limburg datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden / Rijn Gouwe

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden / Rijn Gouwe De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio / datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aanmelding voor opleidingen tot vo docent steeds vroeger, pabo trekt steeds minder late aanmelders juni 2009 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Rotterdam / Rijnmond

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Rotterdam / Rijnmond De arbeidsmarkt voor leraren po 2018-2023 Regio / datum 4 januari 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

Mobiliteit. in het Onderwijs. Onderzoek naar de tegenstelling tussen mobiliteit vanuit of naar het onderwijs én mobiliteit binnen het onderwijs

Mobiliteit. in het Onderwijs. Onderzoek naar de tegenstelling tussen mobiliteit vanuit of naar het onderwijs én mobiliteit binnen het onderwijs Mobiliteit in het Onderwijs Onderzoek naar de tegenstelling tussen mobiliteit vanuit of naar het onderwijs én mobiliteit binnen het onderwijs Mobiliteit in het onderwijs Yumi Stamet en Jo Scheeren (SBO)

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktrapportages. primair onderwijs Rotterdam. December PO. Van en voor werkgevers en werknemers

Regionale arbeidsmarktrapportages. primair onderwijs Rotterdam. December PO. Van en voor werkgevers en werknemers ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers Regionale arbeidsmarktrapportages primair onderwijs 2012 Rotterdam December 2012 19 Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs Het CAOP is hét

Nadere informatie

Rapport. Tevredenheid met. werken in het VO. Analyse van tevredenheidsaspecten. Veilig, gezond & vitaal werken. onderwijs

Rapport. Tevredenheid met. werken in het VO. Analyse van tevredenheidsaspecten. Veilig, gezond & vitaal werken. onderwijs Rapport Tevredenheid met Veilig, gezond & vitaal werken werken in het VO Analyse van tevredenheidsaspecten in het voortgezet onderwijs Rapport Tevredenheid met werken in het VO Analyse van tevredenheidsaspecten

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktrapportages. primair onderwijs 2012. Regio Achterhoek. December 2012. PO. Van en voor werkgevers en werknemers

Regionale arbeidsmarktrapportages. primair onderwijs 2012. Regio Achterhoek. December 2012. PO. Van en voor werkgevers en werknemers ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers Regionale arbeidsmarktrapportages primair onderwijs 2012 Regio Achterhoek December 2012 3 Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs Het CAOP is

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktrapportages. primair onderwijs Amsterdam. December PO. Van en voor werkgevers en werknemers

Regionale arbeidsmarktrapportages. primair onderwijs Amsterdam. December PO. Van en voor werkgevers en werknemers ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers Regionale arbeidsmarktrapportages primair onderwijs 2012 Amsterdam December 2012 5 Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs Het CAOP is hét kennis-

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg De arbeidsmarkt voor leraren po 2018-2023 Regio Limburg datum 4 januari 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Uitstroom richting pensioen in het po, vo en mbo

Uitstroom richting pensioen in het po, vo en mbo Uitstroom richting pensioen in het po, vo en mbo Uitstroom richting pensioen in het po, vo en mbo - EINDRAPPORT - Auteurs Hedwig Rossing Bjørn Dekker Amsterdam, 12 juni 2019 Publicatienr. 19064 2019 Regioplan,

Nadere informatie

Arbeidsmarktkansen voor startende leraren in het PO

Arbeidsmarktkansen voor startende leraren in het PO Arbeidsmarktkansen voor startende leraren in het PO In deze notitie geven we een beeld van de arbeidsmarkt voor startende leraren in het primair onderwijs (PO). Achtereenvolgens worden de volgende vragen

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktrapportages. primair onderwijs Regio Midden Limburg. December PO. Van en voor werkgevers en werknemers

Regionale arbeidsmarktrapportages. primair onderwijs Regio Midden Limburg. December PO. Van en voor werkgevers en werknemers ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers Regionale arbeidsmarktrapportages primair onderwijs 2012 Regio Midden December 2012 14 Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs Het CAOP is hét

Nadere informatie

Deeltijdwerken in het po, vo en mbo

Deeltijdwerken in het po, vo en mbo Deeltijdwerken in het po, vo en mbo 1. Inleiding In Nederland wordt relatief veel in deeltijd gewerkt, vooral in de publieke sector. Deeltijdwerk komt met name voor onder vrouwen, maar ook steeds meer

Nadere informatie

Tekortvakken in het voortgezet onderwijs Deborah van den Berg januari 2012

Tekortvakken in het voortgezet onderwijs Deborah van den Berg januari 2012 Tekortvakken in het voortgezet onderwijs Deborah van den Berg januari 2012 1. Inleiding In het voortgezet onderwijs worden op de korte termijn tekorten aan leraren verwacht, oplopend tot een verwacht tekort

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Zuid-Holland-Noord

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Zuid-Holland-Noord De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio Zuid-Holland-Noord datum 7 augustus 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013 Onderzoek Arbeidsongeschiktheid In opdracht van Loyalis juni 2013 Inleiding» Veldwerkperiode: 27 maart - 4 april 2013.» Doelgroep: werkende Nederlanders» Omdat er specifiek uitspraken gedaan wilden worden

Nadere informatie

Veilig, gezond & vitaal werken. Rapport Tevredenheid met werken in het VO Analyse van tevredenheidsaspecten. onderwijs

Veilig, gezond & vitaal werken. Rapport Tevredenheid met werken in het VO Analyse van tevredenheidsaspecten. onderwijs Veilig, gezond & vitaal werken Rapport Tevredenheid met werken in het VO Analyse van tevredenheidsaspecten in het voortgezet onderwijs Rapport Tevredenheid met werken in het VO Analyse van tevredenheidsaspecten

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

ARBEIDSMOBILITEIT BIJ OVERHEID EN ONDERWIJS. Onderzoek naar mobiliteit en motieven voor mobiliteit

ARBEIDSMOBILITEIT BIJ OVERHEID EN ONDERWIJS. Onderzoek naar mobiliteit en motieven voor mobiliteit ARBEIDSMOBILITEIT BIJ OVERHEID EN ONDERWIJS Onderzoek naar mobiliteit en motieven voor mobiliteit Datum 30 maart 2010 Colofon Uitgave Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directoraat-generaal

Nadere informatie

Factsheet ontwikkeling in- en uitstroom van personeel in Noord-Nederland

Factsheet ontwikkeling in- en uitstroom van personeel in Noord-Nederland Factsheet ontwikkeling in- en uitstroom van personeel in Noord-Nederland Juni 2018 Inleiding en samenvatting In deze factsheet, opgesteld door ZorgpleinNoord, staat de in- en uitstroom van personeel in

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aantal vooraanmeldingen voor 2 e graads opleiding stijgt, 1 e graads daalt en pabo blijft gelijk juni 2010 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

Mobiliteit in het onderwijs

Mobiliteit in het onderwijs Mobiliteit in het onderwijs Yumi Stamet en Jo Scheeren (SBO) Inleiding De mobiliteit in het onderwijs is beperkt. Het huidige beleid is erop gericht om dit wat betreft de uitstroom zo te houden, maar de

Nadere informatie

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in 23 Ingrid Beckers en Birgit van Gils In 23 vonden ruim 9 duizend mensen een nieuwe baan. Dat is 13 procent van de werkzame beroepsbevolking. Het aandeel

Nadere informatie

Eindrapport. Analyse instroom en doorstroom primair onderwijs

Eindrapport. Analyse instroom en doorstroom primair onderwijs Eindrapport Analyse instroom en doorstroom primair onderwijs Het CAOP is hét kennis- en dienstencentrum op het gebied van arbeidszaken in het publieke domein. CAOP Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd

Nadere informatie

BIJLAGEN. Wie werken er in het onderwijs? Op zoek naar het eigene van de onderwijsprofessional. Ria Vogels Ria Bronneman-Helmers.

BIJLAGEN. Wie werken er in het onderwijs? Op zoek naar het eigene van de onderwijsprofessional. Ria Vogels Ria Bronneman-Helmers. BIJLAGEN Wie werken er in het onderwijs? Op zoek naar het eigene van de onderwijsprofessional Ria Vogels Ria Bronneman-Helmers Inhoud Bijlage A Gebruikte databestanden. 2 Bijlage B Tabellen en figuren.

Nadere informatie

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Jan-Willem Bruggink en Clemens Siermann Werkenden van 45 jaar of ouder zijn weinig mobiel op de arbeidsmarkt. Binnen deze groep neemt de mobiliteit af met het stijgen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Noord-Holland

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Noord-Holland De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio Noord-Holland datum 7 augustus 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Ondanks de in 2014 massaal geuite ambitie en wens tot verandering van werkgever is maar een klein deel in 2015 overgestapt

Ondanks de in 2014 massaal geuite ambitie en wens tot verandering van werkgever is maar een klein deel in 2015 overgestapt Ondanks de in 2014 massaal geuite ambitie en wens tot verandering van werkgever is maar een klein deel in 2015 overgestapt In 2014 bleek 82% van de professionals open te staan voor een carrièrestap in

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktrapportages. primair onderwijs Regio Zuid Limburg. December PO. Van en voor werkgevers en werknemers

Regionale arbeidsmarktrapportages. primair onderwijs Regio Zuid Limburg. December PO. Van en voor werkgevers en werknemers ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers Regionale arbeidsmarktrapportages primair onderwijs 2012 Regio Zuid December 2012 24 Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs Het CAOP is hét

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Gelderland-Noord

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Gelderland-Noord De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio Gelderland-Noord datum november 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Waar is de leraar scheikunde? Ontwikkelingen in tekortvakken in het vo

Waar is de leraar scheikunde? Ontwikkelingen in tekortvakken in het vo Waar is de leraar scheikunde? Ontwikkelingen in tekortvakken in het vo 1. Inleiding In de afgelopen jaren is het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs (vo) gegroeid van 902.000 leerlingen in 2009

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Drenthe / Overijssel

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Drenthe / Overijssel De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio / Overijssel datum november 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Limburg

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Limburg De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio Limburg datum november 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Inleiding Hoeveel en welke studenten (autochtoon/allochtoon) schrijven zich in voor de pabo (lerarenopleiding basisonderwijs) en blijven na

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Gelderland-Zuid

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Gelderland-Zuid De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio Gelderland-Zuid datum november 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Noord-Brabant-Oost

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Noord-Brabant-Oost De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio Noord-Brabant-Oost datum november 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Sectorale arbeidsmarktinformatie

Sectorale arbeidsmarktinformatie Sectorale arbeidsmarktinformatie Overschotten en tekorten Kansen en mogelijkheden Deel B: Sectorbeschrijvingen 19. Onderwijs Den Haag 20 december 2011 Inhoudsopgave Onderwijs...3 1. Sectorfiche...3 2.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Groningen

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Groningen De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio datum november 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen nen geven veel vaker leiding dan vrouwen Astrid Visschers en Saskia te Riele In 27 gaf 14 procent van de werkzame beroepsbevolking leiding aan of meer personen. Dit aandeel is de afgelopen jaren vrijwel

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

update arbeidsmarktmonitor

update arbeidsmarktmonitor arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo update arbeidsmarktmonitor Deelrapportage 2015 van baan Zestor is opgericht door sociale partners in het hbo: samenvatting inleiding Deze rapportage voorziet in een

Nadere informatie

WERKEN AAN INZETBAARHEID

WERKEN AAN INZETBAARHEID ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers WERKEN AAN INZETBAARHEID Onderzoek naar professionalisering en inzetbaarheid van personeel in het primair onderwijs april 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Werkend leren in de jeugdhulpverlening Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Zuid-Holland-Zuid

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Zuid-Holland-Zuid De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio Zuid-Holland-Zuid datum november 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Thematische studie Duurzame inzetbaarheid in de publieke sector. Resultaten van de secundaire analyse op POMO 2010

Thematische studie Duurzame inzetbaarheid in de publieke sector. Resultaten van de secundaire analyse op POMO 2010 Thematische studie Duurzame inzetbaarheid in de publieke sector Resultaten van de secundaire analyse op POMO 2010 Thematische studie Duurzame inzetbaarheid in de publieke sector Resultaten van de secundaire

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktrapportages. primair onderwijs Regio Rivierenland. December PO. Van en voor werkgevers en werknemers

Regionale arbeidsmarktrapportages. primair onderwijs Regio Rivierenland. December PO. Van en voor werkgevers en werknemers ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers Regionale arbeidsmarktrapportages primair onderwijs 2012 Regio Rivierenland December 2012 18 Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs Het CAOP

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Utrecht

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Utrecht De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs 2019-2024 Regio Utrecht datum november 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

De Grote Uittocht Herzien. Een nieuwe verkenning van de arbeidsmarkt voor het openbaar bestuur

De Grote Uittocht Herzien. Een nieuwe verkenning van de arbeidsmarkt voor het openbaar bestuur De Grote Uittocht Herzien Een nieuwe verkenning van de arbeidsmarkt voor het openbaar bestuur Aanleidingen van deze update van De Grote Uittocht - een rapport van het ministerie van BZK en de sociale partners

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

Weer aan het werk als uitzendkracht: vaker wisseling van baan en sector na werkloosheid Jeroen van den Berg en Hester Houwing (UWV)

Weer aan het werk als uitzendkracht: vaker wisseling van baan en sector na werkloosheid Jeroen van den Berg en Hester Houwing (UWV) Weer aan het werk als uitzendkracht: vaker wisseling van baan en sector na werkloosheid Jeroen van den Berg en Hester Houwing (UWV) Paper voor workshop op NvA/TvA congres 2012 concept, niet citeren zonder

Nadere informatie

Enquête SJBN 15.10.2013

Enquête SJBN 15.10.2013 Enquête SJBN 15.10.2013 1 Inhoudsopgave Steekproef Resultaten enquête Algehele tevredenheid Arbeidsomstandigheden Urennorm Ondernemersaspecten Kijk op de toekomst Conclusies 2 Steekproef: achtergrond kenmerken

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktrapportages. primair onderwijs Regio Groningen. December PO. Van en voor werkgevers en werknemers

Regionale arbeidsmarktrapportages. primair onderwijs Regio Groningen. December PO. Van en voor werkgevers en werknemers ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers Regionale arbeidsmarktrapportages primair onderwijs 2012 Regio Groningen December 2012 11 Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs Het CAOP is

Nadere informatie

Aantrekkelijkheid van het leraarschap Rapportage

Aantrekkelijkheid van het leraarschap Rapportage Aantrekkelijkheid van het leraarschap Rapportage ResearchNed Nijmegen Sil Vrielink 26 september 2007 2007 ResearchNed Nijmegen. Alle rechten voorbehouden. Het is geoorloofd gegevens uit dit rapport te

Nadere informatie

Notitie Aan. Doel en opzet. Totaalbeeld. Jan Kees Boon. Sectorcommissie Boomkwekerijproducten. Agendapunt 10, vergadering d.d.

Notitie Aan. Doel en opzet. Totaalbeeld. Jan Kees Boon. Sectorcommissie Boomkwekerijproducten. Agendapunt 10, vergadering d.d. Notitie Aan Sectorcommissie Boomkwekerijproducten Van Jan Kees Boon Kenmerk Behoort bij Agendapunt 10, vergadering d.d. 9-5-2007 Totaal aantal pagina s 7 27 april 2007 SAMENVATTING ARBEIDSMARKTMONITOR

Nadere informatie

BAAN-BAANMOBILITEIT: ONTWIKKELINGEN IN TRENDS EN VOORKEUREN VAN WERKNEMERS EN WERKGEVERS

BAAN-BAANMOBILITEIT: ONTWIKKELINGEN IN TRENDS EN VOORKEUREN VAN WERKNEMERS EN WERKGEVERS BAAN-BAANMOBILITEIT: ONTWIKKELINGEN IN TRENDS EN VOORKEUREN VAN WERKNEMERS EN WERKGEVERS BAAN-BAANMOBILITEIT: ONTWIKKELINGEN IN TRENDS EN VOORKEUREN VAN WERKNEMERS EN WERKGEVERS 5 juli 2011 Projectnummer:

Nadere informatie