TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting"

Transcriptie

1 NATIONALE BANK VAN BELGIE TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHUNT MAANDELIJKS Departement Studiën XLIVe Jaargang, Deel I, N` 5 Mei 1969 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie uitgegeven. De artikels geven de opvatting van de schrijvers weer, onafhankelijk van de mening der Bank. INHOUD : De toestand van de Belgische economie in de lente van 1969 Literatuur in verband met de economische en financiële problemen van België Economische wetgeving Statistieken. DE TOESTAND VAN DE BELGISCHE ECONOMIE IN DE LENTE VAN 1969 Het peil van de economische bedrijvigheid. Volgens de vorige kroniek over de economische toestand van België, gepubliceerd in het Tijdschrift van oktober jl. ( 1 ), weerspiegelden de conjunctuurtendenties sedert de lente van 1968, in hun geheel beschouwd, een conjunctuurherstel, dat een einde maakte aan de recessie van De meest recente indicatoren wijzen op een krachtige versnelling van dit herstel, zodat de Belgische economie nu reeds een toestand van hoogconjunctuur schijnt te hebben bereikt. Eind mei bedroeg de aanwendingsgraad van het produktievermogen in de fabrieksnijverheid 86,5 pct., tegen 77,9 pct. in mei De hoogste aanwendingsgraad van de periode van hoogconjunctuur werd aldus overtroffen. Het indexcijfer van de industriële produktie vertoont voor het jaar 1968 een vooruitgang van 6 pct., in vergelijking met het jaar voordien. In vergelijking met de overeenstemmende periode van het voorgaande jaar bedroeg de stijging van het indexcijfer in het vierde kwar ( 1 ) Blz taal van ,9 pct. en gedurende het eerste kwartaal van 1969, 9,5 pct. Volgens het door het Nationaal Instituut voor de Statistiek berekende trendcyclische indexcijfer bereikt de toeneming van de industriële produktie in maart, op jaarbasis. 9 pct. Wanneer men de structurele vooruitgang buiten beschouwing laat, vertoonde de elektriciteitsproduktie, representatieve maatstaf van de industriële activiteit, tijdens de eerste vier maanden van 1969 een jaarlijkse stijging met meer dan 9 pct. Volgens de maandelijkse onderzoekingen van de Nationale Bank steeg de door de orderpositie verzekerde activiteitsduur in de fabrieksnijverheid van 3,26 maanden aan het einde van mei 1968 tot 4,34 maanden een jaar later. Inzake werkgelegenheid kwam de verbetering van de conjunctuur tot uiting met de gebruikelijke vertraging op de activiteitsindicatoren. Van mei 1968 tot mei 1969 is het aantal normaal arbeidsgeschikte volledig werklozen gedaald van tot Gedurende het gehele jaar 1968 waren de maandcijfers van de volledig werklozen hoger, maar in afnemende mate, dan die van Deze afnemende tendens had de werkloosheid evenwel

2 582 nog niet teruggebracht op haar zeer laag peil van de vorige periode van hoogconjonctuur. Uit andere gegevens blijkt evenwel dat die inkrimping zal aanhouden. Eind mei maakten reeds 18 pct. van de bedrijven uit de fabrieksnijverheid, die aan de enquète van de Nationale Bank over de aanwending van het produktievermogen deelnemen, melding van een tekort aan vakbekwame arbeidskrachten als beperkende factor bij de aanwending van dit vermogen. Wat de maandelijkse conjunctuuronderzoekingen betreft, was het verschil (uitgedrukt in procenten van het totaal van de gewogen antwoorden) tussen de antwoorden van de deelnemers die melding maken van het voornemen het aantal arbeidskrachten gedurende de drie maanden volgend op de enquête te vermeerderen en die welke melding maken van het voornemen dat aantal te verminderen negatief in 1967 en in het eerste halfjaar van 1968, d.w.z. dat de bedrijven die voornemens waren het aantal arbeiders te verminderen talrijker waren dan die welke voornemens waren dat aantal te vermeerderen. Sindsdien is het verschil positief geworden; het is gestegen van 7 pct. in het derde kwartaal van 1968 tot 10 pct. in het vierde kwartaal en tot 15 pct. tijdens de eerste vijf maanden van Het werkloosheidspercentage, na correctie voor seizoeninvloeden, bereikte in mei 1968 een maximum van 2,83 pct. van de beroepsbevolking; tussen oktober 1968 en mei 1969 is het evenwel gedaald van 2,78 tot 2,33 pct. Tenslotte zijn de openstaande aanvragen van werkgevers gestegen van eind mei 1968 tot eind mei 1969, hoogste cijfer van de laatste drie jaar, maar aanmerkelijk lager dan het maximum van de hoogconjunctuur van ( 1 ). Over het algemeen constateert men dus dat de industriële activiteit een hoog peil bereikt, dat zij zich verder ontwikkelt en de werkloosheid geleidelijk opslorpt. Lonen en prijzen. Ondanks de aanzienlijke expansie van de produktie vertoont de arbeidsmarkt nog geen spanningen die kunnen worden vergeleken met die welke aan het eind van 1963 en in het ( 1 ) Zie e Statistieken». tabel 112. eerste halfjaar van 1964 heersten. Tot nog toe is de stijging van de lonen dan ook betrekkelijk gematigd gebleven : aan het einde van maart 1969 vertoonde het door de Nationale Bank van België berekende indexcijfer van de bruto uurverdiensten een jaarlijkse toeneming met 7,6 pet., tegen 6,1 pct. aan het einde van 1968, terwijl het tijdens de voorgaande, door een. kosteninflatie gekenmerkte hoogconjunctuur met ongeveer 10 pet. steeg ( 1 ). De meest recente prijstendenties zijn tekenend. Volgens de maandelijkse onderzoekingen van de Bank maakt een grote meerderheid van de bedrijven gewag van prijsstijgingen, terwijl in het begin van 1968 de dalingen nog de overhand hadden. Uit de vergelijking van de prijsindexcijfers van mei 1968 tot mei 1969 met die van de voorafgaande overeenstemmende periode komen de volgende schommelingen naar voren : groothandelsprijzen van de afgewerkte industriële produkten : 2,3 pet., tegen + 0,7 pet.; groothandelsprijzen van de landbouwprodukten : + 7,1 pct., tegen 3,8 pct.; prijzen bij consumptie : + 3,8 pct., tegen + 2,6 pct. Het door de indexcijfers reeds bereikte peil ( 2 ) is minder zorgwekkend dan de optredende versnellingstendensen. Vergeleken met de voorgaande maand december vertoonden de prijsindexcijfers de volgende stijging : groothandelsprij zen van de afgewerkte industriële produkten (mei) : + 1,4 pet., tegen 0,1 pct. (mei 1968); groothandelsprijzen van de landbouwprodukten ( mei) : + 4,4 pct., tegen + 2,8 pct. (mei 1968); prijzen bij consumptie (mei) : + 2 pct., tegen 4 0,7 pet. (mei 1968). Wat de conjunctuuronderzoekingen betreft, is het verschil (uitgedrukt in procenten van het totaal der antwoorden) tussen de antwoorden die gewag maken van een prijsstijging en die welke een daling melden, van 6 pct. (positief verschil) in het derde kwartaal van 1968 opgelopen tot 10 pet. in het vierde kwartaal en tot ongeveer 30 pet. gedurende (1) Zie e Statistieken», tabel VI1. (2) Ibidem, tabellen V113 en 4.

3 583 de eerste vijf maanden van 1969 ('). Bij de beoordeling van dit zeer belangrijke positieve verschil moet echter de algemene stijging van de staalprijs, die geen specifiek Belgisch verschijnsel is, in acht worden genomen. In verband met de veranderingen van het prijsindexcijfer bij consumptie moet worden gewezen op de gematigdheid van de stijging, van mei 1968 tot mei van de nietlevensmiddelen (1,7 pct.), terwijl de levensmiddelen en de diensten 4,9 pct. duurder werden. De stijging van de levensmiddelen weerspiegelt in zekere mate die van de landbouwprodukten, waarvan de groothandelsprijzen, zoals wij gezien hebben, volgens het door het Ministerie van Landbouw berekende indexcijfer in één jaar met 7,1 pct. toenamen. Oorzaak van deze vooruitgang is de prijsstijging van aardappelen, varkens, runderen en eieren. Van het eerste kwartaal van 1968 tot het eerste kwartaal van 1969 zijn de dispariteitsindexcijfers van de groothandelsprijzen van de afgewerkte industriële produkten en de consumptieprijzen in vergelijking met Frankrijk, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, in het voordeel van België verbeterd. In vergelijking met de Duitse Bondsrepubliek is het verloop iets verslechterd. ( 1 ) Zie a Statistieken», grafiek IV0, derde curve. De hoofdbestanddelen van de binnenlandse vraag. De consumptie van de gezinnen. De gezinnen hebben hun consumptieuitgaven, die bijna de twee derde vertegenwoordigen van de besteding van het bruto nationale produkt, duidelijk opgevoerd. In de industrie van de duurzame verbruiksgoederen is de gemiddelde verzekerde activiteitsduur van eind mei tot eind mei 1969 met bijna 25 pct. gestegen. De verlenging is vooral vanaf het tweede halfjaar van 1968 tot uiting gekomen. Tijdens dit jaar, in zijn geheel, nam de invoer van consumptiegoederen in de B.L.E.U. toe met 12,6 pct., tegen 5,2 pct. in 1967, maar terwijl, tijdens het eerste halfjaar, het stijgingspercentage t.o.v. de overeenstemmende voorgaande periode slechts 6,8 pct. bedroeg, is het in het derde kwartaal gestegen tot 16,3 pct. en in het vierde kwartaal tot 20,4 pct. De andere indicatoren leveringen van weefsels aan de binnenlandse markt, inschrijving van personenwagens, verkopen van de warenhuizen bevestigen de versnelling van de consumptie die in de loop van 1968 is opgetreden en zich, volgens de reeds beschikbare aanwijzingen, in het eerste kwartaal van 1969 heeft gehandhaafd. Tabel I. Indicatoren van de consumptie der gezinnen Verzekerde activiteitsduur Textielnijverheid (Maanden) ustrie der Indmetalen verbruikegoederen Invoer van verbruiksgoederen Inschrijving van personenwagens Leveringen van weefsels ( Verschillen in procenten t.o.v. de overeenstemmende voorgaande periode) Verkopen van de warenhuizen (Gecorrigeerd indexcijfer) ,9 3,2 + 5,2 + 4,5 1,8 0, e kwartaal 2,2 3,2 I 7,9 + 3,7 + 9,2 1,2 2e kwartaal 2,3 3,4 + 5,8 + 20,6 + 11,1 + 3,4 3e kwartaal 2,4 3,6 + 16,3 + 9,8 + 9,7 + 4,6 4e kwartaal 2,7 3,7 + 20,4 + 10,6 + 14,6 + 4, le kwartaal 2,8 4,1 + 13,4 + 5,8 Mei 3,2 4,2 Deze toegenomen uitgaven werden ten dele gefinancierd door een beroep op het verbruikskrediet : tegenover het overeenstemmende voorgaande halfjaar is het totale bedrag van de nieuwe kredieten (persoonlijke leningen en kredieten ter financiering van verkopen op afbetaling) in het eerste halfjaar van 1968 met 14,6 pct. toegenomen en in het tweede halfjaar, met 15,8 pet.; tijdens dit laatste bereikte dit bedrag fr miljoen.

4 584 De uitgaven voor de woningbouw. Ook deze categorie uitgaven van de gezinnen vertoont een aanzienlijke expansie, meer in het bijzonder in Dit kan met name worden opgemaakt uit de in de bouwnijverheid geregistreerde vraag : de verzekerde activiteitsduur steeg van mei 1968 tot de overeenstemmende maand van 1969 van 3,3 tot 4,6 maanden voor de individuele woonhuizen, van 5,8 tot 7,3 maanden voor de in reeks gebouwde woonhuizen en van 9,6 tot 13,9 maanden voor de gebouwen met drie verdiepingen en meer. Het gemiddelde maandelijkse volume van de bouwvergunningen, uitgedrukt in duizenden kubieke meters, is van in het laatste kwartaal van 1967 opgelopen tot in het laatste kwartaal van Voor dezelfde periode is het aantal gebouwen in uitvoering van tot eenheden gestegen. De investeringen van de bedrijven. Volgens de laatste halfjaarlijkse enquête van de Nationale Bank zouden de industriële investeringen in 1969 in de deelnemende bedrijven toenemen met 17 pet., terwijl, in september 1968, voor dezelfde bedrijven gerekend werd met een teruggang van 20 pct. in 1969 : inzake industriële investeringen heeft het klimaat zich dus grondig gewijzigd. Andere gegevens bevestigen deze ommekeer. Zo liep de verzekerde activiteitsduur voor de bouw van niet voor de huisvesting bestemde gebouwen van 17,9 maanden in mei 1968 op tot 20,5 maanden in de overeenstemmende maand van In de industrie van de metalen uitrustingsgoederen steeg de verzekerde activiteitsduur, tijdens dezelfde periode, van 5,6 tot 7,8 maanden. Anderzijds steeg het percentage van de. bedrijven die aan de enquête over de aanwending van het produktievermogen deelnemen en die voornemens zijn hun capaciteit op te voeren, van 15 eind mei 1968 tot 31 eind mei Volgens de douanestatistieken nam de invoer van investeringsgoederen in de B.L.E.U. in het tweede halfjaar van 1968 t.o.v. de overeenstemmende voorgaande periode toe met 10 pct., terwijl hij tijdens de voorgaande twee semesters verminderde. Tenslotte is de vraag naar krediet voor de financiering van investeringen aanzienlijk ver aroot, waardoor de beschikbare marge van de investeringskredieten geopend door de parastatale instellingen en de banken een aanzienlijk hoger bedrag bereikte in maart 1969 dan begin De overheidsuitgaven. Zoals de meeste uitgaven van de bedrijven en gezinnen zullen de overheidsuitgaven in 1969 een gevoelige stijging te zien geven die nauwelijks kleiner zal zijn dan in 1968, toen de gevolgen van een anticyclisch beleid zich lieten gevoelen. Het verloop van de jaarlijkse stijgingspercentages der overheidsuitgaven ziet er inderdaad als volgt uit : 1965 Aangepaste kredieten (In procenten) Gewone begroting 17,9 12,8 9,1 9,6 2. Buitengewone begroting 1 13,3 12,6 29,6 23,6 3. Totaal (1 I 2). 17,2 12,8 12,4 12,2 Oorspronkelijke ramingen ,9 9,9 20, ,8 11,03 9,04 11,5 ' 1 Vastleggingskredieten, met inbegrip van de niet in de begroting opgenomen sector (Wegenfonds, E3, E5, E39, Albertkanaal, kanaal BrusselRupel). 2 Aangepast programma. 3 Na uitsluiting van de a speciale programma'slandsverdediging (gevechtswagens : fr. 4,6 miljard in 1967; vliegtuigen : fr. 6,6 miljard in 1968). 4 Bedrag van 1969 zonder de voorwaarderjke tranche. Ten opzichte van het bedrag van 1968, zonder de «speciale programma's s. Tijdens de laatste drie jaar gaven de werkelijke begrotingsuitgaven aanleiding tot een gevoelige stijging van de netto financieringsbehoeften van de Staat, die van fr. 17 miljard in 1966 opliepen tot fr. 34 miljard in Volgens de ramingen voor 1969 zouden deze behoeften fr. 24,9 miljard bedragen. De ondervinding leert evenwel dat de werkelijke cijfers soms gevoelig afwijken van de ramingen en dat de netto financieringsbehoeften bijna altijd hoger liggen. De tijdens de eerste vier maanden waargenomen evolutie wijst erop dat de geraamde ontvangsten zullen worden bereikt; de lopende uitgaven zullen, zoals ieder jaar, overschreden worden, waardoor de gewone begroting waarschijnlijk een tekort zal vertonen, waarvan de omvang zal afhangen van het resultaat van de door de Regering aangekondigde restrictieve inspanningen. Van haar kant, zou de buitengewone begroting, niettegenstaande de «voorwaardelijke tranche» niet. wordt aan

5 585 Tabel II. Uitgaven en ontvangsten van de Staat (Miljarden franken) Resultaten Oorspronkelijke ramingen Eerste 4 maanden van 1968 Resultaten Eerste 4 maanden van Gewone begroting : Ontvangsten 200,6 219,6 238,8 240,6 264,6 75,5 83,8 Uitgaven 203,9 221,7 243,9 240,7 264,6 83,0 90,5 Saldo 3,3 2,1 5,1 0,1 7,5 6,7 2. Saldo van de buitengewone begroting 24,0 98,3 32,4 10,2 11,5 39,2 45, Saldo van de extrabudgettaire verrichtingen 2 4,1 7,9 12,3 6,7 4,4 4. Schatkisttekort (4 = ) 31,4 38,3 49,8 39,3 45,8 24,4 22,6 5. In de begrotingsuitgaven begrepen aflossingen van de overheidsschuld +14,3 +15,3 +15,7 +18,7 +20,9 + 5,7 + 9,3 6. Netto financieringsbehoeften van de Staat (6 = 4 4 5) 17,1 23,0 34,1 20,6 24,9 18,7 13,3 1 Werkelijke verwezenlijkte ontvangsten en uitgaven tijdens iedere periode, ongeacht het begrotingsjaar waarmee zij verbonden zijn. 2 Omvat de uitgaven van het Wegenfonds. Voor het jaar 1969, uitsluitend het Wegenfonds. 3 Zonder de conjunctuurtranche; de Regering heeft besloten deze tranche niet te zullen gebruiken. gewend en, behoudens een nog grotere vertraging van het tempo der vastleggingen, aanleiding moeten geven tot uitgaven die een weinig hoger liggen dan die van Alles samen is het dus waarschijnlijk dat de netto financieringsbehoeften van de Staat (met inbegrip van het Wegenfonds) dichter bij fr. 30 miljard dan bij fr. 25 miljard zullen liggen. Dan is het nog zo dat dit cijfer alleen de Staat en het Wegenfonds betreft. en niet de lagere overheid, wier uitgaven eveneens een krachtige expansie zouden kunnen vertonen in verband met de verkiezingen die in 1970 zullen plaatshebben. Evenmin heeft het betrekking op de niet in de begroting opgenomen uitgaven voor de autowegen E3, ES en E39, voor het Albertka aal en het kanaal BrusselRupel. Tenslotte dient eraan te worden herinnerd dat, zo de aflossingen in de begroting van de overheidsschuld op fr. 20,9 miljard worden geraamd, de werkelijke uitgaven zullen worden verhoogd met : een bedrag van ongeveer fr. 3 miljard budgettaire aflossingen ingeschreven in de begroting van 1968 en die niet werkelijk werden uitbetaald ( 1 ); een bedrag van fr. 4,8 miljard, zijnde het saldo van de nog in omloop zijnde leningen ( 1 ) Omdat sommige leningen boven pari noteerden, wat de geplande terugkopen ter beurze verhinderde. De daling van de noteringen heeft dezé belemmering doen verdwijnen. die in 1969 vervallen en waarvan de aflossing niet in de begroting is opgenomen; een deel van fr. 33 miljard leningen met een tussentijdse vervaldag in 1969; dit is een totaal bijkomend bedrag van bijna fr. 30 miljard, indien slechts fr. 20 miljard van de bovengenoemde fr. 33 miljard ter aflossing wordt aangeboden. De bruto financieringsbehoeften van de Staat alleen (met inbegrip van het Wegenfonds) zouden in 1969 dus fr. 80 miljard kunnen overschrijden, terwijl ze in 1968 fr. 60,5 miljard bedroegen. De dekking van de netto financieringsbehoeften sedert 1965 komt voor in tabel III. Het beroep op de geldscheppende instellingen is in 1968 buitengewoon belangrijk geweest; er werd vooral een ruim gebruik gemaakt van de kredietmarge waarover de Staat bij 'de Nationale Bank beschikt. In 1968 waren er nochtans geen tussentijdse vervaldagen en er vervielen slechts uiteindelijk fr. 10,9 miljard niet in de begroting ingeschreven bedragen. Voor de eerste vijf maanden van 1969 is het verbeterde bedrag ( 1 ) van de directe en indi ( 1 ) De bewegingen van de schuld die betrekking hebben op de met het Internationale Monetaire Fonds gesloten transacties, op het tegoed dat de Bank bij het Bestuur der Postchecks aanhoudt voor rekening van de Minister van Nationale Opvoeding en op het uitstaande bedrag door het Wegenfonds geaccepteerde wissels werden uitgeschakeld.

6 586 Tabel ELI. Dekking van de netto financieringsbehoeften van de Staat (Miljarden franken) eerste 4 maanden Beroep van de Staat op de Belgische markt : a) Geldscheppende instellingen + 11,8 + 6,9 + 3,9 + 27,5 + 12,3 v+ 11,2 b) Overige + 15,1 + 5,3 + 21,6 + 10,3 + 7,2 v+ 1,0 Totaal 4 26,9 + 12,2 + 25,5 + 37,8 ± 19,5 + 12,2 2. Beroep van de Staat op de buitenlandse markt 4,8 + 4,9 2,5 3,7 0,8 + 1,1 Eindtotaal + 22,1 ± 17,1 + 23,0 + 34,1 + 18,7 + 13,3 recte rijksschuld, met fr. 16,6 miljard gestegen, tegen fr. 23,5 miljard gedurende dezelfde periode van 1968.De vlottende schuld in Belgische franken en in deviezen is toegenomen met fr. 12,8 miljard, tegen fr. 19,6 miljard, en de geconsolideerde schuld met fr. 3,8 miljard, tegen fr. 3,9 miljard, ondanks de uitgifte van gevestigde leningen voor een totaal van fr. 26,4 miljard, tegen fr. 10 miljard tijdens de overeenstemmende periode van De economische betrekkingen met het buitenland. De buitenlandse handel van de Belgisch Luxemburgse Economische Unie verloopt gunstig ( 1 ). In 1968 stegen de invoer en de uitvoer, naar waarde, met 16,1 pct. Het tekort op de handelsbalans bereikte fr. 8,5 miljard, tegen fr. 7,2 miljard in Zulke geringe tekorten worden normaal ruim gecompenseerd door de andere lopende verrichtingen met het buitenland. De handelsbalans sluit over de eerste vier maanden van 1969 met een overschot van fr. 1,6 miljard; in vergelijking met de voorgaande overeenstemmende periode nam de uitvoer toe met 16,9 pct. en de invoer, met 16 pct. Bij wijze van vergelijking zij hier vermeld dat tijdens de eerste vier maanden van 1968 de handelsbalans een overschot van fr. 0,4 miljard vertoonde en dat de jaarlijkse groeipercentages van de uitvoer en van de invoer resp. 12,8 en 14,6 bedroegen. De eerste vier maanden van 1969 geven een aanmerkelijke expansie te zien van de uitvoer naar de Duitse Bondsrepubliek ( I 30,9 pct.), naar Frankrijk ( + 41,4 pct.), naar Italië ( I 31,6 pct.). De uitvoer naar Nederland en ( 1 ) Zie a Statistieken n, tabellen VIII. het Verenigd Koninkrijk nam minder krachtig toe (resp. 7,3 en 1 pct.) ; die naar de Verenigde Staten liep daarentegen terug met 27,7 pct., terwijl hij met 31 pct. steeg voor het gehele jaar 1968 en met 42,7 pct. tijdens de eerste vier maanden van dat jaar, vergeleken met de voorgaande overeenstemmende maanden. De teruggang van de eerste maanden van 1969 is klaarblijkelijk een gevolg van de stakingen in de Amerikaanse havens. In tegenstelling met de douanestatistieken, waaruit een zeer bevredigende toestand blijkt, wijzen de door het BelgischLuxemburgs Instituut voor de Wissel geregistreerde betalingen op minder gunstige tendenties ( 1 ). Van 1967 tot 1968 liep het overschot van het lopend verkeer terug van fr. 10,1 tot 1,7 miljard; onder deze transacties waren de betalingen voor inen uitvoer alleen al de oorzaak van een tekort van fr. 3,9 miljard in 1967 en van fr. 12,1 miljard in 1968 ( 2 ). Ten belope van meer dan fr. 5 miljard vindt de verslechtering een verklaring in de omstandigheid dat de invoerders hun betalingen voor invoer sneller hebben afgehandeld terwijl de uitvoerders de opbrengst van hun uitvoer trager hebben gerepatrieerd. Deze handelwijze die de uiting kan zijn van een zekere negatieve houding van buitenlandse bedrijven tegenover de Belgische frank of van de voorkeur voor een beroep op krediet in België dat minder duur is dan in het buitenland en, eventueel, van het verlangen in het buitenland kortlopende beleggingen te doen, werd ook in de eerste maanden van 1969 gevolgd. Voor de eerste vier maanden van dit jaar, gaf het lopend verkeer niettemin een overschot te zien van fr. 4,1 miljard, tegen (1) Zie a Statistieken n, tabellen IX. (2) Zie het artikel over de ontwikkeling van de betalingsbalans in 1968, dat in het eerstvolgende nummer van het Tijdschrift zal verschijnen.

7 587 fr. 1,4 miljard voor de overeenstemmende periode van Het feit dat er, ondanks de snel opgaande conjunctuur, een overschot blijft, doet het zeer bevredigende concurrentievermogen van de BelgischLuxemburgse economie duidelijk naar voren komen. Gezien in het ruimer kader van het totale betalingsverkeer van de BelgischLuxemburgse ingezetenen met het buitenland, stelt men echter sommige, in de huidige omstandigheden minder gunstige verschijnselen vast : de nettoaankopen van buitenlandse effecten bedroegen in 1967 fr. 5,3 miljard, in 1968 fr. 13,9 miljard en in de eerste vier maanden van 1969 fr. 7 miljard; bij deze kapitaalaf vloeiingen moeten nog die worden gevoegd welke de vorm aannemen van een verandering der betalingstermijnen en die tot uiting zijn gekomen bij het onderzoek der betalingen van goederen; de aankopen van BelgischLuxemburgse effecten door buitenlanders ten bedrage van fr. 2,8 miljard in 1967 sloegen om in verkopen ten belope van fr. 0,5 miljard in 1968 en van fr. 0,5 miljard voor de eerste vier maanden van 1969 alleen; daartegenover bleven de buitenlandse directe investeringen in de B.L.E.U. in 1968 bijna op hetzelfde peil als in 1967 (fr. 12,5 miljard), maar in de eerste vier maanden van 1969 bereiken zij slechts fr. 1,6 miljard. Dat de kapitaalbewegingen van de bedrijven en particulieren tijdens de beschouwde periode van 1969 tenslotte sluiten met een overschot van fr. 2,8 miljard, is toe te schrijven aan de netto kapitaalinvoer door financiële instellingen van de overheidssector ten bedrage van fr. 5 miljard. In totaal vertoonde de betalingsbalans voor de eerste vier maanden een overschot van fr. 7,8 miljard, tegen een tekort van fr. 0,3 miljard voor de overeenstemmende maanden van 1968 en van fr. 6 miljard voor het jaar De goudvoorraad en netto deviezenpositie van de Nationale Bank, exclusief de uitvoeraccepten in Belgische franken, verminderden van eind april 1968 tot eind april 1969 met fr. 20,3 miljard, terwijl ze tijdens de voorgaande twaalf maanden met fr. 7,9 miljard stegen. De deviezenreserves van de depositobanken zijn intussen weliswaar toegenomen, maar deze verschuiving is een vorm van geldafvloeiing die het aanbod op de geldmarkt vermindert en moest worden gecompenseerd door een toegenomen beroep op de Nationale Bank : de wisselportefeuille van deze laatste steeg van fr. 9 miljard eind april 1968 tot fr. 28 miljard eind april 1969; de uitvoeraccepten in Belgische franken die voor de Bank vorderingen op het buitenland zijn, vertegenwoordigen fr. 8,1 miljard in deze stijging, waardoor de daling van de totale netto buitenlandse tegoeden in deviezen en Belgische franken van de Nationale Bank voor de beschouwde twaalf maanden werd teruggebracht op fr. 12,2 miljard. Op 4 april jl. heeft het BelgischLuxemburgs Instituut voor de Wissel dan ook besloten de contantpositie in vreemde valuta's van de gereglementeerde wisselmarkt der erkende banken van de BelgischLuxemburgse Economische Unie en hun voorschotten in Belgische of Luxemburgse franken in convertibele rekeningen, te begrenzen. Bovendien zijn de erkende banken, met ingang van 9 mei 1969 en tot nader bericht, niet meer gemachtigd aan de ingezetenen van België en het Groothertogdom Luxemburg buitenlandse deviezen van de gereglementeerde markt te verkopen om gereglementeerde rekeningen te crediteren. De verkopen van buitenlandse deviezen aan ingezetenen van België en het Groothertogdom Luxemburg mogen slechts worden uitgevoerd voor onmiddellijke betalingen aan het buitenland, op basis van de door de reglementering vereiste bewijsstukken. Het verloop van de kredieten. De stijging van de binnenlandse bestedingen en de uitbreiding van de kapitaaluitvoer gingen gepaard met een uitzetting van de kredieten. De expansie van de opgenomen kredieten, ingedeeld naar de grote categorieën financiële instellingen blijkt uit tabel IV. De kredieten die in 1968 bij de gezamenlijke banken werden opgenomen, stegen met 19,6 pct., tegen 18,3 pct. in De versnelling die tijdens het vierde kwartaal van 1968 reeds zeer krachtig was, bleef in het eerste kwartaal van 1969 aanhouden. De snelle ontwikkeling van de bankkredieten komt ook tot uiting in het verloop van de kredietopeningen. Voor de vijftien voornaamste banken nam het bedrag van de geopende kre

8 588 Tabel IV. Opgenomen kredieten (Veranderingen in miljarden franken) Banken Openbare kredietinstellingen 1 Particuliere spaarkassen ,4 1 26, ,4 1 26, ,7 I 30,9 Van oktober 1966 tot maart 1967 I 14,1 1 12,6 Van oktober 1967 tot maart 1968 I 20,5 1 13,9 Van oktober 1968 tot maart 1969 v + 29,3 + 13,9 N ti c.0 CS, CO CO t CC) 0 Cm CO CM Nationale Kas voor Beroepskrediet. Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet, Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet, National Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, Nationale Maatschappij voor de Huisvesting, Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom, Woningfonds van de Bond der Grote Gezinnen, Gemeentekrediet van België en Algemene Spaar en Lijfrentekas. e Voorlopige cijfers. dieten in 1967 toe met fr. 35,8 miljard en met fr. 45,8 miljard in Tijdens het eerste kwartaal van 1969 is het tempo van de nieuwe openingen nog versneld : de toeneming bedraagt fr. 12,1 miljard, tegen fr. 8,7 miljard in het eerste kwartaal van Het aanwendingspercentage van de geopende kredieten bij de vijftien voornaamste banken liep op van 58,9 pct. einde maart 1967 tot 60,9 pct. einde maart 1968 en tot 61,2 pct. einde maart Ook bij de openbare kredietinstellingen bleef de expansie van de opgenomen kredieten zeer levendig. De verruimde vraag naar krediet kwam echter vooral tot uitdrukking in een gevoelige stijging van de kredietopeningen; zo beliepen de nieuwe kredietverbintenissen (de annuleringen afgetrokken) in 1968 fr. 63,6 miljard, tegen fr. 44,2 miljard in Terwijl de kredietopeningen van de banken voor het merendeel kortlopende kredieten van het revolving type zijn, waarvan gemiddeld 60 pct. wordt opgenomen en die vervallen of kunnen worden opgezegd binnen tamelijk korte termijnen, zijn de kredietopeningen toegestaan door de openbare kredietinstellingen voor een zeer groot deel op halflange of lange termijn en worden zij volledig opgenomen na een periode die, naargelang van het geval, gaat van enkele maanden tot enkele jaren. Aan de hand van thans beschikbare voorlopige gegevens kan worden vastgesteld dat deze versnellingsbeweging, zoals dat ook het geval is voor de banken, tijdens het eerste kwartaal van 1969 voortduurde. Bij de particuliere spaarkassen was de uitbreiding van de kredieten in 1968 minder levendig dan in 1967 wegens de traagheid waarmee de bouw van particuliere woningen veer op gang kwam. Tijdens de eerste drie maanden van 1969 werd de kredietverlening evenwel vaster. De maatregelen van financieel en monetair beleid. In de vorige hoofdstukken werden verschillende aspecten belicht van de conjuncturele expansie die tijdens de laatste maanden heeft plaatsgehad en waarin klaarblijkelijk tendenties tot economische overspanning aanwezig zijn die het later verloop van de conjunctuur in gevaar kunnen brengen. Dit gevaar is zoveel te reëler daar het naderen van de datum waarop de belasting over de toegevoegde waarde van kracht wordt, aanleiding geeft tot vervroegde bestedingen wegens de al of niet gewettigde vrees voor prijsstijgingen. De tendentie tot economische overspanning komt ook tot uiting in de financiële ontwikkeling. Het aanbod van en de vraag naar financieringsmiddelen weerspiegelen namelijk de verschijnselen die zich voordoen op het vlak van het aanbod van en de vraag naar produkten. Een economisch subject, dat op een bepaald ogenblik meer uitgeeft dan het bedrag van zijn inkomen, moet afnemen van zijn besparingen die hijzelf vroeger heeft aangelegd of die direct of indirect door andere economische subjecten te zijner beschikking zijn gesteld. Wat geldt voor een individueel economisch subject, geldt eveneens voor een economische sector en voor de gezamenlijke economie. Op het vlak van de economie in haar geheel geeft een verstoring van het evenwicht tussen de bestedingen en het produkt of het inkomen

9 589 aanleiding tot een tekort op de lopende rekening met het buitenland. Op het financiële vlak wordt een verstoring van het evenwicht tussen de bestedingen en het inkomen tenslotte mogelijk gemaakt door het krediet waardoor men op toekomstige inkomens kan vooruitlopen. Wanneer men het aanbod van en de vraag naar financieringsmiddelen in de Belgische economie beschouwt, constateert men dat het grootste deel van de financiële besparingen is gevormd door de sector der gezinnen. Met deze besparingen kunnen de bestedingen van de overheidssector en van de sector der bedrijven gefinancierd worden. Indien de sector der gezinnen het tempo van zijn consumptie en bouwuitgaven sneller opvoert dan dat van zijn inkomens, kan hij financieringsproblemen stellen voor de overheidssector en voor de sector der bedrijven, vooral wanneer deze laatste tegelijkertijd het tempo van hun uitgaven sterker opvoeren dan dat van hun inkomsten. Op grond van de bovenvermelde gegevens zouden deze even ichtsverstorende tendenties zich in 1969 zowel in de sector der gezinnen (verbruik en bouw) als in die van de bedrijven (investeringen in uitrustingen en in voorraden) kunnen voordoen. Reeds wordt er een vertraging vastgesteld in de vorming van financiële activa in Belgische franken. Gedurende de laatste periode waarvoor al gegevens beschikbaar zijn, evolueerde de vorming van financiële activa, in vergelijking met de voorgaande overeenstemmende periode namelijk als volgt : Tabel V. Financiële activa (Veranderingen in miljarden franken.) De toeneming van de hier opgetekende financiële activa van de ene periode tot de andere kwam uitsluitend ten goede aan het buitenland, aangezien ze volledig werd besteed aan de nettoaankopen van buitenlandse effecten door ingezetenen, wat het probleem van het renteverschil in het licht plaatst. Ondanks de stijging van de inkomens is de vorming van de financiële activa in Belgische franken licht verminderd; de vermindering is zelfs vrij duidelijk voor de obligaties, kasbons en spaarbons. Anderzijds kunnen de financiële instellingen hun portefeuille overheidspapier verminderen om hun kredieten aan de bedrijven en gezinnen te vermeerderen. Deze verschillende problemen (neiging tot economische overspanning, kapitaaluitvoer en noodzakelijkheid te zorgen voor de financiering van de onontbeerlijke overheidsuitgaven) hebben maatregelen van monetair en financieel beleid noodzakelijk gemaakt, die hierna in het kort zullen worden beschreven. Beperking van de begrotingsuitgaven door de Regering. De gekozen instrumenten omvatten, in de eerste plaats, een directe beperking van de toeneming der overheidsuitgaven : de conjunctuurtranche van de begroting der buitengewone uitgaven van 1969 zal niet worden aangewend, terwijl de aanvankelijke kredieten op de gewone begroting van 1969 met 2 pct. zullen worden verminderd, zodat, na bijvoeging van sommige oorspronkelijk niet ingeschreven kredieten, het bijblad der.aanvullende kredieten tot fr. 5 of 6 miljard zou kunnen worden beperkt. r Eind augustus 1967 tot eind maart 1968 Eind augustus 1968 tot eind maart 1969 Chartaal geld 1, 5 2,8 Giraal geld + 9,2 +11,1 Termijn en spaardeposito's +27,0 +28,9 Obligaties, kasbons, spaarbons +32,6 r +27,9 Totaal van de financiële activa in Belgische franken +67,3 r+65,1 Deviezendeposito's + 0,4 + 1,1 Nettoaankopen van buitenlandse effecten door ingezetenen + 4,9 +10,6 Eindtotaal +72,6 r +76,8 Begrenzing van de kredieten der financiële instellingen aan de bedrijven en particulieren.. Om de gevolgen te voorkomen die een buitensporige toeneming van de vraag naar krediet bij de banken voor het interne en externe evenwicht van de Belgische economie zou hebben, heeft de Nationale Bank, op 30 april, een richtlijn verstrekt om gedurende de laatste acht maanden van 1969 de uitzetting van de opgenomen kredieten en meteen van de kredietopeningen, te beperken. De begrenzing geldt voor het opgenomen bedrag van de gezamenlijke accept, disconto,

10 590 promesse en kaskredieten, exclusief de kaskredieten in deviezen aan het buitenland en de discontokredieten aan het Wegenfonds. Het betreft de oorspronkelijk door elke bank verleende kredieten. Ten einde bepaalde financieringsvormen en, bijgevolg, de banken die in het verlenen ervan gespecialiseerd zijn niet te bevoorrechten, werden geen kredieten van de vastgestelde quota's vrijgesteld. Het toegestane stijgingspercentage werd dienovereenkomstig berekend. In vergelijking met het gemiddelde bedrag van 1968 zal het bedrag van de begrensde kredieten van elke bank op 30 juni en 30 septeinber 1969 het indexcijfer 118 en op 31 december het indexcijfer 122,5 niet mogen overschrijden, met dien verstande dat de stijging op de eerste twee data in elk geval fr. 40 miljoen zal mogen bedragen en fr. 50 miljoen op de derde. Deze expansienormen zijn op zodanige wijze vastgesteld dat aan alle aanvragen die stroken met een ordelijke groei van de economie kan worden tegemoetgekomen; tevens werden de seizoenschommelingen van het geheel der kredieten in acht genomen. Mocht de Nationale Bank vaststellen dat het contingent in bepaalde gevallen werd overschreden, dan zou het bedrag van de visaen herdiscontoplafonds der betrokken banken ten minste worden verminderd met het absolute bedrag van de overschrijding. Soortgelijke richtlijnen als die van de Nationale Bank aan de banken, zoals ze hierboven zijn beschreven, zijn door de Minister van Financiën en het Centraal Bureau voor de Kleine Spaarders verstrekt aan de voornaamste overige categorieën financiële instellingen. Maatregelen om een, controle van de liquiditeit der banken mogelijk te maken. Deze nieuwe maatregelen zijn ten getale van drie : a) Vaststelling door de Nationale Bank van visa ( 1 ) en herdiscontoplafonds voor de banken. Tot voor kort waren de enige beperkingen die inzake visum en herdisconto bestonden, (1) Door het verlenen van haar visum verbindt de Bank er zich formeel toe de wissel waarop het is aangebracht te disconteren, op voorwaarde dat hij binnen maximum 120 dagen Vervalt. Het visum wordt enkel verleend aan wissels die betrekking hebben op invoer of uitvoer indien zij sommige bepaalde voorwaarden vervullen. hoofdzakelijk ingegeven door solvabiliteitsoverwegingen : enerzijds werd elke bank ervan op de hoogte gebracht dat het bedrag invoer en uitvoerwissels waarvoor haar het visum zou worden verleend, in beginsel een bedrag gelijk aan 2,5 maal haar eigen middelen niet zou mogen overtreffen; anderzijds, oefenden de diensten van de Nationale Bank een zuiver intern toezicht uit op grond van een regel krachtens welke het door iedere bank geherdisconteerde bedrag handelspapier getrokken naar aanleiding van binnenlandse transacties, in beginsel een bedrag overeenstemmend met éénmaal haar eigen middelen niet mocht overschrijden. Het nieuwe stelsel, dat op 1 mei van kracht werd, is hoofdzakelijk ingegeven door overwegingen van monetair beleid. Het plafond van elke bank is vastgesteld op 16 pct. van het gemiddelde bedrag, tijdens de voorafgaande twaalf maanden, van haar deposito's in Belgische franken, obligaties, kasbons en eigen middelen. Aan het probleem van de banken die van toen af al hun aldus berekende plafond hadden overschreden, werd een oplossing gegeven door een tot 30 september 1969 geldende overgangsformule in te voeren. Het plafond heeft tegelijkertijd betrekking op het bedrag van de geherdisconteerde wissels en dat van de geviseerde wissels. Op die wijze wordt er rekening gehouden met de verscheidenheid in de specialisaties van de banken in binnenlandse en buitenlandse financieringen. Op het plafond van elke bank worden volgende bedragen aangerekend, waardoor bijgevolg de beschikbare marges verminderen : 1) het uitstaande bedrag van het geviseerde papier met een resterende looptijd van minder 'dan twee jaar. Aldus blijft het systeem van het visum, dat een formele verbintenis vanwege de Bank inhoudt om het papier te herdisconteren, behouden, aangezien de houder die om herdisconto verzoekt, niet het gevaar loopt dat de beschikbare marge van de bank opgebruikt is; 2) liet uitstaande bedrag van de nietgeviseerde, bij de Bank geherdisconteerde wissels; 3) het uitstaande bedrag van de nietgeviseerde, bij de Bank herdisconteerbare wissels die werden gemobiliseerd op de door het Herdiscontering en Waarborginstituut gehouden markt van het particulier disconto. Door aldus voor dit papier in het plafond van de betrokken

11 591 bank een plaats in te ruimen, van zodra het wordt gemobiliseerd waardoor de bank zich aldus middelen verschaft, wordt voorkoxnen dat de ia, ankopende instellingen, wanneer zij het papier ter herdiscontering zouden aanbieden, het risico zouden lopen dat de marge van de betrokken bank intussen is opgebruikt. De goede werking van de markt van het particuliere disconto is op deze wijze gewaarborgd. Waren de plafonds op 31 maart 1969 van kracht geweest, dan zouden zij de mobiliseringsmogelijkheden van de banken beperkt hebben tot ongeveer 60 pct. van hun portefeuille nietgeviseerde bij de Nationale Bank herdisconteerbare wissels. De vaststelling van de plafonds heeft de liquiditeit van de banken dus beïnvloed zonder daarom echter voor deze laatste kasproblemen te doen rijzen. Naargelang van het binnenlandse conjuncuurverloop en de toestand tegenover het buitenland zal de Nationale Bank het geheel van de vastgestelde plafonds kunnen verhogen of verlagen. b) Reorganisatie van de markt van het gewaarborgde daggeld. Deze reorganisatie, die sinds 1 mei van kracht is, werd hoofdzakelijk verwezenlijkt om de markt te doen functioneren overeenkomstig haar hoofddoel dat, in België, bestaat in het vergemakkelijken van het financiële beheer van instellingen die het hoofd moeten kunnen bieden aan belangrijke verschillen tussen hun dagelijkse ontvangsten en uitgaven. Dientengevolge mogen aan de markt van het gewaarborgde daggeld alleen financiële instellingen deelnemen van de overheids of van de particuliere sector die direct opeisbare middelen ontvangen of deposito's op spaar of depositoboekjes of deposito's voor termijnen die drie maanden niet overschrijden. Alleen deze instellingen hebben immers kasoverschotten of tekorten van tijdelijke aard, waarvan de omvang en het tijdstip moeilijk te voorzien zijn. De deelnemers hebben zich ertoe verbonden «de richtlijnen na te leven van de Minister van Financiën, de Bankcommissie en het Centraal Bureau voor de Kleine Spaarders ertoe strekkend de leningen op de markt van het gewaarborgde daggeld te beperken tot de dekking van tijdelijke kasbehoeften, met uitsluiting van stelselmatige krediet of beleggingsactiviteit». In de praktijk bepalen de onderrichtingen aan de deelnemers dat «de geleende bedragen berekend in kalenderkwartaalgemiddelden, ten minste gelijk moeten zijn aan de opgenomen bedragen en, hiermee vergeleken, zelfs een overschot moeten vertonen dat past bij de omvang en de aard van hun verplichtingen». Aan de verbintenis van de deelnemers zijn eventuele sancties verbonden, aangezien de Nationale Bank opdracht kreeg voor de toepassing ervan te waken en gemachtigd werd de toegang tot leningen op te schorten van iedere deelnemer die de aangegane verbintenis niet zou naleven. De clausule betreffende de verbintenis het beroep op de leningen te beperken, is niet toepasselijk op het Herdiscontering en Waarborginstituut, dat door zijn functie geldnemer is op de markt, noch op het Rentenfonds, wiens regulerende opdracht vereist dat het voor onbepaalde periodes het aanbod en de vraag beïnvloedt. c) Vaststelling van een beleggingscoëfficiënt door de Bankcommissie. Toen de Bankcommissie, op 20 mei, het besluit nam de banken deze coëfficiënt op te leggen, streefde zij daarmee twee doeleinden na : uit een algemeen oogpunt van monetair beleid, heeft zij in de eerste plaats willen vermijden dat de toepassing van de visa en herdiscontoplafonds vastgesteld door de Nationale Bank zouden worden ontzenuwd door een vermindering van de vorderingen op de Belgische overheidssector; vervolgens, heeft zij remmend willen werken op de oriëntering van de bankmiddelen naar sommige kredietvormen en, tenslotte, heeft zij op indirecte en bijkomstige wijze willen bijdragen tot de dekking van de behoeften van de Belgische overheidssector; meer in het bijzonder uit een oogpunt van evenwichtigheid der individuele bankstructuren, heeft de Commissie geoordeeld dat het, vooral in de huidige conjunctuurfase, paste een actie te ondernemen om een ommekeer te bewerken van de tendens tot een zekere verhoging van de niet gemakkelijk verhandelbare activa in vergelijking met de passiva met een looptijd van minder dan twee jaar, tendens die

12 592 tijdens de laatste jaren bij de meeste banken is waargenomen. Het door de Bankcommissie uitgevaardigde reglement verplicht de banken, voor een periode beperkt tot één jaar geleidelijk de coëfficiënt te verhogen die momenteel bestaat tussen hun gemakkelijk verhandelbare activa in Belgische franken (kasmiddelen, herdisconteerbaar handelspapier, Belgische overheidsfondsen en schatkistpapier) en hun passiva in Belgische franken met een looptijd van ten hoogste twee jaar. Van de banken wier coëfficiënt te laag wordt geacht, wordt een grotere inspanning verlangd. Aan het einde van een periode van één jaar zal de Bankcommissie, in de conjuncturele samenhang van dat ogenblik, onderzoeken welke maatregelen moeten worden getroffen om de structuren te behouden die het evenwicht van het gehele Belgische banksysteem in de hand werken. Verhoging van het disconto en voorschottarief van de Nationale Bank. Tijdens de laatste maanden heeft de Nationale Bank herhaaldelijk haar disconto en voorschottarief verhoogd. Zo bedraagt de basisdiscontovoet, na van 5,25 pct. van het einde van 1966 te zijn teruggebracht op 3,75 pct. in maart 1968, 6 pct. sedert 29 mei Op die wijze heeft de Bank willen vermijden dat de kloof tussen de buitenlandse en de binnenlandse rente groter werd ( 1 ). Daarenboven steunt deze laatste de matigende invloed die de begrenzingspolitiek en de maatregelen tot beperking van de liquiditeit der banken op de uitbreiding van de kredieten aan de bedrijven en particulieren uitoefenen. Andere maatregelen. Bij koninklijk besluit van 27 mei 1969 (Staatsblad van 3 juni) is de toegestane duur van de persoonlijke leningen en van de kredieten tot financiering van verkopen op afbetaling verkort en het minimumvoorschot dat de koper bij huurkoop contant moet betalen, verhoogd. Anderzijds zal de Regering een selectiever beleid voeren bij de toepassing van de economischeexpansiewetten van 1959 en 1966, waarbij voorzien wordt in de toekenning van regeringshulp ten gunste van sommige investeringen. Tenslotte herinneren wij eraan dat het BelgischLuxemburgs Instituut voor de Wissel twee maatregelen heeft genomen die worden beschreven aan het einde van het hoofdstuk betreffende de economische betrekkingen met het buitenland. ( 1 ) In verband met de binnenlandse rentestand, zie «Statistieken», tabellen XIX.

13 LITERATUUR IN VERBAND MET DE ECONOMISCHE EN FINANCIELE PROBLEMEN VAN BELGIE Onderstaande literatuuropgave sluit aan bij diegene die wij gepubliceerd hebben in het aprilnummer 1969 van het Tijdschrift. Er weze opgemerkt dat in deze literatuuropgave noch de verslagen van de verschillende instellingen, noch de statistische bronnen zijn overgenomen. 1. GELD EN KREDIETWEZEN LIEBAERT J., Quelques problèmes en matlère de cheques. (Revue de la Banque, Brussel, XXXIII, nr 2, 1969, blz ) REISTAD D.L., The Components of a «Checkless Society» and a Shopping Trip of the Future. (Revue de la Banque, Brussel, XXXIII, n' 2, 1969, blz ) Verkopen en leningen op afbetaling en persoonlijke leningen. (Statistisch Tijdschrift, Brussel, LV, n' 2, februari 1969, blz ) 4. OVERHEIDSFINANCIEN Belasting over de toegevoegde waarde (II en III). (Mededelingen van het Verbond der Belgische Nijverheid, XXIV, n's 8 en 11, 10 maart en 10 april 1969, blz en ) DE CAESEMAEKER J., De hervorming van de controle der vastleggingen. (Documentatieblad van het Ministerie van Financiën, Brussel, nr 2, februari 1969, blz. 530.) De financiering van de gewone uitgaven van de provincies. (Statistisch Tijdschrift, Brussel, LV, n" 2, februari 1969, blz ) KAUFFMAN J., La réforme de Pimpel:'t sur le revenu au GrandDuché de Luxembourg. (La Fiscalité du Marché commun, Deventer, nr 31, december 1968, blz ) LECLERCQ J.M., La T.V.A. Le projet belge et les directives communautaires. (Répertoire fiscal, Brussel, n's 1112, novemberdecember 1968, blz ) VAN HOUTTE J., B.T.W., een instrument van conj unctuurpolitiek? (Economisch en Sociaal Tijdschrift, Antwerpen, XXIII, nr 1, februari 1969, blz. 18.) VAN LAETHEM, De B.T.W. Principes, werking, toepassing. (Kleding en Confectie, Brussel, XXIII, nes 12, januarifebruari 1969, blz ) 8. NATIONAAL INKOMEN SPAARWEZEN INVESTERINGEN VERBRUIK DECUYPERE R., Les investissements européens en Belgique. (Revue pratique des Questions commerciales et économiques, Luik, nr 4, december 1968, blz. 522.) DE WULF Ch., Over het bestaan en de nietigheid van buitenlandse vennootschappen in België. (Rechtskundig Weekblad, Antwerpen, XXXII, nr 30, 30 maart 1969, blz ) Le comportement du consommateur beige, á courte perspective. (Synopsis, Brussel, XI, nr 118, maartapril 1969, blz ) LEMAIRE F., Choix et dimensions des investissements industriels. (Industrie, Brussel, XXIII, nr 3, maart 1969, blz ) Les investissements dans le Hainaut. (Cahier d'information du Conseil économique wallon du Hainaut, Bergen, n' 9, februari 1969, 24 blz. kaart.) PIERARD R., Les aides publiques aux investissements en vue de promouvoir la création, l'expansion ou la reconversion des entreprises. (Bulletin économique du Hainaut, Bergen, I, n' 2, april 1969, blz ) Structure des portefeuilles et répartitlon des risques (I et II). (Bulletin financier de la Banque de Bruxelles, n's 11 en 12, 21 en 28 maart 1969, blz. 14 en 14.) VAES E., Belgium's Place in the Expanslon of American Companies in Europe. (Belgian Trade Review, New York, XXIV, n' 3, maart 1969, blz ) VANTHIELEN W., BatenKostenAnalyse en overheidsinvesteringen. (Tijdschrift voor Economie, Leuven, XIII, nr 4, 4e kwartaal 1968, blz ) 7. PRIJZEN EN LONEN CLAES J., Vergelijking van de prijsindexcijfers van de gezinsconsumptie in de Beneluxlanden. (Economisch en Statistisch Kwartaalbericht van Benelux, Brussel, nr 1, februari 1969, blz ) 8. WERKGELEGENHEID EN WERKLOOSHEID DELEECK H., La participation des travailleurs l'autofinancement. (Synopsis, Brussel, XI, nr 118, maartapril 1969, blz )

14 594 La nouvelle lui sur les conventions collectives et les commissions paritaires. (Socialisme, Brussel, XVI, n, 92, maart 1969, blz ) SPITAELS G., Notes de sociologie du travail. (Institut de Sociologie de l'université Libre de Bruxelles, Brussel, 1969, 99 blz.) THIRY P., La politique régionale et l'emploi en Hainaut. (Bulletin économique du Hainaut, Bergen, I, nr 2, april 1969, blz ) TRACHTE M.G., Du règlement volontaire des conflits collectifs du travail. (Revue de Droit social, Brussel, nr 1, 1969, blz. 717.) TROCLET L.E. en VOGELPOLSKY E., Le travail intérimaire en Belgique et dans les pays du Marché commun. (Institut de Sociologie de l'université Libre de Bruxelles, Brussel, 1968, 258 blz.) 9. SOCIALE VERZEKERING DE BROECK G., De sociale wetgeving in (Tijdschrift voor Sociaal Recht, Brussel, nr 1, 1969, blz. 47 ) Nieuwe initiatieven in de sector der plastiekgrondstoffen. (Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, XXIV, n' 12, 21 maart 1969, blz ) Quelques secteurs de pointe des industries alimentaires. (Bulletin économique de la Société Générale de Banque, Brussel, VIII, n' 80, maart 1969, blz. 13.) 12. WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK SCHMITZ N. en anderen, Obstacles á la diffusion des innovations en Belgique (I). (Cahiers économiques de Bruxelles, Brussel, nr 41, l e kwartaal 1969, blz ) 14. BINNENLANDSE HANDEL WYVEKENS P., De kleine en middelgrote distributieondernemingen in (Informatieblad van het Economisch en Sociaal Instituut voor de Middenstand, Brussel, XXI, nr 3, maart 1969, blz. 38.) 10. ECONOMISCHE TOESTAND ECONOMISCHE POLITIEK GADENNE N., Connaissance du Hainaut occidental. Face á face : Métropole du Nord Hainaut occidental. (Bulletin économique du Hainaut, Bergen, 1, nr 2, april 1969, blz NABOKOFF N., Pour un nouveau dynamisme économique de la Wallonie. (Revue générale beige, Brussel, nr 3, maart 1969, blz. 519.) PAELINCK J.H.P., Un modèle dynamique de simulation et de controle pour l'économie belge. (Rivista Internazionale di Scienze Economiche e Commerciali, Milaan, n' 3, maart 1969, blz ) VAN PEETERSSEN A., Quelques prévisions pour l'année (Cahiers économiques de Bruxelles, Brussel, n* 41, l e kwartaal 1969, blz ) 11. NIJVERHEID LANDBOUW VISSERIJ De Belgische aardolienijverheid. (Mededelingen van het Verbond der Belgische Nijverheid, Brussel, XXIV, n' 7, 1 maart 1969, 8 blz.) De scheikundige nijverheid in België. (Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, XXIV, n' 10, 7 maart 1969, blz ) DEVOS P., La concentration : considérations théoriques et cas pratiques. (Etudes économiques, Bergen, IIIIV, nr , 1968, blz ) Het waterprobleem in België. Beknopte uiteenzetting van de toestand einde (Belgisch Comité tot verspreiding van het Europees Handvest voor het water, Brussel, 1969, 24 blz.) KIRSCH R., De industriële structuur in Luxemburg. (Economisch en Statistisch Kwartaalbericht van Benelux, Brussel, nr 1, februari 1969, blz ) 15. BUITENLANDSE HANDEL ROBROEKS J.H.C.A., Handel van Benelux met de ontwikkelingslanden. (Economisch en Statistisch Kwartaalbericht van Benelux, Brussel, nr 1, februari 1969, blz ) 16. INTERNATIONALE FINANCIELE TRANS ACTIES AUBREY H.G., Behind the Veil of International Money. (Princeton University, Princeton, 1969, 37 blz.) BUCHHOLZ E.H., Vorsch15,ge zur Reform des internationalen Wáhrungssystems. (Jahrbiicher ƒr Nationaliikonomie und Statistik, Stuttgart, CLXXXII, W's 45, maart 1969, blz ) CARREAU D.G. en JUILLARD P., Le plan Johnson du l er janvier 1968 : La nouvelle réglementatlon américaine des mouvements de capitaux. (Revue de Science financière, Parijs, LX, nr 4, oktoberdecember 1968, blz ) Concepts et définitions de la balance des paiements. (Internationaal Monetair Fonds, Washington, 1968, IV +54 blz.) COOMBS C.A., Treasury and Federal Reserve Foreign Exchange Operations. (Federal Reserve Bulletin, Washington, LV, n' 3, maart 1969, blz ) DAVIES C., La réunion annuelle de la Banque Mondiale, de 11.D.A. et de la S.F.I. (Finances et Développement, Washington, V, nr 4, december 1968, blz. 713.) De rekeneenheid. (Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, XXIV, n' 11, 14 maart 1969, blz ) De verhandelingen van aandelen tussen de Verenigde Staten en Europa. (Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, XXIV, n' 14, 4 april 1969, blz )

15 595 DEWEY DAANE J., Much Ado About International Monetary Reform. (Federal Reserve Bank of Cleveland Economic Review, Cleveland, februari 1969, blz. 39.) DIVOY I., Les mesures américaines en matière d'exportation de capitaux privés. (Revue d'economie politique, Parijs, LXXIX, n* 1, januarifebruari 1969, blz ) ECKERSLEY T.W.H. en HOLE P.C., La réunlon annuelle du Fonds. (Finances et Développement, Washington, V, n" 4, december 1968, blz. 26.) EuroDollars Are For Ever. (The Economist, Londen, CCXXX, n" 6553, 29 maart 1969, blz ) Financial Implications of the International Payments Imbalances. (World Financial Markets, New York, februari 1969, blz. 118.) GOLDSTEIN H.N., Gresham's Law and the Demand for NRU's and SDR's. (The Quarterly Journal of Economics, Cambridge (Mass.), LXXXIII, n* 1, februari 1969, blz ) HAUGE G., Bretton Woods Revisited. (Manufacturers Hanover Trust, New York, 1969, z. blz.) HIRSCH F., Influences on Gold Production. (Staff Papers, Washington, XV, n" 3, november 1968, blz ) Hoge cijfers op de Eurokapitaalmarkt. (Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, XXIV n' 13, 28 maart 1969, blz ) HORSEFIELD J.K., Tirages, rachats et monnaies. (Finances et Développement, Washington, V, n* 4, december 1968, blz ) International Monetary Reserves and Exchange Rates. (International Economic Review, Chicago, februari 1969, blz. 17.) Mc CHESNEY MARTIN W., La fonction internationale des monnaies de reserve. (Cadres, Rome, XV, n' 1, januarimaart 1969, blz ) MOSSE R., Les problèmes monétaires internationaux. (Payot, Parijs, 1969, 2e uitgave, 324 blz.) REGNIER D.H., Les mécanismes d'ajustement des balances des paiements. (Cadres, Rome, XV, n* 1, januarimaart 1969, blz ) STREIT M.E., Why the Mark was not Revalued. (The Bankers' Magazine, Londen, n* 1500, maart 1969, blz ) The International Monetary Fund : Use and Supply of Resources. (Bank of England Quarterly Bulletin, Londen, IX, n* 1, maart 1969, blz ) TISNES A., Le róle des devices dominantes. (Economie appliquée, Parijs, XXII, n's 12, Ie halfjaar 1969, blz ) VAN ITTERSUM B.F., Waartoe bijzondere trekkingsrechten? (EconomischStatistische Berichten, Rotterdam, LIV, n' 2687, 19 maart 1969, blz ) VEIT 0., Elemente der Goldwnrung in der neuen iimhrungsordnung. (Deutsche Bank, Beitriige zur Wirtschafts und Wdhrungsfragen und zur Bankgeschichte, z. p., n* 7, december 1968, blz. 316.) VISSER H., De voorraden internationale liquiditeiten. (Economie, Tilburg, XXXIII, ns 6, maart 1969, blz ) VON HABERLER G. en WILLET Th. D., U.S. BalanceofPayments Policies and International Monetary Reform : A Critical Analysis. (American Enterprise Institute for Public Policy Research, Washington, 1968, 92 blz.) 17. INTERNATIONALE ECONOMISCHE AAN EENSLUITING ANSELMERABINOVITCH L., De la communauté tarifaire á l'union douanière. (Banque, Parijs, XLIV, n" 272, maart 1969, blz ) BALEKJIAN W.H., Legal Aspects of Foreign Investment in the European Economie Community. (University Press, Manchester, 1967, XXIV +356 blz.) BARRE R., La politique monétaire de la C.E.E. (Cadres, Rome, XV, n* 1, januarimaart 1969, blz ) CASTAREDE J., La voce moyenne de 1'Europe. (Politique étrangère, Parijs, XXXIII, n* 6, december 1968, blz ) COLONNA di PALIANO G., Problemen en vooruitzichten van het industriebeleid. (Bulletin van de Europese Gemeenschappen, Brussel, II, n, 2, februari 1969, blz. 59.) De Gemeenschap kan haar technologische achterstand inhalen. (Bulletin van de Europese Gemeenschappen, Brussel, II, n* /, januari 1969, blz ) GOODMAN S.H., E.E.C. : The Economics of Associate Membership. (The Journal of Development Studies, Londen, V, n* 2, januari 1969, blz ) HERINCKXPIRLOT J., La politique agricole commune et l'économie beige. (Cahiers économiques de Bruxelles, Brussel, n" 41, le kwartaal 1969, blz. 599.) HEYNIG E., La libre circulation des travailleurs á l'intérieur de la Communauté est instituée définitivement. ( Revue du Marché commun, Parijs, 71,r 120, februari 1969, blz ) Le Marché commun des matières grasses. (Revue du Marché commun, Parijs, n" 120, februari 1969, blz ) Les structures agricoles européennes. (Service mensuel de Conjoncture de Louvain, Leuven, XXIII, n* 3, maart 1969, blz ) MARIS A., Het Brusselse landbouwplan 1980 (II). (EconomischStatistische Berichten, Rotterdam, LIV, n' 2686, 12 maart 1969, blz ) MANSHOLT S.L., De hervorming van de landbouw in de Europese Economische Gemeenschap. (Bulletin van de Europese Gemeenschappen, Brussel, II, n* 1, januari 1969, blz. 57.) PEETERS L., L'impót communautaire sur les rémunérations des fonctionnaires et agents des Communautés européennes. (Revue internationale des Sciences administratives, Brussel, XXXIV, n' 3, 1968, blz )

16 596 REY J., Balans en vooruitzichten van de Gemeenschappen. (Bulletin van de Europese Gemeenschappen, Brussel, II, n' 1, januari 1969, blz. 914.) RIBAS J.J., La politique sociale des Communautés européennes. (Dalloz, Parijs, 1969, XII +745 blz.) RICHEBAECHER K., Problemi e prospettive di integrazione dei mercati europei dei capitali. (Bancaria, Rome, XXV, ne 2, februari 1969, blz ) TOSCANO T., La politica agricola comune verso gli anni settanta. (Rivista di Politica Economica, Rome, LIXIII, n' 2, februari 1969, blz ) VAN DER GUCHT J., Projet de convention entre les Etats de la C.E.E. relative á la faillite. (Jurisprudence commerciale de Belgique, Brussel, I, nee 910, septemberoktober 1968, blz. IV/607IV/616.) 18. DIVERSEN DESAEYERE W., De behoeften van de economie aan universiteitsstudenten in (Tijdschrift voor Economie, Leuven, XIII, nr 4, 4e kwartaal 1968, blz ) GELDERS G., L'information publiée par les sociétés. (Conférences du Centre d'etudes bancaires et financières, Impresor, Brussel, boekje n' 149, februari 1969, 24 blz.) Universitair onderwijs : Instellingen, inrichting. (Schoten, 1968, 73 blz.) VAN OUTRIVE L. en MOONS A., Les organisations professionnelles patronales. (Synopsis, Brussel, XI, n' 118, maartapril 1969, blz ) VANWIJNSBERGHE D., Bedrijfseconomische aspecten van de voorraadmodellen. (Tijdschrift voor Economie, Leuven, XIII, ne 4, 4e kwartaal 1968, blz )

17 ECONOMISCHE WETGEVING Deze rubriek bevat de wetten, besluiten en andere officiële bekendmakingen die van bijzonder belang zijn voor 's lands algemene economie en via het Belgisch Staatsblad werden afgekondigd in de loop van de maand aan deze van de publikatie van het Tijdschrift voorafgaand. Alleen de gewichtigste wetten en besluiten hebben wij «in extenso» overgenomen. Voor de andere wetteksten volstaat een eenvoudige vermelding, desnoods door een verklarende nota verduidelijkt. Anderzijds omvat de economische wetgeving de voornaamste besluiten, richtlijnen en verordeningen voorkomend in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Om het naslaan ervan te vergemakkelijken, hebben wij bovenbedoelde documentatie in de volgende rubrieken ondergebracht : 1. Algemene economische wetgeving 2. Geld, krediet en bankwezen 3. Overheidsfinanciën 4. Landbouw 5. Nijverheid 6. Arbeid 7. Binnenlandse handel 8. Buitenlandse handel 9. Verkeerswezen 10. Prijzen en lonen 11. Pensioenen, sociale verzekeringen en diverse sociale voordelen 12. Europese Economische Gemeenschap 2. GELD, KREDIET. EN BANKWEZEN Koninklijk besluit van 24 maart 1969 tot verhoging van het nominaal bedrag dat de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid aan kasbons en obligaties mag uitgeven en aan deposito's mag opnemen (Staatsblad, 3 april 1969, blz. 2932). Artikel 1. Het nominaal bedrag dat de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid aan kasbons en obligaties mag uitgeven en aan deposito's mag opnemen wordt van vijfennegentig op honderd miljard frank gebracht. Koninklijk besluit van 28 maart 1969 betreffende het slaan van een muntstuk van 10 frank in nikkel (Staatsblad, 5 april 1969, blz. 3051). Artikel 1. Een stuk van 10 frank in nikkel, dat wettelijke koers heeft tezamen met de thans circulerende stukken en biljetten, zal volgens de vastgestelde behoeften worden aangemunt. Art. 2. Dit stuk wordt met effen muntrand geslagen, en vertoont de volgende kenmerken : Diameter : 27 millimeter; Gewicht : 8 gram, met een remedie van 20 duizendsten naar boven en naar beneden. Art. 5. De wettige betaalkracht onder particulieren der krachtens dit besluit uitgegeven stukken van 10 frank, wordt beperkt tot 500 frank. Wet van 1 april 1969 tot wijziging van het koninklijk besluit nr 56 van 10 november 1967 tot bevordering van het gebruik van giraal geld (Staatsblad, 19 april 1969, blz. 3555). Artikel 1. In het koninklijk besluit nr 56 van 10 november 1967 tot bevordering van het gebruik van giraal geld, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 : de eerste volzin van artikel 1, eerste lid, en de eerste volzin van artikel 3, eerste lid, worden met de volgende woorden aangevuld :

18 598 «of bij een door de Nationale Kas voor Beroepskrediet erkende kredietvereniging, of bij een door het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet erkende kredietkas»; 2 : in artikel 3, eerste lid, wordt het woord «vijftigduizend» vervangen door «tienduizend». Art. 2. In de wetten betreffende het handelsregister, gecoördineerd op 20 juli 1964, worden de volgende wijzigingen aangebracht : In artikelen 8, 12 0, 9, 11 0, en 39, tweede lid, in die wetten ingevoegd bij het koninklijk besluit n* 56 van 10 november 1967, worden de woorden «of bij een door de Nationale Kas voor Beroepskrediet erkende kredietvereniging, of bij een door het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet erkende kredietkas», in fine, toegevoegd na de woorden «van hetzelfde koninklijk besluit». Art. 3. Artikel 1 van deze wet treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Belgisch,Staatsblad. De Koning bepaalt de datum waarop artikel 2 in werking treedt. Ministerieel besluit van 4 april 1969 houdende goedkeuring van het Algemeen Reglement van de Interprofessionele E ffec tendeposito en Girokas (Staatsblad, 16 april 1969, blz. 3388). Koninklijk besluit van 8 april 1969 tot wijziging van het besluit van de Regent van 1 juni 1949 tot bepaling van de voorwaarden waaronder door het Woning fonds van de Bond der Kroostrijke Gezinnen van België voorschotten worden toegestaan door middel van kapitalen die voortkomen van het Fonds B 2 (Staatsblad, 19 april 1969, blz. 3568). Ministerieel besluit van 17 april 1969 houdende goedkeuring van wijzigingen aan het reglement van de leningen toe te staan door het Woningfonds van de Bond der Kroostrijke Gezinnen van België door middel van kapitalen voortkomend van het Fonds B 2 (Staatsblad, 24 april 1969, blz. 3723). 3. OYERHEIDSFINANCIEN Toekenning van een toelage van fr aan het Nationaal Instituut voor de Huisvesting (Staatsblad, 30 april 1969, blz. 4114). Ministerieel besluit van 5 maart 1969 betreffende de toekenning van toelagen voor het vlas (Staatsblad, 23 april 1969, blz. 3679). Erratum (Staatsblad, 25 april 1969, blz. 3848). Wet van 14 maart 1969 Art. 6. Vastleggingskredieten worden geopend ten bedrage van fr (). Art. 7. Ordonnanceringskredieten () worden geopend ten belope van fr Art. 9. De verrichtingen op de speciale fondsen () worden geraamd op fr voor de ontvangsten en op fr voor de uitgaven. Koninklijke besluiten van 19 en 24 maart 1969 tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 maart 1965 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (Staatsblad, 29 en 9 april 1969, blz en 3148). houdende de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin voor het begrotingsjaar 1969 (Staatsblad, 30 april 1969, blz. 4048). Artikel 1. Voor de aan het begrotingsjaar 1969 verbonden () gewone uitgaven betreffende het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin worden kredieten geopend die de som van fr belopen. Wet van 24 maart 1969 tot goedkeuring van twee Benelux protocollen betreffende het tarief van invoerrechten en tot bekrachtiging van twee koninklijke besluiten insgelijks bétreffende het tarief van invoerrechten, getroffen in de loop van 1965 (Staatsblad, 19 april 1969, blz. 3554).

19 599 Wet van 28 maart 1969 toelagen mogelijk te maken (Staatsblad, 30 april 1969, blz. 4083). waarbij nieuwe voorlopige kredieten komende in mindering van de begrotingen voor het Ministerieel besluit van 4 april 1969 begrotingsjaar 1969 geopend worden (Staatsblad, 1 april 1969, blz. 2803). Wet van 28 maart 1969 houdende de begroting van het Ministerie van Sociale Voorzorg voor het begrotingsjaar 1969 (Staatsblad, 4 april 1969, blz. 2989). tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 december 1964 houdende Aanvullende Verordening op de met het zegel gelijkgestelde taksen (Staatsblad, 16 april 1969, blz. 3395). Ministerieel besluit van 11 april 1969 Artikel 1. Voor de aan het begrotingsjaar 1969 verbonden () gewone uitgaven betreffende het Ministerie van Sociale Voorzorg, worden kredieten geopend die de som van fr belopen. Art. 4. De verrichtingen op de speciale fondsen () worden geraamd op fr voor de ontvangsten en op fr voor de uitgaven. Wet van 28 maart 1969 houdende de begroting der Dotatiën voor het begrotingsjaar 1969 (Staatsblad, 9 april 1969, blz. 3146). Enig artikel. Voor de aan het begrotingsjaar 1969 verbonden () uitgaven betreffende de begroting der Dotatiën worden kredieten geopend die de som van fr belopen. Koninklijk besluit van 1 april en ministerieel besluit van 2 april 1969 betreffende het tarief van invoerrechten (Staatsblad, 3 april 1969, blz. 2941). Wet van 3 april 1969 ter aanvulling van de wet van 14 april 1965 tot regeling van de financiële staatstussenkomst wegens schade aan private goederen veroorzaakt in verband met de overgang van de Democratische Republiek Kongo tot de onafhankelijkheid, om de toekenning van wacht betreffende de omruiling van de obligaties van de buitenlandse 3,5 pct.lening, groot 48 miljoen gulden Nederlands courant (Staatsblad, 25 april 1969, blz. 3839). Erratum (Staatsblad, 30 april 1969, blz. 4115). Koninklijk besluit van 17 april 1969 betreffende het accijnsstelsel van minerale olie (Staatsblad, 24 april 1969, blz. 3714). Koninklijk besluit van 18 april 1969 betreffende de uitgifte van de 7 pct.lening van het Wegenfonds (Staatsblad, 22 april 1969, blz. 3626). Art. 2. De lening is vertegenwoordigd door toonderobligaties () welke renten 7 pct. 's jaars vanaf 2 mei Art. 4. De lening wordt afgelost van het tweede jaar af. Art. 13. De uitgifteprijs, vastgesteld op 98,50 pct. van de nominale waarde, is volledig in speciën te betalen op het ogenblik van de indiening der inschrijvingen. Art. 14. Aan de in België gevestigde banken en effectenmakelaars wordt een plaatsingscommissieloon van 1,25 pct. van het door hun toedoen ingeschreven nominaal kapitaal toegekend. Het halfcommissieloon mag aan de financiële instellingen worden toegekend op de door hun bemiddeling ingezamelde inschrijvingen. 4. LANDBOUW Ministerieel besluit van 5 maart 1969 betreffende de toekenning van toelagen voor het vlas (Staatsblad, 23 april 1969, blz. 3679). Erratum (Staatsblad, 25 april 1969, blz. 3848).

20 NIJVERHEID Koninklijk besluit van 20 januari 1969 tot wijziging van het ministerieel besluit van 29 oktober 1956 waarbij een maandstatistiek van de bedrijvigheid en van de voorraden in zekere sectoren van de chemische nijverheid wordt voorgeschreven (Staatsblad, 18 april 1969, blz. 3518). 6. ARBEID Koninklijk besluit van 18 februari 1969 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 januari 1968 houdende uitvoering van artikel 35 van het koninklijk besluit n* 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen (Staatsblad, 29 april 1969, blz. 3961). Koninklijk besluit van 28 maart 1969 betreffende de arbeidsduur van de bij de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen tewerkgestelde werklieden (Staatsblad, 5 april 1969, blz. 3076). 8. BUITENLANDSE HANDEL Wet van 24 maart 1969 tot goedkeuring van twee Beneluxprotocollen betreffende het tarief van invoerrechten en tot bekrachtiging van twee koninklijke besluiten insgelijks betreffende het tarief van invoerrechten, getroffen in de loop van 1965 (Staatsblad, 19 april 1969, blz. 3554). Koninklijk besluit van 1 april en ministerieel besluit van 2 april 1969 betreffende het tarief van invoerrechten (Staatsblad, 3 april 1969, blz. 2933). Ministerieel besluit van 22 april 1969 waarbij de doorvoer van sommige goederen aan vergunning onderworpen wordt (Staats. blad, 30 april 1969, blz. 4123). 10. PRIJZEN EN LONEN Koninklijk besluit van 10 april 1969 tot vaststelling van maximumbedragen van honoraria en prijzen voor geneeskundige en tandheelkundige verstrekkingen inzake verplichte ziekte en Invaliditeitsverzekering (Staatsblad, 12 april 1969, blz. 3283).

INHOUD. Veertigste jaargang Deel II Juli-december De monetaire school versus de inkomens-bestedingsmethode, door Prof. R.T. Selden.

INHOUD. Veertigste jaargang Deel II Juli-december De monetaire school versus de inkomens-bestedingsmethode, door Prof. R.T. Selden. NATIONALE BANK VAN BELGIE Departement Studiën TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS INHOUD Veertigste jaargang Deel II Juli-december 1965 ALGEMEEN Blz. De monetaire school

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT INHOUD. Zevenendertigste jaargang Deel II Juli-december 1962

TIJDSCHRIFT INHOUD. Zevenendertigste jaargang Deel II Juli-december 1962 NATIONALE BANK VAN BELGIE Studiedienst TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHUNT MAANDELIJKS INHOUD Zevenendertigste jaargang Deel II Juli-december 1962 ALGEMEEN Nr. Blz. Produktie- en investeringstempo's,

Nadere informatie

INHOUD. Eenenveertigste jaargang Deel Ti Juli-december 1966

INHOUD. Eenenveertigste jaargang Deel Ti Juli-december 1966 NATIONALE BANK VAN BELGIE Departement Studiën TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS INHOUD Eenenveertigste jaargang Deel Ti Juli-december 1966 ALGEMEEN Blz. Normering van

Nadere informatie

INHOUD. Vijfenveertigste jaargang Deel I januari-juni Naar een internationale kapitaalmarkt? door Prof. R.N. COOPER 1 1

INHOUD. Vijfenveertigste jaargang Deel I januari-juni Naar een internationale kapitaalmarkt? door Prof. R.N. COOPER 1 1 NATIONALE BANK VAN BELGIE Departement Studiën TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS INHOUD Vijfenveertigste jaargang Deel I januari-juni 1970 ALGEMEEN Blz. Naar een internationale

Nadere informatie

Nationale Bank van België

Nationale Bank van België Tijdschrift van de Nationale Bank van België LI e Jaargang Deel I N" 4 - April 1976 Verschijnt maandelijks INHOUD : 3 Aanbevelingen van monetair beleid op 22 maart 1976 door de Nationale Bank van België

Nadere informatie

INHOUD. Drieënveertigste jaargang Deel I Januari-juni 1968

INHOUD. Drieënveertigste jaargang Deel I Januari-juni 1968 NATIONALE BANK VAN BELGIE Departement Studiën TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS INHOUD Drieënveertigste jaargang Deel I Januari-juni 1968 ALGEMEEN N' Blz. Vergroting

Nadere informatie

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2019-04-29 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van 2019 Over het hele jaar 2018

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2017 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Over het hele jaar 2016

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT. Verschijnt maandelijks INHOUD. Negentiende jaar -- October-December 1944 Twintigste jaar Vol. I. Januari-Juni 1945

TIJDSCHRIFT. Verschijnt maandelijks INHOUD. Negentiende jaar -- October-December 1944 Twintigste jaar Vol. I. Januari-Juni 1945 NATIONALE BANK VAN BELGIË' Afdeeling Studiën en Documentatie O TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting Verschijnt maandelijks Birtiotlitg!e. INHOUD Negentiende jaar -- October-December 1944 Twintigste

Nadere informatie

TIJD SCHRIFT INHOU D. Zesendertigste jaargang Deel I Juli-december 1961

TIJD SCHRIFT INHOU D. Zesendertigste jaargang Deel I Juli-december 1961 r% - NATIONALE BANK VAN BELGIE Departement Studiën en Documentatie TIJD SCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS 5 INHOU D Zesendertigste jaargang Deel I Juli-december 1961 0,'

Nadere informatie

Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november

Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november 25--24 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - november 25 Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november Na de aanmerkelijke stijging in oktober, is

Nadere informatie

Zitting 1964-1965-7800

Zitting 1964-1965-7800 Zitting 1964-1965-7800 3 RIJKSBEGROTING VOOR HET DIENSTJAAR 1965 HOOFDSTUK IXA - NATIONALE SCHULD MEMORIE VAN TOELICHTING NR. 2 Algemeen Een vergelijking van de ramingen voor het dienstjaar 1965 met die

Nadere informatie

Verschijnt maandelijks INHOUD. Twintigste jaar Vol. II Juli-December 1945

Verschijnt maandelijks INHOUD. Twintigste jaar Vol. II Juli-December 1945 NATIONALE BANK VAN BELGIË Afdeeling Studiën en Documentatie O TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting Verschijnt maandelijks INHOUD Twintigste jaar Vol. II Juli-December 1945 Nummer van het Tijdschrift

Nadere informatie

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL 009-04-3 Links: BelgoStat On-line Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - april 009 LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL Voortaan worden de synthetische curven

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2018-04-27 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2018 Over het hele jaar 2017

Nadere informatie

Ondernemersvertrouwen neemt in november zeer licht toe

Ondernemersvertrouwen neemt in november zeer licht toe 4--24 Links: BelgoStat On-line Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - november 4 Ondernemersvertrouwen neemt in november zeer licht toe De conjunctuurbarometer van de Nationale

Nadere informatie

Het ondernemersvertrouwen neemt in november verder toe

Het ondernemersvertrouwen neemt in november verder toe 27--23 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven november 27 Het ondernemersvertrouwen neemt in november verder toe Na een fors herstel in oktober is de conjunctuurbarometer

Nadere informatie

Afbrokkeling van het ondernemersvertrouwen in augustus

Afbrokkeling van het ondernemersvertrouwen in augustus 26-8-24 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - augustus 26 Afbrokkeling van het ondernemersvertrouwen in augustus De conjunctuurbarometer van de Nationale

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2000 - Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2001 - Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

INHOUD. Vijfenveertigste jaargang Deel II juli-december 1970

INHOUD. Vijfenveertigste jaargang Deel II juli-december 1970 NATIONALE BANK VAN BELGIE Departement Studiën TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MÁANDELUICS INHOUD Vijfenveertigste jaargang Deel II juli-december 1970 ALGEMEEN N BI*. De. definities

Nadere informatie

XLVe Jaargang, Deel I, 1 1` 4 April 1970

XLVe Jaargang, Deel I, 1 1` 4 April 1970 NATIONALE BANK VAN BELGIE TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHUNT MAANDELIJKS Departement Studiën XLVe Jaargang, Deel I, 1 1` 4 April 1970 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT. XXXIXe Jaargang, Deel I, Nr 3 Maart 1964

TIJDSCHRIFT. XXXIXe Jaargang, Deel I, Nr 3 Maart 1964 NATIONALE BANK VAN BELGIE Studiedienst TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS XXXIXe Jaargang, Deel I, Nr 3 Maart 1964 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie uitgegeven.

Nadere informatie

Conjunctuur - nulgroei in 2015

Conjunctuur - nulgroei in 2015 Conjunctuur - nulgroei in 2015 De cijfers die wijzen op een groei van meer dan 3 % in 2014 en een aantal vergunde woningen dat 10 % hoger ligt, geven de illusie van een stevig herstel voor de bouw. Maar

Nadere informatie

Het ondernemersvertrouwen herstelt zich in november

Het ondernemersvertrouwen herstelt zich in november 218-11-23 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven november 218 Het ondernemersvertrouwen herstelt zich in november Het ondernemingsklimaat verbeterde in alle

Nadere informatie

Kas en stukken met geldwaarde

Kas en stukken met geldwaarde KLASSE 3 FINANCIELE REKENINGEN Deze klasse bevat de rubrieken en de rekeningen van de geldwaarden, de deposito's op zicht en op termijn, de leningen en voorschotten op één jaar en minder, alsook de effectenportefeuilles.

Nadere informatie

Persbericht. Economie groeit niet in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Net geen recessie.

Persbericht.   Economie groeit niet in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Net geen recessie. Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-095 17 mei 2002 9.30 uur Economie groeit niet in eerste kwartaal 2002 De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2002 niet gegroeid. Dit blijkt

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Maart 212 1 1 - -1-1 -2-2 -3-3 22 23 24 2 26 27 28 29 21 211 212 Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks Seizoengezuiverde brutoreeks De conjunctuurbarometer

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2016 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Over het hele jaar 2015

Nadere informatie

Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari

Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari 28-2-22 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven februari 28 Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari De stabilisering van de conjunctuurbarometer volgt

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2015-04-29 Links: Publicatie NBB.stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015 De economische activiteit stijgt met

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009 9 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin maart 29 Financiering via kapitaalmarkt moeilijker en duurder geworden Nederlandse ingezetenen hadden eind 28 voor het eerst meer dan eur 1. miljard aan schuldpapier

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting

TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting NATIONALE BANK VAN BELGIE TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELUKS Departement Studiën XLIIIe Jaargang, Deel II, 1\1` 3 September 1968 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie

Nadere informatie

3. Herziening van de methodologie met betrekking tot de sector van de verzekeringsinstellingen

3. Herziening van de methodologie met betrekking tot de sector van de verzekeringsinstellingen Integrale versie 3. Herziening van de methodologie met betrekking tot de sector van de verzekeringsinstellingen Om tegemoet te komen aan de voorschriften van het ESR 1995, werd de op de verzekeringsinstellingen

Nadere informatie

XLVe Jaargang, Deel I, Nr 5 Mei 1970

XLVe Jaargang, Deel I, Nr 5 Mei 1970 NATIONALE BANK VAN BELGIE TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting V ERSCHUNT MAANDELIJKS Departement Studiën XLVe Jaargang, Deel I, Nr 5 Mei 1970 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-144 21 december 2005 9.30 uur Groei economie derde kwartaal 2005 hoger dan eerder geraamd De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 met

Nadere informatie

Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden)

Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden) (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen t7 7 Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen tweede kwartaal 28 Publicatiedatum CBS-website: 8 oktober 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil

Nadere informatie

http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_15-01-2015/afdrukken

http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_15-01-2015/afdrukken http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_/afdrukken Page 1 of 5 Wet financiering decentrale overheden (Tekst geldend op: ) Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het

Nadere informatie

XLIIe Jaargang, Deel II, Nr 4 Oktober 1967

XLIIe Jaargang, Deel II, Nr 4 Oktober 1967 NATIONALE BANK VAN BELGIE TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS Departement Studiën XLIIe Jaargang, Deel II, Nr 4 Oktober 1967 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie

Nadere informatie

GEEN AARDSCHOK IN DE BOUW, MAAR HERSTEL IS NIET VOOR MORGEN!

GEEN AARDSCHOK IN DE BOUW, MAAR HERSTEL IS NIET VOOR MORGEN! GEEN AARDSCHOK IN DE BOUW, MAAR HERSTEL IS NIET VOOR MORGEN! De balans 2008 ziet er nog goed uit De productie heeft stand gehouden... Volgens de ramingen van het Instituut voor de Nationale Rekeningen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-038 15 mei 2009 9.30 uur Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Grootste krimp na de Tweede Wereldoorlog Export en investeringen vallen

Nadere informatie

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur : Oktober 2015 Macro & Markten 1. Rente en conjunctuur : VS Zoals al aangegeven in ons vorig bulletin heeft de Amerikaanse centrale bank FED de beleidsrente niet verhoogd. Maar goed ook, want naderhand werden

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT VERSCHIJNT MAANDELIJKS

TIJDSCHRIFT VERSCHIJNT MAANDELIJKS NATIONALE BANK VAN BELGIE TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS Departement Studiën XLIIe Jaargang, Deel II, Nr 5 November 1967 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 13

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 13 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 13 26 maart 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 CBS: Werkloosheid gedaald door afname beroepsbevolking 3 Werkloze beroepsbevolking 1) 5 2. Inkomen en bestedingen

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN

NATIONALE REKENINGEN NATIONALE REKENINGEN Kwartaalaggregaten 2003 - I Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2014-04-30 Links Publicatie BelgoStat On-line Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Bij een stijging van 0,3 % in

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-009 15 februari 2012 9.30 uur Economie 0,7 procent gekrompen In vierde kwartaal 0,7 procent krimp t.o.v. een jaar eerder Consumptie 1,8 procent lager

Nadere informatie

PERSBERICHT. Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1

PERSBERICHT. Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1 10 december 2003 PERSBERICHT Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1 Vandaag introduceert de Europese Centrale Bank (ECB) een nieuwe reeks geharmoniseerde statistieken betreffende

Nadere informatie

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-103 1 juli 2004 9.30 uur Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal 2004 De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2004 met 0,9 procent

Nadere informatie

Januari 2013. Krediet en overmatige schuldenlast: wat leren wij uit de cijfers 2012 van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren?

Januari 2013. Krediet en overmatige schuldenlast: wat leren wij uit de cijfers 2012 van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren? Januari 2013 Krediet en overmatige schuldenlast: wat leren wij uit de cijfers 2012 van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren? Analyse uitgevoerd voor het Observatorium Krediet en Schuldenlast Duvivier

Nadere informatie

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-011 14 februari 2013 9.30 uur Economie verder gekrompen Economie krimpt in vierde kwartaal 0,2 procent t.o.v. kwartaal eerder Ten opzichte van een jaar

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2000 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP 5 IV (19751976) Nr. 1 CULTUURRAAD VOOR DE NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP ZITTING 19751976 ONTWERP VAN DECREET houdende aanpassing van de begroting van de Culturele Zaken van de Nederlandse Cultuurgemeenschap

Nadere informatie

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België November 211 1 1 - -1-1 -2-2 -3-3 21 22 23 24 2 26 27 28 29 21 211 Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks Seizoengezuiverde brutoreeks De conjunctuurbarometer

Nadere informatie

kortlopende kredieten langlopende kredieten buitenlandse banken1

kortlopende kredieten langlopende kredieten buitenlandse banken1 Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 26 99 Fax +32 2 221 31 97 BTW BE 0203.201.340 RPM Brussel 2010-05-20 Links: kredietobservatorium

Nadere informatie

VLAAMSE RAAD ONTWERP VAN DECREET

VLAAMSE RAAD ONTWERP VAN DECREET Stuk 11 - A (1980-1981) - Nr. 1 VLAAMSE RAAD ZITTING 1980-1981 21 OKTOBER 1980 ONTWERP VAN DECREET waarbij nieuwe voorlopige kredieten worden geopend die in mindering komen van de begroting van de Vlaamse

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-069 15 november 2011 9.30 uur Economische groei valt terug Economie 1,1 procent gegroeid op jaarbasis in derde kwartaal Kwartaal op kwartaal 0,3 procent

Nadere informatie

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 68032 MONITEUR BELGE 16.10.2009 BELGISCH STAATSBLAD GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE

Nadere informatie

Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit?

Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit? Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit? Seminarie voor leerkrachten economie van het middelbaar onderwijs Brussel, 11 oktober 2017 Departement Algemene Statistieken Hans De Dyn 2 / 24 Inhoud

Nadere informatie

HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN

HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN 1 HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN 1. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte a) Indien een Amerikaans toerist op de Grote Markt van Brussel een Deens bier drinkt,

Nadere informatie

Mutatie ( miljoen) Mutatie 2009* in %

Mutatie ( miljoen) Mutatie 2009* in % Tweede kwartaal/eerste halfjaar 2010 26 augustus 2010 Halfjaarbericht Hoofdpunten Omzet met 10,8% gestegen naar 7,1 miljard (stijging van 4,4% tegen constante wisselkoersen) Bedrijfsresultaat met 17,6%

Nadere informatie

ECONOMISCHE INDICATOREN VOOR BELGIE

ECONOMISCHE INDICATOREN VOOR BELGIE WEKELIJKSE PUBLICATIE NATIONALE BANK VAN BELGIE DEPARTEMENT ALGEMENE STATISTIEK SYNTHESE VAN DE PROGNOSES 998 r r Realisaties NBB EC OESO EC OESO (veranderingspercentages tov het voorgaande jaar) A BBP

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkgelegenheid commerciële sector daalt. Minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkgelegenheid commerciële sector daalt. Minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-196 26 september 2002 9.30 uur Werkgelegenheid commerciële sector daalt Voor het eerst sinds 1994 is het aantal banen van werknemers in commerciële bedrijven

Nadere informatie

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk 30 FINANCIËLE SITUATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de financiële situatie van de Leidse burgers. In de enquête wordt onder andere gevraagd hoe moeilijk of gemakkelijk men rond kan komen met het

Nadere informatie

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012 BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012 Een vooruitblik op de schuld, de schuldenlastbetalingen in 2013-2045

Nadere informatie

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Oktober 212 1 1 - -1-1 -2-2 -3-3 22 23 24 2 26 27 28 29 21 211 212 Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks Seizoengezuiverde brutoreeks De conjunctuurbarometer

Nadere informatie

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2010 COM(2010) 774 definitief Bijlage A/Hoofdstuk 14 BIJLAGE A bij het voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het Europees

Nadere informatie

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Februari 212 1 1 - -1-1 -2-2 -3-3 22 23 24 2 26 27 28 29 21 211 212 Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks Seizoengezuiverde brutoreeks De conjunctuurbarometer

Nadere informatie

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 Facts & Figures over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 Facts & figures De lokale overheden zijn een zeer belangrijke speler in ons land. De bevoegdheden die ze

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen heeft 5 opgaven en omvat 21 vragen.

Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen heeft 5 opgaven en omvat 21 vragen. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen heeft 5

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Verantwoordelijke uitgever: Erik Van Tricht, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, Bergstraat, 30-34 - 1000 Brussel Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen VASTGOEDACTIVITEIT

Nadere informatie

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP 136 (1973-1974) - N 1 CULTUURRAAD VOOR DE NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP ZITTING 1973-1974 12 DECEMBER 1973 ONTWERP VAN DECREET houdende aanpassing van de begroting van de Culturele Zaken van de Nederlandse

Nadere informatie

Persbericht. Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek. Consumptie huishoudens ruim 11 miljard hoger

Persbericht. Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek. Consumptie huishoudens ruim 11 miljard hoger Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-047 20 april 2005 9.30 uur Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger Het bruto binnenlands product (BBP) van 2001 is door herziening van definities

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie ALGEMENE ECONOMIE Maandag 27 juni 2016 B / 9 2016 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (20 punten)

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.6.2016 COM(2016) 414 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD met de beoordeling zoals vereist op grond van artikel 24, lid 3, en artikel 120,

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export Koninklijk besluit houdende de versterking van de doeltreffendheid

Nadere informatie

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Als gevolg van de wereldwijde economische en financiële crisis heeft de EU met een laag investeringsniveau te kampen. Alleen met gezamenlijke gecoördineerde

Nadere informatie

Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement

Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen in de volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement Inleiding In ons recent onderzoek betreffende de gerechtigden op wacht- en

Nadere informatie

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Monitoring Rapport: Mei 212 Jan van Nispen Inleiding De start van de financiële crisis ligt nu al enkele jaren achter ons, maar in 211 voelden we nog steeds de

Nadere informatie

A. Gedematerialiseerde effecten van de overheidsschuld

A. Gedematerialiseerde effecten van de overheidsschuld PPB-2007-4-CPB-2 BIJLAGE II : OVERZICHT VAN DE REGLEMENTERING INZAKE HET BIJHOUDEN VAN GEDEMATERIALISEERDE EFFECTEN A. Gedematerialiseerde effecten van de overheidsschuld 1 Erkenning voor het bijhouden

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het

Nadere informatie

5,6. Praktische-opdracht door een scholier 2583 woorden 20 december keer beoordeeld

5,6. Praktische-opdracht door een scholier 2583 woorden 20 december keer beoordeeld Praktische-opdracht door een scholier 2583 woorden 20 december 2002 5,6 76 keer beoordeeld Vak Economie Iedereen heeft met geld te maken, jong en oud. Jongeren misschien wat minder dan oudere mensen, maar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 Rijksbegroting voor het jaar 1988 20200 Vaststelling begroting van uitgaven Hoofdstuk IX A Nationale Schuld Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. De

Nadere informatie

Marktontwikkelingen varkenssector

Marktontwikkelingen varkenssector Marktontwikkelingen varkenssector 1. Inleiding In de deze nota wordt ingegaan op de marktontwikkelingen in de varkenssector in Nederland en de Europese Unie. Waar mogelijk wordt vooruitgeblikt op de te

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 2014/6 Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 Dirk Hoorelbeke D/2014/3241/218 Samenvatting Dit artikel geeft een bondig overzicht van enkele resultaten uit de nieuwe Regionale economische vooruitzichten

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 1 Bijlage II Onderdeel Economische groei Inflatie Producentenvertrouwen Consumptie Omzet detailhandel Consumentenvertrouwen Hypotheken Hypotheek- en kapitaalmarktrente

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2004-II

Eindexamen economie 1 vwo 2004-II Opgave 1 Stoppen met roken!? In een land betalen rokers bij de aanschaf van tabaksproducten een flink bedrag aan indirecte belasting (tabaksbelasting)*. Dat vinden veel mensen terecht omdat de overheid

Nadere informatie

VERSLAG AAN DE KONING

VERSLAG AAN DE KONING VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat wij de eer hebben aan de handtekening van Uwe Majesteit voor te leggen regelt de uitvoering van de wet van 24 maart 2003 tot wijziging van de wet van 12 juni

Nadere informatie

De buitenlandse handel van België

De buitenlandse handel van België De buitenlandse handel van België 1 ste kwartaal 2010 1 De buitenlandse handel van België na het eerste kwartaal van 2010 (Bron: NBB communautair concept*) Analyse van de cijfers van het eerste kwartaal

Nadere informatie