De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016

Transcriptie

1 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Over het hele jaar 2015 neemt het bbp met 1,4 % toe Vandaag, donderdag 28 april 2016, verspreidt het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) het resultaat van de 'flashraming' van de economische groei in het eerste kwartaal van Het publiceert tegelijkertijd een bijgestelde versie van de rekeningen voor de vier kwartalen van 2015, die onder meer de onlangs verschenen gegevens betreffende de overheidsrekeningen en de betalingsbalans omvat. Op te merken valt dat, om te voldoen aan de beste Europese praktijken, werd besloten de rekeningen van de overheid van de laatste drie jaar waarvoor reeds jaarcijfers werden gepubliceerd, te herzien. Die wijzigingen werden opgenomen in deze publicatie van de kwartaalrekeningen. 1. Flashraming van de economische groei in het eerste kwartaal van 2016 Volgens de flashraming van het bruto binnenlands product (bbp) naar volume en gezuiverd voor seizoen- en kalenderinvloeden, groeide de economische bedrijvigheid in het eerste kwartaal van 2016 met 0,2 % ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Vergeleken met het eerste kwartaal van 2015 steeg het bbp met 1,5 %. 2. Rekeningen van het vierde kwartaal van 2015 In het vierde kwartaal van 2015 nam het voor seizoen- en kalenderinvloeden gezuiverde bbp naar volume toe met 0,5 % ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Op jaarbasis komt dit neer op een groei met 1,5 %, tegen 1,3 % in het derde kwartaal. De toegevoegde waarde was in alle bedrijfstakken hoger dan in het voorgaande kwartaal: ze groeide met 0,8 % in de industrie, met 1,4 % in de bouwnijverheid en met 0,4 % in de diensten. In de industrie is de stijging meer uitgesproken dan in de voorgaande kwartalen. Dat is toe te schrijven aan de energiesector, waarvan de activiteit tijdens het vierde kwartaal van 2015 aanzienlijk toenam. De consumptieve bestedingen van de huishoudens (+0,4 %) en de overheid (+0,1 %) zijn gestegen, net als de bedrijfsinvesteringen (+3,1 %) en de investeringen van de huishoudens (+3,6 %). De investeringen van de overheidssector liepen daarentegen met 1,5 % terug. Al met al vermeerdert de binnenlandse vraag (ongerekend voorraden) met 0,9 %. De buitenlandse vraag ging eveneens omhoog. De uitvoer van goederen en diensten steeg met 1,6 %. De invoer nam nog sterker toe (+2,0 %), zodat de groeibijdrage van de netto-uitvoer negatief was (-0,2 procentpunt). De binnenlandse werkgelegenheid steeg met 0,1 % ten opzichte van het voorgaande kwartaal, vooral wegens de positieve ontwikkeling van de werkgelegenheid van loontrekkenden in de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening alsook van de zelfstandige werkgelegenheid. Het arbeidsvolume van de loontrekkenden vertoonde een stijging met 0,5 % tegenover het voorgaande kwartaal.

2 Grafiek 1 BBP en conjunctuurverloop kwartaalrekeningen, veranderingspercentage van het bbp in volume t.o.v. het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar, gegevens gecorrigeerd voor kalendereffecten (linkerschaal) flashraming, idem (linkerschaal) Synthetische conjunctuurcurve van de nbb, afgevlakte gegevens (rechterschaal) Synthetische conjunctuurcurve van de nbb, seizoengezuiverde brutogegevens (rechterschaal) Bron : INR.

3 KWARTAALAGGREGATEN BRUTO BINNENLANDS PRODUCT ONTWIKKELINGEN IN VOLUME (voor seizoeninvloeden en kalendereffecten gezuiverde gegevens) Veranderingspercentages t.o.v. de overeenstemmende periode van het de voorgaande periode voorgaande jaar 2013 I -0,7-0,2 II -0,2 0,2 III 0,2 0,3 IV 0,6 0, I 1,2 0,4 II 1,2 0,2 III 1,4 0,4 IV 1,3 0, I 1,2 0,3 II 1,5 0,5 III 1,3 0,2 IV 1,5 0, I 1,5 0,2 VOORNAAMSTE AGGREGATEN (Veranderingspercentages in volume t.o.v. de voorgaande periode, voor seizoeninvloeden en kalendereffecten gezuiverde gegevens) I II III IV I II III IV 1. Toegevoegde waarde Industrie 0,0-0,3 1,2-0,6-0,2 0,4 0,2 0,8 Bouwnijverheid 3,1-1,4 0,1 1,0-0,1 1,3 0,8 1,4 Diensten 0,3 0,4 0,3 0,4 0,4 0,5 0,1 0,4 2. Bestedingen Consumptieve particuliere bestedingen (1) 0,0 0,4-0,1 0,1 0,8 0,6-0,3 0,4 Finale consumptieve bestedingen van de overheid 0,2 0,3 0,1 0,4 0,1-0,2-0,3 0,1 Bruto-investeringen in vaste activa 2,6 1,8 7,1-4,9 9,1-10,4 2,0 2,7 Ondernemingen 2,7 1,6 10,6-7,7 14,2-14,0 2,0 3,1 Woningen 3,2 2,2-0,1 1,4-0,8-1,7 1,7 3,6 Overheid 0,2 2,1 0,4 1,1-1,2-2,6 2,8-1,5 Binnenlandse vraag (exclusief voorraden) 0,6 0,7 1,6-1,1 2,6-2,3 0,3 0,9 Voorraadwijziging (2) -0,2-0,1 0,3-0,2 0,2 0,3-0,1-0,1 Uitvoer van goederen en diensten 0,9 1,9 0,9 0,8 0,9 1,5 1,6 1,6 Invoer van goederen en diensten 0,9 2,3 2,7-1,0 3,9-1,5 1,6 2,0 Netto-uitvoer van goederen en diensten (2) 0,0-0,3-1,5 1,5-2,5 2,6 0,0-0,2 3. Arbeidsmarkt Totaal aantal personen 0,0 0,2 0,2 0,2 0,2 0,3 0,4 0,1 Arbeidsvolume van de loontrekkenden 0,4-0,5 0,0 0,0 0,9-0,3 0,0 0,5 (1) Inclusief instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. (2) Bijdrage tot de verandering van het bbp.

4 3. Rekeningen van het boekjaar 2015 als geheel Over het hele jaar 2015 nam het voor kalenderinvloeden gezuiverde bbp naar volume met 1,4 % toe, na in 2014 met 1,3 % te zijn gestegen. De toegevoegde waarde in de diensten groeide met 1,6 %, dat is een sterkere toename dan in 2014 (+1,0 %). In de industrie is daarentegen een omgekeerde dynamiek merkbaar, met een stijging van de toegevoegde waarde met 0,4 % in 2015, tegen 1,7 % in Het groeitempo vertraagde ook in de bouwnijverheid, namelijk van 3,3 % in 2014 tot 2,0 % in De binnenlandse vraag ongerekend voorraden nam in 2015 met 1,3 % toe. Deze toename steunde op de consumptieve bestedingen van de private sector en op de bedrijfsinvesteringen, die respectievelijk met 1,3 % en 3,3 % opliepen. De overheidsconsumptie vertoonde een lichte stijging met 0,2 %. De investeringen van de huishoudens in woningen stegen eveneens, namelijk met 1,2 %, terwijl de overheidsinvesteringen met 0,6 % daalden. De groei van de totale bruto-investeringen in vaste activa beliep 2,3 %. De buitenlandse vraag nam in 2015 eveneens toe. De groei van het uitvoervolume van goederen en diensten bedroeg 4,8 % in 2015, tegen 5,4 % in Die stijging van de uitvoer in 2015 was echter geringer dan die van de invoer (+5,2 %), zodat de netto-uitvoer van goederen en diensten een negatieve bijdrage van 0,3 procentpunt leverde tot de bbp-groei. De bijdrage van de voorraadwijziging tot de bbp-groei kwam in 2015 op 0,4 procentpunt uit, tegen -0,2 procentpunt in Tijdens het jaar 2015 als geheel nam de binnenlandse werkgelegenheid met 0,9 % toe ( personen), na een groei met 0,3 % ( personen) in Het aantal door loontrekkenden gewerkte uren steeg in 2015 met 0,6 %, nadat het in 2014 met 0,3 % was toegenomen.

5 JAARAGGREGATEN BBP, JAARONTWIKKELINGEN IN VOLUME (veranderingspercentages, voor kalendereffecten gezuiverde gegevens) , , , ,4 VOORNAAMSTE AGGREGATEN (Veranderingspercentages in volume t.o.v. de voorgaande periode, voor seizoeninvloeden en kalendereffecten gezuiverde gegevens) 1. Toegevoegde waarde pm 2015 bruto (3) Industrie -1,5 0,9 1,7 0,4 0,4 Bouwnijverheid 0,8-1,5 3,3 2,0 2,0 Diensten 0,4 0,0 1,0 1,6 1,6 2. Bestedingen Consumptieve particuliere bestedingen (1) 0,6 0,9 0,4 1,3 1,3 Finale consumptieve bestedingen van de overheid 1,5-0,1 0,3 0,2 0,2 Bruto-investeringen in vaste activa 0,2-1,7 7,0 2,3 2,4 Ondernemingen 0,0-0,5 8,0 3,3 3,3 Woningen -0,1-4,1 5,7 1,2 1,2 Overheid 2,2-3,9 3,2-0,6-0,6 Binnenlandse vraag (exclusief voorraden) 0,7 0,0 1,8 1,3 1,3 Voorraadwijziging (2) -0,9-0,7-0,2 0,4 0,3 Uitvoer van goederen en diensten 1,8 1,6 5,4 4,8 4,9 Invoer van goederen en diensten 1,4 0,8 5,9 5,2 5,2 Netto-uitvoer van goederen en diensten (2) 0,3 0,7-0,4-0,3-0,2 3. Arbeidsmarkt Totaal aantal personen 0,4-0,4 0,3 0,9 0,9 Arbeidsvolume van de loontrekkenden 0,3-0,8 0,3 0,6 0,6 (1) Inclusief instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. (2) Bijdrage tot de verandering van het bbp. (3) Bruto: niet voor kalendereffecten gezuiverde gegevens