Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Transcriptie

1 Arbeidsmarkt in vogelvlucht Gemiddeld over de afgelopen vier maanden is er een licht stijgende trend in de werkloosheid. Het aantal banen van werknemers stijgt licht en het aantal openstaande vacatures daalt verder. De loonontwikkeling is gematigd. In het vierde kwartaal van 2011 waren de caolonen 1,5 procenthoger dan een jaar eerder. Deze stijging is lager dan die van de inflatie. Werkloosheid en banen, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden Artikel, donderdag 15 maart :30 Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent In februari 2012 waren 469 duizend personen werkloos. Dat komt neer op 6 procent van de beroepbevolking. Gemiddeld over de afgelopen vier maanden is er een licht stijgende trend in de werkloosheid. Van juli tot en met oktober 2011 nam het aantal werklozen nog sterk toe. In het vierde kwartaal van 2011 nam het volume van het bbp af met 0,7 procent ten opzichte van een jaar eerder. Vacatures en werkloosheid

2 Ontwikkeling bbp en arbeidsvolume Artikel, donderdag 15 maart :30 Werkloosheid en gerelateerde uitkeringen: 469 duizend werklozen De voor seizoeninvloeden gecorrigeerde werkloosheid kwam in februari 2012 uit op 469 duizend personen. Dat zijn er 5 duizend minder dan in de voorgaande maand. Gemiddeld over de afgelopen vier maanden is er een licht stijgende trend in de werkloosheid. De voor seizoeninvloeden gecorrigeerde werkzame beroepsbevolking telde in februari 7,4 miljoen personen. Werkloze beroepsbevolking WW-uitkeringen Eind september 2011 werden, voor seizoeneffecten gecorrigeerd, 259 duizend WW-uitkeringen verstrekt. Ten opzichte van hetzelfde moment een jaar eerder, is dit een daling met ruim 3 duizend uitkeringen. De laatste twaalf maanden heeft zich een geringe afname afgetekend; het laatste halfjaar is het aantal uitkeringen gestabiliseerd rond de 257 duizend. Dat komt nagenoeg overeen met het niveau van oktober Het voor seizoeneffecten gecorrigeerde aantal WW-uitkeringen is exclusief het aantal deeltijd-ww-uitkeringen. Hiervan werden er eind juni 2011 iets meer dan 1600 geteld. Eind juni 2010 waren er nog 27 duizend deeltijd-ww-uitkeringen. Per 1 juli 2011 is de regeling deeltijd-ww gestopt. Bijstand In 2011 is het aantal bijstandsuitkeringen aan thuiswonenden tot 65 jaar verder toegenomen. Eind augustus 2011 werden 316 duizend bijstandsuitkeringen verstrekt. Het gaat om uitkeringen in het kader van de WWB en WIJ. Per juli 2010 zijn jongeren die nog in de WWB zaten overgeheveld naar de WIJ. Ultimo augustus 2011 werden 35 duizend uitkeringen verstrekt aan jongeren tot 27 jaar.

3 WW en bijstand WW: stroom- en standcijfers Ten opzichte van de periode voor de recessie is er nog steeds sprake van een naar verhouding grote dynamiek. In het derde kwartaal van 2011 was de instroom met 99 duizend WW-uitkeringen gelijk aan de uitstroom. De instroom was daarmee 4 procentpunt hoger dan die in het derde kwartaal van 2010, de uitstroom ligt 4 procentpunt lager. Ultimo tweede kwartaal 2011 werden er 251 duizend WW-uitkeringen verstrekt. WW: stroom- en standcijfers Artikel, donderdag 15 maart :30 Werkloosheid naar leeftijd en geslacht: meer werklozen dan een jaar geleden In februari waren er 65 duizend werklozen meer dan in dezelfde maand een jaar eerder (niet seizoengecorrigeerd). In alle drie de leeftijdsgroepen waren er meer werklozen dan een jaar geleden.

4 Werkloosheid naar leeftijdsgroep Het aantal werkloze mannen was in februari 42 duizend hoger dan een jaar geleden. De werkloosheid onder vrouwen was 23 duizend hoger. Werkloosheid naar geslacht Artikel, donderdag 12 januari :00 Lonen: stijging cao-lonen licht opgelopen in vierde kwartaal 2011 In het vierde kwartaal van 2011 waren de cao-lonen (per uur inclusief bijzondere beloningen) 1,5 procent hoger dan een jaar eerder. Dit is een stuk hoger dan in het eerste kwartaal, waar de lonen nog met 1,1 procent stegen. De gemiddelde loonstijging in 2011 kwam net zoals in 2010 uit op 1,3 procent. Deze stijging loopt in 2011 een vol procentpunt achter bij de inflatie, die dat jaar op 2,3 procent uitkwam. In de gesubsidieerde sector en bij de particuliere bedrijven stegen de lonen in het vierde kwartaal van 2011 respectievelijk met 1,7 en 1,6 procent. Bij de sector overheid zijn de lonen met 0,3 procent toegenomen. Dit terwijl in 2010 de lonen in deze sector nog meer dan gemiddeld toenamen. De contractuele loonkosten namen in het vierde kwartaal van 2011 toe met 1,9 procent. Hiermee is de stijging van de loonkosten gemiddeld 0,4 procentpunt hoger dan die van de cao-lonen. Dit komt vooral door de hogere werkgeverspremies voor het sectorfonds. Het voorlopige cijfer over het vierde kwartaal van 2011 is gebaseerd op 78 procent van de cao s waaruit de statistiek is opgebouwd. Dat aandeel verschilt per sector. Bij de gesubsidieerde sector en de particulieren bedrijven lag dit percentage op meer dan het gemiddelde van alle sectoren, terwijl bij de overheid het percentage afgesloten cao s op 38 procent lag. Ongeveer acht van de tien werknemers vallen onder een cao.

5 Cao-lonen en contractuele loonkosten Loon(kosten) volgens Nationale rekeningen De lonen per arbeidsjaar waren in het derde kwartaal van ,3 procent hoger dan in het derde kwartaal van De loonkosten per arbeidsjaar, waarin ook de werkgeverspremies zijn opgenomen, stegen met 1,5 procent iets sneller. De werkgeverspremies voor werkloosheid en zorgverzekeringen gingen omhoog en de premies voor arbeidsongeschiktheid omlaag. De spreiding van de gemiddelde loonstijging over de bedrijfstakken is groot. In het openbaar bestuur stegen de lonen met 0,5 procent het minst. In de financiële dienstverlening stegen de lonen met 3,8 procent. Deze gegevens zijn gebaseerd op de beloning van werknemers volgens de Nationale rekeningen. Ze wijken af van de cao-gegevens over lonen en loonkosten. Dit komt onder meer doordat: - de gegevens van de Nationale rekeningen de gehele werknemerspopulatie beschrijven en de cao-gegevens alleen de werknemers die onder een cao vallen. Naar schatting acht van de tien werknemers valt onder een cao. - de gegevens van de Nationale rekeningen zijn gebaseerd op werkelijke geldstromen en alle looncomponenten en werkgeverslasten bevatten. De cao-lonen en contractuele loonkosten laten de ontwikkeling zien van de lonen en sociale lasten voorzover die onvoorwaardelijk voor alle werknemers gelden. - de ontwikkeling op basis van cao-informatie is structuurvrij, want wijzigingen in de werknemerspopulatie hebben geen effect op de ontwikkeling van de loon(kosten). Deze wijzigingen werken wel door in de gegevens van de Nationale rekeningen. Gemiddelde ontwikkeling lonen en loonkosten Artikel, woensdag 15 februari :30 Banen: lichte banengroei In het vierde kwartaal van 2011 waren er ruim 7,9 miljoen banen van werknemers. In vergelijking met het vierde kwartaal van 2010 waren er 31 duizend banen meer. De ontwikkeling van het aantal banen kent een duidelijk seizoenpatroon. Na correctie hiervoor was het aantal banen in het vierde kwartaal 19 duizend hoger dan in het derde kwartaal van 2011.

6 Banen van werknemers Artikel, woensdag 15 februari :30 Vacatures: aantal vacatures blijft dalen Eind 2011 stonden er, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, 123 duizend vacatures open. Dat zijn er 10 duizend minder dan een kwartaal eerder. De daling is ruim twee maal zo groot als die in het derde kwartaal van De afname van het aantal vacatures zet hiermee versneld door. In bijna alle bedrijfstakken waren er minder vacatures. Openstaande vacatures Ook de dynamiek op de arbeidsmarkt is afgenomen. In het vierde kwartaal van 2011 zijn er 167 duizend vacatures ontstaan. Dit zijn er 14 duizend minder dan in dezelfde periode van Het aantal mensen dat een baan vond, is gelijkgebleven. Het aantal vervulde vacatures bedroeg 181 duizend in het derde kwartaal, evenveel als in dezelfde periode van Vacatures: stroom- en standcijfers

7 Artikel, donderdag 17 november :30 Arbeidsongeschiktheid en ziekteverzuim: dalende trend arbeidsongeschiktheidsuitkeringen Arbeidsongeschiktheid De dalende trend bij de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (uitkeringen in het kader van de WIA, WAO, Wajong, Wet Wajong en WAZ) heeft zich in 2011 verder doorgezet. In de eerste zeven maanden van 2011 nam het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen verder af met 6 duizend. De WAO-uitkeringen daalden met ruim 26 duizend. De uitkeringen bij Wajong en WIA (de regelingen IVA en WGA) namen echter toe, met respectievelijk 7 duizend en 16 duizend uitkeringen. Eind juli 2011 werden 126 duizend WIA-uitkeringen verstrekt: 93 duizend WGAuitkeringen en 33 duizend IVA-uitkeringen. Het aantal uitkeringen voor de afzonderlijke arbeidsongeschiktheidsregelingen bedroeg eind juli 2011: 460 duizend WAO-, 126 duizend WIA-, 28 duizend WAZ- en 212 duizend Wajong-uitkeringen. Arbeidsongeschiktheid en ziekteverzuim Ziekteverzuim In het tweede kwartaal van 2011 bedroeg het ziekteverzuim van Nederlandse werknemers 4,1 procent. Ten opzichte van het tweede kwartaal van 2010 betekent dit een stijging met 0,1 procentpunt. Het ziekteverzuim in het tweede kwartaal van 2011 was met 2,5 procent het laagst bij de bedrijfstak (SBI 98) Horeca. Het hoogst was het met 5,1 procent bij het Onderwijs, de Industrie en het Openbaar bestuur. Artikel, woensdag 15 februari :30 Banen en vacatures naar bedrijfstak: meer werknemers in bedrijfsleven In het vierde kwartaal van 2011 waren er 31 duizend banen van werknemers meer dan in hetzelfde kwartaal van Dit is een stijging met 0,4 procent. De banengroei was het grootst in de handel, vervoer en horeca met 31 duizend banen. Ook in de zorg en de zakelijke dienstverlening groeide het aantal banen. Vergeleken met een jaar geleden was de banenkrimp met 14 duizend het grootst bij de overheid, gevolgd door de cultuur, recreatie en overige diensten en de bouw

8 Banen naar bedrijfstak Verschillen tussen bedrijfssectoren Eind 2011 stonden er 117 duizend vacatures open. Dat zijn er 8 duizend minder dan een jaar eerder. De commerciële dienstverlening telde 69 duizend vacatures, 4 duizend minder dan een jaar eerder. Deze daling is vooral toe te schrijven aan de handel. De financiële instellingen noteerde als enige een toename van het aantal vacatures. Ook in de industrie was er sprake van een daling, het aantal vacatures nam af naar 11 duizend. De niet-commerciële dienstverlening telde 29 duizend vacatures eind Dit zijn 700 minder minder dan een jaar eerder. De afname van het aantal vacatures binnen deze sector zet hiermee op een laag tempo door.

9 Artikel, dinsdag 14 februari :30 Positie werkkring en arbeidsduur: werkzame beroepsbevolking in vierde kwartaal iets toegenomen De voor seizoensinvloeden gecorrigeerde werkzame beroepsbevolking bestond in het vierde kwartaal van 2011 uit 7,4 miljoen personen. Dit is iets hoger dan een kwartaal eerder, maar lager dan een jaar geleden. Werkzame beroepsbevolking (seizoengecorrigeerd) De werkzame beroepsbevolking groeide tot de economische crisis aan het einde van 2008 enkele jaren gestaag. Er kwamen zowel meer werknemers als meer zelfstandigen. Het aantal werknemers met een vaste baan van meer dan twaalf uur per week zat sinds 2006 in de lift. De aantallen werknemers met een flexibel contract en de aantallen zelfstandigen stegen al langer. Procentueel steeg het aantal flexibelen het sterkst. Als gevolg van de economische crisis nam de omvang van de werkzame beroepsbevolking vanaf 2009 iets af. Deze daling was vooral zichtbaar bij de werknemers. Vanaf het tweede kwartaal van 2010 nam de werkzame beroepsbevolking weer licht toe. Met name het aantal personen met een flexibele arbeidsrelatie en het aantal zelfstandigen was toen weer hoger dan een jaar geleden. Het aantal vaste werknemers daalde echter nog steeds.

10 Werkzame beroepsbevolking naar positie in de werkkring Het aantal mensen met een grote deeltijdbaan van 20 tot 35 uur per week groeide de afgelopen jaren gestaag. Hierdoor steeg het aandeel deeltijdwerkers. Het aantal mensen met een kleine deeltijdbaan van 12 tot 20 uur per week was de laatste jaren stabiel. Het aantal voltijdwerkers daalt sinds 2009 terwijl het aantal deeltijdwerkers steeds toenam. Sinds het derde kwartaal van 2011 was echter ook het aantal deeltijders iets lager dan een jaar eerder. Werkzame beroepsbevolking naar arbeidsduur Artikel, maandag 14 februari :30 Binding met de arbeidsmarkt: lichte daling van mensen die geen werk willen In 2011 waren er bijna 820 duizend personen die graag twaalf uur of meer wilden gaan werken. Een deel hiervan behoort tot de werkloze beroepsbevolking, omdat zij actief naar werk zochten en op korte termijn beschikbaar waren. Daarnaast waren er bijna 2,8 miljoen personen die niet twaalf uur of meer per week wilden of konden werken. Vooral jongeren en ouderen geven vaak aan dat ze geen werk willen. Zij zijn namelijk nog scholier of student of ze zijn met (vervroegd) pensioen. In de leeftijdsgroep van 25 tot 55 jaar zijn de mannen over het algemeen werkzaam. Een deel van de vrouwen wil dan niet werken, zij zorgen liever voor hun gezin. Wel of niet willen werken naar geslacht en leeftijd, 2010

11 Het aantal mensen dat geen werk van twaalf uur of meer wil, is de afgelopen jaren sterk afgenomen. Dit komt vooral doordat steeds minder vrouwen de zorg voor gezin of huishouden zien als een reden om niet te werken. Het aantal mensen dat geen werk wil vanwege (vervroegd) pensioen neemt de laatste jaren ook af. Daar staat tegenover dat de groep mensen die vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid afhaakt niet veel kleiner geworden is. In 2010 steeg het aantal mensen dat geen werk van twaalf uur of meer wil voor het eerst weer. Dit komt doordat met name jongeren studie boven werk verkozen. In 2011 nam het aantal mensen dat niet wilde of kon werken weer af. Personen die niet kunnen of willen werken naar reden