Stichting Consortium Beroepsonderwijs Zorg, Welzijn en Assisterenden in de gezondheidszorg serie 2010, 2011 en 2012 Handleiding voor begeleiders

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Stichting Consortium Beroepsonderwijs Zorg, Welzijn en Assisterenden in de gezondheidszorg serie 2010, 2011 en 2012 Handleiding voor begeleiders"

Transcriptie

1 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Zorg, Welzijn en Assisterenden in de gezondheidszorg serie 2010, 2011 en 2012 Handleiding voor begeleiders zowel op school als in de praktijk December 2012

2 Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs Zorg, Welzijn en Assisterenden in de gezondheidszorg. Dagelijks bestuur en managementteam L. Fine B. Huijberts A. Pijnenburg I. Rabelink M. Wouters Regiegroep Zorg, Welzijn en Assisterenden in de gezondheidszorg S. Borkus A. Liem-Rosekrans I. Rabelink Kritische meelezers A. Mulder, ontwikkelaar SCB*-Z&W&AG en docent Noorderpoort College R. van der Hoek, ontwikkelaar SCB*-Z&W&AG en docent Noorderpoort College Redactie M. Brok * Stichting Consortium Beroepsonderwijs Zorg, Welzijn en Assisterenden in de gezondheidszorg. ** Waar zij staat, kan ook hij gelezen worden 2 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Z&W&AG Handleiding voor begeleiders december 2012

3 Inhoud Blz. Colofon 2 Inleiding 4 1 Het sturingsmateriaal van het Consortium Zorg en Welzijn en AG Methodemix Ontwikkelingsgericht of kwalificerend Fasestructuur Beroepsprestatie Verantwoordingsverslag Assessmentgesprek De begeleiding van de student naar de examenonderdelen van de 7 Methodemix 1.8 Hulpmiddelen voor studenten 7 2 De leercyclus volgens de stappen van de Wegwijzer Oriënteren Plannen Uitvoeren Controleren Reflecteren 9 3 POP / PAP Het maken van een POP/PAP 11 4 De begeleiding van de student op school en in de praktijk De rol en taken van de begeleider op school Deskundigheid van de slb er De rol en taken van de begeleider in de praktijk Deskundigheid van de praktijkbegeleider 14 5 Ontwikkelingsgericht beoordelen Ontwikkelingsgericht beoordelen van beroepsprestaties Prestatie-indicatoren Beheersingsniveaus Moeilijkheidsgraad Schema moeilijkheidsgraad Specifieke bewijsstukken Aanvullende of vervangende bewijsstukken Cesuur Beoordeling onvoldoende, voldoende of goed 20 6 Beroepsgenerieke eisen: taal, rekenen en loopbaan en burgerschap Taal en rekenen vormen de basis voor het leren Loopbaan en burgerschap 22 Bijlage 1 De STAR(RT)-methode 23 Bijlage 2 Begrippenlijst 24 Bronvermelding 26 3 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Z&W&AG Handleiding voor begeleiders december 2012

4 Inleiding Deze Handleiding voor begeleiders is bedoeld voor een ieder die te maken heeft met het begeleiden van studenten in het MBO gedurende het gehele opleidingstraject op weg naar het diploma voor het beroep dat zij gekozen hebben. Op school zijn dit docenten die vanuit verschillende rollen de student begeleiden. Denk hierbij aan: de studieloopbaanbegeleider (slb er), mentor, vakdocent, praktijkdocent, BPV-docent. Vanuit de praktijkinstelling kunnen dit zijn: de praktijkbegeleider, werkbegeleider, praktijkopleider, of de BPV-begeleider. In deze handleiding houden we de termen slb er en praktijkbegeleider aan. Deze handleiding is gebaseerd op het sturingsmateriaal van het Consortium Zorg en Welzijn en AG van de series 2010, 2011 en Bij het begeleiden staat de persoonlijke en beroepsmatige ontwikkeling die de student doormaakt gedurende het gehele onderwijsleerproces centraal. De verschillende hoofdstukken belichten aspecten die belangrijk zijn bij de begeleiding van de student tot een bewust bekwaam beroepsbeoefenaar met als uiteindelijk doel het behalen van het diploma. Om rolverwarring te voorkomen is in deze handleiding niet de rol van de beoordelaar van kwalificerende toetsen meegenomen (kwalificerende beroepsprestaties, verantwoordingsverslag en assessmentgesprek). Daarvoor is een aparte beoordelaarsinstructie voor handen, waarbij de focus ligt op de rol van de assessor als onafhankelijk beoordelaar. Wij hopen u hiermee handvatten te geven voor de begeleiding van de studenten die werken met het sturingsmateriaal van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs 1. Wij wensen u veel succes met het begeleiden van uw studenten. Het team Zorg, Welzijn en Assisterenden in de gezondheidszorg 2 December De Stichting Consortium Beroepsonderwijs wordt in dit document aangeduid als het Consortium Zorg en Welzijn 2 Zorg, Welzijn en Assisterenden in de gezondheidszorg wordt afgekort als ZWAG 4 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Z&W&AG Handleiding voor begeleiders december 2012

5 1. Het sturingsmateriaal van het Consortium Zorg en Welzijn en AG Om u als begeleider inzicht te verschaffen is in dit hoofdstuk informatie opgenomen over de verschillende materialen die door het Consortium Zorg en Welzijn zijn ontwikkeld. Tevens wordt een uitleg gegeven over de methodiek die het Consortium hanteert. 1.1 Methodemix De opleiding is er op gericht om kennis, vaardigheden en houding geïntegreerd aan te leren. Het sturingsmateriaal van het Consortium Zorg en Welzijn brengt een leerproces op gang waarin een student doelgericht en bewust competenties binnen werkprocessen van de kerntaken, zoals in het kwalificatiedossier vastgesteld, kan ontwikkelen. Het begrip competentie heeft betrekking op te ontwikkelen vermogens waarmee de student in voorkomende beroepssituaties adequaat, gemotiveerd, proces- en resultaatgericht kan handelen, zodat er sprake is van bewust bekwaam handelen. Een competentie staat niet op zichzelf, maar is ingebed in werkprocessen en kerntaken die bij het beroep horen. De beoordeling van ontwikkelde competenties binnen werkprocessen sluit hierop aan. Omdat het gaat om kennis, vaardigheden en houding in samenhang, is één toetsvorm niet voldoende om op kwalificerend niveau competenties binnen werkprocessen vast te stellen. Hiervoor zijn verschillende toetsvormen nodig. Naast de kwalificerende beroepsprestaties / proeve 3 is er tevens het verantwoordingsverslag en het assessmentgesprek. In het verantwoordingsverslag en het assessmentgesprek onderbouwt de student haar handelen met gerichte kennis over die vaardigheid en de juiste beroepshouding. In deze handleiding voor begeleiders wordt echter niet dieper op het kwalificerend beoordelen ingegaan. 1.2 Ontwikkelingsgericht of kwalificerend Bij de ontwikkelingsgerichte beroepsprestaties gaat het om de vraag of de student zich in de juiste richting ontwikkelt. Gedrag kan nog bijgestuurd worden. De ontwikkelingsgerichte beroepsprestaties zijn op dezelfde manier opgebouwd als de kwalificerende beroepsprestaties. De (praktijk)begeleider beoordeelt de beroepsprestatie en geeft hierop feedback, zowel schriftelijk in de beoordelingslijst als in een persoonlijk gesprek met de student. Vervolgens formuleert de student hieruit leerdoelen of stelt deze bij. Bij kwalificeren gaat het om het beoordelen of de student het vereiste eindgedrag aantoont op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar. De student voert werkprocessen uit op het niveau, zoals is vastgelegd in het kwalificatiedossier. 1.3 Fasestructuur De fasestructuur van de opleiding dekt voor 100% de kerntaken, werkprocessen en competenties uit het betreffende kwalificatiedossier. De fasen zijn opgebouwd van eenvoudig 3 De proeve is de optelsom van alle kwalificerende beroepsprestaties binnen een of twee fase(n). 5 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Z&W&AG Handleiding voor begeleiders december 2012

6 naar complex. In het begin ligt meer de nadruk op het HOE en in latere fasen meer de nadruk op WAT. De student heeft een fase afgerond als alle (kwalificerende) onderdelen van de methodemix met tenminste een voldoende zijn aangetoond: - de kwalificerende beroepsprestaties of proeve - vervolgens het verantwoordingsverslag 4 - tot slot het assessmentgesprek. Daarnaast kan de school zelf nog kennis- en/of vaardigheidstoetsen in de methodemix opnemen. De keuze die de school hierin heeft gemaakt is opgenomen in het examenplan. 1.4 Beroepsprestatie Het Consortium Zorg en Welzijn heeft voor iedere opleiding de kerntaken, werkprocessen en competenties vanuit het betreffende kwalificatiedossier vertaald naar integrale opdrachten in de beroepsprestaties. Een beroepsprestatie is ontwikkelingsgericht of kwalificerend. In deze Handleiding voor begeleiders wordt ingegaan op de begeleiding en beoordeling bij de ontwikkelingsgerichte beroepsprestaties. Elke beroepsprestatie (zowel ontwikkelingsgericht als kwalificerend) is volgens een vastgestelde structuur opgebouwd. Op deze manier weet zowel de student als haar begeleider, wat er gedaan moet worden, welk resultaat erbij hoort en waarop beoordeeld wordt. Door het uitvoeren van een scala aan integrale opdrachten toont de student op verschillende tijdstippen en in verschillende beroepscontexten al dan niet het vereiste gedrag en daarmee haar competentieontwikkeling binnen werkprocessen aan. Hoewel het accent op de prestaties in de praktijk ligt, zijn deze zo samengesteld dat de student hiermee zowel binnenschools als in de beroepspraktijk aan de slag kan. Vereiste kennis, vaardigheden en houding komen geïntegreerd en herkenbaar aan bod. Figuur 1 Vorm en structuur van alle onderdelen binnen de methodemix 1. Overzicht van werkprocessen en competenties. De competenties die de student binnen werkprocessen aantoont 2. Typering. Inleidende tekst met voorbeelden 3.Tabel moeilijkheidsgraad 4. De integrale opdracht, passend bij de vereisten in het kwalificatiedossier. Mate van: - complexiteit - zelfsturing - verantwoordelijkheid. Inhoud van de opdracht A met specifieke opdrachten B, C etc.. Aanvullende of vervangende opdrachten 5. Het resultaat. De resultaten uit de opdrachten d.m.v. relevante bewijsstukken die de student aanlevert op basis van de opdrachten. Aanvullende of vervangende bewijzen De bewijsstukken zijn gerelateerd aan de werkprocessen en bijbehorende competenties 6. De beoordelingslijst. De prestatie-indicatoren resp. criteria die in verband staan met de kerntaken, werkprocessen en competenties met componenten. Beheersingsniveau r R, p P of t T. Overzicht van bewijsstukken. Cesuur. Onderbouwing van de beoordeling 4 In de serie 2011 is in fase 1 geen verantwoordingsverslag en geen assessmentgesprek opgenomen. 6 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Z&W&AG Handleiding voor begeleiders december 2012

7 1.5 Verantwoordingsverslag De student verantwoordt haar handelen met betrekking tot een of meer werkprocessen en bijbehorende competenties. Het verantwoordingsverslag wordt beoordeeld aan de hand van de beoordelingslijst met de betreffende werkprocessen en competenties. Door het schrijven van het verantwoordingsverslag neemt de student de tijd om op een afstand terug te kijken op haar handelen. Zij onderzoekt en interpreteert ervaringen en handelen in de beroepspraktijk. Zij beschrijft welke keuzes en afwegingen zij heeft gemaakt, vanuit welke visie zij heeft gehandeld, welke regelgeving en protocollen van toepassing waren. Zij beoordeelt de kwaliteit van haar handelen in (beroeps)situaties. 1.6 Assessmentgesprek Het assessmentgesprek wordt beoordeeld aan de hand van de beoordelingslijst met de betreffende werkprocessen en bijbehorende competenties. De student bereidt zich voor op het assessmentgesprek door relevante, kritische, beroepssituaties op papier te zetten en de begeleider hierin te raadplegen. De beoordelaar kan in het assessmentgesprek de STAR(RT)-methode gebruiken (zie bijlage 1). De beoordelaar richt zich op de student en stelt vragen die stimuleren tot nadenken, beredeneren en verantwoorden van het eigen handelen. 1.7 De begeleiding van de student naar de examenonderdelen van de methodemix De begeleider stuurt het gedrag van de student aan door persoonlijke begeleidingsgesprekken te voeren, adviezen te geven en resultaten te volgen. Ook het werken in peergroepen is zinvol. De kracht van samenwerken en samen leren komt voort uit het sociaal constructivisme. Dit begrip komen we vaak tegen in de literatuur over competentiegericht onderwijs. Competentieontwikkeling wordt vanuit het sociaal constructivisme opgevat als de ontwikkeling van persoonlijke bekwaamheden die het resultaat zijn van integratieprocessen, tot stand gekomen door interactie met anderen. Deze opvatting past goed bij Zorg&Welzijn, omdat het sociale beroepen zijn en niet geleerd kunnen worden zonder interactie met anderen. Dit pleit ervoor om het leren in en door de groep een belangrijke plaats in het didactische concept te geven. Hoewel studenten graag in vaste leergroepen werken, verhoogt het regelmatig wisselen van (sub)groepssamenstelling het leereffect. De uitvoering van beroepsprestaties/proeve in de beroepspraktijk gebeurt in de regel individueel, hoewel er prestaties zijn waar gezamenlijke uitvoering mogelijk is. Begeleiders die (sub)groepen studenten aansturen, zullen de individuele student aansporen om opgedane ervaringen te delen met andere studenten van de groep. Deze terugkoppeling heeft niet alleen een reflecterend karakter op het leerproces, maar leidt ook tot een hoger leerrendement door opgedane kennis, inzichten en ervaringen over te dragen aan anderen. Tevens is het een situatie waar andere studenten van leren en door geïnspireerd kunnen worden. 1.8 Hulpmiddelen voor studenten De Wegwijzer STAR(RT) Het Kompas Het Kompas geeft uitleg over en toelichting op het sturingsmateriaal. De Competentiewijzer In de Competentiewijzer staan bij iedere competentie de werkprocessen genoemd waarin deze competentie voorkomt met daarbij de vereiste kennis, vaardigheden en houdingsaspecten. Het is een hulpmiddel voor de student bij het uitwerken van het POP/PAP (zie hoofdstuk 3). 7 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Z&W&AG Handleiding voor begeleiders december 2012

8 2. De leercyclus volgens de stappen van de Wegwijzer De begeleider stuurt het gedrag van de student in de gewenste richting naar die van een beginnend beroepsbeoefenaar. Een hulpmiddel hierbij is de Wegwijzer. De student doorloopt bij elke beroepsprestatie steeds weer de methodische stappen binnen de leercyclus volgens de Wegwijzer. Deze stappen komen in meer of mindere mate overeen met de methodische stappen die ook in de praktijk gebruikelijk zijn. Ook de begeleiding van de student bij de ontwikkelingsgerichte beroepsprestaties verloopt aan de hand van deze stappen. Hierdoor krijgt de student geleidelijk het methodisch werken onder de knie zodat zij bij kwalificerende opdrachten deze stappen zelfstandig kan uitvoeren. De vijf stappen zijn: 1. Oriënteren 2. Plannen 3. Uitvoeren 4. Controleren 5. Reflecteren 2.1. Oriënteren De student stelt zich de volgende vragen: Waar gaat deze beroepsprestatie over? Welke afspraken worden hierover gemaakt op school en in de praktijk? Wordt deze beroepsprestatie gecombineerd met een taalprestatie of LB-prestatie? In welke beroepscontext wordt deze beroepsprestatie uitgevoerd? Welke (specifieke) opdrachten en bewijsstukken worden gevraagd in deze beroepsprestatie? Welke kennis, vaardigheden en houding heb ik nodig om de beroepsprestatie uit te voeren? Raadpleeg hierbij de competentiewijzer. Welke leervragen en leerdoelen formuleer ik in mijn persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Dit kunnen persoonlijke en beroepsinhoudelijke leervragen en leerdoelen zijn. Voorbeeld van een persoonsgericht leerdoel: - Ik wil in deze fase van mijn opleiding in de BPV in een teamoverleg mijn eigen mening duidelijk en overtuigend onder woorden brengen. Voorbeeld van een beroepsinhoudelijk leerdoel: - Ik kan in deze BPV een intakegesprek met een cliënt voeren volgens het protocol van de instelling. De begeleider bespreekt met de student haar POP Plannen De student schrijft een persoonlijk activiteitenplan (PAP). Het PAP kan betrekking hebben op persoonsgerichte leeractiviteiten en op beroepsinhoudelijke leeractiviteiten. Het PAP wordt ook wel plan van aanpak of werkplan genoemd. De vijf W s worden in het PAP verwerkt. Wie? Wat? Waar? Wanneer? Welke? 8 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Z&W&AG Handleiding voor begeleiders december 2012

9 Dit betekent dat de student een plan maakt: wie doet wat, waar, wanneer, met welke hulpmiddelen en begeleiding en met welk resultaat. De begeleider op school bekijkt het POP/PAP op helderheid, niveau en aansluiting op het persoonlijk leerproces. De begeleider in de praktijk bekijkt het POP PAP op praktische toepasbaarheid in die specifieke praktijk/context. Als de stappen Oriënteren en Plannen goed zijn doorlopen, geeft zowel de begeleider op school als in de praktijk een GO. De student gaat door naar stap 3 Uitvoeren. 2.3 Uitvoeren In deze fase voert de student het plan van aanpak daadwerkelijk uit. Werkt volgens plan aan de integrale opdracht. Controleert regelmatig of volgens plan gewerkt wordt. Vraagt regelmatig feedback aan de opleider en medestudenten/collega s. Stelt zo nodig het plan en de uitvoering bij. 2.4 Controleren Na de oriëntatie, planning en uitvoering van de werkzaamheden is controle een belangrijk onderdeel van het leerproces. Bij ontwikkelingsgerichte beroepsprestaties geven de begeleiders goed onderbouwde feedback en advies. De student: Bekijkt kritisch het resultaat van het eigen werk. Controleert of volgens plan gewerkt is. Controleert of de resultaten en bewijsstukken aan de beoordelingscriteria voldoen. Gaat na of de verkregen feedback verwerkt is. Evalueert met de opleiders en medestudenten/collega s. Verzamelt de bewijsstukken in haar portfolio. 2.5 Reflecteren Op elke stap in de integrale beroepsprestatie kan worden gereflecteerd. De student blikt terug op het handelen in de praktijk en overdenkt waarom zij op deze wijze heeft gehandeld en welke alternatieven er voor het handelen waren. Hierdoor krijgt de student meer inzicht in zichzelf en over de manier waarop zij heeft gehandeld. De feedbackfunctie van de begeleider is van grote waarde bij ontwikkelingsgerichte beroepsprestaties. Door gerichte reflectievragen aan de student te stellen, wordt de student uitgedaagd om te reflecteren op de werkzaamheden krijgt ze inzicht in haar eigen handelen en op haar leerproces. De student: Reflecteert op de uitvoering van de beroepsprestaties, eventueel in combinatie met taal, rekenen en/of loopbaan-en burgerschap. Reflecteert op haar rol en de keuzes die gemaakt zijn tijdens de uitvoering. Reflectie is terugkijken op eigen ervaringen om daarvan te leren. 9 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Z&W&AG Handleiding voor begeleiders december 2012

10 Reflectie is onder te verdelen in: Reflectie op persoonlijk functioneren. Bij deze vorm van reflecteren kijkt de student vooral terug op wie zij is, welke motivatie zij heeft en welke doelen zij stelt. Dit kan helpen bij de persoonlijkheidsontwikkeling van de student. Reflectie op beroepsmatig handelen. De student kijkt terug op haar methodisch handelen. Zij onderzoekt wat het effect is van haar handelen in de praktijk en de methoden die zij inzet. Reflectie op het handelen als burger in de maatschappij. Hier gaat het om de invloed van de maatschappij op het handelen en omgekeerd. Deze vormen van reflectie zijn niet altijd duidelijk van elkaar te onderscheiden; de ene vorm hangt nauw samen met de andere. Het draait bij reflectie in ieder geval altijd om de student. Reflecteren kan op verschillende manieren. Even tussendoor op het werk, op school of op weg naar huis. De student kan er ook bewust mee bezig zijn in een reflectiegesprek met de begeleider, een studiegenoot of collega. Het kan helpen bij het maken van het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Schriftelijk reflecteren helpt om met enige afstand op het handelen terug te kijken. Door een logboek bij te houden en een reflectieverslag te schrijven, vertraagt als het ware het denkproces: de student neemt de tijd om rustig terug te kijken en na te denken over haar handelen. Zie bijlage 1: de STAR(RT)-methode. Evalueren en verantwoorden van handelen Als afronding van deze leercyclus is het belangrijk dat de student haar handelen verantwoordt door te evalueren. Het gaat hierbij of het werk goed of juist niet goed is uitgevoerd. De student beoordeelt door middel van het evalueren de resultaten van haar acties. Vragen die de student zich bij de evaluatie stelt kunnen zijn: Heb ik juist gehandeld? Wat ging goed, wat niet? Vanuit welke visie, waarden en motieven heb ik gehandeld? Stemt mijn handelen overeen met het beeld dat ik van mijzelf heb? Welke waardering geef ik mijn handelen? De begeleider stuurt dit proces, denkt mee met de student, leest schriftelijke reflecties, voert individuele en groepsgerichte reflectiebijeenkomsten. 10 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Z&W&AG Handleiding voor begeleiders december 2012

11 3. POP/PAP Het persoonlijk ontwikkelingsplan, het POP, en het persoonlijk activiteitenplan, het PAP, zijn onderdelen van stap 1 en 2 van de Wegwijzer (Oriënteren en Plannen) zoals in hoofdstuk 2 beschreven en geven sturing aan het leerproces. Het POP kan betrekking hebben op persoonlijke leervragen en beroepsinhoudelijke leervragen van de student. Het PAP is afgeleid van het POP en kan betrekking hebben op persoonsgerichte leeractiviteiten en op vakinhoudelijke leeractiviteiten. Een POP/PAP is een planning vergelijkbaar met een agenda of een rooster, het is een middel en geen doel op zich. Agenda s en roosters worden gewijzigd als het nodig is, dat kan met een POP/PAP dus ook. De begeleider heeft een belangrijke rol in het ondersteunen van de student bij het formuleren van het POP/PAP. Het komt voor dat de student leervragen niet goed helder heeft. Een begeleidend gesprek kan uitkomst bieden, te meer omdat de begeleider de student volgt in haar ontwikkeling. Ook kan de student moeite hebben met het schrijven. Heeft wel de goede dingen in haar hoofd, maar kan het niet goed op papier zetten. Veel studenten hebben problemen met de taal, m.n. met het schrijven. In de drieslag taalontwikkeling (hier komen we later in deze handleiding op terug) wordt gepleit voor een brede aanpak van taal. Dit houdt in dat alle opleiders ook aandacht hebben voor de taalstimulering van de student. 3.1 Het maken van een POP/PAP In het POP/PAP schrijft de student wat zij wil leren tijdens de beroepsprestatie. Wanneer zij een opdracht combineert met taal, rekenen of loopbaan en burgerschap neemt zij dit ook op in het POP/PAP. De volgorde en keuze van de beroepsprestaties gebeurt in overleg met de begeleider op school en in de praktijk. Factoren die de keuze voor de beroepsprestaties bepalen zijn: het startniveau van de student de moeilijkheidsgraad van de beroepsprestatie de beroepssituatie in de BPV de interne organisatie van de opleiding de leerstijl van de student. De student maakt van elke beroepsprestatie een POP/PAP. De functie van het POP/PAP is: dat de student voldoende diepgang in haar leren brengt het methodisch werken eigen te maken. In het POP schrijft de student haar leerdoelen op. Leerdoelen kunnen betrekking hebben op: - verdiepende kennis die de student wil opdoen over onderwerpen waar zij nog niet voldoende van weet (kennis) - taken die de student wil doen, maar nog niet kan (vaardigheden) - de manier waarop de student met mensen omgaat en om wil gaan (houding). De student formuleert een leerdoel bij voorkeur concreet. Bijvoorbeeld volgens SMART. Dat wil zeggen: Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdsgebonden 11 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Z&W&AG Handleiding voor begeleiders december 2012

12 Voorbeeld van een SMART-leerdoel: Ik wil over een maand rustig voor de lesgroep staan tijdens een presentatie. Dat zie je aan mijn ontspannen houding, de rustige toon van mijn stem en de manier van reageren van de lesgroep doordat ze geïnteresseerd zijn en vragen stellen. Bij de eerste stap in de Wegwijzer, het oriënteren bekijkt de student wat zij moet doen, met welke resultaten en waar zij op beoordeeld wordt: welke leerdoelen of leervragen heeft zij bij de opdrachten in de beroepsprestatie en maakt daarbij onderscheid in kennis, vaardigheden en houding (hierbij kan gebruik gemaakt worden van de competentiewijzer) bij welk werkproces en bijbehorende competentie(s) horen deze leerdoelen haar motivatie om aan deze competenties te werken. De student laat het POP lezen aan haar begeleider vervolgens praat de begeleider met de student over haar POP. Stelt sturende en verdiepende vragen. Dit kan ertoe leiden dat de student haar POP bijstelt. Als de student een GO van haar begeleider krijgt, maakt zij een planning in het persoonlijk activiteitenplan (PAP). Daarvoor gebruikt de student de vijf W s (zie Plannen paragraaf 2.2). De student bespreekt het PAP met de begeleider en verwerkt de feedback. Is de begeleider tevreden met het POP en PAP dan krijgt de student een GO. Ze vraagt bij een NO GO om advies voor verbetering. Figuur 2 de vijf W s in het PAP 12 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Z&W&AG Handleiding voor begeleiders december 2012

13 4. De begeleiding van de student op school en in de praktijk In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op: de rol en taken van de begeleider op school en in de praktijk de deskundigheid van de begeleider op school en in de praktijk. 4.1 Rol en taken van de begeleider op school. De begeleiding van de student bij de integrale opdrachten die deel uitmaken van het sturingsmateriaal van het Consortium Zorg en Welzijn en AG ligt in veel gevallen bij de studieloopbaanbegeleider (slb er). De slb er ondersteunt de student op school bij de beroepsprestaties volgens de leercyclus aan de hand van de stappen binnen de Wegwijzer (zie hoofdstuk 2). Zij/hij richt zich tevens op de persoon van de student: het leren, de loopbaan en de studievoortgang. De slb er begeleidt de student bij het: onderzoeken van de opdracht en de te behalen resultaten formuleren van leervragen maken van een POP/PAP kiezen en formuleren van leeractiviteiten reflecteren op leer- en praktijkervaringen vastleggen van leerresultaten en verzamelen van bewijsstukken. De slb er voert regelmatig gesprekken met de student zowel individueel als in de slb-groep. Zij/hij beoordeelt het POP/PAP en geeft een GO zodra dit relevant en haalbaar is geformuleerd In de oriëntatiefase begeleidt de slb er de student door te helpen de juiste leervragen naar boven te krijgen. Aan het eind van de oriëntatiefase formuleert de student haar leerdoelen en legt deze vast in het POP. De activiteiten die zij gaat ondernemen om de leerdoelen te realiseren beschrijft zij in het PAP. In het PAP legt de student een duidelijke link naar de leerdoelen in het POP, waarbij de opdrachten in de beroepsprestatie en de bijbehorende leerdoelen worden omgezet in een planning. In deze planning verwerkt de student de werkprocessen en bijbehorende competenties waaraan zij in de beroepsprestatie werkt. - Welke kennis, houding en vaardigheden heeft de student nodig voor dit plan? - Wat beheerst de student al en waar en hoe verwerft zij nieuwe kennis, meer vaardigheden en een betere beroepshouding? - Hoe verhoudt dit zich met haar persoonlijke leerstijl? Ten behoeve van deze stap (Plannen) gebruiken veel scholen een format waarin de voorgenomen acties en planning zijn weergegeven. Een hulpmiddel hiervoor is de competentiewijzer. Hierin zijn per competentie kennis, vaardigheden en houdingaspecten opgenomen. De student legt haar POP/PAP voor aan haar slb er en praktijkbegeleider. De slb er bekijkt het POP/PAP op integratie van verworven kennis, vaardigheden en houding. De praktijkbegeleider toetst het POP/PAP aan de haalbaarheid in de praktijk. De begeleiders geven een GO of NO GO. Wanneer een NO GO geven wordt heeft de student niet voldaan aan hetgeen wordt gevraagd bij de Oriëntatie en het Plannen. De student krijgt van haar begeleiders advies voor verbetering. 13 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Z&W&AG Handleiding voor begeleiders december 2012

14 4.2 Deskundigheid van de slb er Niet iedere docent kan de rol van slb er vervullen, hiervoor zijn relevante kennis en vaardigheden nodig. De slb er: heeft kennis van de branches waarvoor wordt opgeleid, BPV-instellingen en het beroep heeft kennis van de inhoud van het kwalificatiedossier kent de inhoud van het examenplan van de opleiding heeft inzicht in leerprocessen, groepsdynamiek en procesbegeleiding heeft kennis van de systematiek van het sturingsmateriaal van het Consortium Zorg en Welzijn en de wijze waarop gewerkt wordt met beroepsprestaties heeft vaardigheden op het gebied van coachen, conflicthantering, gesprekstechnieken, methodische leerbegeleiding kan de leervraag koppelen aan opdrachten, leeractiviteiten en leeromgevingen heeft organisatorisch vermogen kent het student-volgsysteem volgt het leerproces van de haar toegewezen studenten en de factoren die hier op van invloed zijn kan adequaat inspelen op leer- en gedragsproblemen rapporteert vorderingen van de student tijdens studentbesprekingen 4.3 De rol en taken van de begeleider in de praktijk De begeleiding van de student ligt in veel gevallen bij de praktijkbegeleider. Er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de praktijkbegeleider en de praktijkopleider. De praktijkopleider heeft een coördinerende taak en is als assessor veelal betrokken bij het kwalificerend beoordelen van de student. De praktijkbegeleider ondersteunt de student onder andere bij de stappen die zij moet nemen bij het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van de ontwikkelingsgerichte beroepsprestaties tijdens de beroepspraktijkvorming (de Wegwijzer). De praktijkbegeleider: - is een vakexpert bespreekt met de student de beroepsprestatie waar zij aan gaat werken neemt het activiteitenplan dat de student heeft voorbereid met de student door beoordeelt het POP/PAP en geeft een GO zodra dit relevant en haalbaar is geformuleerd begeleidt de student in de praktijk bij het uitvoeren van leeractiviteiten als onderdeel van de beroepsprestatie vraagt tijdens/na het uitvoeren van leeractiviteiten door naar onderliggende kennis geeft de student feedback tijdens/na het uitvoeren van leeractiviteiten zet een handtekening op de specifieke bewijsstukken van beroepsprestaties (indien mogelijk met stempel van de BPV-instelling) om aan te geven dat het bewijsstuk betrekking heeft op een waargebeurde situatie en door de student zelf is gemaakt (authenticiteit) geeft de student feedback bij het reflecteren op leer- en praktijkervaringen neemt contact op met de begeleidende docent van school bij onduidelijkheden en/of vragen. 4.4 Deskundigheid van praktijkbegeleider Om de student in de praktijk adequaat te kunnen begeleiden bij het werken aan beroepsprestaties zijn relevante kennis en vaardigheden nodig. 14 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Z&W&AG Handleiding voor begeleiders december 2012

15 De praktijkbegeleider: is goed ingevoerd in en benut de opleidingsmogelijkheden binnen de branche heeft kennis van de opleiding waar de student voor wordt opgeleid heeft kennis van de systematiek van het sturingsmateriaal van het Consortium Zorg en Welzijn en AG en de wijze waarop gewerkt wordt met beroepsprestaties heeft inzicht in leerprocessen en procesbegeleiding heeft vaardigheden op het gebied van gesprekstechnieken en methodische leerbegeleiding kan de leervraag van de student koppelen aan opdrachten, leeractiviteiten en leeromgevingen - rapporteert vorderingen van de student aan de slb er - overlegt met de school over opleidingsmogelijkheden en beperkingen binnen de branche - is betrokken bij begeleidingsgesprekken met de student. 15 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Z&W&AG Handleiding voor begeleiders december 2012

16 5. Ontwikkelingsgericht beoordelen Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een ontwikkelingsgerichte- en kwalificerende beoordeling. Zoals eerder is aangegeven ligt in deze handleiding voor begeleiders de nadruk op het ontwikkelingsgericht beoordelen. Kwalificerend beoordelen behoort in principe niet tot de taak van de begeleider van de student, maar gebeurt bij voorkeur door onafhankelijk beoordelaars (assessoren). Dit kunnen zowel docenten zijn als praktijkopleiders uit het werkveld. Er zijn echter praktijksituaties waar door gebrek aan een onafhankelijke beoordelaar, de begeleider tevens beoordelaar is. Dit wil zeggen dat zij in staat is om een eerlijk en onafhankelijk oordeel te geven over de prestaties van de student. In dat geval stelt de begeleider zich vooraf de vraag of het mogelijk is om op afstand naar de prestaties van de student te kijken en een onafhankelijk oordeel daarover te geven. In de Beoordelaarsinstructie 5 samengesteld door het Consortium Zorg en Welzijn vindt u alle informatie over het kwalificerend beoordelen. 5.1 Ontwikkelingsgericht beoordelen van beroepsprestaties Ontwikkelingsgericht beoordelen heeft een belangrijke ondersteunende functie bij het leren. Dit betekent dat de student tijdens het leerproces fouten mag maken en daarbij aanwijzingen / feedback krijgt van haar begeleider voor verbetering. Bij een onvoldoende resultaat van het werkproces wordt samen met de student het beheersingsniveau van haar competentieontwikkeling binnen werkprocessen vastgesteld. Binnen de leercyclus is het eind van dit proces het begin van de volgende fase in de competentieontwikkeling. De student stelt haar POP bij aan de hand van het doorlopen traject, maakt een nieuw plan van aanpak en neemt daarin nieuwe doelen op met speciale aandacht voor de minder goed verlopen ontwikkelingen. Iedere beroepsprestatie heeft een beoordelingslijst aan de hand waarvan de beoordeling gegeven wordt. Figuur 3 Fragment uit een beoordelingslijst van een ontwikkelingsgerichte beroepsprestatie van PW4 Competenties - componenten Prestatie-indicatoren O V G 1.2 Stelt een activiteitenprogramma op E Samenwerken en overleggen - anderen raadplegen en betrekken Q Plannen en organiseren - activiteiten plannen p p Dit betekent dat: je de mening en ideeën van kinderen vraagt om input te leveren voor het activiteitenprogramma je als dat nodig is je netwerk inschakelt zodat: het activiteitenprogramma uitvoerbaar is en aansluit bij de wensen en behoeften van de kinderen. Dit betekent dat: je zorgt dat activiteiten goed op elkaar afgestemd zijn je de activiteiten ruim van tevoren plant en regelt je rekening houdt met de mogelijkheden zodat: het activiteitenprogramma uitvoerbaar is en aansluit bij de wensen en behoeften van de kinderen. A. De ingevulde beoordelingslijst van deze beroepsprestatie. 5 De Beoordelaarsinstructie staat als download op de site van het Consortium Zorg en Welzijn 16 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Z&W&AG Handleiding voor begeleiders december 2012

17 5.2 Prestatie-indicatoren Een competentie met de onderliggende componenten wordt beoordeeld binnen een werkproces aan de hand van prestatie-indicatoren. In de beoordelingslijst staan prestatie-indicatoren. Prestaties zijn gedragingen. Indicatoren zijn aanwijzingen. Prestatie-indicatoren in de beoordelingslijst zijn aanwijzingen in de richting van het vereiste gedrag. Bij Dit betekent dat: staan verschillende gedragingen genoemd. Bij zodat: staat het uiteindelijk resultaat vermeld. Er is steeds sprake van een holistische beoordeling. Dit wil zeggen dat de prestatie indicatoren die genoemd staan bij de competentie met de componenten binnen het werkproces als een geheel kunnen worden gezien en beoordeeld. De prestatie-indicatoren geven aan: hoe de student in werkprocessen dient te handelen om het gewenste resultaat te bereiken welk competent gedrag er in de beroepssituatie van de student geëist wordt. Voor de beoordelaar is een beoordelingslijst met prestatie-indicatoren onmisbaar om goed te kunnen beoordelen. Bij de ontwikkelingsgerichte beroepsprestaties wordt beoordeeld of de student in de richting komt van het vereiste gedrag/beheersingsniveau en ontwikkeling aantoont. 5.3 Beheersingsniveaus De ontwikkelingsgerichte scores worden aangegeven door de letters r, p of t. De kwalificerende scores worden aangegeven door de letters R, P of T. Reproductief gedrag (r R) Reproductief wil zeggen nabootsing : voordoen en nadoen. Hierbij heeft de student vaak instructie nodig of een rolmodel. Bijvoorbeeld de werkbegeleider die een handeling voordoet. De student voert een taak/handeling uit nadat deze is voorgedaan, volgens voorschriften, regels en standaardprocedures. Ook een instructie op papier hoort bij reproductief handelen. Bijvoorbeeld regels, procedures en protocollen toepassen. De student verwerft praktische kennis en vaardigheden en past deze toe zoals ze voorgeschreven zijn. Productief gedrag (p P) Bij productief gedrag lost de student problemen in de beroepspraktijk creatief op. Bedenkt oplossingen voor nieuwe problemen. Vraagt advies aan haar begeleider of haar oplossingen ook de juiste oplossingen zijn. Dit betekent dat de student minder uitleg en structuur nodig heeft om zelfstandig activiteiten te ondernemen dan bij reproductief gedrag. De student laat zien dat zij inzicht heeft in de situatie en kennis en vaardigheden uit zichzelf kan toepassen. De student is actief. Transfer gedrag (t T) Bij transfer gedrag voert de student in uiteenlopende beroepssituaties de taken/handelingen zelfstandig uit. Zij is in staat om met kennis van zaken de juiste vaardigheden met de juiste houding toe te passen. Zij ziet verbanden en kan deze uitleggen. De student is proactief, oplossingen zijn juist, origineel en deskundig binnen de grenzen van het beroep. Naast de beheersingsniveaus is ook de moeilijkheidsgraad waarin de opdrachten uitgevoerd worden en de begeleiding van de student hierin van groot belang. De moeilijkheidsgraad heeft een direct verband met de beheersingsniveaus. 17 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Z&W&AG Handleiding voor begeleiders december 2012

18 5.4 Moeilijkheidsgraad In de opdracht van de beroepsprestaties/proeve staat het schema Moeilijkheidsgraad. Bij het uitvoeren van een beroepsprestatie maakt het veel uit hoe moeilijk of gemakkelijk de praktijksituatie is. Ook of een student veel of weinig begeleiding ontvangt. Als de begeleider precies voordoet hoe de student dient te handelen, is het eenvoudiger dan wanneer de student zelfstandig haar eigen weg moet vinden. De student hoeft in dit geval zelf geen oplossingen voor problemen te bedenken. Zij voert haar taak dan uit op het beheersingsniveau van een rr (reproductief). 5.5 Schema moeilijkheidsgraad In het schema, dat in alle materialen van het Consortium Zorg en Welzijn is opgenomen, zijn rondjes gearceerd. Hiermee wordt de moeilijkheidsgraad van de opdrachten aangegeven. Voorbeeld in onderstaand schema. Het betreft hier: een open context, begeleid en uitvoering van eigen takenpakket en jouw samenwerking met collega s. Binnen deze drie factoren voert de student de opdracht uit. Figuur 4 Schema moeilijkheidsgraad De mate van complexiteit van de beroepssituatie gesloten context open context complexe context De mate van zelfsturing geleid begeleid zelfstandig De mate van verantwoordelijkheid voor uitvoering van eigen takenpakket jouw samenwerking met collega s aansturing op lager niveau de hele zorg- en begeleidingscyclus Bovenstaand schema geeft tevens de vereiste ontwikkeling aan binnen een opleidingsfase. In het begin van de opleiding is de praktijksituatie minder complex en zal er nog intensieve sturing/begeleiding gegeven worden. Naarmate de student vordert met de opleiding neemt de complexiteit van de praktijk toe, is de student zelfstandiger en neemt ook de verantwoordelijkheid voor taken toe. De student zal steeds meer haar eigen weg bepalen. De begeleiding van de student neemt af naarmate het opleidingstraject vordert. Figuur 5 Toenemende zelfsturing, afnemende materiaalsturing 18 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Z&W&AG Handleiding voor begeleiders december 2012

19 5.6 Specifieke bewijsstukken In de beoordelingslijst van de beroepsprestatie staan ook bewijsstukken vermeld. Bewijsstukken zijn tastbare resultaten uit beroepsprestatie. Bij ieder resultaat en specifiek bewijsstuk staat aan welk werkproces en welke bijbehorende competentie dit bewijsstuk gekoppeld is. Een van de resultaten is altijd een ingevulde beoordelingslijst van de totale uitvoering van de beroepsprestatie. Dit is aangegeven met A. De letters B., C. etc. zijn de specifieke bewijsstukken waarmee de specifieke opdrachten binnen een beroepsprestatie worden aangetoond. Het werken aan een specifiek bewijsstuk daagt de student uit tot verdieping. Figuur 6 Fragment uit een beoordelingslijst van een beroepsprestatie van de opleiding PW4 Bewijsstukken Ontwikkelingsgericht O V G A. De ingevulde beoordelingslijst van deze beroepsprestatie. Specifieke bewijsstukken: Werkprocessen Competenties B. Activiteitenprogramma en 1.2 E,Q verantwoordingsformulier keuzes. C. Informatiebrochure. 2.1 B,C,D,E,U D. Bespreekformulier. 2.4 C,L,Q Aanvullende of vervangende bewijsstukken: Werkprocessen Competenties 5.7 Aanvullende of vervangende bewijsstukken Het kan voorkomen dat een student een opdracht niet in de praktijk kan uitvoeren omdat bijvoorbeeld de doelgroep zich er niet voor leent. In overleg met de slb er en praktijkbegeleider kan een vervangende, aangepaste opdracht bedacht en uitgevoerd worden. Deze opdracht dient te voldoen aan de criteria in de beoordelingslijst van de betreffende beroepsprestatie. Voorbeeld Een student werkt (of loopt stage) op een werkplek waar een opdracht uit een bepaalde beroepsprestatie níet kan worden uitgevoerd. De student komt hier achter bij het uitwerken van de oriëntatiefase en beschrijft nauwkeurig waarom de opdracht op déze werkplek niet mogelijk is. Als de begeleider akkoord gaat met deze beschrijving, dan vindt een aanvullende en/of vervangende opdracht plaats. Bijvoorbeeld: a De student formuleert in overleg met de praktijkbegeleider een opdracht die wel uitvoerbaar is op déze werkplek, en waarmee dezelfde werkprocessen/competenties beoordeeld kunnen worden. De slb er keurt deze vervangende opdracht goed. b De student voert de opdracht niet uit in de beroepscontext, maar voert de opdracht uit op school (bijvoorbeeld een vervangende opdracht in een gesimuleerde omgeving). De beoordeling van de beroepsprestaties vindt vervolgens met de officiële beoordelingslijst plaats. Bij de simulatie op school (b) beoordeelt de vakdocent het betreffende onderdeel uit de beoordelingslijst. 19 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Z&W&AG Handleiding voor begeleiders december 2012

20 5.8 Cesuur De cesuur is de grens tussen voldoende en onvoldoende. Binnen alle onderdelen van de methodemix ligt de cesuur op het niveau waarop de student voldoet aan de eisen die in de beoordelingslijsten zijn vastgelegd. Dit geldt zowel voor ontwikkelingsgerichte beroepsprestaties als voor de kwalificerende producten. Om een voldoende te behalen moeten alle competenties in een beoordelingslijst met tenminste een voldoende zijn beoordeeld (100%). Wanneer de student alles in de beoordelingslijst voldoende en/of goed heeft aangetoond, dan vinkt de beoordelaar de cesuurbepaling Ja aan. In geval van een onvoldoende in de beoordelingslijst vinkt de beoordelaar Nee aan. Figuur 7 Fragment uit een beoordelingslijst Cesuur In deze beroepsprestatie zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond. Ja Nee 5.9 Beoordeling onvoldoende, voldoende of goed 6 Naast de cesuur voldoende / onvoldoende komt er met het invoeren van de driepuntsschaal in de beoordelingslijst een nieuwe drempel bij. Die van de beoordeling: voldoende / goed. Onvoldoende: de student voldoet niet aan de prestatie-indicatoren Voldoende: de student voldoet aan de prestatie-indicatoren Goed: de student overstijgt de prestatie-indicatoren en er zijn géén minpunten geconstateerd Onderstaande vragen kunnen een hulpmiddel zijn om te bepalen of een beoordeling goed kan worden gegeven in de beoordelingslijst. Hulpvragen voor een beoordeling goed : Handelt de student bewust bekwaam door inzicht te tonen in de situatie en verantwoording te nemen van het eigen handelen? Is de student proactief door zelf initiatieven te nemen en adequaat te handelen? Deelt de student relevante kennis en inzicht? Is de student een gelijkwaardige collega? Geeft de student constructieve feedback met als doel om de kwaliteit van het werk te verbeteren? Kortom het gaat hierbij om een excellente student. Er zijn geen minpunten te benoemen. 6 m.i.v. het cohort wordt tenminste op een drie puntsschaal beoordeeld (goed-voldoende-onvoldoende) 20 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Z&W&AG Handleiding voor begeleiders december 2012

21 6. Beroepsgenerieke eisen: taal, rekenen en loopbaan en burgerschap De wet eist dat er binnen de beroepsopleiding gericht aandacht is voor de taal- en rekenvaardigheden van de student en voor loopbaan en burgerschapsontwikkeling. 6.1 Taal en rekenen vormen de basis voor het leren Vanuit deze visie is binnen het Consortium Zorg en Welzijn gekozen voor een integrale aanpak van talen en rekenen binnen het beroep en loopbaan en burgerschap. De zogenaamde drieslag. Figuur 8 Drieslag taalontwikkeling Drieslag taalontwikkeling Figuur 9 Drieslag rekenontwikkeling Drieslag rekenontwikkeling Taal gebruiken in beroepsgerichte activiteiten Veel lezen, luisteren, schrijven en spreken op school en BPV met adequate feedback op taalgebruik Taalles van een (ervaren) taaldocent Uitleg en oefening van regels en conventies van het vakgerichte Nederlands en de vaktaal Taalondersteuning en oefening individueel Werken aan persoonlijke taalproblemen (o.a. uitspraak, spelling, woordkennis en grammatica) Rekenen gebruiken in beroepsgerichte activiteiten denk aan: budgetteren, plannen, voorraad beheren op school en BPV met adequate feedback op rekengebruik Rekenles van een (ervaren) rekendocent Uitleg en oefening van regels en conventies van het vakgerichte rekenen Rekenondersteuning en oefening individueel Werken aan persoonlijke rekenproblemen (o.a. werken met maten en gewichten, percentages, verhoudingen) De student heeft voor het uitvoeren van kerntaken en werkprocessen, taal en rekenen op niveau nodig om beroepscompetenties aan te tonen, zoals: formuleren en rapporteren, zich richten op de behoeften en verwachtingen van de klant, overtuigen en beïnvloeden en instructies en procedures opvolgen. Uit de beroepsprestaties zijn betrekkelijk eenvoudig taal- en rekenvaardigheden te selecteren. Bijvoorbeeld een werkplanning maken, een begeleidingsplan schrijven, een intakegesprek voeren, het lezen van protocollen, het luisteren naar instructies, budgetteren en berekeningen maken, een presentatie geven over een actueel thema binnen het beroep. Beheersing van taal en rekenen is cruciaal, niet alleen voor het beroep, maar ook voor de loopbaan- en burgerschapsontwikkeling (LB) van de student. Het koppelen van taal- en rekenvaardigheden aan beroepsprestaties/proeven en LB-prestaties levert veel voordelen op: Door taal- en rekentaken geïntegreerd aan te bieden ziet de student het belang daarvan in voor de persoonlijke en de beroepsontwikkeling. Hierdoor neemt de motivatie voor het werken aan de vereiste taal- en rekenvaardigheden toe. Door de toepassing van taal en rekenen in de beroepspraktijk neemt ook het leerrendement toe. Door taal- en rekendoelen te verbinden aan beroepsprestaties/proeven en LB-prestaties worden lesuren effectiever benut. Door toepassing van de Nederlandse en Engelse taal en rekenen, en de regels in de praktijk, lopen studenten tijdig tegen taal- en/of rekenproblemen aan en kan specifieke begeleiding ingezet worden. 21 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Z&W&AG Handleiding voor begeleiders december 2012

22 Het werken aan de taal- en rekenontwikkeling is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de student zelf. Het beste resultaat wordt echter bereikt als ook de begeleider zich hierbij betrokken voelt. De begeleider signaleert of de student over de vereiste beroepstaal en rekenvaardigheden beschikt en kan de student hierin sturen en verwijzen naar de taal- en/of rekendocent. De beroepsgerichte rekenprestaties zijn ontwikkelingsgericht. Ze kunnen gebruikt worden als aanvulling op de beroepsprestaties, maar kunnen ook los van de beroepsprestaties worden ingezet en uitgewerkt. De opdrachten zijn in een beroepscontext geplaatst waardoor de student situaties herkent die zich in de dagelijkse praktijk van het beroep voordoen. Er zijn rekenprestaties ontwikkeld voor de domeinen Getallen en Verhoudingen, zowel op niveau 2F als niveau 3F. De rekenprestaties zijn zo opgezet dat deze kunnen worden ingezet op ieder gewenst moment in de opleiding. Evenals bij de taalprestaties overlegt de student met de docent/begeleider over de keuze van de rekenprestatie. 6.2 Loopbaan en burgerschap Loopbaanoriëntatie is een verplicht onderdeel binnen iedere opleiding. De student is verplicht om op dit gebied ontwikkeling aan te tonen. Waarom? Loopbaanoriëntatie draagt bij aan de persoonlijkheidsontwikkeling en carrièreplanning. Het gaat hierbij om het recht van ieder mens op betekenisvol werk en op vervolgonderwijs dat aansluit op eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven. Tijdens de beroepsopleiding onderzoekt de student het toekomstige werk en de eigen kracht en talenten. Burgerschap is gericht op onderwerpen die verband houden met de student als verantwoordelijk burger in de samenleving. Onderscheidend zijn vier dimensies: politiek en juridisch en betreft de bereidheid van de student om deel te nemen aan politieke besluitvorming economisch met vraagstukken zoals duurzaamheid, kostenbewust handelen, de rechten en plichten van de werknemer sociaal-maatschappelijk met een actieve bijdrage van de student op de leefbaarheid binnen de eigen woonomgeving en school vitaal burgerschap met de bereidheid van de student om te reflecteren op de persoonlijke leefstijl en zorg te dragen voor de eigen vitaliteit als burger, maar ook als werknemer. Loopbaan en burgerschap kan, evenals taal en rekenen, goed gecombineerd worden met de integrale opdrachten binnen de beroepsprestaties. Bijvoorbeeld de begeleider kan, in samenspraak met de student, het verband leggen tussen de rechten en plichten als werknemer en de competentie T Instructies en procedures opvolgen, of het kostenbewust omgaan met middelen en materialen (competentie L). Uiteraard geldt ook hier dat een competentie altijd in verband staat met een werkproces. 22 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Z&W&AG Handleiding voor begeleiders december 2012

Begeleidershandleiding. serie 2014

Begeleidershandleiding. serie 2014 Begeleidershandleiding serie 2014 Colofon Dit is een uitgave van Stichting Consortium Beroepsonderwijs Manager Zorg & Welzijn Irma Rabelink Ontwikkelteamleiders Roel van der Hoek Annemieke Liem Anja Mulder

Nadere informatie

Inleiding... 2. 1 Het beroepsgericht examen... 3. 1.1 Het uitvoeren van kwalificerende beroepsprestaties... 3

Inleiding... 2. 1 Het beroepsgericht examen... 3. 1.1 Het uitvoeren van kwalificerende beroepsprestaties... 3 1 Het beroepsgericht examen Handleiding voor de student Inhoud Inleiding... 2 1 Het beroepsgericht examen... 3 1.1 Het uitvoeren van kwalificerende beroepsprestaties... 3 1.2 Het maken van een verantwoordingsverslag...

Nadere informatie

Handboek BPV examinator. Consortium materialen

Handboek BPV examinator. Consortium materialen Handboek BPV examinator Consortium materialen Versie juni 2015 Inleiding De BPV examinator is verantwoordelijk voor het uitvoeren van kwalificerende beoordelingen van de student in de BPV situatie. Een

Nadere informatie

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl DOSSIER : Alle DOSSIERCREBO : Alle KWALIFICATIE : Alle KWALIFICATIECREBO : Alle NIVEAU : Alle COHORT : Vanaf 2015

Nadere informatie

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning Voorwoord Voor u ligt een proeve van bekwaamheid voor de opleiding Helpende Zorg & Welzijn, niveau 2, voor de kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning Deze proeve sluit

Nadere informatie

Beroepsgerichte Examens Consortium Beroepsonderwijs serie 2014 Zorg & Welzijn Instructie voor de examenkandidaat

Beroepsgerichte Examens Consortium Beroepsonderwijs serie 2014 Zorg & Welzijn Instructie voor de examenkandidaat Beroepsgerichte Examens Consortium Beroepsonderwijs serie 2014 Zorg & Welzijn Instructie voor de examenkandidaat Inleiding In dit document staat informatie die je nodig hebt wanneer je aan de slag gaat

Nadere informatie

Instructie student. Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl

Instructie student. Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl Instructie student Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl DOSSIER DOSSIERCREBO KWALIFICATIE NIVEAU COHORT KERNTAAK VERSIE : 1v1 Augustus 2018 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Stappenplan 4 3. Instructie

Nadere informatie

Januari 2013. Stichting Consortium Beroepsonderwijs Zorg, Welzijn en Assisterenden in de gezondheidszorg serie 2010, 2011 en 2012

Januari 2013. Stichting Consortium Beroepsonderwijs Zorg, Welzijn en Assisterenden in de gezondheidszorg serie 2010, 2011 en 2012 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Zorg, Welzijn en Assisterenden in de gezondheidszorg serie 2010, 2011 en 2012 Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van de Stichting Consortium

Nadere informatie

Verzorgende-IG Kompas (2011-vz-kp)

Verzorgende-IG Kompas (2011-vz-kp) Verzorgende-IG Kompas (2011-vz-kp) Niveau 3 Verzorgende-IG Kompas (2011-vz-kp) Niveau 3 Kompas (2011-vz-kp) Opleiding: Verzorgende-IG Niveau 3 Fase 1, 2 en 3 Artikelnummer CZW1VZ90007 Colofon Deze uitgave

Nadere informatie

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23185 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon * Daar waar hij staat, wordt ook zij bedoeld en omgekeerd. * Waar cliënt staat, kan

Nadere informatie

Digibib. Hoe te werken met de oefenopdrachten en examens?

Digibib. Hoe te werken met de oefenopdrachten en examens? Digibib Hoe te werken met de oefenopdrachten en examens? Marcel Polman Werkzaam bij het Kellebeek College vanaf 2000 Werkzaam bij het Consortium vanaf 2013 als ontwikkelaar en vanaf september als consulent

Nadere informatie

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep Proeve van Bekwaamheid kerntaak 2 Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep ROC van Amsterdam,augustus 2007 Voorwoord Voor u ligt een proeve van bekwaamheid voor

Nadere informatie

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3* Competentiekaart verzorgende IG (de eisen ten aanzien van loopbaan en de burgerschapsdimensies zijn in de kaart verwerkt, behalve de politiek-juridische dimensie die geheel op school wordt behandeld) Competentiekaart

Nadere informatie

2. Hoe ga je aan de slag met beroepsprestaties + aanmeldformulier beoordeling beroepsprestatie aanmeldformulier beoordeling reflectieverslag

2. Hoe ga je aan de slag met beroepsprestaties + aanmeldformulier beoordeling beroepsprestatie aanmeldformulier beoordeling reflectieverslag INHOUDSOPGAVE : 1. Het BPV-gesprek 2. Hoe ga je aan de slag met beroepsprestaties + aanmeldformulier beoordeling beroepsprestatie aanmeldformulier beoordeling reflectieverslag 3. Overzicht van de beroepsprestaties

Nadere informatie

2.3 Wanneer ben je een goede werkbegeleider? Methodisch werken als werkbegeleider 18

2.3 Wanneer ben je een goede werkbegeleider? Methodisch werken als werkbegeleider 18 15 De werkbegeleider Samenvatting De werkbegeleider heeft een belangrijke rol binnen zorg- en welzijnsorganisaties. Zij helpt de student zich het vak eigen te maken en leert tegelijkertijd zelf hoe zij

Nadere informatie

Het voeren van ontwikkelingsgerichte begeleidings- en beoordelingsgesprekken GWOO

Het voeren van ontwikkelingsgerichte begeleidings- en beoordelingsgesprekken GWOO Het voeren van ontwikkelingsgerichte begeleidings- en beoordelingsgesprekken GWOO Inleiding Tijdens de BPV-periode heeft de deelnemer recht op gesprekken. Afhankelijk van de duur van de opleiding zal de

Nadere informatie

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL) ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL) VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS Datum: AUG 2015 Crebo 95 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten dat de student

Nadere informatie

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Uitvoeren van activiteiten met zorgvragers (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg & thuiszorg) Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten Niveau

Nadere informatie

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon:

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon:   Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon: Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: E-mail: ------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Naam studieloopbaanbegeleider:

Nadere informatie

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

Opleiding Verzorgende IG PROEVE Opleiding Verzorgende IG PROEVE Uitleg Albeda College Branche Gezondheidszorg Kwalificatieniveau 3 Cohort: 2015-2016 Crebocode: 95530 Februari 2015 Naam student: Proeve Cohort 2012-2013 verzorgende IG

Nadere informatie

2 Stappen en fasen. 006128860006-bw.indd 8 19-09-13 12:35

2 Stappen en fasen. 006128860006-bw.indd 8 19-09-13 12:35 2 Stappen en fasen 8 ICT-beheerder - Netwerkbeheerder 006128860006-bw.indd 8 19-09-13 12:35 De projectwijzers brengen je in realistische situaties die te maken hebben met het ICT-vakgebied zodat je niet

Nadere informatie

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten Kerntaak 1 Organiseert het leerproces van de (lerende) medewerker in de praktijk Werkproces Prestatie-indicator Examenproduct

Nadere informatie

SW-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

SW-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf SW-B-K1-W3 (C) Versterkt de eigen kracht van de groep Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23185 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon * Daar waar hij staat, wordt ook zij bedoeld en omgekeerd. * Waar cliënt

Nadere informatie

DE ZES-STAPPENMETHODE ZELF WERKEN AAN JE WERKPROCESSEN. Illustraties: Corien Bögels

DE ZES-STAPPENMETHODE ZELF WERKEN AAN JE WERKPROCESSEN. Illustraties: Corien Bögels DE ZES-STAPPENMETHODE ZELF WERKEN AAN JE WERKPROCESSEN Illustraties: Corien Bögels 1 De Zes-stappenmethode Zelf werken aan je werkprocessen In het eerste leerjaar krijg je vaker voorbereidende opdrachten

Nadere informatie

Gelderland. Dit is een uitgave van de samenwerkingsverbanden. Gelderland en Oost-Overijssel/Twente en is mede mogelijk gemaakt door BKK.

Gelderland. Dit is een uitgave van de samenwerkingsverbanden. Gelderland en Oost-Overijssel/Twente en is mede mogelijk gemaakt door BKK. samenwerkingsverband kinderopvang beroepsonderwijs Gelderland Colofon Februari 2014 Dit is een uitgave van de samenwerkingsverbanden Kinderopvang-Beroepsonderwijs Gelderland en Oost-Overijssel/Twente en

Nadere informatie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Opdrachten

Nadere informatie

EXAMENPLAN CGO 2011 DELTION COLLEGE

EXAMENPLAN CGO 2011 DELTION COLLEGE EAMENPLAN CGO 2011 DELTION COLLEGE Opleiding: Pedagogisch Medewerker Jeugdzorg, Persoonlijk Begeleider Specifieke Doelgroepen en Persoonlijk Begeleider Gehandicaptenzorg Niveau: 4 Crebocode: 92631 92661-92662

Nadere informatie

LEERCOACH IN DE NETWERKSCHOOL. Verantwoordelijkheden

LEERCOACH IN DE NETWERKSCHOOL. Verantwoordelijkheden Leercoaches begeleiden studenten in hun leertraject, studievoortgang en ieontwikkeling binnen de Netwerkschool ROC Nijmegen. Deze notitie uit 2013 beschrijft de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en kerntaken

Nadere informatie

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk 2010-2013 volgens het kwalificatiedossier Jeugdzorg 2011. 1=startniveau, 2= aardig eindje op weg 3= beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak

Nadere informatie

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Gedurende de opleiding werken de studenten in de praktijk aan praktijkopdrachten. Een schooljaar

Nadere informatie

Beoordelaarsinstructie

Beoordelaarsinstructie Stichting Consortium Beroepsonderwijs Zorg, Welzijn en Assisterenden in de gezondheidszorg Beoordelaarsinstructie gericht op de rol van assessor (2012 versie- met een aanvulling op de driepuntsschaal en

Nadere informatie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 1 e herziene druk: november 2013 ISBN:

Nadere informatie

Beroepsgerichte examens Consortium Beroepsonderwijs, serie 2014 Zorg, Welzijn & AG

Beroepsgerichte examens Consortium Beroepsonderwijs, serie 2014 Zorg, Welzijn & AG Zorg & Welzijn Instructie voor de examenkandidaat (Cluster Zorg) versie 17122014 Beroepsgerichte examens Consortium Beroepsonderwijs, serie 2014 Zorg, Welzijn & AG Inhoud Inleiding... 2 Overgang naar het

Nadere informatie

Competentieprofiel Assessor/Praktijkbeoordelaar Kern competentie Toelichting Praktijkbeoordelaar Voorbereiding assessment

Competentieprofiel Assessor/Praktijkbeoordelaar Kern competentie Toelichting Praktijkbeoordelaar Voorbereiding assessment Competentieprofiel Assessor/Praktijkbeoordelaar Kern competentie Toelichting Praktijkbeoordelaar Voorbereiding assessment bereidt het assessment voor informeert kandidaat over de praktische kant van het

Nadere informatie

Docentenexemplaar. Verzamelformulier beroepsgerichte examens. Beoordeling O V G. Consortium Beroepsonderwijs

Docentenexemplaar. Verzamelformulier beroepsgerichte examens. Beoordeling O V G. Consortium Beroepsonderwijs Consortium Beroepsonderwijs www.consortiumbo.nl Verzamelformulier beroepsgerichte examens Kwalificatiedossier (KD): Pedagogisch Werk Datum uitgifte KD: oktober 2015 Crebonummer KD: 23183 Cohort: 2016 ev

Nadere informatie

Autoschadehersteller. Crebonummer 91750 / 95030. PvB 01. Voertuig afleveringsklaarmaken na reparatie. Handleiding Proeve van Bekwaamheid

Autoschadehersteller. Crebonummer 91750 / 95030. PvB 01. Voertuig afleveringsklaarmaken na reparatie. Handleiding Proeve van Bekwaamheid Autoschadehersteller Crebonummer 91750 / 95030 PvB 01 Voertuig afleveringsklaarmaken na reparatie Handleiding Proeve van Bekwaamheid Voor de beoordelaar Handleiding PvB Carrosserietechniek voor de beoordelaar.

Nadere informatie

Beoordeling en evaluatie

Beoordeling en evaluatie Beoordelingsformulier Beoordeling en evaluatie Student: Studentnummer: Opleiding en crebonr.: Niveau en leerweg: BPV bedrijf: Praktijkopleider: BPV-periode van/tot: SLBer Schoolperiode van/tot: Datum:

Nadere informatie

5. De wegwijzer (een stappenplan voor het uitvoeren van een opdracht/prestatie) 9. 6. Hulpmiddel bij het reflecteren : STARRT-methode 11

5. De wegwijzer (een stappenplan voor het uitvoeren van een opdracht/prestatie) 9. 6. Hulpmiddel bij het reflecteren : STARRT-methode 11 INHOUDSOPGAVE : Schooldeel 1. Mijn portret 2 2. Het BPV-gesprek -voorbereiding gesprek 3 -verslaglegging gesprek 4 3. Aan de slag met beroepsprestaties -aan de slag 6 -go / no go formulier 7 4. Overzicht

Nadere informatie

Kerntaak 3 opleiding doktersassistent: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

Kerntaak 3 opleiding doktersassistent: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Proeve van bekwaamheid Kerntaak 3 opleiding doktersassistent: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Ter beoordeling van de werkprocessen 3.1, 3.2, 3.3 en 3.4 worden (onderzoeks)opdrachten

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

Examendocument Behorend bij de BEWIJSMAP. Loopbaan en Burgerschap. Cohort Opleiding AG. Crebonummer 91300/

Examendocument Behorend bij de BEWIJSMAP. Loopbaan en Burgerschap. Cohort Opleiding AG. Crebonummer 91300/ Examendocument Behorend bij de BEWIJSMAP Loopbaan en Burgerschap Cohort 2013 Opleiding AG Crebonummer 91300/ 91310 Leerweg BOL/BBL Dimensies Loopbaan en Burgerschap Loopbaan Politiek-juridisch Economisch

Nadere informatie

BPV. Profiel praktijkopleider. Norm. Toelichting. Aanpak. Prestatie

BPV. Profiel praktijkopleider. Norm. Toelichting. Aanpak. Prestatie pagina 1 4 Profiel praktijkopleider Norm Een praktijkopleider speelt in het leerbedrijf een cruciale rol in het succesvol opleiden van onderwijsdeelnemers tot goed geschoolde vakmensen. Het is daarom dat

Nadere informatie

PVB 3.4 Aansturen van sportkader

PVB 3.4 Aansturen van sportkader PVB 3.4 Aansturen van sportkader Deelkwalificatie van volleybaltrainer 3 Inleiding Om het door de Nevobo en NOC*NS erkende diploma volleybaltrainer 3 te behalen, moet je vier kerntaken op niveau 3 beheersen.

Nadere informatie

Informatie opleidingsstandaard voor de EVC procedure. Praktijkopleider

Informatie opleidingsstandaard voor de EVC procedure. Praktijkopleider Informatie opleidingsstandaard voor de EVC procedure Praktijkopleider Kwalificatie: Praktijkopleider Crebonummer: 90350 Niveau : 4 Geldig vanaf: 1 augustus 2012 Deel A: Beeld van de beroepengroep Praktijkopleider

Nadere informatie

Praktijkopdracht. Instructie student. Kwalificerend. Ondernemer horeca/bakkerij Meewerkend horeca ondernemer. Uitstroom : Meewerkend horeca ondernemer

Praktijkopdracht. Instructie student. Kwalificerend. Ondernemer horeca/bakkerij Meewerkend horeca ondernemer. Uitstroom : Meewerkend horeca ondernemer Praktijkopdracht Kwalificerend Instructie student Ondernemer horeca/bakkerij Meewerkend horeca ondernemer Uitstroom : Meewerkend horeca ondernemer Niveau : 4 Crebonr. : 25185 Kerntaak : B1-K2 Dossier :

Nadere informatie

Verzamelformulier beroepsgerichte examens

Verzamelformulier beroepsgerichte examens Consortium Beroepsonderwijs www.consortiumbo.nl Verzamelformulier beroepsgerichte examens KD: Pedagogisch Werk Datum uitgifte KD: 24-02-2016 Crebonummer KD: 23183 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Kwalificatie:

Nadere informatie

Handleiding Praktijkopleider

Handleiding Praktijkopleider Ontwikkelingsgericht Digitaal beoordelen DOSSIER : Dienstverlening DOSSIERCREBO : 23189 KWALIFICATIE : Helpende Zorg en Welzijn KWALIFICATIECREBO : 25498 NIVEAU : 2 COHORT : Vanaf 2015 KERNTAAK : Alle

Nadere informatie

Beroepsprestaties beoordelen volgens een driepuntschaal: Verantwoording en procedure

Beroepsprestaties beoordelen volgens een driepuntschaal: Verantwoording en procedure Beroepsprestaties beoordelen volgens een driepuntschaal: Verantwoording en procedure Versiebeheer Versie Datum Auteurs Status Wijzigingen 1 9-1-2013 WvD Concept 2 15-1-2013 WvD Concept Opmaak / criteria

Nadere informatie

METHODE ZELF WERKEN AAN JE BPV- OPDRACHTEN

METHODE ZELF WERKEN AAN JE BPV- OPDRACHTEN METHODE ZELF WERKEN AAN JE BPV- OPDRACHTEN 1 Zelf werken aan je bpv-opdrachten Met deze methode kun je werken aan je leerproces door zelfstandig (en indien nodig met hulp) bpv-opdrachten uit te voeren.

Nadere informatie

Competentieprofiel Werkbegeleider

Competentieprofiel Werkbegeleider Competentieprofiel Werkbegeleider Calibris Kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport Postbus 131 3980 CC Bunnik T 030 750 7000 F 030 750 7001 I www.calibris.nl E info@calibris.nl

Nadere informatie

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT Huishoudelijke zorg op maat. (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg) Beroepstaak A Hulp bij huishouden en wonen. Niveau Startbekwaam Toets BT A STB Zorghulp V en V 02-2012

Nadere informatie

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

Opleiding Verzorgende IG PROEVE Opleiding Verzorgende IG PROEVE Albeda College Branche Gezondheidszorg Kwalificatieniveau 3 Cohort: 2012 2013 Crebocode: 94830 en 95530 Naam student: Proeve Cohort 2012-2013 verzorgende IG Inhoudsopgave

Nadere informatie

Ontwikkelingsgericht meten en beoordelen Uitgangspunten en stroomschema digitale omgeving

Ontwikkelingsgericht meten en beoordelen Uitgangspunten en stroomschema digitale omgeving Ontwikkelingsgericht meten en beoordelen Uitgangspunten en stroomschema digitale omgeving Uitgangspunten De student ontwikkelt in een praktijkomgeving zijn/haar vaardigheden, handelingen en gedrag aan

Nadere informatie

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Startbekwaam

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Startbekwaam OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Uitvoeren van groepsactiviteiten met zorgvragers (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg & thuiszorg) Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten

Nadere informatie

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Zien waar hulp nodig is! (Thuiszorg) Beroepstaak B Helpen bij de persoonlijke zorg/ ADL Niveau Toets beroepstaak B Helpende gevorderd Thuiszorg

Nadere informatie

Portfolio Pedagogisch Werk. Studiewijzer. Opleiding Pedagogisch Werk niveau 3 instroom Helpende (KD 79140)

Portfolio Pedagogisch Werk. Studiewijzer. Opleiding Pedagogisch Werk niveau 3 instroom Helpende (KD 79140) Studiewijzer Opleiding Pedagogisch Werk niveau 3 instroom Helpende (KD 79140) 1 Inhoud Inleiding... 3 1 Hoe ziet de opleiding eruit?... 4 1. Visie... 4 1.1 De opbouw van de opleiding... 4 1.2 De opbouw

Nadere informatie

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started Inhoud Competentiegericht opleiden 3 Doel van praktijktoetsen 4 Wijze van evalueren en beoordelen 4 Rollen 5 Getting started

Nadere informatie

Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning. STER opdracht: helpen bij een creatieve activiteit

Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning. STER opdracht: helpen bij een creatieve activiteit werkplanning Werkproces 1.5 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten STER opdracht: helpen bij een creatieve activiteit Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je te maken met het helpen bij creatieve activiteiten.

Nadere informatie

MZ-PBSD-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

MZ-PBSD-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf MZ-PBSD-B-K1-W3 (C) Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23181 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon Daar waar zij staat, wordt ook hij bedoeld en omgekeerd.

Nadere informatie

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Het werken aan en en de relatie daarvan met de voortgangsrapportage Gedurende de verdiepingsfase

Nadere informatie

Model Praktijkbeoordelaar

Model Praktijkbeoordelaar Model Praktijkbeoordelaar De praktijkbeoordelaar beoordeelt de deelnemer in een afnamelocatie. In de rol van praktijkbeoordelaar, beoordeelt hij 1 of de deelnemer het vereiste niveau van kennis, vaardigheden,

Nadere informatie

Helpende Zorg & Welzijn (speciale doelgroep)

Helpende Zorg & Welzijn (speciale doelgroep) Onderwijs- en regeling (OER) Helpende Zorg & Welzijn (speciale doelgroep) OPLEIDINGSGIDS 2015-2017 ARCUS COLLEGE Postbus 207, 6400 AE HEERLEN Opleiding Crebocode Niveau Leerweg Kwalificatie -dossier Cohort

Nadere informatie

2017 exameneenheid 4 kwaliteitszorg

2017 exameneenheid 4 kwaliteitszorg Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Branche Kraamzorg 01 november 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/104326 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

Verzamelformulier beroepsgerichte examens

Verzamelformulier beroepsgerichte examens Consortium Beroepsonderwijs www.consortiumbo.nl Verzamelformulier beroepsgerichte examens KD: Pedagogisch Werk Datum uitgifte KD: Crebonummer KD: 23183 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Crebonummer kwalificatie:

Nadere informatie

DOMEIN ZORG, WELZIJN, SPORT & BEWEGEN EN VEILIGHEID

DOMEIN ZORG, WELZIJN, SPORT & BEWEGEN EN VEILIGHEID DOMEIN ZORG, WELZIJN, SPORT & BEWEGEN EN VEILIGHEID Onderwijseenheid en KSB-niveau Kerntaken 1,2 en 3 Werkprocessen 1.1, 1.5,2.1,2.2, 3.2,3.3 Niveau 2 Crebo 92640 Praktijkexamen Helpende Zorg en Welzijn

Nadere informatie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Kariene Mittendorff, lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs Studieloopbaanbegeleiding Binnen scholen wordt op verschillende manieren gewerkt aan

Nadere informatie

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is.

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is. VOORTGANGSRAPPORTAGE Praktijk PW 4 Jeugdzorg 2009-2011 naam: klas: loopbaanbegeleider: 1=startniveau, 2= aardig eindje onderweg 3= beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak 1 Opstellen van een activiteitenprogramma

Nadere informatie

Zorginnovaties en technologie

Zorginnovaties en technologie Keuzedeel mbo Zorginnovaties en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0138 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport

Nadere informatie

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager 1 Werkprocessen en competenties gericht op het verpleegplan 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op. A: Beslissen en activiteiten initiëren

Nadere informatie

Beoordelen, een begripsbepaling

Beoordelen, een begripsbepaling Beoordelen, een begripsbepaling 1 Dit hoofdstuk gaat over de begrippen toetsen en beoordelen en wat dat betekent voor competentiegericht onderwijs. Beoordelen is in het competentiegerichte leren een ijkpunt

Nadere informatie

Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer. Dossiers 2013-2014

Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer. Dossiers 2013-2014 Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer Inhoudsopgave Inleiding... 3 Begrippenlijst... 4 Informatie BPV-beoordeling... 6 Kerntaken, werkprocessen, competenties, beoordelingscriteria en Arbo-regels...

Nadere informatie

Beoordelingsformulieren BPV

Beoordelingsformulieren BPV Beoordelingsformulieren BPV ROC Mondriaan School voor Economie Financiële en Secretariële opleidingen Locatie Brasserskade (Delft) Beoordelingsformulieren Basisjaar van de 3 jarige opleiding BBL DSMA Cohort

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137 Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

Concept: De basis van de praktijkroute. FC Extra

Concept: De basis van de praktijkroute. FC Extra Concept: De basis van de praktijkroute FC Extra Verdiepin g Training van vaardigheden Verdieping: Algemene thema s Verbreding en verdieping op: Kennis Toepassen van kennis Onderzoek Verdieping: Vakinhoudelijk

Nadere informatie

Beroepsopdracht 2: werken volgens plan / Zorghulp /september

Beroepsopdracht 2: werken volgens plan / Zorghulp /september 1 Beroepsopdracht 2: werken volgens plan / Zorghulp /september 2012 1 Zorghulp Inhoudsopgave Verantwoording... 2 Inleiding... 3 Opdracht 1... 4 Opdracht 2... 7 Opdracht 3... 10 Resultaatoverzicht... 11

Nadere informatie

Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer. Dossiers VMBO

Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer. Dossiers VMBO Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer Dossiers VMBO Inhoudsopgave Inleiding... 3 Informatie BPV-beoordeling... 4 Kerntaak, werkprocessen, competenties, beoordelingscriteria en Arbo-regels... 4

Nadere informatie

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 3 SFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/ecursie

Nadere informatie

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak A Hulp bij huishouden en wonen. Niveau Gevorderd

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak A Hulp bij huishouden en wonen. Niveau Gevorderd OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT Huishoudelijke zorg op maat. (Thuiszorg) Beroepstaak A Hulp bij huishouden en wonen. Niveau Gevorderd Toets BT A gevorderd Zorghulp Thz 08-2011 Albeda College Branche

Nadere informatie

Scholen voor Zorg. Examendocument Behorend bij de BEWIJSMAP. Loopbaan en Burgerschap. Cohort Opleiding Verzorgende- IG MBO.

Scholen voor Zorg. Examendocument Behorend bij de BEWIJSMAP. Loopbaan en Burgerschap. Cohort Opleiding Verzorgende- IG MBO. Scholen voor Zorg Examendocument Behorend bij de BEWIJSMAP Loopbaan en Burgerschap Cohort 2013 Opleiding Verzorgende- IG MBO Crebonummer 95530 Leerweg BBL Dimensies Loopbaan en Burgerschap Loopbaan Politiek-juridisch

Nadere informatie

Opleidingen Welzijn Maatschappelijke Zorg Pedagogisch Werk Sociaal Werk

Opleidingen Welzijn Maatschappelijke Zorg Pedagogisch Werk Sociaal Werk Opleidingen Welzijn Maatschappelijke Zorg Pedagogisch Werk Sociaal Werk Servicedocument voor beoordelaars van toetsen en eamens in de praktijk Inhoudsopgave Inleiding... 3 Eamens... 4 Plaats van uitvoering

Nadere informatie

Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl.

Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl. STER opdracht ADL Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl. In de eerste 10 weken van je opleiding heb je

Nadere informatie

Naam student: Naam loopbaanbegeleider:

Naam student: Naam loopbaanbegeleider: Naam student: Naam loopbaanbegeleider: 1 2 Handleiding voor het gebruiken van het CE 2 portfolio ondersteunen bij begeleiding. Beste student(e), Voor je ligt het portfolio van het opleidingsonderdeel Ondersteunen

Nadere informatie

Examenplan Verzorgende IG / Maatschappelijke Zorg

Examenplan Verzorgende IG / Maatschappelijke Zorg Examenplan Verzorgende IG / Maatschappelijke Zorg Gehandicaptenzorg Opleidingsdomein Zorg en Welzijn Crebonummer domein 7940 Dossier Verzorgende IG / Maatschappelijke Zorg Crebonummer dossiers VIG: 2387

Nadere informatie

Leerjaar Doelstelling opdracht. Activiteit Betrokkenen Loopbaancompetenties. Motievenreflectie Kwaliteitenreflectie

Leerjaar Doelstelling opdracht. Activiteit Betrokkenen Loopbaancompetenties. Motievenreflectie Kwaliteitenreflectie LOB matrix KWC afdeling SMS Noteer in onderstaand schema alle activiteiten die jij als professional of binnen de afdeling waar je werkzaam bent mee gewerkt wordt. Dit kunnen losse instrumenten zijn zoals

Nadere informatie

Beoordelingsformulieren: Uitleg Beoordeling. A: Is in ontwikkeling, maar nog niet op het reproductieve niveau

Beoordelingsformulieren: Uitleg Beoordeling. A: Is in ontwikkeling, maar nog niet op het reproductieve niveau Beoordelingsformulieren: Uitleg Beoordeling A: Is in ontwikkeling, maar nog niet op het reproductieve niveau B: Reproductief niveau. Op reproductief niveau handelt de beroepsbeoefenaar volgens routines

Nadere informatie

Consortium Beroepsonderwijs

Consortium Beroepsonderwijs Consortium Beroepsonderwijs www.consortiumbo.nl Verzamelformulier beroepsgerichte examens Kwalificatiedossier (KD): Pedagogisch Werk Datum uitgifte KD: oktober 2015 Crebonummer KD: 23183 Cohort: 2016 ev

Nadere informatie

MZ-PBSD-B-K1-W4 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

MZ-PBSD-B-K1-W4 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf MZ-PBSD-B-K1-W4 (C) Ondersteunt de cliënt bij de dagbesteding Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23181 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon Daar waar zij staat, wordt ook hij bedoeld en omgekeerd. Waar

Nadere informatie

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen Getting Started Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen De BIG-opleidingen worden competentiegericht vormgegeven. Met het competentiegericht opleiden hebben de opleidingen een duidelijker inhoudelijk

Nadere informatie

Model Praktijkbeoordelaar

Model Praktijkbeoordelaar Model Praktijkbeoordelaar De praktijkbeoordelaar beoordeelt de deelnemer in een afnamelocatie. In de rol van praktijkbeoordelaar, beoordeelt hij 1 of de deelnemer het vereiste niveau van kennis, vaardigheden,

Nadere informatie

VOORTGANGSRAPPORTAGE Onderwijsassistent (93500) BOL Verdiepingsfase OAS volgens het Kwalificatiedossier 2013.

VOORTGANGSRAPPORTAGE Onderwijsassistent (93500) BOL Verdiepingsfase OAS volgens het Kwalificatiedossier 2013. VOORTGANGSRAPPORTAGE Onderwijsassistent (93500) BOL 2015-2017 Verdiepingsfase OAS volgens het Kwalificatiedossier 2013. 1= startniveau 2=aardig eindje op weg 3= beginnend beroepsbeoefenaar NB: Als er lln.

Nadere informatie

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT (Thuiszorg) Beroepstaak B Helpen bij de persoonlijke zorg/ ADL Niveau Startbekwaam Toets beroepstaak B Helpende startbekwaam Thuiszorg 08-2011 Beroepsopdracht

Nadere informatie

regionale netwerkbijeenkomst Zorg & Welzijn Consortium Beroepsonderwijs maart 2013

regionale netwerkbijeenkomst Zorg & Welzijn Consortium Beroepsonderwijs maart 2013 regionale netwerkbijeenkomst Zorg & Welzijn Consortium Beroepsonderwijs maart 2013 mededelingen lid van het Consortium Beroepsonderwijs; de kosten en de baten pauze thematafels 2 mededelingen regioconsulenten

Nadere informatie

Opdracht Soorten plannen

Opdracht Soorten plannen Opdracht Soorten plannen Wat ga je laten zien? Je gaat onderzoek doen naar de manier waarop op jouw werkplek planmatig wordt gewerkt. Ga als volgt te werk: 1. Zoek antwoord op de volgende vragen: 2. Wat

Nadere informatie

Informatiedocument Begeleiden en beoordelen van studenten in de Beroeps Praktijk Vorming

Informatiedocument Begeleiden en beoordelen van studenten in de Beroeps Praktijk Vorming Kellebeek College Informatiedocument Begeleiden en beoordelen van studenten in de Beroeps Praktijk Vorming Onderwijs Assistent BOL niveau 4 Unit Dienstverlening Informatiedocument voor begeleiders/beoordelaars

Nadere informatie

Onderwerp Opdracht. 1. Competentiescan. Ondersteun een cursist bij het opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan voor de opleiding.

Onderwerp Opdracht. 1. Competentiescan. Ondersteun een cursist bij het opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan voor de opleiding. Onderwerp 1. Competentiescan Geef met behulp van de competentiescan aan wat u als leercoach-in-opleiding al beheerst en wat u wilt leren. 2. Intake Bespreek met een cursist de competentiescan. 3. Persoonlijk

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Rapport Docent i360. Test Kandidaat Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE Praktijk 8 Deeltijd

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE Praktijk 8 Deeltijd TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE Praktijk 8 Deeltijd Titel vak: Praktijk 8 Kwartaal: 4 Voltijd/deeltijd: Deeltijd Studiejaar: 2 Datum versie: April 2013 ECTS: 5 Assessoren: Vakcoördinator: Caroline Zijlstra, Chris

Nadere informatie

PVB 3.4 Aansturen van sportkader

PVB 3.4 Aansturen van sportkader PVB 3.4 Aansturen van sportkader Deelkwalificatie van volleybaltrainer 3 Inleiding Om het door de Nevobo en NOC*NS erkende diploma volleybaltrainer 3 te behalen, moet je 2 kerntaken op niveau 3 beheersen.

Nadere informatie