Beroepsgerichte examens Consortium Beroepsonderwijs, serie 2014 Zorg, Welzijn & AG

Transcriptie

1 Zorg & Welzijn Instructie voor de examenkandidaat (Cluster Zorg) versie Beroepsgerichte examens Consortium Beroepsonderwijs, serie 2014 Zorg, Welzijn & AG Inhoud Inleiding... 2 Overgang naar het examen... 2 Het beroepsgericht examen... 2 De vorm en inhoud van een examen... 2 De examenvormen... 3 Voorbereiding op het examen... 3 De uitvoering van het examen... 4 De beoordeling... 4 De gedragsbeoordeling (beoordelaar uit de beroepspraktijk of bij simulatie: beoordelaar van de opleiding)... 4 Na afronding van de gedragsbeoordeling... 4 De beoordeling van beroepsproducten (beoordelaar van de opleiding)... 5 Het beoordelen van het examengesprek (beoordelaar uit de beroepspraktijk én beoordelaar van de opleiding)... 6 Na de beoordeling... 7 Het opmaken van de voorlopige eindbeoordeling van het examen... 7 Bezwaar tegen de voorlopige uitslag van het examen... 8 De vaststelling van de eindbeoordeling van het examen... 8 Archiveren... 9 Herkansing... 9 Vragen?... 9 BIJLAGE 1: De tabel moeilijkheidsgraad...10 BIJLAGE 2: De beoordelingsschaal O-V-G...11 BIJLAGE 3: STRAK verantwoorden...12 Instructie voor de examenkandidaat Consortium Versie 1.0 Zorg

2 Inleiding In dit document staat alle informatie die je nodig hebt wanneer je aan de slag gaat met de beroepsgerichte examens van het Consortium Beroepsonderwijs, serie 2014 voor Zorg, Welzijn & AG. Tijdens de uitvoering van die examens werk je als beginnend beroepsbeoefenaar. Je laat zien dat je beschikt over de competenties die nodig zijn om de werkprocessen uit te voeren. Overgang naar het examen Je bespreekt regelmatig de voortgang binnen het ontwikkelingsgerichte deel van jouw opleiding met je studieloopbaanbegeleider en je BPV-begeleider binnen de instelling. Jouw resultaten voor de toetsen en opdrachten uit het beoordelingsplan staan daarbij centraal. Dat beoordelingsplan kun je op vinden in de OER van jouw opleiding / Informatiebronnen / C1; Zorg/ OER 2014 Zorg. In het beoordelingsplan kun je zien welke resultaten je moet hebben behaald om deel te kunnen nemen aan een examen. Wanneer uit de gesprekken met je studieloopbaanbegeleider blijkt dat je voldoet aan de voorwaarden om één van de examens af te leggen, vul je jouw gegevens in op het Aanvraagformulier beroepsgericht examen. Dat formulier kun je downloaden van Natschool N@tschool / Informatiebronnen / C1; Zorg/ De examencommissie. Je vraagt jouw studieloopbaanbegeleider om het aanvraagformulier in te vullen en te ondertekenen. Dit ingevulde formulier lever je via de mail (scannen i.v.m. handtekening studieloopbaanbegeleider) of de brievenbus aan bij het examenbureau. Uiterlijk drie werkdagen later kun je de examenopdracht daar afhalen. Het beroepsgericht examen In het Overzicht examens, opgenomen in het Kompas, staat aangegeven hoeveel examens er zijn, welke werkprocessen in een examen voorkomen en welke examenproducten (bewijsstukken) moeten worden aangeleverd. Een examen bestaat uit één of meer werkprocessen. Ieder werkproces heeft één of meer opdrachten waarin de voor het beroep vereiste kennis, houding en vaardigheden worden geëxamineerd. Deze opdracht(en) voer je zelfstandig 1 en individueel uit. De beoordeling wordt gedaan door een beoordelaar vanuit de beroepspraktijk en/of vanuit de opleiding. De vorm en inhoud van een examen Elk examen bevat: 1. Voorblad De gegevens voor registratie van: o examenonderdeel o examenkandidaat o beoordeling o vaststelling van de beoordeling 2. Overzicht van werkprocessen en de bijbehorende competenties De werkprocessen die jij als kandidaat moet aantonen binnen het examen 3. Typering van het examen Inleidende tekst 4. Moeilijkheidsgraad Beschrijving van: Context (examenomstandigheden), sturing (zelfstandig of met hulp) en verantwoordelijkheid (grenzen van waar jij in het examen wel of niet voor verantwoordelijk mag zijn) 5. De integrale opdracht, passend bij de vereisten in het kwalificatiedossier Wat ga je als kandidaat doen 1 Tenzij anders staat aangegeven bij de moeilijkheidsgraad in de examenopdracht. Pagina 2/12

3 6. De bewijsstukken De beoogde resultaten van de opdrachten die je gaat uitvoeren 7. De beoordelingslijst De beoordelingscriteria. Deze zijn afgeleid van de beschrijving van het beroep, de kerntaken, werkprocessen en prestatie-indicatoren uit het landelijke kwalificatiedossier Onderbouwing van de beoordeling, toelichting op de gegeven beoordeling Cesuur: grens tussen behaald en niet behaald Normering: Wanneer goed voldoende - onvoldoende De gegeven beoordeling per werkproces op driepuntsschaal Plaats voor handtekeningen van beoordelaar(s) Tijdens het examen word je uitgedaagd om de benodigde kennis, vaardigheden en houding optimaal in te zetten. De examenvormen Elk examen kent een methodemix. Dat wil zeggen dat er verschillende examenvormen worden ingezet om tot een beoordeling van een werkproces te komen. De examenvormen zijn: Examenvorm Omschrijving Beoordelaar De gedragsbeoordeling Jouw handelen wordt beoordeeld in de beroepspraktijk of in een nagebootste situatie op de opleiding Beoordelaar uit de beroepspraktijk Bij simulatie op school: beoordelaar van de opleiding Beroepsproduct Je maakt het bewijsstuk dat in de opdracht wordt gevraagd en laat dit bewijsstuk beoordelen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een plan van aanpak, een observatieverslag of een rapportage Beoordelaar van de opleiding (Beoordelaar uit de beroepspraktijk tekent het bewijsstuk af voor authenticiteit) Verantwoordingsverslag Examengesprek Je schrijft een verslag waarin je uitlegt hoe je te werk bent gegaan en welke keuzes je hebt gemaakt op basis van jouw kennis. Je beschrijft ook waarom je iets heeft gedaan. Je schrijft dit verslag aan de hand van de methode STRAK verantwoorden. Je maakt in een gesprek met de beoordelaars duidelijk dat je met kennis van zaken hebt gehandeld in de beroepspraktijk. Dit doe je vanuit praktijksituaties die je zelf in het gesprek inbrengt en die in verband staan met het te beoordelen werkproces. Beoordelaar van de opleiding (Beoordelaar uit de beroepspraktijk tekent het bewijsstuk af voor authenticiteit) Beoordelaar uit de beroepspraktijk samen met een beoordelaar van de opleiding Of Twee beoordelaars van de opleiding Voorbereiding op het examen De beoordelaar uit de beroepspraktijk ontvangt van jou de examenset 2. Je moet je voorbereiden op het examen. In een gesprek met de beoordelaar uit de beroepspraktijk zal worden gecheckt of jij je hebt voorbereid op het examen en zullen afspraken gemaakt worden. Indien tijdens dit gesprek blijkt dat jij je onvoldoende hebt voorbereid, zal het gesprek worden afgebroken en wordt er een nieuwe afspraak gemaakt. Je mag dan nog niet starten met het examen. Lees dus vóór dat gesprek het examen goed door, zodat je weet wat je moet gaan doen en waarop je wordt beoordeeld. In de beoordelingslijst staan de beoordelingscriteria beschreven. Als blijkt dat jij je goed hebt voorbereid, zal de beoordelaar met jou afspraken maken over: de plaats en duur van het examen, het aantal beoordelaars, het tijdstip/de tijdstippen van de 2 De examenset bestaat uit het examen, de instructie voor de examenkandidaat, de beoordelaarinstructie en de verklaring afnamecondities en bekwaamheid beoordelaar. Pagina 3/12

4 gedragsbeoordeling en de uiterste datum waarop je bewijsstukken kunt laten aftekenen door de beoordelaar uit de beroepspraktijk. De uitvoering van het examen Je gaat aan de slag met de opdrachten uit het examen. Je voert de opdrachten uit het examen zelfstandig uit, tenzij anders staat aangegeven bij de moeilijkheidsgraad. Er is geen vaste volgorde waarin je aan de opdrachten werkt. Wanneer de tijdsduur van belang is, staat in de opdracht aangegeven hoe lang je aan die opdracht mag werken. Indien je in de opdracht bewijsstukken moet aanleveren, voorzie je de eerste pagina van elk bewijsstuk van de volgende voetnoot: Naam en studentnummer: Examen nummer: Titel bewijsstuk: Datum + handtekening beoordelaar beroepspraktijk: Naam BPV-instelling: Deze voetnoot hoeft alleen op de eerste pagina getekend te worden door de beoordelaar uit de beroepspraktijk. Hij beoordeelt geen bewijsstukken, maar tekent ze wel af en garandeert daarmee dat het bewijsstuk authentiek (= echt gemaakt door jou), actueel (= gemaakt in de nabije werkelijkheid) en relevant (= van toepassing op de situatie) is. De beoordeling In een examen worden één of meerdere werkprocessen beoordeeld. Elk werkproces bevat één of meer beoordelingslijsten. Die beoordelingslijsten leveren samen één eindbeoordeling op voor het werkproces. De beoordelaars vullen de beoordelingslijsten in en onderbouwen de beoordeling. Als het nodig is, kan een uitgebreide onderbouwing op een extra blad worden toegevoegd. In de tabel bij Examenvormen (pag. 3) kan je zien welke beoordelaar welke examenvorm beoordeelt. De gedragsbeoordeling (beoordelaar uit de beroepspraktijk of bij simulatie: beoordelaar van de opleiding) Tijdens het uitvoeren van het examen wordt jouw handelen in de beroepspraktijk beoordeeld. Dit gebeurt op meerdere momenten en zo mogelijk door meerdere beoordelaars. Elke beoordelaar beoordeelt jou aan de hand van de criteria uit de beoordelingslijst. Na observatie van jouw handelen komt de beoordelaar tot een beoordeling. Hij verwerkt de beoordeling op de beoordelingslijst, onderbouwt de beoordeling en ondertekent de beoordelingslijst 3. Tenslotte vult hij de Verklaring afnamecondities en bekwaamheid beoordelaar in. De beoordelaar geeft daarmee aan de examencommissie de garantie dat jouw examen op het juiste niveau en onder de juiste omstandigheden is afgenomen. Voorbeeld van een beoordelingslijst bij een gedragsbeoordeling uit de opleiding Helpende Zorg en Welzijn, Examen 1 Zorg voor de leefomgeving : Beoordelingscriteria Goed = 2, voldoende = 1, onvoldoende = 0 Gedragsbeoordeling: Werkplanning van de uitvoering van huishoudelijke taken De examenkandidaat: Heeft een werkplanning opgesteld die voor de cliënt en collega s duidelijk is Heeft een werkplanning opgesteld die een logische volgorde in de werkzaamheden heeft Punten 3 Indien je wordt beoordeeld door twee beoordelaars komen zij gezamenlijk tot een beoordeling met onderbouwing en ondertekenen zij beiden de beoordelingslijst. Pagina 4/12

5 Heeft een werkplanning opgesteld die een realistische tijdsindeling heeft Heeft een werkplanning opgesteld die aansluit bij het zorg-, leef, begeleidings- of activiteitenplan Heeft een werkplanning opgesteld op basis van instructies, protocollen en voorschriften van de instelling Onderbouwing van de beoordeling van het werkproces met voorbeelden die in verband staan met de beoordelingscriteria Na afronding van de gedragsbeoordeling Na de gedragsbeoordeling, het aftekenen van de bewijsstukken (beroepsproducten en/of verantwoordingsverslag) en het invullen van de Verklaring afnamecondities en bekwaamheid beoordelaar geeft de beoordelaar de examenset aan jou terug. Jij zorgt er vervolgens voor dat je de complete examenset inlevert bij het examenbureau, zodat de overige bewijsstukken kunnen worden beoordeeld en/of het examengesprek kan worden afgenomen. Je levert de complete examenset als volgt aan: Losse pagina s van één bewijsstuk aan elkaar geniet; Alle bewijsstukken zijn in de juiste volgorde opgenomen in een snelhechter. LET OP: Wanneer de gedragsbeoordeling en de overige bewijsstukken niet door de beoordelaar uit de beroepspraktijk zijn ondertekend, neemt het examenbureau de snelhechter niet in ontvangst! Het examenbureau zal ervoor zorgen dat alle bewijsstukken door beoordelaars van de opleiding worden beoordeeld en/of dat zo nodig een examengesprek plaats vindt. De beoordeling van beroepsproducten (beoordelaar van de opleiding) Een beroepsproduct is het tastbare resultaat dat jij oplevert na het uitvoeren van een opdracht. Denk bijvoorbeeld aan een plan van aanpak, een observatieverslag of een rapportage. In de beoordelingslijst staat bij ieder beroepsproduct aan welke beoordelingscriteria het product moet voldoen. Bij het beoordelen van het door jou ingeleverde beroepsproduct bepaalt de beoordelaar eerst de authenticiteit. De examencommissie wil namelijk zeker weten dat jij het bewijsstuk hebt gemaakt in een zo goed mogelijk gecontroleerde examensituatie. Hij let daarbij op: - De ondertekening van het beroepsproduct door de beoordelaar uit de beroepspraktijk; - De toon, stijl en het woordgebruik in het beroepsproduct; - De datum en de namen (zowel van jou als van de beoordelaar uit de beroepspraktijk); - De context (naam van de BPV-instelling). Daarna wordt jouw beroepsproduct inhoudelijk beoordeeld. Daarbij laat de beoordelaar zich leiden door de criteria in de beoordelingslijst. De beoordeling verwerkt hij op de beoordelingslijst, hij onderbouwt de beoordeling en ondertekent de beoordelingslijst. Tenslotte vult hij de Verklaring afnamecondities en deskundigheid beoordelaar in. Voorbeeld van een beoordelingslijst bij een beroepsproduct uit de opleiding Verzorgende-IG, Examen 2 Verpleegtechnische vaardigheden bekwaam uitvoeren : Beoordelingscriteria Goed = 2, voldoende = 1, onvoldoende = 0 Beroepsproduct: Een instructieplan met onderbouwing De examenkandidaat: Heeft het instructieplan uitgewerkt volgens de voorschriften van de instelling Heeft het plan geschreven ten behoeve van het uitvoeren van een handeling of het gebruik van een hulpmiddel Onderbouwt hoe het instructieplan aansluit bij de levensstijl van de (groep) zorgvrager(s), mantelzorger(s) en of diens naaste(n) Onderbouwt hoe het instructieplan aansluit bij de behoefte van de (groep) zorgvrager(s), mantelzorger(s) en/of diens naaste(n) Punten Pagina 5/12

6 Onderbouwt haar keuze voor de gebruikte voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen en/of instructiematerialen Omschrijft de vragen van de (groep) zorgvrager(s) mantelzorger(s) en/of diens naaste(n) en geeft aan welke antwoorden zijn gegeven Omschrijft de evaluatie van de gegeven instructie van de (groep) zorgvrager(s), mantelzorger(s) en/of diens naaste(n) Onderbouwing van de beoordeling van het werkproces met voorbeelden die in verband staan met de beoordelingscriteria Het beoordelen van het verantwoordingsverslag (beoordelaar van de opleiding) In een verantwoordingsverslag toon je aan dat je niet per ongeluk de juiste dingen hebt gedaan tijdens het uitvoeren van werkzaamheden. Dat laat je zien door in je verslag uit te leggen WAAROM je bepaalde keuzes hebt gemaakt bij het uitvoeren van die werkzaamheden. In de beoordelingslijst van een verantwoordingsverslag zijn daarom criteria opgenomen die het mogelijk maken om te beoordelen of jij de dingen BEWUST doet. Om dat goed te kunnen beoordelen, kun (of moet) je soms extra stukken aanleveren zoals: visie van de instelling, regels die de instelling hanteert, protocollen e.d. Het verantwoordingsverslag wordt geschreven aan de hand van de methode STRAK verantwoorden. Die methode helpt jou om het verslag zo te schrijven dat het ook echt een verantwoordingsverslag wordt. Bij het beoordelen van het verantwoordingsverslag bepaalt de beoordelaar eerst weer de authenticiteit van het verantwoordingsverslag. Daarna wordt jouw verantwoordingsverslag inhoudelijk beoordeeld. Daarbij laat de beoordelaar zich leiden door de criteria in de beoordelingslijst. Bij de inhoudelijke beoordeling van het verantwoordingsverslag laat de beoordelaar zich leiden door het werkproces en de criteria in de beoordelingslijst. De beoordelaar heeft daarbij aandacht voor dingen als: - Onderbouwing van het eigen handelen met kennis en inzicht; - Eigen handelen in verband met de visie en regelgeving van de BPV-instelling en van het team; - Eigen handelen in verband met opvattingen binnen de beroepsgroep; De beoordeling verwerkt hij op de beoordelingslijst. Hij onderbouwt de beoordeling en ondertekent de beoordelingslijst. Voorbeeld van een beoordelingslijst bij een verantwoordingsverslag uit de opleiding Tandartsassistent Examen 1 Aan de balie Beoordelingscriteria Goed = 2, voldoende = 1, onvoldoende = 0 Punten Verantwoordingsverslag De examenkandidaat: Beschrijft de wijze waarop de materialen en middelen efficiënt zijn ingezet bij de uitvoering van de voorlichting Verantwoordt de keuzes van de gegeven informatie en het gebruikte materiaal Verantwoordt hoe op de behoeften en verwachtingen van de zorgvrager is ingespeeld Onderbouwing van de beoordeling van het werkproces met voorbeelden die in verband staan met de beoordelingscriteria Het beoordelen van het examengesprek (beoordelaar uit de beroepspraktijk én beoordelaar van de opleiding) In de beoordelingslijst van het examengesprek staan de werkprocessen en bijbehorende beoordelingscriteria vermeld. Het is aan te raden je voor te bereiden op het examengesprek door enkele kritische beroepssituaties op papier te zetten. Kritische beroepssituaties dagen uit tot nadenken, stellingname en verantwoording. Ze kunnen leiden tot een dynamisch vakgesprek. Je mag bijlagen toevoegen aan jouw voorbereiding op papier, zoals visie van de instelling, regels en protocollen. Pagina 6/12

7 Bij de start van het examengesprek zullen de beoordelaars je eerst informeren over de gang van zaken bij het examengesprek. Denk hierbij aan de structuur, tijdsduur, verwachtingen ten aanzien van jouw inbreng en hun eigen rol. De beoordelaars stellen vragen die jou stimuleren tot nadenken, tot beredeneren en verantwoorden van jouw eigen handelen. De keuzes die jij hebt gemaakt in de beroepssituatie die jij hebt ingebracht, staan in dit gesprek centraal. Tijdens het examengesprek gebruiken de beoordelaars de methode STRAK verantwoorden als leidraad voor het gesprek. Bij de beoordeling van het examengesprek laten de beoordelaars zich leiden door het werkproces en de criteria in de beoordelingslijst. De beoordelaar heeft ook hier aandacht voor dingen als: - Onderbouwing van het eigen handelen met kennis en inzicht; - Eigen handelen in verband met de visie en regelgeving van de BPV-instelling en van het team; - Eigen handelen in verband met opvattingen binnen de beroepsgroep; De beoordelaars komen samen tot een beoordeling en een onderbouwing, die door één van hen wordt verwerkt op de beoordelingslijst. Vervolgens ondertekenen beiden de beoordelingslijst. Voorbeeld van een beoordelingslijst bij een examengesprek uit de opleiding MBO Verpleegkundige niveau 4, Examen 7 Deskundigheid van de professional Beoordelingscriteria Goed = 2, voldoende = 1, onvoldoende = 0 Punten Examengesprek De examenkandidaat: Levert een bijdrage aan de professionalisering van het beroep Toont verantwoordelijkheid voorde eigen professionele ontwikkeling Geeft proactief vorm aan de eigen professionele ontwikkeling Draagt de visie op het beroep en de beroepsuitoefening uit Onderbouwing van de beoordeling van het werkproces met voorbeelden die in verband staan met de beoordelingscriteria Na de beoordeling Na afronding van alle beoordelingen wordt de compleet ingevulde examenset door de beoordelaar ingeleverd bij het examenbureau. In opdracht van de examencommissie controleren medewerkers van het examenbureau bij beoordelaars uit de beroepspraktijk en beoordelaars van de opleiding steekproefsgewijs of het ingeleverde examenmateriaal ook daadwerkelijk door hen is beoordeeld en/of ondertekend. Indien sprake is van fraude wordt dit gemeld bij de examencommissie. In het examenreglement kun je lezen welke maatregelen de examencommissie neemt bij fraude. Het opmaken van de voorlopige eindbeoordeling van het examen Aan het einde van de beoordelingslijst worden alle behaalde punten bij elkaar opgeteld. Dit gebeurt door de medewerker van het examenbureau, die de voorlopige eindbeoordeling op de laatste pagina van het examen verwerkt. Voorbeeld van een beoordelingslijst uit de opleiding Doktersassistent Examen 4 De dagelijkse gang van zaken: Cesuur Alle beoordelingscriteria zijn met minimaal voldoende beoordeeld. Normering Totaal aantal punten WP 3.4 Alleen optellen als er geen onvoldoende is.. Goed: Voldoende: Onvoldoende: 13 punten alle criteria zijn met minimaal voldoende beoordeeld tenminste één van de criteria is met onvoldoende beoordeeld Pagina 7/12

8 Beoordeling werkproces 3.4 Voert beheertaken uit (aankruisen wat van toepassing is) o o o Dit werkproces is beoordeeld met goed Dit werkproces is beoordeeld met voldoende Dit werkproces is beoordeeld met onvoldoende De medewerker van het examenbureau registreert de voorlopige beoordeling van het examen (lees: van de werkprocessen uit het examen) in SPBS-kwalificerend. Je ontvangt automatisch een mailtje met de boodschap dat de voorlopige beoordeling is ingevoerd. Bezwaar tegen de voorlopige uitslag van het examen Het is logistiek gezien niet mogelijk dat jij de beoordelingslijsten voor gezien tekent. Mocht jij het niet eens zijn met de voorlopige eindbeoordeling dan heb jij de mogelijkheid om binnen 10 werkdagen na bekendmaking van de voorlopige eindbeoordeling een verzoek tot inzage (x tekst weggehaald) in te dienen bij het examenbureau. Je ontvangt vervolgens een uitnodiging om het examen en de voorlopige eindbeoordeling onder toezicht in te zien. De vaststelling van de eindbeoordeling van het examen De examencommissie vult het voorblad van het examenformulier in en controleert of het beoordelingsproces correct is verlopen. Als de examencommissie geen opmerkingen heeft stelt ze de definitieve beoordeling van het examen vast. Voorbeeld van het voorblad van een beoordelingslijst waarop de examencommissie de vastgestelde eindbeoordeling invult. (Uit de opleiding Apothekersassistent, Examen 3 Bereiden van geneesmiddelen ) Beoordeling Nr Kerntaak Nr Werkproces G V O 2 Bereiden van geneesmiddelen 2.1 Bereidt geneesmiddelen uit grondstoffen 2.1 Past handelspreparaten aan Examen afgerond: ja nee Herkansing: ja nee S.v.p. aankuisen wat van toepassing is. G = Goed, V = Voldoende, O = Onvoldoende De beoordeling is vastgesteld door Naam: Functie: Instelling: Datum: Handtekening: De medewerker van het examenbureau registreert de vastgestelde beoordeling van het examen (lees: van de werkprocessen uit het examen) in SPBS-kwalificerend. Ook dan ontvang je automatisch een mailtje met de boodschap dat de vastgestelde beoordeling is ingevoerd. Pagina 8/12

9 Cesuur cohort 2014 Iedere kerntaak uit het landelijk kwalificatiedossier bestaat uit meerdere werkprocessen. Het eindresultaat van een kerntaak wordt bepaald door de resultaten van de werkprocessen binnen die kerntaak. Voor de beoordeling van werkprocessen en kerntaken wordt gewerkt met Goed Voldoende Onvoldoende. Beoordeling van het werkproces Voldoende Alle beoordelingscriteria binnen het werkproces zijn minimaal met Voldoende beoordeeld. Goed Tenminste de helft + één van het aantal beoordelingscriteria is met Goed beoordeeld. De overige criteria zijn met Voldoende beoordeeld. Opmerking: Werkprocessen kunnen bij opleidingen Zorg geclusterd zijn tot examens. De uitslag van examens zelf hebben geen status bij de bepaling slagen/zakken. Cesuur op het niveau van de kerntaak Voldoende De werkprocessen binnen de kerntaak zijn minimaal met Voldoende beoordeeld. Goed Tenminste de helft + één van het aantal werkprocessen is met Goed beoordeeld. De overige werkprocessen zijn met Voldoende beoordeeld. Het beroepsgerichte deel van de opleiding voldoet aan de diploma-eisen, wanneer voor elke kerntaak minimaal de beoordeling Voldoende is behaald. Om voor een diploma in aanmerking te komen, moet aan meer eisen worden voldaan. Raadpleeg daarvoor de cesuur onder het examenplan in de OER van de opleiding Archiveren De complete examenset inclusief de ingevulde beoordelingslijsten en de gemaakte bewijsstukken worden gearchiveerd in jouw diplomadossier. Dit gebeurt door de medewerker van het examenbureau. Je krijgt dus niets terug. Ook niet na diplomering, certificering of voortijdig stoppen met de opleiding! Herkansing In de Onderwijs en Examenregeling (OER) van jouw opleiding kun je lezen hoe je kunt herkansen, wanneer je een examen niet met een voldoende kunt afsluiten. Vragen? Mocht je nog vragen hebben over de examinering, stel ze dan aan je studieloopbaanbegeleider. Mocht die het antwoord niet weten, vraag het dan aan één van de medewerkers van het examenbureau of stel jouw vraag via N@tschool-mail aan de examencommissie. Pagina 9/12

10 BIJLAGE 1: De tabel moeilijkheidsgraad Context Sturing Verantwoordelijkheid Een gesloten context is eenvoudig en redelijk voorspelbaar. Binnen de opdrachten werkt de student volgens regels, procedures en protocollen. De student past praktische kennis en vaardigheden toe zoals ze voorgeschreven zijn. Er is veelal sprake van reproductief gedrag. Geleid: de student kan altijd op de begeleider terugvallen. Er is sprake van individuele aansturing en veelal wordt er samen met de begeleider gewerkt. De begeleider geeft gerichte instructie, waarna de student de opdracht uitvoert en nabespreekt (voordoen nadoen). Uitvoeren van het eigen takenpakket is van toepassing op iedere student in een zorg- of welzijnsopleiding, ongeacht het opleidingsniveau. Een open context is minder voorspelbaar. Er is sprake van middencomplexe problematiek in de zorg- en dienstverlening. Voor een deel kan de student terugvallen op regels, procedures en protocollen en voor een ander deel wordt het werk uitgevoerd naar eigen inzicht. De student lost problemen in de beroepspraktijk creatief op. De student heeft inzicht in de beroepssituatie en past kennis en vaardigheden uit zichzelf toe. De student heeft een actieve houding. Begeleid: de student vraagt raad en advies aan de begeleider en valt zo nodig tijdens en na de uitvoering terug op de begeleider. Er is een coachende manier van begeleiden. De begeleider stuurt de student op afstand aan. Praktisch gezien zal er een voorbespreking zijn, waarna de student de opdracht nagenoeg zelfstandig uitvoert. Vraagt advies aan de begeleider of eigen oplossingen ook de juiste oplossingen zijn. Uitvoeren van de hele zorg- en begeleidingscyclus geldt voor opleidingen op niveau 3 en 4 in een latere fase van de opleiding. De student is in staat om de verantwoordelijkheid te dragen voor een groep(je) cliënten of deelnemers binnen een werkeenheid. Er is sprake van productief gedrag. In een complexe context is er sprake van onvoorspelbare en midden- tot hoogcomplexe problematiek in de zorgen dienstverlening. De student is in staat om zelf oplossingen en strategieën voor problemen te bedenken binnen de grenzen van het beroep. De student benut kennis en vaardigheden die in andere beroepssituaties zijn opgedaan. De student is proactief. Er is sprake van transfergedrag. Zelfstandig: de student voert de opdracht volgens plan en/of afspraken zonder begeleiding uit. Naderhand rapporteert de student over het handelen. De student legt uit zichzelf verantwoording af. Bij transfergedrag voert de student in uiteenlopende beroepssituaties opdrachten zelfstandig uit. De student ziet verbanden en kan deze uitleggen. Oplossingen voor problemen zijn juist, origineel en deskundig binnen de grenzen van het beroep. Aansturing van medewerkers op eenzelfde of lager opleidingsniveau geldt voor opleidingen op niveau 3 en 4. Bijvoorbeeld het begeleiden van een stagiaire of het inwerken van een nieuwe medewerker. Pagina 10/12

11 BIJLAGE 2: De beoordelingsschaal O-V-G Elk beoordelingscriterium wordt op een driepuntsschaal beoordeeld met punten: Goed 2 punten Voldoende 1 punt Onvoldoende 0 punten Goed aangetoond Als je goed (boven de norm) presteert, waardeert de beoordelaar dit met Goed en noteert het cijfer 2 in deze kolom. Bijvoorbeeld wanneer je meer of beter presteert dan geëist wordt. De beoordelaar onderbouwt schriftelijk op de beoordelingslijst de beoordeling Goed van het (deel van het) werkproces met voorbeelden die in verband staan met de beoordelingscriteria. Voldoende aangetoond Je presteert voldoende. De beoordelaar noteert in dit geval in de kolom Voldoende het cijfer 1. De beoordelaar onderbouwt schriftelijk op de beoordelingslijst de beoordeling Voldoende van het (deel van het) werkproces met voorbeelden die in verband staan met de beoordelingscriteria. Onvoldoende aangetoond Je presteert onvoldoende. De beoordelaar noteert in dit geval het cijfer 0 in de kolom Onvoldoende. De beoordelaar onderbouwt schriftelijk op de beoordelingslijst de beoordeling Onvoldoende van het (deel van het) werkproces met voorbeelden die in verband staan met de beoordelingscriteria. Tabel Goed - Voldoende - Onvoldoende Goed Voldoende Onvoldoende Je voldoet uitstekend aan: Het werken binnen de complexiteit van de beroepssituatie; De mate van sturing; De mate van verantwoordelijkheid; De criteria in de beoordelingslijst. Je voldoet voldoende aan: Het werken binnen de complexiteit van de beroepssituatie; De mate van sturing; De mate van verantwoordelijkheid; De criteria in de beoordelingslijst. Je voldoet niet of onvoldoende aan: Het werken binnen de complexiteit van de beroepssituatie; De mate van sturing; De mate van verantwoordelijkheid; De criteria in de beoordelingslijst. Hulpvragen voor het beoordelen met GOED Handelt de examenkandidaat bewust bekwaam door inzicht te tonen in de situatie en verantwoording van het eigen handelen? Is de examenkandidaat proactief door zelf initiatieven te nemen en adequaat te handelen? Deelt de examenkandidaat relevante kennis en inzicht? Is de examenkandidaat een gelijkwaardige collega? Geeft de examenkandidaat constructieve feedback met als doel de kwaliteit van het werk te verbeteren? Pagina 11/12

12 BIJLAGE 3: STRAK verantwoorden De STRAK methode wordt toegepast bij het verantwoorden van handelen in examensituaties. Met dit hulpmiddel kun je in een verslag jouw handelen verantwoorden op basis van toegepaste kennis op het juiste beheersingsniveau. Situatie Vertel kort de situatie waarin je succesvol bent geweest in.. ( het criterium / de criteria) binnen het werkproces.. (nog in te vullen.) Taak Wat is jouw taak? Wat is jouw rol of verantwoordelijkheid? Wat is jouw doel? Resultaat Wat is het resultaat van jouw handelen? Aanpak Hoe heb je dat aangepakt in die situatie? (De beoordelaar bevraagt letterlijk het criterium binnen het werkproces.) Keuzes Welke keuzes heb je gemaakt? Met welke bedoeling heb je zo gehandeld? Wat is daarin belangrijk? Welke afweging heb je gemaakt? Wat zegt het protocol/ het plan over deze situatie? Welke afspraken zijn in het team gemaakt over deze situatie? Welke theorie heb je toegepast in deze situatie? Welke visie heeft de instelling / bedrijf hierop? Welke analyse heb je gemaakt in deze situatie? Welke conclusie(s) heb je getrokken? Welke oplossingen of verbetervoorstellen heb jij gegeven? Wat maakt dat je hiervoor gekozen hebt? Pagina 12/12