Hulpdocument bij aanvraag en verantwoording van resultaten en activiteiten over schooljaar definitieve versie

Transcriptie

1 Inleiding Dit hulpdocument is in januari 2014 door directie Jeugd en Onderwijs en een vertegenwoordiging van schoolbesturen en instellingen opgesteld. Het bevat afspraken en voorwaarden met betrekking tot de subsidieaanvraag en -verantwoording voor subsidiejaar en kalenderjaar 2015 met als juridische grondslag de Beleidsregel Onderwijs Rotterdam en de Subsidie Verordening Rotterdam (SVR 2014). Als basis geldt dat de subsidieontvanger resultaatafspraken met de gemeente maakt, die na afloop van een subsidieperiode verantwoord moeten worden. Aan deze verantwoording zijn voorwaarden gekoppeld die zijn opgenomen in de SVR Aan de hand van dit hulpdocument maakt de subsidieontvanger afspraken met de accountant over meten en controleren van gegevens. Dit document dient als hulpdocument bij het opstellen van een subsidieaanvraag en bij de subsidieverantwoording en bevat drie delen: A. richtlijnen voor de aanvraag; B. richtlijnen voor de verantwoording; C. resultaatdefinities. Deel A, richtlijnen voor de aanvraag In onderstaand schema staan de elementen uit de subsidievoorwaarden en principes uit de paragraaf basis voor de aanvraag, waarover geen accountantscontrole nodig is. Deze moeten wel worden opgenomen in de onderbouwing van de aanvraag, hierop wordt vooraf getoetst door de directie Jeugd en Onderwijs en/of de beoordelingsadviescommissie. Van elk subsidieonderdeel dat wordt aangevraagd wordt een inhoudelijke onderbouwing verwacht. Wanneer de aanvraag voor een subsidieonderdeel gelijk is aan de aanvraag van vorig jaar, kan worden volstaan met een beknopte onderbouwing. Daarbij wordt vermeld dat de aangevraagde activiteiten voor het betreffende onderdeel gelijk zijn aan vorig jaar en wordt verwezen naar de onderbouwing van het vorige jaar. Voorwaarde is dan wel dat in de onderbouwing van het vorige jaar alle hieronder gevraagde elementen zijn beschreven. Uiteindelijk wordt in de inhoudelijke verantwoording gerapporteerd over de voortgang en/of geboekte resultaten van onderstaande uitgevoerde beleid of de activiteiten. Bestuursniveau Een vertaling van de resultaatafspraken op schoolniveau naar bestuursniveau is verwerkt in de subsidieaanvraag, inclusief de ontwikkeling van de resultaten over de schooljaren tot en met het eind van schooljaar Voor zwakke en/of zeer zwakke scholen, afdelingen of opleidingen is in de aanvraag aangegeven hoe de aanvraag het verbeterplan van die scholen versterkt. Opnemen in onderbouwing van de aanvraag Het schoolbestuur beschrijft dit in de onderbouwing van haar aanvraag. Het schoolbestuur beschrijft in de onderbouwing van haar aanvraag hoe hier uitvoering aan wordt gegeven. Pagina 1-19

2 Schoolniveau De school onderbouwt de aanvraag aan de hand van de volgende elementen: - de opgaven waarvoor de school staat met betrekking tot de sociale en fysieke omgeving en de prestaties van de eigen leerling-populatie en er wordt globaal beschreven wat de school voor deze opgaven nodig heeft. De school legt hierbij in elk geval de verbinding met het meerjarige schoolbeleidsplan. - de uit te voeren activiteiten, waarbij wordt vermeld hoe de activiteiten zich tot elkaar en het reguliere lesprogramma verhouden, voor welke (doel)groepen leerlingen deze worden ingezet en hoe deze in gezamenlijkheid bijdragen aan de beoogde verhoging van de onderwijsresultaten. De school neemt in de onderbouwing van de aanvraag een meetbare doelstelling op met betrekking tot de onderwijsresultaten. Er is een concreet vastgelegd en schoolspecifiek ouderbeleid in uitvoering, gericht op versterking van het educatief partnerschap en het onderwijsondersteunend gedrag van ouders. In het ouderbeleidsplan is een visie en ambitie vastgelegd over hoe de school invulling geeft aan ouderbetrokkenheid en hoe de school zorg draagt voor een persoonlijke kennismaking tussen leerkracht/mentor en ouders en voor een goede overdracht van leerlingen en ouders naar het vervolgonderwijs. Zwakke en zeer zwakke scholen, afdelingen of opleidingen komen alleen in aanmerking voor subsidieonderdelen (inclusief deelname aan stedelijke programma s) wanneer in de aanvraag expliciet wordt aangegeven hoe Opnemen in onderbouwing van de aanvraag De school neemt in de onderbouwing van de aanvraag (in blokje algemeen van word aanvraagformulier) op hoe hier uitvoering aan wordt gegeven en laat zien wat het reguliere lesaanbod is en voor hoeveel uur aan extra activiteiten worden aangevraagd en voor welke (doel)groepen leerlingen. De resultaatafspraken worden beschreven conform de resultaatdefinities die zijn opgenomen in deel C van dit hulpdocument (in blokje resultaatafspraken van het word aanvraagformulier). Voor de formulering van de doelstelling kunnen de volgende steunvragen behulpzaam zijn: - welk(e) doel(en) stelt de school zich en voor welke (doel)groepen leerlingen? - op basis waarvan stelt de school zich deze doelen (betrek hierbij de ontwikkeling van de resultaten in de afgelopen jaren)? - waarom is deze doelstelling voor de school en leerlingpopulatie ambitieus? Scholen die beschikken over een medewerker ouderbetrokkenheid nemen in de onderbouwing van de aanvraag op hoe de medewerker ouderbetrokkenheid wordt ingezet bij de uitvoering van het ouderbeleid op de school. Voor het schooljaar of hebben alle scholen hun vastgestelde ouderbeleidsplan moeten indienen bij de aanvraag. Wanneer dit plan in gewijzigd is ten opzichte van het ingediende plan, dan wordt dit opgenomen in de aanvraag voor Wanneer dit plan ongewijzigd is, hoeft dit plan niet wederom ingediend te worden maar wordt wel in blokje algemeen van het word aanvraagformulier aangegeven dat het plan ongewijzigd is. Scholen die in voor het eerst subsidie aanvragen, sturen hun ouderbeleidsplan mee bij de aanvraag. De school beschrijft dit in de onderbouwing van de aanvraag, in blokje algemeen van het word aanvraagformulier. Met het verbeterplan wordt bedoeld: het plan van aanpak dat het Pagina 2-19

3 uitvoering van aangevraagde activiteiten het verbeterplan van de school, afdeling of opleiding versterkt. Groep nul De Groep nul heeft een ouderbeleid dat past bij de vve-methode die wordt gebruikt en dat voldoet aan het standaardouderprogramma Groep nul De Groep nul staat onder aansturing van de basisschool en maakt zowel wat betreft overdracht van leerlingen als wat betreft onderwijsinhoud aantoonbaar onderdeel uit van de doorgaande leerlijn en zorgstructuur binnen de basisschool. De intern begeleider van de school wordt ingezet in Groep nul. De resultaten van peuters worden bijgehouden door middel van een observatie-instrument voor jonge kinderen. Deze resultaten zijn af te leiden uit het observatie-instrument en worden gekoppeld aan het leerlingvolgsysteem van de school Op de Groep nul staan twee leidsters die beiden in het bezit zijn van een diploma zoals vermeld in de wet OKE. Per Groep nul is minimaal één leidster in het bezit van een hbo-diploma zoals vermeld in de wet OKE of van het diploma Associate Degree Pedagogisch Educatief Medewerker van de Hogeschool Rotterdam. De hbo er voldoet aan het Rotterdamse competentieprofiel, dat in overleg met het veld voor 1 april 2014 wordt opgesteld, of voldoet aan de volgende taaleis: De hbo er beheerst bij de start in Groep nul de Nederlandse taal op hbo-niveau (4F) voor gesprekken voeren en luisteren, en 3F voor de vaardigheden spreken, lezen, schrijven en taalverzorging. Voor hbo ers met een PABO diploma wordt verondersteld dat de werkgever toeziet op niveaubehoud van taalvaardigheid op hbo niveau. Meer leertijd Door de leertijduitbreiding wordt de leertijd met maximaal zes uur per week of in de Children s Zone met maximaal tien uur per week verlengd. Deze leertijduitbreiding draagt effectief bij aan de verhoging van de onderwijsresultaten. De subsidie voor leertijduitbreiding mag niet gebruikt worden om kosten voor lunch of begeleid overblijven te betalen. schoolbestuur en de school gezamenlijk opstellen naar aanleiding van het oordeel van de inspectie van het onderwijs dat de school, afdeling of opleiding een aangepast toezicht heeft (dus zwak of zeer zwak is). N.B. Dit verbeterplan hoeft niet te worden meegestuurd. Opnemen in onderbouwing van de aanvraag De school beschrijft in de onderbouwing van de aanvraag hoe zij hieraan voldoet. in de doorgaande leerlijn uitvoering aan wordt gegeven. uitvoering aan wordt gegeven. De school beschrijft in de onderbouwing van hun aanvraag hoe zij hieraan voldoet. Opnemen in onderbouwing van de aanvraag Scholen laten zien wat het reguliere lesaanbod is en voor hoeveel uur aan extra activiteiten worden aangevraagd en voor welke (doel)groepen leerlingen. Dit kan eventueel via een rooster of lessentabel. Pagina 3-19

4 Meer leertijd sluit aan bij de onderwijsbehoefte van (individuele) leerlingen of van (niveau)groepen leerlingen. Het programma in de extra leertijd sluit aan op het reguliere lesprogramma en de onderwijsvisie van de school. In het lesprogramma van de extra leertijd wordt opbrengstgericht gewerkt. Aan het begin van het schooljaar/de schoolvakantie worden per doelgroep of per leerling de leerdoelen bepaald. Aan het eind van het schooljaar/de vakantie stelt de docent vast in hoeverre deze doelen zijn gehaald. De begeleider of vakkracht tijdens meer leertijd is zelf bevoegde leerkracht of werkt met of onder auspiciën van een bevoegde leerkracht. Scholen in de focuswijken (PO) en in de gebieden IJsselmonde, Charlois en Feijenoord (VO) baseren de aanvraag op het plan van de Children s Zone coalitie waar zij deel van uitmaken. Schakelklassen De schakelklasleerlingen in het primair onderwijs zijn op hun taalachterstand geselecteerd, zoals bepaald in de Uitwerkingsnotitie schakelklassen Rotterdam. Het doel is het wegwerken van de taalachterstand. Medewerker ouderbetrokkenheid De Medewerker Ouderbetrokkenheid ondersteunt en faciliteert docenten en mentoren bij het vormgeven van ouderbetrokkenheid en doet dit binnen de kaders zoals vastgelegd in de norm en de menukaart Ouderbetrokkenheid van het programma Beter Presteren. Daarnaast stimuleert ze onderwijsondersteunend gedrag van ouders. Basisscholen met een Groep nul zetten de Medewerker Ouderbetrokkenheid ook in om de ouders in de Groep nul te ondersteunen bij het uitvoeren van de oudercomponent van het programma van de groep nul. Daarmee geven zij invulling aan de doorgaande lijn ouderbetrokkenheid groep nul basisschool. Een medewerker ouderbetrokkenheid binnen het primair onderwijs beschikt uitvoering aan wordt gegeven uitvoering aan wordt gegeven. Of de doelen zijn behaald wordt in de inhoudelijke verantwoording beschreven. uitvoering aan wordt gegeven. uitvoering aan wordt gegeven. Opnemen in onderbouwing van de aanvraag uitvoering aan wordt gegeven. N.B. De eerste opvang nieuwkomers vindt ook plaats in schakelklassen. Het starten van nieuwe schakelklassen in het PO is alleen mogelijk voor eerste opvang nieuwkomers. Opnemen in onderbouwing van de aanvraag uitvoering aan wordt gegeven als onderdeel van het vastgestelde ouderbeleidsplan van de school. De menukaart Ouderbetrokkenheid is te vinden via: uitvoering aan wordt gegeven. aan Pagina 4-19

5 over een diploma op minimaal mbo 4 niveau of is hiervoor studerend, bij voorkeur een pedagogisch didactische richting en beheerst het Nederlands op niveau 2F. Een medewerker ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs beschikt over een diploma op minimaal hbo niveau of is hiervoor studerend, bij voorkeur een pedagogisch didactische richting, en beheerst het Nederlands op niveau 3F. Scholen die een medewerker ouderbetrokkenheid hebben door middel van trekkingsrecht maken met de payrollorganisatie afspraken met betrekking tot het personeelsbeleid. Topklassen inclusief Denken, Voelen, Doen Scholen maken in hun plan duidelijk op welke wijze zij werken aan schoolontwikkeling en kwaliteitsverbetering en hoe resultaatgericht werken vormgegeven wordt in de school Scholen dienen bij de onderbouwing van de aanvraag een begroting voor het uitvoeren van topklassen in. De gemeente draagt hieraan de helft bij met een maximum van ,00 per jaar. Scholen die in schooljaar zijn gestart met het Topklassenarrangement komen in aanmerking voor vervolgdeelname, wanneer zij daarvoor van het Topklassenteam een positief advies hebben gekregen. Scholen die meedoen aan Denken, Voelen, Doen gaan een ontwikkelingstraject in om tenminste één van de disciplines muziek, filosofie, dans/drama of beeldende kunst structureel te verankeren in hun curriculum en daarmee de onderwijsresultaten te verbeteren. Uit het plan moet blijken dat er draagvlak is in het team en dat de school eigen personeel en financiële middelen inzet. School maatschappelijk werk De school geeft in de onderbouwing van de aanvraag aan op welke wijze de schoolmaatschappelijk werker acteert in de zorgstructuur of onderwijsondersteuningsstructuur van de school. wordt voldaan. Dit hoeft niet te worden onderbouwd in de aanvraag of in de inhoudelijke verantwoording. De gemeente gaat ervan uit dat afspraken hieromtrent in het personeelsdossier zijn opgenomen. Opnemen in onderbouwing van de aanvraag uitvoering aan wordt gegeven. Inhoudelijk wordt slechts op hoofdlijnen verantwoord in de inhoudelijke verantwoording in verband met vertrouwelijkheid. Een begroting wordt opgenomen in de aanvraag. In de inhoudelijke verantwoording wordt opgenomen of de activiteiten zijn uitgevoerd. Het oordeel van het Topklassenteam wordt opgenomen in de onderbouwing van de aanvraag. De school beschrijft in de onderbouwing van de aanvraag het ontwikkelingstraject, geeft aan welke begeleiding daarvoor nodig is en hoe de school op de langere termijn de eigen inzet borgt. uitvoering aan wordt gegeven. Pagina 5-19

6 Deel B, richtlijnen voor de verantwoording Per is de Subsidieverordening Rotterdam aangepast, en dit heeft gevolgen voor de verantwoording van ROB-subsidies. De wijziging houdt in dat naast een inhoudelijke verantwoording er tevens een financiële verantwoording vereist is (bij subsidies vanaf ). Er is geen sprake meer van een nietfinanciële verantwoording, maar de verantwoording op resultaten die daaronder viel, blijft behouden en zal onder de inhoudelijke verantwoording gaan vallen. Het accountantsproduct, de assurancerapport, wordt gevraagd over de inhoudelijke verantwoording. In het verantwoordingsschema vanaf pagina 9 is uitgewerkt over welke delen uit de inhoudelijke verantwoording het assurancerapport moet worden aangeleverd, dit is afhankelijk van de verantwoordingstrap waarin de subsidieontvanger zich bevindt. Over de financiële verantwoording wordt geen accountantsproduct gevraagd, deze wordt door de gemeente beoordeeld. De inhoudelijke- en financiële verantwoording bestaan uit de volgende delen: 1. inhoudelijke verantwoording a. Overzicht resultaten op schoolbestuurlijk niveau afgezet tegen de afgesproken resultaten, assurancerapport; b. Overzicht resultaten op schoolniveau afgezet tegen de afgesproken resultaten, assurancerapport (indien van toepassing, zie verantwoordingsschema); c. Overzicht activiteiten op schoolniveau, assurancerapport (indien van toepassing, zie verantwoordingsschema); d. Inhoudelijk verslag over uitgevoerd beleid. 2. financiële verantwoording (verplicht bij subsidies vanaf ) a. inzicht in verdeling ROB middelen over de scholen behorende bij bestuur (opgenomen in de bijlage bij de verleningsbeschikking); b. inzicht in uitgaven ROB middelen over de scholen behorende bij bestuur. Verantwoordingstrap en assurancerapport Voor de verantwoording geldt de volgende drietrap: Trap 1: Verantwoording over bereikte resultaten op bestuursniveau 1, voorzien van een assurancerapport; Trap 2: Verantwoording over bereikte resultaten op schoolniveau. Voorzien van een assurancerapport indien bij trap 1 niet het afgesproken resultaat is behaald; Trap 3: Voor die scholen die de afgesproken resultaten (trap 2) niet hebben behaald, een assurancerapport over de uitgevoerde activiteiten. Indien aan de resultaatafspraken behorende bij trap 1 is voldaan, behoeft de accountant over verantwoordingstrappen 2 en 3 geen assurancerapport meer af te geven. Indien niet aan de resultaatafspraken behorende bij trap 1 is voldaan, maar wel aan de resultaatafspraken bij trap 2, behoeft de accountant over verantwoordingstrap 3 geen assurancerapport meer af te geven. Wel wordt in de inhoudelijke verantwoording altijd een inhoudelijk verslag van het uitgevoerde beleid gevraagd. Daarnaast controleert de accountant de naleving van de betreffende subsidievoorwaarden. De vereisten hiervoor zijn in het verantwoordingsschema behorende bij dit hulpdocument terug te vinden. 1 Een resultaat van het schoolbestuur over alle Rotterdamse scholen, behorende tot dat bestuur Pagina 6-19

7 Betekenis van begrippen: - Resultaat: de meetbare opbrengst van de activiteiten die worden uitgevoerd. - Prestatie: een uit te voeren activiteit, waar mogelijk meetbaar. - Assurancerapport: is een verklaring van een accountant waarin hij in overleg met de subsidieontvanger (onderdelen van de) subsidievoorwaarden van de verleningsbeschikking controleert op behaalde aantallen. Hierin kijkt de accountant of de realisatiegegevens (meetbare prestaties/ resultaten) van de inhoudelijke verantwoording juist zijn weergegeven en of de afgesproken activiteiten zijn uitgevoerd (alleen bij trap 3). De realisatie gegevens zijn de gegevens van de meetbare prestaties of resultaten zoals vermeld staat in de bijlage met resultaatafspraken van de subsidiebeschikking. - Inhoudelijk verslag over uitgevoerd beleid: beschrijving van de uitvoering van het beleid (wat ging goed en waar zijn knelpunten ervaren) en het effect ervan op de realisatie van de doelstellingen. Wanneer de afgesproken resultaten niet zijn gehaald, wordt beschreven wat hiervoor de verklaring is en wordt beschreven welke consequenties dat heeft voor de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten van het school- of kalenderjaar dat op het moment van de verantwoording al loopt en voor het daaropvolgende school- of kalenderjaar. - Financieel inzicht in uitgaven: het bestuur maakt inzichtelijk welke kosten zijn gemaakt ten behoeve van de uitvoering van de ROB subsidie. De uitsplitsing van de gemaakte kosten vindt plaats tot op schoolniveau. De vorm is vrij, zo kan er per subsidieonderdeel worden verantwoord maar ook een uitsplitsing naar de kosten voor personeel, materiaal, huisvesting e.d. op schoolniveau is mogelijk. Samengevat Bij subsidiebedragen tot ,- zijn de volgende gegevens benodigd: - een inhoudelijke verantwoording Bij subsidiebedragen vanaf ,- tot ,- zijn de volgende gegevens benodigd: - een inhoudelijke verantwoording - een financiële verantwoording Bij subsidiebedragen vanaf ,- tot ,- zijn de volgende gegevens benodigd: - een inhoudelijke verantwoording - een financiële verantwoording - een assurancerapport over de inhoudelijke verantwoording met een beperkte mate van zekerheid Bij subsidiebedragen vanaf ,- zijn de volgende gegevens benodigd: - een inhoudelijke verantwoording - een financiële verantwoording - een assurancerapport over de inhoudelijke verantwoording met een redelijke mate van zekerheid Pagina 7-19

8 Verantwoorden over resultaten Resultaatafspraken worden op bestuurs- en school/ onderwijsniveau gemaakt. Er worden afspraken gemaakt over primaire indicatoren en over steunindicatoren. Met deze indicatoren wordt als volgt verantwoord: Primaire indicator Indien het resultaat op de primaire indicator is behaald vindt geen verdere inhoudelijke verantwoording op uitgevoerde activiteiten plaats. Er wordt wel financieel verantwoord en over voorwaarden, indien van toepassing, zoals in het verantwoordingsschema beschreven; In het Primair Onderwijs (PO) geldt een afspraak over de ongewogen score op de Cito eindtoets groep 8 als primaire resultaatafspraak. In het Voortgezet Onderwijs (VO) wordt een primaire afspraak gemaakt over de groei in scores tussen de Toets A en Toets 2 bij Diataal voor begrijpend lezen en tussen Toets 0 en Toets 2 bij Cito-Vas. Steunindicatoren Indien het resultaat op de primaire indicator niet is behaald, maar de resultaten op alle steunindicatoren wel, vindt geen verdere inhoudelijke verantwoording op uitgevoerde activiteiten plaats. Er wordt wel financieel verantwoord en over voorwaarden, indien van toepassing, zoals in het verantwoordingsschema beschreven. In het PO worden afspraken gemaakt over scores op DMT3, RW4, BL6 en RW6, die kunnen dienen als steunindicator. In het VO worden afspraken gemaakt over een absolute score op Toets 2 van Diataal / Cito-Vas op begrijpend lezen en over de absolute score voor het Centraal Schriftelijk Eindexamen (CSE) Nederlands en wiskunde. (Voor het PRO geldt dat alleen een afspraak over Diataal of Cito Vas wordt gemaakt). Scholen die geen gebruik maken van deze genoemde steunindicatoren, kunnen een afspraak maken op basis van een andere resultaatindicator, mits dit een door COTAN of de Inspectie van het Onderwijs goedgekeurde toets is. Handleiding verantwoordingsschema In onderstaand schema staat per gestelde voorwaarde middels een kruisje aangegeven of en zo ja, in welk type verantwoording verantwoord moet worden. Ook staat aangegeven of dit onderwerp moet worden getoetst door de accountant. In de kolom toelichting en werkwijze staat aangegeven wat er van de verantwoording verwacht wordt. Gemeente Rotterdam, directie Jeugd en Onderwijs, en FOKOR januari 2014 Pagina 8-19

9 VERANTWOORDINGSSCHEMA Definitie van resultaat op bestuursniveau in het kader van formulering en verantwoording van de bestuursresultaten: Een resultaat van het schoolbestuur over alle Rotterdamse scholen, behorende tot dat bestuur Verantwoording Inhoudelijk Financieel Assurancerapport Toelichting en werkwijze (definitieboekje) Voorwaarden op bestuursniveau: Financiële verantwoording (verplicht bij subsidies vanaf ) Trap 1: Verantwoording van de bereikte resultaatafspraken op bestuursniveau; x Het schoolbestuur geeft inzicht in de verdeling van ROB middelen over de scholen behorende bij het bestuur (toekenningen conform de bijlage bij de verleningsbeschikking) en zet deze af tegen de werkelijke uitgaven aan ROB middelen over de scholen behorende bij het bestuur. x x De accountant controleert of de behaalde resultaten zijn weergegeven conform de definities van resultaatindicatoren, zoals opgenomen in deel C van dit hulpdocument. De juistheid van de scores wordt door de accountant vastgesteld op basis van het gemiddelde van alle schoolresultaten, gewogen naar het aantal leerlingen (gemiddeldebepaling) aan de hand van Cito-uitdraaien (PO) of CED rapportages (VO). De accountant controleert of deze overeenstemmen met de resultaatafspraken zoals deze zijn opgenomen in de bijlage bij de verleningsbeschikking op bestuursniveau. Indien de resultaatafspraak op de primaire indicator is behaald, dan alleen controle op juistheid van het getal. Primair onderwijs: Primaire indicator: Cito eindtoets ongewogen score groep 8. Steunindicatoren: Scores op DMT3, RW4, BL6 en RW 6. De accountant controleert of er leerlingen zijn, die zijn uitgesloten van deelname, en of dit niet strijdig is met de CITO-richtlijn. Dit gebeurt op basis van de checklist afkomstig uit het toetsings- en waarderingskader van de Inspectie van het Onderwijs. Het bestuur stelt daartoe ter Pagina 9-19

10 Inhoudelijk Financieel Assurancerapport Toelichting en werkwijze (definitieboekje) Vervolg trap 1 beschikking het aantal leerlingen in groep 8 ten opzichte van het aantal leerlingen dat deel heeft genomen aan de toets. Bij >15% geen deelname aan de eindtoets volgt een inhoudelijke controle op aantoonbare reden conform de checklist van de Inspectie van het Onderwijs. Geen deelname: kinderen waarvan de score niet wordt meegenomen in de totaalscore van de school. Voortgezet onderwijs: Primaire indicator: groei in scores tussen de Toets A en Toets 2 bij Diataal voor begrijpend lezen of de groei in scores tussen Toets 0 en Toets 2 van Cito-Vas voor begrijpend lezen. Steunindicatoren: normniveau op Toets 2 van Diataal of Cito-Vas en CSE Nederlands en wiskunde. Voor het PRO geldt alleen de afspraak over Diataal of Cito Vas. Indien de resultaatafspraak op de primaire indicator NIET is behaald, maar de resultaten op alle steunindicatoren wel, vindt geen verdere verantwoording in trap 2 of 3 plaats. Trap 2: Indien de resultaten op bestuursniveau niet worden behaald dan verantwoording van de bereikte resultaten op schoolniveau; x x De accountant controleert of de behaalde resultaten conform de definities van deel C zijn weergegeven en of deze overeenstemmen met de resultaatafspraken zoals deze zijn opgenomen bij de verleningsbeschikking op schoolniveau Indicatoren en berekeningswijzen, zie bestuur. Een eventuele herberekening zal de school aanvullend moeten aantonen. Indien de resultaatafspraak op de primaire indicator niet is behaald EN de resultaten op de steunindicatoren niet zijn behaald, dan wordt verantwoord in stap 3. Pagina 10-19

11 Trap 3: Voor scholen waarvan ook de afgesproken resultaten (trap 2) niet zijn behaald, een verantwoording over de uitgevoerde activiteiten. Het schoolbestuur beschikt over een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van personeel dat ingezet wordt voor de uitvoer van subsidieonderdelen in deze beleidsregel Subsidieontvangers werken mee aan het leveren van toets- en onderzoeksgegevens over onderwijsresultaten op bestuurs- en schoolniveau, conform de afspraken gemaakt in het kader van het Rotterdams Onderwijs Beleid en, voor de scholen die dit betreft, in het kader van de Children s Zone. Inhoudelijk Financieel Assurancerapport Toelichting en werkwijze (definitieboekje) x x De accountant controleert de realisatie van activiteiten conform de inhoudelijke verantwoording. De accountant stelt vast dat de activiteiten aansluiten op de gegevens van de betreffende activiteiten zoals opgenomen in het registratieformulier van de directie Jeugd en Onderwijs. Het registratieformulier wordt niet inhoudelijk gecontroleerd. Wel stelt de accountant vast dat de gegevens zoals opgenomen in het registratieformulier van Jeugd en Onderwijs zijn geautoriseerd door de directeur en het bevoegd gezag (bestuur). Hiervoor wordt op bestuursniveau een handtekeningenlijst aangehouden (van directies en bevoegd gezag). Dit is onderdeel van de jaarrekening controle. Dit hoeft niet in de aanvraag, de financiële- of de inhoudelijke verantwoording te worden opgenomen. Geleverde gegevens vanuit andere instanties over het bestuur / de scholen aan Jeugd en Onderwijs worden in kopie aan de besturen geleverd vanuit Jeugd en Onderwijs (of direct vanuit de leverende instantie). Niet meewerken aan de levering van de onderzoeksgegevens kan gevolgen hebben voor de hoogte van de vaststelling van de subsidie. Pagina 11-19

12 Voorwaarden op schoolniveau: De verzuimregistratie op de school voldoet naar het oordeel van de directie Jeugd en Onderwijs, of het traject daar naartoe wordt als voldoende beoordeeld Scholen die voor (een deel van) de uren leertijdverlenging, personele inzet en/of activiteiten uit andere bron(nen) financiële middelen ontvangen, krijgen voor (dat deel van) die uren, personele inzet en/of activiteiten geen subsidie van de gemeente Rotterdam. Inhoudelijk Financieel Assurancerapport Toelichting en werkwijze (definitieboekje) Jeugd & Onderwijs beoordeelt dit vooraf. Dit hoeft niet in de aanvraag, financiële- of de inhoudelijke verantwoording te worden opgenomen. Indien de verzuimregistratie of het daaruit voortvloeiende verbetertraject niet voldoende op orde is, komt de aanvrager niet voor subsidie in aanmerking. Indien blijkt dat voor uren ook andere middelen worden ontvangen, wordt naar rato lager vastgesteld. Het is aan het schoolbestuur om dit tijdig aan te geven. Hier is geen accountantscontrole op. Pagina 12-19

13 Deel C. DEFINITIES VAN RESULTAATINDICATOREN Eindtoets basisonderwijs van Cito Beoogd resultaat Het verschil tussen het gemiddelde onderwijsresultaat van de Rotterdamse scholen voor primair onderwijs en het landelijke gemiddelde is in 2015 ten opzichte van 2010 afgenomen. Bron doelstelling Programma Beter Presteren. Definitie(s) De Eindtoets Basisonderwijs van Cito is een methode- onafhankelijke toets die meet wat een kind in acht jaar basisonderwijs geleerd heeft en heeft als resultaat een standaardscore (variërend van ). Resultaatafspraken De resultaatafspraak wordt gemaakt over de standaardscore van de school zonder correctie op de kenmerken van de school of de leerlingen, zoals door Cito wordt aangeleverd in het Schoolrapport. De resultaatafspraak op de Eindtoets Basisonderwijs wordt op schoolniveau gemaakt, is gerelateerd aan het landelijk gemiddelde van de schoolgroep zoals vastgesteld door de Inspectie van het Onderwijs en wordt afgerond op 1 decimaal achter de komma. Voor de resultaatafspraak op bestuursniveau wordt het gemiddelde van alle schoolresultaten, gewogen naar het aantal leerlingen (gemiddeldebepaling)berekend. Meetmethode In de maand februari wordt bij de leerlingen van groep 8 de Eindtoets Basisonderwijs afgenomen. Volgens de richtlijnen van Cito doen alle leerlingen uit groep 8 mee aan de Eindtoets Basisonderwijs, een uitzondering kan gemaakt worden voor de twee door Cito bepaalde groepen leerlingen 2. De realisatiegegevens ontvangt de school van Cito en worden in termen van verantwoording als valide beschouwd. Nulmeting Standaardscore op de Eindtoets Basisonderwijs van Cito in maart Mijlpalen Standaardscore op de Eindtoets Basisonderwijs van Cito in maart 2011, 2012, 2013, 2014 en mei (Allochtone) leerlingen die aan het begin van groep 8 vier jaar of korter in Nederland zijn en die het Nederlands onvoldoende beheersen om de opgaven goed te lezen. 2. Leerlingen die naar verwachting naar het (voortgezet) speciaal onderwijs gaan of naar het praktijkonderwijs. Pagina 13-19

14 Eindwaarde per 31/12/2015 Er is een stijging op de standaardscore Eindtoets Basisonderwijs gerealiseerd die leidt tot het terugbrengen van de achterstand tot het landelijk gemiddelde. Er worden drie categorieën scholen onderscheiden: Resultaat cito eind 2014 Prognose cito eind 2015 Huidige score ligt onder de ondergrens schoolgroep Doel is minimaal de ondergrens van de schoolgroep te bereiken. De school formuleert concreet de resultaatafspraak voor de Cito eindtoets 2015 om dit doel te bereiken. Zwakke en zeer zwakke scholen, afdelingen en opleidingen kunnen een resultaatafspraak onder de ondergrens maken, mits dit wordt ondersteund door de afspraken die zijn gemaakt met de inspectie. Huidige score ligt tussen ondergrens en landelijk gemiddelde schoolgroep Huidige score ligt tussen landelijk gemiddelde en bovengrens schoolgroep Doel is om minimaal het landelijk gemiddelde te bereiken. De school beschrijft de termijn waarop zij dit doel gaat behalen (dit kan een meerjarig doel zijn) en formuleert concreet de resultaatafspraak voor de Cito eindtoets in Doel is om minimaal de bovengrens te bereiken. De school beschrijft de termijn waarop zij dit doel gaat behalen (dit kan een meerjarig doel zijn) en formuleert concreet de resultaatafspraak voor de Cito eindtoets in Scholen die boven de bovengrens scoren maken een resultaatafspraak die gericht is op groei ofwel behoud van resultaat. Broneigenaar Beschikbaarheid Cito Circa drie weken na aanleveren van de antwoordbladen bij Cito is de uitslag voor de school beschikbaar. Toetsen leerling volgsysteem primair onderwijs Beoogd resultaat Het verschil tussen de gemiddelde onderwijsresultaten van de Rotterdamse scholen voor primair onderwijs en het landelijke gemiddelde is aan het einde van schooljaar ten opzichte van schooljaar afgenomen. Bron doelstelling Programma Beter Presteren. Definitie(s) De Leerling Volg Systeem (LVS) toetsen van Cito zijn een erkend instrument om de vorderingen in de leerlingvaardigheden op het gebied van onder andere rekenen-wiskunde, taal en lezen te toetsen. Resultaat-afspraken De resultaatafspraken op onderstaande LVS-toetsen worden op schoolniveau gemaakt en afgerond op 2 decimalen Pagina 14-19

15 Meetmethode achter de komma. Score drie-minuten-toets, DMT3: Gemiddelde vaardigheidsscore eindtoets CITO drieminutentoets groep 3 periode III versie Score rekenen wiskunde, RW4: Gemiddelde vaardigheidsscore eindtoets CITO rekenen en wiskunde groep 4 periode III versie 2009; Score rekenen wiskunde,rw6:gemiddelde vaardigheidsscore eindtoets CITO rekenen en wiskunde groep 6 periode III versie 2009; Score begrijpend lezen, BL6: Gemiddelde vaardigheidsscore middentoets CITO begrijpend lezen groep 6 periode II versie Voor de resultaatafspraak op bestuursniveau wordt het gemiddelde van alle schoolresultaten, gewogen naar het aantal leerlingen (gemiddeldebepaling) berekend. De LVS-toetsen worden afgenomen bij alle leerlingen in de groep waarvoor de toets bestemd is, in de periode die door Cito voor de betreffende toets is voorgeschreven. De school maakt de rapportage van de realisatiegegevens op basis van de toetsmappen of het computerprogramma LOVS zoals verstrekt door Cito en worden in termen van verantwoording als valide beschouwd. Nulmeting De gemiddelde vaardigheidsscore op de eindtoets DMT3, afgenomen in mei/juni 2010; De gemiddelde vaardigheidsscore op de eindtoets RW4, afgenomen in juni 2010; De gemiddelde vaardigheidsscore op de middentoets BL6, afgenomen in januari 2010; De gemiddelde vaardigheidsscore op de eindtoets RW6, afgenomen in juni Mijlpalen De gemiddelde vaardigheidsscore op de eindtoets DMT3, afgenomen in mei/juni 2011, 2012, 2013, 2014 en 2015; De gemiddelde vaardigheidsscore op de eindtoets RW4, afgenomen in juni 2011, 2012, 2013, 2014 en 2015; De gemiddelde vaardigheidsscore op de middentoets BL6, afgenomen in januari 2011, 2012, 2013, 2014 en 2015; De gemiddelde vaardigheidsscore op de eindtoets RW6, afgenomen in juni 2011, 2012, 2013, 2014 en Eindwaarde per 31/12/2015 Er is een stijging op de vaardigheidsscores van de LVS-toetsen gerealiseerd, die leidt tot het terugbrengen van de achterstand op het landelijk gemiddelde van schooljaar Broneigenaar Beschikbaarheid Cito Aan het einde van ieder schooljaar. Pagina 15-19

16 Taal in het voortgezet onderwijs Beoogd resultaat Bron doelstelling De taalvaardigheden van Rotterdamse leerlingen in het voortgezet onderwijs verhogen en deze zo dichter bij het landelijke gemiddelde te brengen. Programma Beter Presteren. Definitie(s) Met Diataal en Cito volgsysteem vo worden woordenschat en begrijpend lezen getoetst. Diataal en Cito hebben drie toetsmomenten: Toets A/0 aan het begin van het eerste leerjaar, Toets B/1 aan het einde van het eerste leerjaar en Toets 2 aan het einde van het tweede leerjaar. De vorderingen worden uitgedrukt in Diataal/Cito-scores, bestaande uit twee elementen: een score voor de groei (leerwinst) tussen de Toets A/0 en Toets 2 (de primaire indicator) en een absolute score op Toets 2 (de steunindicator). Het Centrum voor Educatieve Diensten (CED) heeft per onderwijsniveau, op basis van richtlijnen van Diataal/Cito en historische gegevens, voor de verschillende toetsen ambitieuze en realistische groei- en minimaal gewenste scores berekend (zie ambities voor ). Deze worden als uitgangspunt gebruikt bij het formuleren van de resultaatafspraken. Resultaat-afspraken Meetmethode De resultaatafspraken worden gemaakt over Diataal/Cito begrijpend lezen en worden zowel geaggregeerd op bestuursniveau als per onderwijsniveau op schoollocatie gemaakt. Op bestuursniveau en per schoollocatie gaat de primaire afspraak voor elk onderwijsniveau over één, op basis van het aantal leerlingen, gewogen groeiscore voor begrijpend lezen. Het gaat daarbij om de leerwinst/ groei van de Diataal Toets A/Cito Toets 0 tot de Diataal/Cito toets 2. Op onderwijsniveau per schoollocatie gaat de afspraak op de steunindicator Diataal/Cito tevens over één, op basis van het aantal leerlingen, gewogen gerealiseerde absolute score op Diataal/Cito toets 2. De meetmethode bestaat uit de Diataal /Cito toetssystematiek. In de maanden september/oktober en de maanden mei/juni worden bij alle leerlingen van de brugklas, respectievelijk de toetsen Diataal A en B /Cito 0 en 1 afgenomen en in de maanden mei/juni later bij hetzelfde cohort in de tweede klas en Diataal /Cito 2. Een uitspraak van de CED-Groep over de gerealiseerde toetsscores wordt in termen van verantwoording als valide beschouwd. Nulmeting De gerealiseerde score van begrijpend lezen van Toets A /Cito Toets 0 per onderwijsniveau in Mijlpalen De gerealiseerde groeiscore van begrijpend lezen van Toets A / Toets 0 naar de Diataal /Cito 2 toets per onderwijsniveau in schooljaar Pagina 16-19

17 Ambities voor De afspraak wordt gemaakt over de groei van Toets A / Toets 0 naar Toets 2, zie de donker grijze kolom. Het tweede gegeven bestaat uit de minimaal gewenste score voor toets 2, zie de licht grijze kolom. Onderwijsniveau Tweede klas Toets B Minimaal gewenst Toets B Ambitie Groei ambitie A>B Toets 2 Minimaal gewenst Toets 2 Ambitie Groei ambitie A>2 VWO HAVO TL VMBO TOTAAL , VMBO Kader* ,5 VMBO Basis* PRAKTIJK ONDERWIJS Ambities begrijpend lezen Diataal * Diataal hanteert deels nieuwe toetsniveaus. De groeicijfers die waren vastgesteld voor vmbo-lwoo gelden voor de leerlingen die getoetst zijn op vmbo basis; de oorspronkelijke groeicijfers voor vmbo exclusief lwoo gelden voor de leerlingen die getoetst zijn op vmbo kader. Mocht de groei toch heel anders uitvallen, dan wordt op locatieniveau bepaald of dit verschil in groei te verklaren is vanuit de nieuwe toetsniveaus in Diataal. Onderwijsniveau Tweede klas Toets 1 Minimaal gewenst Toets 1 Ambitie Groei ambitie 0>1 Toets 2 Minimaal gewenst Toets 2 Ambitie Groei ambitie 0>2 VWO HAVO TL VMBO Kader 210* 221** 4 228* 238** 22*** VMBO Basis 206* 219** 6 221* 232** 21*** Vmbo BB+ 200* 212** 5 215* 226** 20*** Ambities begrijpend lezen Cito *voor het vmbo kb, bb en lwoo (= bb+) is bij de minimaal gewenste score steeds het landelijke percentiel 50 genoemd, ** voor het vmbo kb, bbe en lwoo (= bb+) is bij de ambitiescore steeds het landelijke percentiel 75 genoemd, omdat we ook hier nog onvoldoende Rotterdamse gegevens van hebben. Pagina 17-19

18 Broneigenaar CED-Groep. Beschikbaarheid Begin schooljaar Centraal Schriftelijk Eindexamen (cse) Nederlands en Wiskunde in het voortgezet onderwijs Beoogd resultaat De gemiddelde Rotterdamse scores per onderwijsniveau op het centraal schriftelijk eindexamencijfer van de vakken Nederlands en Wiskunde liggen in augustus 2015 tenminste op het Nederlands gemiddelde van augustus 2009 voor het betreffende onderwijsniveau. Bron doelstelling Definitie(s) Programma Beter Presteren. Het gemiddelde cijfer van het centraal schriftelijk eindexamen op schoolniveau en per onderwijsniveau voor de vakken Nederlands en Wiskunde. Het gemiddelde wordt berekend over alle leerlingen die examen hebben gedaan inclusief herkansingen en leerlingen die niet zijn geslaagd. In het cijfer worden de vavo leerlingen buiten beschouwing gelaten. Resultaat-afspraken De resultaatafspraken op het cse Nederlands worden op schoolniveau en op onderwijsniveau gemaakt en afgerond op 2 decimalen achter de komma. De resultaatafspraken op het cse Wiskunde worden op schoolniveau en op onderwijsniveau gemaakt en afgerond op 2 decimalen achter de komma. Voor het vmbo is dit het Wiskunde cijfer, voor havo/vwo niveau is dit het wiskunde A cijfer. Voor de resultaatafspraken op bestuursniveau worden per onderwijsniveau het gemiddelde berekend van alle leerlingen die examen hebben gedaan. Meetmethode In de maand mei worden bij de leerlingen in het laatste leerjaar de centraal schriftelijke eindexamens afgenomen. Herkansingen vinden plaats in juni en augustus. De eindexamencijfers zijn beschikbaar via het leerlingenadministratiesysteem en Vensters voor Verantwoording en worden in termen van verantwoording als valide beschouwd. Nulmeting Het gemiddelde cse cijfer Nederlands en wiskunde per onderwijsniveau in augustus Mijlpalen Het gemiddelde cse cijfer Nederlands en wiskunde per onderwijsniveau in augustus 2010, 2011, 2012, 2013, 2014 en Pagina 18-19

19 Ambities voor Per onderwijsniveau is een score gerealiseerd die gelijk is of hoger aan de absolute score zoals genoemd in Beter Presteren. In onderstaande tabel is dit per onderwijsniveau voor zowel Nederlands als Wiskunde uitgewerkt. Landelijk gemiddelde Rotterdams gemiddelde Nederlands vmbo 6,22 6,00 6,22 Nederlands havo 6,02 6,06 6,02 Nederlands vwo 6,42 6,33 6,42 Nederlands totaal 6,21 6,09 6,21 Wiskunde vmbo 6,39 6,06 6,39 Wiskunde havo 6,36 6,20 6,36 Wiskunde vwo 6,30 6,02 6,30 Wiskunde totaal 6,36 6,09 6,36 Rotterdams gemiddelde Broneigenaar Beschikbaarheid Ministerie OCW. Augustus van ieder schooljaar. 3 Bij de oorspronkelijke doelstelling van het programma Beter Presteren is uitgegaan van de cse van het schooljaar Pagina 19-19